logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Civic
Depeche Mode - ...

Mystery Jets

Serotonin

Geschreven door

In de jaren ’80 had Rod Stewart een hit met “Some guys have all the luck” en drie decennia later heeft deze oude rocker nog steeds gelijk want deze vijftallige band uit London heeft middelen die andere bands niet echt hebben.
Zo werd hun debuut ‘Making den’ uitgeroepen door de Britse pers als het beste van het beste, konden ze op hun tweede cd Stephen Street (inderdaad van The Smiths) als producer aantrekken en op deze ‘Serotonin’ konden ze ene Chris Thomas achter de knoppen krijgen.
Het is misschien een naam die u niet veel zegt maar deze mensen werkte wel mee aan de witte van The Beatles en ‘Never mind the bollocks’ van Sex Pistols, dit maar om u te zeggen dat er op geen cent gekeken werd om deze Mystery Jets op de hoogste verdieping van de Britpoppodia te krijgen.
Ook al worden ze vaak gezien als de Britse tegenhanger van Arcade Fire (omwille van dat progrocksfeertje) toch hoor je ontegensprekelijk die Britse samenzang die (en daar zal die Thomas wel voor iets tussen zitten) een knipoog maakt naar Lennon en McCartney.
Een mens die graag kritiek spuwt, zal het hebben over een groepje dat over het paard getild is en degene die alles met de mantel der liefde bedekt zal het hebben over een uiterst fijn plaatje, aan u de keus!

Info
www.myspace.com/mysteryjets

Isobel Campbell & Mark Lanegan

Hawk

Geschreven door

Ook al leek het een onmogelijke samenwerking werd ‘Ballad of the broken seas’ één van de mooiste platen van de afgelopen jaren,  krijgen de twee er blijkbaar maar niet genoeg van want ‘Hawk’ is ondertussen de derde in het rijtje geworden ook al lijkt er stilletjesaan routine in het spel geslopen te zijn.
Niet in het minst door Mark, zuiplap eerste klas, die twee nummers liet inzingen door Willy Mason.
De voormalige celliste van Belle & Sebastian mag dan wel verantwoordelijk zijn voor het schrijven van de nummers toch wordt zij vocaal volledig op de achtergrond geduwd.
Ook al is ‘Hawk’ in zijn geheel een meer dan geslaagde cd te noemen blijft het toch een onsamenhangend zooitje want het lijkt er sterk op dat iedere nummer diende als een soort van  try out. “Come undone” mag dan als twee druppels water lijken op Axelle Red (we zweren het op onze onschuldige zieltjes !) toch is dit wellicht hun Gainsbourg/Birkin-moment, terwijl een nummer als “Got behind me” Lanegan al de mogelijkheden heeft om hier als fervent bluesperformer uit de hoek te komen (op deze cd vindt je trouwens ook een cover van “No place to fall” van Townes Van Zandt). Titelttrack “Hawk” is een kakafonische poging om de soulkwaliteiten van Booker T & The MG’s te evenaren, en eigenlijk zouden we wel iets over elk nummer kunnen neerpennen en hierbij steeds refereren naar iets verschillends.
Of het liedje tussen de twee nog lang zal duren is maar de vraag (het zal wel van de rinkelende kassa afhangen) maar tot dusver werpt de samenwerking nog steeds zijn vruchten af ook al blijft de vinger gevaarlijk dicht in de buurt van de alarmbel.

Cha Cha

We are Cha Cha

Geschreven door
Wat hebben sommige mensen toch een slechte smaak als het op ontwerpen van cdhoezen aankomt want zeg nu zelf, een afgrijselijke parasol zet nu niet meteen aan tot verkoop. En toch beschrijft het ook ergens het zomers gevoel dat deze nieuwe groep uit Londen probeert te veroorzaken met hun zonnige indiepopsongjes die overduidelijk hun oorsprong gevonden hebben in Britpopvoorbeelden als Blur, Spearmint of voor wie het zich nog kan herinneren : The Supernaturals maar desalniettemin de grootste azijnpissers op een dansvloer kunnen krijgen.

Toch vooraleer we volop met bloemen gaan gooien : Cha Cha is een doodsleuke groep waarbij zanger Blain McGuigan perfect het concept van een ideale 3 minuten popsong begrepen heeft ook al doen ze dat met ingrediënten die talrijke bands op hun recept reeds hebben staan. Toch uitchecken, Britpopfans!

Info www.myspace.com/wearechacha

Two Door Cinema Club

Tourist History

Geschreven door

Tien fijne indiepopsongs horen we op het debuut van het Noordierse tienertrio Two door cinema club. Het is een korte, frisse en krachtige plaat van zo’n kleine dertig minuten en dan weet je onderhand wel dat ze vaardig en kernachtig moeten zijn. De springerige gitaarsongs zitten knap in elkaar, hebben opbouwende, aanstekelijke melodielijnen en meezingbare of neuriënde refreinen.
Ze vormen een eenheid, op zich een beetje voorspelbaar, maar lief, ongevaarlijk en dansbaar, gedragen door de jonge, hoge, dromerige stem van zanger Alex Trimble. Synths en beats spreken de dansspieren aan en een gillende gitaarpartij kan er mooi tussenin verweven zijn. Tja, deze jonge band heeft hét wel, en bezit de drive en potentie om net als kompaan Delphic een blijvertje te worden.
Een pak leuke songs passeren de revue, van openers “Come back home”, “Do you want it all”, “This is the life” naar “Something good can work”, “I can talk” tot “Under cover Martyn” en ”You’re not stubborn”.

