logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (12 Items)

Neil Young

Neil Young + Promise Of The Real - Nog lang geen oude man

Geschreven door

Het was ondertussen al drie jaar geleden dat Neil Young en zijn Promise Of The Real ons land een bezoekje brachten. Na een solocarrière van vijftig jaar (als je zijn jaren met Buffalo Springfield niet meetelt) en rond de veertig studioalbums hoeft de Canadees al lang niet meer te worden geïntroduceerd. Op zijn gezegende leeftijd van 73 tourt hij nog steeds lustig rond, en krijgt sinds enkele jaren hulp (alsof hij die nodig zou hebben) van Promise Of The Real. Frontman van die band? Lukas Nelson, zoon van Willie Nelson.

De eer om de avond te openen was echter weggelegd voor de Britse band Boy Azooga. Met hun energieke melodieën en bij momenten stevige doorhalen probeerden ze het bombastische Sportpaleis te vullen, al ging hun sound in het begin wat verloren. De stress was duidelijk bij de bandleden af te lezen, tot ze na enkele nummertjes hun draai vonden. Toen ze het publiek meedeelden dat ze al jaren fan zijn van Neil Young, konden ze niets meer mis doen en groeide hun vertrouwen elke minuut wat meer. Het zorgde ervoor dat de band hun voorprogramma sterk kon afsluiten.

Neil Young + The Promise Of The Real - Tien minuutjes na aanvang kwam dan de ster van de avond ten tonele, en net als het voorprogramma eerde ook Neil Young zijn helden. Een t-shirt van Howlin' Wolf met daaronder een paar hippe sneakers, Neil Young geeft echt geen moer om zijn dresscode. Het enigste dat bij de man telt, is muziek, en dat was meer dan in orde. Starten deed de man met een strakke versie van "Mansion On The Hill" waarmee hij het publiek direct meetrok in zijn verhaal. Een verhaal dat Neil Young altijd vertelt zonder al te veel woorden, zo sprak hij het publiek maar aan na een uur spelen. Het concert begon pas om negen, wat twijfels opriep over de duur van het concert. Young staat ervoor bekend shows van drie uur te spelen, maar eerder was al aangekondigd dat zijn show ten laatste om elf zou eindigen. Spoiler alert: de show eindigde niet om elf.

De set van de superster was allesbehalve een best of, zo kregen minder bekende nummers een plek in de spotlight. Grote afwezigen waren "Like A Hurricane", "Heart Of Gold" en verrassend genoeg "Down By The River". De bekende versie waarbij de gitaarvirtuoos het nummer tot twintig minuten uitrekt en daarbij verschillende gitaarsolo's op het publiek afvuurt, was dus niet te horen. Jammer, gelukkig bracht de man een wondermooie versie van "Old Man" en bracht hij iedereen aan het dansen met een lange versie van "Rockin' In The Free World". Afsluiten deed hij echter met "Roll Another Number", een iets minder bekend nummer.
Het publiek liet de nummerkeuze weinig aan hun hart komen, zo ging het dak er net niet af bij "Hey Hey, My My (Into the Black)", waarop elke ziel in de zaal het refrein meebrulde. Het publiek bestond zowel uit jongere als oudere fans, maar van die leeftijdsgrens was er meestal niks te merken. Er werd gesprongen, lustig geklapt en vooral luidkeels meegezongen. Dat was allemaal te danken aan Neil Young, maar ook aan de band, iedereen is duidelijk heel erg goed op elkaar ingespeeld. We waren vooral onder de indruk van het drumwerk, heel energiek en altijd correct. Er kon tussen Young en de rest meermaals een glimlach en een schouderklop af, wat aantoont dat iedereen zich gewoon amuseert.
De mix van meezingers, stevige rocknummers en wondermooie ballads zorgde voor een mooie afwisseling waardoor de twee en een half uur durende set als een trein voorbijraasde. Ook de afwisseling van instrumenten hield de vaart erin, zo werd ons "Are You Ready For The Country" voorgeschoteld met Young op piano. Het toonde nog maar eens aan dat Neil Young nog steeds relevant is en dat hij er duidelijk ook zelf van geniet. Na een carrière van jewelste zou je denken dat er al wat slijt op de grootvader van de country rock zou zitten, maar ook op zijn leeftijd blijft de man zijn stem onaangetast. Zelfs zonder zijn backing band hield hij het Sportpaleis in z'n greep. Hoe hij tijdens "Rockin' In The Free World" een meer dan stevige gitaarsolo uit zijn mouw schudde, deed onze mond kwijlend openvallen. Dat Neil Young nog steeds meester is over zijn instrumenten, is nog steeds een understatement.

