logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (9 Items)

Wellens & Arnoeld

Kom Terug

Geschreven door

Wellens & Arnoeld, dat is drie keer Wellens en één keer Arnoeld. Het is het project waarin Jan Wellens en Roland Arnould van de Nederlandstalige 70’s band Magenta elkaar terugvinden. Jan Wellens is voorts bekend als begeleider van Wannes Van de Velde, Arnould als lid van De Bende. In deze nieuwe band wordt dit duo aangevuld met Stefan Wellens (Aranis, Forbidden Ensemble, Mairan) en Karen Wellens. Gastmuzikanten zijn drummer Filip Van Laer (Skadillacs, BlissCraft, Human Jukebox) en de Amerikaanse trompetspeler Jon Birdsong (Beck, Calexico, dEUS, …), op “En We Blijven Proberen”.
Het resultaat is moderne, eclectische jazzpop met in de vocalen een hoog retrogehalte. Roland Arnould kan zijn leeftijd niet verstoppen, niet in zijn zangtechniek en intonatie, niet in zijn woordkeuze en onderwerpen en niet in de emotie die hij in zijn teksten legt. Er zijn op het album ‘Kom Terug’ een paar songs die met twee voeten in vandaag staan, maar net iets te vaak is dit een update van de jaren ’70 en ’80. Alles komt terug?
Dat klinkt misschien negatiever dan nodig. Arnould haalt bij ons – alleen al met zijn stemtechniek - herinneringen boven aan de jonge Herman Van Veen en aan Ramses Shaffy. Zijn teksten zijn inhoudelijk waardevol (vluchtelingen, vergankelijkheid, racisme, …) en overstijgen de murmelende navelstaarderij van de jongere generaties. Maar hij trekt het laken net iets te veel naar zich toe en dan blijft er niet altijd genoeg plaats en tijd over voor de vele talenten van de familie Wellens. De strenge hand van een externe producer had dat evenwicht misschien beter kunnen bewaken.

Wellens & Arnoeld zit als project vol beloftes, maar kan die niet allemaal waarmaken. De mooiste songs zijn voor mij “Ga Dan”, “Altijd Welkom” en “Mooier Dan Ooit”.  We hopen dat het niet bij dit ene album blijft. Wellens & Arnoeld mag zeker terugkomen.

https://wellensarnoeld.bandcamp.com/album/kom-terug-2

Arno

Opex

Geschreven door

Heel wat fans keken reikhalzend uit naar ‘Opex’, het postume album van Arno. Opgenomen terwijl de man met de zeis al mee in de studio stond. Het is een mooi afscheid geworden, maar dan ‘schoon’ op zijn Arno’s, met af en toe een middelvinger, een paar vloeken en een knipoog naar alle vrouwelijk schoon dat langskomt.

“La Vérité” en “Take Me Back” zetten de toon op ‘Opex’. Arno’s zang is dun en fluisterachtig, prevelend, maar gezien de omstandigheden is dat uiteraard geen probleem. Op “Take Me Back” is de hunkering naar de liefde bijna tastbaar.
“I Can’t Dance” is als Tjens Couter-nummer een eresaluut naar Paul Decoutere, zijn eerste muzikale compagnon de route, die Arno al zat op te wachten in het hiernamaals. Mooi, maar ergens hadden we voor dit album een beetje gerekend op een reünie met Jean-Marie Aerts of Serge Feys. Zelfs met de eindhalte in zicht blijft Le Plus Beau stronteigenwijs zijn zin doen.
“Honnête” lijkt op het eerste zicht een banale, vulgaire ode aan een dame die vakkundig op Arno’s ‘trompet’ kon spelen, maar dan merk je in de lyrics zinnetjes als ‘j’ai vu mon destin, dans tes yeux’ en dan interpreteer je die hele song toch weer anders.
“La Paloma” had Arno al eens onder handen genomen als Charles et les Lulus, een album waar heel wat Arno-fans hun neus voor ophaalden. Voor die ondankbaarheid worden ze hier gestraft met een “Paloma Adieu” met ook nog eens Mireille Mathieu zelf erbij. Ondanks het grote respect voor beiden, zullen velen het met mij eens zijn dat objectief gezien dit de minste track is van het album. Het is een beetje alsof Arno moet gedacht ‘ik zal ze daar nog eens goed liggen hebben’. Een opgestoken middelvinger vanuit het graf.

