logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

frank_carter_an...
frank_carter_an...

FeestinhetPark 2010: zondag 15 augustus 2010

Op de afsluitende (hoog) dag sloop de poprock van vandaag meer door en stond de Belgische crème van Absynthe Minded en Admiral Freebee geprogrammeerd. Beiden hadden vorig jaar een nieuwe plaat uit om U tegen te zeggen en lokten veel geïnteresseerden.

dag 3: zaterdag 15 augustus 2010

Een ietwat vreemde eend in de bijt was Mad Caddies, na Mintzkov en vóór Absynthe Minded op de Mainstage. Dit Californische zestal onder contract bij het gekende Fat Wreck Records zagen we de voorbije jaren vooral op Groezrock en Pukkelpop mooie dingen doen waarvan frontman Chuck Roberson het uithangbord is. Met de traditionele blazerssectie (trompet/trombone) en de aanstekelijke ska, overgoten met punk en een reggaesausje, slagen ze er keer op keer in het publiek voor zich te winnen.Voor velen was dit de ontdekking van het weekend hoewel ze al een dikke 10 jaar ‘on the road’ zijn. Het gezellige geluid en de gedrevenheid zijn het handelsmerk van de band en aan de reacties te zien had ook Oudenaarde met volle teugen genoten; iedereen feestte mee! Tip: Volgend jaar the Mighty Mighty Bosstones of Voodoo Glow Skulls graag.

De ooit zeer populaire zwarte rockers Living Colour (Charlatan) konden op weinig belangstelling rekenen. Hun excellente en aanstekelijke potpourri van rock, metal, electronica, funk en soul verdiende nochtans meer. De band olv gitaarvirtuoos Vernon Reid was één van de pioniers van de cross-over eind jaren '80 en begin jaren '90, samen met oa. Faith no More, Fishbone, Urban Dance Squad, Primus, Rage against the Machine en the Red Hot Chili Peppers. Op FihP brachten ze vooral materiaal van hun eerste drie langspelers, ‘Vivid’, ‘Time’s up’ en ‘Stain’, nog steeds hun sterkste wapenfeiten. De knappe en tijdloze songs “Cult of personality”, “Love rears its ugly head”, “Pride”, “Funny vibe”, “Middle man” en “Bi” klonken overtuigend maar misten het nodige enthousiasme om de vonk te doen overslaan op het tamme en ongeïnteresseerde publiek. Van hun laatste, niet bepaald denderende album ‘Chair in the doorway’ werd enkel het rockende “Decadence” gespeeld. Een overbodige drumsolo van William Calhoun deed daar ook niet veel goed aan. De gitaarsolo van bassist (!) Doug Wimbish daarentegen werd kort gehouden en was wel te smaken. Deze klasbakken brachten muzikaal een sterke set maar konden de toeschouwers niet bekoren. Spijtig, maar wij geven deze legendes nog een kans.

Absynthe Minded (Grand Mix) stonden garant voor een degelijke en puike performance zonder grote verrassingen. De smeuïge en uitgebalanceerde cocktail van rock, pop, indie, jazz, folk en zigeunermuziek liet een positieve indruk na. Bert Ostyn en kornuiten waren in bloedvorm en speelden een frisse en gedreven optreden waarbij een mooie bloemlezing werd gebracht uit de vier langspelers. Op de playlist stond de classic “My heroics, part one”, het rockende “Plane song”, het intieme “Moodswing baby” en het nog steeds overrompelende “I am a fan”. Verder konden we genieten van het jachtige “Weekend in Bombay”, het onstuimige “Dead on my feet”, het poppy “Papillon” en het ingetogen “I like you when you're sad”. Afsluiter was “Envoi” dat door velen luidkeels werd meegezongen en voor de definitieve doorbraak zorgde bij het grote publiek. De warme, rijkgeschakeerde songs gezegend met prachtige melodieën en vaak onverwachte wendingen behielden hun eigen karakter en waren vakwerk. De groep was een goed geoliede machine. Deze jongens hebben het en waren één van uitschieters van deze editie van FihP … Keep the good work up Boys!

