AB, Brussel programmatie + infootjes

AB, Brussel programmatie + infootjes Concerten 2024 16-09-24 – Blackberry smoke (Org: Live Nation) 17-09-24 – Arno: rock’n’roll godverdomme @cinema palace 18-09-24 – The Rock Orchestra (the candlelight rock band) (Org: Festival of the dead ltd) 19-09-24 – The…

logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 14 + 15-09 Klassiek en route (nazomeren met klassieke muziek) : BRYGGEN, Aglica Trio, Sofie Vanden Eynde & Shahab Azinmehr, GLOW Collective en Bieke Michiel @Sint-Denijs Zwevegem + Zonnebeke) 18-09 Ozric…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14657 Items)

Razorlight

Slipway fires

Geschreven door

Het Britse Razorlight gaat van big naar bigger met de derde plaat ‘Slipway fires’. Muzikale noemer: toegankelijk gevarieerde poprock, soms aangevuld met piano, toetsen en strijkers. Het zijn songs die het moeten hebben van sentiment, melodieus, spannend, opbouwend en ingetogen. De commerciële potentie is groot , net als het ego van zanger Johnny Borrell. “Tabloid lover” en “You & the rest” zijn doorsnee popsongs, “Burberry blue eyes” heeft een sfeervolle opbouw en afsluiter “The house” is een snedige rocksong . Breder van opzet zijn “North London trash” en “Stinger” door piano en toetsen; “Nostage of love” is omfloerst door strijkers en met de ballad “Wire to wire” heeft de band een wereldhit op zak.Borrell mag nog spelen met z’n pose en imago, de groep heeft bereikt wat ze wou: bekender worden en een ruimer publiek aanspreken …

Deerhunter

Microcastle

Geschreven door

Het Amerikaanse kwintet uit Georgia, Atlanta, Deerhunter, wordt met deze nieuwe cd beloond voor het intense werk van de voorbije jaren. Hun snedige en meeslepende indierock (knipoog naar The Feelies van de jaren ’80), door de graatmagere zanger/gitarist Bradford Cox omschreven als ambient punk, klinkt aanstekelijk, broeierig, intens en door de toegevoegde synths kleurrijk en spannend. Alles is mooi gedoseerd in ritme, structuur en instrumentatie. Elf homogene, bezwerende en dromerige composities (de op soundscapes geënte korte opener “Cover me slowly”, niet meegerekend) gaan van zacht, ingetogen moeiteloos over in een steviger aanpak; in het eerste deel van de cd zijn dit “Never stops”, “Little kids” en de titelsong.
Na enkele sferische soms avontuurlijke tracks, start de band opnieuw met hun bezwerende, puike rocksongs, met het lange “Nothing ever happened” als hoogtepunt. Op de afsluiter “Twilight at Carbon Lake” durft men de pedaaleffects eens stevig indrukken. Op “Agoraphobia” komen zelfs blazers aan te pas.
Op ‘Microcastle’ is er voldoende variatie te horen; stof om te zeggen dat dit een erg consistente, overtuigende plaat is geworden. Mag de band terecht op meer belangstelling rekenen …

Archive

Controlling Crowds

Geschreven door

Het uit Londen afkomstige Archive, gecentraliseerd rond het duo Darius Keeler en Danny Griffith, is toe aan de zesde langspeelplaat. De cd ‘Lights’ met o.a. de single “Veins”, van twee jaar terug, gaf de uiteindelijke erkenning die de band verdiende. Archive heeft een geheel unieke sound van ritmisch, slepende melodieën, huiveringwekkende, sferische soundscapes, trippop, industriële beats en indierock; een aangrijpend, intrigerend concept en een spannend broeierig geluid. Radiohead, Jesus & Mary Chain, The God Machine, BRMC, Spacemen 3, Massive Attack, Portishead en Pink Floyd waren bands die ons voor de ogen flitsten toen we hun nieuw episch, avontuurlijk werkstuk ‘Controlling Crowds’ beluisterden, dat in drie stukken is onderverdeeld en ruim 78 minuten duurt.
Elke song grijpt bij het nekvel, luister maar eens naar de opener “Controlling Crowds” of de single “Bullets”. Nummers als “Razed to the ground” en “Funeral” lijken wel de ideale soundtrack voor een film noir. Kosten noch moeite werden gespaard, want we horen een klassiek orkest en een koor op “Whore” en “Chaos”. Ook in de zang durft men heen en weer te slingeren: van een hemels bezwerende zang op de meeste songs naar een rapzang op “Bastarddised ink”.
De band bezorgt ons nogal wat kippenvel en weet op elke song te boeien; we zijn danig onder de indruk, dat dit wel één van de platen van 2009 kan worden …

Arsenal

Arsenal: Oooh zo geliefd!

