Labadoux 2011: zaterdag 7 mei 2011
AN ERMENIG
Een streepje Bretoense muziek is altijd mooi meegenomen. Sedert Alan Stivell in de seventies een wereldster werd met zijn Keltische harp, zijn we verkocht aan de muziek uit het land van Asterix en Obelix.
De groep bracht dansen uit het heel Bretagne, maar uitleg over de danspassen hoefde niet. Een kleine kern dansers was goed op de hoogte van het vereiste voetenwerk. Ze bleven hardnekkig meedansen met de nummers waarvan we u de titels zullen besparen. Daarmee kregen we niet alleen harp en doedelzak of bombarde te horen. We kregen ook nog een gratis schouwspel bij. Met dank aan de dansers die in het zweet ‘huns aanschijns’ de augustustemperaturen trotseerden.
CAMAXE
Migual Allo begon met de aankondiging dat de tijd voor het concert beperkt was en dat hij niet veel uitleg zou geven. Aangezien dit in het Spaans gebeurde, was daanra waarschijnlijk niemand rouwig om. Met de typische doedelzak van Galicia kreeg de kleine energieke Spanjaard de hele tent in zijn ban. Soms deed het wat denken aan Hevia. Toch vertelde hij tussendoor honderduit. Gitarist Filip Lambrechts vertaalde telkens kort (voor zover hij het zelf begrepen had ...). Zo begrepen we dat het nummer “Stem van de zee” over het voortbestaan onze planeet ging. In Galicia, in het noorden van Spanje, kunnen ze van milieurampen meespreken sedert het zinken van de Prestige, bijna 10 jaar geleden.
Voor elk concert nodigt Camaxe een zangeres uit, een keuze die maakt dat elk concert een uniek accent krijgt. Dit keer was dit de bevallige Montse Ogando, die een mooie ballade bracht in ¾ maat.
LIGHTNIN’ GUY
Toen wij de pubtent betraden was de Belgische bluesman al bezig met een fantastische versie van “Voodoo Child” toen de geest van Jimi Hendrix roet in het eten kwam gooien. De stroom viel uit en zowel Guy als zijn gastzangeres Aminata Seydi uit Senegal zaten in het donker en het werd stil... Na een tweede mislukte poging, kwamen ze met de voltallige groep op het podium en gaf Aminata een prachtige versie ten beste van “Take me to the river” (van Al Green of voor het jonge volkje van de Talking Heads). Daarop volgde “Ain’t No Sunshine” (van Bill Withers en 144 covers) waarin plots een stuk “No woman no cry” van Bob Marley doorklonk. Gelukkig bracht deze geest geen nieuw panne want de soul bleef in de tent met “Papa was a rollin’ stone” van de Temptations gevolgd door een ode aan Luke Walter Jr. Van Blue Blot: “Who is she...”
Lightnin’ Guy haalde slide-gitarist Marino Noppe van achter de coulissen en we doken weer de blues in. Met Guy op harmonica werd het “Boogie Time” en de dansvloer stond vol “doing the Hip Sake Baby”. Bliksemse Guy had de hele tent intussen bij de strot en gaf nog een lesje in verleiden, dat hij van Sklim Harpo had: “If you meet a woman, don’t talk too much, you only have to find her rythm” en “If the man is a harp, the woman is a guitar!” Daarop volgde een solo van Marino. Ze hadden de smaak goed te pakken en gaven nog twee bisnummers. “Ze moeten anders maar de prieze uittrekken” sneerde Guy nog eens goedlachs...
MORRISON TRIO
Na de ruige blues waren de drie Schotten een verademing om op het grote podium van de concerttent. Fred Morrison is één van 's werelds meest bekende doedelzakspelers. Hij bespeelde op Labadoux vooral de Ierse ‘Uilleann pipes’. Niet voor niets wordt hij ‘the Jimi Hendrix of the pipes’ genoemd. Terwijl hij in de jaren ’90 deel uitmaakte van de groep Capercaillie, speelde hij ook de muziek in voor de film ‘Rob Roy’ met Liam Neeson en Jessica Lange in de hoofdrollen. Met een stem als die van de bekende schot Billy Connolly en invloeden uit alle windstreken, maakt hij een mengsel van jazz en folk. Op het einde van het optreden speelden ze een opzwepend ritme dat steeds verder opgedreven werd tot de handen van het publiek roodgloeiend stonden. Een verdiende ovatie volgde!