Het Deense The Raveonettes verwenden de huidige generatie shoegaze fans en speelden een krachtige set, wat we niet direct hadden verwacht, gezien de laatste cd’s overwegend een rustige sfeer uitstralen. Hun ‘60s rock’n’roll stijl, dito gitaargetokkel en zweverige samenzang van Sune Rose Wagner (zang/gitaar) en de bevallige Sharin Foo (bas/zang), werd pittig gekruid door ‘80s wave, pedaaleffects en fuzz, wat meteen de aandacht trok We hoorden een fijne afwisseling uit de vier cd’s en met “The great love sound” en “Break up, girls” een sterke finale had …

In de Igloo tent was het Antwerpse drum’'n’bass genie Netsky inmiddels aan z'n set begonnen. Het was drummen om binnen te geraken want de tent zat afgeladen vol. Netsky aka Boris Daenen is werldwijd ‘the rising star’ in het milieu en dat vertaalde zich onlangs in een platencontract bij Hospital Records, waar zijn debuutplaat begin deze zomer verscheen. De DJ/producer werd ook genomineerd als 'best upcoming producer' op de Drum'n’bass arena awards. De catchy beats knalden uit de speakers en het jonge volkje ging volledig loos op de knallende bassen; voor de afwezigen volgende week herkansing op Pukkelpop. Ook in hiphopmiddens wordt z'n naam genoemd als producer want het gerucht doet de ronde dat hij met een 'grote' naam bezig is...De jonge knaap etaleerde z'n draaikunsten en deed met z'n eigen sound de Igloo bijna smelten.

Admiral Freebee werd aangekondigd als de afsluiter van FihP 2010. Tom Van Laere en de zijnen hadden er zin in, de 'honger' om hier alles omver te blazen droop er vanaf ...Voor de verandering had hij bij de lancering van z'n nieuwe plaat 'The honey and the knife” ook live weer een blik nieuwe muzikanten opengetrokken.De bekendste ervan was Flip Kowlier, die als een bezetene op z'n basgitaar tokkelde.Ook de andere bandleden stonden op scherp en gingen volop mee in de ‘flow’, en zelfs één van de gitaristen speelde met 2 gebroken ribben. Van Laere was weer z'n eigengereide zelve en hield het tempo hoog en varieerde volop met ingetogen werk “Faithfull to the night” om dan even later terug het gaspedaal in te duwen -“Ever present”... Dylan en Young waren nooit veraf.
De teugels bleven strak gespannen en we kregen sublieme vertolkingen van “Lucky one” en “Allways on the run”. Het publiek genoot en de charismatische Admiraal straalde, slechts af en toe prevelde hij enkel woorden tussen de songs maar al even snel werd de volgende riff ingezet. Krakers als “Einstein brain” en het hevig rockende “Oh darkness” gaven FihP het ultieme orgelpunt!

Organisatie: FihP, Oudenaarde

 

Beirut

Beirut: onderhouden Balkanfeestje

Geschreven door

Beirut, rond de talentvolle singer/songwriter Zach Condon uit Albuquerque, New Mexico, debuteerde in 2007 en bracht op een goed jaar tijd twee belangvolle cd’s uit ‘Gulag Orkestar’ en ‘The flying club cup’. Met een zevenkoppige band slaagt de charismatische Zach erin verschillende culturen samen te brengen van Balkan, zigeunerpop, wereldse ritmes en melodieën, indiefolk, americana en pop, gedragen door z’n melancholisch zweverige, dwarrelende stem, die nauw durft te leunen aan Jeff Buckley.
Vorig jaar verscheen dan de dubbele EP ‘March of the Zapotec’, die door de blazersectie de zigeunerBalkan richting hoempapa trapte en ‘Realpeople Holland’, die elektronica uitstapjes introduceerde. De plaat prikkelde minder en werd matig ontvangen. De heren werken aan nieuwe songs, voor een groot deel in Mexico opgenomen als inspirerende trigger; In het pittoreske Rivierenhof konden we er al iets van horen.
En Zach heeft alvast iets met Frankrijk, luister maar naar de talrijke verwijzingen aan Franse chansonniers (Charles Aznavour, Françoise Hardy en ons eigen Jacques Brel). Hij loofde alvast onze J. Brel, neuriede “Marieke”en hield met z’n band van ‘the Belgian beers’.