Ondanks dat het concert niet volledig uitverkocht was, werd er toch reikhalzend uitgekeken naar de passage van Neil Young. Aanvankelijk bleef het publiek nog rustig, maar het strakke spel van de Canadees en zijn band zorgde ervoor dat het enthousiasme bij elk nummer hoger de lucht in ging. Young kon ontroeren, maar ook ouderwets rocken. Het zorgde voor een divers schouwspel, met als kers op de taart het slotstuk. Niemand weet hoe veel kansen we nog zullen krijgen om deze absolute oerlegende aan het werk te zien, maar laat ons hopen dat dit niet de laatste was.

Setlist: Mansion on the Hill - Over and Over - Mr. Soul (Buffalo Springfield cover) - Love to Burn - The Loner - When You Dance, I Can Really Love - On The Beach - Unknown Legend - From Hank to Hendrix - Old Man - Are You Ready for the Country? - Long May You Run - Fuckin' Up - Cortez the Killer - Cinnamon Girl - Danger Bird - Hey Hey, My My (Into the Black) - Throw Your Hatred Down - Rockin' in the Free World - Roll Another Number

Met dank aan Dansende Beren http://www.dansendeberen.be

Organisatie: Gracia Live

Neil Young

Hitchhiker

Geschreven door

Neil Young bracht eind vorig jaar alsnog ‘Hitchhiker’ uit, het in de zomer van 1976 in Malibu opgenomen, maar nooit uitgebrachte album. De reden om het album toch nog officieel uit te brengen, heeft vermoedelijk meer te maken met het mogelijk vervallen van auteurs- en reproductierechten dan met het feit dat Ome Neil de opnames nu plots toch goed genoeg vindt om met het publiek te delen.
‘Hitchhiker’ werd opgenomen in één nacht bij volle maan met in de studio enkel een ietwat gedrogeerde Neil Young en David Briggs aan het mengpaneel. Geen begeleidingsband, enkel de man met zijn stem en zijn gitaar. Doorgaans was dat in die tijd ruim genoeg om vuurwerk te verwachten. Young zat in zijn creatieve glorieperiode en zowat alles wat hij tot dan toe uitbracht veranderde in goud. Niet dus zoals op zijn jongste werk, denk maar aan ‘Earth’ en ‘Peace Trail’, waar je het goud – dat er nog wel is – met een zeefje moet gaan zoeken tussen de modder en de keien.
Het siert de man en zijn platenfirma dat ze niets aan de oude opnames toegevoegd hebben. Met het geluid van een band erbij of in de handen van zelfs een brave producer had dit onuitgegeven materiaal veel meer kansen gehad om bv. opgepikt te worden door de radio. Je hoort meteen bij het eerste nummer al waarom het zo lang geduurd heeft dat ‘Hitchhiker’ uitgebracht werd. In interviews geeft Young aan dat hij zelf meteen hoorde dat hij tijdens die opnames licht beneveld was door drank en andere genotsmiddelen en dat is inderdaad in deze kale opnames niet te verstoppen.
Young klinkt solo steeds rauw en klagerig, maar op ‘Hitchhiker’ missen heel wat nummers de vaart en de gebaldheid die ze verdienen. Nummers als “Campaigner” klinken bij momenten zelfs een beetje drammerig. Young’s stem klinkt zwak en soms heb je echt het tekstvel nodig om de gemompelde lyrics te kunnen volgen. De vastberadenheid van ‘After The Goldrush’ of, om eens een recenter werk te nemen, ‘Living With War’ ontbreekt. Maar de flair is er wel. Alsof hij er tijdens het opnemen op vertrouwde dat het wel goed zou komen. Alsof hij erop rekende dat de studiolui dit materiaal wel tot een diamant zouden slijpen.
Het songmateriaal op zich is best oké. Misschien niet echt materiaal voor een wereldhit als “Needle And The Damage Done” of “Heart Of Gold”, maar het behoort tot het betere werk van Neil Young uit die periode. Het beste bewijs daarvan is dat hij zowat alle songs van ‘Hitchhiker’ (op “Hawaii” en “Give Me Strength” na) later nog heropgenomen heeft. O.m. “Pocahontas” en “Powderfinger” krijg je hier in een van alle toeters en bellen ontdane versie voorgeschoteld. Deze beide naakte tracks bestaan ook in betere, opgedirkte versies, al gaat dat misschien niet op voor elke song op ‘Hitchhiker’. “Ride My Llama” komt hier beter uit de verf dan op ‘Rust Never Sleeps’ en ook The Old Country Waltz” kan in deze versie net zo hard bekoren als op ‘American Stars ’n Bars’.
Na een paar luisterbeurten blijft de vraag of je ‘Hitchhiker’ moet zien als een volwaardig album of toch als een werkdocument, als een demo die voorafgaat aan de ‘echte’ opname. Voor diehardfans en critici heeft dit ‘verdwenen’ album door de jaren dusdanige mythische proporties aangenomen dat het voor hen niet alleen een volwaardig album is, maar zelfs meteen een meesterwerk. De waarheid ligt echter bij het demo-verhaal. ‘Hitchhiker’ is een leuk tijdsdocument, maar kan de hoge, opgeklopte verwachtingen niet helemaal inlossen. Ook een begenadigd artiest, een god of een dinosaurus zo je wil, kan al eens mindere dag hebben. Neil Young had geen ongelijk toen hij in 1976 de tapes van Hitchhiker in de kluis opborg. Net zo goed heeft hij nu gelijk om dezelfde tapes er uit te halen. Maak die kluis leeg, Neil! En snel!

