logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Enter Shikari -...
Zara Larsson 25...
Johan Meurisse

Johan Meurisse

donderdag 17 februari 2011 01:00

Speak Now

Je hartje smelt toch wel even als je de jonge deerne Taylor Swift aan het werk ziet en hoort; tja, een beetje als Joss Stone hé. Terwijl Joss zich manifesteert binnen de broeierige soulpop, klopt de jonge Amerikaanse aan bij de countrypop. Haar roots in Nashville zullen wel aan de basis gelegen hebben. In eigen land is zij een grote ster. In Europa is er nog niet zo’n vaart en moet het wat loslopen. De derde cd ‘Speak now’ kan helpen. Hoedanook moet Europa ontdekt worden, met de hoop heel wat vaste trouwe fans te winnen.
We horen melodieuze, lichtvoetige, sfeervolle country/americanapop, ondersteund van vioolpartijen en orkestraties.
Vier singles verschenen er al, “Mine”, “Mean”, het liefdesliedje “Back to December” en de titelsong, die een precieze weergave vormen van de plaat. Onmiskenbaar zijn Dolly Parton, Emmylou Harris en Shania Twain haar inspiratiebronnen.
Onverwachts kaapte ze met de vorige cd ‘Fearless’ een paar American Music Awards ten nadele van Beyoncé. Intussen is die kleine countryzangeres een grootse meid geworden, klaar om Europa warm te maken en te veroveren met haar hitgevoelige, warme countrypop.

donderdag 17 februari 2011 01:00

Record Collection

Record Collection - Mark Ronson and the Business Intl
Mark Ronson heeft al een ferme cv! Hij brak door als producer van Christina Aguilera, Lily Allen, Amy Winehouse en Robbie Williams. En wist met een coveraanbod op de eigen cd ‘Version’ te overtuigen; hij doopte elf song om in eigen versies, plaatste Amy Winehouse in de spotlights (luister maar eens naar de song “Valerie”!) en voorzag de nummers van een fikse scheut ‘50’s style. Hij houdt er een eigen originele kijk en aanpak op na!
De Britse Amerikaan is nu terug en heeft probleemloos een waslijst artiesten kunnen bereiken om z’n songs in te zingen. Zelf zong hij de refreintjes in die het geheel catchy en onweerstaanbaar maken. Hij integreert op groovy aanstekelijke wijze pop, soul, funk en hiphop en brengt de klemtoon op synths en psychedelica, vooral op de tweede helft van de cd. De paar instrumentals zijn mooi meegenomen.
Op ‘Record Collection’ vinden we geen covers. Het is lekker in het gehoor liggend materiaal, die de dansspieren aanspreekt en ons doet wegdromen. De eerste songs zijn bijzonder sterk: “Bang bang bang” en “Lose it t in the end” met rappers Q-Tip en Ghostface Killah (die vroeger al meewerkten) en “Somebody to love me” (met o.m. Boy George en Andrew Wyatt (van Miike Snow). Party People songs!
Dan nemen de synths het voortouw en klinkt trip- en hippop door , “You gave me nothing” en de titelsong “Record collection” (met Wiley en Simon Lebon). Verder komen Cee-lo Green, d’Angelo, rapper Pill en het London Gay Men’s Choir langs en neigt Ronson naar Gorillaz.
Ronson tapt uit vele vaatjes die ons doen meedrijven, het aangenaam, ontspannend houden en richting dansvloer gaan.
Goed geslaagde plaat opnieuw!

dinsdag 22 februari 2011 01:00

Janelle Monae – Interactief spektakel!