De band moet over een garde hondstrouwe fans beschikken, want het optreden was al vroeg uitverkocht en het bekendste materiaal is al ruim twee jaar oud en. De concerten van Beirut hebben een sympathieke, subtiele rommeligheid en chaos; ook vanavond leek het er niet beter op … het is altijd een oefenronde om alle instrumenten en melodieën op elkaar afgestemd te krijgen. Het onderhouden, beheerste spel klinkt heerlijk, ontspannend, dromerig, fris en uitgelaten. Beirut balanceerde tussen zwier, melancholie en ontroering. Het balorkest met z’n orkestleider had een breed assortiment aan blazers (trompetten, trombone, tuba, …), gitaren (akoestische gitaar, ukelele, mandoline en banjo), accordeon, piano, toetsen, (contra) bas en drums mee, riep beelden op van een tuinfeest en refereerde nauw aan Kaizers Orkestra, Goran Bregovic, de ‘Balkan Banquets’ van Orchestra Vetex en Les Negresses Vertes.
Binnen de noemer van hun Balkan pop trokken ze een wolkendek op in het zalvende “The concubine” en het meeslepende “Elephant gun”, gingen we prat op de aanstekelijke ritmes van “Nantes” en het ingetogen ”The shrew”, waarop zelfs een tapdansje van af kon.
Maar overwegend hoorden we doorsnee evenwichtige Balkanpop met sfeervolle en huppelende ritmes, waaronder  “Scenic world”, “Cherbourg”, “Sunday smile” en nieuwkomers “East Harlem” (gevoelige pianotune!) en de afsluitende “Untitled/closing song”. “Postcards from Italy” sierde door het trompetgeschal. En spaghetti western fragmenten waren niet vreemd op “The akara” en het instrumentale “Cocek”.
In de bis prikkelden en klonken de Sergio Leone tunes enthousiaster. Op een nummer als “Carousels” was de band duidelijk op dreef want ook “Mt. Wroclai” en “Gulag Orkestar” overtuigden sterk door de zwierige aanpak. Onder de indruk waren we tot slot van het broeierige “Penalty”, dat eerst solo werd ingezet op ukelele.

Op het Beirut-feestje ontbraken enkel de zigeuners van ‘la vie & la lumière’ nog om het blazergarnizoen en de hoempapa krachtig door te trekken, wat maakte dat het vanavond wat onderhouden bleef …

Ook de support, het uit Oxford afkomstige Stornoway, was hier op z’n plaats met hun onschuldige neo-romantische folkpop. Het dromerige, pakkende materiaal, gedragen door de heldere vocale pracht van zanger/tekstschrijver Brian Biggs en de meerstemmige backing vocals, waanden ons niet in het Rivierenhof, maar in een verlicht binnenhof van een goed versterkte burcht als in Bouillon: kaarsjes en lampjes zijn de sfeermakers. Tja, niet voor niks klinkt de Britfolk van Fairport Convention en Steeleye Span door, en voelen we de adem van  de fijne, subtiele, beeldschone pop van James en Belle & Sebastian. Stornoway plaveit zich een weg tussen The Decemberists, The Unthanks en Megafaun. En onderhuids is er de sfeervolle country inslag van Fleet Foxes en Mumford & Sons. Hun boeiende, hemelse, lieflijke luistertrip vormde het ideale aperitiefconcert en nodigde uit voor een avondje keuvelen en mijmeren aan het kampvuur. Op die manier waren ze een geslaagde opener, met songs als “The coldharbour road”, “Boats & trains”, “Here comes the blackout”, “Watching bars”, “I saw you blink” en een stevige “On the rocks”; En met “Zoring” speelden ze de meest belangvolle song van de plaat ‘Beachcomber’s windowmill’.

Organisatie: OLT Rivierenhof, Deurne (ism Arenberg, Antwerpen)

Mystery Jets

Serotonin

Geschreven door

In de jaren ’80 had Rod Stewart een hit met “Some guys have all the luck” en drie decennia later heeft deze oude rocker nog steeds gelijk want deze vijftallige band uit London heeft middelen die andere bands niet echt hebben.
Zo werd hun debuut ‘Making den’ uitgeroepen door de Britse pers als het beste van het beste, konden ze op hun tweede cd Stephen Street (inderdaad van The Smiths) als producer aantrekken en op deze ‘Serotonin’ konden ze ene Chris Thomas achter de knoppen krijgen.
Het is misschien een naam die u niet veel zegt maar deze mensen werkte wel mee aan de witte van The Beatles en ‘Never mind the bollocks’ van Sex Pistols, dit maar om u te zeggen dat er op geen cent gekeken werd om deze Mystery Jets op de hoogste verdieping van de Britpoppodia te krijgen.
Ook al worden ze vaak gezien als de Britse tegenhanger van Arcade Fire (omwille van dat progrocksfeertje) toch hoor je ontegensprekelijk die Britse samenzang die (en daar zal die Thomas wel voor iets tussen zitten) een knipoog maakt naar Lennon en McCartney.
Een mens die graag kritiek spuwt, zal het hebben over een groepje dat over het paard getild is en degene die alles met de mantel der liefde bedekt zal het hebben over een uiterst fijn plaatje, aan u de keus!