Bikinians

Rhinocirrhosis EP

Geschreven door

Even aankloppen bij onze Brusselse vrienden? Inderdaad, naast Lucy! Lucy! is er ook de ‘explosive’ rock van Bikinians, een kwartet rond de broers Lontie. Intens broeierige rock die refereert aan de directe stijl van het oude Supergrass. Ze zijn toe aan hun tweede EP ‘Rhinocirrhosis’, waarop vier songs staan die in dezelfde lijn liggen en toch even onze aandacht trekken. Alvast een leuke ontdekking, die het verdient airplay te krijgen in Vlaanderen.

Pony Pony Run Run

You need Pony Pony Run Run

Geschreven door

Het Franse trio Gaëtan en Amaël Réchinkê Ky-Huong en Antonin Pierre hebben voor hun ‘eenvoudige’ electrorock een éénzelfde groepsnaam weggelegd. Zij putten schaamteloos uit de ‘80s electro en geven er een catchy, frisse rocktune aan. Praktisch alle songs klinken hetzelfde, waardoor het wat eenheidsworst wordt, maar het blijft leuk en ontspannend door een opzwepende, zwierige melodie. De heldere, indringende zang overtuigt. “Out of control”, “Hey you” en “Walking on a line” zetten de toon van deze (h)eerlijke, onschuldige electropop. Enkel op “Love veritable” wordt wat gas teruggenomen.
De jonge Franse band uit Nantes ondernam geen risico’s op deze ‘college’ electrorock. Meer variaties had het debuut deugd gedaan … Maar in de remixes horen we alvast enkele toffe bewerkingen, waardoor er live wel iets te rapen valt …

Festival Dranouter 2010: zondag 8 augustus 2010

Geschreven door

De afsluitende familiedag in Dranouter kon opnieuw rekenen op heel wat belangstelling. 27000 mensen konden genieten van een afwisselende, kleurrijke programmering van pop, soul, afro en folk, waarbij Solomon Burke feat. Joss Stone een set buiten categorie speelden …

Maar er viel al een volle Kayam tent te noteren tijdens het vieruutje van het festival, want Daan, één van de meest geboekte Belgische artiesten tijdens de festivalzomer, gaf een wervelende synthpop en rootsrock setje. Sinds de cd ‘Manhay’ verscheen, vernoemd naar het Waalse dorpje, waar hij frisse lucht opsnoof om inspiratie op te doen, is hij met z’n band onophoudelijk ‘on tour’ en kreeg hij terecht 4 awards mee van de MIA’s 2009. Een ‘new face’ en ‘sound’ presenteerde hij. De band was erg goed op elkaar ingespeeld en na kleppers “Exes”, “Crawling from the wreck” en “Icon” van de laatste cd, speelde de James Dean lookalike een reeks aanstekelijke, dansbare instant klassiekers, refererend aan de eighties als “The player”, “Addicted (to love)”, “Eternity”, “Victory”, “Sweet designer drugs” en het obligate “Housewife”; de gitaren, drums en synths klonken fors door en de leden hotsten heen en weer op het podium, wat aanstekelijk werkte op de dansspieren. De hitmachine Daan was op hol geslagen. De tent stond al vroeg in de namiddag op z’n kop … Moest er nog ‘Daan’ zijn?!

Van het intieme Isbells hebben we maar een glimp kunnen zien … én ze hebben er eigenlijk zelf voor gezorgd, want wat hebben we als bezoeker en fan gevloekt op het gezelschap! De overdreven, enerverende soundcheck van ‘iets hoger’, ‘iets lager’ liep ruim 20 minuten uit, waardoor we enkel de breekbare songs “BB Chevelle”, “Without a doubt” en “Reunite” konden horen. De doorbraaksingle “As long as it takes” zal wel iets verderop gezeten hebben. Het project van Gaëtan Vandewoude is een Belgisch unicum binnen de alt.country/americana, folk en sing/songwriting en brengt een ganse ‘wave’ op gang, waaronder we ook Amatorski kunnen rekenen. Naast een instrumentarium van akoestisch ingehouden gitaren, een licht en sobere elektrische gitaar, mandoline, steelpedal, toetsen en spaarzame jambee-tics, gaat de aandacht naar het stemgenre en –timbre van zachte, zalvende, meerstemmige en hemelse vocals, aangevuld met obligate ‘oohoohs’ en ‘hoohoos’. Pareltjes van songs in een herfstig decor, dromerig en beklijvend allemaal, maar hun eigen stomme stoorzender soundcheck verbrodde het unieke sfeertje van de intimiteit … Isbells, aub, blijf je leest!