Mensen, de slechts 24 jarige Amerikaanse zangeres Janelle Monaé is bijzonder knap live … Zij zingt, rapt, danst en springt. Ze biedt een prachtig uitgewerkt vindingrijk concept van muziek, spektakel en theater, dat aanstekelijk werkt op de dansspieren … een sprankelende cocktail van soul, r&b, pop, rock, hiphop, jazz en p-funk, rijk geschakeerd en op plaat aangevuld met klassieke orkestratie, gospel en koormuziek. De dame creëert vele sferen, die onderhuids naar de vaudeville ruiken, en live voor 1 groots dampend feestje zorgen. Ze refereert hier aan James Brown, Funkadelic, Jackson 5 (die ze net vóór het optreden speelden), Stevie Wonder, Prince, Outkast en de debuterende Leela James van enkele jaren terug (waarvan we nu niks meer horen). De iconen Nina Simone, Grace Jones en Nona Hendrickx zijn terecht op hun plaats.

Ze beschikt over rasmuzikanten, die bezeten te werk gaan. Nergens klinkt het overdreven. Ze houdt het leuk en de set is meer dan boeiend door de kostuumwissels, confetti, ballonnen en filmfragmenten. Fragmenten die vooral te situeren zijn naar de ‘Metropolis’ van Fritz Lang en het levensverhaal van Cindi Mayweather presenteren, die op de hoes staat te prijken en die vanavond in de “Ouverture” haar verhaal deed. Monae is van plan vier ‘Suites’ uit te brengen en is met ‘The archandroid’ aan ‘Suite II’ & ‘III’ toe. Eerder debuteerde ze met de eerste ‘Suite - the chase’. Wat er verder van verhaal aan is, laten we in het midden … 
Interactief spektakel zagen we, een MC ceremoniemeester warmde en hitste het publiek op, en na het verhaal van de dame op de hoes, vlogen en sprongen de groepsleden in een even mooi uitgedost ceremoniekledij het podium op. Monae met haar backing vocalistes zaten eerst verdoken achter capes en maskers. Er viel op het podium heel wat te beleven om het publiek te entertainen en ze staken meteen het vuur aan de lont.
Een adembenemende, dynamische start kregen we met de drie eerste songs van haar plaat “Dance or Die”, “Faster” en “Locked inside”. Wat een opbouw, intensiteit en groove. Ze had het publiek onmiddellijk naar haar hand en de sound werkte aanstekelijk. Iedereen kreeg ze aan haar lippen met de breekbare, intieme cover “Smile”, gedragen door gevoelig gitaargetokkel, haar glasheldere, overtuigende stem, spaarzaam begeleid door synths en eindigend in een gospelversie. Indringend, emotievol, om kippenvel van te krijgen. Deze dame heeft nogal wat klasse in huis.
Talrijke attributen werden bovengehaald op “Sincerely, Jane” en “Wondaland”, die aan Wiz Stars’ “Brand new day” deden denken. Eén en al lof waren we over het live gebeuren van dans en muziek.
De psychedelica drong meer door in het daaropvolgende materiaal “Mushroom & Roses”/ “Oh maker”. De instrumenten hadden meer ruimte en van die gelegenheid maakte Monae gebruik om op groot doek een schilderij te maken en had ze ook nog de tijd aan haar kapsel te werken. De hitpotentie van “Cold war” en “Tightrope” bewaarde ze op het eind. Het refrein werd luidop gescandeerd. Het feestje in de Bota maakte ze compleet met een uitgebreid stomende versie van “Come alive/ The War of Roses”; de instrumenten namen hier het voortouw; de song klonk intrigerend, uitzinnig en kreeg elan door meezingbare “lala’s”. De totale muzikale gekte was fascinerend en bleef beheerst. En dan … floep … was het feestje gedaan en Jimi Hendrickx “Purple haze” knalde door de boxen. Een acapella outtro volgde en één van haar fans, die haar vraag juist beantwoordde, kreeg het schilderij mee!

Deze jonge Amerikaanse is niet onopgemerkt Brussel gepasseerd en kan op de festivals onze zomer kleuren. En waar kan het kleurrijker dan op Couleur Café, niet?!

