logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Vive La Fête - ...
Vive La Fête - ...

Kid Creole & The Coconuts

Kid Creole & The Coconuts - feestelijk erotiserende cocktailparty

Geschreven door

We beleefden ‘a fine time’ met het immer sympathieke gezelschap Kid Creole rond de oorspronkelijke leden August Darnell (zang/performer)en Bongo Eddi (percussie), die geflankeerd werden door drie tot de verbeelding sprekende dames, The Coconuts, in (Tarzan &) Jane plunje. Darnell is een entertainer eerste klas die als geen ander het publiek naar z’n hand krijgt, weet warm te maken en de menigte aan het dansen brengt.

Op het podium zagen we wel dertien leden, want naast Kid Creole en z’n drie Coconuts, hadden we een toetsenist, gitarist, bassist, een Vlaamse drummer, aangevuld met een blazersectie (sax/trompet/trombone) en Christina Channee, de bevallige backing vocaliste met Indianenbloed.
Beïnvloed door members als Earth, Wind & Fire, James Brown en Chic, droop de funk, disco en clubdance er van af. In ’82 bereikte de band z’n hoogtepunt met de plaat ‘Tropical gangsters’; de latin van salsa, samba, limbo, rumba, merengue, conga, chacha en afro drongen door.
Op die manier genoten we van de feestelijke, erotiserende cocktailparty. De sensuele, exotische synchrone danspassen van de dames riepen een ‘Lekker Live’ gevoel op. Een uiterst leuke, genietbare, zorgeloze en ontspannende avond dus, die wel onreine en onkuise gedachten deed opborrelen …
Op de ophitsende en aanstekelijke tunes van “Caroline was a drop out” kwamen de bandleden één voor één op, Bongo Eddie voorop, zagen we de opmerkelijke aan Prince refererende outfit van Darnell, en klap op de vuurpijl - niet te ontbreken - de drie deernes in schaars geklede tijgerplunje. Wat een onthaal. Wat volgde was een wervelende show van sprankelende, zwoele uitgesponnen versies van “I’m a wonderful thing”, “No fish today” en “Stool pigeon”. Een perfect op elkaar ingespeelde band en een samenhorigheidsgevoel noteerden we. Soms leek het erop dat het OLT Rivierenhof was omgetoverd tot een gospel kerkje, die de zondagmis inleidde …
Het dipje zat middenin de set toen de knappe Indiase – voor de gelegenheid gekleed als een ‘Heidi-aus-Tirol’ schoolkind -, zelf een nummer mocht zingen, “My Boy Lollipop”, die muzikaal nergens naartoe ging. Maar zoals het bij een mis kan horen, waren we vergevingsgezind en kon ze in vrede gaan. Darnell gaf de zegen van “If you don’t love yourself, love someone else”. Wat op z’n beurt “Annie, I’m not your daddy” inleidde, voor alle ‘Annies’ die vanavond nog wilden doorfuiven. Alle mogelijke Zonnige en Zuiderse stijlen werden op een hoopje gegooid, en door de opbouwende, vollere instrumentatie ging het naar een climax; “Welcome to the lifeboat party” was de gelijke die de party nog meer aanwakkerde.
The Coconuts, in vele gedaantes te zien, kwamen tot slot in de spotlights op “Don’t take my Coconut”. De bijhorende, ingestudeerde act van aantrekken en afstoten en de ‘Egyptian walks’ vormden een speelse afsluiter.
We misten kleppers als “Endicott” en “The sex of it” niet echt, want in de anderhalf uur durende set bleef de glimlach behouden, zorgde voor ‘body heats’ en zette aan tot vingertics, handclaps, heupwiegen en dansen.

Leki And The Sweet Minds warmden de party op en dat deden ze meer dan verdienstelijk. De dame knipoogt naar de Motown stal en geeft een groovy tik aan haar soulfunkypop. We hoorden een onweerstaanbare streling voor oog en oor en ze straalde een ‘positive vibe’ uit. Vooraan het podium was er sprake van een familiehappening met huppelende kids, die zich rot amuseerden. De multi-getalenteerde singer/songschrijfster met Kongolese roots heeft ook een boodschap te vertellen en komt op voor de zwaksten door ‘Goede Doel’ projecten. Niet alle nummers waren sterk, maar wat ze met haar band speelde, was meer dan de moeite waard!