De perfecte sensuele tongkus kregen we van het Franse Nouvelle Vague die uitpakten met een keuze van bekend en minder bekend werk van ‘80’s (punk) pop en new wave classics. De coversongs hebben een zwoele, groovy ondertoon en krijgen leuke, frisse, knappe en creatieve impulsen. Het geheel klinkt bevreemdend, sensueel en romantisch, bepaald door de vocals van twee charmante zangeressen, die in navolging van de Cocorosie dames een prominente rol innemen. Met hun broeierige, fluisterende sexy stemmen en verleidelijke danspasjes kregen we een de ideale cocktailparty van ‘Was het nu ’70 of ’80’ - catalogus voorgeschoteld, waaronder “Master & servant”, “Ever fallen in love”, “The guns of Brixton”, “Dancing with myself”, “Making plans for Nigel”, “Blister in the sun” en “I just can’t get enough”. Waverocken konden we met de obscure single “Dance with me” (van Lords of the new church) en de afsluitende pakkende en opbouwende “Love will tear us apart” van Joy Division, waarbij iedereen meeklapte en het refrein meezong. Meer dan noemenswaard was de duivelse versie van Bauhaus “Bela Lugosi’s dead” en de Dead Kennedy’s klassieker “Too drunk to(o) fuck”, die veel aan de verbeelding overliet …

Minder vaart liep het bij Hope Sandoval & The Warm Inventions. De intimistische, broeierige, dreunende pop is een stijl apart. We weten onderhand wel dat Hope Sandoval niet de meest ‘happy’ muziek maakt. Na haar werk met de Mazzy Star en het gezinsleven, was ze sporadisch nog te horen als guestvocaliste; ze heeft met de nieuw geformeerde band twee platen uit, die in het verlengde liggen van haar vroegere band. Traag slepende melodieën, repeterende, dreunende tunes hebben een donkere ondertoon en bepalen samen met haar hemels dreigende stem de sfeer. Het sober ingehouden materiaal, spaarzaam begeleid, kreeg warmte door de haar bespeelde toetsen en xylo. Een beklemmend sfeertje, waarvan de dramatiek aan het hart van het publiek sloeg. Daarenboven is ze niet de meest praatlustige lady en was er de koele uitstraling en statische opstelling van de band, waardoor de finesse en subtiliteit van haar songmateriaal wat aan het publiek voorbij ging …

Een totaal ander sfeertje snoven we op bij het Congolese Staff Benda Bilili. Hun muziek zit binnen de afroworld van Congolese rumba, soukous, reggae en funk. We hadden nog niet alles gezien na Amadou & Mariam, Tinariwen en Toumani Diabéke, me dunkt, want de kern van de band, 4 polio-patiënten, zanger-gitaristen, die, alhoewel ze aan hun rolstoel gekluisterd zijn, in een funkende James Brown stijl letterlijk freewheelden op het podium, bijgestaan door een heuse ritmesectie. Intrigerende, opzwepende, dansbare nummers, ongelofelijk knap in elkaar gestoken door de afwisselende en door elkaar lopende stijlen. De vier heren ‘in a wheelchair’ zorgden voor een leuk feestje, dat niks anders dan respect afdwong van.

Peggy Sue uit Brighton … We zagen ze nog als support van Archie Bronson Outfit tijdens Les Nuits Bota 2010; ze spelen dramatiek met een rauw randje en hellen daarmee over naar de vrouwelijke songwriterpop van Feist, Cat Power en Joan as Policewoman, houden van de dromerige folkpop van Indigo Girls en Tegan & Sara en durven wel eens in de richting gaan van de ruwe bolsterrock van Sleater-Kinney en van de begindagen van PJ Harvey …. Zachte strelingen en ruwe partijen dus …

Maar niks op het ganse festivalweekend kon tippen aan de zalige muziek van Solomon Burke – Joss Stone, of beter gezegd Solomon Burke & The Soul Alive Orchestra with Joss Stone. De twee grootheden vonden elkaar en trekken voor een paar concerten op tournee. En wie erbij was keek en luisterde ernaar … Solomon Burke, een man van formaat, letterlijk en figuurlijk, preacher en ‘godfather of soul’, op zijn met goud bezette troon, werd geëscorteerd door enkele bevallige soulzangeressen en een heuse begeleidingsband, grossierde in z’n rijkelijk gevulde oeuvre, entertainde het publiek alsof hij de zondagsmis in de kerk van Dranouter aan het doen was, strooide met complimentjes en deelde roosjes uit, en … had nog een surprise achter de hand … de blanke soulzangeres Joss Stone … en dan voelde je doodgewoon de vonken spatten van een heerlijke, frisse, speelse en beheerste Motown combinatie van pop, (Memphis)soul, blues en gospel. Dit klikte zondermeer! Joss dartelde rond Burke, flirtte met het publiek en zorgde door haar charisma dat een romantische avondzon neerdaalde. De soulprinses kreeg van de Master himself ruimte om een paar eigen nummers te zingen als “Tell me what we’re gonna do now”, een “Don’t give up on me” - duet en een ‘jamming version’ van “Super duper love”. Bloemetjes en bijtjes waren er in overvloed op covers “Wonderful world”, “Rolling on a river” en “Everybody needs somebody to love”. Tot slot was er nog een medley rond “The saints go marching in”. Hier ontbrak enkel die The Wedding Chapel nog … Verbluffende gig!

