logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Manu Chao - Bau...
Shaka Ponk - 14...

Dourfestival Dour 2011 - vrijdag 15 juli 2011

Dourfestival, Dour 2011 - vrijdag 15 juli 2011
Op dag 2 waren er interessante acts te noteren van Ice Cube, Madball, Skindred, Kylesa, Klaxons, Mogwai en het herenigde Pulp. Een gevarieerd aanbod van goede bands & artists die dan door de beats & pieces en visuals van Vitalic kon worden besloten .

Een eerste halt hadden we met Two Gallants en het deed band & publiek deugd elkaar terug te kunnen zien. Een intens doorleefde melodieuze rauwe rock’n’roll sound, beheerst en even uit de bocht. Het duo is er terug bij, deed ons huiveren en liet enkele oudjes als “Steady rollin’” (kan niet gemist worden tijdens een livegig) en “Despite what you’ve been told” op ons los. The God Machine van Robin Proper-Sheppard hoorden we deels in de eerste songs.
Uiterste genietbare gitaarpartijen, een schuurpapieren stem, een snijdende mondharmonica en bezwerende, opzwepende drums. Heerlijk wat het duo presenteerde. Hier kunnen The Kills een puntje aan zuigen en onze Black Box vrienden zouden net als ons even content zijn, om het Two Gallants duo op zo’n gemotiveerde wijze te zien spelen.

We hoorden even de tunes van het Franse Jamaïca. Net op de tijd om “I think I like U 2” te horen, een fijn nummertje van een even fijne gitaarpopband.

Na opener Les Hurlements D’Leo op de Last Arena was het de beurt aan Papa Roach. De alternatieve metal band uit Californië kreeg de menigte maar moeilijk mee en wist voornamelijk enkel de ‘die-hards’ te bekoren. Energie en enthousiasme had zanger Jakoby Shaddix genoeg, maar zijn stem liet het heel vaak afweten. Na een ietwat flauw eerste deel gingen ze over tot het serveren van hun ‘old skool’ nummers, die duidelijk beter in de smaak vielen. Nummers als “Scars” en “Between angels and insects” zorgden dan toch nog voor de broodnodige ambiance. Afsluiten deden ze met instant klassieker “Last Resort”, het nummer waar duidelijk iedereen op zat te wachten. Na een zeer middelmatig optreden te hebben gezien kunnen we besluiten dat Papa Roach zijn beste tijd gehad heeft…

Musiczine.net kan niet omheen de Franstalige vrienden Yew – de leden hebben een goede band opgebouwd en hun aanstekelijke, opzwepende en frisse folkrock werkte. Het kwintet haalde er nog een paar muzikanten en vocalisten bij en bouwde in de ietwat grote tent een fijn feestje, waar Festival Dranouter mag gecontacteerd worden om het beloftevolle Waalse bandje te programmeren tijdens de nachturen. The Whiskey Priests, The Pogues, The Dropkick Murphys, The Levellers, Fairport Convention, Steeleye Span, Dubliners en Altan vlogen om de oren. Gezellige dansbare muziek van een erg amicale band!

Het Britse Qemists hebben hun live reputatie alle eer aangedaan. Een explosief, energiek optreden met dansbare grooves, zonder de new rave van dubstep te vergeten . Ze kunnen het heel vlotjes integreren in die mix van rock, hiphop, elektronica en drum’n’bass . Gitaar, bas, drums, keyboards, laptop en het opwindende duo , zangeres Jenna G en MC Dan Arnold, zorgden voor een feestje in de dancehall … Knap done, hoor …

Ondanks de mindere programmatie van Belgische bands, zagen we een feestje met Das Pop wel zitten. In de late namiddag geprogrammeerd in de Clubcircuit Marquee viel ons meteen de nieuwe setting op. Geen opblaasbare palmbomen meer maar 2 grote opblaasbare dobbelstenen – ter promotie van album ‘The Game’- sierden langs weerszijden het podium. Huppelkut Van Looij, strak in het witte pak, had er zoals steeds zin in en prevelde tussen de nummers in de nodige Franse bindteksten. Met “You”, “The game” en “Skip the rope” was het dansen geblazen en ondanks de drukkende warmte in de tent kreeg dit veel navolging. Van Looij in z'n sas achter de piano bij “Gold “ en op “Flowers in the dirt” bewees hij z'n waarde als sympathieke frontman. In een lang uitgesponnen finale van “Never get enough” werden de opblaasdobbelstenen tot leven gewekt en in het publiek gekatapulteerd om dan na enkele minuten als in een tovertruuk te verdwijnen ...

‘Hiphop is in the house’, dierbare vrienden . Gisteren nog een (overtuigende) set van Cypress Hill, dan vandaag al overdag met zwaargewicht Ice Cube . En morgen is er dan de House Of Pain … En overmorgen Public Enemy, netjes verdeeld dus op Dour…
Ondanks de vele eenvormige ‘old skool’ gelaagde hiphopbeats en diepe basstunes zorgde het monument van de hardcore hiphop en z’n MC ervoor dat het publiek vooraan goed waren opgewarmd, de left-, right- en backside hebben het geweten. Interactie met het publiek dus en een gepaste, aangename afwisseling van
“Yo's” en “Yeah's”..
Hij kwam hier op promotour van de cd ‘I am the West’. De rapper, tevens geen onaardig acteur ( o.a. XXX), kwam na een lang uitgesponnen intro en onder luid applaus het podium op en bracht “I rep that West” en “Chin check” in het eerste kwartier. Wie dacht lange uitgesponnen en repetitieve songs te krijgen kwam bedrogen uit, want de songs klokten bijna altijd af op 3 minuten. Daardoor zat er soms te weinig flow in het optreden maar dit werd ruimschoots gecompenseerd door de tomeloze inzet van de gangsta rapper. Met flarden hiphopanthems als intro bleef alles boeiend en gingen de armen meermaals in de lucht. Spectaculair is het allemaal niet meer, maar het is altijd wel leuk om deze man, die hiphopstyle en die beats terug te horen.

Op de Cannibal Stage stond Benji Webbe (voormalig Dub War frontman) ons al op te wachten. Hij stond er met zijn Skindred, een groep die je qua muzikale stijl moeilijk in één hokje kan duwen, zo hoorden wij naast alternatieve rock ook heavy metal, punk rock en reggae. Een bonte verzameling van stijlen die voor een erg uniek geluid zorgden. De energie van de frontman werkte zo aanstekelijk dat in een mum van tijd de hele tent op zijn kop stond en lustig stagedive-de. Op het einde kwam Jakoby Shaddix van Papa Roach nog even mee feesten en zo mocht Skindred na goed 50 minuten dikke ambiance meer dan tevreden het podium verlaten.

Andere koek was Kylesa. In de Vk* intrigeerden ze in het voorjaar en al even gemotiveerd en overtuigden klonken ze in de kleine La Petite Mason dans la Prairie. Inderdaad, ze hebben een fantastische mokerslag van een plaat ‘Spiral Shadow’ en het kwintet met twee drummers speelden een prachtige mix van metal, grunge, stoner en indie als sludge metal. Een frontman (zanger/gitarist Philip Cope) én een frontvrouw (zangeres/leadgitariste en vrouw met ballen Laura Pleasants) verdeelden de vocals netjes onder mekaar en zorgden voor een knappe variatie van schreeuwerige en puntige vocals. Songs met een sterke opbouw en vele tempowisselingen, krachtig, energiek en vettig rockend! Wat een power … Dit was af en smaakte naar meer! Waaw!