Info
www.myspace.com/mysteryjets

Isobel Campbell & Mark Lanegan

Hawk

Geschreven door

Ook al leek het een onmogelijke samenwerking werd ‘Ballad of the broken seas’ één van de mooiste platen van de afgelopen jaren,  krijgen de twee er blijkbaar maar niet genoeg van want ‘Hawk’ is ondertussen de derde in het rijtje geworden ook al lijkt er stilletjesaan routine in het spel geslopen te zijn.
Niet in het minst door Mark, zuiplap eerste klas, die twee nummers liet inzingen door Willy Mason.
De voormalige celliste van Belle & Sebastian mag dan wel verantwoordelijk zijn voor het schrijven van de nummers toch wordt zij vocaal volledig op de achtergrond geduwd.
Ook al is ‘Hawk’ in zijn geheel een meer dan geslaagde cd te noemen blijft het toch een onsamenhangend zooitje want het lijkt er sterk op dat iedere nummer diende als een soort van  try out. “Come undone” mag dan als twee druppels water lijken op Axelle Red (we zweren het op onze onschuldige zieltjes !) toch is dit wellicht hun Gainsbourg/Birkin-moment, terwijl een nummer als “Got behind me” Lanegan al de mogelijkheden heeft om hier als fervent bluesperformer uit de hoek te komen (op deze cd vindt je trouwens ook een cover van “No place to fall” van Townes Van Zandt). Titelttrack “Hawk” is een kakafonische poging om de soulkwaliteiten van Booker T & The MG’s te evenaren, en eigenlijk zouden we wel iets over elk nummer kunnen neerpennen en hierbij steeds refereren naar iets verschillends.
Of het liedje tussen de twee nog lang zal duren is maar de vraag (het zal wel van de rinkelende kassa afhangen) maar tot dusver werpt de samenwerking nog steeds zijn vruchten af ook al blijft de vinger gevaarlijk dicht in de buurt van de alarmbel.

Cha Cha

We are Cha Cha

Geschreven door
Wat hebben sommige mensen toch een slechte smaak als het op ontwerpen van cdhoezen aankomt want zeg nu zelf, een afgrijselijke parasol zet nu niet meteen aan tot verkoop. En toch beschrijft het ook ergens het zomers gevoel dat deze nieuwe groep uit Londen probeert te veroorzaken met hun zonnige indiepopsongjes die overduidelijk hun oorsprong gevonden hebben in Britpopvoorbeelden als Blur, Spearmint of voor wie het zich nog kan herinneren : The Supernaturals maar desalniettemin de grootste azijnpissers op een dansvloer kunnen krijgen.

Toch vooraleer we volop met bloemen gaan gooien : Cha Cha is een doodsleuke groep waarbij zanger Blain McGuigan perfect het concept van een ideale 3 minuten popsong begrepen heeft ook al doen ze dat met ingrediënten die talrijke bands op hun recept reeds hebben staan. Toch uitchecken, Britpopfans!

Info www.myspace.com/wearechacha

Two Door Cinema Club

Tourist History

Geschreven door

Tien fijne indiepopsongs horen we op het debuut van het Noordierse tienertrio Two door cinema club. Het is een korte, frisse en krachtige plaat van zo’n kleine dertig minuten en dan weet je onderhand wel dat ze vaardig en kernachtig moeten zijn. De springerige gitaarsongs zitten knap in elkaar, hebben opbouwende, aanstekelijke melodielijnen en meezingbare of neuriënde refreinen.
Ze vormen een eenheid, op zich een beetje voorspelbaar, maar lief, ongevaarlijk en dansbaar, gedragen door de jonge, hoge, dromerige stem van zanger Alex Trimble. Synths en beats spreken de dansspieren aan en een gillende gitaarpartij kan er mooi tussenin verweven zijn. Tja, deze jonge band heeft hét wel, en bezit de drive en potentie om net als kompaan Delphic een blijvertje te worden.
Een pak leuke songs passeren de revue, van openers “Come back home”, “Do you want it all”, “This is the life” naar “Something good can work”, “I can talk” tot “Under cover Martyn” en ”You’re not stubborn”.

Bikinians

Rhinocirrhosis EP

Geschreven door

Even aankloppen bij onze Brusselse vrienden? Inderdaad, naast Lucy! Lucy! is er ook de ‘explosive’ rock van Bikinians, een kwartet rond de broers Lontie. Intens broeierige rock die refereert aan de directe stijl van het oude Supergrass. Ze zijn toe aan hun tweede EP ‘Rhinocirrhosis’, waarop vier songs staan die in dezelfde lijn liggen en toch even onze aandacht trekken. Alvast een leuke ontdekking, die het verdient airplay te krijgen in Vlaanderen.