Het kroonstuk van het festival moesten de folkrockpunkers van het eerste uur, The Pogues feat shane MacGowan zijn. The Pogues waren één van de bepalende bands, die de folk medio de jaren ’80 een vooraanstaande plaats gaven in de poprock. ‘Rum, Sodomy & The Lash’, ‘If I should fall from grace with God’ en ‘Hell’s ditch’ waren drie puike platen van het Londense collectief. Creatieve spil Shane kon met z’n doorleefde, grauwe, melancholische Engelse dialectvocals de songs elan geven. Maar door de overmatige ‘streams of whiskey’ en cocktails slaagde hij er met de jaren onvoldoende in nog een oerdegelijke set af te leveren en te beëindigen. Op die manier ontstonden mythes rond de ladderzatte figuur van … A. komt hij nog af en B. haalt hij de eindmeet in de set. Nu, hij slaagde vanavond in beiden, maar nuchter zullen we hem wel nooit op het podium zien.
Ze speelden een ‘Best of’, waar de klemtoon natuurlijk kwam op de zwierige en speelse folkpop, en waarbij Shane op en van het podium strompelde, als een Lanegan zich vastklampte aan z’n microstatief, af en toe nipte aan een glas (gin), wat brabbelde tot z’n publiek en zo goed mogelijk probeerde de nummers tekstvast te zingen. De toon werd gezet door ”Streams of whiskey”, “If I should fall from grace with God” en “Broad Majestic Shannon”. De banjo, accordeon en tin whistle gaven kleur. De band speelde strak, wat mogelijk maakte dat Shane niet uit z’n rol viel. Verder hoorden we alvast fijne versies van “Kitty”, “Sunnyside of the street”, “Thousands are sailing”, een rockende “Tuesday mornings” (vocaal door Spider Stacey (?)) en een aangrijpende “Rainy night in Soho”. Er zaten een paar mindere momenten in, die Shane ook meesleurden. “Dirty old town”, “Sickbed of Cuchulainn” en de feestelijke afsluiter “Fiesta!” waren goed geprogrammeerd om de zwakkere plekken op te vangen.
De succesvolle Dranoutereditie kon besloten worden door de drinkemansliederen van een matig tot goede de Pogues. Prosit! CU Next Year!

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

Festival Dranouter 2010: donderdag 5 augustus 2010

Geschreven door

Het lijkt erop dat Dranouter een vierdaags festival is geworden , want op de vooravond was de grote Kayam tent al meteen gevuld om onze Belgische artiesten Absynthe Minded en Gorki aan het werk te zien. 15000 bezoekers noteerde de organisatie. In het festivaltafereel van Dranouter vergeten we de komiek/mentalist Gili (bekend van De Laatste Show) niet. Hij vervangt Friedl’ Lesage, die jaren aan een stuk de optredende groepen aan elkaar praatte. Kort, krachtig, nuchter en ludiek trok hij de aandacht en kondigde hij de artiesten aan, met een vleugje zelfrelativering. De aftrap van het Festival Dranouter is gegeven, die naast de naamsverandering een frisse popwind inslaat, met oog voor (familie) tradities en nieuwigheden (Low Impact Zone, Jesus Miracle Lab, Wedding Chapel, Radio Dranouter live, zweefmolens, theatervoorstellingen, enz …) ,die het festival warmer en aparter maken van de andere grote festivals.

Prédag 5 augustus 2010
James Walsch, spil van Starsailor, mocht na de Australisch sfeervolle indiepop van Expatriate definitief het festival voor geopend verklaren. Hij last een sabbatjaar in en is momenteel op solopad, waarbij hij een duik nam in de vier Starsailor platen, stilstond bij het onovertroffen debuut ‘Love is here’ en een tipje van de sluier liet horen van komend werk. Hij eigende zich een plaatsje toe naast Coldplay, Travis, Elbow, Keane, Air Traffic en het oude Muse. De songs werden bepaald door akoestische gitaar, waarbij de snaren krachtig tokkelden. Alsof Luka Bloom achter de Britse sing/songwriter stond. “Silence is easy” en “Alcoholic” vatten de set aan en werden sober, elegant en emotievol op toetsen gespeeld. Hij wisselde het af met ingetogen, ingehouden songs als “Poor misguided fools”, “Lullaby“ en “The good souls” die middenin en op het eind van het nummer het begeesterende gitaarspel van Walsch benadrukten en zelfs een elektrische swing kregen. “Tell me it’s not over” was directer en toonde de rockkant van Walsch. Het refrein van “4 to the floor” werd luidkeels meegezongen en een paar nieuwe songs hield hij uiterst intiem en innemend. Danig waren we onder de indruk van het duet “In that way”met de Vlaamse artiest van Andes, die het Nederlands perfect op de Engelse vocals van Walsch inpaste. Chique! Meteen het hoogte punt van de set …
Walsch bevestigde als rasecht muzikant en performer; moeiteloos palmde hij z’n publiek in; hij boeide solo enorm en de sober gehouden songs overtuigden!