DOUGIE MACLEAN
Als we een man solo op een groot podium zien staan, gewapend met enkel een gitaar, dan hebben we altijd bij voorbaat sympathie voor de eenzame bard die het publiek gaat bespelen. Dougie Maclean kon dit als de beste. Zijn bindteksten duurden smos even lang als zijn nummers en toch verveelde hij geen minuut. Zoals bij het nummer “Talking to my father”: hij vertelde hoe zijn vader tegen het eind van zijn leven in een stadium gekomen was dat niets hem nog wat kon schelen en tegen iedereen fucking honest was. Iedereen die hij niet mocht, kreeg dat meteen te horen.
Toen zette hij een mondharmonica in een brace, niet omdat hij zo’n virtuoos is op dit instrument –zoals hij zelf zei- maar omdat hij één van Dylan is. Na een verhaal over een Schots eiland zonder bomen waar hij de natuurelementen kan voelen, werd het tijd om weer eens mee te zingen: “I feel so near to the howlin’ of the wind, to the crasgin’ of the waves, to the flowers in the field”. De tent zong gewillig mee en zelfs toen Dougie er het zwijgen toe deed, klonk het refrein verder uit honderden Vlaamse kelen. “Belgen zijn de beste zangers.” Vond hij...
Met de onlangs afgelopen Schotse verkiezingen kregen we nog een verzuchting naar onafhankelijkheid mee: “We got rid of the dead head politicians”. “Caledonia” werd de afsluiter. Was dit een hint voor de Belgische politiek?
MUTEFISH
Op de Oosterse tapijten in de foyer kwamen enkele twintigers doorleefde folk spelen. Mutefish is een vijfkoppige band uit Dublin, Polen, Litouwen en Oekraïne. Het leken ‘The Young ones’ wel uit de Engelse serie met een hippie en een punker zij aan zij. Een fluitsolo met enkel een ritmesectie sneed door merg en been. Jigs en reels volgden elkaar in snel tempo op. Geen bindteksten, enkel retestrakke muziek. Op zondag kwamen ze voor een groter podium in de pubtent.
BLACK PROPHET
Dit kan alleen op Labadoux: slechts vijf minuten wandelen over de ‘peloeze’ en je komt vanuit Ierland terecht in Jamaica. De reggaeklanken passen perfect bij de tropische temperaturen. Maar Black Prophet is een Ghanees die in Accra, de hoofdstad zijn geluk zocht en vond. Hij werd al op vijftienjarige leeftijd zanger en voorman van de reggaeformatie Vibration Boys. Zijn laatste album ‘Prophecy’ is gevuld met Roots Reggae, traditionele Afrikaanse invloeden en positieve lyrics. Zowel in de pubtent als op de peloeze werden de tropische klanken gesmaakt!
MOYA BRENNAN
Met een zeskoppige band stond het podium van de concerttent weer vol. Prominent vooraan: twee Keltische harpen. Dit werd één van de toppers worden van Labadoux. De stem van Clannad bracht afwisselend bekend en (voor ons toch) minder bekend werk. Wie de pure folk verkiest, zal de synthesizerklanken misschien minde kunnen smaken. Maar de Romeinen wisten al dat over smaken niet te twisten valt. De Kelten misschien niet?
In ieder geval kregen de fans waar voor hun geld. Ze had het publiek reeds horen zingen bij Dougie Maclean en kreeg ook haar zin: een zingende tent aan haar voeten. “Theme from Harry's Game”, “She moved through the Fair” zijn maar enkele van de vele nummers die Moya Brennan bracht.
ARID
De afsluiter van de zaterdag was opnieuw een grote Vlaamse naam. Jasper Steverlinck en de zijnen deden wat het publiek van hen verwachtte. Ze speelden een strakke set en honderden kelen brulden de gekende nummers mee. Zoals de avond ervoor bij Gorki waren de stoelen in de eerste helft van de tent weggehaald. Zo kon het jonge volkje lustig rondspringen en meehossen op de tonen van de rockmuziek.
Net zoals in Dranouter wordt stukje bij beetje de folktraditie losgelaten door het populaire genre te programmeren op de late avond. Het is een wandeling op een slappe koord om een gevarieerd aanbod in evenwicht te houden met de financiën. Wij zullen ons dan ook niet mengen in dit debat waar teveel verschillende meningen met elkaar botsen. En mochten de organisatoren zomaar kiezen wie ze willen, zonder op gages te laten, wie zouden ze dan programmeren. Die vraag stellen we volgend jaar eens...
Neem gerust een kijkje naar de pics
Organisatie: Labadoux, Ingelmunster