Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks

Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks Concerten 2024 - Scott Bradlee’s Postmodern Jukebox, 10Y, op 18 mei 2024, La Madeleine, Brussel + 10 oktober 2024, OM, Luik - The The op 19 september 2024, Ancienne Belgique, Brussel - Noordkaap kondigt…

logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 14 + 15-09 Klassiek en route (nazomeren met klassieke muziek) : BRYGGEN, Aglica Trio, Sofie Vanden Eynde & Shahab Azinmehr, GLOW Collective en Bieke Michiel @Sint-Denijs Zwevegem + Zonnebeke) 18-09 Ozric…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Ty Segall - Sjo...
Pixies - Lokers...
Filip Van der Linden

Filip Van der Linden

donderdag 12 maart 2020 10:07

The Night Chancers

Baxter Dury speelt op zijn nieuwe album in elke song een andere rol. Op “I’m Not Your Dog”, veruit de beste song op ‘The Night Chancers’, spiegelt hij zich aan Serge Gainsbourg. Niet alleen door die Franstalige backing vocals (met geinig Brits accent), ook met dat schijnbaar ongeïnteresseerde parlando en die basic elektropop. Dury neemt de Fransman een tweede keer in het vizier op “Samurai” , door het op een heel basic drumbeat leunende nummer op te leuken met een aanhoudend gekreun en gehijg. Op de retro-eurofunk van “Slumlord” zet hij zich in het spoor van Shane McGowan en andere dronkemannen. “Saliva Hog” komt uit hetzelfde nest als “Atmospherics” van Tom Robinson. Op “Sleep People” en “Carla’s Got A Boyfriend” klinkt hij als een harteloze en onbeleefde versie van Leonard Cohen, die ook nog eens lak heeft aan rijmschema’s. Muzikaal blijft de slome funk op “Hello, I’m Sorry” mooi overeind, maar in de lyrics raakt Dury hier toch de bodem, of hij nu een typetje speelt of niet. Ook “Daylight” had beter nooit het daglicht gezien.  Met zijn parlando en omdat hij grofweg hetzelfde stemtimbre heeft, doet hij op dit album soms denken aan zijn vader, wijlen Ian Dury. Het verschil is dat Ian ook nog lyrics schreef die er echt toe deden.
Als album blijft ‘The Night Chancers’ enkel overeind door de band, de backings en de knappe arrangementen. Baxter Dury zelf doet als zijn typetje (the slumlord) keihard zijn best om elke track naar de verdoemenis te helpen. Op het afsluitende “Say Nothing” proberen de backings nog iets goed te maken met een lange herhaling van het zinnetje ‘Baxter loves you’, maar dan is het kalf al lang verdronken. Als Baxter ons inderdaad zo graag ziet, kan hij niet tevreden zijn met ‘The Night Chancers’.

donderdag 13 februari 2020 16:06

Delle -single-

Lil Delle en Exo zijn te jong om de hoogdagen van ’t Hof van Commerce meegemaakt te hebben, toch waagt dit nieuwe Izegemse duo zich meer dan 20 jaar na ‘Dommestik & Levrancier’ met meer branie dan talent aan rap en hiphop in hun eigen dialect. Officieel gaat deze ‘Delle’ over frikandellen, maar je moet niet van Izegem zijn om daar ook andere toespelingen achter te zoeken. Grappig is het al zeker, als het al niet gewoon voor de grap is dat dit werd uitgebracht.
Er moet nog flink wat geschaafd worden aan de rhymes en vooral aan de beats, maar als twee tieners dit met niet veel meer dan een laptop voor elkaar krijgen, zit er misschien wel meer in. Lil Delle als de nieuw Kowlier?

https://www.youtube.com/watch?v=mZJSUhmlPvg

donderdag 13 februari 2020 14:59

Alright -single-

Steven Borgerhoff debuteerde begin 2019 met het album ‘The Long Now’ dat op heel wat bijval van de pers en muziekliefhebbers kon rekenen. Ook op deze site overigens. Binnen enkele maanden verschijnt zijn tweede album ‘Waves Holding Time’. Als aperitiefje is er nu al de uiterst sfeervolle single “Alright”. De bijna Lou Reed-achtige stem van SJ Hoffman herken je meteen. De sound voorbij de intro is nieuw. Die komt deze keer van Pieter Van Dessel van Marble Sounds. Denk dan eerder aan “The Time To Sleep” dan aan het bekendere “Leave A Light On”. De match tussen Hoffman en Van Dessel werkt hier wonderwel. Daar willen we meer van horen.