Neil Young

Neil Young + Promise of the real - Van melige country tot verzengende 18 karaats rock

Geschreven door

Neil Young + Promise of the real - Van melige country tot verzengende 18 karaats rock
Neil Young
Sportpaleis
Antwerpen
2016-06-24
Sam De Rijcke

In een jaar waarin de rockiconen vallen als vliegen, kwam Neil Young zomaar eventjes drie uur lang demonstreren dat hij nog springlevend is. De levende legende wandelde in het Sportpaleis doorheen zijn volledige carrière, bij momenten was het magisch, elders was het dan weer behoorlijk saai.

Young begon er aan in zijn dooie eentje en trok op meesterlijke wijze een gouden blik open met een stel wonderlijke kampvuursongs als “After The Goldrush”, “Heart Of Gold”, “The Needle And The Damage Done”, “Comes A Time” en “Helpless”, stuk voor stuk tijdloze klassiekers en kippenvelmomenten bij de lopende meter. De ouwe knar stond ook behoorlijk sterk te zingen, daar waar vroeger zijn stem al eens naar het pijnlijke kon overslaan konden we hem vandaag nagenoeg op geen valse noot betrappen.
Maar er waren evenwel een paar andere slappe momenten die we hem en zijn band Promise Of The Real moesten toeschrijven. Toen de band na Young’s verbluffende solo intermezzo de rangen kwam vervoegen en een subliem “Out On The Weekend” inzette, was er nog geen vuiltje aan de lucht, maar daarna kwam helaas de klad er in te zitten omdat het gezelschap zo nodig een rondje melige country moest brengen. Dat Neil Young het countrygenre een warm hart toe draagt wisten we al, en dat hij bovendien de twee zonen van countrylegende Willie Nelson in zijn band heeft ingelijfd maakte het er ook niet beter op. Het was dus enigszins te verwachten.
Toen wij al half in slaap gevallen waren en de moed ons deftig in de schoenen was gezakt, kwam een verlossende roadie dan toch -het werd verdomme tijd- een elektrische gitaar om Neil Young zijn nek hangen. Plots werd het concert nieuw leven ingeblazen en ontwaakte Young uit zijn coma met een fantastisch “Alabama”. We waren terug volledig bij de les, Young greep ons weer bij het nekvel en loodste ons naar het summum van de avond, een  groots, verpletterend en magistraal “Down By The River”. Zowat 20 minuten lang duurde het, Young soleerde zichzelf naar een hoger universum toe, Promise Of The Real was overgeschakeld naar een volleerde Crazy Horse modus en wij sloegen van de ene verbazing in de andere. Dit, beste mensen, was meer dan 20 minuten bovenaardse rock. Hiervoor ging het ganse Sportpaleis overstag, in extase zeg maar. Dit is de reden waarom wij totterdood van Neil Young zullen blijven houden.
Met een al even krachtig “Mansion On The Hill” en een brandend “Powderfinger” trok Young de lijn door, ook “Vampire Blues” schitterde langs alle kanten en zo gingen we stilletjes aan naar een spetterende finale toe met het onvermijdelijke rock anthem “Rockin’ In The Free World” dat tot drie keer toe leek te eindigen en dan telkens terug ontplofte.
Met een prachtig “Tonight’s The Night” kwam Young ons uitwuiven. Hij had het hem nog maar eens geflikt, maar een half uurtje minder had ook wel gemogen, dan had de boog tenminste gans de tijd gespannen blijven staan.

