Turpentine Valley - You love us or you hate us
Het had een druk voorjaar en een mooie zomer moeten worden voor postrockband Turpentine Valley, in de slipstream van het vorig jaar uitgebrachte album ‘Etch’, maar het coronavirus gooit bakken roet in het eten. Een reeks clubshows als support en headliner vallen in het water en inzake festivals zullen ze dit jaar niet kunnen aantreden op de voorziene data van Oorwurm en Sleuterrock (nieuwe data nog te bepalen) en dunk!fest in Zottegem (verplaatst naar 2021). Het is voor het trio nu uitkijken naar de clubshow met ‘Stories From The Lost’ in Lens die eind juni hopelijk wel kan plaatsvinden en naar de Miracle Metal Meeting in september in Deinze.
Een interview via mail is dan weer geen probleem in coronatijden
Dunk!fest is uitgesteld tot volgend jaar. Zijn jullie al gevraagd voor die editie van 2021?
Roel (drummer): De organisatie heeft beslist om de line-up van dit jaar door te schuiven naar de editie van volgend jaar. Op 13, 14, of 15 mei 2021 krijgen we met Turpentine Valley dus een herkansing op het bospodium in Zottegem. We kijken er nu al opnieuw naar uit!
Repetities vallen onder de niet-essentiële verplaatsingen. Oefenen jullie dan individueel?
Thomas (bas): Repetities zijn momenteel inderdaad niet aan de orde, althans niet gezamenlijk. We zijn elk afzonderlijk wel volop bezig met het schrijven van nieuwe nummers. De ideeën die we individueel opnemen leggen we dan één keer per week samen via een videocall. Zo geven we feedback en bijsturingen vanop afstand zodat iedereen daarmee weer verder kan om zijn eigen lijnen (opnieuw) op te nemen en samen te leggen. Het kriebelt wel steeds meer om weer echt te spelen, op repetitie of live, en om de nieuwe nummers of ideeën als geheel voor het eerst zelf uit de speakers te horen knallen.
Hoe schrijven jullie de nummers onder normale omstandigheden?
Roel: We pinnen ons allerminst vast op één stijl en proberen vooral elk van ons drieën onze persoonlijkheid in onze muziek te leggen. Zo nemen we elk idee - meestal slechts één riff - meteen op, hoe banaal ook. Die losse ideeën geven we dan meteen een (werk)titel. Dat wordt in niet-coronatijden dan één van de woorden op ons gigantische krijtbord in het repetitiekot. Daarop verzamelen we Nederlandstalige woorden die gewoon cool klinken en die we aan elk van die ideeën linken. Dat is dan het voordeel van instrumentale muziek: de titel hoeft niet de lading van de tekst te dekken. Van die ene riff vertrekken we dan om een nummer laag per laag op te bouwen of soms vallen verschillende ideeën uiteindelijk ook samen. Daar doen we behoorlijk lang over, geef ik eerlijk toe, maar we zijn dan ook behoorlijk kritisch voor onszelf om tot een definitieve demo te komen die in aanmerking komt voor de studio.
Jullie komen uit bands die heel andere muziek speelden dan die van Turpentine Valley. Wat was er eerst: de band of het idee om postrock te maken?
Roel: Het één viel samen met het ander. Het idee voor een nieuwe band was onlosmakelijk verbonden aan de stijl die we uit wilden. Ik herinner me nog dat ik gitarist Kristof al voor het idee gewonnen had en we dan met een album van Russian Circles onder de arm naar Thomas trokken om hem te overtuigen om mee te doen. Veel moeite moesten we gelukkig niet doen. Eerlijk gezegd is dit de enige bezetting waarmee we dit wilden doen. We kennen mekaar al ruim een half leven, weten wat we aan mekaar hebben en zitten op heel wat vlakken op dezelfde golflengte. Ik weet niet of het in een andere combinatie zou lukken.
In postmetal is het niet ongewoon om zonder vocalen te werken. Was dat voor jullie een bewuste keuze?