Geschreven door

Als we even terug kijken in ons muzikaal kalendertje is Arsenal wel de band die we al het meest aan het werk zagen. Op een klein festivalletje, een grote wei of in een gezellige zaal, overal zorgde deze band al voor een apart gevoel. Je wist wat je te wachten stond en toch wil je er altijd opnieuw bij zijn. Raar misschien, maar Arsenal lijkt de juiste microbe in m’n venen.

Bij Arsenal is het meer dan duidelijk dat muziek cultuur is. Een geluid dat internationaal klinkt, ietwat afro/Brasil/pop. Met deze basis en een handvol exotische gastmuzikanten trok Arsenal nog een laatste keer naar de Belgische concertzalen om een zomers voorjaar in te luiden. Afsluiter van hun ‘Lotuk’ tournee was het intieme kader van de Gentse Vooruit. Al snel gaf zangeres Leonie Gysel haar visitekaartje af door haar hemels zangwerk bij het nummer "Switch". De handen gingen voor de eerste maal heen en weer bij "Shu qi ni de tou fa" dat gebracht werd door de Chinees Chi Zang. "Longee" en "Lotuk" gingen erin als zoete broodjes, de zaal ontplofte. Alles wat het duo Gysel - Roan ook maar zei of deed, het werd op applaus onthaald.
Een man die ook op applaus kon rekenen, in mindere mate weliswaar, was Mike Ladd; hij verzorgde samen met Balthazar al het voorprogramma. Mike Ladd, een gerespecteerd hiphopproducer joeg het tempo de hoogte in bij "Turn me Loose".
Tot tweemaal toe konden we heen en weer wiegen op het aanstekelijke "Estupendo". Tijd dan voor Baloji, de vroegere frontman van Starflam, die "Personne ne bouge" naar een immens hoger niveau tilde. Tussendoor was er een gepaste intimiteit om dan te komen waar het zowat mee begon bij het grote publiek, "Mr. Doorman" en "A volta". Dat zijn de nummer die we eerst linkten aan deze band. Als kers op de taart kregen we nog "The Coming" gepresenteerd door de enige echte halve Gentenaar Gabriel Rios. Met een stukje "Don't you want me" van Felix zette John Roan zijn glansprestatie als zanger en entertainer nog kracht bij.
Nog eens "A Volta" en we hadden dan al bijna 90 minuten dans-en luistergenot achter de rug.

Arsenal, warme band van exotische vibes en pop met een vleugje hiphop en house.

Organisatie: Democrazy ism Vooruit Gent

The Bony King Of Nowhere

The Bony King of Nowhere: begeestering in een fluwelen niemandsland

Geschreven door

Geen groep die het laatste jaar meer, door zij die de vinger aan de pols van het muziekgebeuren houden, in de mond is genomen als The Bony King of Nowhere. Twee jaar na hun overwinningen op het concours De Belofen en de demowedstrijd van de AB-muzikantendag bracht de band hun debuutplaat ‘Alas My Love’ uit. Hun warme en intimistische plaat werd door de verzamelde pers gelauwerd en de hemel in geschreven. ‘Alas My Love’ is een plaat vol breekbare en schitterend gearrangeerde songs geworden die tegelijk weemoedig en opgewekt, introvert en assertief klinkt. Het is een plaat geworden die je tegelijkertijd spontaan iets gelukkiger maakt, maar waar je ook heel erg stil kan van worden.

