logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (4 Items)

The Libertines

The Libertines - Standvastige set van speels, ongedwongen Britse garagerock’n’roll

Geschreven door

The Libertines - Standvastige set van speels, ongedwongen Britse garagerock’n’roll

Een leuk, ontspannend, evenwichtig concert zagen we van de Britse Libertines , rond Peter Doherty en Carl Barât, toe aan hun tweede reünie in hun 25 jarige carrière. We kregen van deze vier veertigers speels, ongedwongen garagerock’n’roll te horen, die elkaar terug vonden en nu (uit)eindelijk op hun best en sterkst speelden!

Apart bandje toch, die Libertines, uit de Britscene; in een soort ‘je m’en fou’ reizen ze muzikaal doorheen de Engelse rijke muziekhistorie; ze gingen op de koffie bij The Jam, Ian Dury, Buzzcocks, The Clash en keken op naar een Supergrass, net vóór hen.
Kenmerkend voor Libertines zijn songs die soms nooit echt helemaal afgewerkt klinken, maar altijd bijzonder catchy, fris en spontaan klinken; rudimentaire, rauwe, venijnige rockers of prachtig sfeervol, rommelig, licht weemoedige nummers.
Ook vanavond kregen we anderhalf uur lang een backcatalogue die de bredere aanpak onderstreepte van een band die nu live goed voor de dag kwam, en gretig, gedreven, gemotiveerd speelde, genoot van elkaar en van de respons. Het was ooit anders, waarbij ze nogal wisselend, gedesinteresseerd bezig waren, zeker met de vroegere historiek van Pete, de spanningen met Barât enz. ; zelfs vorig jaar nog, toen ze één van de avonden op Cactusfestival beetje erbarmelijk afsloten.
Vier platen hebben we van deze ‘Young ones’, zo waren ze eigenlijk wel te zien op het podium vanavond, Pete als een gentlemen, Carl als de doorleefde rocker James Dean vs Sid Vicious, bassist Hassall met open bedrukt hemd de punkscene uitstralend, en tot slot Powell, die als het ware net terug was van een loopwedstrijd met z’n felle gele sportieve kledij.
Muzikaal nu … Er werd afwisselend geput uit die twee opzienbarende platen uit de nillies ‘Up the bracket’ en ‘Libertines’ en het binnenkort te verwachten ‘All quiet on the eastern esplanade’, die hun tweede reünie inluidt, en ons al wist te intrigeren met drie singles “Run run run”, “Shiver” en “Night of the hunter”. Sporadisch werd de set aangevuld met eentje uit 2015, hun eerste comeback met de plaat ‘Anthems for doomed youth’. Voldoende interessant muzikaal voer dus …

Barât en Doherty, hun sympathieke rommeligheid siert een beetje een rebelse punkspirit; het rockte, rolde, het kraakte, rammelde, het raakte, een aanpak van een ruwe bolster met een blanke pit, twinkelend, sprankelend, spaarzaam, sober, elegant en bovenal heerlijk genietbaar door het elektrische, akoestische tokkelende gitaarspel, de diepe, ronkende bas en de opzwepende, zwierige en zalvende drums.
Met doorbraaknummer “Up the bracket”, als opener, knalde het meteen, het Libertines credo bij uitstek, ruim twintig jaar backintime; overtuigend ging het verder met de  garagerock’n’rollende “Vertigo”, “Run run run” en “What became of the likely lads”. De zang van Doherty moest eerst nog wat z’n weg vinden, deze van Barât was direct ok. De zangpartijen vulden elkaar aan of wisselden elkaar af.
Het zat allemaal wel goed in elkaar en tekende een homogeen, evenwichtig optreden. De huidige single “Night of the hunter”, ondersteund van een tweede gitarist en weliswaar zonder die Morricone inslag, klonk zalvend, sfeervol.
Libertines hadden dus een fijne keuze gemaakt in hun materiaal en bleven bij de leest. Het recentere “Shiver”, “Mustangs”, “Heart of the matter” meten zich met oudjes “The boy looked at Johnny”, “The delaney”  en “What a waster”. De akoestische gitaar en mondharmonica konden af en toe eens worden bovengehaald op een “Music when the lights go out”, “Can’t stand me now” als op “Night of the hunter; onafgewerkt ruw, rammelend vs afgewerkt, subtiel melodieus; broeierig, extravert, ingenomen, zacht.
Al snel was op die manier het eerste uur voorbij. Het publiek was enthousiasmerend en dit straalde op het kwartet af, die hun publiek steeds hoffelijk dankte .
Er mag al veel gezegd en geschreven zijn over Doherty-Barât na al die chaos en spanning, het zijn twee muzikale genieën die elkaar hebben teruggevonden en met z’n vier vormen zij nu een hechte band.
De band is hier populair, de Fransen dragen ze op handen, misschien wel omdat Doherty, die sinds zijn Franse Puta Madres (met Frédéric Lo) avontuur (na Babyshambles en solo) zich momenteel in Normandië heeft gevestigd.
Het integer rockende “France” van Barât werd sterk onthaald in de bis, het spannende “Gunga din” volgde en met “The good old days”, opgewarmd door een ferme drumsolo en “Don’t look back into the sun”, kregen we twee kopstoten in doel.