https://www.youtube.com/watch?v=Z4y0snRNFXg

donderdag 13 februari 2020 14:24

The Gospel Sessions Volume 4

De New Yorkse, in Amsterdam wonende zangeres Michelle David bracht zopas ‘The Gospel Sessions Volume 4’ uit met gospel, soul en blues. Michelle David volgde les aan de befaamde Fame School (die van de films en tv-serie), maakte deel uit van verschillende Broadway-producties en verzorgde de backing vocals bij o.m. Diana Ross. Samen met Onno Smit en Paul Willemsen maakt ze vanuit Nederland een reeks albums onder de noemer The Gospel Sessions.
In dat rijtje hoort ook ‘Volume 4’ thuis, met behalve uiteraard gospel nog hoofdrollen voor soul, blues en funk. Soms een beetje retro, soms net heel modern. Mij doet dit album - op de gospel na dan - hard denken aan Sound & Color, het tweede, nogal experimentele album van Alabama Shakes. Dat had ook een krachtige, heldere stem als vertrekpunt en een uitstekende band die heel nederig alle lege vlakken daarrond inkleurt. Van dat gospel-aspect moet je overigens niet te veel schrik hebben: de typische massakoren die wij ons daar bij voorstellen, vind je hier niet. Wel zit de gospel in de typische melodielijnen en soms in de lyrics. De Heer wordt al eens rechtstreeks of onrechtstreeks vermeld en een centrale zin als ‘Am I my brother’s keeper’ kan je moeilijk anders interpreteren dan in een religieuze context. Toch is het niet zo dat je op dit album elke vijf seconden struikelt over een geloofsbelijdenis. De lyrics zijn net zo gevarieerd als het rijke buffet aan genres van waaruit Michelle de mooiste stukken op haar bord schept.
Voor fans van Aretha Franklin, Sharon Jones, Charles Bradley en het tweede album van Alabama Shakes.

donderdag 06 februari 2020 13:50

Daddy Is The Devil

De band Freak Injection doet in Vlaanderen nog niet meteen een belletje rinkelen. Daar zou verandering in kunnen komen met ‘Daddy Is The Devil’, het eerste album van deze Franse bende elektrorockers. Er zijn heel wat gelijkenissen met populaire Belgische bands als Lords Of Acid en Vive La Fête, terwijl ze zelf zeggen dat ze de mosterd haalden bij o.m. David Bowie, the Prodigy, Nine Inch Nails, Nina Hagen, Madonna, Die Antwoord en Marilyn Manson. Dan zit je met Lords Of Acid, Vive La Fête, Diane Grace, Misery Loves Co-meets-No Doubt en nog Army Of Lovers juister.
Net als Lords Of Acid en Army Of Lovers flirt Freak Injection met alles wat kinky is, zowel in de look van de band als in de lyrics. Toch blijft het allemaal heel braaf, toch in vergelijking met de band van Maurice Engelen. Songtitels als “Sex Me” en “Sex Voodoo” laten uiteraard weinig aan de verbeelding over, maar dat wordt gecompenseerd door het ontbreken van vlot meezingbare refreinen en door lyrics die niet altijd vlot te volgen zijn (en die steevast eindigen in een langgerekt ‘ooohohoooh’). Dat de onderwerpen een beetje stereotiep zijn voor dit soort bands nemen we deze Fransen niet eens kwalijk. De elektrorock van Freak Injection is niet meteen de meest originele. In de jaren ’90 zouden ze hier vet mee scoren, vandaag klinken sommige beats en melodielijnen toch wat gedateerd en doorsnee.
De beste songs op ‘Daddy Is The Devil’ zijn “Evil Raccoon Party” en “Sex Me”. Live zal deze Freak Injection vast vlotter kunnen overtuigen dan op dit album, misschien in het voorprogramma van Vive La Fête of Lords Of Acid.