‘Opex’ is een familie-album geworden, met een ode aan Arno’s grootvader (op “Mon Gran-Père”) en voorts nog de saxofoon van zijn broer en de programming van zijn zoon. Op “Boulettes” blijkt dat we met z’n allen Arno’s kl*ten kunnen kussen zolang we niet iedereen als onze gelijke behandelen.  “One Night” (With You) kennen de meesten in de versie van Elvis. Arno zet deze klassieker volledig naar zijn hand, samen met gitarist Bruno Fevery die er een bombastische, ruige, rammelende retro-feel aan geeft.
Op “Court-Circuit Dans Mon Esprit” komt pianist Sofiane Pamart nog eens langs. Hij tilde Arno’s album ‘Vivre’ al naar een hoog niveau en hier doet hij dat nog eens over. De pianobegeleiding is sober en in de lyrics is Arno ontwapenend eerlijk: ‘maintenant je paie mes conneries du passé’. 
Op “I’m Not Gonna Whistle” toont Arno Magritte-gewijs als afsluiter nog eens zijn talent op mondharmonica.

‘Opex’ is een mooi afscheid geworden. Adieu, godverdomme!

Arno & Sofiane Pamart

Vivre

Geschreven door

‘Vivre’ is het eerste album van Arno sinds zijn kankerdiagnose. Waar hij anders als een halve headhunter fungeert om voor elk album de beste begeleidingsband van het land bij elkaar te brengen, had hij deze keer genoeg aan de Franse pianist Sofiane Pamart voor een reeks uitgeklede versies van zijn favoriete eigen songs. De kankerdiagnose geeft een song als “Je Veux Vivre” een nieuwe dimensie, ook al gaat het lied meer over welke wereld waarin we willen leven dan over levenslust.
De meeste tracks gaan door merg en been. “Lonesome Zorro” wordt vermoeid gezongen in tegenstelling tot het veel krachtigere en levenslustigere origineel en is eerlijk in al zijn naaktheid. Arno’s stem klinkt als een stoffige en grijsgedraaide vinyl. Het schip kraakt en barst, maar wil niet zinken. Die vaststelling geldt voor zowat het hele album. In “Quelqu’un A Touché Ma Femme” zit nog wat strijdlust en ook “Elle Adore Le Noir” heeft nog de schwung van het origineel. Dat in die laatste track wordt afgeweken van het originele ritme zal bij sommige fans hartzeer veroorzaken, maar die moeten dan maar de versie van TC Matic opzetten.
Doorgaans blijft Le Plus Beau dicht bij het origineel, zoals op “Les Yeux De Ma Mère”. Het was niet de bedoeling om van ‘Vivre’ een greatest hits te maken en dat is het ook niet geworden. De gekozen songs lenen zich allemaal vlot voor de verstilde stem/piano-aanpak. Enkel op “Help Me Mary” klinkt het ritme soms wat krampachtig. Het album sluit af met “Putain Putain”, een track die ook als (ietwat geforceerde) pianoballad overeind blijft. Met de songs van Arno kan je vele kanten uit, dat heeft hij live al vaak bewezen en dat is één van zijn talenten.
‘Vivre’ bezorgt je gegarandeerd kippenvel. Dit album bewijst dat zelfs een zware ziekte Arno niet zomaar klein krijgt. Hij heeft de dood in de ogen gekeken en lacht hem uit.