De Neil mag gerust nog enkele jaren blijven doorgaan, en de volgende keer zijn we terug van de partij, als hij godverdomme maar weer “Down By The River” speelt, drie kwartier voor ons part.

Organisatie: Gracia Live

Neil Young

A Letter Home

Geschreven door

De ouwe rocker Neil Young vond het wel amusant om zijn nieuwe plaat op te nemen in de Voice-O-Graph, Jack White’s nieuwe speeltje daterend uit de jaren veertig, een gammele opnamestudio van nauwelijks een paar vierkante meter groot. Wij durven wedden dat Jack White wansmakelijk veel geld zal betaald hebben voor dit pretentieuze hebbedingetje, maar dat is voor dergelijke welvermogende artiesten natuurlijk geen probleem, en retro is toch zo cool en hip de laatste tijd. Bovendien staat het natuurlijk mooi om een grote en alom gerespecteerde naam als Neil Young te laten musiceren in dat krakkemikkige kot. Misschien een romantisch idee, maar bompa heeft er zich van af gemaakt met een resem slappe covers en beroerde countryliedjes die hij nog ergens onderaan in een vergeten schuif had liggen. Het is een troep belabberde tweederangs zagenliedjes, de naam Neil Young onwaardig, die bij ons helemaal niets losweken of het is een hoop ergernis. Het zou ons trouwens sterk verwonderen moesten doorwinterde Neil Young fans zich ook niet bekocht voelen met deze inferieure old timer muziek.
Mocht Neil Young voor de gelegenheid een stel ijzersterke nummers hebben geschreven, dan konden wij er misschien nog mee leven dat ze onder een laag gruis en stof zaten weggemoffeld, maar deze verzameling belegen songs heeft volgens ons geen enkel bestaansrecht.
Neil Young heeft ons gewoon twee keer bij ons pietje, want ‘A Letter Home’ bestaat niet alleen uit belabberde songs, ze zijn dan ook nog eens opgenomen met een budget van amper enkele dollars. Als fan zal u de low budget aanpak helaas niet voelen in uw portemonnee want u zal in de platenzaak natuurlijk wel de volle pot neerleggen voor dat vehikel, al dan niet in de zogenaamde Deluxe Editon (op vinyl, lekker retro, nietwaar?) waarvoor u maar liefst een slordige 150 EUR zal moeten veil hebben. De Neil heeft gewoon geen greintje schaamte, zijn zelfstandig pensioentje zal er wel bij varen.
Wij vinden het ongepast en hypocriet dat een miljonair als Neil Young, die steevast peperdure ticketprijzen vraagt voor zijn concerten, zich engageert met zogenaamde budgetvriendelijke opnametechnieken terwijl hij elders ongegeneerd het geld uit de zakken van zijn fans roffelt.

Lo-fi is nu blijkbaar hip in bepaalde muzikale kringen en de Voice-O-Graph staat ten huize Jack White waarschijnlijk mooi te pronken tussen een Picasso en een Dali. Maar bij vele bands is de term lo-fi  eerder een noodzaak geweest om hun platen überhaupt te kunnen opnemen, zeker in het begin van hun carrière, want studio-opnames zijn voor een hele rits groepen altijd al haast onbetaalbare bedoeningen geweest. Wij halen ons enkele briljante low budget plaatjes voor de geest van pakweg Pavement, The Baptist Generals, The Thermals en quasi alles van Guided By Voices, om er maar enkele te noemen. Dit zijn de echte helden die met een uit noodzaak beperkt budget een pak lo-fi pareltjes op de wereld hebben gezet. Neil Young is gewoon een rijke stinkerd die samen met zijn al even gefortuneerde  vriendje Jack White, op wiens Third Man Records label dit bestofte onding verschenen is, een beetje zit te klooien met een nieuw speeltje en daar liefst nog wat extra centen aan verdient ook.

Versta ons niet verkeerd, wij zijn wel degelijk Neil Young fan (zeker als Crazy Horse in de buurt is), ook van Jack White trouwens mocht u er aan twijfelen, maar van ‘A Letter Home’ krijgen we ‘t schurft. Als we iets echt authentieks willen horen, dan zullen we wel Robert Johnson opzetten. Diens tijdloze bluesklassiekers zijn destijds waarschijnlijk ook in zo een gebrekkig krot opgenomen maar voor hem was er toen gewoon niets anders.

