Het is het overgrote deel van het (Vlaamse) muziekpubliek ontgaan dat ene Benjamin Luterde, een Fransman van 27, begin december Vorst aandeed. U ook wellicht? Geen probleem, maar als u volgend jaar op een of andere affiche Ben l’ Oncle Soul ziet prijken, check it ! En stap een show binnen die je zo meetroont naar de zalige ‘fifties of soul’.
Het begon al lekker met het voorprogramma ofte ‘la première partie’. Hoe aanstekelijk grappig en opgewekt, die FM Laeti. Een witte man met een gitaar op een barkruk, een zwart vrouwtje achter een microfoon. Met leuke (soul) nummers als “Rise in the sun”, maar even goed covers als “Give me a ticket for an aeroplane” (Jefferson Airplane), gebracht met zwier en stijl en bijwijlen wat Sellah Sue-geluidjes. ‘Je reviendrai, het is hier gewoon zo tof’, kirde het zangeresje. ‘Maar nu maak ik plaats voor Ben l’ Oncle Soul.’
Ben l’ Oncle Soul : Voor ons een (nieuwe) ontdekking op Dranouter vijf maanden eerder, maar voor het overwegend Franstalige publiek in Vorst een gevestigde waarde, een datum die wellicht al lang aangestipt stond. Soul, mijn god! Nu nog? Soul in 2011?
Ja, toch wel, de zwart-Amerikaanse muziekstijl uit de jaren vijftig en zestig, geprocreëerd uit rhythm-and-blues en gospel maar door Ben opengetrokken naar nieuwe(re) muziek. Ja, toch wel, met grote namen als Ray Charles, Sam Cooke, James Brown, Aretha Franklin en Stevie Wonder maar nu ook met The White Stripes en Prince. Ja, toch wel, het groepsgevoel met ondersteuning van achtergrondzang en een band met ritmesectie en koperblazers, een wervelende retroshow als muikaal kapstok in een verzengende 21e eeuw.
En dat alles door een Fransman in een uitgeregend Brussel? Ja, toch wel ! Nonkel Ben kleedde het hele concept aan en bracht een aanstekelijke show, al hadden wij het – als Nederlandstalige Anglofiel – iets moeilijker met de Franse nummers, zoals bijvoorbeeld “Petite Soeur”. Niet dat we meer dan 530 dagen nodig hadden om in te zien dat het best te pruimen was, of lag dat aan het vrolijke vlinderdasje van de Nonkel?
Wervelend en overdonderend, zo was de hele show en een show was het. Het deed ons – en dat verraadt meteen onze leeftijd – denken aan Henk ‘Hallo met Henk’ van Montfoort van de seventies. Een beetje kitscherige bühne met verlichte trapjes en dieprood-bordeaux gedrapeerde hanggordijnen. En met het o zo klassieke rood toneelgordijn dat open en dicht gaat bij de aanvang en het slot van de voorstelling. Show dus in de ruimste betekenis van het woord. Met een overdaad van stapjes en dansjes die erbij horen.
Zo raasden Ben en co over en door Vorst heen. Eén brok energie waar de mannetjes van Nuon een lichtpunt kunnen aan zuigen. Lang geleden dat we zoveel beweging op een podium zagen. Hij stak als opener “Seven Nation Army” (The White Stripes) in een nieuw soulpakje en kleedde het meteen ook helemaal uit.
De Fransman zocht ook direct contact met zijn fans. Nadat hij zichzelf en zijn band (drie blazers, twee backings, één drummer, twee gitaristen en twee toetsenisten allemaal in perfecte outfits) voorstelde en de fans deed meebrullen dat bassist Olive (Olivier Carole, red) funky is, liet hij het publiek elk zijn eigen naam roepen. Voilà, de introductie zat erop, ‘on était amis’.
Ben l’ Oncle Soul is een grappige vent, die naar verluidt vroeger gepest werd om zijn uiterlijk, maar nu in zijn optredens zelfs imitatiefans met pruiken ziet opduiken. Hij heeft een sterke stem, het juiste (energetische) gevoel om een show neer te zetten en naast humor toch wel een heel sterk soulbuikgevoel. Resultaat: hij versierde na het eigen ‘Soul Wash’ (2009) een eerste studioplaat op Motown Records (2010) die simpelweg ‘Ben l’ Oncle Soul’ gedoopt werd.
En muzikaal zit het goed, al is er live tien keer meer te beleven dan op zijn schijf. Naast het visuele aspect wisselt hij bekende met – voor ons - minder bekende nummers af. En hij schrikt er niet voor terug om nieuw stuff in dat retro-soul-rokje te stoppen. Zo ging heel Vorst uit zijn dak toen hij “Crazy” van Gnarls Barkley helemaal uitspon. De blazers zijn nadrukkelijk aanwezig om zijn sterke stem te ondersteunen, maar alles hangt samen, ook de twee superenergetische backingmannen en die kregen op het einde ook hun eigen podium met “My Girl” van The Temptations en “Kiss” van Prince.
Toen zaten we al een stuk in de bisronde die haast even lang duurde als zijn eigenste set. Niet verwonderlijk, want daarin vertelt hij hoe hij ooit met soul in aanraking kwam. Dat zijn moeder een penpal had in de States en dat die toen op bezoek kwam en een hoop geschenken in de vorm van muziekplaten mee had: Marvin Gay, Sam Cooke, Billy Holiday, Ray Charles, The Temptations, Sly and The Family Stone, Aretha Franklin.
Pure Soul dus. Hij is er vol van, zijn publiek (en wij ook wel) evenzeer. We genoten van zijn knallende party waarin hij niet enkel met zijn orkest speelt, maar het orkest ook met hem. En met het publiek. Hij kreeg ‘les mains’ in heel Vorst vaak heen en weer en op en neer. Ook op “Superstition” van Stevie Wonder, ja. Toepasselijk eigenlijk, zo’n blind (bij)geloof in de Nonkel, zeker omdat hij er enkele keren de overdreven wereldboodschap ‘Peace, Love and Soul’ aan toevoegde.
Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/ben-loncle-soul-01-12-2011/
Organisatie: Greenhouse Talent