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Botanique, Brussel

donderdag 17 februari 2011 01:00

The National – Eén woord: Klasse

The National leerden we een kleine zes jaar terug kennen met de cd ‘Alligator’. De band uit Brooklyn, NY, heef intussen in hun tienjarige carrière vijf platen  uit. Ze rijpen met de tijd … je ziet en hoort het niet vaak … ‘The Boxer’ (2007) gaf al de voorzet en met de vorig jaar verschenen ‘High violet’, kon het kwintet met de prachtiger donkere swampy waverocker “Bloodbuzz Ohio” definitief doorbreken naar het grote publiek. The National is de band rond de as van de Devendorf broers en Matt Berninger.
De band brengt subtiel uitgewerkte, hartverwarmende songs, die een onderhuidse spanning en donkere dreiging van Joy Division, Interpol en Editors hebben, bepaald door een breed instrumentarium van gitaren, toetsen en viool en kleur gegeven door blazers; live krijgt het materiaal een stevig randje mee, gedragen door de bariton zang van Matt Berninger. Dat konden we al zien bij hun vroegere optredens en hun gig op Pukkelpop (en voor de anderen in november ll in een snel uitverkochte AB!). Ze speelden een verschroeiende set door de slepende, opbouwende, aanzwellende songs, aangevuld met een blazerssectie, die de songs van een zwart korrelig randje voorzagen. Een gig, bezield en vol overgave, zonder spektakel of pose, gewoon van goede artiesten …

… En kijk, na vanavond heb ik daar eigenlijk niks aan toe te voegen Zij stonden er live, zondermeer! Berninger vervulde met z’n band een glansrol, die onder de indruk was van de ferme belangstelling.
Een uitverkocht Vorst Nationaal onderging The National, die nu een nieuwe status toebedeeld kreeg en een plaatsje tussen de groten inneemt. Meer dan anderhalf uur lang hield de band ons vastgekluisterd met hun bezwerend materiaal, één voor één klassesongs van herfstige pop, rock, americana, folk in een ‘80s wavekleedje. En Berninger kan er een schepje bovenop doen, hij pept zichzelf op, klapt in de handen, nipt aan z’n glaasje wijn, overschaduwt z’n publiek en rekent af met z’n tekstvellen en demonen, wat de songs zeggingskracht en diepte geven. En hij prijst België voor de support doorheen de jaren. Full respect dus!
De klemtoon kwam op de laatste drie cd’s, ‘The Boxer’ en ‘High violet’ als rode draad.
Meteen werden al een paar prijsbeesten gespeeld, de singles “Anyone’s ghost” en “Bloodbuzz Ohio” en “Mistaken for strangers” van de vorige cd zaten vooraan in de set; songs met hitsige, vinnige en slepende ritmes en een broeierige spanning en opbouw. Wat een emotionaliteit straalden ze uit.
Ook de daaropvolgende songs “Secret meeting”, “Slow song”, “Squalor Victoria” en “Afraid of anyone”, behielden die intensiteit en klonken gedreven, stomend en heerlijk. Berninger slaagde er vocaal in van zich af te bijten. Het sfeervollere materiaal zoals “Conversation 16”, “Lemonworld”, “All the wine” en “Lit it up”, die midden de set zaten, hadden een krachtiger staartje. “Sorrow”, het meest pakkende nummer, was letterlijk doordrongen van pijn en verdriet. Het oude snedige, dynamische, nerveuze “Abel” gaf de aftrap van de spannende finalereeks, een happier klinkend “Apartment song” en de genadeloos opbouwende “England” en “Fake empire”, die wel eeuwig zouden kunnen duren …
De band werd gestuwd naar de bis, overtuigden en bevestigden met “Mr Novembre” en sterke versies van “Runaway” en “Terrible love” van de huidige cd. De band verbaasde en verraste ons nog meer, toen Matt plots aan de andere kant van de zaal stond te zingen.
Het haardvuur knetterde op het afsluitende “Vanderlyle crybaby geeks”, zonder versterking en micro’s gespeeld, en gezongen, geroepen uit volle borst. Het refrein werd zachtjes door het publiek ondersteund. Chique!