Neil Young

Neil Young & Crazy Horse - Zot paard nog steeds in bloedvorm

Geschreven door

Neil Young & Crazy Horse - Zot paard nog steeds in bloedvorm
Neil Young & Crazy Horse
Vorst Nationaal
Brussel

Wij hebben onze Neil het liefst als hij Crazy Horse van stal haalt, en dat was al een tijdje geleden. Vorig jaar schrokken wij ons wel een hoedje toen hij met Crazy Horse het onding ‘Americana’ op de wereld losliet, een absoluut te mijden vehikel gevuld met tenenkrullende volksliedjes. Hij maakte zijn miskleun echter onmiddellijk goed met de dubbellaar ‘Psychedelic Pill’ waarop zijn paard terug in bloedvorm verkeert. Veelbelovend dus met het oog op zijn tournee met Crazy Horse, wij moesten er dus wel bij zijn in Vorst, ook al hebben wij daarvoor heel diep in onze beugel moeten tasten. Als den ouwen via peperdure tickets zijn pensioen veilig wou stellen, dan kon hij godverdomme maar zien dat zijn concert onze zuurverdiende centen waard was, de trekzak.

Met het lange “Love and only love” als opener, waarop de gitaren al volledig loos gingen, wisten we al meteen dat deze band moeiteloos aan onze hoge verwachtingen zou tegemoet komen. De klassieker “Powderfinger” en het nieuwe “Psychedelic Pill” stoomden al even driftig door en het bijna twintig minuten durende hoogtepunt “Walk like a giant” was Crazy Horse op zijn best, met huilende, knarsende en gierende gitaren. De song mondde uit in een gitaareruptie met heuse Sonic Youth allures en ging over in een denderend onweer. Geen band die zo overtuigend de donder uit gitaren kan doen knallen als Crazy Horse.
We waren nog maar een kleine drie kwartier ver en we hadden al grootse dingen meegemaakt. Het niemendalletje “Hole in the sky”, een tot op heden onuitgegeven song (houden zo, Neil), kwam onnodig de boel verstoren maar Neil’s akoestische solomomentje deed dat minpuntje snel vergeten. Het pareltje “Comes a Time” en de Dylan cover “Blowin’ in the wind” brachten even met succes de hippie in Neil Young terug naar boven.
Young was bovendien redelijk goed bij stem, een begenadigd zanger is ie nooit geweest, maar vanavond sloeg hij tenminste nooit aan het janken, wat hij op zijn platen wel eens durft te doen. Enkel bij het ook al onuitgegeven en stroperige “Singer without a song” dachten we even van “hij gaat er toch niet aan beginnen, hé”, maar toen de stekker er terug inging voor het fenomenale “Ramada Inn”, weer zo een knoert van ruim boven de 15 minuten, was onze vrees meteen in de kiem gesmoord.
Het onvermijdelijke en niet stuk te krijgen “Cinnamon Girl” was de aanzet voor alweer een hoogtepunt, “Fuckin’ Up”. Crazy Horse scheurde, ramde en barste open met heuse orkaankrachten. Ook met “Welfare Mothers” en “Mr Soul”, de snedige garagerocker uit de Buffalo Springfield periode, waren we aangenaam verrast.
En dan die finale ! Het apocalyptische en brutale anthem “Hey Hey, My My” deed het boeltje hard en ruw openscheuren. Een atoombom van een song die de zaal binnenstebuiten keerde.
De extraatjes “Roll another number” en “Everybody knows this is nowhere” namen we er graag bij, doch echt onvergetelijk waren ze niet. Als bisnummer zorgden ze niet voor de verhoopte climax, maar tegen dan waren we toch al lang overdonderd door zoveel klasse en scheurend gitaargeweld.

Natuurlijk misten we een handvol klassiekers (“Cortez The Killer”, “Like a Hurricane”, “Cowgirl in the Sand”, “Down by the river”,…) maar Neil en zijn fantastische Crazy Horse hadden ons meer dan twee en een half uur splijtende rockmuziek bezorgd, dus gaan we niet morren om hetgeen we niet gehoord hebben.