Roel: Dat was inderdaad een bewuste keuze. We hadden sowieso een aantal referenties waar we ons aan spiegelden, maar we wilden onszelf ook vooral eens serieus uitdagen. En dat het een uitdaging was, is het minste wat je kan zeggen. Het bleek lang niet zo makkelijk om instrumentale muziek te schrijven zonder enige achtergrond op dat vlak. Plots moesten we zonder prominente zanglijn op zoek naar een spanningsboog, een boeiende opeenvolging van riffs en voldoende intensiteit om dat allemaal ook nog eens live te brengen. Het kostte ons behoorlijk wat tijd en moeite om daar onze weg én een eigen geluid in te vinden. Maar qua voldoening is dit met niets te vergelijken. Het gaat puur om de muziek. Ik weet dat dat niet even evident of behapbaar is voor iedereen, maar net daarom doet het net zoveel deugd om positieve reacties te horen.
Zouden (gast)vocalen nog kunnen in de toekomst of zijn jullie blij dat het concept zo al goed werkt en ook aanslaat?
Thomas: Waarom niet? We sluiten het in ieder geval niet uit. We hebben in die zin ook wel al één en ander getest. Zo speelden we ooit met het idee om van bepaalde nummers naast de instrumentale versie ook een soort B-kant met zang te maken. Alleen hadden we daarvoor toen niet de tijd om dat echt grondig uit te werken, waardoor we dat idee maar weer op de lange baan schoven. Geen idee dus of het kan werken, maar voorlopig voelen we ons vooral comfortabel in het puristische dat instrumentale muziek met zich brengt: zoals een zanger zich blootgeeft met performance en teksten, zo doen wij dat in de plaats met enkel onze muziek en met de overgave die daar aan vasthangt. Want hoe je het ook draait of keert: zonder een zanger die alle aandacht opeist, zijn alle ogen volledig op ons drieën gericht. En dat geeft ons een extra drive om alles te geven tijdens een liveshow.
Wat zijn voor jullie de kerneigenschappen van een goede Turpentine Valley-nummer?
Thomas: De sfeer en de spanningsboog zijn belangrijk, maar wat mij betreft vooral ook de ‘beleving’ en de ‘overtuiging’. Ik weet wel dat postrock en postmetal vaak een zwart-wit verhaal zijn. You love it or you hate it. Wij proberen daar toch een bepaalde toegankelijkheid in te brengen. Het leuke is dan ook dat mensen na een show komen vertellen aan welke ervaring of setting een nummer hen doet denken. Vaak is dat iets helemaal anders dan wat wij (ook al onderling verschillend van mekaar) voor ogen hadden bij het schrijven van het nummer. Maar dat maakt het net zo intrigerend. Sfeer hoeft zich wat ons betreft ook helemaal niet te beperken tot alleen soundscapes. Er mag ook wel eens wat tempo en variatie in. Als het maar boeiend blijft. Ook de lengte van nummers doet er wat ons betreft niet toe. Als je in 4 minuten je ei kwijt kunt, hoef je dat niet per se 8 minuten te rekken. Het absolute hokjesdenken is niet zo zeer aan ons besteed.
Bij jullie shows valt jullie concentratie op. Staat die de beleving nooit in de weg?
Roel: Wat mij betreft alleszins niet. De focus is er, samen met wat gezonde nervositeit, maar van zodra we de eerste noot aanslaan, zitten we zelf in die bubbel van beleving. Ik krijg elke show opnieuw nog zelf kippenvel bij bepaalde nummers of passages. Een optreden van 45 minuten duurt in mijn beleving ook maar een kwartier, veel te kort. Omdat het recht uit het hart komt en ook hetgeen is wat we op dit moment het liefste doen.
In 2018 brachten jullie een demo op cassette uit, puur uit nostalgie?
Kristof (gitaar): We hadden een aantal nummers klaar, maar nog geen zicht op een platendeal. En dus wilden we vooral opvallen door die een cassette uit te brengen. De eerlijkheid gebiedt ons wel erbij te zeggen dat dat toen ook het enige betaalbare was voor een beginnende band als de onze. Leuk meegenomen was wel dat de cassette inderdaad een echte gadget bleek, net omwille van de nostalgie die er aan vasthing. Uiteindelijk stuurden we er daarvan heel wat rond als promomateriaal. De cassettes verkopen lukte minder goed omdat die als muziekdrager uiteindelijk toch heel wat minder terug ‘in’ bleek dan zoals al eens beweerd wordt.
Na de demo volgde dan de deal met dunk!records
Thomas: We waren eigenlijk al drie nieuwe nummers aan het opnemen en we hadden vooral het idee om die nieuwe nummers aan verschillende labels voor te leggen. Tot labelmanager Wout van dunk!records ons voorstelde om de zes nummers van de demo samen met één van die nieuwe opnames op plaat te persen. We zijn hem nog altijd heel dankbaar voor de kans die we kregen en het vertrouwen in onze band. Eigenlijk hadden we al een beetje de hoop opgegeven om een album van ons bij een label te kunnen uitbrengen, maar zo zie je maar dat je nooit mag opgeven.