Mogwai moet het eerder hebben van de Angst met Satan en hen plaatsen op een hoofdpodium vóór het avond wordt, is wel raar. De spanningsboog en broeierige intensiteit die ze weten op te bouwen met hun postrock deed de aandacht eerder verslappen en zakte dus wat ineen bij het daglicht. Ze behielden weliswaar het gelaagde gitaargordijn, de repetitieve opbouw en de klankkleur; de recentere songs hebben dan ook een melodieuzere ondertoon, zwellen aan, maar exploderen niet echt meer . Plus dat ook de elektronicaritmes een ingangspoort hebben gevonden .
Opgelet, Mogwai viel niet echt uit de boot hoor, maar overdag werkt het minder, enkel met die typische “Mogwai fear Satan” en “Glasglow mega snake” was het volledig uitgewerkt volgend de oude formule van verschroeiende gitaren, drums,  gitaarxplosies, feedbackgeraas, noise , delays en pedaaleffects …

Intussen was de Cannibal stage volledig volgelopen voor het New Yorkse Madball. De oldskool hardcore klonk zoals steeds snoeihard met een meedogenloze Freddy Cricien als orkestmeester van een violent party. Met “Set if off” en “Demonstrating my style” leverden ze in de jaren '90 2 absolute klassiekers af in het genre. Na enkele bandwissels en een split namen ze beginjaren '00 terug hun plaats in aan de top van de hardcore scène. Anno 2011 zijn ze weer in topvorm en met de nieuwe plaat ‘Empire’ – uitgekomen op Nuclear Blast- bewijzen ze nog steeds alive and kicking te zijn. Hun optreden was intens, hard en energiek zoals we van hen gewend zijn en mondde bij ieder nummer uit in mosh- en circlepits. Ook de stagedivers waren niet op één hand te tellen en na een uurtje hadden ze er toch een kleine 20 nummers doorgesjast. ‘Oldskool hardcore in your face, we like’t it’ en met ons nog vele anderen in de kolkende tent.

De Londense Klaxons kwamen op geheel eigenwijze manier hun album ‘Surfing The Voïd’ (2010) voorstellen. Dat album is een mengelmoes van elektronische indiepop/rock volgestouwd met kleppers als “Echoes" en "Twin Flames". Hun set openden ze met “Atlantis To Interzone”, waarop het publiek al onmiddellijk zeer enthousiast reageerde. Naar mate de set vorderde bespeurden we steeds meer ‘dance moves’ rond ons. Ergens halverwege losten ze knaller “Golden Skans”, waarop de tent een eerste keer uit zijn voegen barstte. Het Britse trio deed zijn uiterste best om erg strak te spelen en werd door de dol enthousiast publiek bedankt. Met afsluiter “Its Not Over Yet” sloten ze de overtuigende gig af.

Godfathers/pioniers van de post-, sludge en experimentele metal worden ze omschreven, Neurosis met name. Geen hapklare muziek maar dit gezelschap, die al van ’85 bezig is, voegen er duistere soundscapes en samples aan toe . De bijhorende visuals tonen aan dat Neurosis geen daglicht verdraagt. Punt uit. Neurosis biedt een filmische, huiveringwekkende trip met hun slepende en krachtige melodieën en grauwe vocals. Neurosis  is een intense (pijnlijke) ervaring, en ze zijn net als Isis, Sunn O))) en Amenra uniek in hun stijl.

Pulp onder spil Jarvis Cocker, heeft de brug nog niet kunnen slaan met de jongere generatie. Dus het was rustig aan de Mainstage. Dat belette niet dat de nostalgische Pulp sound er eentje was om van te snoepen .
Een praatvaardige Cocker zei dat het van ’94 was geleden dat ze hier nog waren en vroeg zich af wie er nu nog bij was. En hop “Do you remember the first?” … Luchtige, sfeervolle songs sieren het werk; een collectie tijdloze ‘Britpop’ songs, tussen meligheid en cynisme (the words of friend Gust!), die respect afdwingen en met een mooie orkestratie en gepaste hoeveelheid beats ingevuld worden.
De dartelende ‘middle-class hero’ Cocker entertainde z’n publiek als een stand-up comedian, en betrok het publiek steevast bij de niet makkelijke songs. Maar met z’n uitgebreid collectief zorgde hij voor enkele prachtmomenten als “Disco 2000”, “Feeling called love”, “Underwear”, “This is hardcore” en “Common people”. Kitsch , glamour & glitter ontbraken niet, gezien torenhoog hun naam fonkelde en flikkerlichtjes kleur gaven. We hielden van Cocker, de man-van-alle-kunstjes. Fijne comeback – fijne set …

Een stukje Deerhoof namen we er nog graag bij om dag 2 te besluiten . Inderdaad de Amerikaanse band die het eerder houdt op een avontuurlijk geluid, met de nodige experimentjes en onder de Japanse kreetjes van
Satomi Matsuzaki, zijn nog altijd even bizar, maar de toegankelijkheid sijpelt meer door . En dat maakte het ons even wat makkelijker om de nacht in te gaan, niet …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Dourfestival, Dour

Dourfestival Dour 2011 - zaterdag 16 juli 2011

Dourfestival, Dour 2011 - zaterdag 16 juli 2011
De derde dag zal zeker in het geheugen gegrift staan, want rond 21h Dourtijd gaan na een druilerige, regenachtige dag de hemelsluizen open en werd het terrein omgedoopt tot een modderpoel en vijver . Op die manier moesten we even ‘temporiseren’, zoals in de ‘Tour’ wel eens kan zijn … Inderdaad, het is van toen Destiny’s Child (Dour 2000) hier kwam aanmodderen geleden dat deze taferelen nog te zien waren … de dames bleven dan wel schoon, maar wij (nu) …
Niet getreurd, we zijn doorwinterde modderratten en hebben het volgende klaar …

In de verte zagen we het beloftevolle The Amplifetes uit Zweden die hun synths heerlijk  kruisten met aanstekelijke gitaarpop. Een vleugje Hot Chip en freefolk integratie. Toegegeven, al veel gehoord zulke bandjes, maar altijd wel leuk.
 
Les Ogres de Barback
trok al meteen onze aandacht op dag 3. Hun muziek heeft iets van Onze Nieuwe Snaar (door geen enkele Franstalige ami gekend btw!) en voelt de Zuiderse cultuur van Marseille, les Misérables en onze J Brel aan. Tussen zwier en intimiteit. Ze hebben altijd een indrukwekkende constructie staan op het podium en de acrobatie sierde hun Franse zigeuner/chanson/hippop. Er valt altijd wel iets te beleven met die Fransen.

Architecture In Helsinki staat in het najaar in de Vk* . Na het aantrekkelijke debuut van deze Aussies, zakte hun zwierige, frisse, sprookjesachtige en dromerige danspop wat in elkaar. Ze dobberden wat rond en brachten geen aanstekelijke popsongs meer, maar met het recente ‘Moment bends’ kan daar terug wat verandering in komen, met o.m. de single “Desert Island”. Enkele oudjes als “Do the whirlwind”, “It’s 5” , “That Beep” werden zelfs moderner aangekleed, waren springerig, sprankelend, dansbaar en kregen een discokitsch tune. De man- vrouw zang werkte. Top was hun Londonbeat’s “I’ve been thinking of you.
Architecture In Helsinki verwerkt invloeden van een Los Campesinos, Metronomy en gooit er nu nog de Scissor Sisters en ‘80s Wham! bij. Door onze Franstalige vrienden wordt dit leuke bonte gezelschap ferm gesmaakt.

‘A tribute to Bob Marley’ laten we niet zomaar aan ons voorbij gaan. Een eerbetoon aan de grootmeester … Groundation wou er een feestje van maken. Ze doen dit voor hun publiek, de fans, hun ‘king of reggae’ en symbool van de rastafaribeweging en ook een beetje voor elkaar, want dan is iedereen samen om op tour te gaan; vooraan stegen de temperaturen in de barre omstandigheden. We hoorden enkele classics – “ Could you be loved” – ‘They made the sun shinin’”, vrienden!

