logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (5 Items)

The National

The National: Grootse set van een charismatische band zonder hits

Geschreven door

Het Amerikaanse kwintet The National heeft geen echte hits op zak, maar brengt hartverwarmend, subtiel uitgewerkt, songmateriaal, die de ene maal ingetogen, de andere krachtig kan klinken. De songs hebben een onderhuidse spanning en worden bepaald door een breed instrumentarium van gitaren, toetsen en viool, gedragen door de bariton zang van Matt Berninger (die nauw verwant is aan de zang van Stuart Staples).
We horen de ‘80’s wave en de donkere dreiging van geestesgenoten Interpol en Editors terug en ze weten in hun puike songopbouw elementen aan te halen van een Tragically Hip, Lambchop en Willard Grant Conspiracy.

We zagen een sympathieke band aan het werk, die onder de indruk was van een bijna uitverkochte AB. Ze namen gretig die kans om een uitmuntende liveset neer te poten. Hoofdrollen waren weggelegd voor de ‘zesde’ man van de groep,  violist/toetsenist (en backing vocals) Padma Newsome en zanger Matt  Berninger, die door hun bezielde overgave de songs zeggingskracht gaven; het leverde een anderhalf uur durende emotievolle set op!
Ze putten rijkelijk uit de recente ‘Boxer’ plaat met sfeervolle, aanzwellende  opbouwende songs als “Start a war”, “Mistaken for strangers”, “Slow show” en “Apartment story”; “Brainy” en “Squalor Victoria” klonken forser. Een mooi evenwicht.
De groep had voor de gelegenheid een blazersectie (uit Brussel trouwens!)  mee om in een paar songs de herfstige weemoed te laten horen: “Racing like a pro”, “Ada” en het afsluitende “Fake empire”; een geslaagde fijnzinnige, muzikale aanpak! “Abel” was één van de stevige rockers in de songkeuze.
The National speelde een ruime bis, en wisselde met “Mr November”, “Virginia” en “About today” hun harder en zachter ouder werk af .
Berninger versterkte het charisma van de band door  z’n gevoel voor humor: de rode draad tijdens de set was de plakband aan z’n schoenen om niet uit te glijden op de gladde vloer, en de reacties van het eerste verdiep deed hem denken aan Statler & Waldorf, the two old guys van The Muppet Show.

The National ontpopte zich als een talentvolle band met hun  mooi uitgewerkte, herfstige pop, americana en folk, gestopt in een ‘80’s wavekleedje.

Support act was de Canadese singer/songwriter Hayden, die een handvol zachte, ingetogen ‘travellin’ songs’ speelde op piano, akoestische gitaar en mondharmonica. Een sober, ingehouden setje.

Organisatie: Live Nation

The National

The National – Een ‘des duivels oorkussen’

The National – Een ‘des duivels oorkussen’
The National
Vorst Nationaal
Brussel
2017-11-09
Didier Becu en Johan Meurisse

Laat ons eventjes stout zijn, braaf is sowieso niet leuk, maar wat hebben wij goed in ons vuistje gelachen toen
The National zijn twee geplande optredens in de Bozar annuleerde omdat zij liever een concert gaven voor de gewezen president van Amerika. Niet alleen hadden hiermee alle fans een kans om een kaartje te kopen, maar ook omdat we vinden dat rock’n’roll en pluchen zetels tegenstrijdigheden zijn waarmee je niets kan aanvangen. En geloof ons, The National is rock’n’roll, ook al kunnen zij het niet laten om bij iedere song ons een trap in de ziel te verkopen.

