Hun concert van daags voordien in de Lotto Arena was al weken op voorhand uitverkocht, maar in Frankrijk loopt het blijkbaar nog niet zo storm voor The Black Keys, de Zénith was bijlange niet tot de nok gevuld. De Fransen komen altijd een beetje achter, maar het enthousiasme in de zaal was van een ongeziene intensiteit.
Van The Black Keys kan je op zijn minst zeggen dat ze geëvolueerd zijn. De eerst drie platen waren gedrenkt in rauwe en ongeschoren blues, in het latere werk kwam er een pak soul bij samen met een assortiment catchy grooves en hooks. Het kersverse ‘El Camino’ is wat dat betreft een voltreffer geworden, de plaat gonst en briest dat de stukken er af vliegen en de songs zijn ‘catchy as hell’. Minder soul dan op zijn al even fantastische voorganger ‘Brothers’, maar des te meer spuitende energie.
Op het podium zijn The Black Keys met een extra bassist en keyboardspeler uitgebreid tot een viertal, de songs uit ‘Brothers’ en ‘El camino’ vragen daar ook om. Maar als na een zestal puntige songs de ritmesectie even koffie mocht gaan drinken, barstten Auerbach en Carney pas echt los in de meest vunzige en smerige bluesrock aan deze kant van de planeet. Het wilde intermezzo met zijn tweetjes werd gevuld met “Thickfreakness”, “Girl is on my mind”, “I’l be your man” en “Your touch”, rauwe lappen blues uit hun eerste vier albums. Een werkelijk splijtende eruptie die, nu The White Stripes er de brui aan hebben gegeven, we niemand hen zien nadien.
“Little blak submarines”, de meest fantastische song van ‘El Camino’, hadden ze live nog maar amper gespeeld, maar ‘t was er niet aan te merken, al onze haren kwamen recht van opwinding.
Hebben ze ook duidelijk gemaakt : Een uitmuntend “Sister”, de uiterst vinnige nieuwe single uit ‘El Camino’ zal in korte termijn ongetwijfeld het statuut van klassieker mee krijgen en komende zomer volledige festivalweides in vuur en vlam zetten (als de Schuer deze band niet op zijn affiche zet dit jaar, dan is hij een ongelooflijk kieken). Natuurlijk hadden de Zwarte Sleutels prijsbeesten als “Tighten Up” (lichtjes fantastisch) en “Lonely Boy” (de zaal op zijn kop) als toetje tot op het einde gespaard, maar wie dacht dat het hiermee jammerlijk zou gedaan zijn, kreeg nog een aangename verrassing met een bisronde waar geen enkel vuurwerk tegen op kon. Met een hoog Jagger stemmetje en in de rug geflankeerd door een gigantische disco bal, bracht Auerbach “Everlasting love” tot onbereikbare hoogtes om daarna volledig te ontploffen met “She’s long gone” en met wat ons betreft het absolute hoogtepunt “I got mine”, de genadestoot waarin ze, alweer met zijn tweetjes, alle resterende razernij kwijt konden.
De evolutie die te merken is op hun platen weerspiegelt zich duidelijke in de live set. Van ronkende en ruige bluessongs tot uiterst explosieve potente hitgevoelige nummers, met een ongekende rauwheid die steeds behouden blijft, en met in de hoofdrol het ophitsende drumgeroffel van Patrick Carney en de vuile, scheurende en splijtende gitaar van Dan Auerbach.
Natuurlijk was dit het beste concert dat we dit jaar al gezien hebben, we hebben er nog maar eentje meegemaakt, maar dit zou wel eens tot in december kunnen op het hoogste schavotje blijven staan.
Neem gerust een kijkje naar de pics , de dag voordien in de Lotto Arena (van onze vrienden van Indiestyle)
http://www.musiczine.net/nl/fotos/the-black-keys-23-01-2012/
Organisatie: Agauchedelalune, Lille (ism Radical Prod)