Een ander feestje was aan de gang in La Petite Maison met Fool’s Gold. We waren al onder de indruk van eerdere gigs van dit onderschatte viertal. Een stomende set leverden ze af met hun muzikale smeltkroes aan stijlen, die het nauwst aan afroworldpop leunen. Muzikale veelkleurigheid, een opzwepende percussie, sambaballen, twinkelende gitaren, energieke gitaarriedels, blazers en … springende groepsleden die zelfs door de knieën gingen. Gevolg: een enthousiast publiek. “Suprise Hotel” en “Nadine”, twee instant classic hits, fungeerden als rode draad door hun set! Een concert to remember!

Altijd wel gedacht dat Saul Williams iets Duivels had, want na z’n set begon de regenleute … En toch klinkt de militante hiphopper/ poëet met de jaren muzikaal gematigder … meer band, meer muziek, prikkelende songs en minder ‘spoken words’/vurige raps.

Terror op z’n beurt had de hardcore fans direct bij de keel. Het populaire kwintet uit LA maakte z'n intenties dan ook snel duidelijk, het zou hard en heavy worden en iedereen werd aangemaand om mee te gaan in de rollercoaster. Met hun laatste album ‘Keepers of the faith’ behielden ze hun 'ster' aan de top van het hardcore milieu, al hoorden we hier een iets melodieuzere sound. De NY hardcore doorspekt met metalcore brengen ze live met de nodige intensiteit en de juiste spirit en leverde een continue bruisende pit op. Frontman Scott Vogel dirigeerde het geheel op z'n typische manier en bleef de stagedivers stimuleren om vooral te blijven doorgaan. De vuisten bleven in de lucht, de riffs bleven rondscheuren en de drummer bleef er op los hakken, iedereen werd weggeblazen door een Terror in topvorm dat afsloot in schoonheid met titeltrack “Keepers of the faith”.

Een aparte combinatie was 13 & God, The Notwist vs Themselves. De muzikale wereld samenkrijgen van indiepop, knisperende elektronica en snedige hiphop is geen evidentie . Soms vonden ze elkaar in die dromerige, slepende, groovende, dreunende indietronica en hiphop, andere keren prikkelde de verscheidenheid en (de zoekende) eenvormigheid onvoldoende. Wel leuk om ze eens bij elkaar te plaatsen, maar of de formule blijft aanslaan …

In een helse wolkbreuk was het aan Pennywise om het volk ervan te overtuigen toch te blijven staan terwijl de regen met bakken uit de lucht viel. Pennywise die al sinds 1988 tot de top van het punkrock circuit behoort, slaagde er wonderwel in, gezien de omstandigheden, een aardig volgelopen wei geboeid te houden. Minpuntje was wel het iets te veel anarchistisch gewauwel van zanger Zoli Téglas (Ignite). Die neemt nu na het vertrek van voormalig frontman Jim Lindberg de zangpartijen voor zijn rekening. Pennywise speelde een zeer strakke set waarbij lustig de ‘old skool’ nummers opgerakeld werden. Als afsluiter haalden ze “Bro Hymn” boven waarop een verzopen wei zot werd.

Saul Williams gaf na z’n set al eerder de aftrap , want toen we nog een glimp wouden oppikken van The Herbaliser moesten we het op een lopen zetten door de regenval. Maar ok we konden bekomen op Horace Andy die deze  ambetantigheid zalfde door dansbare reggae/ dancehall/dub grooves. Fijne set, maar een beetje teveel van hetzelfde …

Een (stukje) IamX leert ons dat ze erg populair zijn bij onze Franstalige vrienden. Heftig donderende en bezwerende Elektrorock met een galmend industrial pepersausje en een zanger die z’n publiek trachtte op te zwepen na deze fikse plensbui. Die zanger, Chris Corner, kan je nog kennen als ex-frontman van Sneaker Pimps. Op Dour kwamen ze hun gloednieuw album ‘Volatile Times’ voorstellen. Met dat album trekken ze de lijn door van het cabaret-achtige en donkere elektronische geluid waarmee ze bekend geworden zijn. Naast het muzikale zorgt Chris Corner met zijn theatrale bewegingen ervoor dat het een must is voor het oog. Met knaller van formaat "Cold Red Light" zetten ze de hele tent in lichterlaaie, waarna bedankt werd met "You are the best audience in the world". Met "President" zetten ze een punt achter hun optreden. Tja, kan Vlaanderen hier warm voor worden aub …

Waar Terror de NYHC band van de jaren '00 werd genoemd, kregen we even later één van de trendsetters van de NYHC sound van de jaren '80 Agnostic Front. De band ontstaan in '82 leverde met debuut ‘United blood’ een classic album af en beïnvloedde een pak hardcore en punkbands uit die tijd. Met de nog steeds kwieke Roger Miret aan het roer – tevens de oudere broer van Freddy Cricien van Madball- en Vinnie Stigma bewezen de New Yorkers de tand des tijds probleemloos overleefd te hebben. De agressie en spelvreugde droop er nog steeds vanaf bij deze veteranen en mag een voorbeeld zijn dat met een hardwerkende DIY mentaliteit je ver kan geraken. Getuige daarvan hun nieuwe album ‘My life, my way’ die terug de nodige aandacht kreeg en waarin de meeste teksten zoals steeds over unity en respect handelen. Hier in Dour kregen we een bloemlezing uit hun carrière en walsten ze als vanouds de tent plat.

Een wrange nasmaak hielden we over na de gig van Suede. Onmiskenbaar samen met Curve bepalend in de nineties door hun muziek-met-een-donker randje, die op hun beurt bands lanceerden als Elastica, Placebo en nu terug ‘hype’ en ‘hip’ worden door de heropleving van de huidige waverock van Editors, Interpol en White Lies.
Maar vanavond was de ‘Suedemania’ zoek, met een matige belangstelling als gevolg; de band speelde nochtans op hun best, energiek  en emotievol, maar Anderson en de zijnen waren waarschijnlijk vergeten dat het publiek nog moest recupereren. Geen enkel ‘warm’ woordje kon er van af om de vonk te doen overslaan. Het leek dan maar op een routineuze klus afwerken.
We hielden van hun glamrockend concert, strak , direct, power en gevoelig, met o.m. “She”, “Animal nitrate”, “Trash”, “Can’t get enough”, “So young” en “Beautiful ones”; het kitscherige, ingetogen “Saturday night” die nog in het KC de elementen samenhorigheid, hart - breken & -verwarmen bood, kon bijgevolg vanavond hier niet prikkelen. Spijtig, want Suede kon ‘de new generation’ naar zich toe trekken.

Booka Shade warmde ons dan maar op met hun elektronic/techhouse en trance . Tja dit smaakte naar meer en brengt Underworld, Chemical Brothers dichter bij de huidige dance van o.m. Digitalism. Fijn dansbaar setje van de heren.

Met 'River Runs Red' in 1989 leverde Life Of Agony een mijlpaal af in de hardcore en metalwereld. De veelbesproken frontman Keith Caputo bepaalde met z'n melodieuze zang een belangrijk deel van de sound van de band. Het leverde hen wereldwijd succes op door de intense live sets die ze overal brachten. Na de 2 volgende albums waarin ze softer en meer mainstream klonken kwamen er strubbelingen en gingen alle bandleden hun eigen weg.
Na vele omzwervingen kwam de band mid jaren '00 terug bijeen in originele bezetting en na het releasen van een nieuwe plaat gingen ze weer de hort op om hun typische sound weer te verkondigen. De laatste jaren kregen we ze al enkele keren te zien in ons land en telkenmale was het een feest van begin tot einde.
Als afsluiter van deze avond op de Cannibal stage waren de verwachtingen weer hoog gespannen; het gerucht verspreidde dat het de laatste keer zou zijn dat we de band in deze bezetting konden bewonderen, surplus dat Keith Caputo na deze tournee een geslachtsoperatie zou ondergaan en zich zou laten omscholen tot Mina Caputo...
De set verliep volgens het traditionele recept, zonder al te veel verrassingen: een groovy meeslepende sound met de typisch Caputo vocalen, wat uitmondde in die typisch emotionele LOA sfeer. Alle klassiekers passeerden de revue en opnieuw was deze liveset om van te snoepen … Benieuwd wat het als 'vrouwelijke zang'  zal zijn … (Playlist: This Time, Underground, River Runs Red, Through And Through, Words And Music, Bad Seed, My Eyes, Respect, Method Of Groove, The Stain Remains, Other Side Of The River, Love To Let You Down, Weeds, Lost At 22 ).

