logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Zara Larsson 25...
Zara Larsson 25...
CD Reviews

The Low Lows

Shining Violence

Geschreven door

Het Amerikaanse gezelschap The Low Lows, onder de weirdo zanger/gitarist Noon Parker, heeft hun tweede cd uit, opvolger van het twee jaar oude ‘fire on the bright sky’. Hun sound is te situren binnen de lofi americana, ergens tussen 16 Horsepower en My Morning Jacket,de oude indie van Galaxie 500 en ‘60’s V.U. Het kwartet is niet vies van een vleugje psychedelica en feedbackgeraas.
De eerste twee nummers “Modern romance” en “sparrows” zijn meeslepend en stralen een spannende dreiging uit, door het intense gitaargetokkel, de bezwerende percussie, ‘de ‘70’s toetsen en de zweverige hoge zang van Parker. “Five ways I didn’t die” en “Elisabeth Pier” zijn strakker en krachtiger. Traag slepend, donker materiaal horen we in “Tigers”, “Raining in Eva” en het afsluitende “Honey”. Huiveringwekkend en adembenemend.
Kortom, ’Shining Violence’ bevat aan het nekvel grijpend songmateriaal.

Beordeling

Jon Oliva's Pain

Global Warning

Geschreven door

The Mountain King heerst nog steeds. Jon Oliva, u allen wellicht beter bekend als de frontman van het legendarische Savatage, is met ‘Global Warning’ toe aan zijn derde soloplaat. Met ‘Tage Mahal’ en ‘Maniacal Renderings’ had hij reeds de lat zeer hoog gelegd. Ik was dan ook benieuwd of hetzelfde niveau al dan niet gehaald zou worden.
Bij de eerste luisterbeurt werd mij al snel duidelijk dat dit geen gemakkelijke hap zou worden om te verteren. ‘Global Warning’ opent namelijk met de dreigende bombastische intro “Gobal Warning, waarin reeds schitterende solo’s van de heer La Porte aan bod komen. Deze solo’s vormen trouwens een vaste constante binnen het album. Elk nummer kent zijn eigen technische hoogstandjes, wat het album voor gitaristen bijzonder interessant maakt om te beluisteren.
Na “Global Warning” is het de beurt aan het melancholisch maar stevig klinkende “Look at the World”. Het maatschappijkritische nummer wisselt rustigere passages af, met pompende ritmes, waarbij een aanleiding gevormd wordt naar de agressievere nummers die volgen. De nummers “Adding the Cost” en “Before I Hang” snijden thema’s aan die zeer dicht bij een gevoelige realiteit aansluiten. Het oorlogsthema ontlokt hem veel woede en onbegrip. Deze emoties zijn dan ook duidelijk te herkennen. Dat de doos met Chriss Oliva-riffs nog niet uitgeput is, is trouwens duidelijk te horen op “Before I Hang”. Dit nummer had zo op Streets kunnen staan.
Iedereen die Jon Oliva kent, weet trouwens dat zijn grootste sterkt ligt in het beroeren van de emoties door middel van zijn stem. Het ingetogen, melancholische “Firefly” put ook uit deze bron zijn kracht. Bij het aandachtig beluisteren van de lyrics, ondersteund door de wijze waarop ze gezongen worden, kan je niet anders dan meegesleurd worden in het verdriet. Dit nummer zal ongetwijfeld menige haren doen rijzen, wanneer het live aan bod komt. Jon Oliva’s ode aan de Beatles, zoals hij het nummer zelf beschouwd, is er één om te koesteren.
Het contrast is dan ook groot, wanneer onmiddellijk erna het ontzettend experimentele “Master” wordt aangesneden. Aanvankelijk leek mij dit een zeer vreemde en eigenaardige keuze, aangezien het nummer totaal niet in het beeld en de sfeer van het album past. Nu blijkt dat Jon Oliva dit opzettelijk heeft gedaan, om op alle vlakken te verrassend uit de hoek te kunnen komen. Het nummer klaagt de computerverslavingen aan en blijkt door allerlei vreemde effecten ondersteund te zijn. Zo gebruikte men het geluid van de in met baseballbats bewerkte wasmachine van drummer “Kinder” en wordt de stem van Jon Oliva zelfs vervormd.
Het akoestische “The Ride”, laat naar mijn mening een wat mindere kant van het album zien. Hoewel het ongetwijfeld geen slecht nummer is, kan het mij, ondanks de prachtige en flitsende gitaarsolo, net iets minder bekoren dan de overige hoogstaande nummers. Onmiddellijk erna wordt het niveau echter tot een nieuw hoogtepunt getilt met “O to G”, waarbij onmiddellijk nog een aanslag wordt gepleegd op de emoties van de luisteraar. Als ode aan een overleden vriend, kan dit nummer zeker tellen! Het rustige tempo wordt rustig verder gezet met “Walk Upon The Water”. Qua sfeer sluit het nummer goed aan bij het eerder besproken “Firefly” al is dit eerder een krachtigere complexere variant.
Met “Stories” komt opnieuw een agressievere kant van Jon Oliva naar boven, gepaard gaande met de flitsende melodieën en solo’s die heel wat variatie en frisheid in het nummer leggen. Het simpele refrein en de mogelijkheden tot interactie met het publiek, zullen ongetwijfeld aanslaan bij het publiek op de komende tour. “Open Your Eyes” schroeft het tempo onmiddellijk terug, waardoor we naar het einde van het album toe nog een melodisch hoogtepunt voorgeschoteld krijgen, waarop Jon Oliva zich opnieuw sterk weet te profileren.
Voordat men het album afrondt met het prachtige “Someone/Souls” waarin hij pleit voor de gelijkheid van elke mens, dat overigens perfect op een Savatage-album terecht had gekund, laat men zich eerst nog eens van de stevigere kant zien op “You Never Know”. De stevige flitsende solo die we hierin te horen krijgen is net als die in “Adding the Cost” van de hand van Obituary-gitarist Ralph Santolla.