Abstynthe Minded is ‘hot’ en vanavond was hier het meeste volk voor gekomen. De band rond Bert Ostyn heeft al vier platen uit en is nimmer zo populair als nu. Dik verdiend, want ze leverden één van de beste platen af vorig jaar; de warme, sfeervolle en speelse sound en de gevarieerde aanpak van gevoelige, frisse pop en rootsrock met jazzy-, blues-, swing en Balkan capriolen, gedragen door Ostyns emotievolle melancholische stem, slaan aan.
De band was in topvorm. Begrijpelijk want na de talrijke clubconcerten en hun programmaring op bijna elk festival zorgden voor een goed (af)getrainde, ge-oliede band die hun songs een stevig rockkleedje toestopte, zonder aan emotionaliteit, muzikale subtiliteit, veelzijdigheid en grilligheid in te boeten. Ze grossierden in hun oeuvre. Schitterend hoe de (huidige) singles als “Moodswing baby”, “Papillon”, “Envoi” en “Plane song”de stevige scheut verdroegen en sterk onthaald werden. Of hoe het bezwerende geluid, de Oost-Europese invloeden, de contrabas, viool- en toetsenpartijen en de verrassende wendingen intrigeerden van een “There is nothing”, “People of the pavement”, “Stuck in reverse”, “Dead on my feet” en “I am a fan”. Stevig rockten “Mercury”, Weekend in Bombay” en “Substitute” en op het eind konden we niet omheen de classic “My heroics, part one”. Duidelijk is dat ze nog meer zieltjes hebben gewonnen. Wie nu nog twijfelt omtrent de muzikale kwaliteit van de band …

Tot slot gaf Luc de Vos met Gorki in Dranouter het enige optreden van het jaar. Ook hij kan al terugblikken op een lange carrière en spreekt de kleine, de tiener, de rijpere jeugd en de ouderdomsdekens aan met z’n eenvoudige, mooie meeslepende, broeierige Vlaamstalige gitaarpoprock. Ook hij wist handig in te spelen op het nieuwe Dranouter concept en wou de folktraditie niet aan zich voorbij laten gaan .. .Samen met 2 volleerde accordeonisten, Wim en Didier, kreeg “Billy lag te slapen” en “Beste Bill” de juiste folky injectie, swing en emotie. Eén voor één kwamen de eigen bandleden op het podium om “Beste Bill” verder te zetten in de gekende Gorkipop vs hoempapa. Het gaf de song nogal wat identiteit! Ook middenin de set op “Hij leeft” en “Monstertje”, werkte deze formule aanstekelijk. Voor de rest hoorden we het broeierige, meeslepende materiaal zoals we van Gorki gewend zijn de laatste jaren met “Schaduw in de schemering”, “Joeri”, “Ik doe mee”, “Xtc” en “Stotteraars aller landen” onder de luchtige, vrolijke, melancholische tonen en Devos’stokpaardjes “Sexy bitches” en “Yeah baby”. Het laatste half uur kon de tent volledig uit z’n dak gaan met meezingers van het eerste uur “Anja”, “Lieve kleine piranha”, “Soms vraagt een mens zich af” en het leuke “Veronica komt naar je toe”. Een uitgesponnen, uit volle borst meegezongen, intieme “Mia” (na al die jaren nog steeds beklemmend door het pakkende pianospel) mocht de succesvolle, officiële eerste festivalavond besluiten. ‘Rock’n’roll rules’ volgens de regels en de kunst van Devos … Nog tem in het voorjaar van 2011 zien we hem op solopad …

Ondertussen konden we nog lekker uitwaaien op de de beats’n’pieces van de DJ’s Desperado en Buscemi die de Palace omtoverden in een danstent en de Biertent van de vroegere dagen deed herleven …

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

Festival Dranouter 2010: vrijdag 6 augustus 2010

Geschreven door

De 36 ste editie van het Festival Dranouter was een schot in de roos .. In totaal waren er tijdens de vier dagen 100000 bezoekers. De naamverandering en de bredere muziekprogrammatie binnen het pad van de poprock, waarbij voor het eerst de ‘folk’ werd geschrapt, zal daar wel voor iets tussen hebben gezeten. De nieuwe muzikale koers blijft wel oog hebben voor (familie) tradities en nieuwigheden (Low Impact Zone, Jesus Miracle Lab, Wedding Chapel, Radio Dranouter live). En verder natuurlijk nog de theatervoorstellingen, de kermisattracties van zweefmolens, de kraampjes en de pleintjes in de boerenbuiten van de Westhoek, de nachtelijke taferelen die zich afschilderen tijdens het wandelen tussen het festivalterrein en de parking enz …, maken het festival warmer en aparter van de andere grote festivals. Een prachtig decor en een uiterst genietbaar festival dus met een leuke, ontspannende sfeer en gezelligheid. En niet te vergeten Festival Dranouter is een Green Festival op en top.
Sfeerschepping, gemoedelijkheid en muziek slaan de handen in elkaar; na het startschot op donderdag konden we terecht voor een heuse boeiende afwisseling van acts als Vaya Con Dios, Paolo Conté, Anouk, Tom McRae, Tindersticks, Staff Benda Bilili, Solomon Burke feat. Joss Stone, The Pogues en het éénmalig concert van dEUS, die zorgde dat Dranouter voor het eerst in z’n geschiedenis uitverkocht geraakte met 30000 bezoekers.
En het weer? … afgezien van enkele onweersbuitjes bleef het droog en was het warm.