The National: Mooi, wondermooi, schitterend en groots met klasse ... Woorden terecht op hun plaats … Het hoofdpodium van de zomerfestivals lonkt …
Na zo’n meeslepende intensiteit is de band op z’n hoogtepunt en op z’n limiet …Wat nu? is een terechte vraag die rijst, maar laat ons nog even (na)genieten van de goede wijn die The National serveerde …

De support Sharon Van Etten behoort tot het vriendenclubje van The National. Haar dromerige, sferische indiepop met een rauw randje tikt tegen tegen het geluid van PJ Harvey, Mazzy Star en Geraldine Fibbers. Een gewaagde balans tussen toegankelijkheid en experiment, die op het grote podium de aandacht deed verslappen, maar in de kleine clubs aanstekelijk kan werken … Afwachten dus …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Live Nation

donderdag 10 februari 2011 01:00

Black City

Toepasselijke titel voor de plaat, want de Texaan brengt een donkere, zwarte toon in die electropopgroove en soundscapes. En met een even donkere stem, die soms uit de bocht durft te gaan en weird kan klinken, zoals we het kennen van Liars, dan wordt het helemaal spooky! Onderhuids is er de terechte referentie naar Brian Eno/David Byrne en Talking Heads . Vooral op “Shortwave” en “More surgery”.
De eerste songs “Honey”, “I can’t feel” en “Little people” zijn de barometer door de traag slepende,  repeterende ritmes en het broeierige, kosmische karakter. Toegegeven, niet alle songs houden die aandacht, zijn even intens en raken, maar het levert wel donkere, beklemmende elektronische popliedjes op. Hoewel hij al een paar platen uitheeft, was dit voor ons alvast een eerste aangename kennismaking!

Een charmante, opwindende, frisse, speelse en emotievolle indiefolkavond stond geprogrammeerd met een fijne double bill Broken Records (Sco) en Freelance Whales (Usa).

Vooral de eerste Broken Records kan een doorbraak forceren, gezien zij de sterkst rakende nummers hadden, het nauwst leunden aan The Arcade Fire en zich met gemak plaatsten naast Noah & The Whales, Sons & Daughters, Frightened rabbit, Wild Beasts en tot slot invloeden haalden van The Waterboys, Belle & Sebastian en The Frames.
Ze zijn een uitgebreid collectief bepaald door de broers Sutherland (zang/gitaar en viool). Zij zijn de muzikale kapstok en geven de intimistische, dynamische en warm opbouwende songs elan, mooi ondersteund en aangevuld van piano/toetsen en een verdwaalde blazer. Het charismatische gezelschap heeft twee cd’s uit, ‘Until the earth begins to …’ en ‘Let me come home’, verhalende songs over ‘vertrekken’ en ‘thuiskomen’. Ze zijn subtiel uitgewerkt, zijn spaarzaam begeleid of ze zwellen aan. Ze boeien door de tempowisselingen en de verrassende soms zwierige wendingen. De leden geven ruimte aan de instrumenten en wisselen dikwijls van instrument, wat wel een beetje typisch is voor dit genre muziek.
Ze herinnerden zich hun vorig optreden nog voor drie man en een paardenkop, maar op anderhalf jaar tijd hebben ze zich sterk gemanifesteerd en van zich afgebeten. Want de Rotonde was aardig volgelopen. Zanger Jamie bedankte z’n publiek en was behoorlijk onder de indruk van het warme onthaal. De vriendelijkheid en de geborgenheid voelden we in het vakkundig variërende songmateriaal als “Wolves”, “Leaving home”, “Lies” (ergens geïnspireerd op J Brel), ”Promise”, “Home”, “Motorcycle boy reigns” en de titelsong van de eerste cd. Bezield en vol overgave gingen ze te werk. Sommige van die nummers werden sober ingezet, zwollen aan om dan helemaal gevoerd te worden door de band. Overtuigend concert en een te koesteren band!