Organisatie: OLT Rivierenhof, Deurne (ism Arenberg) 

Here We Go Magic

Radar Festival 2010: Black Mountain, Caribou, Here we go magic, Deer Tick

Geschreven door

Radar Festival 2010: Black Mountain, Caribou, Here we go magic, Deer Tick
Een nogal gediversifieerde affiche op dit, laat ons zeggen, mini festivalletje met verstilde americana (Deer Tick), indie rock (Here We Go Magic), heavy rock (Black Mountain) en elektronika (Caribou)

Deer Tick hebben we gemist, sorry daarvoor, maar wij zouden u wel hun laatste album adviseren met daarop heerlijke slow-rock en fijne americana, hier trouwens na te lezen in onze rubriek cd reviews.

De muziek van Here We Go Magic mocht deze avond een aangename verrassing heten. De songs van de band klonken nogal gevarieerd, van springerige indie rock tot opzwepende pop tot zelfs een gebeurlijke streep noise. Zowel Maximo Park, Arcade Fire, Talking Heads als Sonic Youth kwamen ons voor de geest. Here We Go Magic verpakte al hun invloeden in sterke en zeer pittige songs die de zaal, vooral naar het einde toe, onder stoom brachten. De groep bracht een vijftal songs uit hun nieuwste album ‘Pigeons’ en sloot af met een trio uit hun gelijknamige debuutplaat, waarvan we het hitgevoelige en funky “Fangela” onthouden alsook het in een ware noise eruptie uitmondende “Tunnelvision”. Tamelijk boeiend.

Op naar het zwaardere werk dan. Black Mountain begon nog enigszins rustig aan hun set met het folky “Radiant hearts” maar dan plugde Stephen Mc Bean zijn gitaar stevig in om een portie ronkende heavy rock de zaal in te stuwen. De nieuwste plaat ‘Wilderness Heart’ mag dan al een (heel klein) tikkeltje minder indrukwekkend zijn dan zijn fantastische voorganger ‘In The Future’, de band wist er wel de sterkste momenten uit te halen met de geweldige stonerrockers “Rollercoaster”, “Wilderness hearts” en de wilde vlammende kopstoot “Let spirits ride”. Ook de heerlijke seventies klepper “Old fangs” was een hoogtepunt. De fluwelen stem van zangeres Amber Webber contrasteerde terug prachtig met Mc Beans lijzige vocals. Zo was het samenspel van zang en gitaren in het machtige “Tyrants” wonderbaarlijk, een prachtsong met veel vuur en power gebracht. De band sloot af met het splijtende “No hits”, het enige nummer uit hun eerste plaat. Het was een krachtige en bijtende apotheose en een zette een ferm punt achter een dijk van een optreden.

Het geweer werd dan maar nog eens geheel van schouders veranderd met de dance en elektronica van Caribou. De rockers in het publiek verdwenen definitief richting toog maar de blijvers, die nog maar eens gelijk hadden, waren getuige van een bezwerend en prikkelend concertje dat alsmaar heter en meeslepender werd. De band speelde hun immer aanstekelijke mengeling van tegendraadse funk, psychedelische dance en overstuurde eletronika volledig live -vooral een overijverige drummer verdiende een pluim- en de totaalsound had de energie van een op dreef zijnde LCD Soundsystem, Hot Chip of !!! (ook wel chk chk chk genoemd, voor zij die het niet wisten). Fijn concertje.

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Caribou

Radar Festival 2010: Black Mountain, Caribou, Here we go magic, Deer Tick

Geschreven door

Radar Festival 2010: Black Mountain, Caribou, Here we go magic, Deer Tick
Een nogal gediversifieerde affiche op dit, laat ons zeggen, mini festivalletje met verstilde americana (Deer Tick), indie rock (Here We Go Magic), heavy rock (Black Mountain) en elektronika (Caribou)

Deer Tick hebben we gemist, sorry daarvoor, maar wij zouden u wel hun laatste album adviseren met daarop heerlijke slow-rock en fijne americana, hier trouwens na te lezen in onze rubriek cd reviews.