Organisatie: Gracia Live

Neil Young

Psychedelic Pill

Geschreven door

Psychedelic Pill
Neil Young & Crazy Horse

Na bijna tien jaar haalde onze americanaveteraan z’n Crazy Horse opnieuw van stal en komt uit met twee cd’s . Eerder verscheen ‘Americana’, een verzameling van oude Amerikaanse traditionals en folksongs. Het was eerder een matig en wisselend album , waarbij hoogstens een handvol songs konden overtuigen en het oude vuur aanwakkerden.
Op de tweede plaat ‘Psychedelic Pill’ komen ze  sterker voor de dag . Er staan enkele mammoetstukken van nummers op , waarbij Neil Young en z’n Crazy Horse elkaar ideaal weten aan te voelen, een sterk samenspel met de gepaste drive en energie. “Driftin back” is al meteen zo’n knaller , de dertig minuten voorbij en soli herhalingstoetsen. “Ramada Inn”, “She’s always dancing” en “Walk like a giant” zijn ook mooi uitgesponnen en zijn best spannend  . Ze worden afgewisseld met kortere (lees songs met een gewone tijdsduur ) broeierige , sfeervolle  songs als “Born in Ontario”, “Twisted road” , “For the love of man”  en twee versies van de titelsong .
Overtuigende plaat , uiterst genietbare rockamericana en een terugblik naar het verleden met z’n Crazy Horse zoals het moet zijn … ‘The old man down the road’ is hier met z’n kompanen duidelijk nog niet versleten!

Neil Young

Americana

Geschreven door

Americana - Neil Young & Crazy Horse
Het goede nieuws is dat Neil Young na bijna tien jaar eindelijk nog eens Crazy Horse van achter de coulissen heeft gehaald, het slechte nieuws is dat hij hier met wel zeer bedenkelijk songmateriaal aan de slag is gegaan.
‘Americana’ is een verzameling van oude Amerikaanse traditionals en folksongs, het zijn kampvuurliedjes voor bejaarde padvinders. Geen idee wat Young aanvankelijk hiermee van plan was, het resultaat is alleszins beneden alle peil, zeker voor iemand van dit kaliber. Neil Young & Crazy Horse kunnen nog altijd de gitaren laten scheuren als geen ander, maar als ze dat met dit soort slijmballiedjes doen klinkt het resultaat maar al te vaak potsierlijk. Enkel “Oh Susannah”, “High Flyin’ Bird” (had met een beetje goede wil op ‘Greendale’ gekund) en “Jesus Chariot” hebben wat ons betreft bestaansrecht. De rest mag bij het huisvuil, en liefst zo snel mogelijk voor de geur helemaal niet meer te harden is.
Dan haalt hij eindelijk eens terug Crazy Horse boven water, komt ie met zo een stinker af.

Neil Young

Le Noise

Geschreven door

Neil Young maakt nieuwe plaat getiteld ‘Le Noise’ met Daniel Lanois achter de knoppen. Op papier klinkt het om duimen en vingers bij af te likken. Helaas, helaas.
Young heeft deze keer geen groep nodig, enkel zijn elektrische gitaar en voor een tweetal songs ook zijn akoestische. Op zich geen probleem, want iemand van dit kaliber zou ook in zijn eentje moeiteloos overeind moeten blijven. Niet dus.
Grootste euvel is dat er in zijn valies blijkbaar geen songs zaten, enkel een paar flarden of probeersels, en tonnen echo en distortion. En daar kan Lanois in het beste geval misschien wel wat sfeer mee scheppen, maar de man kan nu ook geen wonderen doen. Het resultaat valt, ondanks de verwoede pogingen van Lanois, dan ook te mager uit.
Neil Young zit maar wat aan te modderen met zijn gitaar, verschroeiende riffs haalt hij er niet uit, hoogstens hier en daar een paar vette akkoorden die neigen naar een Young in betere tijden.
Ook Neil’s stem slaat geregeld eens over. Nu zijn we qua vocale afwijkingen veel gewoon van de brave man, maar soms is het toch echt pijnlijk. De ekster die geregeld in onze achtertuin de wormen komt opvreten, kraait nog helderder dan Neil Young op “Angry world” of “Someone’s gonna rescue you”.
De ouwe rocker laat zich toch nog eens van zijn beste kant zien op het fraaie “Hitchhiker”, waarin de formule ‘man plus splijtende elektrische gitaar’ een zeldzame keer werkt, en op de twee akoestische tracks “Love and war” en “Peaceful valley boulevard”, dingen die wel als volwaardige Neil Young songs door het leven kunnen gaan.
De fans zullen hier wel tevreden mee zijn maar wij verwachten van zo een rockgrootheid veel meer.

Beste Neil, een klasse producer als Daniel Lanois haal je niet binnen om de meubelen te redden maar om een meerwaarde te geven aan materiaal dat op zich al goed genoeg moet zijn, snappie? En waar zit Crazy Horse trouwens ?