Pony Pony Run Run

You need Pony Pony Run Run

Geschreven door

Het Franse trio Gaëtan en Amaël Réchinkê Ky-Huong en Antonin Pierre hebben voor hun ‘eenvoudige’ electrorock een éénzelfde groepsnaam weggelegd. Zij putten schaamteloos uit de ‘80s electro en geven er een catchy, frisse rocktune aan. Praktisch alle songs klinken hetzelfde, waardoor het wat eenheidsworst wordt, maar het blijft leuk en ontspannend door een opzwepende, zwierige melodie. De heldere, indringende zang overtuigt. “Out of control”, “Hey you” en “Walking on a line” zetten de toon van deze (h)eerlijke, onschuldige electropop. Enkel op “Love veritable” wordt wat gas teruggenomen.
De jonge Franse band uit Nantes ondernam geen risico’s op deze ‘college’ electrorock. Meer variaties had het debuut deugd gedaan … Maar in de remixes horen we alvast enkele toffe bewerkingen, waardoor er live wel iets te rapen valt …

Festival Dranouter 2010: zondag 8 augustus 2010

Geschreven door

De afsluitende familiedag in Dranouter kon opnieuw rekenen op heel wat belangstelling. 27000 mensen konden genieten van een afwisselende, kleurrijke programmering van pop, soul, afro en folk, waarbij Solomon Burke feat. Joss Stone een set buiten categorie speelden …

Maar er viel al een volle Kayam tent te noteren tijdens het vieruutje van het festival, want Daan, één van de meest geboekte Belgische artiesten tijdens de festivalzomer, gaf een wervelende synthpop en rootsrock setje. Sinds de cd ‘Manhay’ verscheen, vernoemd naar het Waalse dorpje, waar hij frisse lucht opsnoof om inspiratie op te doen, is hij met z’n band onophoudelijk ‘on tour’ en kreeg hij terecht 4 awards mee van de MIA’s 2009. Een ‘new face’ en ‘sound’ presenteerde hij. De band was erg goed op elkaar ingespeeld en na kleppers “Exes”, “Crawling from the wreck” en “Icon” van de laatste cd, speelde de James Dean lookalike een reeks aanstekelijke, dansbare instant klassiekers, refererend aan de eighties als “The player”, “Addicted (to love)”, “Eternity”, “Victory”, “Sweet designer drugs” en het obligate “Housewife”; de gitaren, drums en synths klonken fors door en de leden hotsten heen en weer op het podium, wat aanstekelijk werkte op de dansspieren. De hitmachine Daan was op hol geslagen. De tent stond al vroeg in de namiddag op z’n kop … Moest er nog ‘Daan’ zijn?!

Van het intieme Isbells hebben we maar een glimp kunnen zien … én ze hebben er eigenlijk zelf voor gezorgd, want wat hebben we als bezoeker en fan gevloekt op het gezelschap! De overdreven, enerverende soundcheck van ‘iets hoger’, ‘iets lager’ liep ruim 20 minuten uit, waardoor we enkel de breekbare songs “BB Chevelle”, “Without a doubt” en “Reunite” konden horen. De doorbraaksingle “As long as it takes” zal wel iets verderop gezeten hebben. Het project van Gaëtan Vandewoude is een Belgisch unicum binnen de alt.country/americana, folk en sing/songwriting en brengt een ganse ‘wave’ op gang, waaronder we ook Amatorski kunnen rekenen. Naast een instrumentarium van akoestisch ingehouden gitaren, een licht en sobere elektrische gitaar, mandoline, steelpedal, toetsen en spaarzame jambee-tics, gaat de aandacht naar het stemgenre en –timbre van zachte, zalvende, meerstemmige en hemelse vocals, aangevuld met obligate ‘oohoohs’ en ‘hoohoos’. Pareltjes van songs in een herfstig decor, dromerig en beklijvend allemaal, maar hun eigen stomme stoorzender soundcheck verbrodde het unieke sfeertje van de intimiteit … Isbells, aub, blijf je leest!