Hier stond een Libertines op scherp en op hun best; de jaren op de teller zorgden voor spontaniteit, speelsheid, homogeniteit en standvastigheid. Dit was er eentje om te onthouden en in te kaderen van deze Libertines!

Organisatie: Aéronef, Lille

The Libertines

The Libertines - Hun charmante rammelrock is nog geen verleden tijd

Geschreven door


Margate, 2018. The Libertines kondigen aan dat hun passage op het Wheels & Finns Festival hun laatste optreden zal zijn van de reünietour die in 2014 in het Londense Hyde Park begonnen was. Hun degelijk derde album, “Anthems for Doomed Youth” (2015), het product van de comeback, was genoeg gepromoot en dus werd het tijd het rondtouren on hold te zetten en te werken aan een vierde plaat.
Baserend op hun voorgeschiedenis verbaast het niet dat The Libertines geen personen zijn die je te allen tijde op hun woord moet geloven, maar toch was het vreemd dat ze amper een jaar later een goedgevulde concertreeks aankondigden zonder enig nieuws omtrent die vierde plaat.
Geld nodig? Vermoedelijk wel. De band is volop bezig met een hotel te openen in het kuststadje Margate, hun nieuwe thuishaven. Met hun prioriteiten zit het alvast goed: de pub is al open, aan de slaapfaciliteiten is wel nog heel wat werk.
Naast de hotelbusiness is er ook nog The Puta Madres, Peter Doherty’s solo/hobbyproject. Doherty gaf al meermaals te kennen dat hij The Libertines nodig heeft voor het financieren van de band waarin hij - in tegenstelling tot bij The Libertines - de volledige vrijheid krijgt z’n chaotische zelve te zijn. Could be worse¸ om geld in te zamelen voor een comebacktournee met Public Image Ltd maakte zelfverklaard anarchist John Lydon ooit reclame voor een botermerk.

The Libertines debuteerden in 2002, wat hen ondertussen al old school maakt. Vorige week zag ik op Sonic City de new school aan het werk, met Shame en een resem andere bands die onder de brede noemer van de South London Scene geplaatst worden. Datzelfde Londen dat de uitvalsbasis van The Libertines was rond de eeuwwisseling. Er vallen naast de Britse hoofdstad ook nog andere paralellen te trekken, zeker. Zo waren The Libertines katalysator van een revival van de Britse indierock, in hun kielzog volgden later Arctic Monkeys en Franz Ferdinand.
Hun “anyone can be a Libertine”-credo kenmerkte hun optredens in de begindagen, geen barrière tussen band en publiek, alles mag. Ook Shame is de voortrekker van een recente nieuwe golf Britse gitaarbands, en hun optredens barsten tevens van de jeugdige branie. Maar waar de kracht van Shame onder meer ligt in hun down-to-earth-mentaliteit, hebben The Libertines altijd iets ongrijpbaars en anachronistisch gehad. Toen Pete en Carl de leeftijd hadden van de jongens van Shame waren ze vooral rare kwieten die dweepten met de romantic poets à la Keats, Wordsworth en Byron, en geobsedeerd waren door Albion, het oude Engeland dat zij een mythische invulling gaven.

De centrale vraag waarmee ik op 18 november richting het Koninklijk Circus trok was of er zich echt een wissel van de macht heeft voorgedaan. Heeft de new school de old school volledig verdrongen, en zijn The Libertines en hun charmante rammelrock verleden tijd?