The House Of Pain spreekt net als eerder geprogrammeerde hiphopbands verschillende generaties aan . Zanger en frontman Everlast, al serieus getekend door het leven, houdt van een Cypress Hill, Public Enemy en Fun Lovin’ Criminals. Met een live band , DJ Lethal terug in de gelederen en een extra MC speelden ze een goede, gevarieerde set tussen pop, rock, hiphop en country. Af en toe hoorden we tunes van eerder voorgenoemde MC  vrienden . 
Het waren niet allemaal “Jump arounds”, “Put your head on”, “Dany boys” en “Back from the deads”, maar we hoorden ook een handvol poprockend materiaal als “Just another victim” en “Put on your shit kickers”. Tja, Everlast, FLC en Johnny Cash, die hebben wel iets gemeen. Toffe set. We misten op het podium wel het gekende HOP- logo …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Dourfestival, Dour

Gent Jazz Festival 2011 – Jef Neve Trio – Philip Ctherine plays Cole Porter

Gent Jazz Festival 2011 – Jef Neve Trio – Philip Ctherine plays Cole Porter
Philip Catherine plays Cole Porter
Met zijn nederig voorkomen en dito uitrusting, stelt Catherine zijn 4 koppige band voor aan een talrijk opgekomen publiek. De tent is, ondanks de regen en de koude, toch aardig volgelopen voor deze man. Raar dat Catherine in eigen land pas vrij laat gezien werd als een virtuoos gitarist. Geen sant in eigen land? Wel dat is dan definitief verleden tijd, want voornamelijk sinds het uitbrengen van ‘Summer night’ (2002), kwam daar mijns inziens verandering in. Catherine is één van Europa’s grootste artiesten, is ondertussen 69 jaar en blijft onvermoeibaar doorgaan. Hij heeft een eigen gitaarsound ontwikkeld die heel melodieus, zangerig en speels is. Mochten de mensen nog leven, je kon het navragen bij ene Chet Baker of Charles Mingus.
Het is het eerste concert dat Catherine speelt waarbij hij composities van Cole Porter bewerkt. De band  is zijn vaste kwartet met drummer Martin Vinck, bassist Philippe Aerts en pianist Karl Boehlee. Stuk voor stuk muzikanten om U tegen te zeggen. Catherine is de onbetwistbare gangmaker. Zijn immer onverslijtbare Gibson, vergezeld van een 4-tal boss effectpedals, zijn zijn enige wapens die hij in de strijd gooit als het op klanken creëren aankomt. Dat zegt genoeg, het zit hem in zijn buik en in zijn vingers…
De verwachtingen voor het concert zijn vrij groots, gezien Cole Porter toch ook niet van de minste was. Ik verwacht dan ook vooral ballads. Niets was minder waar, Catherine ging vaak uit de bol en ook Vinck, Boehlee en Aerts kregen hier heel vaak de kans toe. De set begon met “I concentrate on you” waarbij al meteen aardig gesoleerd werd. Boehlee is een gedreven pianist en man met het betere smoelenwerk. De tent loopt ondertussen aardig vol (je kan er ook schuilen, niet?)…
In “So in love” laat Catherine zijn gitaar zingen in alle talen. Het puzzelt me dat twee melodieuze instrumenten (piano en gitaar) op vele momenten zo goed matchen en elkaar niet voor de voeten lopen. Catherine legt graag wat distortion in zijn sound en ook in dit nummer is er dit aan te horen.  Pilippe Aerts heeft er ondertussen zijn elektrische bas bijgehaald.
Catherine kondigt graag zijn nummers aan. Dit is fijn voor ons, want de setlists komen anders pas laat binnen. Hij doet dit heel stuntelig en écht Catheriaans. In de man schuilt een groot autist en waar zijn nonchalance hem in zijn gewone doen parten speelt (hij ziet er altijd ongewassen en onverzorgd uit), is hij in zijn muzikaliteit onberispelijk. “Why can’t you behave” is dan ook op zijn lijf geschreven, als iemand weer es het gedrag van de man backstage niet kan plaatsen.
Catherine verkent doorheen de set heel subtiel andere stijlen en laat telkens veel ruimte voor experiment en improvisatie. Drummer Vinck lanceert een immense intro in “From this moment on” en Catherine kan terug doen waar hij goed in is. De autodidact lijkt zo ‘eenvoudig’ te spelen. Hij zegt zelf dat hij het graag gemakkelijk laat klinken, en dit lijkt het publiek wel te kunnen hebben. Catherine sluit af met “Get out of town” (die hij aankondigt als het ‘nexte stuk’- hilariteit in de tent – de man weet begot niet waarom…!) en “Dream dancing”.
Philip Catherine is altijd genieten. Toch heb ik de indruk dat het vaak ‘net niet’ is . Catherine mag openen en doet dat goed. De tent is enthousiast, maar niet uitbundig. Maar is dat niet precies waar hij op uit is en ook goed in is? Hij zal dan ook een fantastische eeuwige subtopper blijven!

Jef Neve Trio - ENDLESS JEF NEVE
Voor wie het nog niet zou doorhebben, ons landje mag zich gelukkig prijzen met de muzikanten die het het laatste decennium heeft voortgebracht. Jef Neve is daar één van, en ons godenkind alias wonderboy van de Vlaamse jazz toert sinds heel lang de wereld rond, en niet in het minst met een trio om U tegen te zeggen. We zagen de man wel meerdere keren aan het werk, ook met dezelfde bezetting, maar gisteravond werd het een ronduit schitterend concert in een afgeladen volle tent. Een staande ovatie op het einde van de set was dan ook méér dan op zijn plaats.
Het was vooreerst Jef Neve zélve, die met brio/vakkenis en zijn zo gekende flair het vuur aan de lont stak. Op werkelijk Jarretiaanse wijze tovert de man de ene compositie na de andere uit zijn vleugel en gaat daarbij aan het zingen als een bezetene. Noot voor noot zingt/neuriet/brult zijne razendsnelle gevingerdheid mee, staat rechtop te spelen, brengt zijn muzikanten in de juiste stemming. Het regende buiten, maar binnenin beloofde Neve zon op het podium. En dat was niet gelogen.
Ruben Samama is een ronduit indrukwekkende verschijning. Met zijn twee meter en bebaarde kop zal de man menig vrouwmens in de tent het hoofd op hol hebben gebracht, maar het is uiteraard vooral genieten van zijn prachtig baswerk. Staande bas, aangevuld met loops, en het betere backing vocalwerk. De inbreng van samana is niet te onderschatten. Eigen composities en andere krijgen een touch Metheny Group mee, waarbij Samana regelmatig hoge tonen voortbrengt, die echogewijs zijn greep op de nummers krijgen. Prachtig. Een Nederlandse Eberhard Weber. Zijn eigen compositie “She Came” halfweg de set was dan ook verbazingwekkend. Zijn aanwezige Aziatische vrouw zal dat getuigen.
Drummer Teun Verbruggen is er al van den beginne bij. Met zijn droog en knisperend slagwerk geeft hij een eigen touch aan het werk. Geen grote solo’s, maar stevig polyritmisch drumwerk. Klokvast en gestileerd.
Neve kondigt al zijn nummers aan, en geeft wat feedback. Hoe ze tot stand zijn gekomen, waar en wanneer. Leuk om horen. Zijn ervaringen doorheen het toeren… het moet wat zijn als we hem mogen geloven.
“The Space we need”, het wondermooie “Sofia” en een ballade opgedragen aan een vriend die het nodig vond om zijn buffetpiano definitief in het wit te verven. Met de piano kwam het nooit meer goed, op de compositie kan hij beslist trots zijn. “Saying goodbeye to a small little white piano” was voor uw man ter plekke dan ook meer dan een hoogtepunt. “Colours and shades” kreeg een ‘cross-over’ mee, Samana is zo te zien niet vies van een vleugje rock-attitude. Cinematic Orchestra is niet ver uit de buurt als het trio “Endless DC” aanheft.
De band speelt closed harmony, het geheel is meer dan de delen, en krijgt een fenomenale climax. Endless Da Capo, of hoe de dingen steeds terugkeren en we iedere keer in dezelfde nesten terechtkomen. Wat mij betreft, mag Neve volgend jaar terugkomen. Endless Jef Neve!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Gent Jazz Festival 2011 - Agnes Obel - Absynthe Minded - Angus & Julia Stone