Neil Young

Een ‘Best Of’ Neil Young

Geschreven door

Nonkel Neil Young in Antwerpen: vanaf de eerste noot is onze kwieke zestiger er keihard ingevlogen met “Love and only love” en een stampend “Hey hey my my”. Van een vlammende start gesproken: fantastisch!! En het bleef hoogtepunten regenen: oudjes als “Everybody knows this is nowhere”, “I've been waiting for you” en een beukend “Cinnamon girl” (alle drie 40 jaar oud !), een schitterend lang uitgesponnen (en zo hoort het ook) “Cortez the Killer” en enkele rustige momenten met Young op akoestische gitaar. We hoorden enkele prachtige versies van o.a. “Old man”, “Don't bring me down” en evergreen “Heart of Gold”, met oudgediende Ben Keith die schitterde op pedal steel. Onverwachte songkeuzes waren er met “Pocahontas” of een raggend “Mansion on the hill”. Weliswaar zonder z’n Crazy Horse, maar Young's huidige band beschikt over 'long time buddies' Niko 'the bass player' Bolas, drummer Chad Cromwell en Ben Keith, die beslist niet moesten onderdoen voor The Horse; ze rockten constant de pannen van het dak.
Afsluiten werd gedaan met een stomende “Rockin' in the free world”. Minpunten (als we dan toch moeten muggenziften): niets van de nieuwe 'Fork in the road' CD, waar er volgens ondergetekende toch een aantal songs op staan die zich misschien niet kunnen meten met 's mans klassiekers, maar zeker tot Young's beste werk van de afgelopen 20 jaar behoren (Maar anderzijds hadden we dan wat van al het ander fraais moeten missen). En ... slechts één bis: maar dan wel een (weerom knallend) “Like a hurricane” als apotheose van een dan toch al reeds 2 uur durende show! Chapeau ! ... en dat ie nog lang moge doorrocken!

Setlist (+/-):- Love and only love, - Hey hey my my (into the black), - Everybody knows this is nowhere, - Pocahontas, - Cortez the killer, - Spirit road, - I've been waiting for you, - Mother earth, - Old man, - Don't bring me down, - Going back, - Heart of gold, - Comes a time, - Mansion on the hill, - Rockin' in the free world, - Like a hurricane

Organisatie: Live Nation

Neil Young

Fork in the road

Geschreven door
’Rock’n’roll will never dies’ … woorden gegrift in ons geheugen van de onvermoeibare rockveteraan Neil Young. Hij slaagt er nog steeds in met een tweede generatie Crazy Horse leden en vrouwlief Pegi zorgvuldige en intens broeierige retrorock te bieden. ‘Fork in the road’ is één van z’n betere cd’s van de laatste jaren; een afwisselende plaat van bezielde strakke rock. En deze keer horen we geen uitgesponnen nummers die het begeesterende gitaarspel van deze rockicoon onderstrepen; enkel de titelsong overstijgt de vijf minuten grens. In de tien songs wordt z’n interesse voor antieke auto’s liefdevol bezongen. Z’n countryroots verloochent hij niet in het intieme “Light a candle”, die samen met “Off the road” de sfeervolle songs zijn op de plaat. Voor de rest horen we onderhouden gitaarrock om U tegen te zeggen, waaronder “When worlds collide”, “Johnny magic”, “Cough up the bucks” en de titelsong, onder mans doorleefde zang.

Neil Young

Neil Young: zestig plusser bijt van zich af

Geschreven door

Muziekicoon Neil Young, de zestig voorbij, leverde vorig jaar nog een behoorlijke plaat af ‘Chrome Dreams II’, die z’n superieure gitaarspel en z’n emotievolle vocals in de schijnwerpers plaatste. Te Antwerpen vatte hij z’n Europese ‘Continental Tour’ aan .