De muziek van Here We Go Magic mocht deze avond een aangename verrassing heten. De songs van de band klonken nogal gevarieerd, van springerige indie rock tot opzwepende pop tot zelfs een gebeurlijke streep noise. Zowel Maximo Park, Arcade Fire, Talking Heads als Sonic Youth kwamen ons voor de geest. Here We Go Magic verpakte al hun invloeden in sterke en zeer pittige songs die de zaal, vooral naar het einde toe, onder stoom brachten. De groep bracht een vijftal songs uit hun nieuwste album ‘Pigeons’ en sloot af met een trio uit hun gelijknamige debuutplaat, waarvan we het hitgevoelige en funky “Fangela” onthouden alsook het in een ware noise eruptie uitmondende “Tunnelvision”. Tamelijk boeiend.

Op naar het zwaardere werk dan. Black Mountain begon nog enigszins rustig aan hun set met het folky “Radiant hearts” maar dan plugde Stephen Mc Bean zijn gitaar stevig in om een portie ronkende heavy rock de zaal in te stuwen. De nieuwste plaat ‘Wilderness Heart’ mag dan al een (heel klein) tikkeltje minder indrukwekkend zijn dan zijn fantastische voorganger ‘In The Future’, de band wist er wel de sterkste momenten uit te halen met de geweldige stonerrockers “Rollercoaster”, “Wilderness hearts” en de wilde vlammende kopstoot “Let spirits ride”. Ook de heerlijke seventies klepper “Old fangs” was een hoogtepunt. De fluwelen stem van zangeres Amber Webber contrasteerde terug prachtig met Mc Beans lijzige vocals. Zo was het samenspel van zang en gitaren in het machtige “Tyrants” wonderbaarlijk, een prachtsong met veel vuur en power gebracht. De band sloot af met het splijtende “No hits”, het enige nummer uit hun eerste plaat. Het was een krachtige en bijtende apotheose en een zette een ferm punt achter een dijk van een optreden.

Het geweer werd dan maar nog eens geheel van schouders veranderd met de dance en elektronica van Caribou. De rockers in het publiek verdwenen definitief richting toog maar de blijvers, die nog maar eens gelijk hadden, waren getuige van een bezwerend en prikkelend concertje dat alsmaar heter en meeslepender werd. De band speelde hun immer aanstekelijke mengeling van tegendraadse funk, psychedelische dance en overstuurde eletronika volledig live -vooral een overijverige drummer verdiende een pluim- en de totaalsound had de energie van een op dreef zijnde LCD Soundsystem, Hot Chip of !!! (ook wel chk chk chk genoemd, voor zij die het niet wisten). Fijn concertje.

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Black Mountain

Radar Festival 2010: Black Mountain, Caribou, Here we go magic, Deer Tick

Geschreven door

Radar Festival 2010: Black Mountain, Caribou, Here we go magic, Deer Tick
Een nogal gediversifieerde affiche op dit, laat ons zeggen, mini festivalletje met verstilde americana (Deer Tick), indie rock (Here We Go Magic), heavy rock (Black Mountain) en elektronika (Caribou)

Deer Tick hebben we gemist, sorry daarvoor, maar wij zouden u wel hun laatste album adviseren met daarop heerlijke slow-rock en fijne americana, hier trouwens na te lezen in onze rubriek cd reviews.

De muziek van Here We Go Magic mocht deze avond een aangename verrassing heten. De songs van de band klonken nogal gevarieerd, van springerige indie rock tot opzwepende pop tot zelfs een gebeurlijke streep noise. Zowel Maximo Park, Arcade Fire, Talking Heads als Sonic Youth kwamen ons voor de geest. Here We Go Magic verpakte al hun invloeden in sterke en zeer pittige songs die de zaal, vooral naar het einde toe, onder stoom brachten. De groep bracht een vijftal songs uit hun nieuwste album ‘Pigeons’ en sloot af met een trio uit hun gelijknamige debuutplaat, waarvan we het hitgevoelige en funky “Fangela” onthouden alsook het in een ware noise eruptie uitmondende “Tunnelvision”. Tamelijk boeiend.