Dance/Elektro
Daddy Is The Devil
 

woensdag 05 februari 2020 13:21

Should We -single-

And Then Came Fall was op hun debuutalbum nog wat moeilijk te plaatsen. We bleven toen wat hangen in termen als ‘loungy’ en ‘herfstig’. Op hun nieuwe single “Should We” is hun bandgeluid nog wat puurder, maar zeker niet makkelijker te definiëren. Ergens tussen Blue Blot en SX in op deze track, beetje dansbare blues, beetje introspectieve singer-songwriter, … De urban-feel is deze keer wat verder weg dan op het vorige album en ingeruild voor een sound waarin de hele band aanwezig is. De lyrics en emoties staan iets meer centraal. Puike single. Misschien toch eerder Radio 1 dan Radio 2.

https://www.youtube.com/watch?v=NIjF9aNbmvg

zondag 08 maart 2020 14:08

Matt Watts Group - Als een lopend vuur

Matt Watts kwam in de Handelsbeurs in Gent zijn album ‘Queens’ voorstellen waarmee hij een nieuwe stap zet naar de eeuwige roem in België. De avonden ervoor werd het album reeds voorgesteld in de Arenberg in Antwerpen en in de AB Club in Brussel, telkens voor een uitverkochte zaal en ook de Handelsbeurs was goed gevuld.
De in Brussel residerende Amerikaan Matt Watts verspreidt zich als een lopend vuur en is opvallend genoeg ook in het zuiden van ons land populair. Watts heeft zich zowel voor het album als voor de liveshows kunnen omringen met een fijne selectie van de Vlaamse indierock: Stef Kamil Carlens, Nicolas Rombouts, Wim De Busser van King Dick, Bjorn Eriksson, Maarten Moesen. En die hebben er geen problemen mee om zichzelf weg te cijferen voor de Amerikaan.

Usi Es mocht voor de releaseshows aantreden als support. Op haar EP ‘Mutiny’ had ze niet veel meer nodig dan synths en een laptop en zo staat ze ook live haar mannetje. Ze treedt in de traditie van Kate Bush, PJ Harvey en Tori Amos of als u liever recentere referenties wenst: Agnes Obel, SX en Cat Power. Ze bouwt haar set in Gent geduldig op, beginnend met enkel een breekbare pianomelodie. Van daaruit voegt ze steeds meer synths, loops en samples toe tot ze bij “Christian” bijna bij Björk uitkomt. De mooiste momenten zijn “Billy Weaver” en “Something To Cross”, het meest intrigerend is hoe ze “Is This Desire” van PJ Harvey naar haar hand zet. Benieuwd naar wat Usi Es nog meer in haar mars heeft.

Matt Watts begint wat intimistisch en zelfs bijna akoestisch, met “Every Tear Just For You”, een song die hij schreef voor de Zita Swoon Group. Op het eerste zicht een wat vreemde keuze als je een album te promoten hebt. Pas achteraf merk je in de setlist het evenwicht tussen pauzeren en voluit gaan. Na die rustige opener pakt de band een eerste keer flink uit met single “Sha La La La Jim”, die in de liveversie nog aan power gewonnen heeft. Het nummer wordt al meteen onthaald met een herkenningsapplaus en dat raakt de band zichtbaar. “Lula” is op het album een beetje dreigend en zeker bezwerend, terwijl het live een flinke scheut grootstadsfunk geïnjecteerd krijgt.
Wim De Busser (King Dick) legt met een piano-intro de weg vrij voor Watts op het hartverscheurende “With Every Healing Mile” en ook Eva-Tshiela en Kapinga Gysel van o.m. de Zita Swoon Group mogen dan een eerste keer schitteren. Voor De Busser en de Gysel’s mag er zelfs een dansje bij.
Dan volgt uptempo southern/americana-rock met het stampvoetende “Smoke All Around My Brain” en een lang aangehouden cover (“Little Wheel” van Buffy Sainte Marie). Uit zijn vorige album ‘How Different It Was When You Were Here’ brengt Watts vervolgens het veel rustiger “Time Turns As An Engine” en “Joanne”. Treuren en rocken, hij kan het allemaal als de beste. Daarna gaat het tempo weer de hoogte in met het schijnbaar lichtvoetige “Rachel”, de Michael Jackson-cover “Billie Jean”, “There I Have Come For You” en “Lay Your Years”. Watts stuurt zijn Group inmiddels aan als een blanke James Brown (minus de danspasjes), waarbij hij als een echte master of ceremonies zijn troepen van op het podium overschouwt en elk van zijn discipelen zijn solo-moment gunt. Hoe harder het publiek danst, zingt en applaudisseert, hoe weidser de gebaren van Matt Watts worden. Zelfs een potje drama is hem niet vreemd: hoe hij theatraal op de podiumvloer gaat liggen terwijl de band zijn song afwerkt.
De reguliere set wordt afgesloten met “Caroline” of is het dan toch “Karolien”? In de toegift krijgt “Your Love Is Not Your Own” nog een stevig gitaarduel tussen Stef Kamil Carlens en Bjorn Eriksson. Pas helemaal op het einde treedt Carlens uit de schaduw voor het duet “Many A Friend To Kind”.

