logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 14 + 15-09 Klassiek en route (nazomeren met klassieke muziek) : BRYGGEN, Aglica Trio, Sofie Vanden Eynde & Shahab Azinmehr, GLOW Collective en Bieke Michiel @Sint-Denijs Zwevegem + Zonnebeke) 18-09 Ozric…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Epica - 2024/8/...
Luidji - 02/08/...
Filip Van der Linden

Filip Van der Linden

donderdag 23 april 2020 19:05

Weightless -single-

De beats waarmee “Weightless” opent, lijken niet te kloppen met de songtitel: donker en zwaar. Eens de song op gang komt, zit er wel een soort van gewichtloosheid in, met lichtvoetige melodietjes die elkaar geduldig aflossen.
Na “Teach Me” en “We Can Make This Beautifull” lijkt Lizzy met deze derde single haar eigen weg gevonden te hebben: lyrics met een zekere diepgang en toch niet te veel oeverloos drama, een lekkere urban-feel met moderne synthpop die de vocalen helemaal tot hun recht laten komen.
Ze sluit met ‘Weightless’ aan bij Eefje De Visser, Sylvie Kreusch en My Indigo (het soloproject van Sharon den Adel) en past helemaal in dat rijtje van sterke vrouwen.  
Moet er na drie singles nu een album volgen? Als het niveau van de singles nog verder crescendo kan gaan, mag een album nog wel even op zich laten wachten.
Bij de song hoort ook een videoclip waarvan we niet meteen zouden gedacht hebben dat hij in coronatijden werd ingeblikt. Goed gevonden!
https://www.youtube.com/watch?v=iLjZw_yXKYo

donderdag 23 april 2020 14:04

Kom Bluf Gerust

Kobe Sercu verraste ons vorig jaar met de single “Kom Bluf Gerust”, een volwassen, dooraderd en ingetogen lied over liefde. Popmuziek in het West-Vlaams, maar van een andere orde dan o.m. Het Zesde Metaal of Augustijn. Kobe Sercu klinkt rijper, bescheidener soms ook.
Die hang naar de kleinkunst van de grote dagen die we al wat hoorden op de single komt nog sterker naar voren op het gelijknamige album. Om te beginnen in de bezetting en arrangementen, want er komt al eens een trekzak of viool voorbij, of zo lijkt het toch. Maar meer nog komt die hang naar kleinkunst tot uiting in de grote en rijke verhalen over de grote en kleine momenten van het leven (“Ach Kindje”), diepe emoties (“Kom Bluf Gerust” en “Vannacht”), hoge woorden (“Ze Zeggen”), het lied als doorwrocht ambachtswerk, …
Het roept herinneringen op aan Zjef Vanuytsel, Dimitri Van Toren, Willem Vermandere, Jan De Wilde en Kris De Bruyne. “Weet je Nog” had in de jaren’70 of  ’80 door Boudewijn De Groot recht de hitlijsten ingezongen kunnen worden. “Keppebolleke” is een song waar de nu oude Vermandere in zijn jonge dagen trots op zou zijn: vanuit een schijnbaar kinderliedje beginnen en via een knipoog naar de vluchtelingenproblematiek naar een moderner geluid en dan afsluiten met hetzelfde speelgoedpianootje als in de intro. Mooi.
De lichtvoetige ska van “Blie” over de geneugten van generatie-overschrijdende buikvorming is een beetje de uitzondering daarop. “Donker” begint met een hartverscheurende mondharmonica en ontpopt zich vervolgens tot een West-Vlaamse Elbow, met een onderhuidse dreiging in de muziek en de tekst. Ook “De Spiegel” heeft een Elbow-flow, een beetje als hun “Lippy Kids”, maar dan met een catchy lalala in de plaats van het fluiten van de Britten. “D’er Waait Ne Wind” is rijkelijk bedeeld met productionele ingrepen, maar het lied is het dat waard. Een tekst die je op zoveel manieren kan interpreteren, over een doel hebben, over het starten van een nieuw leven, over wat je doorgeeft aan een volgende generatie, over onderweg zijn, over beloftes, over verantwoordelijkheid, …
Er was een crowdfunding nodig om dit album op te nemen. Het zou mooi zijn dat dit fijne album vlot verkoopt, dat de beste nummers ervan in hoge rotatie gedraaid worden op de radio, dat we - zodra de coronacrisis voorbij is - in grote getale naar de shows van Kobe Sercu kunnen gaan, allemaal zodat er zeker een tweede album komt.