Het antwoord op die drieledige vraag kan ik alvast verklappen. Dat is namelijk nee. The Libertines weten anno 2019 nog steeds hoe ze een publiek moeten inpakken. De aanloop naar het concert voorspelde nochtans niet veel goeds. Die was namelijk - vintage Peter Doherty - bijzonder chaotisch verlopen. Komt ie, komt ie niet? Amper een week voor hun optreden in Brussel werd Pete opgepakt voor het aankopen van cocaïne in Parijs. Achter de rug van z’n spitsbroeder Carl Barât die had benadrukt een drug free tour te willen. Pete was vrij snel weer op vrije voeten, om vlak daarna opnieuw gearresteerd te worden omdat ie iemand op z’n gezicht getimmerd had. Enfant terrible, ook nu hij veertig geworden is.
De chaotische aanloop bleek dus geen voorbode te zijn van een turbulent optreden. Hun doortocht in het Circus was opwindend, gedreven en bovenal opvallend strak. Dat had alles te maken met Carl Barât die er nauwlettend op toekeek dat de concentratie niet verloren ging. Liep ie gepikeerd door Pete z’n gevangenisperikelen? Moeilijk te zeggen, maar vanaf Pete aan het dollen sloeg (toen hij bijvoorbeeld vroeg of de ober van Chez Max voor wie hij kaartjes geregeld had ook binnengeraakt was), gaf Carl niet toe, en nam hij de teugels strak in de handen. Of zoals het weerklonk in hun opener: “let’s get straight to the heart of the matter.” No-nonsense, spelen godverdomme.
“Heart of the Matter” was het eerste van vijf songs uit de comebackplaat, waarvan “Fame and Fortune” en “Barbarians” ook netjes in het begin zaten. Vooral de andere twee die later passeerden, het door Clash-reggae beïnvloedde “Gunga Din” en het breekbare “Dead For Love” (in de bisronde), golden als hoogtepunten en konden moeiteloos hun voet naast het ouder werk plaatsen.
Het leeuwendeel van de set teerde op dat ouder werk, en al vrij snel bleek dat niemand daar echt om maalde: er werd meegebruld bij “What Became of The Likely Lads” en “Can’t Stand Me Now”, gecrowdsurft op de tonen van “Boys in the Band” en “Time For Heroes”, stevig gemosht tijdens “Horrorshow” en “Vertigo”, en vooral veel gejuicht telkens Pete en Carl een microfoon deelden. En akkoord, her en der werden een paar noten vals gezongen, en zat een gitaarlijntje ietwat scheef, maar dat bleef naar Libertines-normen mooi binnen de perken. Het maakte ook allemaal deel uit van de verdomd strakke onversneden punkset die, op rustpunt “You’re My Waterloo” met Carl aan de piano na, afgewerkt werd in een rotvaart.
Na een verschroeiend “Up The Bracket” verdwenen the likely lads, na een dik uur spelen, zonder enige bedanking in de coulissen, waar ze vervolgens minutenlang gezellig vertoefden. De lichten in de zaal gingen aan en uit, waardoor onduidelijkheid heerste of ze nog zouden terugkomen.
De bisronde kwam er wel degelijk, en opende met het wonderschone “Dead For Love”. Opnieuw nam Carl plaats aan de toetsen, en toen het einde van het nummer naderde kwamen de drie overige Libertines hem vervoegen rond die piano om in samenzang de laatste regels te brengen. Alsof ze wouden aantonen dat ze wel degelijk een collectief zijn, ondanks hun woelig verleden én heden.
Voor het tweede bisnummer, “What Katie Did”, vroeg Doherty wat “what on earth have you done, Katie?” was in de lokale taal. Even mengde hij zich zo in de communautaire kwestie door te vragen of in Brussel Frans of Duits gesproken wordt. “Flemish!” antwoordde iemand, waarna Pete zich wijselijk terugtrok. Het toont in ieder geval aan in wat voor losse sfeer de toegift werd afgewerkt, zo werd ook een flard uit het vergeten b-kantje “Dilly Boys” gespeeld, en moesten “What a Waster”, “Music When The Lights Go Out” en “The Good Old Days” (die wel degelijk op de setlist stonden) verrassend plaats ruimen voor een bijzonder stevige versie van “The Ha Ha Wall”. Het uitbundige “Don’t Look Back Into The Sun” was de gedroomde afsluiter, maar in deze bisronde was geen plaats voor conventioneel gedrag. The Libertines gooiden er nog “Bangkok” tegen aan, een b-kantje van de “Time For Heroes”-single. Een rommelig punknummer, maar het enthousiasme spatte er wel van af.