Vivre
Arno & Sofiane Pamart
PIAS
 

Arno

Santeboutique

Geschreven door

Opnieuw John Parish als producer was een berekende zet voor Arno. De Brit had al degelijk werk geleverd op ‘Human Incognito’ uit 2015. Net als bij Thou, PJ Harvey en Giant Sand eerder in zijn carrière kan Parish het beste uit een artiest of band halen zonder ze in de richting van hits te duwen. Op ‘Human Incognito’ stonden geen hits, zelfs nauwelijks singles die naam waardig. Dat schept vertrouwen bij een artiest. Ook voor ‘Santeboutique’ had Parish met misschien maar weinig moeite Arno makkelijk naar hits kunnen duwen. “Oostende Bonsoir” had met een iets luchtiger toon en iets meer drive een tweede “Les Filles Du Bord De Mer” kunnen zijn, maar Parish houdt het bij bedeesde blues met een ondertoon van grijs chagrijn. Hintjens houdt van de stad en de zee, maar ergens wringt het toch ook, misschien omdat de erkenning van Oostende voor ‘le plus beau’ zo laat kwam. Als “Oostende Bonsoir” alsnog een hit wordt, is het meer te danken aan het respect van de fans dan aan de greep van de producer op Arno.
Zo ook zou de vrolijke gekte van “Les Saucisses De Maurice” zeker nog iets meer grinta kunnen verdragen en was het makkelijk geweest om de TC Matic-track “They Are Coming” helemaal in dat hoekige retro-vakje te stoppen, maar Parish blijft netjes op de achtergrond. Arno krijgt de vrije hand in zijn lyrics en andere capriolen, maar het is de band die terecht in de spotlights gezet wordt door de producer door heel knap te spelen met de mix. Daarin toont de ploeg achter het fenomeen Arno dat evenwicht heel belangrijk is in de speeltuin van Arno.  Hij klonk nog nooit zo modern als op titeltrack “Santeboutique” en toch is het Arno met een hoofdletter en zelfs in het vet.
De eerste helft van ‘Santeboutique’ is de spannendste, met uitblinkers als “They Are Coming”, “Santeboutique”, “Les Saucisses De Maurice” en “Oostende Bonsoir”. Op de tweede helft liggen de parels veel minder voor het oprapen. “Ca Chante” hint ook nog wel naar TC Matic, maar kan niet overtuigen. “Lady Alcohol” is een gemiste kans. We hadden veel meer verwacht dan een reeks triviale algemeenheden als Arno zijn relatie met de fles uit de doeken doet. De band probeert muzikaal nog de meubels te redden, maar slaagt maar half.  Het bij momenten valse gebrom van Arno op “Court-Circuit Dans Mon Esprit” had een trage, breekbare en openbarende song moeten worden, maar vele fans zullen alleen plaatsvervangende schaamte voelen. ‘Save Me’ zingt Arno op die track, maar producer noch band gooien de reddingsboei. De donkere rock van “Tjip Tjip C’est Fini” maakt al iets goed, zeker met die episch-rockende finale, terwijl afsluiter “Flashback Blues” dat handvol mindere tracks meteen doet vergeten.  Met Arno op mondharmonica zit het meestal goed en bovendien maakt hij zich hier nog eens ouderwets boos op een bedje van zijn typische Eurorockblues. 
‘Santeboutique’ leert dat Arno nog niet met pensioen moet. Niet alles wat hij aanraakt is goud, maar dit album bevat meer songs die we ons binnen 10 jaar nog zullen herinneren dan ‘Human Incognito’. 