Matt Berninger wist ook wel dat hij door Obama boven zijn Belgische fans te verkiezen dat hij heel wat goed te maken had. De hints waren reeds op Twitter aanwezig, en ook was het ’s middags al op Radio 1 te horen, maar de band uit Ohio zou in Brussel iets doen wat ze nog nooit eerder gedaan hadden: integraal hun vierde album ‘Boxer’ brengen. Iets zegt ons dat dit op het einde van hun tour dat duidelijk op de gezichten te lezen was, veel zweet moet hebben gekost.
Een ‘specialeken’ zoals ze zeggen, eentje die een wel zeer aparte plek in de geschiedenis van The National zal innemen. God weet waaraan ons Belgenland dit aan te danken heeft, maar eigenlijk iets wat niet nodig was. ‘Sleep Well Beast’ is immers het beste album dat The National tot dusver uitbracht, een band die met iedere release alsmaar beter wordt. Een band met een gekend geluid maar zich niet afkeert van evolutie.
De gigantische schermen waarop je een blik backstage kreeg verrieden dat The National anno 2017 een stadionband is geworden, wel eentje waar de belastingontduikers van U2 al 25 jaar lang een puntje kunnen aan zuigen, dat wel…
De eerder intieme ‘Boxer’ werd van de eerste tot de laatste noot gespeeld, maar The National doet meer dan plaatjes naspelen. Het is rauwer, nijdiger en Matt Berninger die na iedere song een flinke scheut van zijn wijnfles naar binnen goot leek met de seconde zatter te worden, maar met stijl.
Waar het voorprogramma
Buke And Gase (trouwens compleet overbodig) geen seconde in slaagde, lukte The National met de ogen toe: de bunker die Vorst Nationaal al bij al is muisstil krijgen. Hoe mooi de uitvoering ook was (“Mistaken For Strangers”, “Apartment Story” en “Start A War” als hoogtepunten), kwam de explosie letterlijk en  figuurlijk in het tweede deel.
“The System Only Dreams in Total Darkness” zorgde letterlijk voor de vlam in de pijp. Was het de drank of het besef dat de tour erop zat, maar Berninger schreeuwde op dit nummer de longen uit zijn lijf. Nijdig, en een vonk die meteen ook de duistere kant van de Amerikaan liet zien.
Van het gemompel tussen de nummers door kon je weinig verstaan, feit is dat hij verzot is op Michelle Obama (hij kreeg een knuffel van haar, en wij niet) en de haat tegenover degene die nu achter het bureau in het Witte Huis zit. De wereld is inderdaad naar de vaantjes, maar zo lang het als de Titanic met een orkest als The National ten onder gaat, hoor je ons niet klagen.
“Walk It Back” leek wel het geleuter van een dronkelap, maar wel eentje die je hart doorboort. ‘I only take up a little of the collapsing space. I better cut this off, don’t wanna fuck it up’… Geniaal…
Nadien volgden nog pareltjes als “Bloodbuzz Ohio” en “I Need My Girl”. Ja, we kunnen nog twintig songs bedenken die we wilden horen, maar eens het gedaan is het gedaan…en  eindigen deden ze imposant met “Day I Die” (tekst van het jaar). Ondertussen liep Berninger via een trap als een bezetene door het publiek op het einde van z’n tocht smakte hij een lege fles wijn op de grond. Neen, deze jongen heeft een probleem, maar de muziek die in zijn warhoofd is ontstaan behoort tot het mooiste (en aangrijpendste) van wat er de laatste vijftien jaar is neergepend.

We hadden nog recht op vier chansons. “Carin at the Liquor Store” werd wat slordig gespeeld, en blijkbaar moet Matt Berninger dat begrepen hebben, want bij “Mr. November” veranderde de chansonnier opnieuw in een duivel die tot in de tribunes kroop , ging naar een toog aan de zijkant , nam een pint mee en liep zo terug het podium op (en tja voor de mierenneukers, we weten ook wel dat hij dat altijd doet, maar het werkt wel steeds!). “Terrible Love” zou het laatste nummer zijn waarop we de stem van Matt Berninger hoorden, want het laatste nummer “Vanderlyle Crybaby Geeks” werd integraal meegezongen door het publiek. Het enige wat Berninger moest doen was dirigeren, en van zijn wijn nippen, drinken …
The National en zeerzeker frontman Berninger slagen er nog steeds in het publiek te animeren, charmeren en te enthousiasmeren ; was het eerste deel binnen de lijntjes, de hommage aan de tien jaar geleden plaat ‘Boxer’ zal daar wel voor iets hebben tussengezeten, dan durfde het tweede deel wel lekker driftig , gek, uit de bocht, ontspoord te zijn. The National , ‘een des duivels oorkussen’ …  

Ism Luminousdash.com http://www.luminousdash.com

Organisatie: Live Nation

The National

The National - Vorst Nationaal in een passionele wurggreep

Geschreven door

The National lijkt vandaag één van de weinige grote bands in wording die de kleinere zalen noodgedwongen achter zich moeten laten maar toch de eigenheid en de intensiteit van hun muziek weten te behouden. Bands als Kings Of Leon en Editors zijn op dat gebied al veel te ver over de schreef gegaan en zelfs Arctic Monkeys flirtten vorige week in Vorst met enkele onrustwekkende sporen van bombast. Om maar te zeggen, iedereen moet groeien, maar de één verdrinkt al wat sneller in hoogmoed dan de ander.
The National brengt als geen ander de intimiteit van een warme kamer naar de grote zalen. Op de grotere festivalpodia zorgde de band eerder dit jaar met adembenemende sets voor een hartige en intieme sfeer, en dat voor een grote menigte, je moet het maar doen.