Op naar het zwaardere werk dan. Black Mountain begon nog enigszins rustig aan hun set met het folky “Radiant hearts” maar dan plugde Stephen Mc Bean zijn gitaar stevig in om een portie ronkende heavy rock de zaal in te stuwen. De nieuwste plaat ‘Wilderness Heart’ mag dan al een (heel klein) tikkeltje minder indrukwekkend zijn dan zijn fantastische voorganger ‘In The Future’, de band wist er wel de sterkste momenten uit te halen met de geweldige stonerrockers “Rollercoaster”, “Wilderness hearts” en de wilde vlammende kopstoot “Let spirits ride”. Ook de heerlijke seventies klepper “Old fangs” was een hoogtepunt. De fluwelen stem van zangeres Amber Webber contrasteerde terug prachtig met Mc Beans lijzige vocals. Zo was het samenspel van zang en gitaren in het machtige “Tyrants” wonderbaarlijk, een prachtsong met veel vuur en power gebracht. De band sloot af met het splijtende “No hits”, het enige nummer uit hun eerste plaat. Het was een krachtige en bijtende apotheose en een zette een ferm punt achter een dijk van een optreden.

Het geweer werd dan maar nog eens geheel van schouders veranderd met de dance en elektronica van Caribou. De rockers in het publiek verdwenen definitief richting toog maar de blijvers, die nog maar eens gelijk hadden, waren getuige van een bezwerend en prikkelend concertje dat alsmaar heter en meeslepender werd. De band speelde hun immer aanstekelijke mengeling van tegendraadse funk, psychedelische dance en overstuurde eletronika volledig live -vooral een overijverige drummer verdiende een pluim- en de totaalsound had de energie van een op dreef zijnde LCD Soundsystem, Hot Chip of !!! (ook wel chk chk chk genoemd, voor zij die het niet wisten). Fijn concertje.

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

LCD Soundsystem

LCD Soundsystem houdt de punkfun ‘flame alive’ …

Geschreven door

Het NY-se LCD Soundsystem liet in het voorjaar weten dat ze er na de worldtour van de nieuwe cd ‘This is happening’ zullen mee stoppen. Bijgevolg hielden we de clubtour goed in het oog. Na een fijn ‘hot hotter’ concert in de AB, overtuigde de band van James Murphy en ‘lovely lady’ Whang op Rock Werchter en werden we nu met een tweede concert nog eens op de wenken bediend; na een intense festivalzomer is de band blij te besluiten in het clubcircuit. Ze waren alvast onder de indruk van de authenticiteit van de Vooruit.
De recente worp klinkt minder overweldigend en bevat afgelijnd, zalvend materiaal binnen een pop/punkfunkstijl.

Betreffende die punkfunk, een goede vijf jaar recycleerde LCD een geheel van elektro, wave, rock, punk, funk en disco uit de stal van Suicide, Cabaret Voltaire, Gang Of Four en New Order, manifesteerde met bands als !!!, The Rapture, The Klaxons, Radio 4 en bracht de hippe dance van Underworld en Daft Punk in een muzikaal jasje van trancy bezwerende, repetitieve, dansbare ritmes en een rockende stijl, wat gegarandeerd feestjes opleverde. Songs met een intrigerende opbouw, een fris tintelend, aanstekelijk, groovy geluid, verwoestende beats en Murphy’s trefwoorden; iets unieks toch door de hitsende, dreigende (eighties) elektronica, vervormde sounds, opzwepende percussie en de bleeps & belletjes. Hun debuut dito optreden was toen in ons geheugen gegrift. De band houdt nu wel ‘the flame alive’, maar onweerstaanbaar is het toch niet meer.
Versta ons niet verkeerd, we hebben uitermate genoten van de bijna twee uur durende set van het sextet, die afwisselend putte uit de drie cd’s, maar probleemloos kon je het nieuwe materiaal van het oude onderscheiden. “Us vs them” werkte onmiddellijk in op de dansspieren, “Drunk Girls” refereerde aan de kitsch en glamour van David Bowie en “Get innocuous” benadrukte de geliefde‘80s electro. Het oude “Your city’s is a sucker” is nog altijd een instant klassieker binnen de punkfunk door de gitaarriedels, de diep dreunde basses, de doortastende bleeps en de opbouwende groove. Murphy spuwde z’n praatzang de overgemoduleerde microfoon in. Losgeslagen gekte die door de ontspoorde en repeterende ritmes van de andere songs van het debuut, “Trials & Tribulations”, “Movement” en de afsluitende klassesong “Yeah, yeah” een hoogtepunt bereikte. Tussenin rockte LCD met rauwe en retestrakke versies van “Pow pow” en “Daft punk is playing at my house”. Ook de uitgesponnen single “All my friends” paste mooi in dit rijtje. Hier lieten de eerste rijen zich makkelijk gaan. De security moest de handen uit de mouwen steken om de talrijke dansende jongeren van het podium te houden. Even kwamen we op adem bij de doorsnee leuke popelektronica van “All I want” en “I can change”, die aardige, spannende en stekelige wendingen hadden.
Af en toe doken wat technische problemen op, die speels en trefzeker met de glimlach en de mantel der liefde aangepakt werden door frontman Murphy, even roadie van de band. De gemoedelijkheid straalde van de band en plezier beleefden ze alvast aan de gig.
LCD liet z’n fans zeker niet bleekjes achter; we hoorden een ruim half uur durende bis door het rustige, sfeervolle “Someone great” en een geniale “Losing my edge”, hallucinant door de opbouwende lagen elektronica, drums en Murphy’s klaaglijke praatzang. In de ingetogen pianoballade “NY I love you …” schemerde Frank Sinatra’s voorliefde voor de Ground Zero stad door en hoorde je samples van Jay Z feat. Alicia Keys’ “Empire state of mind”. De song werd krachtiger om dan net op tijd te draaien, innemend te zijn en te eindigen in een acapella versie … Mooi op een boogscheut van Nine Eleven …

