The Flaming Lips hebben zo hun eigen plaatsje in het muzieklandschap … Ondanks het feit dat ze een sprookjesachtige sound hebben weten te ontwikkelen, kleur- en beeldrijk ineen, pendelen ze tussen droom en werkelijkheid; de heren onder zanger/gitarist Wayne Coyne gaan de strijd aan om er een betere, leukere wereld van te maken; een boodschap, die hij tussen de nummers liet doorschijnen … ‘a wonderful life & happy faces’ ondanks dat sommigen het in deze wereld niet echt menen.
Twee uur lang konden we genieten van hun wondere, fantasierijke muzikale leefwereld, met als doel een onvergetelijke feestavond. Ze houden van een dosis experimenteerdrift op hun platen. Het recente ‘Embryonic’ bundelt de vroegere platen ‘Transmissions from the satellite heart’ (uit ’93 – met de instant klassieker “She don’t use Jelly”) het poppier ‘The soft bulletin’ (’99) en de mystieke psychedelica van ‘Yoshimi battles the pink robots’ (’02) en ‘At war at the mystics’ uit 2006. Het lijkt een soort ‘Space Odyssey: watching planet earth in 2009’ in achttien nummers weergegeven en omschreven als een sci-fi trip.
The Flaming Lips hebben hun succes ook te danken aan het totaalspektakel binnen hun optreden in een club of op festivals. Al op voorhand lag door een luchtkanon de zaal vol oranje snippers en hingen papierslingers in de AB omkadering. De instrumenten werden geplaatst door de in oranje stadswerkplunje geklede roadies, de FL leden deden zelf de soundcheck, waar al een woordje commentaar werd geleverd. Coyne verwittigde de eerste rijen van z’n ‘space bubble’; hij legde uit dat je maar beter je pint of ander drankje uit had. En inderdaad, bij de aanvang van hun spacey trip, rolde Coyne in een reuzengrote ballon het publiek in. Een indrukwekkende start en een luid onthaal …Ze vatten ”Race for the prize” aan…, wat spectaculairder werd door de ingegooide ballonnen en het blazen van confetti en papiersnippers… Moest er nog zand zijn?
En er was érg veel te zien …Coyne maakte nog gebruik van een filmcamera aan z’n microfoon, flashy stroboscoops, een videowall met kitscherige pictures, de tragiek van schrijnende pics en erotiek (bij de intro hoorden we dreunende psychedelica en werden we allemaal in een vibrerende vagina gestopt); langs de beide kanten van de zaal zagen we een groot dierenbos van lukraak gekozen mensen uit het publiek, die zich hadden verkleed om de ganse set te staan huppelen en dansen; en tot slot een rookgordijn. Het bracht allemaal bij om die unieke sound van The Flaming Lips speels te houden en leuk in te kleuren. Muzikaal bewegen ze ergens tussen ‘70’s Pink Floyd, Spacemen 3, Ozric Tentacles, Mercury Rev, Air en de drone van Sunn O))). En dat oudjes Pink Floyd en Spacemen 3 invloedrijk waren, hoorden we vooral op het recente materiaal waaronder een mooi uitgesponnen “Silver trembling hands”, al vroeg in de set, die elan kreeg door de screamo’s van huilende wolven van het publiek en Coyne die op een verklede dansend, lachende gorilla zat. Het tempo hielden ze nog strak door de single “The yeah yeah yeah song”. Wat een eerste half uur van sound en entertainment. Op adem konden we even komen met een uiterst sfeervolle “Fight test”. “Morning of the magicians” benaderde de ‘psyche rock’ van Pierre Henry, een aparte muzikale trip met Kermit frogs op het podium. Het was een broeierig, slepende song, met zin voor experiment en gedragen door ontstemde vocoders van de gitarist en Coyne’s bedwelmende zang!
Ze gingen de geflipte psychedelica toer op met “Convinced of the hex”, een donkere dreiging met synths, orkestraties en cimbalen, die de ‘evil things on this planet’ bestreed, wat niet toevallig werd verder gezet door het aanzwellende “Evil”, van vervlogen gitaarpartijen en straffe synths. Onder de indruk waren we van die soepele, speelse, avontuurlijke, energiek geïnjecteerde, intrigerende psychedelicatrips en showelementen. Zelfs in een minimaal sfeervol gehouden “Yoshimi battles the pink robots” slaagden ze erin het publiek uit hun dak te laten gaan; de tekst werd luidkeels meegezongen. De sfeercreatie was ten top op “Pompeij am götterdämmerung” en op “The w.a.n.d.”, niet voor de hand liggende bezwerende songs die zeggingskracht kregen door in een rookgordijn confetti te blazen, vuurwerk en een oase van stroboscoops. Een grote gong werd zelfs bovengehaald en Coyne zong door de trompetopening en door een megafoon. Verrassend en gek! De doorbraak “She don’t use jelly” vormde het sluitstuk, klonk uiterst gevarieerd en werd sober ge-outtroëd op piano. Kers op de taart was een strak gespeelde “Do you realize?”, die het magnifieke optreden definitief besloot van een dolenthousiaste band, die song en show schitterend kon uitkienen. Een daadwerkelijke ‘feelgood’- ervaring …Kortom een ‘fantasmatische’ blijver …
Support was Stardeath and white dwarfs, eveneens afkomstig uit Oklahoma City en deel utmakend van de Coyne crew. Qua titel een persiflage op de ‘Death Star’ van de Star Wars serie, maar muzikaal overtuigde het jonge kwartet met krachtig opbouwende psychedelicarock; de poppy sound was doordrenkt van fuzz en distortion. De Madonna cover “Borderline” overtrof de andere nummers van hun gig.
Organisatie: Live Nation