Ook live begeestert The Bony King door een ingetogen en sobere aanpak met daarin een unieke en atmosferische toets. Bijna alle nummers zijn doorspekt met een zorgvuldig uitgedacht instrumentarium die er voor zorgen dat je als aandachtige luisteraar steeds nieuwe laagjes ontdekt. Naast het fluwelen hoge stemgeluid van zanger Bram Vanparys zorgen de backingvocals van Cleo Janse voor een extra dimensie. O.a. de ingehouden percussie en de contrabas maken ‘het plaatje’ compleet.
Het optreden van de band was een uitstekende weergave van het album en lichtte een tip van de sluier van een grote toekomst. Een toekomst die er volgens ons wel eens eentje met internationale allures zou kunnen zijn. Zowat alle nummers van de debuutplaat passeerden de revue. Openingsnummer “The Sunset” was, net als op plaat, de ideale aanzet voor de rest van de set. Meteen werd het aanwezige publiek in een warme en mysterieuze droom ondergedompeld. Meteen na het ritmische dwarrelende “Everything I like” en het sluipende “There I am” was het de beurt aan het fantastisch mooie “Maria”, dat zwaarmoedige gevoelens illustreert in al zijn eenvoud en oprechtheid. Titelnummer “Alas My Love”, dat uitblonk in minimalisme, werd gespeeld op akoestische gitaar doorspekt met fantastisch handgeklap en deed heel erg denken aan de sound van Bon Iver. Daarna hoorden we het jazzy aandoende “Taxidream”, met een sublieme baslijn en sluipende drums, en het ingetogen en met ingehouden percussie doordrenkte “Favourite”. Na het fijne “Losing My Gravity” volgde met “The Darkness” een nummer dat niet op de debuutplaat staat. Na “Visitor” hoorden we “My Invasions”, dat anders klinkt dan de andere nummers met zijn repetitieve pianolijntje en heel dicht aanleunt bij Radiohead (denk aan één van de nummers op ‘OK Computer’). De stem van Vanparys klinkt hier minstens even gekraakt en weemoedig als die van grootmeester Thom Yorke.
Als toegift kregen we nog “Adrift” en met “Eleonore” opnieuw een nummer dat ook niet op de debuutplaat staat, maar die de potentieel mooie toekomst van de band alleen nog meer illustreert. Een toekomst die volgende week al begint in GO Racing te Gavere!

Voor The Bony King zagen we
Ansatz Der Maschine aan het werk. Dit is het project van Kortrijkzaan Mathijs Bertel. In 2004 kroonden zij zich tot ‘Het Jong 2004’, een wedstrijd uitgeschreven door CJP. Twee jaar later verscheen hun debuutplaat ‘The Postman is a Girl’ en in februari laatstleden verscheen de opvolger ‘Painting Bad Weather On Her Body’. Ansatz Der Maschine nam ons mee op een sfeervolle en verrassende elektronische ontdekkingstocht waarin het roer soms werd omgegooid met strijkers en blazers.

Organisatie: Nijdrop, Opwijk

Bob Log III

Bob Log III: Bob deed het weer!

Geschreven door

Er werd afgetrapt met The Experimental Tropic Blues Band, een trio (twee gitaren en drums) uit Luik dat grossiert in snoeiharde bluestrash. Deze band bezit met Dirty Wolf en Boogie Snake twee extraordinaire zangers die er, ondanks een op dat moment nog zo goed als lege zaal, er meteen behoorlijk invlogen. Flink overstuurde blues, die meer dan eens uit de bocht ging, met duidelijke invloeden van de Jon Spencer Blues Explosion en Zen Guerrilla, werd afgewisseld met enkele stuiterende rock-'n-rollnummers. Soms stond hun podiumgekte het muzikale wat in de weg maar aan begeestering en branie ontbrak het deze groep beslist niet. Tijdens de afsluiter, een niet helemaal geslaagde noiseversie van "Garbage Man" (The Cramps) liet Dirty Wolf nog zijn broek tot op zijn enkels zakken om een demonstratie van de "electric dick" te geven.

Toen Hulkk op het podium verscheen dacht ik eerst nog: sympathieke kerels waarmee ik wel eens een pint zou kunnen pakken. Maar dat veranderde snel want hun muziek bleek niet meer dan een drol die dringend doorgespoeld diende te worden. Jesus, wat was dat? Belegen powerrock met haar op van zo'n 15 cm hoog, hardrock waarvan de houdbaarheidsdatum reeds dertig jaar verstreken was. Prompt kwam die oude maagzweer weer opzetten, een pint kunnen ze dus wel vergeten.