De perfecte sensuele tongkus kregen we van het Franse Nouvelle Vague die uitpakten met een keuze van bekend en minder bekend werk van ‘80’s (punk) pop en new wave classics. De coversongs hebben een zwoele, groovy ondertoon en krijgen leuke, frisse, knappe en creatieve impulsen. Het geheel klinkt bevreemdend, sensueel en romantisch, bepaald door de vocals van twee charmante zangeressen, die in navolging van de Cocorosie dames een prominente rol innemen. Met hun broeierige, fluisterende sexy stemmen en verleidelijke danspasjes kregen we een de ideale cocktailparty van ‘Was het nu ’70 of ’80’ - catalogus voorgeschoteld, waaronder “Master & servant”, “Ever fallen in love”, “The guns of Brixton”, “Dancing with myself”, “Making plans for Nigel”, “Blister in the sun” en “I just can’t get enough”. Waverocken konden we met de obscure single “Dance with me” (van Lords of the new church) en de afsluitende pakkende en opbouwende “Love will tear us apart” van Joy Division, waarbij iedereen meeklapte en het refrein meezong. Meer dan noemenswaard was de duivelse versie van Bauhaus “Bela Lugosi’s dead” en de Dead Kennedy’s klassieker “Too drunk to(o) fuck”, die veel aan de verbeelding overliet …

Minder vaart liep het bij Hope Sandoval & The Warm Inventions. De intimistische, broeierige, dreunende pop is een stijl apart. We weten onderhand wel dat Hope Sandoval niet de meest ‘happy’ muziek maakt. Na haar werk met de Mazzy Star en het gezinsleven, was ze sporadisch nog te horen als guestvocaliste; ze heeft met de nieuw geformeerde band twee platen uit, die in het verlengde liggen van haar vroegere band. Traag slepende melodieën, repeterende, dreunende tunes hebben een donkere ondertoon en bepalen samen met haar hemels dreigende stem de sfeer. Het sober ingehouden materiaal, spaarzaam begeleid, kreeg warmte door de haar bespeelde toetsen en xylo. Een beklemmend sfeertje, waarvan de dramatiek aan het hart van het publiek sloeg. Daarenboven is ze niet de meest praatlustige lady en was er de koele uitstraling en statische opstelling van de band, waardoor de finesse en subtiliteit van haar songmateriaal wat aan het publiek voorbij ging …

Een totaal ander sfeertje snoven we op bij het Congolese Staff Benda Bilili. Hun muziek zit binnen de afroworld van Congolese rumba, soukous, reggae en funk. We hadden nog niet alles gezien na Amadou & Mariam, Tinariwen en Toumani Diabéke, me dunkt, want de kern van de band, 4 polio-patiënten, zanger-gitaristen, die, alhoewel ze aan hun rolstoel gekluisterd zijn, in een funkende James Brown stijl letterlijk freewheelden op het podium, bijgestaan door een heuse ritmesectie. Intrigerende, opzwepende, dansbare nummers, ongelofelijk knap in elkaar gestoken door de afwisselende en door elkaar lopende stijlen. De vier heren ‘in a wheelchair’ zorgden voor een leuk feestje, dat niks anders dan respect afdwong van.

Peggy Sue uit Brighton … We zagen ze nog als support van Archie Bronson Outfit tijdens Les Nuits Bota 2010; ze spelen dramatiek met een rauw randje en hellen daarmee over naar de vrouwelijke songwriterpop van Feist, Cat Power en Joan as Policewoman, houden van de dromerige folkpop van Indigo Girls en Tegan & Sara en durven wel eens in de richting gaan van de ruwe bolsterrock van Sleater-Kinney en van de begindagen van PJ Harvey …. Zachte strelingen en ruwe partijen dus …

Maar niks op het ganse festivalweekend kon tippen aan de zalige muziek van Solomon Burke – Joss Stone, of beter gezegd Solomon Burke & The Soul Alive Orchestra with Joss Stone. De twee grootheden vonden elkaar en trekken voor een paar concerten op tournee. En wie erbij was keek en luisterde ernaar … Solomon Burke, een man van formaat, letterlijk en figuurlijk, preacher en ‘godfather of soul’, op zijn met goud bezette troon, werd geëscorteerd door enkele bevallige soulzangeressen en een heuse begeleidingsband, grossierde in z’n rijkelijk gevulde oeuvre, entertainde het publiek alsof hij de zondagsmis in de kerk van Dranouter aan het doen was, strooide met complimentjes en deelde roosjes uit, en … had nog een surprise achter de hand … de blanke soulzangeres Joss Stone … en dan voelde je doodgewoon de vonken spatten van een heerlijke, frisse, speelse en beheerste Motown combinatie van pop, (Memphis)soul, blues en gospel. Dit klikte zondermeer! Joss dartelde rond Burke, flirtte met het publiek en zorgde door haar charisma dat een romantische avondzon neerdaalde. De soulprinses kreeg van de Master himself ruimte om een paar eigen nummers te zingen als “Tell me what we’re gonna do now”, een “Don’t give up on me” - duet en een ‘jamming version’ van “Super duper love”. Bloemetjes en bijtjes waren er in overvloed op covers “Wonderful world”, “Rolling on a river” en “Everybody needs somebody to love”. Tot slot was er nog een medley rond “The saints go marching in”. Hier ontbrak enkel die The Wedding Chapel nog … Verbluffende gig!