Hoewel het album enkele luisterbeurten nodig heeft, alvorens het volledig tot zijn recht komt, kunnen we besluiten dat Jon Oliva’s Pain opnieuw een meesterwerk op de mensheid heeft losgelaten. Op deze manier mag men de wereld wel wat meer waarschuwen!

Beordeling

Blood Red Shoes

Box of Secrets

Geschreven door

Een handvol man/vrouw duo’s onderscheiden zich de laatste tien jaar met een back-to-the-bone sound. Dit jonge Brits duo uit Brighton mag daar zeker worden onder geplaatst! Ze meten zich aan The Kills en overtreffen The Raveonettes en The White Stripes met hun rauwe, energieke, opzwepende melodieuze indiepunkrock.
De (schreeuw)zang van Laura –May Carter (zang/gitaar) en Steven Ansell (zang/drums) is op elkaar afgestemd in deze elf overtuigende frisse, strakke , harde, bondige nummers. De vaart blijft behouden en de sound steekt op geen enkel moment tegen! Onstuimig, doch beheerst en doordacht.
De eerste helft van de cd is gewoonweg subliem met songs als “Doesn’t matter much”, “You bring me down”, “Try harder”, “Say something, say anything” en “I wish I was someone better”. Het duo bereikt een schitterende finale met “Forgive nothing” en “Hope you’re holding up”. Geen enkele song moet onderdoen.
’Box of Secrets’ overspoelt de luisteraar en straalt vlammende energie uit. Meteen een beloftevolle band voor 2008. Je bent gewaarschuwd.

Beordeling

Triggerfinger

What grabs ya?

Geschreven door

Het rock‘n’roll trio Triggerfinger (Ruben Block, Mario Goossens, Paul Van Bruystegem) verbaasde al in 2004 met hun titelloos debuut. Vier jaar later brengen de drie heren in maatpak een overtuigende opvolger. De vaart zit er meteen in met “Short term memory love”, een regelrechte ZZ Top song, 25 jaar na datum.
Het is heerlijk luisteren naar hun tien zinderende garage retrorock’n’roll -ers, die stoner en bluesslides bevatten. Triggerfinger is een sterk op elkaar ingespeeld drietal. Een geoliede machine.
”First taste”, “Soon”, het lang uitgesponnen “Lines” en de titelsong denderen over ons heen. Op “Scream” komen de bluesslides op het voorplan.En op het intiem rauwe “No teasin’around” zijn we onder de indruk van Block’s begeesterende gitaarspel.
Triggerfinger staat garant voor knallende, rockende songs met een sterke melodie. En By the way drummer Goossens tekende voor het debuut van het jonge retroduo The Black Box Revelation!