Arno

Human Incognito

Geschreven door

Human Incognito, het nieuwe album van Arno, borduurt verder op de weg die le plus beau ingeslagen was met 4French Bazaar’ in 2004. Net als op het vorige album, ‘Future Vintage’ uit 2012, zat John Parish (PJ Harvey, Thou) deze keer als producer mee achter de knoppen. Hij zet deze keer de rauwe en doorleefde stem van Arno centraal in de mix en laat de muzikanten daarrond schilderen in voorzichtige pasteltinten.
‘Human Incognito’ laat een Arno horen die zich bij het begin al lijkt te verontschuldigen dat deze plaat geen hoogvlieger zal worden, al is dat nergens voor nodig. Opener en eerste single “I’m Just An Old Motherfucker” zet meteen de toon: teksten die Frans en Engels door elkaar haspelen, een heel gezapig tempo dat schippert tussen blues en chanson en mijmeringen over vroeger, over drinken en over de (verloren) liefde. Enkele raak gezette melancholische blazers kleuren sommige songs in als Tom Waits of Elbow.
Met de meer uptempo nummers en hoekige ritmes als in “Please Exist” en “Never Trouble Trouble” komt Arno wel heel dicht in de buurt van zijn vroegere werk met TC Matic. Ook “Now She Likes Boys” (over impotentie) en “Une Chanson Absurde” (over zijn hond) houden het tempo relatief hoog en zorgen voor voldoende afwisseling op het album.
“Je veux vivre dans un monde sans cholestérol avec un overdose de rock’n’roll”, zingt Arno in “Je Veux Vivre”.
Een overdosis rock’n’roll is ‘Human Incognito’ niet, maar er zit wel voldoende kwaliteit in om Arno nog een paar jaar langer als godfather van de Belgische rock op de kaart te houden.

ArnoCorps

The Greatest Band Of All Time

Geschreven door

Alternative Tentacles, het label van Jello Biafra zorgt opnieuw voor  een opmerkelijke reissue! ‘The Greatest Band Of All Time’ is een plaat uit 2005 van de Amerikanen van ArnoCorps. 
Dit zestal uit San Francisco bestaat sinds 2000 en bracht naast dit full album al diverse EP’s uit.  De heren zijn duidelijk superfan van de Oostenrijker Arnold Schwarzenegger: niet alleen is er de bandnaam, de titels van alle songs op deze plaat verwijzen naar een van de actieprenten waarmee de acteur vooral in de vorige eeuw zo populair werd.  
Zelf noemen ze het genre dat ze spelen Action Adventure Hardcore Rock And Roll.  Wij houden het op een  eenvoudige, militarische mix van skate punkrock en heavy metal met poppy invloeden. 
Rammstein lijkt ons zeker een belangrijke invloed van de heren die  zich trouwens allemaal bedienen van een Duitstalige artiestennaam.  
Zeer karakteristiek voor de sound van ArnoCorps zijn verder  de vocalen van frontman Holzfeur die het midden houden tussen  James Hetfield en Muppet.  Het past wonderwel bij songs als “Running Man”, “Commando”, “End Of Days”  en “Total Recall” die vrij eenvoudig maar toch catchy en vlot in de oren klinken.  Leuke plaat!

Arno

Future Vintage

Geschreven door

Arno , nog net niet pensioengerechtigd, intrigeert al ruim dertig jaar als nachtburgemeester en (ongekroonde) peetvader van de Belpop. Samen met z’n vaste rechterhand Serge Feys is hij aan zijn zoveelste jeugd toe .
Als je de laatste tien jaar eens op een rijtje plaatst, hebben we hier nog steeds een hoop consistente platen , die hij op zijn eigen unieke manier volks en professioneel brengt; een uit de duizend herkenbare , meeslepende, maar evenzeer verrassende sound, met een aanstekelijk pleidooi voor een multiculturele samenleving.
‘Future Vintage’ volgt het twee jaar oude ‘Brusseld’ op . Een goed afwisselend plaatje in het Engels , Frans en een ‘Oostends Brussels’ dialect van aanstekelijke, frisse, dynamische, rauwe en intieme, ingetogen songs, gedragen door z’n grauwe, indringende, doorleefde stem.
Arno rockt op z’n TC Matics op “Show of life” , “Die lie” en “I don’t believe” , met die kenmerkende broeierige , hitsende ritmes; hij gooit er de zoveelste remix van “Olalala” tegenaan. Het toont nog eens de onmiskenbare invloed van die band door die smachtende explosieve bluesy , funkende ritmes en grooves aan.
Maar ook de ingenomen vaudeville overtuigt als vanouds , “Quand les bonbons parlent”, “Chanson d’amour” en  “Dis pas ça à ma femme” .
Arno is en blijft op dreef. Arno speelt tijdloze rock, boeit en heeft een recept in alle talen.