Het kroonstuk van het festival moesten de folkrockpunkers van het eerste uur, The Pogues feat shane MacGowan zijn. The Pogues waren één van de bepalende bands, die de folk medio de jaren ’80 een vooraanstaande plaats gaven in de poprock. ‘Rum, Sodomy & The Lash’, ‘If I should fall from grace with God’ en ‘Hell’s ditch’ waren drie puike platen van het Londense collectief. Creatieve spil Shane kon met z’n doorleefde, grauwe, melancholische Engelse dialectvocals de songs elan geven. Maar door de overmatige ‘streams of whiskey’ en cocktails slaagde hij er met de jaren onvoldoende in nog een oerdegelijke set af te leveren en te beëindigen. Op die manier ontstonden mythes rond de ladderzatte figuur van … A. komt hij nog af en B. haalt hij de eindmeet in de set. Nu, hij slaagde vanavond in beiden, maar nuchter zullen we hem wel nooit op het podium zien.
Ze speelden een ‘Best of’, waar de klemtoon natuurlijk kwam op de zwierige en speelse folkpop, en waarbij Shane op en van het podium strompelde, als een Lanegan zich vastklampte aan z’n microstatief, af en toe nipte aan een glas (gin), wat brabbelde tot z’n publiek en zo goed mogelijk probeerde de nummers tekstvast te zingen. De toon werd gezet door ”Streams of whiskey”, “If I should fall from grace with God” en “Broad Majestic Shannon”. De banjo, accordeon en tin whistle gaven kleur. De band speelde strak, wat mogelijk maakte dat Shane niet uit z’n rol viel. Verder hoorden we alvast fijne versies van “Kitty”, “Sunnyside of the street”, “Thousands are sailing”, een rockende “Tuesday mornings” (vocaal door Spider Stacey (?)) en een aangrijpende “Rainy night in Soho”. Er zaten een paar mindere momenten in, die Shane ook meesleurden. “Dirty old town”, “Sickbed of Cuchulainn” en de feestelijke afsluiter “Fiesta!” waren goed geprogrammeerd om de zwakkere plekken op te vangen.
De succesvolle Dranoutereditie kon besloten worden door de drinkemansliederen van een matig tot goede de Pogues. Prosit! CU Next Year!

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

Festival Dranouter 2010: donderdag 5 augustus 2010

Geschreven door

Het lijkt erop dat Dranouter een vierdaags festival is geworden , want op de vooravond was de grote Kayam tent al meteen gevuld om onze Belgische artiesten Absynthe Minded en Gorki aan het werk te zien. 15000 bezoekers noteerde de organisatie. In het festivaltafereel van Dranouter vergeten we de komiek/mentalist Gili (bekend van De Laatste Show) niet. Hij vervangt Friedl’ Lesage, die jaren aan een stuk de optredende groepen aan elkaar praatte. Kort, krachtig, nuchter en ludiek trok hij de aandacht en kondigde hij de artiesten aan, met een vleugje zelfrelativering. De aftrap van het Festival Dranouter is gegeven, die naast de naamsverandering een frisse popwind inslaat, met oog voor (familie) tradities en nieuwigheden (Low Impact Zone, Jesus Miracle Lab, Wedding Chapel, Radio Dranouter live, zweefmolens, theatervoorstellingen, enz …) ,die het festival warmer en aparter maken van de andere grote festivals.

Prédag 5 augustus 2010
James Walsch, spil van Starsailor, mocht na de Australisch sfeervolle indiepop van Expatriate definitief het festival voor geopend verklaren. Hij last een sabbatjaar in en is momenteel op solopad, waarbij hij een duik nam in de vier Starsailor platen, stilstond bij het onovertroffen debuut ‘Love is here’ en een tipje van de sluier liet horen van komend werk. Hij eigende zich een plaatsje toe naast Coldplay, Travis, Elbow, Keane, Air Traffic en het oude Muse. De songs werden bepaald door akoestische gitaar, waarbij de snaren krachtig tokkelden. Alsof Luka Bloom achter de Britse sing/songwriter stond. “Silence is easy” en “Alcoholic” vatten de set aan en werden sober, elegant en emotievol op toetsen gespeeld. Hij wisselde het af met ingetogen, ingehouden songs als “Poor misguided fools”, “Lullaby“ en “The good souls” die middenin en op het eind van het nummer het begeesterende gitaarspel van Walsch benadrukten en zelfs een elektrische swing kregen. “Tell me it’s not over” was directer en toonde de rockkant van Walsch. Het refrein van “4 to the floor” werd luidkeels meegezongen en een paar nieuwe songs hield hij uiterst intiem en innemend. Danig waren we onder de indruk van het duet “In that way”met de Vlaamse artiest van Andes, die het Nederlands perfect op de Engelse vocals van Walsch inpaste. Chique! Meteen het hoogte punt van de set …
Walsch bevestigde als rasecht muzikant en performer; moeiteloos palmde hij z’n publiek in; hij boeide solo enorm en de sober gehouden songs overtuigden!