Was dunk!records voor Turpentine Valley de enige optie?
Roel: Dunk!records was voor ons het label waar we het meeste naar uitkeken. Er waren nog wel een aantal andere gesprekken, maar uiteindelijk sprongen we een gat in de lucht toen Wout liet weten dat hij interesse had om ons album op vinyl uit te brengen.
Hebben jullie zicht op de vinylverkoop of streams?
Kristof: We zijn heel tevreden over het label. Een beperkte oplage is voor een nichegenre als het onze de best mogelijke oplossing. En gezien ze bij dunk!records zelf hun platen persen, kunnen ze kort op de bal spelen met bv. een tweede persing. Wat die eigen perserij betreft, springt dunk!records er trouwens echt boven uit. Ze leveren topkwaliteit. Elk album is een echte masterpiece en niets gaat buiten als het niet helemaal perfect is. Het experimenteren met splatters en kleurenvinyls heeft ons alvast een visueel hele mooie plaat opgeleverd. Qua verkoop en streams zijn ze ook heel transparant, wat het echt leuk samenwerken maakt. Ik heb ook het gevoel dat men bij dunk!records echt oprecht luistert naar de bands en probeert mee te denken. Zo speelden we al heel wat shows met gelijkgestemde bands in het genre die we via het label aan een line-up konden toevoegen, wat anders misschien nooit gelukt was.
Getekend worden door dunk!records heeft voor een kentering gezorgd bij de band?
Thomas: Daar heeft dunk!records inderdaad echt wel een groot aandeel in. En het geeft ons ook een goed gevoel dat we inderdaad wat ‘op onze plaats’ vallen. Kunnen spelen met bands als Lethvm, Astodan, Stories From The Lost, het is telkens weer superfijn. Je merkt meteen de connectie tussen de bands en de wil om mekaar vooruit te helpen door mekaar podiumkansen te bieden, mekaars merch te helpen promoten, enz. Ik denk dat dunk!records daar in de keuze voor z’n bands echt voor heel wat tussen zit.
Wat helpt een band als Turpentine Valley het meeste vooruit?
Roel: Spelen! Live spelen is niet alleen voor ons als band hetgeen ons het meeste vooruit brandt, je merkt ook dat de interesse stijgt door veel shows te spelen. Hoe klein ook de club of hoe beperkt ook het publiek. Er is altijd wel iemand die ons oppikt. Online kan je je band nog zoveel promoten, een stevige liveset spelen is dankzij de mond-aan-mond-reclame voor bands van ons kaliber nog steeds de beste manier om vooruit te komen. Youtube, Spotify en Facebook kunnen dat ondersteunen, maar nooit vervangen. Daarom kijken we er ook zo hard naar uit om na deze lockdown opnieuw op een podium te kunnen staan.
Jullie gebruikelijke live-setting met die paar gloeilampen werkt heel goed voor een zaaltje, maar in september staan jullie in de Brielpoort. Wordt het daar iets indrukwekkender?
Roel: Het wordt normaal gezien wel iets meer in de Brielpoort. We zijn daar volop over aan het nadenken en verschillende dingen aan het testen. Maar wat het wordt, houden we nog even voor onszelf.
Staan jullie liever op een gespecialiseerd festival als dunk!fest of op een festival dat breed programmeert, zoals Zingem Beeft vorig jaar en Miracle Metal Meeting dit jaar?
Kristof: Er zijn nu eenmaal weinig echt gespecialiseerde festivals in het niche-genre dat wij spelen, dus op zich maakt ons dat weinig uit. Wij willen vooral veel spelen. Ik verbaas me er ook telkens weer over hoe veel toegankelijk onze muziek is? Veel toegankelijker dan we onszelf kunnen inbeelden. Mij maakt het dus weinig uit op welke affiche we staan, als het maar het hardere genre is en we van het publiek dat extra tikkeltje inlevingsvermogen, betrokkenheid en ‘open mind’ mogen verwachten om zich open te stellen voor wat wij doen. Waar we ook al speelden, altijd zagen we toch de kopjes op en neer bewegen tijdens onze set. Dan weten we dat het goed zit.
