Na een korte time- out met de geboorte van haar dochter Natashya in 2000, heeft Tori Amos momenteel drie veelzijdige albums uit, die een lange tijdsduur hebben: ‘A scarlet’s walk’ (’02) (18 songs), ‘The beekeeper’ (’05) met 19 songs en tenslotte het onlangs verschenen ’American Doll Posse’ met maar liefst 23 nummers. Songs die een bewijs zijn van Amos’ artistiek of die te interpreteren zijn als een handig tussendoortje. Was de voorbije plaat in het teken van zes verschillende tuinen, dan is ‘American Doll Posse’ een concept van vijf Amos’ alter ego’s die op de cd staan afgebeeld. Ze wil de verschillende kanten van een vrouw, gebaseerd op karakters van de Griekse mythologie, zichtbaar maken, waaronder de carrièrevrouw, de vriendin en de minnares.
Amos geeft dit weer in muzikale diversiteit, de ene maal met intiem pakkende songs (“Yo George”,“Father’s son”, “Code red”, “Mr Bad Man”, “Roosterspur bridge” en “Beauty of speed”), gedragen door haar emotievolle stem en haar begeesterend pianospel, andere zijn sfeervoller (“Big wheel”, “Digital ghost”, “Dark side of the sun” en “Posse bonus”), ondersteund door een softe percussie; er is ook sprake van poprocksongs (de single “Bouncing off clouds”, “You can bring your dog” en “Secret spell”) en avontuurlijk zijn “Teenage hustling” en “Smokey Joe”; we horen zelfs een rockende Amos op “Fat slut” en “Body & Soul”. Van creativiteit gesproken!
Niet alle nummers zijn even sterk, maar ‘American Doll Posse’ is een plaat van boeiende luistersongs, een bewijs van Amos’ songwriterschap.