“Bangkok” was het einde van een vinnig optreden dat twee zaken demonstreerde: (1) dat de schending van hun belofte enkel nog te touren met een vierde album op zak hen gemakkelijk vergeven kan worden, en (2) dat hun charmante rammelrock geen verleden tijd is. Ook aan de vooravond van een nieuw decennium hebben Doherty, Barât & co nog steeds hun bestaansrecht, en dus zullen de new school bands de troon van de Britse indierock nog eventjes met die oude knarren van The Libertines moeten delen.

Organisatie: Live Nation

The Libertines

The Libertines – Triomftocht!

Geschreven door


Wellicht klinkt het raar maar toen ik op vrijdag 4 maart de trein in Gent Sint-Pieters richting Brussel-Centraal nam voor het eerste van de twee uitverkochte concerten van The Libertines in de AB dacht ik bij mezelf: “Ik wil vanavond een aantal klassiekers niét horen”. Op die manier zou namelijk duidelijk worden dat hun comebackplaat, het in september verschenen ‘Anthems for Doomed Youth’, geen flauw excuus was om de reünietour waar ze al twee jaar aan bezig waren gewoon te kunnen verderzetten. Daar kwamen ze nog mee weg tijdens hun vorige passage in België, het optreden in Vorst Nationaal in oktober 2014, al moesten ze toen een handvol nummers van hun zijprojecten spelen om de setlist te kunnen vullen. Ook op Best Kept Secret in juni vorig jaar bleek dat ze toe waren aan vers bloed in de set; een mens kan immers niet blijven doen alsof het 2004 is.

De eerste act van de avond was meteen de persoon aan wie we heel het Libertines gebeuren te danken hebben: Amy-Jo Doherty, zus van, studeerde samen met Carl Barât in Londen en forceerde ergens eind jaren ’90 een ontmoeting tussen de twee. Van het optreden zelf zag ik echter enkel het laatste nummer, wat vooral kan omschreven worden met termen als ‘charmant’ en ‘sympathiek’.

Het tweede voorprogramma was Reverend and The Makers, een band uit Sheffield die gelijktijdig met Arctic Monkeys hun debuut uitbrachten. Ondanks een paar uitstekende singles was hen echter nooit hetzelfde lot beschoren als hun stadsgenoten: in eigen land boeren ze goed, op het Europese vasteland hebben ze nooit echt een groot publiek aangesproken.
In Brussel zaten ze met een probleem: hun bassist zat vast op de luchthaven van Manchester en dus zagen ze zich genoodzaakt hun set akoestisch spelen. Aangenaam, dat zeker, maar er zit zo veel meer in deze band dan wat we de eerste 4 nummers te zien kregen. Dat werd fijntjes bewezen toen ze op het einde nog een konijn uit hun hoed toverden. Niemand minder dan Charlotte Cooper, bassiste van The Subways(!) en vrouw van drummer Ryan Jenkinson, vervoegde hen voor “Heavyweight Champion of the World” en “Silence is Talking”, niet toevallig 2 rasechte anthems. Afgaande op de reactie van het publiek kan alleen maar geconcludeerd worden dat het bijzonder jammer was dat we geen volwaardige set kregen.


En toen, rond de klok van negenen, gebeurde ‘Het’. ‘Het’ als in: ‘een perfect rockconcert’. Vanaf opener “Barbarians” tot afsluiter “Don’t Look Back Into The Sun” at het dolenthousiast publiek uit hun handen. Ok, her en der waren er foutjes en valse noten, maar je stond wel naar The Libertines te kijken.
Voor een concert waarin écht alles exact klinkt als op de plaat ben je bij hen aan het verkeerde adres. Wat ook opviel was de minimale interactie met het publiek. Vergeleken met het optreden van Babyshambles in dezelfde zaal 2 jaar eerder was het deze keer veel minder ‘De Grote Pete Doherty-Show’, wat ook vooral komt door zijn andere rol in de band. Het is de dynamiek tussen Peter en Carl die centraal staat, die dynamiek en het bijhorende spelplezier dat ze uitstralen, zorgt er ook voor dat ze met die minimale interactie niet overkomen als een band op retour dat nog vlug eens poen komt pakken. Nee, The Libertines amuseren zich rot.