Postrock en postmetal winnen nog elke dag nieuwe fans, maar bij de ‘oude’ rock- en metalfans hoor je wel eens dat er weinig gebeurt op en voor het podium.
Thomas: Ik respecteer ieders mening daarover, en nogmaals: de muziek die wij spelen heeft een hoog ‘love it or hate it’-gehalte. Er is geen tussenweg en dan weet je wel dat je gemengde reacties kan krijgen. Maar ik trek me vooral op aan de positieve reacties. Die sterken mij in de overtuiging dat onze muziek niet alleen onszelf beroert, maar ook heel wat mensen daarbuiten. Dat er live niet veel te beleven valt kan je ook anders opvatten: je wordt niet afgeleid door allerlei kunst- en vliegwerk waardoor je je echt op de muziek kan concentreren en je er helemaal kan laten in opgaan.
Turpentine Valley speelt niet enkel instrumentaal, live zijn er ook geen bindteksten. Is sfeer op een concert belangrijker dan een beleefd praatje?
Roel: Absoluut. Bij ons staat alles in functie van die sfeer. Zelf hou ik mezelf al jaren voor dat een liveshow enkel een begin en een einde mag hebben, geen onderbrekingen die - in de vorm van bindteksten - de kijker of luisteraar uit het ‘verhaal’ halen. Kwestie van er helemaal ‘in’ te zitten. Eigenlijk zijn bindteksten nooit ter sprake gekomen bij deze band, net zoals het van in het begin vast stond dat nummers ook niet op zich staan, maar stuk voor stuk zelfs door hun volgorde bijdragen tot het totaalplaatje dat een liveshow is. Het mooiste bewijs is dat we voor één van onze releaseshows de playlist nog in extremis wilden omgooien; Dat bleek gewoon niet te werken. Veel mensen in ons publiek weten zelfs niet eens hoeveel nummers wij live spelen en vaak komt er amper applaus tussen de nummers. En dat vind ik net het fijne: alles loopt wat ons betreft in een bepaalde logica in elkaar over en daaruit blijkt dat mensen dat dat ook zo binnenkomt bij wie komt kijken en luisteren.
Bassist Thomas mocht eerder dit jaar al eens ervaren hoe het is om voor een volle Brielpoort te staan. Wat heeft hem het meeste voldoening: die paar nummers met Janez Detd voor 2.500 man of openen met Turpentine Valley voor de Miracle Metal Meeting?
Thomas: Het is altijd leuk om voor veel mensen te spelen, zeker als ze bijna allemaal meegaan in het verhaal. Dat optreden met Janez Detd was redelijk magisch. Maar het is toch nog altijd leuker om een volledige set te spelen met de band waar we de afgelopen jaren zwaar mee aan de weg getimmerd hebben. Bij Janez Detd weet je dat het sowieso een toffe show wordt waar iedereen uit de bol gaat. Met Turpentine Valley wordt het uitkijken hoe het publiek reageert en dat maakt het spannender. Ook het feit dat we met Turpentine Valley nog heel veel kunnen bereiken en het belangrijk is om gelijk welke show (klein of groot) te spelen, maakt het net iets interessanter om met Turpentine Valley te openen.
Voor welk ander festival pakken jullie meteen de koffers?
Kristof: Dat is een moeilijke. Doe mij ineens maar Graspop. Ik denk dat de festivalgangers daar ook wel open van geest genoeg zijn om ons te komen checken. Alcatraz mag je trouwens gerust ook aan het rijtje toevoegen. Rock Werchter lijkt me al minder voor de hand liggend voor muziek als de onze. In het buitenland lijkt ArcTanGent in de UK me alleszins een leuke, al zijn er ook in Nederland en Frankrijk heel wat coole kleinere metal festivalletjes.
Fragmenten van Turpentine Valley werden gebruikt in de tv-serie De Twaalf. Hoe komt het dat jullie niet op de soundtrack staan?
Kristof: Wij hebben daar zelf eigenlijk weinig bij stilgestaan. Wouter Bouvijn, de regisseur van De Twaalf, is al jaren een gezamenlijke vriend van ons. Toen hij met de vraag kwam om een aantal nummers te leveren, twijfelden we geen seconde om toe te zeggen. Opgenomen worden in de officiële soundtrack stond toen niet in ons lijstje met voorwaarden, voor zover we al voorwaarden gesteld hebben. Noem het naïef, of slordig, maar wij tillen er uiteindelijk niet zwaar aan. We hebben Wouter uit de nood kunnen helpen en we hebben er als band heel wat ‘free publicity’ uit gehaald. Als de reeks in andere landen uitkomt, komt daar misschien ooit nog iets uit de bus daardoor.