Beordeling

Tim Vanhamel

Welcome to the blue house

Geschreven door

Tim Vanhamel, frontman van Millionaire, stuurt iets fully completely diffrent op op ons af. In afwachting van nieuw werk van z’n eigen band, bracht hij een eerste soloplaat uit.
Hij profileert zich als een jonge V.U.-der met sfeervol, dromerig materiaal; z’n schreeuwzang maakte zelfs plaats voor ‘real singing’. Luister maar naar “Living the way you should”, “Bed river” en “Sometimes I wanna run”. “Until I found you” en “It’s not the drug” zijn de popsongs op de plaat.
Vanhamel schuwt enig bombast niet door strijkers toe te voegen (“Like a fire” en “Garden of weeds”). Pure melancholie horen we op “Saviour” en “A return to love”, verhalen over z’n verloren liefde …Enkel “Tell me” en “Which of us” zijn de felle, avontuurlijk rocksongs, die een vleugje noise en experiment bevatten, wat neigt aan Vanhamel’s oorspronkelijke werk.
’Welcome to the blue house’ is een toegankelijke, gevarieerde popplaat geworden, waarbij we een andere, oprechte kant horen van Tim Vanhamel. Wat trouwens z’n singer/songschrijverschap onderstreept.

Beordeling

The Raconteurs

Consolers of the lonely

Geschreven door

De hoes verraadt het al, net als bij The White Stripes gaat Jack White het terug in het verleden zoeken. Niet alleen bij de blues, maar ook heel uitdrukkelijk in de seventies met een portie stevige retro rock.  In tegenstelling tot de minimale bezetting van The White Stripes is er hier wel een uitgebreid instrumentarium. Er zijn blazers, violen, piano, orgel, banjo  en natuurlijk ook een basgitaar. De verscheidenheid illustreert zich niet alleen in de instrumenten, ook de songs zijn nogal uiteenlopend. Er is de rechttoe rechtaan riff-rock, zeg maar The White Stripes met bas, in “Salute your solution”, er is folk-rock in  “Old enough”, retro piano-rock in “You don’t understand me”, seventies hard rock in “Hold up” of de blues in “Pull this blanket off”. Een song als “Rich kid blues” neigt zelfs naar prog-rock, maar klinkt geenszins belegen. De stamper “Five on the five” is één van onze favorieten, Pixies meet The White Stripes is zowat het eerste wat ons hier te binnenschiet en dat is wel een heel aangename gedachte.
Dit is natuurlijk niet alleen het werk van Jack White. Brendan Benson heeft hier evenveel in de pap te brokken, en net dat verklaart de variatie in deze plaat. ‘Consolers of the lonely’ is nog een stuk hechter en sterker dan zijn voorganger ‘Broken boy soldiers’ die het vooral moest hebben van een paar uitschieters. Deze keer is het album over gans de lijn krachtig, Jack White heeft een stel hete riffs uit zijn gitaar gepuurd en Benson heeft er een aardig kleurenpalet van stijlen aan toegevoegd. Maar vooral de songs zijn er recht op. Opvullertjes zijn er niet te vinden op ‘Consolers of the lonely’ die hiermee meteen een ernstige kandidaat voor de eindejaarslijstjes wordt. En dat durven we nu al zeggen.

Beordeling

Krackerjack

Rock On!