Op het NYse kwintet Freelance Whales was er al wat volk naar de bar getrokken. De band pint zich vast op indierock en kenmerkt zich door de samenzang en een instrumentarium van banjo, mandoline, synths, klokkenspel en een speciaal orgel (half synth – half draailier, een balgorgel lees ik dan). Hier horen we Los Campesinos, Fanfarlo, Le Loup, Belle & Sebastian, Mumford & Sons en Local Natives. Ze debuteren met ‘Weathervanes’ en speelden troeven als “Generator”, “Hannah”, “Enzymes”, “First floor”, “Location” en “We could be friends” … Frisse, leuke, opwindende, broeierige  songs met een gevoelig, dromerig en psychedelisch randje, speels en enthousiast. Vooral de afwisseling van de instrumenten, het klokkenspel en een samenzang uit volle borst van 4 heren en 1 dame onder het commando van Judah  Dadone waren het handelsmerk.
Een goede set, goede songs maar die net niet konden tippen aan de intense opbouw en variatie van Broken Records, die die avond alvast meer zieltjes had gewonnen!

Opener van de avond was de jonge Luikse Belleclose, die alleen in een felrood kleedje met een akoestische gitaar de aandacht opeiste. Ingetogen materiaal en een stem die een rauw randje kon hebben, wat haar bracht tussen Michelle Shocked, Suzanne Vega, PJ Harvey en de huifige rits vrouwelijke sing/songwriters van het folkgenre. Hier sprong Britney Spears’ “Toxic” er uit! Deze jonge dame zien we zeker nog terug …

Organisatie: Botanique, Brussel

donderdag 03 februari 2011 01:00

Teenage dream

Een paar jaar terug was Katy Perry het nieuwe tieneridool. Ze debuteerde met ‘One of the boys’ en scoorde al meteen twee nummer 1 hits “I kissed a girl” en “Hot’n cold”. Met gemak plaatste ze zich naast vroegere idolen Lily Allen, Avril Lavigne en Kelly Clarkson. Hitparadepop met een paar fijne rockers, stampers en sfeervolle hand-in-hand pop. Een getalenteerde gevoelige rockbitch werd ze toen omschreven. Op het podium bracht ze het er nog aardig van af, maar de set kon in z’n totaliteit onvoldoende beklijven.
Ze is er ondertussen 25 geworden, gelukkig getrouwd en is op talrijke shows en events te zien en te horen. Een grote Amerikaanse dame die al aan de schouders trekt van Madonna, Kylie Minogue, Lady Gaga, Britney Spears, Christina Aguilera en Rihanna.
Katherine Hudson, een kleine Queen of Pop, heeft opnieuw een handvol luchtige, sfeervolle en hot’n’juice pop klaar, die wat meer state-of-art (hitech) electropop bevatten. Vooral van de eerste songs kunnen we gezellig genieten en dansen, “Last friday night”, “California gurls (met Snoop)”, “Firework”, “Peacock” en de titelsong. Muzikaal als vocaal klinken deze nummers goed: opzwepend, dansbaar, ondeugend en altijd goed voor een feestje.
Dan valt de cd wat in elkaar … een beetje dertien–in-een–dozijn nummers, die dan terug opflakkeren bij “Pearl” en het ingetogen “Not like the movies”. De daaropvolgende remixen zijn een hapklare brok voor de jongere generatie!
Al bij al een geslaagd album, die niet echt verrassingen biedt!