In Vorst deden ze het nog eens met verve over. Dat is, de reputatie van die galmende betonbunker in acht genomen, toch een opmerkelijke prestatie voor een band die eerder sombere en integere songs smeedt in plaats van meezingbare rock anthems.
The National nam Vorst in een wurggreep met voornamelijk een hoop pareltjes uit hun laatste twee platen ‘High Violet’ en ‘Trouble will find me’, die omzeggens allebei even schitterend zijn. De passionele frontman Matt Berninger legde als gewoonlijk met behulp van een paar flessen wijn zijn volledige ziel in de songs. In diens stem herkenden we de begeestering van Nick Cave, de devotie van Ian Curtis en de vervoering van Stuart Staples. De broertjes Aaron en Bryce Dessner zorgden de ganse avond voor een onblusbaar knetterend gitaarvuur en een paar blazers stuwden de temperatuur naar eenzame hoogtes.
Live bleek nog maar eens hoe knap al die songs waren, wij konden omwille van de aanhoudende opeenvolging van hoogstandjes hier dan ook geen hoogtepunten van eventuele dieptepunten (die er sowieso niet waren) onderscheiden. Bloedmooie en innemende songs als “I need my girl”, “This is the last time”, “Sorrow” en ”Pink Rabbits” pakten met glans Vorst Nationaal in en deden al onze haartjes rechtstaan. “Bloodbuzz Ohio”, “Anyone’s Ghost”, “Afraid Of Everyone” en “Graceless” bereikten een ongekende intensiteit. Met “Abel” liet The National zich van hun meest loeiende kant bewonderen, Berninger sneerde en brieste alsof hij in een volbloed punkband was verzeild geraakt.
Naarmate de set vorderde werd de sfeer uitbundiger, de zaal heter en Berninger nog gekker. De bevlogen zanger kwam steeds gretiger uit zijn pijp. Dat hij in al zijn ijverigheid tijdens het extatische ‘Mr November’ er flink naast zong, vergeven we hem. Het was al verwonderlijk dat hij vanuit die enthousiaste menigte (de zot was ondertussen al in de tribunes geklommen) überhaupt nog zijn micro kon vasthouden. Berninger had tegen dan toch al lang Vorst Nationaal voor zich gewonnen, een beetje onstuimig vertier was hier nu wel op zijn plaats.

Dit was nu al bijna twee uur lang een memorabele en gepassioneerde avond die met een ultieme trap op het gaspedaal nog een keer explodeerde in het orgelpunt “Terrible Love.
Het akoestische “Vanderlyle Crybaby Geeks” bracht tot slot nog wat extra kippenvel teweeg, het was een innig mooi einde van een bijzonder sterk en uiterst bezield prachtconcert.

Organisatie: Live Nation

The National

The National – Eén woord: Klasse

Geschreven door

The National leerden we een kleine zes jaar terug kennen met de cd ‘Alligator’. De band uit Brooklyn, NY, heef intussen in hun tienjarige carrière vijf platen  uit. Ze rijpen met de tijd … je ziet en hoort het niet vaak … ‘The Boxer’ (2007) gaf al de voorzet en met de vorig jaar verschenen ‘High violet’, kon het kwintet met de prachtiger donkere swampy waverocker “Bloodbuzz Ohio” definitief doorbreken naar het grote publiek. The National is de band rond de as van de Devendorf broers en Matt Berninger.
De band brengt subtiel uitgewerkte, hartverwarmende songs, die een onderhuidse spanning en donkere dreiging van Joy Division, Interpol en Editors hebben, bepaald door een breed instrumentarium van gitaren, toetsen en viool en kleur gegeven door blazers; live krijgt het materiaal een stevig randje mee, gedragen door de bariton zang van Matt Berninger. Dat konden we al zien bij hun vroegere optredens en hun gig op Pukkelpop (en voor de anderen in november ll in een snel uitverkochte AB!). Ze speelden een verschroeiende set door de slepende, opbouwende, aanzwellende songs, aangevuld met een blazerssectie, die de songs van een zwart korrelig randje voorzagen. Een gig, bezield en vol overgave, zonder spektakel of pose, gewoon van goede artiesten …