We genieten nog steeds van een avondje punkfunk van de warrige, verwaaide Murphy. Samen met z’n band slaagt hij er op venijnige wijze in met scherp te schieten. Of het liedje van LCD nu uitgezongen zal zijn, laten we voorlopig in het midden, maar indien toch, stoppen ze op hun hoogtepunt …

Organisatie Vooruit ism Democrazy, Gent

Ostend Powers

Ostend Powers

Geschreven door

We fronsten toch eventjes de wenkbrauwen toen we dit plaatje binnenkregen en de nogal flauwe naam van de band lazen. Amper één luisterbeurt ver gooiden we alle scepsis overboord en moeten we concluderen dat deze vijf metalheads een ongelooflijk lekker debuutalbum hebben gemaakt.
Zeer straffe gitaarrifs, funky basgeluiden, groovende drums, synths en bovenal machtige vocalen zijn de ingrediënten van deze titelloze plaat. De band haalde duidelijke inspiratie bij verschillende grootheden uit de (nu-) metalwereld zoals Tool, System Of A Down, Limp Bizkit, Korn en Faith No More. Dat je bij momenten denkt naar een FNM-album te luisteren heeft alles te maken met de stem van zanger Guy die soms identiek lijkt op die van Mike Patton maar globaal gezien klinkt Ostend Powers toch een stuk harder dan Patton en de zijnen.
Onze favoriete nummes zijn de felle opener “Booya”,  “All Rise” dat nogal Oosters start waarna enkele zeer stevige riffs volgen, het donkere “The Prophecy” dat een fijn rustpunt vormt en het catchy “Deadstop” waar Mike Patton wel heel erg dicht  in de buurt lijkt.
Kortom, een straf plaatje dat fans van bovengenoemde bands blind kunnen aanschaffen!

Dial P For Panic

Dial P For Panic

Geschreven door

Dat de mannen van Dial P For Panic  stevig kunnen rocken is het minste wat je kunt zeggen na het beluisteren van deze debuut EP. De vijf heren uit Genk houden allen van stevige rock'n'roll en na enkele jaartjes repeteren en optreden vonden ze het tijd voor wat  studiomateriaal. Dial P For Panic ontstond uit de hardcore band One Man March maar veel hardcore-invloeden vinden we niet terug op dit debuutplaatje; heerlijke stonerrockriffs des te meer en bovendien lijkt het ons dat Dial P For Panic ook een voorliefde heeft voor hardrockmuziek uit de jaren zeventig.
 Op de zeven nummers kunnen de heren probleemloos wedijveren met bands als Black Sabbath en de Queens of the Stone Age (luister maar eens naar opener “Better Luck in Vegas”) en ook een garagerockband als The Hives zou jaloers zijn op songs als “Stay Home” en “City of Industry”. Het mag duidelijk zijn dat Dial P For Panic op de goeie weg is.
Wil je dit plaatje aanschaffen, dan kan dit voor slechts zeven euro.  Stuur daarvoor  als de bliksem een mailtje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. !