donderdag 03 februari 2011 01:00

Barking

Net als hun ‘90s spitsbroeders, The Chemical Brothers in het dancelandschap, zullen Karl Hyde en Rick Smith van Underworld geen nieuwe, jonge zieltjes winnen, daarvoor is hun muziek te weinig dancefloor kill gericht en spelen ze niet echt meer in op de huidige ontwikkelingen van de dance, dubstep, retro acid enz.
Het album heeft wel iets mee van die huidige muzikale aanpak van de Brothers, behalve dat zij bouwden op een handvol producers. We houden nog steeds van die opbouwende, trancegerichte, zalvende, dromerige groovy beats en pop, die af en toe krachtiger durft te gaan, doordrongen van dubstep, drum’n’bass, psychedelica en allerhande bleeps en geluidjes. Hun handelsmerk vergt wat meer luisterbeurten, intrigeert, doet ons wat zweven en prikkelt de dansspieren.
Een aannemelijk album door songs als “Always loved a film”, “Scribble” en “Grace” die een sfeervolle wave bevat. Verder wordt de plaat aangevuld met enkele (soundscape) instrumentals.
Underworld heeft een goede plaat uit … voor het eigen publiek van dertig- en veertigers  … maar hier staan de jongeren niet echt meer voor te springen …

De Rewind concerten van de jaren ’80 Belgische bands zitten in de lift . Vóór Arbeid Adelt hadden we al succesvolle gigs van o.m. The Scabs, Neon Judgement, The Kids en een gevolg van Channel Zero’s rewind was een reünie. Mooi he!
Arbeid Adelt werd opgericht in ’81 onder Marcel Vanthilt (alias Max Georg Alexander) en Jan Van Roelen (alias David Salamon). Een handvol (soms obscure) singles en drie platen noteerden we, de ‘Jonge Helden’ EP, ‘Le chagrin en quatre-vingts’ ‘(83) en bijna tien jaar later ‘Des Duivels Oorkussen’ (’91).

Dertig jaar later was het wel leuk om samen met het iets latere groepslid Luc Van Acker en gastmuzikanten Willy Willy (The Scabs) en Dani Klein (Vaya Con Dios) nog eens op een podium te staan. Spontaan, ontspannen en doordacht moest het allemaal zijn, want de Nederlandstalige minimal wave & elektropop van Arbeid Adelt had een anarcho- absurdistisch karakter en was gekend van z’n vrolijke chaos.
Marcel kan z’n ervaring van tv, veejay en entertainer niet wegsteken. Een hyperkineut, een spraakwaterval (de link met Bart Peeters is gauw gelegd!) die graag prikjes uitdeelt (o.a. over de Belgische politiek en de Natalia’s van deze tijd), grappige weetjes vertelt en leuk intervenieert ...

Oude helden werden geëerd dus …  Arbeid Adelt deelde z’n set op in ‘Jonge Helden’ en een ‘Retrospectieve in 625 lijnen’.
De songs werden even chronologisch als op de EP gespeeld, meer doordrongen van dreigende wave, denderende beats en verwaaide saxpartijen. Opener “Ik sta scherp” scherpte letterlijk de aandacht, het traag slepende “Jonge Helden” volgde. Eén van de kortste nummers ooit “Roodborstje” kon je net gezellig meefluiten of meezingen.
Het songaspect kwam in het daaropvolgend materiaal aan bod, een spannende, broeierige “De man die alles noteert”, “Capita selecta”, “65+” en “Het meisje van mijn hart”. De drie heren waren goed op elkaar ingespeeld tijdens de sessie en de doorwinterde ‘new waver’ haalde en friste z’n nostalgisch jaren ‘80 hartje op door de forsere beats in de songs.
Vanthilt keek even op z’n uurwerk en zag net als ons dat het er na 25 minuten opzat. Ze lasten een korte break in, een drink- en plaspauze of wat nodig was op hun gezegende leeftijd, o.a. het stomazakje verversen hmhm …