Intussen was er toch verrassend veel volk komen opdagen. Waarom nu juist, terwijl Bob Log III al zo'n tien jaar net hetzelfde doet, is me niet geheel duidelijk. Ooit was hij de helft van Doo Rag, die ik nog in de oude Democrazy zag, maar toen zijn compagnon er midden in een tour er de brui aan gaf, ging hij solo verder en werd een waar fenomeen. Gehuld in een flashy jumpsuit, het hoofd verborgen in een pilotenhelm en zingend door een oude telefoonhoorn trekt hij als one-man-band de wereld rond. Zo verscheen hij dus ook in Gent en gaf ons nog maar eens een flinke portie verhakkelde lofi deltablues waarmee hij het publiek moeiteloos kon opzwepen. Het mag dan wat brokkelig klinken, de man kan best wel overweg met een gitaar. Zijn fingerpickingstijl met slide vond ik redelijk indrukwekkend. Met de hulp van een drummachine en zijn voeten (minibasdrum, een tamboerijn en wat cimbalen) gaf hij het geheel een duivelse drive mee.
Hilarisch hoogtepunt was nog maar eens het moment waarop twee vrouwen mochten plaats nemen op zijn knieën terwijl hij gewoon verder speelde. Het blijft indrukwekkend wat de man doet maar na al die jaren kennen we de gimmick zo al een beetje, zeker? En bleef ik toch wat op mijn honger zitten. Wat verandering zou hem deugd doen, maar is dat met zijn formule wel mogelijk?
Toch blijft dit een aanrader en wie hier niet genoeg van krijgt kan deze zomer nog terecht in Dour of beter nog in Diksmuide waar hij op 20 juli gratis te bewonderen valt in de 4AD.

Organisatie: Democrazy, Gent

Scala

Scala feat Koen Buyse: popband met hemelse koorzang

Geschreven door
Het Aarschotse meisjeskoor Scala is het idee van de broers Stijn en Steven Kolacny. Olv van deze twee charismatische ‘koorleiders’ coverden ze op hun ‘On the rocks’ platen bekende rocksongs omgebogen naar de hemelse stemmen van het meisjeskoor en de piano, toetsen en elektronica van Steven, met Stijn als dirigent. Poprocksongs kregen een eigen unieke wending. Een eenvoudige, doeltreffende succesformule waarin de broers een vleugje humor staken. Vanaf de cd ‘It all leads to this’ stak Steven er een eigen identiteit in, met meer eigen songs. Het recente ‘Paper plane’ bevat enkel en alleen eigen nummers, wat een nieuwe, maar ook logische stap van de broers inluidt …

Scala werd door de jaren wisselend onthaald op hun formule , maar ze duwden de kritiek definitief van zich af, gezien het eigen materiaal deze avond centraal werd geplaatst en overtuigde. Scala is een popband geworden, met drums, toetsen en een koor. Bevriende gast was Koen Buyse, die ook een drietal nummers inzong. Deze voorstelling werd simultaan getolkt in de Vlaamse gebarentaal, een initiatief waar we toch naar opkeken. Respect! De grappige interventies van Steven tussendoor gaven nog wat elan.
Het frisse, sfeervolle en ingenomen materiaal, zowel Nederlands- als Engelstalig, mocht er duidelijk zijn, waaronder “It ‘ll never come back”, “Woorden”, “Kleine man” en “Little more each time, gevarieerde songs in tempo en die garant stonden in sfeer creëren. Hun nieuwe klanken, net als de choreografie, pasten mooi in de outfit van het koor.
Ook het gecoverde materiaal zat mooi vervat binnen de eigen hemelse pop: “Every breathe you take”, de classic “Nothing else matters”, die van een zachte naar een meer krachtige aanpak ging, en de twee songs van Pierre Rapsat, die zelfs door Steven’s elektronica een groovy beat kregen. Scandinavië werd hoog in het vaandel gedragen dor de broers; twee songs haalden ze aan die refereerden naar de sound dito vocalpracht van Karen Dreijer (van The Knife), Björk en Sigur Ros. En met Koen Buyse werd “King of the town”, uit het succesvolle ‘The place where you will find us’ (’02), en het intieme “Hurt”, sober begeleid (ode aan Johnny Cash en Trent Reznor’s NIN) gebracht.
Een ruime bis breidden ze aan hun voorstelling , waaronder KT Tunstall’s “The black horse & cherry tree”, een ingetogen Bruce Springsteen’s “Streets of Philadelphia” (opnieuw met Koen), een medley en Noordkaap’s “Ik hou van U”, waarop het publiek de kans kreeg het refrein zowel zacht als luidkeels mee te zingen.