Here We Go Magic

Pigeons

Geschreven door

Terechte belangstelling is er voor het uit NY, Brooklyn opererende Here we go magic van Luke Temple, die verdraaid iets mee heeft van Finn Andrews van The Veils. De band brengt spannend meeslepende zweverige poppsychedelica en indiefolk door de veelheid aan zalvende melodieën en een gelaagd kleurenpalet van synths, gitaarriedels, drums, bleeps en belletjes, gedragen door warme onvaste vocals. Het siert de repetitief opbouwende tracks, die dromerig als springerig , opzwepend kunnen zijn. “Hibernation”, “Collector”, “Bottom feeder” en “F.f.a.p.” intrigeren, maar niet alle songs zijn sterk. Nee, Zo gaan “Moon” en de afsluitende “Vegetable or native” en “Herbie I love you, now I know” de mist in en verzuipen ze in een psychedelische brij …
Live staat het ensemble er overduidelijk en geven ze hun songs een broeierige opbouw en een krachtige (noise) injectie, wat hun naam alle eer aandoet …

Yoav

A foolproof escape plan

Geschreven door

Een mens is nooit te oud om te leren en eerlijkheidshalve hoorde ik het letterlijk in Keulen donderen toen ik deze cd van Yoav onder mijn neus geschoven kreeg want ik had nog nooit eerder van deze singersongwriter uit Israël gehoord, ook al kun je hem binnenkort (op 6 oktober om precies te zijn) gaan bewonderen op de planken van de Brusselse Botanique.
Singer songwriter’s kunnen wel eens gevaarlijk ééndimensioneel uit de hoek komen maar deze Yoav heeft wel degelijk goed opgelet tijdens de les muziekgeschiedenis want eigenlijk bewandelt hij op iedere nummer een nieuwe weg.
Het zwakste nummer is jammer genoeg ook het openingsnummer geworden maar single “Yellowbrite smile” is ontegensprekelijk even aanstekelijk als het leukste van The Drums.
“Spidersong” getuigt van donkere zielroerselen die dicht bij Velvet Underground liggen, “Moonbike” heeft een funky touch en “Anonymous” is dat nummer die Lennon en McCartney nooit hebben samen geschreven.
Een klasseplaat? Niet echt meteen maar zeker eentje die je aandacht verdient.


www.yoavmusic.com

 

Good Riddance

Capricorn One

Geschreven door

Een van de fijnste melodieuze punkrockbands die de VS voortbracht, is ongetwijfeld Good Riddance. In 2007 speelden de heren hun laatste show, legden alles op tape vast en brachten  vervolgens het laatste album ‘Remain in Memory – The Final Show’ uit. Nu is er: ‘Capricorn One’, jammer genoeg geen nieuw maar wel een zogeheten ‘singles and rarities’ album.
Dat betekent 21 songs die eerder al uitgebracht werden op diverse EP’s (waaronder gezamenlijke releases met Ignite, Ensign, Reliance en Ill Repute) en op een aantal Fat Wreck Chords-compilaties. Daarnaast vinden we zes nooit eerder uitgebrachte nummers: vier dateren uit de beginperiode in de jaren negentig, twee songs (“My Republic” en “Great Experiment”) dateren uit 2006.
De 21 nummers zijn niet chronologisch opgebouwd en dat is best jammer. Het zou nl mooi illustreren hoe de band doorheen de jaren evolueerde. In de vorige eeuw kwam Good Riddance hard uit de hoek en klonken de vocalen van zanger Russ heel agressief en rauw; vanaf het album ‘The Phenomenon of Cravin’ (2000) klonk alles een stuk melodieuzer en evolueerde het geluid van GR in de richting van bands als Pennywise en Bad Religion.
Voor wie alle werk van Good Riddance al in z’n kast liggen heeft, is dit een overbodige release. Punkrockliefhebbers die niet in dat geval zijn, kunnen de aanschaf van dit plaatje zeker overwegen.

Pagina 727 van 881