Abstynthe Minded is ‘hot’ en vanavond was hier het meeste volk voor gekomen. De band rond Bert Ostyn heeft al vier platen uit en is nimmer zo populair als nu. Dik verdiend, want ze leverden één van de beste platen af vorig jaar; de warme, sfeervolle en speelse sound en de gevarieerde aanpak van gevoelige, frisse pop en rootsrock met jazzy-, blues-, swing en Balkan capriolen, gedragen door Ostyns emotievolle melancholische stem, slaan aan.
De band was in topvorm. Begrijpelijk want na de talrijke clubconcerten en hun programmaring op bijna elk festival zorgden voor een goed (af)getrainde, ge-oliede band die hun songs een stevig rockkleedje toestopte, zonder aan emotionaliteit, muzikale subtiliteit, veelzijdigheid en grilligheid in te boeten. Ze grossierden in hun oeuvre. Schitterend hoe de (huidige) singles als “Moodswing baby”, “Papillon”, “Envoi” en “Plane song”de stevige scheut verdroegen en sterk onthaald werden. Of hoe het bezwerende geluid, de Oost-Europese invloeden, de contrabas, viool- en toetsenpartijen en de verrassende wendingen intrigeerden van een “There is nothing”, “People of the pavement”, “Stuck in reverse”, “Dead on my feet” en “I am a fan”. Stevig rockten “Mercury”, Weekend in Bombay” en “Substitute” en op het eind konden we niet omheen de classic “My heroics, part one”. Duidelijk is dat ze nog meer zieltjes hebben gewonnen. Wie nu nog twijfelt omtrent de muzikale kwaliteit van de band …

Tot slot gaf Luc de Vos met Gorki in Dranouter het enige optreden van het jaar. Ook hij kan al terugblikken op een lange carrière en spreekt de kleine, de tiener, de rijpere jeugd en de ouderdomsdekens aan met z’n eenvoudige, mooie meeslepende, broeierige Vlaamstalige gitaarpoprock. Ook hij wist handig in te spelen op het nieuwe Dranouter concept en wou de folktraditie niet aan zich voorbij laten gaan .. .Samen met 2 volleerde accordeonisten, Wim en Didier, kreeg “Billy lag te slapen” en “Beste Bill” de juiste folky injectie, swing en emotie. Eén voor één kwamen de eigen bandleden op het podium om “Beste Bill” verder te zetten in de gekende Gorkipop vs hoempapa. Het gaf de song nogal wat identiteit! Ook middenin de set op “Hij leeft” en “Monstertje”, werkte deze formule aanstekelijk. Voor de rest hoorden we het broeierige, meeslepende materiaal zoals we van Gorki gewend zijn de laatste jaren met “Schaduw in de schemering”, “Joeri”, “Ik doe mee”, “Xtc” en “Stotteraars aller landen” onder de luchtige, vrolijke, melancholische tonen en Devos’stokpaardjes “Sexy bitches” en “Yeah baby”. Het laatste half uur kon de tent volledig uit z’n dak gaan met meezingers van het eerste uur “Anja”, “Lieve kleine piranha”, “Soms vraagt een mens zich af” en het leuke “Veronica komt naar je toe”. Een uitgesponnen, uit volle borst meegezongen, intieme “Mia” (na al die jaren nog steeds beklemmend door het pakkende pianospel) mocht de succesvolle, officiële eerste festivalavond besluiten. ‘Rock’n’roll rules’ volgens de regels en de kunst van Devos … Nog tem in het voorjaar van 2011 zien we hem op solopad …

Ondertussen konden we nog lekker uitwaaien op de de beats’n’pieces van de DJ’s Desperado en Buscemi die de Palace omtoverden in een danstent en de Biertent van de vroegere dagen deed herleven …

Organisatie: Festival Dranouter, Dranouter

Pagina 731 van 881