… En kijk, na vanavond heb ik daar eigenlijk niks aan toe te voegen Zij stonden er live, zondermeer! Berninger vervulde met z’n band een glansrol, die onder de indruk was van de ferme belangstelling.
Een uitverkocht Vorst Nationaal onderging The National, die nu een nieuwe status toebedeeld kreeg en een plaatsje tussen de groten inneemt. Meer dan anderhalf uur lang hield de band ons vastgekluisterd met hun bezwerend materiaal, één voor één klassesongs van herfstige pop, rock, americana, folk in een ‘80s wavekleedje. En Berninger kan er een schepje bovenop doen, hij pept zichzelf op, klapt in de handen, nipt aan z’n glaasje wijn, overschaduwt z’n publiek en rekent af met z’n tekstvellen en demonen, wat de songs zeggingskracht en diepte geven. En hij prijst België voor de support doorheen de jaren. Full respect dus!
De klemtoon kwam op de laatste drie cd’s, ‘The Boxer’ en ‘High violet’ als rode draad.
Meteen werden al een paar prijsbeesten gespeeld, de singles “Anyone’s ghost” en “Bloodbuzz Ohio” en “Mistaken for strangers” van de vorige cd zaten vooraan in de set; songs met hitsige, vinnige en slepende ritmes en een broeierige spanning en opbouw. Wat een emotionaliteit straalden ze uit.
Ook de daaropvolgende songs “Secret meeting”, “Slow song”, “Squalor Victoria” en “Afraid of anyone”, behielden die intensiteit en klonken gedreven, stomend en heerlijk. Berninger slaagde er vocaal in van zich af te bijten. Het sfeervollere materiaal zoals “Conversation 16”, “Lemonworld”, “All the wine” en “Lit it up”, die midden de set zaten, hadden een krachtiger staartje. “Sorrow”, het meest pakkende nummer, was letterlijk doordrongen van pijn en verdriet. Het oude snedige, dynamische, nerveuze “Abel” gaf de aftrap van de spannende finalereeks, een happier klinkend “Apartment song” en de genadeloos opbouwende “England” en “Fake empire”, die wel eeuwig zouden kunnen duren …
De band werd gestuwd naar de bis, overtuigden en bevestigden met “Mr Novembre” en sterke versies van “Runaway” en “Terrible love” van de huidige cd. De band verbaasde en verraste ons nog meer, toen Matt plots aan de andere kant van de zaal stond te zingen.
Het haardvuur knetterde op het afsluitende “Vanderlyle crybaby geeks”, zonder versterking en micro’s gespeeld, en gezongen, geroepen uit volle borst. Het refrein werd zachtjes door het publiek ondersteund. Chique!

The National: Mooi, wondermooi, schitterend en groots met klasse ... Woorden terecht op hun plaats … Het hoofdpodium van de zomerfestivals lonkt …
Na zo’n meeslepende intensiteit is de band op z’n hoogtepunt en op z’n limiet …Wat nu? is een terechte vraag die rijst, maar laat ons nog even (na)genieten van de goede wijn die The National serveerde …

De support Sharon Van Etten behoort tot het vriendenclubje van The National. Haar dromerige, sferische indiepop met een rauw randje tikt tegen tegen het geluid van PJ Harvey, Mazzy Star en Geraldine Fibbers. Een gewaagde balans tussen toegankelijkheid en experiment, die op het grote podium de aandacht deed verslappen, maar in de kleine clubs aanstekelijk kan werken … Afwachten dus …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Live Nation

The National Bank

The National Bank: melodieuze veelzijdigheid uit Noorwegen

Geschreven door

Met The National Bank en het bijhorende voorprogramma Erlend Ropstad was de Rotonde in de Botanique afgelopen zondag op muzikaal vlak integraal Noors gekleurd.