Een all-star-band lost doorgaans de verwachtingen maar half in. Deze Matt Watts Group bewijst op ‘Queens’ en live hoe artiesten elkaar naar een hoger niveau kunnen tillen.

Neem gerust een kijkje naar de pics
Usi Es
http://www.musiczine.net/nl/foto-s/concert/handelsbeurs/usi-es-06-03-2020.html
Matt Watts
http://www.musiczine.net/nl/foto-s/concert/handelsbeurs/matt-watts-group-06-03-2020.html

Organisatie: Handelsbeurs, Gent ism Democrazy, Gent

zaterdag 29 februari 2020 11:24

Queens

Matt Watts heeft wat van een crooner in een rockband. Hij hangt wat tussen zingen en fluisteren in, wat bijdraagt aan de emotie van zijn albums. De in Brussel aangespoelde Amerikaan heeft een opvolger klaar voor ‘How Different It Was When You Were Here’. Dat was een schilderij in dertien tinten grijs, terwijl hij voor ‘Queens’ het penseel ook in de lichtere, montere kleuren dopte.
Zoals schilder Adriaan Brouwer zich uitleefde in het schilderen van café-taferelen, zo schildert Matt Watts in elke song een personage uit zijn ontmoetingen in café Queens in Sint-Gillis. Net als Adriaan Brouwer beperkt hij zich niet tot het beschrijven van de café-gasten, maar geeft hij een soort van situatieschets. En net als Adriaan Brouwer neemt Watts gretig deel aan dat café-leven. De songs op ‘Queens’ zijn de op muziek gezette bedenkingen die Watts die maakte op de terugweg van het café naar huis. Dat gaat van medeleven en goede raad tot virtueel nog wat verder flirten. Alles wat je bij nacht en ontij op café kan verwachten. Het is ook in die context dat je de cover van Michael Jackson’s “Billie Jean” moet zien: discussies over vermeend vaderschap zijn één van de vaste ingrediënten in de nachtelijke gesprekken op café.
Muzikaal gaat het alle kanten uit, van smoothe rock tot trage folk en americana. Van catchy tot meeslepend. “Sha La La La Jim” heeft nauwelijks een shalalala in de lyrics en heeft dat ook niet nodig om je mee te nemen op zijn easy-rock-fluister-trip. “Lula” is een bezwerende popsong , die wat doet denken aan de eerste tracks van Zita Swoon (toen nog als Moondog Jr).  “Smoke All Around My Brain” is kampvuur-americana-folk die zelfs fans van The War On Drugs zal kunnen bekoren.
Op de trage pianoballad “With Every Heating Mile” wandelt Matt Watts met een ongepast enthousiasme door een diepdonker tranendal. Deze song sluit nog het beste aan op die van ‘How Different …’ en toont nogmaals dat deze Amerikaan een meester is in het vangen van verdriet en ontgoocheling. De vrouwenstemmen die Watts hier van repliek dienen, snijden door merg en been. Zo pijnlijk eerlijk kom je de lyrics zelden tegen, of het zou bij Guido Belcanto moeten zijn. Van hem heeft Watts zijn “Ik Weet Niet Waar Mijn Meisje Is” vertaald en als bonustrack toegevoegd.
“Lay Your Years” heeft een murderballad-sfeer met daarover wat heerlijke, zwevende psychedelica in de synths en de gitaren. Daarna klaart de hemel op bij “Waking Up” of is het maar schijn? Het lijkt een naïef en onschuldig verhaaltje en de muziek stuurt deze track nog wat dieper die richting uit, maar Watts legt er altijd een paar dubbele bodems onder, zodat zelfs een ‘ooh-ooh’ plots een betekenis krijgt. Hetzelfde verhaal ongeveer bij “There I Have Come For You”, een catchy en vrolijke riedel met veel venijnige doornen onder de roos. “Penniless Carpenter” flirt met americana en country en straalt wat dreiging uit. De finale van deze track heeft een Stef Kamiel Carlens-stempel. Samen met “Lay Your Years” en “With Every Heating Mile” behoort dit tot het mooiste drieluik van dit album.
Het is verbazend hoe Matt Watts zijn schilderijtjes kan verpakken in popmuziek van drie minuten, met telkens de treffende kleuren en de juiste accenten. Dat kunnen alleen de groten.