Geschreven door

Helemaal onverwacht ontstaan soms de mooiste dingen. Zo is: 'Rock On' van het Deense Krackerjack nu al een van de ontdekkingen van het jaar. Toen ik de cd thuis kreeg toegestuurd had ik aanvankelijk toch enkele bedenkingen bij de wat vreemde groepsnaam en de wat oubollige albumcover.
Doch een eerste 'Rock On' luisterbeurt wist mij bijzonder aangenaam te verrassen. Ook nu ik na vele luisterbeurten de schijf volledig heb grijsgedraaid blijft dit één van de leukste Melodic Rock releases van dit jaar. Officieel werd het album al in december 2007 uitgebracht maar 2008 moet de doorbraak voor Krackerjack betekenen.
Deze Deense band bestaat reeds sinds 1997. Gitarist René Mikkelsen is het enige originele lid. De vaste line-up bestaat sinds 2006 verder uit Allan G.Petersen (lead vocals), Rasmus Bruun (Bass), Claus Greve (Organ & Vocals) en Jeppe Christensen (drums). 'Rock On' is reeds de derde plaat van deze band en de opvolger van 'Call Of The Wild' (met opnames uit de opstartperiode van Krackerjack) en het debuut 'Good Thing Goin'' uit 2005. De debuutplaat werd echter enkel in Denemarken uitgebracht.
Met deze 'Rock On' wil men internationaal doorbreken. 'Rock On' bevat slechts 10 melodieuze rocksongs. Meer moet dit echter niet zijn want het album kent dan ook geen enkel opvullertje en loopt als een trein. De band liet zich duidelijk inspireren door de sound van Classic Rockbands zoals Deep Purple & Whitesnake. Maar zelf hoor ik soms toch ook de commerciëlere kant van het Britse Thunder voorbijkomen. Het wat nasale stemgeluid van zanger Allan G. Pedersen zorgt echter voor een unieke toets zodanig dat de band best wel een eigen sound neerzet. Met Pedersen heeft Krackerjack trouwens een klasbak in huis die klinkt als een kruising tussen Whitesnake's David Coverdale en Ian Gillan. Opvallend is dat het stemgeluid erg nadrukkelijk in de eindmix op de voorgrond werd gezet! Alle 10 songs ('Less is More!') zijn erg sterke, zeer melodieuze composities. 'Classic Rock as it shoud be!!' Catchy tunes, leuke gitaarriffs en solo's, sterke melodielijnen, leuke meezingrefereinen….kortom klasse.
Het is moeilijk om enkele hoogtepunten aan te duiden. Misschien dat "Lullaby", als voorlaatste track (en singlekandidaat!) op mij de meeste indruk naliet. Een wervelende song die allesbehalve mijn dochtertje in slaap wiegt. Nog zo'n dynamische rocksong is "Back Together", met alweer een zeer aanstekelijk refrein. Ook "Hungry Boy", met zijn bijzonder sterk Hammond intermezzo en meeslepend gitaarwerk, kan zich met het beste materiaal van Thunder meten. Verder is ook "Too Late" een Classicrock ballade om in te kaderen. Zo zie je maar dat kwaliteit niet altijd hoeft te komen van de grote namen. Krackerjack's Rock On is verplichte kost voor elke melodieuze rockfreak. Geloof me, U zal aardig verrast zijn! 'Rock On'! guys,….see you in Belgium!!!

Beordeling

Flip Kowlier

De man van 31

Geschreven door

De derde cd van onze West –Vlaamse troubadour is een intieme, rustige melancholische plaat geworden; de zachte, traditionele nummers hebben elk hun specificiteit en nestelen zich als een ‘Bijstje in ons uoft’: van “Eindelijk”, “Elikopter” naar “Idderkji ipnieuw” en “Meiske”, om te komen tot de rust zelve in de titelsong. De dertig voorbij betekent een symbolische kaap. Moderne sfeervolle kleinkunstpop van elf sterk onderhouden songs! De speelsheid en de ambiance komt naar boven drijven op “Donderdagnacht”, “El mundo kapotio” en “Niemand”.
Relaxt plaatje van deze getalenteerde dertigjarige singer/songschrijver.

Beordeling

Winter's Verge

Eternal Damnation

Geschreven door

Winter’s Verge werd in 2003 opgericht door zanger George Charalambous en keyboardist Stefanos Psillides. De exotisch klinkende namen doen reeds vermoeden, dat de band afkomstig is uit een zuiders land. Nu blijken deze heren afkomstig te zijn uit het kleine Cyprus. Aangezien de metalscene daar niet bepaald groot te noemen is, lokte deze CD al snel mijn interesse…