In het tweede deel grossierden we door het oeuvre van de twee platen en enkele godvergeten, maar verdomd goede singles. Op het podium hingen vele verkeersborden en -signalen en toonden ze een compilatievideo op een groot scherm. Tja, waar was de tijd van Roodvonk, Popelektron en Hitring, van Vanthilt en de AA capriolen …
Het eenvoudige, bloedstollende en knap, ingenieus gevonden “Ja ja op naar de nieuwe dimensie” (Spreek Spreek nu)” werd door de repetitieve opbouwende ‘80s wave en beats lang uitgesponnen en was de ideale sfeermaker op de beelden. De ontspannende, toegankelijke en zomerse “Kort bericht” en “Lekker Westers” (door de melodica!) waren de tegenpool op de openingssong. Vóór dat ‘Des Duivels Oorkussen’ aan bod kwam, konden we genieten van de poppy en dansbaar klinkende, huidige comeback single, “Half vijf”; de krachtige beats waren een knipoog naar de dba grens van Joke Schauvlieghe.
Willy Willy en Dani Klein kwamen in de spotlights op de donkere waverock van “Congostroom” en het dromerige “Stroom/Décoiffé”, in een Nederlands- Franse samenzang en met Vanthilt in een kerstboom verlichte jas … ze klonken snedig en harder. De Monkees cover “Steppin’ stone”, die vroegere optredens afsloot, werd in een eigenbereid AA potpourri gestopt … ‘Totally weird’ door de synths en de gitaren.
Een volgend hoofdstuk vatten ze aan met een bigband, net toevallig gedirigeerd door een tweede Luc Van Acker , een blazersorkest die een nieuwe dimensie en elan gaf aan songs als “Grijp me nu”, de lekkere roadsong “Nergens heen” en “Hond”, die letterlijk in een satelliet in de ruimte bevond door de zwevende blazers. Vindingrijk alvast, die heel wat positieve reacties losweek en warm onthaald werd.
“Te pletter te Tienen”, kreeg een Neon Judgement outfit, de “Spannende angst” een 2 Unlimited deuntje en op de no-nonsens van “De dag dat het zonlicht niet meer scheen” kon John Terra en de AA fans de eerste pogo danspasjes wagen. De fors klinkende blazers injecteerden de AA ‘instant schlager’ klassieker . De ‘retrospectieve’ eindigde in schoonheid met een volgende ‘instant’ klassieker “Death disco” (remember PiL) , waarvan de Jah Wobble basstune lekker opgevangen werd door Luc Van Acker.

Er viel in die vroege jaren ’80 van onze Belpop heel wat (weemoedige) wave op te rapen. AA slaagde in een behoorlijk afwisselend en gevarieerd concert, die met de nodige flair, charme en humor sound en tekst relativeerden. Of ze een reünie zullen inluiden, blijft voorlopig een vraagteken; je kunt hen nog zien met The Lau op de Nekka Nacht. En weet ge, van onze Belpop mogen er nog zo’n bands van onder het stof komen …

Neem gerust een kijkje naar de pics die eerder werden genomen in de 4AD, Diksmuide

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Een week vóór Hooverphonic z’n clubtour definitief afschoot met de nieuwe jonge zangeres Noémie Wolfs, zocht de band den buiten op en hield halt in het pittoreske Dranouter in de Westhoek. Een ‘tryout’ concert, een warming up en een laatste vingeroefening naar het echte werk en de vuurdoop in de clubs.
Het deed de tandem Callier – Geerts deugd er opnieuw als band te kunnen zijn. Eerder werd de tienjarige carrière van de band besloten, gezien zangeres Geike Arnaert de band verliet en haar eigen weg ging, een muzikale carrière die ze startte met o.m. het Dorleac project met Spinvis.
Hooverphonic trok een streep op hun hoogtepunt met Geike, een oeuvre van fijn, uitgekristalliseerd, uitgebalanceerde materiaal van trippop en filmisch dreigende en bevreemdende sounds, soms rijkelijk ondersteund van bombast en orkestraties. Naar het eind klonken ze rauwer en kregen de songs een sterke ‘60s rock’n’roll tint.