Geschreven door

Gent Jazz Festival 2011 - Agnes Obel - Absynthe Minded - Angus & Julia Stone
Overwinningen van de buitenbeentjes

De 6e dag van Gentjazz was misschien wel dé dag waarop de jazz het meest plaats moest maken voor muziek van een iets ander kaliber. Flirtend met klassiek, pop, rock en folk werden het toch drie afgetekende overwinningen, ten zeerste gesmaakt door het talrijk opgekomen publiek.

Wanneer het tijd was voor de Deense Agnes Obel om te beginnen, verdrongen zich in de tent al vele mensen. Meer bleken er nog aan de ingang te staan waar ellenlange wachtrijen de organisatie zelfs noopten tot het uitstellen van het concert met 15 minuten.
Wanneer de tent dan écht helemaal vol stond mocht Agnes Obel de eerste overwinning van de dag komen binnenhalen. Met een publiek dat aan haar lippen en toetsen hing, en vergezeld van celliste Anne Ostsee nam ze het publiek mee op een rondje door haar veelgelauwerde album ‘Philharmonics’. Meanderend tussen klassiek en pop zijn haar pianosongs nu eens kleine klaterende bergbeekjes (“Philharmonics”), dan weer verhalende miniaturen in songvorm (instrumental “Wallflower”). “Lauretta” moet vast een halfzusje van Amélie Poulain zijn, de geest van Yann Tiersen waart duidelijk in dit nummer rond. “Riverside” werd het voorspelbare maar zeer genietbare hoogtepunt. Ondanks de vele airplay op de Belgische radiostations is dit nummer toch moeilijk kapot te krijgen. Met “On Powdered Ground” bouwde ze er nog een coda aan dat met een assertieve cellopartij langzaam naar een uitgesponnen climax werd gedreven.
Zelfs de lichte verkoudheid waarmee ze vandaag kampte kon deze op voorhand gewonnen match niet meer doen verliezen. Als kers op de taart volgde ter afsluiting nog een gouden plaat. En Agnes Obel zelf? Die bleef er opvallend rustig en eerder verlegen bij.

Onder 5 groot uitgevallen bureaulampen was het dan de buurt aan Absynthe Minded om alweer een eivolle tent te bespelen. Van opener “If you don’t Go, I Don’t Go”  tot de strakke afsluiter “Stuck In Reverse”, Bert Ostyn en zijn bende hadden er duidelijk zin in en vergaten ook niet dat ze op een Jazz-festival aan het spelen waren. Het mocht allemaal wat spannender, vrijer en met wat meer weerhaken dan op de laatste platen, zeker in de laatste 3 nummers waarin nog een venijnig voorstampend staartje werd voorzien.
Gedurende de set grasduinden ze gevarieerd doorheen hun hele repertoire. Oudere nummers als “I am a fan”, dat met een opzwepend gypsy-deuntje nog steeds uitstekend zijn werk doet, of “Nowhere To Return”, vanop hun allereerste demo, kunnen moeiteloos naast de hedendaagse pareltjes staan. Bij die pareltjes de Hugo Claus-vertaling “Envoi” als publiekslieveling, of het betoverende “Moodswing Baby”, dat toch tot het beste behoort wat de heren al op de wereld loslieten.
Met een zeer uitgebalanceerde set waarin zowel ruimte was voor het intieme Absynthe Minded van nu als voor het creatief in alle richtingen uitslaande Quartet dat ze vroeger waren, dit was Absynthe Minded in grote doen.

Als afsluiter stonden de hippie-kids Angus & Julia Stone geprogrammeerd. Broer en zus Stone kregen de muziek al met de paplepel mee en oogstten wereldwijd succes met hun intieme folksongs, niet in het minst in hun thuisland Australië.
Dit is romantiek die voor één keer niet klef is, maar oprecht en met zachte hand de hartsnaren beroert. Die missie leek alvast wel volbracht na de wel zeer enthousiaste respons van het publiek en de brede glimlach na afloop bij zowel het publiek als de band op het podium.
Angus en Julia wisselden elkaar geregeld af aan de microfoon. Met een veelzijdige en ietwat schelle stem die soms aan een hedendaagse Melanie doet denken, nam Julia het grootste deel van de nummers voor haar rekening. De ene keer heel breekbaar en broos zoals tijdens “For You” dat ‘n sterrenhemel met zich meebracht, daarna weer verleidelijk en helemaal solo in de vertraagde Olivia Newton-John-cover “You’re The One That I Want”.
De momenten waar Angus aan de microfoon verscheen tekenden echter voor de meeste magie. In “Just A Boy” ontroerde hij met niks anders dan een mondharmonica en een gitaar. “Big Jet Plane”, met de volledige band, dreef volledig de wolken in op zijn zangpartij.
Het prachtige “Yellow Brick Road” was een terechte afsluiter, een hommage aan Neil Young, één van hun grote voorbeelden.
Het publiek wou meer en dat kreeg dat ook. 3 nummers lang werd de magie nog even gerokken, onder meer in “Mango Tree waarin Julia trompet-gewijs een mooie extra laag sfeer in het nummer injecteerde. Het ingetogen “Santa Monica Dream” was het perfecte eindpunt, broer en zus naast elkaar, zingend in harmonie met het publiek.

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Gent Jazz Festival 2011 - Nouvelle Vague - Raphael Saadiq - Gotan Project

Geschreven door

Gent Jazz Festival 2011 - Nouvelle Vague - Raphael Saadiq - Gotan Project: Een zomerse cocktail in de herfst

Terwijl de regen genadeloos het terrein van de Bijlokesite in een glibberige modderpoel verandert, zoeken de natte en licht onderkoelde toeschouwers beschutting in de grote tent. En in de warme muziek die vandaag gepresenteerd wordt want Bossa, Soul, Funk en een flinke geut Tango blijken de juiste cocktail die het publiek zoekt om de herfst-taferelen die zich buiten afspelen te vergeten.

Aan Nouvelle Vague om de spits af te bijten. Het recept van een Nouvelle Vage song is inmiddels gekend: het is altijd een cover, bij voorkeur van een oud new wave of punk nummer, de song wordt serieus herwerkt en gekenmerkt door een bossa-beat, en altijd voorzien van een zanglijn van een zangeresje dat het origineel precies nog nooit gehoord heeft (dat laatste was trouwens écht de premisse van de eerste plaat). Met die combinatie hebben Marc Collin en Olivier Libaux nu al drie albums lang hun eigen niche-markt gecreëerd. En ja, op plaat zit er wat sleet op de formule, live klinkt het gelukkig nog steeds allemaal erg fris en zomers.
De twee zangeressen die vandaag met de heren optreden zorgen ervoor dat het optreden nooit helemaal wegzakt door een constante afwisseling, hun onderlinge chemie en hun niet aflatende pogingen het publiek op te warmen. Phoebe Killdeer - what’s in a name - windt als een hedendaagse Bettie Page het publiek rond haar vinger met werkelijk zwoele versies van “Guns Of Brixton” (The Clash) en “Human Fly” (The Cramps). Liset Aléa - de new wave punk chick van het stel - stuitert als een hyperactief wezen het podium rond en weet te begeesteren met ADHD-versies van “Too Drunk To Fuck” (Dead Kennedys) en “Rapture” (Blondie). In dat laatste zelfs als een kinky zorro verkleed en enkel geruggesteund door een drummer, straf! De TC Matic-cover van “Putain Putain” valt daarnaast toch iets te klein uit, alle goede bedoelingen van de band ten spijt.
Nadat er met - meezinger, jawel – “Love Will Tear Us Apart” de reguliere set afgesloten is, blijkt er nog tijd te zijn voor 1 bisnummer. Het wordt een flamenco geïnspireerde bewerking van “Not Knowing” van de Belgische New Wave groep Minimal Compact. Een bewerking die de magie tussen beide zangeressen nog eens in de verf zet en zelfs overslaat op de voor de rest eerder statische band.