Scala profileerde zich als een popband met een hemelse koorzang. Hun nieuw ingeslagen weg intrigeerde, ontroerde en moest niet onderdoen aan de vroegere succesformule.

Organisatie: CultuurCentrum Kortrijk


Danko Jones

Spierballenrock en entertainment

Geschreven door

De Zweedse Backyard Babies mogen vanavond openen. Hun muziek getuigt niet bepaald van originaliteit en ligt ergens tussen garagerockland en hardrock city, maar het klinkt allemaal best wel cool en sympathiek. Denk aan geestesgenoten als The Hellacopters en je komt al aardig in de buurt (alhoewel de onvolprezen en helaas inmiddels begraven Hellacopters toch nog een afdeling hoger spelen). Best wel een aangename opwarmer.

Danko Jones is een rasperformer, een krak in het opzwepen van zijn publiek, een showman die overloopt van de goesting in rock’n’roll. Zijn publiek entertainen is minstens even belangrijk als het spelen van zijn gespierde energieke rocksongs. De man heeft humor, présence en een rock’n’roll hart. Die combinatie van entertainment en stomende no-nonsens rock is wat een Danko Jones optreden zo uniek maakt. De sound is strak, luid en hard, de songs zijn simpel maar efficiënt en gaan van hard-rock tot een enkele keer bijna speed-metal (een ontploffend “Sleep is the enemy” helemaal op het einde).
Danko’s gitaar heeft een hoop potige riffs in huis, zijn stem varieert van helder tot schreeuwend en de retestrakke drums en de soms zware distortion bass vormen de perfecte onderbouw voor de gevatte spierballenrock.
In de uitverkochte Handelsbeurs speelt het trio de gemeenste powersongs uit hun vier albums, met als hoogtepunten stampers als  “Play the blues”, “First date” en “Invisible” . De tracks uit de nieuwste “Never too loud” klinken op plaat soms net iets te braafjes, maar hier laten ze zich van hun gemeenste kant zien.
Danko Jones weet het op een podium altijd net iets heftiger, sneller en giftiger en te brengen, daarom is Danko Jones live oppermachtig. Waarvan akte.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

Arsenal

Arsenal tekende de AB zomers

Geschreven door
Arsenal wist in geen mum van tijd twee keer de AB uit te verkopen. Na enkele try outs , de daaropvolgende clubtour in het voorjaar van 2008 en de intense festivalzomer, wou Arsenal met enkele guests, die meewerkten als gastvocalisten op hun platen, de tour van de derde cd ‘Lotuk’ mooi besluiten. En Arsenal slaagde opnieuw in een stomend multi-cultureel feestje , een opwindende livegig door de smeltkroes van exotische, dansbare pop tot een meer strakke aanpak en een sfeervol , ingetogen sound.

Arsenal zorgde voor de ideale ontlading na een stresserende werkdag met hun kleurrijke, zuiderse en zomerse catchy groovy popsound. Het publiek werd gaandeweg warm gemaakt met “Selvagem” en “Switch”, waarin een prachtrol was weggelegd voor vocaliste Leonie Gysel, naast John Roan, die de menigte graag opzweepte. Het trancy opbouwende “Shu qi ni de tou fa” met de Chinees Chi Zhang als eerste gast en een mooi uitgesponnen “Longee” volgden. Het vuur zat er pas echt in met het dansbare “Lotuk”, dat geïnjecteerd werd met elektronicableeps en onderhouden werd door een sterke samenzang Gysel – Roan. Ze zetten hun heerlijke, aanstekelijke zuiderse sound met pulserende beats en party gevoel verder op “Turn me loose”, met de raps van Mike Ladd (het aan Coldcut geïnspireerde “Walk a mile in my shoes” (zang Robert Owens)), “Estupendo”, “Mr Doorman”, “Saudade” en “Personne ne bouge”, gastrol Baloji, die het nummer live nog aantrekkelijker maakte. Iedereen wiegde mee, zwaaide met de handen of floot en zong vrolijk de refreinen mee. Tussenin zaten het ingetogen “Either” en “How come”, sober begeleid en gedragen door een harmonieuze zang.
Arsenal werd luidkeels onthaald en was onder de indruk van de respons. “Ongelofelijk” en “Brussels is a dancer” hitste Roan de massa op. We kregen een uitgebreide bis aangesmeerd met “The coming”, bepaald door de zang van Gabriel Rios, de dansbare meezinger “A volta” en het hemels fee-rijke “Who we are”, met – opnieuw - een glansrol van Leonie.
Iedereen zat op dezelfde golflengte, amuseerde zich kostelijk en kon er niet genoeg van krijgen; een reprise van “Lotuk” volgde, nog opzwepender en dynamischer, onder het elektronicasounds en beats van Hendrik Willemyns.