dag 1: vrijdag 6 augustus 2010
Op de eerste echte festivaldag kwamen ongeveer 28000 bezoekers, die genoten van de zomers zuiderse en feestelijke sounds en van de ‘la douce’ France en Italy van Vaya Con Dios, Paolo Conté en de onderhouden vrouwenpop van Anouk. Een geslaagde combinatie.

De ‘Balkan Banquets’ van het Belgisch/Franse Orchestre International du Vetex zit in de lift. De feestfanfare brengt muzikanten uit Vlaanderen, Wallonië en Noord-Frankrijk van diverse sociale achtergrond samen en biedt een prachtige collecte van trompetten, saxofoon, trombone, klarinet, bugel en sousafoon, en verder accordeon, flute, drums en percussies. Een zwierig geluid geënt op de Oost-Europese traditionele muziek, gypsy, klezmer en polka zorgde voor de juiste toon en sfeer op het festival in Dranouter. Eigen nummers werden afgewisseld met traditionals uit de Balkan. (H)Eerlijk feestelijke muziek hoorden we, af en toe ondersteund door een gemoedelijke Portugees leunende zang. De Balkan pop is en blijft alvast hip door hun inbreng …

Club!in Residence was het Zuiderpershuis in Antwerpen. Ze brachten op vrijdag wereldculturen samen in de Clubstage en konden alvast enkele beloftevolle artiesten strikken waaronder Terrakota en Hindi Zahra die avond.
Terrakota hielden het even feestelijk en zomers met hun Zuiderse geluiden, Afroritmes, opzwepende percussie, dans en de puike man/vrouw samenzang. Hindi Zahra ontpopte zich als een beloftevolle jonge klassemadam. Ze is afkomstig van het Berbervolk in Marokko, heeft Touareg-roots en opereert vanuit Parijs. Ze stelde haar debuut ‘Handmade’ voor, een soort fusion van pop, folk, soul, blues, jazz en flamenco met Oosterse, Marokkaanse rootsmuziek, zonder echt wereldmuziek te zijn. In sommige nummers is er de link met de hypnotiserende retro/world/woestijnblues van Tinariwen, ook Toeareg nomaden, maar dan van Mali. Ze wisselde haar meeslepende, aanstekelijke heupwiegende poplounge af met enkele aanstekelijke knallers als “Stand-up”, die alle stijlen samenbracht en, ondanks haar ziekjes-voelen, een schitterend staartje gaf aan haar gevarieerde set. Ook Baloji was hier vanavond te zien die op z’n soloplaten een zoektocht maakt naar de Afro-Europese identiteit en op de recentste plaat ‘Kinshasa Succersale’ een cru en klaar beeld schept over z’n roots in Congo.

De muzikale smeltkroes van het uit LA opererende Fool’s Gold is nog maar bitter weinig gekend en wie ze zag, was toch onder de indruk van de verwevenheid Westerse pop, intrigerende, tintelende gitaarakkoorden vs Afrikaanse, Oosterse, Indiase aanstekelijke ritmes en melodieën. Hun world beat pop werd af en toe zelfs in het Hebreeuws gezongen door de Israeli roots. De muzikale veelkeurigheid werd opgezweept en gedragen door de drums, percussie, synths, blazers, de gitaarpedaaleffects en de indringende zang. Middenin zakte het tempo evenwel, wat de dromerige kant van de band beklemtoonde. Een bezwerende trance danstrip zoals bij Hindi Zahra, met een knipoog naar Tinariwen …

Het Belgische The Antler King in de Kring hield het publiek in z’n greep met hun gevarieerde sound van ingehouden laidback en poprock. Broeierige pop waarbij het kwintet af en toe enkele akoestische momenten inschakelde. ... ‘a cold summerbreeze wraps itself around your shoulders‘… Mooi toch voor zo’n band op het festival ...