Met Raphael Saadiq staat er een stukje muziekgeschiedenis op het podium van Gent Jazz. De man is als producer mee verantwoordelijk geweest voor een aantal R&B klassiekers uit de tijden dat dat genre nog niet vol verschrikkelijke clichés zat. Zijn laatste muzikale exploten zetten hem ook als solo-artiest meer in de spotlight. De man trekt in Gent een groot blik soul, funk en ouderwets twistende rock ‘n roll open en forceert het publiek een aantrekkelijke toegang tot zijn oeuvre.
Het van de radio niet weg te branden hitje “Radio” wordt reeds vroeg losgelaten en kan het publiek voldoende overhalen mee te gaan in een lange flow van muzikale gekte op het podium. Een entertainer ‘pur sang’ als hij is, is hij spijtig genoeg ook een beetje ziek in het bedje van de overdaad aan publieksparticipatie. Jammer want hij heeft de muziek die veel meer zegt dan keer op keer blijven schreeuwen om geroep, gezang, geklap en gewuif.
Desondanks smulde het publiek ervan met volle teugen en wanneer “Let The Sunshine In” moet meegezongen worden, zingt iedereen alle regendepressies die buiten woeden even van zich af.
In de bissen neemt hij het publiek nog eens mee naar Mardi Gras in New Orleans met “Big Easy” waarna alles in gereed kan gebracht worden voor de afsluiter van deze avond.

En daar is behoorlijk wat tijd voor nodig want Gotan Project levert live nooit half werk af. Integendeel, de stijl en klasse die hun muziek uitstraalt wordt bij iedere nieuwe tournee ook live op het podium een wereld die af is waarin de toeschouwer zich kan laten meesleuren. Geen halfdoorzichtige doek die voor de band hangt deze keer, en ook van het volledig witte decor van de vorige tournee is niks meer over. Neen, deze keer wordt de illusie van een gesloten Tango Salon gecreëerd waar de ‘Tango 3.0’-era wordt ingezet. Dit met hulp van ‘n groot gordijn van zilveren kettingen waarop video wordt geprojecteerd en de illusie van buitenlicht achter gesloten luiken daarachter. Het publiek zit mee op de eerste rij terwijl dit spannende fenomeen zich ontvouwt.
In zeer klassieke stijl wordt er geopend met “Epoca” dat openbarst van zodra de 2 Humphrey Bogarts van dienst vanaf hun preekgestoelte de elektronica de muziek binnenbrengen. Het mag opvallend genoemd worden dat de heren ondanks een nieuw album toch het aandeel nieuwe songs niet bijzonder hoog maken. “Rayuela”, met zijn Spaanse aftelrijmpje - en een hommage aan de in België geboren schrijver Julio Cortázar - is best een aardig nummer uit die laatste worp. Zeker wanneer Christophe Müller in de uitlopers van “Rayuela” een eerste maal zijn geweldig leuke speelgoed Tenori-On gebruikt om een clubsfeertje op te hangen.
Net zoals de groep uiteenvalt in Fransen en Argentijnen zo valt ook de verdeling binnen de groep op: terwijl de muzikanten uit Buenos Aires de echte tango doen herleven, smokkelen de Parijzenaars op ongeëvenaarde wijze de beats en andere genres de tango binnen en durven daarin tot op het lijntje gaan of er net over. De ene keer zeer geslaagd, zoals de rappers in “Mi Confesion”, de andere keer wat bedenkelijker (die Lady Gaga Bad Romance samples?).
Maar tango zou tango natuurlijk niet zijn zonder de volledige en excellente band die vanavond op het podium staat en zwaar indruk maakt. Niet in het minst Facundo Torres, de bandoneon-speler centraal vooraan op de bühne die met waarachtige melancholie “Una Musica Brutal” of “Diferente” naar ongekende hoogten stuwt. En complementair met de bandoneon: het troostende warme stemgeluid van zangeres Claudia Pannone. Ze schittert erg vaak, onder meer in het nieuwe “El Mensajero”.
Van onder hun fedora’s overschouwen de heren na afsluiter “Triptico” hun persoonlijke milonga. Hier en daar wordt in het publiek zelfs tango gedanst, tango als heftige en oncontroleerbare emotie. Een eerste bisronde van 3 nummers met daarin publiekslieveling “Santa Maria (Del Buen Ayre)” levert hun een staande ovatie op die zo fel is dat er dan toch nog één extraatje af kan in de vorm van het zeldzame “Immigrante”.
Als onbetwistbaar hoogtepunt van de dag tekent Gotan Project voor een show die weinig ruimte laat voor improvisatie maar die door de kwalitatieve en stricte regie een bijna perfect concert is. Welkom in het ‘Tango 3.0’- tijdperk!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Gent Jazz Festival 2011 – Red Snapper – Morcheeba – Daniel Lanois’ Black Dub

Gent Jazz Festival 2011 – Red Snapper – Morcheeba – Daniel Lanois’ Black Dub
Backback
Ondanks de regen die met bakken uit de lucht valt, begeef ik me naar de immer lieflijk ogende festivalsite aan de Bijloke, alhoewel dat laatste sinds de doortocht van de tropische storm gisteravond, in een lieflijk ogende modderpoel is veranderd.
Beetje uitkijken toch naar de laatste festivaldag, want niemand minder dan Blackdub sluit de boel af en zet hopelijk de tent op zijn kop. Backback heeft de eer te openen vandaag, en doet dit bij aanvang in een zo goed als lege tent. Uw man is ter plekke, al was het maar om de heren een hart onder de riem te steken. De band is mij onbekend, maar Filip Wauters (gitaar) heeft zijn strepen reeds verdiend bij heel wat andere projecten, als daar zijn The Revelaires en The Whodads. Surf, mambo en latin zijn zijn speeltjes en dat is ook te horen aan zijn gitaarspel bij Backback. Een gedurfde onderneming trouwens, met een beperkte bezetting: Filip Wauters op gitaar – Giovanni Barcella (drums) en Marc de Maeseneer (baritonsax).
Backback is een mengsel van jazz, rock en freejazz.  Niet evident en ronduit ontoegankelijk voor wie reeds in de tent is voor pakweg Morcheeba en ja zelfs voor Lanois en de zijnen. Drummer Barcella slaat er op los en lijkt me wat het cement van deze band. Stevig (slag)werk, en een stukje Italiaanse proza (eat your heart out, Jamie lee Curtis!) halfweg de set – een nummer opgedragen aan Marco Pantani – tonen dat de man van vele markten thuis is.
De Maeseneer - die in het gewone leven zou kunnen doorgaan als een kloon van Lemmy-  bespeelt de baritonsax. Zoals u wellicht weet is de baritonsax groot geworden in het populaire genre door het vele gebruik in Motownklassiekers. Morphine (meerbepaald Dana Colley) gebruikte de baritonsax als geen ander als soloinstrument en ook in Backback is het instrument van onschatbare waarde voor een lage en warme klankkleur. Morphine is in een aantal composities niet ver weg…
Backback klonk wel ok, beetje bars en wispelturig.  Wauters speelt zowel gitaar (Fender jazzmaster series voor de kenners) als baritongitaar. Op zijn twee voortreffelijk klinkende Fender Princeton amps, zorgt hij voor zowel intieme momenten als vurige en bitse uitbarstingen. Uw man kijkt alvast uit naar een vervolgconcert!