Arno

Brusseld

Geschreven door

Al meer dan 30 jaar intrigeert deze nachtburgemeester en (ongekroonde) peetvader van de Belgische rock. Al over de zestig verbaast hij nog met een resem boeiende platen. Alleen de platen al van de laatste tien jaar waaronder ‘Charles Ernest’, ‘French Bazaar’ en ‘Jus de Box’ tonen een niet versleten Arno in topvorm. Hij zorgt voor een afwisselend geluid: aanstekelijk, fris, dynamisch, rauw en biedt ruimte voor intimiteit … in alle talen!
Op het nieuwe ‘Brusseld’ solliciteert hij als de ambassadeur van Brussel (niet nodig zelfs!) en pleit hij voor verdraagzaamheid, éénheid en een multi-culturele samenleving. Hij brengt opnieuw een pak mooie melodieuze liedjes die doorleefd, intens broeierig, rauw, gevoelig en ingetogen zijn. We horen nachtrockers, aanstekelijke kroegliederen en weemoedige chansons. Het recept van Arno en z’n rechterhand Serge Feys. ‘Brusseld’ klinkt niks anders dan Arno zelf en onderstreept hoe TC Matic z’n tijd ver vooruit was. Geniet van dit ‘Arno’ totaalgeluid, van “Black dog day”, “Quelqu’un a touché ma femme”, “God save the kiss”, “Mademoiselle” tot “Le lundi on reste au lit” en “ça monte /monday” … Ook de cover van Bob Marley, “Getup, standup” overleeft … Arno, de ‘gebrusselde’ Belg …

Arno

Jus De Box

Geschreven door
Bijna 60 jaar oud … al 30 jaar bezig… en er in slagen schitterend werk af te leveren, meer zelfs! Arno verbaast en boeit enorm op ‘Jus De Box’. De plaat toont aan dat de ‘jus’ van Arno nog steeds goed trekt! De cd  klinkt aanstekelijk, fris, dynamisch, rauw en biedt ruimte voor intimiteit. Alle talen: Engels, Frans en  in ‘’t Ostends’; besluit: Arno in topvorm.
De plaat klinkt harder dan de voorganger van twee jaar terug ‘French Bazaar’. Arno onderneemt deze maal geen theatertournee om de plaat te ondersteunen, integendeel, naast twee maal AB, speelt hij zelfs voor de eerste maal in Vorst Nationaal, en doet hij een paar ‘try out’ concerten en wordt een heuse tournee in Frankrijk gepland. Wat een drive en energie van deze performer, scherper dan ooit! Deze maal vervoegt de drummer van Triggerfinger, Mario Goossens, de vast vertrouwde band van Arno.
Wat een afwisseling van een dolle en stomende bijna zestiger: een paar stevige rockers als “From Zero to Zero”,  “Les filles de mon quartier” en “Hit the night”, een paar rauwe melodieuze pakkende songs als  “Help me, Mary” en “Mourir a plusieurs”, de funky swing op z’n TC Matics op “Miss Amérique”, “Het boeket met Pisseblommen” als  regelrecht ‘Ostendse’ rocker, vaudeville op z’n Tom Waits op “Jusqu’au bout”, “Red lipstick” en “Reviens Marie”, een vleugje carroussel op “Douce en  “Toute la nuit” en dan is er nog de samenwerking met de Franse rapper Faf Larage op “I’m not into hop”.
Kijk…luister en huiver want Arno is een nachtburgemeester die intrigeert en jonge artiesten en bands doet verbleken! Respect! Tijdloos figuur! Point final.