Het eerste deel van de set van deze Canadese Amerikaan was akoestisch. Als een mooi uitgedoste gitaarkoning pootte hij zich neer op zijn troon, omringd door een zevental gitaren en een piano. Hij kon meteen rekenen op een warm onthaal toen hij “From Hank to Hendrickx” begon. Op de olf folky song “Ambulance blues” kon het publiek al genieten van z’n bedreven gitaarspel, en op “Sad movies” en “Harvest” gaf hij de indruk in je knusse huiskamer te spelen. “A man needs a maid” en “No one seems to know” klonken sfeervol door toetsen. Een mooie afwisseling. Hij behield de intimiteit op “Love art blues” en “Mellow my mind”, die elan kreeg door dobro .
Neil groef diep in het verleden toen hij met de van Stephen Stills verkregen gitaar “Out on the weekend” inzette. Tenslotte besloot hij met “Love is a rose”.
Een uurtje doorwinterde singer/songwriterpop.
Na een kleine pauze kon het elektrische deel beginnen. Young speelde zo’n anderhalf uur met vaste bandleden Keith, Rosas, Molina en Crawford, naast vrouwlief Pegi Young.
Een snedige rockaanpak hoorden we op “Mr Soul” en het nieuwe grungy klinkende “Dirty old man”; Het subtiele gitaarspel van Young kwam naar voor, misschien met iets minder punch dan vroeger, maar voor een man op zijn leeftijd slaagde hij er nog steeds in van zich af te bijten! “Spirit road”, “Winterlong” en “The believer” klonken dromerig en ingetogen. Het waren aangename rustpunten in de set. Tenslotte konden we genieten van uitgesponnen versies van “No hidden path”, “Cinnamon girl” en “Cortez the killer”, die een schitterende apotheose vormden. Een staande ovatie was het logische gevolg voor Neil Young en z’n band.
Tussenin was een schilder op het podium bezig, die aan elk nummer een doek wijdde. Fijn gevonden!

Een pak klassiekers liet Young thuis, doch dit deed geen afbreuk aan de prestatie van deze begenadigde singer/songwriter. Ondanks de hoge ticketprijs was zijn stop te België een absolute aanrader.

Vrouwlief Pegi Young kon rekenen op enkele muzikanten uit Neils stal en speelde aanstekelijke alt.country songs in een volleerde Emmylou Harris stijl. Een uitgebreid instrumentarium van gitaar, dobro, steelpedal en modharmonica ondersteunden deze muzikale aanpak.
 
Organisatie: Live Nation

Neil Young

Chrome dreams II

Geschreven door

Neil Young heeft alweer een onvergetelijke knaller van een song aan zijn indrukwekkende repertoire toegevoegd . Het nummer heet “Ordinary people”, het duurt maar liefst 18 minuten en is ronduit geweldig. De song heeft alles in zich wat Neil Young zo uniek maakt. Alles wat als Young’s eigenste fantastische handelsmerk kan beschouwd worden is hierin vervat, superieur gitaarwerk afgewisseld met soulvolle blazers (de briljante blazerssectie van ‘This note’s for you’ is hier aan het werk) en Young zelf die vocaal enorm goed op dreef is. De song zorgt er op zijn eentje voor dat ‘Chrome dreams II’ alweer een onmisbaar Neil Young document geworden, ook al is de rest van de plaat bij momenten slap en veeleer onsamenhangend. 
Doch, laat ons vooral ook nog die andere prachtige gitaarsong “No hidden path” niet vergeten, weer zo’n typische 14 minuten durende pur sang Neil Young kraker, een track die we nog het best kunnen vergelijken met “Down by the river” en “Cowgirl in the sand” (jawel, zo goed is ie). Verder vermelden we de oerdegelijke maar ietwat simpele rocker “Spirit road”, een track zoals Neil Young er op zijn gemak wel altijd een handvol uit zijn mouw kan schudden, niet echt wereldschokkend, maar een beginnend bandje van veel minder allooi zou hiervoor wellicht een moord begaan. En dan is er ook nog het smerige en grungy “Dirty old man”, een ruige song van het kaliber van “Piece of crap”, zo eentje waar Neil Young zijn versleten houthakkershemd voor uit de kast haalt.
Tot zover het positieve nieuws, want helaas is het niet allemaal om met luide vreugdekreten van in de lucht te springen, want veel te vaak komen de pijnlijke zwakheden van Neil Young  naar boven. Er staan hier immers een paar van die tenenkrullende ballads op zoals alleen Neil Young die kan maken, slijmerige draken van countrysongs als “‘Ever after” en “Shining light” waar Young echt staat te janken dat het geen naam meer heeft. Om helemaal de muren van op te lopen zijn de hectoliters stroop op afsluiter “The way” waarin -oh gruwel-  zowaar zelfs een koor aan het zingen slaat. Neen, we verzinnen dit niet, het is huiveringwekkend slecht.
U heeft het al gemerkt, op ‘Chrome dreams II ‘ krijgen we de allerbeste en de allerslechtste Neil Young te horen. Begrijpt u meteen waarom we hier van een onsamenhangende plaat spreken. “Chrome dreams II” is daarom geen klassieker, wel een losse verzameling van 2 briljante parels, een paar degelijke songs en enkele hemeltergende ondingen die voor ons part nooit aan het daglicht mochten worden blootgesteld.