De feestelijke stampers maakten plaats voor een ‘du vin – du pain’ avondje met de jazzy crooner ‘douce’ sound van Vaya Con Dios en Paolo Conté in de Kayam tent.
Vaya Con Dios is gecentraliseerd rond Dani Klein, inmiddels 55 geworden. Ze is back en gaf een eerste teken van leven in 2004, maar het is vooral nu dat ze terug in de spotlights staat met de recente cd ‘Comme on est venu’. De plaat, nota bene geproduceerd door haar zoon, koppelt de vroegere Latijns-Amerikaanse sound aan de muzikale leefwereld van Piaf, Brel, Adamo, Gainsbourg en Arno. Een uiterst sfeervolle plaat van het Franse chanson, pop, jazz en soul. Ze slaagde er met haar uitgebreide band in de Kayam tent om te vormen tot een rokerige nachtkroeg. De oude hits “Puerto rico”, “Heading for a fall”, “What’s a woman …” en “Hey nah neh nah” werden in een aangepast kleedje gestopt, kregen een gepaste lichte heupwiegende swing en regen de set aaneen met het nieuwe werk, “Les voiliers sauvages”, “Suffisant d’y croire”, “Le pauvre diable” en de titelsong Comme on est venu”. Ook de andere Engelstalige songs boeiden, “Ain’t no love”, “Lay your hands” en “Get to you” … danspasjes werden op ongedwongen wijze gemaakt. Kijk, na de tournee in de talrijke CC zijn we er nu nog meer van overtuigd dat Dani Klein in één adem op te noemen is met die andere meertalige chansonnière Jo Lemaire; twee perfecte ambassadrices …

Paolo Conté klonk met een glaasje wijn. De ruim 70 jarige nors kijkende, rechtvaardige rechter, zanger/componist en tekstschrijver van liedjes voor andere artiesten en later voor zichzelf, gaf met treurige, melancholische songs en z’n grauwe zegzang en korrelige gebroken stem een aparte charme aan het festival; net als bij Vaya Con Dios kwamen de songs het best tot hun recht in de rokerige nachtkroegen, voor deze gelegenheid de Kayam-tent. De man heeft al een lange carrière achter de rug en brak definitief door met het in ’90 verschenen ‘Parole d’amore scritte a machina’. Samen met een jazzbalorkest van blazers, strijkers en piano hoorden we innemend sfeervol materiaal van “Impermeabli”, “Diavolo roses”, “Max” en “Comédie”, met een zalvende, subtiele, fijne klankkleur, én die af en toe een huppelend ritme kende

Van een andere orde was Anouk, die op de eerste avond een nokvolle Kayam tent lokte. Tja, in het nieuw ingeslagen pad van de organisatie kan de Nederlandse dame worden ingepast, na vroegere concerten op Rock Werchter, T/W Classic, Suikerrock enz … was ze vanavond hier voor het enige zomerconcert in België. De refreinen van haar hitsende en ingetogen emo vrouwenpop als “In this world”, “Modern world”, “Are U kidding me”, “Nobody’s wife” en “Girl Girl” en op het verzoek gevraagde “Michelle” werden luidkeels meegezongen. Onschuldige Poprock die elan had door de blazers en toetsen, de backing vocalistes en de onovertroffen Pamela Anderson uitstraling. “Good God” dachten we, toen ze op het Festival Dranouter kwam, én nét die song besloot (qua opkomst) succesvol de avond …

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

Festival Dranouter 2010: zaterdag 7 augustus 2010

Geschreven door

Op dag 3 kwam de klemtoon op het rockluik. Vandaag geraakte het festival uitverkocht voor de eerste keer in z’n 36e editie. 30000 bezoekers … en daar zal het éénmalig optreden van dEUS wel voor iets tussen hebben gezeten.

De scharen waren al vlijmscherp toen Meuris het festival opende in de Kayam. Hij trok de voorbije maanden in het clubcircuit om geselecteerde songs van Noordkaap en Monza het nieuwe decennium in aangepaste, frisse, pittig versies te spelen, wat het album ‘Spectrum’ opleverde. Een ‘director’s cut’ heet dat volgens Meuris. En inderdaad, een goed op elkaar afgestemde band gaf het materiaal een stevige injectie, de toetsen klonken goed door en Meuris beleefde een nieuwe jeugd als zanger en performer. Broeierig en slepend krachtvoer speelden ze met “Panamarenko”, “Gigant”, “Druk in Leuven”, “Een heel klein beetje oorlog”, “Wat een fijne dag/het zou niet mogen zijn”en “Hoopvol”. Op “Satelliet Suzy” kon band als publiek even op adem komen. Tot slot werd Will Tura in de bloemetjes gezet met de versie van “Arme Joe” die een leuke synthtune kreeg op z’n Editors “Papillon”.

De sfeervolle, ingehouden rootsrock van Joan Wasser aka Joan as Policewoman klonk flets in de te hoog gegrepen Kayam tent. Begin volgend jaar verschijnt een nieuwe cd en daarvan kregen we enkele nummers van te horen waaronder het rustig voortkabbelende “Flash” en het heupwiegende “The magic”. Ook Public Enemy’s “She watch Channel Zero” dompelde ze onder in een laidbackversion. De songs worden bepaald door een semi –akoestische gitaar, piano/toetsen en een spaarzame drums, naast haar indringende, emotievolle stem. Maar haar innemende droompop beschikt ook over te weinig ‘jus’ na haar debuut om de aandacht van het publiek te houden. Het waren vooral de aanstekelijke en gevoelige oudjes van ‘Real life’ als “Eternal flame”, “Save me” en de titelsong van haar debuut die konden prikkelen. Het lijkt erop dat JAPW een stille dood tegemoet gaat, ondanks de enthousiaste ingesteldheid. Benieuwd dus wat die nieuwe plaat zal zijn in z’n totaliteit …

Blij dat we dan op zo’n moment Electric Celi konden zien, één van de komende bands binnen de traditionele scène in Ierland. De groep gaf het materiaal een uptempo swing door gitaar,toetsen, flutes en viool. Aangenaam, ontspannend, leuk en kleurrijk!