Ik beloof op mijn communiezieltje dat ik er geen gewoonte van zal maken, maar nu we voor lange tijd zonder concerten door het leven moeten, maak ik maar een concertreview van de show die hardrockband The Night Flight Orchestra live streamde via facebook. Een fotograaf konden we niet afvaardigen …

We worden de jongste dagen en weken overspoeld met filmpjes van artiesten die vanuit hun huiskamer doorgaans akoestische versies brengen van eigen of andermans nummers. Mooi, maar velen hunkeren naar het echte werk, met een volledige bandbezetting, de versterkers op 10, de spots aan, misschien een rookkanon, …
Zweden moet na Wit-Rusland zowat het enige Europese land zijn waar je als band nog op een podium kan staan zonder rekening te moeten houden met de social distancing. Het concert van The Night Flight Orchestra is niet het eerste dat integraal gelivestreamd wordt. Onze eigen Fleddy Melcury deed het al bij het begin van de coronacrisis voor zijn releaseshow en voorts was er al o.m. een concert van Kvelertak, maar dat  laatste was toch een beetje een gedoe met online betalen en dan via een code inloggen. Niet super moeilijk, maar toch een beetje een overbodige stap.
Dat the Night Flight Orchestra deze livestream opzet, is op zich mooi. De Zweedse band was in maart begonnen aan een Europese tournee voor hun nieuwe album ‘Aeromantic’ die afgebroken werd in Lyon. België zouden ze overslaan, maar hier krijgen we een herkansing.