donderdag 23 januari 2020 17:40

There’s A Lot Of It About

Snuff is een Britse punkrockband die in het algemeen een beetje ondergewaardeerd wordt. Ze mixen in hun sound de meest catchy stukken van de Britse oerpunk met de toegankelijkheid van de Amerikaanse streetpunk. Als één van de weinige bands in hun genre voegen ze daar nog synths, een orgeltje of een stukje trombone aan toe. De klassieke Britse punk-thema’s (sociale ongelijkheid, politiek, armoede, …) zal je niet vaak tegenkomen in hun lyrics (wel op “Big Shot” en “Patient Zero”), wel de meer gemoedelijke onderwerpen als relaties en - uiteraard - drinken en feesten. In die schijnbaar niet-politiek-geladen songs zit dan weer vaak wel een onderhuidse maatschappijkritiek. Niets is wat het lijkt bij Snuff.
In de Fat Wreck-stal is Snuff een welkome afwisseling tussen al het Amerikaanse punkrockgeweld. Niet enkel de doorschemerende Britse identiteit maar zeker ook de synths zorgen voor een eigen smoelwerk. Zanger Duncan is geen nachtegaal. Zijn stem is al schor door 20 jaar de ziel uit zijn lijf te schreeuwen bij Snuff en dat zal er met dit album niet op beteren. Zijn schorre stem legt dan weer wel een authentiek patina over de tracks. Dat een band met zoveel jaren op de teller nog steeds zoveel ongein in de lyrics steekt, bedekken we met de mantel der liefde. Of we geven ze extra kudo’s voor doorzettingsvermogen en vastberadenheid. De beste momenten zijn “Hey Boff!”, “Dippy Egg”, “A Smile Gets A Smile” en de absolute uitblinker: “Gyoza”.
Dit album zal opnieuw niet de grote doorbraak vormen voor Snuff. Het is wel een nieuwe parel aan hun kroon. Deze band zal waarschijnlijk altijd candy-voor-de-kenners blijven en daar behoort u voortaan ook bij.  

donderdag 16 januari 2020 17:01

Crux

Mechanimal is de band rond Giannis Papaioannou, de Griek die in de jaren ’80 new wave maakte als Rehearsed Dreams. Niet zo bekend in België, maar ons beleefde toen muzikale hoogdagen en dan ontgaat er al eens iets uit iets ‘exotischer’ landen. Papaioannou vormt voor Mechanimal een team met de (in Griekenland wonende) Amerikaanse zanger Freddie Faulkenberry. Die legt een zacht fluwelen tapijt van spoken word en trage, warme zang. Hij is geen pure zanger, maar weet wel perfect wat werkt  voor hem en wat niet. Er komen ook wat gast-gitaristen langs, maar die namen zullen hier geen belletje doen rinkelen.
Album ‘Crux’ opent met “Ghetto Level” als trage Faithless, met diep-donkere en loungy triphop. “Sharon” is dan weer hoe de Sisters Of Mercy vandaag zouden moeten klinken. “Stolen Flesh”, één van de singles op ‘Crux’, had van de Pet Shop Boys kunnen zijn. Faulkenberry klinkt hier als een kruising tussen Lou Reed en Andrew Eldritch.
“La Poverina Delle Ossa” is de meest experimentele track. Hij wordt opgehangen aan glooiende violen en cello met daarboven de slome spoken word van Faulkenberry. Heel bevreemdend en zelfs wat spooky. Het ook al diepdonkere “Easy Dead” begint als EBM (Front 242 of Pouppé Fabrikk) om dan op te schuiven naar een soft industrial. “Scavengers” ligt wat in dezelfde lijn. “Razor Tube” hangt ergens tussen Anne Clark en Enzo Kreft. Het heel dansbare “Vanquish” begint met de dezelfde beats en synths als ‘Headhunter’ van Front 242 maar mist de kracht en woede die de Belgen in hun single konden leggen. “Red Mirror” begint heel klassiek retro-elektro-postpunk om van daar open te bloeien tot de Belgische new beat van de jaren ’90 en Praga Khan.
Net als hun land- en labelgenoten Ixotopia zou Mechanimal niet misstaan op W-Fest en andere festivals die EBM en synthwave in ere houden. Mechanimal doet bovendien meer dan herinneringen oproepen met een retro-synthgeluid. Ze geven er een moderne draai aan zonder dat het plat commercieel wordt.

Pagina 78 van 104