Red Snapper
Red Snapper is/was een – voor mij althans – totaal onbekende band. Dit Londens jazz, funk, jungle, triphop, hiphop en breakbeat- allegaartje heeft echter reeds een viertal CD’s uitgebracht, en voornamelijk de voortreffelijke bassist Alaister Bruce Friend (beter bekend als Ali Friend) is de drijvende kracht achter dit powercombo. Hij verontschuldigt zich voor het meebrengen van het Engelse kloteweer, en probeert er een feestje van te maken. Naar het einde van het concert toe slaagt men erin de handen op elkaar te krijgen. Een beetje magere triphop naar mijn mening, met een flauwe/fletse saxofonist die wat teveel centraal het podium domineert en die op alle mogelijke wijzen het publiek  tracht mee te krijgen, tenzij met zijn muzikaliteit.
Red Snapper heeft een sterke ritmesectie. Het ontbreekt hen aan interessante en herkenbare melodieën. Hier en daar ontwaar ik een flauw doorslagje van The Cinematic Orchestra, maar technisch gezien komende heren nog niet aan hun hielen. Triphop is niet echt meer in, of je moet het gaan heruitvinden.  Trop is teveel, en het ging dan ook gauw vervelen. Het publiek echter lustte er wel pap van. What’s next?

Morcheeba
Ja, wat gezegd over Morcheeba? Dat Skye Edwards een fan-tas-tische zangeres is bijvoorbeeld. Of dat Ross Godfrey (Fender Telecaster) een voortreffelijk gitarist is en broertje Paul als discjockey/scratcher in de band weinig tot zijn rechten komt…
Morcheeba is een tijdje dood geweest (2004) , en besloten om nu terug samen op pad te gaan en een nieuwe plaat uit te brengen. Edwards is een uitmuntend performer. De dame slaagt er zelfs in een joint uit het publiek op het podium te krijgen en …. Uiteraard door te geven. Wat doet daar men anders mee met zo’n ding? “Trigger Hippie” was het eerste herkenbare deuntje en iets minder slaapverwekkend dan alles voordien en het was wachten (geeuw) op “Rome wasn’t built in a day”, om de tent uit zijn lijden (lees: diepe slaap) te verlossen. Het is in tegenstelling tot vele concerten op deze editie van Gentjazz, niet uitkijken naar een volgend concert van Morcheeba. Het is blijkbaar moeilijk om achter iets een punt te zetten en zich daar dan bij neer te leggen. Besluit: Morcheeba is ooit goed geweest.

Black Dub
Na het zware motorongeval van Daniel Lanois en de bijhorende annulatie van de opnames en tour van zijn hele Black Dub project in 2010, is het goed toeven in 2011. De plaat ligt in de winkelrekken te blinken en één jaar na de succesvervanging door Trixie Whitley met haar special project mag zij samen met Daniel Lanois, Brian Blade en Jim Wilson terugkeren om het échte Black Dub aan het publiek van Gent Jazz te komen voorstellen.
De drie microfoons, broederlijk dicht naast elkaar vooraan op het podium zijn veelzeggend. De chemie tussen de muzikanten is zo goed dat ze samen in één grote comfort zone kunnen. Zelfs drummer Brian Blade mag zijn comfort zone af en toe delen wanneer Trixie mee achter een parallel drumstel kruipt, zelfs al in het openingsnummer “Nomad”.
Live staat Black Dub voor een licht ontvlambaar mengsel van avontuurlijke rock, dubby baslijnen, en uitbarstingen van improvisaties, dit alles met de stem van Trixie Whitley als brandpunt.
Prachtig hoe haar stem het hele spectrum aftast, nu eens vol stokkende heesheid dan weer met in lichterlaaie staande soul. “Surely” en de vooruitgestuurde single “I Believe In You” tonen een dame in grote doen en dan mag er al eens terecht chauvinistisch over haar Gentse afkomst gedaan worden. Tijdens de zachte eerste zinnen van “Silverado” kan je bijna een speld horen vallen in het publiek. Trixie’s eigen nummer “I’d Rather Go Blind” krijgt ook de Black Dub treatment en klinkt helemaal anders dan vorig jaar.
Dit alles onder het goedkeurend oog van een vaderlijke Daniel Lanois die steeds voldoende aanwezig is maar tegelijk al zijn muzikanten de kansen geeft te schitteren. Af en toe neemt hij zelf het voortouw en laat een aantal maal de ware vurige gitaargod in zichzelf naar boven komen. Verbluffend goed onder meer in de op “Slow Baby” gebaseerde improvisatie! Ook zelf solo aan de microfoon in een bevlogen versie van zijn eigen nummer ‘Fire’.
Afsluiter “Ring The Alarm” is nog zo’n onbetwistbaar hoogtepunt waarin ook drummer Brian Blade uitvoerig de kans krijgt te tonen waarom hij als één van de beste jazz-drummers van zijn generatie mag worden beschouwd. Langzaam opgebouwd, en met een aantal knetterende solo’s opgehangen aan een steeds wederkerend refrein overtreft het de albumversie op alle vlakken. Dit is niet meer buiten de lijntjes kleuren, dit is lijnen uitvegen en bakens verzetten!
Het bluesy “Sing” mag de bisronde openen en nog een laatste keer de stem van Trixie laten schitteren in harmonie met haar twee mannelijke buren alvorens met het spirituele “The Maker” het doek valt over het perfecte orgelpunt van de laatste dag van Gent Jazz 2011.

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

10 Days Off 2011: DAY 01: Boris Dlugosch, Mumbai Science & Sound of Stereo

Geschreven door

10 Days Off 2011: DAY 01: Boris Dlugosch, Mumbai Science & Sound of Stereo
… Midden juli, normaal een garantie voor mooi weer in combinatie met het beste uit de elektronica wereld. Dat eerste is er jammer genoeg niet, gelukkig is het tweede er wel! …

10 Days Off, na I Love Techno de grootste (en leukste?) elektro happening van het jaar, vindt plaats in de Vooruit in Gent.

Sigi kreeg de eer om dit jaar de 17e editie op gang te trappen! De winnaar van de Diesel-U-Music award, die er vooral om bekend staat enkel en alleen met vinyl te draaien. Zijn set begon vrij psychedelisch maar schakelde daarna over naar funky elektro, iets wat bij het publiek goed ontvangen werd. Hier en daar was jammer genoeg wel een fout in het mixen te horen. Sigi experimenteerde veel, zo ging hij onder meer van New Order – “Blue Monday” over op een loeiharde elektroplaat, een naar mijn mening niet zo geslaagde combinatie.
De set werd afgesloten met een retroplaat. We kregen een variërende set te horen, die met momenten goed was, maar vooral gekenmerkt werd door onzuivere overgangen

Mumbai Science, een ijzersterk Belgisch elektrotechno duo namen de decks over. De eerste kennismaking kwam er in 2010 met de Gold EP op Lektroluv Records. Een EP die op regelmatige basis gedraaid werd in de sets van grootheden als Erol Alkan, Boys Noize, 2 many dj’s, Crookers en Tiga. Deze jonge veulens wisten met hun energieke beats het publiek vlot op hun hand te krijgen.