Het concert van the Night Flight Orchestra begint ongeveer op tijd, een beetje zoals een ‘echt’ concert. Je ziet het bandlogo oplichten op de achtergrond, de drummer neemt in het donker plaats achter zijn drumstel, dan komt de rest van de band op, met als laatste zanger Bjorn Strid in zijn typische outfit: zwarte baret, zonnebril, witte handschoenen, … Hij speelt zo een typetje, wat zo goed werkt bij zijn Zweedse collega’s van Sabaton. Dan begint een korte intro, gaat het licht aan en doet Strid een klein dansje met de backing vocalisten en we zijn vertrokken voor het eerste nummer, “Servants Of The Air”.
Meteen vallen een paar zaken op. Behalve de cameramensen is er geen publiek, wat toch een beetje een domper zet op het livegevoel. Het synchroon lopen van beeld en geluid is hier niet zoals op een dvd die je thuis afspeelt. Omdat het live is, hangt veel af van je eigen wifi-verbinding en de scherm- en geluidscapaciteit van je laptop.
Als de band daarna “Divinyls” inzet, heb ik al een paar voordelen ontdekt van het livestreamen: oordopjes zijn niet nodig, want je kan zelf de sterkte van het geluid bepalen, je hoeft niet de hele tijd recht te staan, de pintjes (wijn, frisdrank, …) zijn goedkoper, er zijn geen storende medetoeschouwers die een eind weg lullen tijdens de show, het maakt niet uit dat je misschien maar een 1m60 bent om alles goed te zien, als je even naar het toilet moet kan je gewoon de pauzeknop induwen, …
Dat je dit onder de lockdown niet kan delen met je vrienden-muziekliefhebbers is wel zuur. Veel van de opgesomde voordelen heb je uiteraard ook bij een DVD, maar ergens is er toch het livegevoel. Het idee dat er vanalles in het honderd kan lopen.
Als zanger Strid (ook van Soilwork) bij “Divinyls” het publiek oproept om mee te dansen en klappen en vraagt ‘are you with us?’, voelt het wel dubbel. Daarna volgt een lange versie van “Living For The Nighttime” uit een ouder album. Tijd voor een tweede reeks vaststellingen: Strid noch de rest van de band speelt echt met de camera. Nochtans nodigt hun Survivor/KISS/Europe-achtige hardrock bij uitstek daartoe uit. Zoals een band live pas echt overtuigt door tijdens het spelen het publiek recht in de ogen te kijken, zo kan je het publiek bij een livestream maar ‘pakken’ door recht in de camera te kijken. Een klein beetje opzoekingswerk en oefenen hadden hier een wereld van verschil gemaakt. The Night Flight Orchestra is nog geen stadionband, maar de cameraschuwheid van de band is echt een domper op het meeleven. Strid’s gezicht komt vaak in close-up, maar door zijn zonnebril kijk je hem nooit in de ogen om te zien of hij meent wat hij zingt. Hoewel dit een bende ervaren rotten in het vak zijn, is dit vooral een heel statische show.
Bij de overgang naar “This Boy’s Last Summer” moet Sharlee D’Angeloo (Arch Enemy, Spiritual Beggars) zijn bas herstemmen en er loopt al eens een roadie over het podium , en dat zijn ongeveer de enige elementen die erop wijzen dat dit echt live is en geen uitzending van een eerder opgenomen concert.  
De band is muzikaal-technisch bijzonder goed op dreef en brengt puike versies van “If Tonight Is Our Only Chance”, “Something Mysterious” en “Gemini”. Strid doet nog een paar flauwe pogingen om de show visueel wat op te leuken. Zo doet hij al eens een gouden cape aan of wisselt hij zijn witte kostuumvest voor een zwarte. De beeldregisseur mixt fragmenten van de video’s van The Night Flight Orchestra tussen de livebeelden, wat opnieuw niet echt bijdraagt tot het livegevoel.
Om de vaart helemaal uit de show te halen, promoot de band tussendoor zijn eigen wijn en rum (online te koop uiteraard, net als het bandshirt met een print over de livestream) en komt er al eens een onnodig lange synth-outro voorbij. Na de powerballad “Golden Swansdown” komen we uit bij “Paralyzed” en na bijna tien nummers ver in de set durven zowel de drummer als de gitarist voorzichtig en kort in de camera te kijken.  
De band is nu goed op dreef en zet muzikaal een sterk eindoffensief in met “Can’t Be That Bad”, “Transmissions” en “Satelite”.  Strid krijgt een blad aangereikt met een soort van overzicht van livereacties, maar hij geeft geen enkele aanwijzing die verifieert dat alles live gebeurt en geen opname is. Dat deed Jeroen Camerlynck van Fleddy Melculy veel beter.
Strid heeft moeite met het uitspreken van de namen van facebookers die de meeste reacties gepost hebben. Had hij het aantal volgers vermeld, een paar van de landen van de volgers opgesomd of het publiek laten stemmen over de bisronde, dan was het onweerlegbaar live geweest. Nu blijven we wat dat betreft op onze honger. De backing vocals zetten nog een congatrain (polonaise) in voor “West Ruth Avenue” en als dat nummer gedaan is volgt nog een lauwe bedanking en gaat het licht uit op de facebooklive.

Technisch was deze livestream vast een indrukwekkend moeilijke opdracht. Ook is het voor een band financieel minder interessant dan een echte tournee. Voor The Night Flight Orchestra heeft dit een reeks voordelen. Ze bereiken op één avond hun fans in de hele wereld, ook in landen waar ze nooit zouden op tournee zouden gaan.
Uit de commentaren viel op dat ze met deze avond ook heel wat nieuwe fans bereikt en gewonnen hebben.
Op de lange termijn was dit vast een goede zet in moeilijke tijden, maar van een ervaren hardrockband had ik toch net iets meer ‘sway’ verwacht.