De Engelse sing/songwriter Tom McRae mag al tien jaar worstelen met droefgeestige songs, steeds weet hij te boeien, door de gevarieerde inbreng en de gigs al of niet met band. Op het recente ‘The alfabet of hurricane’ priemden de zonnestralen door. Eerder overtuigde hij al in het clubcircuit en ook vanavond kon hij veel meer dan JAPW het publiek houden. Hij ontpopte zich als een charismatische zanger, en ontlaadde de spanning door z’n weemoedige muziek enkele bezwerende en opzwepende stroomstoten te geven. Een sterke band ondersteunde hem. “Me and Stenton”, “End of the world news” stonden naast “I still loves you”, “A & B song” en de absolute kraker “Boy with the bubblegum”, die venijn in de staart had. Deprimerende songs die lieflijk, dromerig, aangrijpend als uitgelaten en dynamisch klonken. We kregen het allemaal. Zo zie je maar tot wat dit talent in staat was …

In afwachting dat Tindersticks kon postvatten, dwarrelde troubadour Harper Simon op de Mainstage rond. Vliegtuigproblemen gooide voor beiden roet in het eten: Tindersticks die een deel van hun materiaal miste in Zavemtem en Simon die er in de namiddag niet geraakte. Harper is nog niet zo bekend als z’n papa Paul, maar vuurde toch enkele bedwelmende akoestische gitaarliedjes op ons af. Een half uur lang konden we fijne songs horen van z’n pas verschenen debuut.

Tindersticks luidde hun reünie een paar jaar terug in met ‘The hungry saw’. ‘Falling down a mountain’ is de opvolger en Tindersticks klinkt nog als Tindersticks van in z’n eerste dagen – sfeervolle, romantische, melancholische (k)luisterpop, onder de typische ‘crooner’, raspende, zalvende stem van Stuart Stapels. De Tindersticks nummers blijven gedrenkt in smachtende soul en retro en krijgen diepgang en kleur door de toevoeging van piano, toetsen, blazers, xylo en strijkers.
Soms is de getormenteerde zielenpop wat zwaar om te dragen; we waren dus verheugd dat er zowel op plaat als live oog is voor een Cave-iaans krachtiger aanpak als op “Harmony around my table” en “Black smoke”. Spijtig genoeg hebben ze door de problemen de set moeten verkorten, waardoor de extravertie onvoldoende kon uitgespeeld worden. Een tweede kans is hen zeker gegund …

Een andere exclusiviteit op Dranouter was de programmering van dEUS. In de nieuwe optiek van het festival was het éénmalig concert dat dEUS dit jaar (buiten de ‘last instant’ in OLT Rivierenhof) alvast de kers op de taart voor de organisatie. In afwachting van de nieuwe cd die volgend jaar komt te verschijnen, zijn er een paar muzikale trainingen in Europa. Op Pukkelpop 2009 concerteerden ze nog voor 2 gigs en hoorden we al twee nieuwe nummers. Vandaag werd er 1tje toegevoegd “Second nature”, die middenin de set was en een doorsnee dEUS song was met een broeierig sfeervolle opbouw. Verder speelden ze net als Meuris een messcherpe set. Ontspannen, goedgeluimd maar uiterst beheerst en geconcentreerd ging het kwintet te werk. Sterk op elkaar ingespeeld kon elk wel z’n eigen ding doen, Janzoons op viool/xylo maar vooral op toetsen, die een meer prominente rol innamen en Mauro door z’n prikkelende gitaarwendingen en z’n raspende, schreeuwende backingvocals.
We stonden tegen elkaar gedrumd op openers “Little aritmetics die naar het einde explodeerde, een funky en dansbare “Fell of the floor, man” en een rockende “The architect”. Het gaspedaal werd met o.a. “Real sugar” en “Nothing really ends” niet steeds even fel ingedrukt. De sobere maar strakke lightshow zorgde voor bijkomende sfeerschepping. Na een snedige “Slow” en het meeslepende “Favourite game” konden we ons hartje ophalen op een uitmuntende heftige “Theme from Turnpike”. En ze hielden het tempo strak, na dit nummer met “Bad timing” en “Don’t get what you want”. Tot slot kon een uitgesponnen en afwisselende versie van “Roses” niet ontbreken om iedereen mee te krijgen. En ze hadden er zin in om de bedreven set nog meer elan te geven: een op Mauro’s lijf geschreven “Mortichair”, “Suds & soda” en een intieme “Serpentine” kon de pittige, sierlijke set definitief besluiten. Geen “Hotellounge”, maar dat hoefde ook niet meer na wat dEUS ons had voorgeschoteld. In dat jaartje toonden ze aan dat ze niet hebben stilgezeten in hun ‘Vantage Point studio’s’ …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

Pagina 729 van 880