Tja ‘that was then, this is now’ … na een reeks selectierondes kwamen de twee heren terecht bij de jonge Noémie, die wel de dochter of de veel jongere zus kon zijn van de twee andere. Haar stem klonk meer soulful, korrelig, doorleefd en was minder hemels en breekbaar. De nieuwe plaat ‘The night before’ klinkt dromerig, krijgt kleur door strijkersarrangementen en neigt niet naar bombast; een ‘80s wave referentie is aanwezig en ze durven variëren met ‘60s gitaar rock’n’roll en een filmische spaghettiwestern klank! Meeslepend materiaal, dat een opbouwende groove en een hoger tempo aankon. De plaat pint zich vast aan ‘The magnificent tree’ en ‘Jackie Cane’.
Live kunnen we U ook geruststellen, duidelijk was dat de band met hun nieuwe zangeres op elkaar was ingespeeld … en kleine foutjes mogen er zijn op een tryout. Noémie is extraverter, liet in interviews al een zelfverzekerde indruk na en was hier haar zenuwen de baas. Ze was gekleed in een rood-zwart gestreepte trui, de schouders (lichtjes) ontbloot, felrode lippen en een indringende blik, net als op de plaat … Ze benadrukte nog wel eventjes de statische, coole opstelling van Geike aan de microfoon, in het midden van de band, maar had voldoende lef om het publiek in te nemen.
Het zeskoppige Hooverphonic gaf de nummers een gepast gevoelig, snedig en subtiel gitaarspel en een diepe bastune; de toetsen en synths zorgden voor het juiste tegenwicht. Op gang kwamen ze met het nieuwere werk, waarbij al vroeg de puike single en titelsong van de cd ‘The night before’ werd gespeeld; een goede aanzet trouwens om vertrouwen te winnen. “Club Montepulciano” en “2 wicky” waren de eerste oudjes, klonken ietwat anders met de jaren en Noémie zong ze met een diepere, vollere stem, minder hoog, indringend en dreigend. Ze bleven overeind! Na het poppy “Anger never dies”, ademde de combinatie “Identical twin” (intens, broeierig, spannend, bezwerend en gedragen door piano- stem), “Expedition impossible” (repetitief opbouwend) en “George’s café” (bepaald door het akoestische gitaargetokkel en viool), de sfeer van een bruine kroeg. Ook een soundtrackgevoel en beelden van spaghetti westerns borrelden op. Het sfeervol “Encoded love” werd meer & meer opwindend door de opbouwende groove.
Wat volgde, was een ‘best of’ in een ietwat gewijzigde versie met o.m. “The world is mine” en “Jackie Cane”, de ene met het herkenbare, bepalende baslijntje, de andere door  het treffend gitaargetokkel. Het podium kreeg een rode gloed op de classics “Mad about you” en “Sometimes”, vocaal meer doorleefd, maar die eigenlijk achterna gezien enkel door Geike maar kunnen huiveren en kippenvel bezorgen. Noémie was vindingrijk genoeg om het refrein van “Sometimes” zachtjes te laten meezingen en - neuriën door het publiek.
Na iets meer dan een uur werd de set besloten. Er was ruimte, veel ruimte om nog een resem songs voor te stellen. Ze wisselden de bekende “Eden” en “Vinegar & Salt” af met het avontuurlijke “Renaissance affair” van ‘Blue wonder power milk’, een schitterende donker onheilspellende sfeermaker door de repetitieve opbouw, die mooi uitgesponnen werd.
Tot slot speelden ze nog enkele ingetogen broeierige songs van ‘The night before’, “More” en “Danger zone”. “How can you sleep” stond eerst voor de ideale nachtzoen van Noémie, maar door het poppy en de krachtiger wordende aanpak, werden we wakker geschud, en tot slot overstelpt van zich afbijtende gitaren ... Een overtuigende afsluiter …

Hooverphonic heeft het verlies van Geike verteerd en komt zelf spontaner en losser voor de dag. Ondanks het feit dat er muzikaal niet echt veel verschilpunten zijn met vroeger, is toch een nieuw hoofdstuk aangesneden …

Neem gerust een kijkje naar de pics die werden genomen tijdens hun concert in de Ancienne Belgique, Brussel op 30 januari 2011

Organisatie: Muziekcentrum Dranouter (Festival Dranouter), Dranouter

Pagina 236 van 299