Maar oordeel vooral zelf eens, want je kan deze livestream gewoon herbekijken.
https://www.facebook.com/thenightflightorchestraofficial

donderdag 16 april 2020 20:48

S.I.T. Annexe EP

Fischer-Z bracht nog maar vorig jaar het goed ontvangen album ‘Swimming In Thunerstorms’ uit en is nu al terug met een EP voor de Record Store Day met drie tracks. Na een eerste beluistering vroeg ik me af waarom frontman John Watts deze drie steengoede nummers niet voor ‘Swimming In Thunderstorms’ heeft opgenomen. Wat dat album - waarop Watts zijn métier als songsmid nog eens volop toont - nog ontbeerde was een zekere sense of urgency. Watts pakt op dat album wel een pak grote onderwerpen aan, maar je mist er zijn gevoel van betrokkenheid. Vooral die lauwe kerstsong was een brug te ver. Net die betrokkenheid die we daar niet hoorden, heeft deze EP dan weer wel.
De drie nieuwe nummers zijn “Choose”, “Shine On” en “Pumping Up The Drama”. “Choose” is echt een kopstoot van een song die aansluit op de sterke Fischer-Z-singles van de jaren ’80. “Shine On” is een akoestische track met een strijkersarrangement en vooral met een reeks heel rake opmerkingen en bedenkingen. “Pumping Up The Drama” is misschien het minst sterke nummer van deze EP, maar toch één die nog zou uitblinken op ‘Swimming In Thunderstorms’.
John Watts heeft een nieuw album aangekondigd tegen het einde van dit jaar. Laten we hopen dat dat met dezelfde grinta geschreven werd als deze EP.

donderdag 16 april 2020 20:41

Armén

De Zweedse EBM-pioniers van Pouppée Fabrikk zijn na een lange pauze terug met een nieuw studio-album. Met “Only Control” en “Blessings” schieten ze meteen in de roos: vintage EBM in de lijn van Front 242, Nitzer Ebb en Die Krupps. Vooral “Blessings” zal aanleiding geven tot een wilde vleermuizen-pogo op dansvloeren en bij concerten. Het massieve muzikale motief uit de intro wordt heel de track aangehouden en is om duimen en vingers bij af te likken. Het donkerste dat nog dansbaar is.
Het is evenwel niet al goud dat blinkt op ‘Armén’. “I Am Here To Stay” kan in de slipstream van “Blessings” nog de meubelen redden dankzij een catchy beat, maar vanaf “Knifeuser” begint het schip water te maken en komen we uit bij arty new beat. Nog steeds intrigerend en interessant, maar het dwingt allemaal minder tot geconcentreerd luisteren. Het vertalen van hun vintage sound naar het heden levert niet altijd vuurwerk op. Na het teleurstellende “A Line In The Sand” krabbelen de Zweden weer overeind met “Tripshitter”, een beetje een kruising tussen Front 242 en The Neon Judgement. “Kom Ta Min Smärta” is hun eerste nummer in het Zweeds. Geen idee waarover het precies gaat, maar muzikaal is het best een interessante track met nerveuze tempo’s en tempowisselingen met knoerten van beats. “Say Goodbye” heeft een lange aanloop nodig, bloeit mooi open, maar kan niet tot het einde bekoren. “Kick It” leunt dan weer eerder aan bij het oudere werk van Pouppée Fabrikk,  De beats klinken iets minder massief en dat missen we toch een beetje, want met dezelfde productie als “Only Control” en “Blessings” was deze “Kick It” van puur goud.
Henrik Bjorkk zingt het in “Kick It” en het is eigenlijk de samenvatting van dit hele album: ‘we have nothing to prove’. Pouppée Fabrikk is terug en daar mogen we blij om zijn. Als elk volgend album zoveel knallers heeft als deze ‘Armén’, nemen we de vullers er met plezier bij. Voor een volgende W-Festival zouden deze Zweden een mooie aanwinst zijn op de affiche.