We kregen maar liefst 7 nummers uit comebackplaat ‘Anthems For Doomed Youth’. Vooral “Heart Of The Matter”, in een versmachtend begin met onder andere ook “Horror Show” en “Boys in The Band”, en een uitstekende versie van “Gunga Din” maakten indruk. De nieuwe nummers hezen zich probleemloos naast de oudere en pasten perfect in het geheel. Een mooie vaststelling, de comeback lijkt geslaagd en The Libertines nestelen zich op die manier terug waar ze thuishoren: bovenop de troon van de Britse indiemuziek.
Halverwege de set namen ze gas terug door “The Milkman’s Horse”,”What Katie Did”, “Anthem For Doomed Youth” én “You’re My Waterloo” (met Barât achter de piano) na elkaar te spelen. Was dit niet een beetje te veel van het goede? Ja en nee. Zulke nummers zijn ook gewoon eigen aan The Libertines en het lijkt een beter idee ze allemaal na elkaar te spelen, ideaal moment om even naar adem te happen, dan ze te verdelen en met als gevolg dat de vaart uit de set zou gehaald worden.
Na dit trager stuk besloten ze terug te knallen met onder andere “Can’t Stand Me Now”, “Time For Heroes” en “The Good Old Days”, de afsluiter van de reguliere set. Na afloop van dit nummer verdween Carl Barât in de coulissen, drummer Gary Powell kwam naar voren om een dansje te doen, bassist John Hassall bleef wat ongemakkelijk op het podium staan en de glunderende Doherty bleef gitaar spelen tot ie het in zijn hoofd kreeg het exemplaar in het publiek te katapulteren. Een frats van Pete! We begonnen ze godverdomme al te missen!
Het resulteerde in de voorste rijen in een minutenlang gevecht om een stukje gitaar. Meteen ook de reden waarom de pauze tussen reguliere set en bisronde zo lang duurde en we slechts 3 bisnummers kregen. Maar als dat “Music When The Lights Go Out”, “What a Waster” en “Don’t Look Back Into The Sun” zijn, dan heeft niemand eigenlijk reden tot klagen. De gitaar vloog nog eenmaal in de lucht, ditmaal netjes opgevangen door de roadie, de band boog voorover en de handen van het publiek gingen op elkaar.

… Een triomftocht. Anno 2016 lacht de toekomst The Libertines toe, wie had dat 12 jaar geleden durven voorspellen? …

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/the-libertines-04-03-2016/
Organisatie: Live Nation

The Libertines

The Libertines - 10 jaar na de witloofbar nog even rommelig en fantastisch

Geschreven door

The Libertines - De reünie waar we jarenlang op hebben moeten wachten. Eindelijk hebben Carl Barat en Pete Doherty besloten om terug samen op tour te gaan.
Als er iets was dat op mijn lijstje ontbrak was het wel The Libertines. Na hun jarenlange vete stonden Pete Doherty en Carl Barat terug samen op het podium. Een goed halfgevuld Vorst Nationaal stond in volle spanning te wachten op dit legendarische duo.

Na een introductie filmpje startten deze helden met “Delaney”. Schot in de roos, zo bleek, want het nummer was nog niet half begonnen en Vorst stond al helemaal op zijn kop. Alhoewel we niet altijd even goed verstonden wat Pete aan het zingen was, bleek het geen enkel probleem om de teksten luidkeels mee te brullen. ‘Punk is not dead’ wordt er wel eens gezegd! En zeker niet als je deze vier mannen in uw zaal programmeert.
De liefde voor de ongewassen rock'n’roll droop er bij Pete en Carl van af, die unieke band tussen de twee kemphanen was volledig terug. Een vrij rommelig en chaotisch showtje, dat wel, maar hé, dit is toch net waarom wij The Libertines zo goed vinden! “Can't stand me now”, “Up The Bracket”, “Don't Look Back Into The Sun” en “Death on The Stairs” deden nostalgische gevoelens oplaaien en als totale verrassing vuurde Doherty een wonderlijke akoestische versie van het Babyshambles nummer “Fuck Forever” op ons af.
Verder lieten ze ons hoegenaamd niet op onze honger zitten en kregen we nog een hele resem ruwe pareltjes op ons bord, eigenlijk quasi alles wat we wilden horen. Doherty verwees tussendoor nog eens naar hun eerste optreden op Belgische bodem in de Witloof Bar van de Brusselse Botanique. Dat hij zich dat zelf nog herinnerde was op zich al een wonder, Pete was toen immers zo stoned als een garnaal, maar wat een optreden !
(so says daddy, and daddy’s always right).

Is dit een geslaagde comeback? Zeker en vast! Wie weet wat we in de toekomst nog mogen verwachten van deze legendarische band.

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/the-libertines-01-10-2014/
Organisatie: Botanique, Brussel