Daarna was het de beurt aan Boris Dlugosh. Vooral bekend van het nummer “Never Enough” (2001), een samenwerking met Moloko frontvrouw Roisin Murphy. Een act waar ik persoonlijk heel erg naar uitkeek. Van 80’s clubmuziek tot de nieuwste elektrohypes: this man got it! Vandaag kregen we een felsmakende elektroset voorgeschoteld. Het publiek ging helemaal uit zijn dak met wat bekendere samples van o.a. Daft Punk & Chemical Brothers. Naarmate het einde van zijn 2h durende set schakelde ‘mister Boris’ over naar het iets hardere werk. Elektro werd feilloos getransformeerd naar elektrotechno. Een hele sterke set van de uit Hamburg afkomstige Boris Dlugosch, die zijn publiek 2h lang wist te boeien.

Nr.4 in de pikorde van vandaag, een man die al lang geen introductie meer nodig heeft, één van dé pioniers van de Belgische elektrowereld, Dr. Lektroluv. De man met het groene masker, tevens het brein achter het toonaangevende platenlabel Lektroluv Records. (The Subs, Sounds of Stereo). Een set met (hoe kan het ook anders) veel platen vanop het eigen label.

Ondertussen gaf de klok 6h aan. Afsluiter(s) voor vandaag was Sound of Stereo, of met andere woorden: pure raspaarden van eigen bodem. De Vooruit begon langzaam aan leeg te lopen maar daar trokken deze twee jonge helden zich niks van aan. Ze begonnen meteen met een verschroeiend tempo aan hun set. Brutale beats afgewisseld met wobble sounds en fidget, deze jonge wolven bevestigen nog maar eens dat ze bij de absolute wereldtop horen binnen de elektroscene.

De benen werden moe en dat was een signaal om na een geslaagde eerste dag, moe maar voldaan, ons bed te gaan opzoeken. Absoluut hoogtepunten vandaag waren Boris Dlugosch, Mumbai Science & Sound of Stereo. Daartegenover staat een mindere prestatie van Sigi.

Organisatie: 10 Days Off, Gent  

10 Days Off 2011: DAY 02: Jesse Rose - Simian Mobile Disco - Zombie Disco Squad

Geschreven door

10 Days Off 2011: DAY 02: Jesse Rose - Simian Mobile Disco - Zombie Disco Squad
Dag twee van 10 Days Off! … Met vandaag op het programma: Le Petit Belge & Le Cheval, Zombie Disco Squad, Simian Mobile Disco, Jesse Rose & Maxim Lany! …

Le Petit Belge & Le Cheval is een dj – producer duo afkomstig uit Gent, een thuismatch dus. Met reeds een aantal mooie referenties, (oa. Remixes voor Armand van Helden & Steve Aoki) en optredens in Spanje, Frankrijk, Zweden & Portugal gaf dit – in de gaten te houden – duo de aftrap voor dag 2. Wat meteen duidelijk was, het publiek had er vanavond erg veel zin in! Ze begonnen met goed dansbare groove en schakelden iets later met ‘Hungry For The Power van Azari & III) over naar het lichtjes hardere en donkere werk.

Het Brits duo Zombie Disco Squad (kortweg ZDS) maakte zijn opwachting in een goed opgewarmde Vooruit. Een mix van House tot Crunck, en van Miami bass tot Salsa. Elektronische muziek in een blender! De Britse heren, die releases hebben op labels als Made To Play, Sound Pellegrino, Dirty Bird & Institubes, wisten zonder enige moeite de sfeer vast te houden.

Na ZDS was het de beurt aan de hoofdact van vanavond: Simian Mobile Disco! Een garantie voor ambiance. Mijn 1e kennismaking met de eveneens Britse formatie kwam er in 2009 met het (goed ontvangen) album ‘Temporary Pleasure’. Geen tijdelijk genot, want amper een jaar later kwamen ze met een zo mogelijk nóg beter album: ‘Delicacies’. Hierop laten ze horen dat ze van alle markten thuis zijn, deze keer werd het een album met een duidelijk harde(re) sound. En hard is hoe ze hun set begonnen. Pompende technobeats die de Vooruit op haar grondvesten deed daveren! Na een goed halfuur kwamen duidelijk de elektro invloeden naar boven, progressieve techno met ingeweven elektro bleeps. Een matig tot goede set van Simian Mobile Disco met een sterk begin, een soms wat ééntoning middenstuk, maar dat werd dan met verve rechtgezet met een beresterk laatste half uur.

Vervolgens kwam (voor de 3e opeenvolgende keer) Jesse Rose, labelbaas van ‘Made To Play’ en ‘Front Room Records’. Als resident van de legendarische Panorama Bar kent Rose ongetwijfeld de knepen van het vak. In 2009 bracht hij met “What Do You Do If You Don’t” zijn debuutplaat uit. De Britse dj had voor ons een heerlijk groovende set in petto & deed zijn naam als grondlegger van de Fidget House alle eer aan. Goed dansbare beats met ‘catchy vocals’ zorgden ervoor dat niemand op de dansvloer stil bleef staan. Hier en daar was helaas wel een onzuiverheidje te horen, waarschijnlijk veroorzaakt door een technisch mankementje. Een goede beurt van Jesse Rose, al vond ik het slot te rommelig klinken.

Maxim Lany kreeg vanavond de eer om af sluiten. De Gentse dj producer van ‘We Play House’ en zijn eigen ‘Lany Recordings’ was met zijn groovy house een waardige afsluiter van dag twee.

Organisatie: 10 Days Off, Gent

I Like Trains (iLiKETRAiNS)

He who saw the deep

Geschreven door

Het Britse ILikeTrains uit Leeds maakte het ons nu wat makkelijker met de schrijfwijze van de groepsnaam. Muzikaal zijn hun spoorstellen gesmeerd met een nieuwe cd ‘He who saw the deep’, de tweede volwaardige cd van het kwartet; de mistroostige, droevige en donker bezwerende wavepostrock blijft het uitgangspunt. Ze leunen aan The National, White Lies, Interpol en hun soulmate Editors; maar in het ILT - kader kun je niet omheen Tindersticks, Nick Cave en Joy Division. De postrock van Godspeed, Explosions in the sky, Oceansize en Sigur Ros dwarrelt in hun songstructuur.
Algemeen klinken de songs toegankelijker en fascineren ze echter met een repetitieve opbouwende, meeslepende en zweverig golvende sound, dromerig en minder gitzwart; ook de verzorgde, uitgewerkte en aanzwellende soms galmende gitaarlijnen – riedels, treffende percussie en sombere toetsen bepalen de toon. Ze worden gedragen door de baritonzang en uptempo klaagzang van David Martin, kenmerkend voor dit geluid. De voortkabbelende ritmes, de broeierige spanning  en het bedwelmende geluid zijn het sterkst op “A father’s son”, “Sea of regrets”, “Doves” en de titelsong. Tav oudjes “A rookhouse for Bobby”, “Voice of reason” en “Terra nova” van het debuut klinkt de nieuwe plaat minder intrigerend, maar de band overtuigt voldoende voor een eerbaar plaatsje binnen de wavepop.  

Lykke Li

Wounded Rhymes

Geschreven door

Twee jaar terug werd de Zweedse schone Lykke Li (Zachrisson) ingehaald als één van de nieuwe opkomende sensaties binnen de electro . Tot op zekere hoogte  … Het debuut ‘Youth Novels’ had een handvol leuke electropopsongs die naast de groove elektronicabeats zorgden voor sfeerschepping, “Breaking it up”, “Everybody but me” en “Dance, dance, dance”. Technisch vernuftig zitten haar songs wel in elkaar en binnen het genre probeert ze het boeiend te houden door voldoende variaties aan te bieden, gelinkt aan indie, dromerige soms donkere trippop en semi-akoestisch materiaal, gedragen door haar hemelse, kinderlijk aandoend stemmetje, die na verloop van tijd wat kan irriteren.  Maar bon, opnieuw een handvol leuke songs vinden we terug als “I follow rivers”, “Rich kids blues” en “I know places” . De ‘60s style van een ‘My boy lollipop’ dringt door op “Sadness is blessing” en “Silent my songs”. Een gelaagd en geslaagd plaatje , maar het biedtt geen toegevoegde waarde!

Pagina 676 van 881