Arsenal bracht een unieke zomerse cocktail en speelde – opnieuw - een meer dan overtuigend concert. Een liveband bij uitstek die nooit verveelt, en ons totaal relaxt huiswaarts deed keren …Het enige minpuntje was de afwezigheid Mario Vitalino dos Santos, die op hun recentste album tekende voor de mooiste songs …

Mike Ladd, één van de gastvocalisten van Arsenal die avond, moest er met zijn funky, trippende hiphop elektronica er hard tegenaan om het publiek te boeien. Een showke tussendoor met z’n toetsenist gaf elan aan het geheel.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel


Iglu & Hartly

& Then Boom

Geschreven door

Iglu & Hartley: een niet alledaagse groepsnaam van een vijftal uit het zonnige Californië verbaast met aanstekelijke, vrolijke, ontspannende en een zwoel dromerige sound. Inderdaad, de groep maakt een zonnige cocktail van groovy, funkende en  trippende raprock, waarin we invloeden horen van Beach Boys, Beastie Boys, Eminem, Arsenal en ‘80’s synthpop.
Een consistent album trouwens, misschien een beetje veel van hetzelfde, maar goed in elkaar gestoken poppy songs, waarbij “In this city” en “Out there” zich weten te onderscheiden. De harmonieuze samenzang van de raps van Jarvis Anderson en Sam Martin geven elan. Volmondig ondersteunen we Iglu & Hartly als Surfer Boys met een hippie randje.

Cut Copy

In ghost colours

Geschreven door

Het uit Melbourne afkomstige trio Cut Copy komt aandraven met een pak zweverige, aanstekelijke, zomerse electropopnummers, die ze op sterke wijze combineren met een vleugje disco en house. Een paar tracks krijgen zelfs een krachtiger rockgroove mee en/of worden de pedaaleffects eens stevig ingedrukt (zoals op “Unforgettable season” en “So haunted”).
Het trio zweert aan de ‘80’s electro, verwerken LCD Soundsystem, Daft Punk en Air en doen vocaal als qua sound soms ook denken aan Daan. Een paar instrumentaaltjes zetten steeds aan tot overtuigende songs. Luister maar eens naar “Lights & music”, “Hearts on fire”, “Strangers in the wind” en “Nobody lost, nobody found”.
Cut Copy klinkt misschien gerecycleerd, maar ze slaagden in een overtuigende plaat door aan de songs een handige hedendaagse draai aan te geven.

Noah & The Whale

Peaceful, the world lays me down

Geschreven door

Het Britse Noah & The Whale verrast aangenaam met hun debuut ‘Peaceful, the world lays me down’. Ondanks de pessimistische ondertoon die we in de teksten horen van songschrijver Charlie Fink hebben we te maken met een gevarieerd klinkende poprockplaat met een foklkrandje. Broeierige, fijne pop met dromerige, frisse, speelse en vrolijke melodieën, waarbij de band zich ergens profileert tussen The Saw Doctors, The Waterboys, The Decemberists, Belle & Sebastian, het ouder werk van The Go-Betweens, The Pogues en een ‘60’s Beatles aanpak, door de aanstekelijke opbouw. Het instrumentarium als viool, harmonium en blaasinstrumenten als de backing vocals van Laura Marling zorgen voor een kleurrijk geheel. Er zijn groovy songs: “5 years time”, “Rocks & daggers” en de titelsong, afgewisseld met de sfeervolle “2 atoms in a molecule”, “Give a little love”, “Second lover” en de ingetogen afsluiters “Mary” en “Hold my hand as I’m lowered”. In “Jocasta” kun je het refrein zo meezingen en tot slot op “Shape of my heart” hoor je Balkaninvloeden.
Met deze is ‘Peaceful, the world lays me down’ een tof, afwisselend en een prettig in het gehoor liggende plaat geworden.