Erlend Ropstad beklom aanvankelijk aarzelend en verlegen het podium om solo en vergezeld van louter zijn akoestische gitaar enkele nummers te brengen uit zijn vorig jaar verschenen, eerste volwaardige album ‘Bright Late Nights’. Maar tijdens de zeven liedjes bleek nog maar eens dat schijn kan bedriegen. Want hoewel Erlend pas enkele jaren terug besloot om muziek te spelen en op te nemen, werd gaandeweg duidelijk waarom hij in zijn thuisland al op heel wat aandacht kan rekenen (zo vroeg die andere bekende Noorse Erlend (
Æye) hem zelfs tevergeefs om deel uit te maken van Kings Of Convenience).
Aan de hand van humoristische bindteksten ontpopte deze zanger/liedjesschrijver zich namelijk tot entertainer van formaat met daarenboven sterk songmateriaal zoals “The Great CD Robbery” (een nummer waarin hij zijn frustratie uit over vrouwen die geen oog hebben voor de alfabetische rangschikking van een cd-collectie), “Winona And I” (een ode aan Winona Ryder), “My Third Cup” en “Six Months Till X-Mas”. Voor al wie houdt van bijvoorbeeld Kurt Wagner of Jack Johnson, is deze zeker een naam om te ontdekken.

Ook The National Bank klinkt u misschien niet bekend in de oren maar als we vermelden dat dit vijftal is samengesteld uit niemand minder dan Lars en Martin Horntveth (Jaga Jazzist), Morten Qvenild (Suzanna & The Magical Orchestra), Nikolai Haengsle Eilertsen (ex-Bigbang) en zanger Thomas Dybdahl, kan hier terecht gesproken worden van een Noorse supergroep.
Zopas bracht de groep vier jaar na hun – in hun thuisland uiterst succesvol - debuut een tweede album ‘Come On Over To The Other Side’ uit en hierop wordt onder meer pop, rock, jazz en soul op subtiele wijze gemengd met wat elektronica. Met alle redenen vertoeft deze plaat dan ook al geruime tijd in onze cd-speler, mede gelet op het feit dat de bijkomende troef daarbij steeds de zang van Thomas Dybdahl is, één van de mooiste stemmen uit Noorwegen aldus de broers Horntveth.
Dat dit niet een uit de lucht gegrepen uitspraak is, getuigen zijn soloplaten en de vorige concerten waar we de man met zijn eigen werk zagen aantreden. En ook afgelopen zondag bleek dit via zijn bijdrage in The National Bank te kloppen. Of de nummers ingetogen dan wel up-tempo werden gebracht, het was een plezier om naar zijn warme stem te luisteren. Ook de synergie tussen de groepsleden was er, en dit ondanks hun verschillende muzikale achtergrond.
Tijdens het anderhalve uur werd afwisselend geput uit de twee albums en de catchy,  melodieuze nummers werden duidelijk veel strakker en krachtiger gespeeld dan op plaat. Vaak werden ze vergezeld van nog een extra hoeveelheid elektronica, waarbij Morten Qvenild volledig zijn ding kon doen. “What Is Left?” en “Some Paper On The Bedroom Floor” kregen aldus een analoge intro mee waarbij vooral in het eerste geval dit ons deed denken aan het werk van Geir Jenssen (nog een Noor) en het sowieso al straffe “Styrofoam” werd omgevormd tot een song die zo van de hand van Radiohead kon zijn.
De set was gevarieerd en gedreven, met als hoogtepunten “Family” en “Let Go”, de  twee toch wel eighties klinkende singles uit het nieuwe tweede album (en allebei hits in Noorwegen), “Tolerate” (mooie folktronica verweven met soul), “Look Twice” (met het op het einde heel wat funk en fusion) en de afsluiter “Make It Burn”, op plaat ietwat gepolijst maar live erg swingend en strak.

The National Bank is en blijft een vorm van hobbyproject voor het vijftal maar met dit concert hebben zij er ongetwijfeld weer een paar zieltjes mee gewonnen.

Setlist : Home ? A Recorder In Red Plastic, Cubicle Man, Family, Let Go, Blue As We Like It, What Is Left ?, Tolerate, Styrofoam, Something New, Some Paper On The Bedroom Floor, Look Twice, I Hear The Sparrow Sing, Taste Of Me, Make It Burn

Organisaitie: Botanique, Brussel