Toch moet ik eerlijk toegeven, dat deze CD volledig onterecht, na een eerste luisterbeurt onderaan een stapel, te beluisteren CD’s belandde. De voornaamste reden hiervoor zou ik kunnen toeschrijven aan de productie, waar bij momenten wel wat schort en de uitgeputte toestand, waarin ik voor het eerst dit album door mijn boksen liet knallen.
Gelukkig kwam er ook een einde aan de stapel, waardoor ik het album aan een grondigere luisterbeurt kon onderwerpen. Hierbij viel mij al snel op, dat er achter de matige productie een sublieme plaat verscholen zat. Nog voor ik het goed en wel besefte, had ik de plaat al drie maal na elkaar laten spelen en bleef ik nog steeds verwonderd. Sympfonische Power Metal wordt ons wel meermaals voorgeschoteld. De kwaliteit en vooral de originaliteit ervan zijn vaak de grootste stoorzenders in het geheel.
Op de productie na, die ook niet erbarmelijk is, levert Winter’s Verge met ‘Eternal Damnation’ een schitterend debuut af. Afgaand op de sublieme melodielijnen, die zowel de krachtige passages als de rustgevende stukken perfect tot uiting doen komen, zou je absoluut niet verwachten dat dit een debuut-CD is, waarop compleet onbekenden binnen de metalwereld te horen zijn. “A Secret Once Forgotten” is hiervan een prachtig voorbeeld, waarin beide aspecten duidelijk te horen zijn. Ook zanger George Charalambous overstijgt de cliché’s binnen het genre met zijn gevarieerde zangpartijen.
Toen ik na het optreden van Conquest of Steel ‘Eternal Da            mnation’ in mijn CD-lader schoof, viel het mij op hoe aanstekelijk de nummers overkwamen. Ik kreeg meteen zin om een optreden van hen bij te wonen en de magie te ervaren, zoals ik die bij de oude Conquest of Steel Nummers kan ervaren. De energie die beide bands in zich dragen, zijn ondanks de muzikale verschillen, sterk op elkaar gelijkend. Naast de energie en de spelvreugde, die in de nummers doorklinkt, creëert ook de opbouw van de nummers heel wat mogelijkheden om er live een spektakel van te maken. De stevige up-tempo riffs, zoals in “My Winter Sun”, rustige en klassieke arrangementen als in “Goodbye” en refreinen die snel in het hoofd kruipen (vb.: Spring of Life), zorgen ervoor dat het geheel van het begin tot het einde blijft boeien, waardoor je met enthousiasme naar het album blijft luisteren.

Zoals eerder al aangegeven, valt er op de matige productie na, niets aan te merken op deze release. Laat dit dan ook geen reden zijn om het album te negeren in de winkelrekken. Eens je door de minder professionele productie heen bent, zul je er zeker van genieten. Dit is zeker voer voor liefhebbers van een kwaliteitsvolle pot underground metal, met heel wat potentieel. Laat ons hopen, dat we deze band snel aan het werk zullen zien op de Belgische podia. Ik heb er alvast zin in.

Beordeling

The Storm

Where the storm meets the ground

Geschreven door

Nee, dit is geen nieuwe release van de bejubelde formatie The Storm uit San Francisco. Deze band met Kevin Chalfant en (ex-)Journey-leden werd al een tijdje geleden opgedoekt.
Deze The Storm is echter een nieuwe band uit Denemarken. In principe gaat het om het vrolijke duo Pernille Rosendahl en Johan Wohlert die met ‘Where The Storm Meets The Ground’ een zeer geslaagde debuutplaat hebben afgeleverd. Opener "Drops In The Ocean" zet meteen de juiste toon. Na de bombastische intro maken we meteen kennis met de mooie poppy stem van mevrouw Rosendahl. Een mooie openingssong en een uitstekende keuze als eerste single. Daarna krijgen we met "Lullaby" een leuke meezinger met een hoog A.O.R. gehalte. Even steviger en wat progressiever wordt het in "Friendly Advise", maar over de ganse lijn blijft dit een erg radiovriendelijke, veilige plaat. De titeltrack "Where The Storm Meets The Ground" is een wat te zoete ballade en afsluiter "Lay Down Your Head" is één van de mindere composities.
Naast de tien reguliere songs zijn er ook nog twee bonustracks die zich niet onderscheiden van de rest van de albumsongs. Wie vrouwelijke leadvocalen weet te appreciëren en houdt van bombastische radiovriendelijke poprock moet dit album zeker eens beluisteren.
Ons oordeel is dat deze eerste The Storm Denmark plaat net iets te weinig avontuurlijk is om van begin tot eind te boeien, maar wel enkele lekkere songs bevat. Geproduceerd door Roy Thomas Baker (Queen, Smashing Pumpkins).

Beordeling

Pagina 347 van 370