Remember de nineties …Laat ons niet vergeten dat we in de eerste jaren van de nineties beheerst werden door het fenomeen Britpop. De ‘mania’ van Blur, Oasis blijft helder in het geheugen gegrift. Britse popmuziek was ‘hype’ & ‘hot. The Stone Roses, Radiohead, Manic Street Preachers, PJ Harvey en Garbage …Met een donker randje hadden Toni Halliday’s Curve en Suede onmiskenbaar een bepalende invloed. En op hun beurt lanceerden ze bands als Placebo en Elastica…En Ohja, laat ons de heropleving van de huidige waverock, nu hot topic, niet vergeten …
Suede draaide rond het duo Brett Anderson – Bernard Butler (nota bene in ’94 uit de band gezet!). Naar muziek, pose en uitstraling refereerden ze aan de ‘70’s opwindende poprock, gekruid van glam en wave. T-Rex, Echo & The Bunymen en The Smiths borrelden op en het Briticoon kreeg dan ook terecht de gelijkenis met David Bowie opgezadeld. De ‘Suedemania’ was een feit …
Suede werkte naar een uitgebalanceerde, fijnzinnige sound met orkestraties wat de sfeer geladener maakte in de zin van dramatiek, pathos en (pretentieuze) bombast.
Anderson hief de band op, ondanks de puike comeback cd ‘A new morning’; Vijf cd’s hadden ze in totaal uit, ze debuteerden zeventien jaar terug, en brachten de succesvolle drie-éénheid ‘Suede’, ‘Dog man star’ en ‘Coming up’ uit. De klemtoon kwam vanavond op dit werk. De daaropvolgende vierde ‘Head music’ (de minste!) en het vervolgverhaal ‘A new morning’ kenden de minste respons, en live werd er maar sporadisch uit geput.
The Tears van Anderson werd een misplaatst avontuur (ook al maakte gitarist Bernard Butler, Suede man van het eerste uur, deel uit van de band!).
Tot slot waagde hij zich solo. Hij presenteerde zich als een sing/songwriter die intieme liedjes met klassieke arrangementen van diepgang voorzag. Mooi alvast, een volgende stap in mans oeuvre, maar die het vuur misten van de Suede-nineties …Trouwens, hij was begin het jaar nog te zien met in de Trix, waarbij live de songs een stevige push hadden …
Een poos terug was er een éénmalige reünie. De vijf heren vonden elkaar wel en waren vertrokken om Suede opnieuw op te poetsen. Enthousiast, levendig, vurig, uitzinnig, krachtig, explosief, strak, losjes, pathetisch, hartverwarmend, hartbrekend en bij het nekvel grijpend werden woorden op hun plaats. Opvallend veel 90-kids generatie voor het optreden … Waar vroeger al eens sleet zat op de live formule, is de lont ontstoken voor een tweede leven. Anderson en co waren geweldig. Anderson zorgde ervoor dat de band tussen hem en z’n fans ‘close’ was, hij ging en huppelde van de ene naar de andere kant, schudde handjes en maakte verschillende knievallen om de sound elan, kleur en emotie te geven. Pittig, gedreven en gevoelig.
Na de matige set van Spirals, dertien-in-een-dozijn pop, werden we net vóór de gig van Suede opgehitst door “Bodies” van de Sex Pistols, die door de boxen knalde. Op de meeslepende opener “This Hollywood Life” kronkelde Anderson als vanouds rond z’n microstatief, zette allerlei sensuele pasjes en zwaaide met de armen; de lichaamstaal onderhield de band met z’n publiek. En dat was nu nét die gevatte pose en uitstraling die ‘em vroeger deed … en nu nog steeds … Vooraan probeerde men hun idool, hun halfgod te voelen, te ruiken en aan te raken. Qua vocals had hij niks ingeboet. De helder indringende vocals vormden de kapstok, zoals we al eerder hoorden op de Post-Suede projecten.
Een gemotiveerde band, een directe aanpak en een strak tempo dus, die we verder hoorden op “She”, “Trash” en “Filmstar”, die de T-Rex glamrock niet schuwde. Jawel, ze hielden er de vaart in op deze songs en op de classics “Animal nitrate” en “We are the pigs” deden ze hun instrumenten afzien. Halverwege de set hoorden we de fijne subtiliteit van “By the sea”, ingetogen, rustig en pakkend, bepaald door een pianotune. Een glimp naar het latere materiaal was er met “Can’t get enough” en “Everything will flow”, die een intens broeierige draai kregen. Ook de minder gekende “To the birds” en “Killing of a flashboy” ( beiden b-kantjes) waren boeiend.
Stemmingen werden afgewisseld, met de typische Suede kenmerken als weleer, intens opbouwende rock, een gepaste galm en pathos, een overtuigende, gepassioneerde stem en emotionaliteit uitstralen, zonder in bombast te vervallen; “The asphalt world”, “Metal Mickey”, “The wild ones” en “The new generation” volgden.
“Love comes over Brussels” prevelde Anderson, inderdaad, iedereen haalde z’n hartje op het besluitende “The beautiful ones”, waarvan het refrein luidkeels werd meegezongen.
”We don’t usually play encores”, maar met plezier maakten ze een uitzondering tijdens de reünie, het kitscherige, ingetogen “Saturday night” bracht de elementen samenhorigheid,
hart - breken & -verwarmen samen. Het publiek genoot ervan en kon een laatste maal de hand reiken aan hun halfgod van de ‘90s Brett Anderson.
Ok, Suede mocht nog een paar classics spelen hoor, als “The drowners”, “Electricity”, “She’s in fashion” en “Positivity”, maar tevreden keerden we alvast naar huis van een band die hier speelde als in de topdagen, die we op hun hoogtepunt zagen in de Hallen Van Schaarbeek en zagen afsluiten in de AB. Wat een time-out kan opleveren, nietwaar …
Neem gerust een kijkje naar de pics
Organisatie: Live Nation