In een scene van De Twaalf zie je een band met acteurs jullie muziek spelen. Dat lijkt me geen comfortabel gevoel voor een muzikant?
Kristof: Dat ziet er inderdaad voor ons wat vreemd uit, maar ook hier: wij zijn pas laat in de montage van de reeks in beeld gekomen om die nummers aan te leveren en hebben daar dan ook nooit zwaar aan getild. De opnames zelf zaten er toen al lang op. We hebben het wel niet kunnen laten om regisseur Wouter Bouvijn te jennen met een filmpje van een Turpentine Valley-optreden begin dit jaar in JH Asgaard in Gent, waar ook het optreden in de reeks opgenomen werd. Wie weet vervangt hij die shots ooit nog door de echte beelden.
Zou de volledige soundtrack van een film of serie iets zijn voor Turpentine Valley?
Roel: Instrumentale muziek wordt terecht geassocieerd met soundtracks, maar ik weet niet of dat ons ding zou zijn. Daarvoor doen we te graag onze eigen zin, terwijl je voor een soundtrack toch vooral de opdracht krijgt om muziek te schrijven op de beelden die je voorgelegd worden. Ik weet niet of ons dat zou lukken. Ik vrees dat het ons eerder in een keurslijf zou dwingen waar we ons niet zo comfortabel in voelen. Geef ons maar de vrijheid om alle kanten uit te gaan, onze eigen ideeën uit te werken zonder enige beperking van verhaal of lyrics. Ook hier blijf ik erbij dat we onze nummers het liefst zo open mogelijk voor interpretatie laten.
Jullie zijn al begonnen met nieuwe nummers. Gaan we die al horen op bv. de Miracle Metal Meeting?
Kristof: We zijn volop nieuwe demo’s aan het opnemen. Maar nieuwe nummers brengen we pas live als we die ook helemaal klaar hebben. “Parabel” is zo een nummer dat we nog niet eerder uitbrachten maar dat intussen wel al in de live setlist geslopen is. En dat zullen we met nieuwe nummers ook systematisch doen.
Ligt het nieuwe werk in het verlengde van ‘Etch’?
Roel: Voor zover ik dat zelf kan beoordelen, ligt het nieuwe werk inderdaad in dezelfde lijn, met dezelfde pompende bassen, gelaagde gitaren en rechttoe-rechtaan drumwerk. Dat blijft ons handelsmerk, ook in de nieuwe nummers. We brengen ons volgende album graag opnieuw bij dunk!records uit, maar daar hebben we het met hen nog niet over gehad. Het is voor ons ook nog niet aan de orde, omdat we eerst nog wat schrijf-, preproductie- en opnamewerk voor de boeg hebben. En we willen eerst met ons debuutalbum nog meer zieltjes winnen.
Thomas speelt ook bij The Lotus Tree. Hoe ver staat het met de opnames van die band?
Thomas: Daar zijn we volop mee bezig, maar ook hier strooit het coronavirus alles in de war. Normaal stonden rond dit moment de drumopnames van enkele nieuwe nummers gepland, net het enige waarvoor we een studio zouden afhuren. Daardoor schuift alles weer wat op.
Turpentine Valley en The Lotus Tree zitten een beetje in hetzelfde straatje, maar er zijn ook verschillen
Thomas: Met de bandleden in The Lotus Tree speel ik zowaar nog langer samen dan met Kristof en Roel (lacht). Daardoor zijn we bij The Lotus Tree zelfs met vijf bijna net zo goed ingespeeld als met de drie bij Turpentine Valley. De aanpak bij beide bands loopt wat gelijk: we nemen alle ideeën op en zijn constant demo’s aan het maken. Alleen bij de stap die daarop volgt (studio-opnames, muziek uitbrengen en live spelen), ligt de ambitie bij Turpentine Valley een pak hoger. En dat maakt dat we nu dus een eerste plaat konden uitbrengen en dankzij de vele shows die nummers ook live strakker en strakker krijgen.
The Lotus Tree heeft veel speelkansen gekregen als support van Turpentine Valley. Dan volgt straks de wederdienst als The Lotus Tree zijn album uitbrengt?
Roel: Ze zijn ons dat contractueel verplicht. (lacht)