Dance/Electro
Armén
Pouppée Fabrikk

vrijdag 17 april 2020 20:26

Unchained -single-

De Finse metalband Silentium heeft een nieuwe single en wil dit jaar nog een album uitbrengen. Silentium was bij de oprichting in 1995 één van de toonaangevende bands in gothic metal, maar hun voorlopig laatste album dateert reeds van 2008. Sindsdien werd er gewerkt aan een nieuwe bezetting en vorig jaar bracht de band in eigen beheer de single “Empty” uit, een cover van een popliedje van het Frans-Finse duo Eva+Manu. De nieuwe single heet “Unchained” en die titel staat symbool voor het feit dat de band in de nieuwe bezetting los wil van de bestaande verwachtingen. Verwacht dus geen volbloed gothic metal, maar eerder melodic metal. Voor dergelijke keuzes kan je enkel respect hebben, maar van een band als Silentium mag je zelfs bij een koerswijziging meer verwachten dan de doorsnee melodic metal van deze “Unchained”. Je voelt weinig passie en in de rommelige productie mis ik wat ambitie. Jammer ook voor het label. Dat heeft vooral acts in de richting van de gothic (en verwante genres als EBM) met acts als Dive, Signal Aout 42,The Klinik, Blutengel en Combichrist. Silentium krijgt van ons nog een herkansing met het album.

donderdag 16 april 2020 17:59

Lost Connection EP

De Belgische death/thrash-band Chalice bracht in 2018 het schitterende album ‘Ashes Of Hope’ uit dat voor hen heel wat deuren opende, o.m. naar de grotere clubs en festivals. De nieuwe EP ‘Lost Connection’ bouwt voort op al het goede van dat vorige album en voegt er nog extra evolutie aan toe. “Why” had probleemloos op ‘Ashes Of Hope’ of zelfs ‘There Is Nothing’ kunnen staan, met misschien nog net iets meer agressie en power in de gitaren en meer variatie in het drummen.  Het is een pittig en bij momenten zelfs een nerveus nummer met tal van tempowisselingen en heel wat klassieke elementen uit death en thrash.
“Dwelling” is een ander paar mouwen. Hier zitten ze eerder in de slipstream van “A Death Without Warning”, met een epische opbouw en elementen van extreme, death, black en zelfs gothic op een hoopje gegooid. Als we het vergrootglas erbij nemen, zit de spanningsboog niet 100% goed en is de outro wat mager, toch voor een band als Chalice, maar we klagen niet. Chalice blijft materiaal uitbrengen van hoog niveau. Het enige echt jammere aan deze EP is dat er maar twee nummers op staan.
Laat je zeker ook eens bekoren door de knappe video bij “Dwelling”. https://www.youtube.com/watch?v=NEePekDORQk

vrijdag 17 april 2020 20:04

Vullighied EP

De Belgische blackmetalband Āter is het soloproject van Wesley Beernaert, de voormalige zanger van Lemuria en Fabulae Dramatis en de huidige van Hudič. Āter bestaat al een hele tijd en nu is er de EP ‘Vullighied’.
Deze EP telt vijf tracks met oldschool melodic blackmetal. De band wordt vaak vergeleken met Enthroned en Gorgoroth, maar dit is toch een stuk toegankelijker.
De lyrics zijn in het West-Vlaams. In vergelijking met wat Beernaert bij andere bands doet, zijn zijn grunts hier eerder beperkt qua variatie en spectrum. “D’Oere” gaat over de sociale en mentale toestand van een prostituee. “Strontroaper Van Abjele” gaat dan weer over iemand die letterlijk en figuurlijk de stront van een ander opruimt.” Voorvaderen” gaat over de voortdurende strijd tussen Vlaanderen en Frankrijk en hoe die strijd nog voortleeft vandaag in de strijd tussen Vlaanderen en Wallonië. “Valkennacht” is opgehangen aan een soort utopia waarin alle eerdere aangehaalde problemen opgelost worden.
De verrassing zit in de staart. Waar de vorige tracks degelijk, maar vooral klassieke melodische blackmetal zijn, zo valt “Diatomacious Ooze” op door zijn experimentele muzikale invulling. Het is ook niet zo experimenteel als pakweg The Monolith Deathcult, maar in vergelijking met de andere tracks, valt de stijlbreuk wel op.
Deze ‘Vullighied’ is een fijne kennismaking met een project dat te lang verstopt heeft gezeten. België heeft een bescheiden, maar rijke traditie in blackmetal en als Āter nog wat kan evolueren, hebben we er in dat genre opnieuw een topband bij.

vrijdag 17 april 2020 20:05

In The Open

Het album ‘In the Open’ is een samenwerking tussen Federico Durand (12K, Spekk), Tomoyoshi Date (Home Normal, Baskaru) en Asuna Arashi (Faitiche, Home Normal) en komt uit bij het Gentse cassettelabel Dauw.

Het werd opgenomen toen Durand, Date en Arashi in de lente van 2017 samen door Japan op tournee waren en het trio besliste om de oude stad van Kanazawa te bezoeken. Het plan was om te wandelen door de straten en de kastelen en de tuinen te bezoeken, maar ze koesterden al lang de behoefte om samen een sessie op te nemen. ‘In The Open’ is de combinatie van beide. Met keyboards op batterijen, kleine instrumenten en draagbare opname-apparatuur gingen ze in Kanazawa aan de slag.
De tracks zijn dus live-opnames met de originele achtergrondgeluiden (vogels, kabbelend water, rinkelende theekopjes, het ruisen van de wind, …). Het is bijzonder en tegelijk fantastisch hoe die achtergrondgeluiden op de voorgrond treden en een muzikale identiteit krijgen. De lang aangehouden tonen en zuinige keyboardtoetsen versterken nog de betekenis van deze found footage en stappen zo zelf in een nieuwe dimensie. De tracks worden een reflectie over natuur en stad, over aanwezigheid, over het verleggen van een steen in de rivier, over vriendschap en bewondering, …
‘In The Open’ is voor liefhebbers van ambient en minimal music/electro een rijk en fris album.

Electro/Ambient
In The Open
Asuna + Federico Durand + Tomoyoshi Date

donderdag 02 april 2020 20:53

The Mermaids of Bergsjøn -single-

“The Mermaids of Bergsjøn” is na “Melomania” de tweede single in de aanloop naar album ‘Coral Dusk’ van Sohnarr, de nieuwe nom de plume van Patricia Vanneste, de vroegere violiste van Balthazar.
Als violiste in een rockband ben je doorgaans veroordeeld tot een rol in de marge, met in het beste geval enkele waardevolle accenten en melodieën. In deze single staat de viool helemaal centraal, met slechts wat zuinige pianotoetsen en nog zuiniger productionele ingrepen erbij. Geen zang, geen drum, geen bas. Qua sfeer roept dit herinneringen op aan de instrumentale passages van Agnes Obel, James Blake, Usi ES en Madredeus. Meestal weemoedig, soms licht speels, maar altijd verhalend op een cinematografische manier, en overhellend naar het neoklassieke. Het is begeesterend en intrigerend. Deze meermin-pastorale is mooi in al zijn eenvoud, op een veel kwetsbaarder manier dan “Melomania”.
Mooi dat hiervoor nog tijd en budget wordt vrijgemaakt bij een label, want een groot publiek bereiken zal niet makkelijk zijn. Of het zou moeten via de soundtrack van een film of tv-serie. Met een speelduur van 6,5 minuten is zelfs Radio 1 geen garantie, maar al beter dan “Melomania” dat - voor een single - ruim 10 minuten vult, maar dan wel met zang en meer instrumenten. Benieuwd naar dat album.

Pagina 75 van 103