JJ Cale

Roll On

Geschreven door

JJ Cale, speciaal voor hem is de term laid-back uitgevonden. De man was een inspiratiebron voor Eric Clapton (die “After midnight” en “Cocaine” coverde en die songs op slag wereldberoemd maakte) en vooral Mark Knopfler (het debuutalbum van Dire Straits is over gans de lijn schatplichtig aan JJ Cale, en laat dit ook nou net toevallig hun allerbeste album zijn). In 1971 kwam Cale met zijn eerste plaat uit. Deze nieuwe ‘Roll on’ is pas zijn zestiende, en dat op de gezegende leeftijd van 71. Alles is op ’t gemak bij JJ Cale. Relax, baby, relax. En zo klinkt het ook, alsof Cale af en toe eens vanuit zijn hangmat komt om zich naar de studio te begeven  -biertje tussendoor-  en daar vanop zijn barkruk alweer een knappe song op tape te zetten.
Nieuwe fans zullen er niet bijkomen met deze plaat maar de bestaande fans (waaronder ene Tom Barman die zelfs zijn debuutfilm naar de JJ Cale song “Anyway the wind blows” noemde) zullen opgetogen zijn.
‘Roll On’ is zo’n typisch JJ Cale album geworden : gezapig, relaxed, bluesy en met lekker voortkabbelende ritmes. De sterke songs zorgen er voor dat dit zelfs een van zijn betere werkstukjes is geworden. In zijn geheel eigen stijl stoeit JJ Cale met country, blues, jazz, rock’n’roll en americana, zijn gitaar laat hij heerlijk drijven op de golven van de zomerse songs, zijn stem volgt gewoon steeds in dezelfde toonaard. De man weet als geen ander zijn vocale beperkingen in te passen in de muziek.
Zoals gewoonlijk laat Cale zich omringen met rasmuzikanten die zich volledig onderdanig maken aan de sound en de sfeer van zijn songs. Op de titelsong mag zelfs Mijnheer Clapton nog eens meedoen, het nummer is een opgewekte rocker, een meer dan geslaagde samenwerking van twee ouwe rotten. Al even vrolijk is het Zuiders klinkende” Fonda-Lina” en ook bij “Oh Mary” beginnen onze beentjes gewillig mee te schudden. Het akoestische “Leavin in the morning” gaat dan weer volop de Dylan toer op.
Zowat alles wat Cale op ‘Roll on’ doet stemt ons welgezind en roept onze goesting op om lekker te kuieren met een biertje bij de hand. Waar is mijn hangmat ?

Novac

Cellar Dwellar

Geschreven door

In ons landje bezitten we al enkele opmerkelijke potige rock ’n’ roll bandjes als Triggerfinger, Black Box Revelation en The Rones. Het West-Vlaamse trio Novac kan meedingen in dit genre, maar koos voor de meer subtielere, broeierige rockaanpak; de rauwe, ongepolijste , rommelige kantjes horen we eerder in het begin van de cd met “Led letter”, “Fontanella” en “Titled”. “Daylight savings”, “Either way” en de titelsong onderstrepen de catchy poprock. Op “Tainted” dwepen ze zelfs met trompetjes. De zang van Tom Vanlaere heeft veel mee van het plaatselijke Basics uit Tielt, maar valt soms wat te hoog uit, wat het rock’n’roll gehalte wat te braafjes maakt. Maar de band kan aardig doorgaan en heeft de kunst van het songschrijven onder de knie.

Info op http://www.novac.be

Briskey

Before-During-After

Geschreven door

Man van alle kunstjes binnen de muziekindustrie is Gert Keunen. Hij heeft met z’n project Brsiskey een nieuwe plaat uit. De derde trouwens na ‘Cucumber Lodge’(klemtoon op jazz/elektronica), ‘Scarlett Road-House’ (zwoel, sensueel, groovy, een fusion van jazz, bigband/blazers en latino).
’Before-During-After’ leidt het soundtracksfeertje van vroeger al ten dele in, want de cd lijkt een sferisch samenbrengen van ‘Goldfinger’ (Shirley Bassey) vs ‘Twin Peaks’ vs ‘Once Upon a time in America’ vs David Lynch en Ennio Morricone. Het onderstreept de muzikale kunde van Briskey in verschillende gedaantes. Een donker, traag slepend jazzy trippopgeluid, dat op de lange nummers “Spellbound” en “The man with an oiled mustache …” tot z’n recht komt. De vocals van Lady Linn en Dorona Alberts (ook al op de vorige plaat terug te vinden) passen ideaal binnen het Briskey decor, luister maar eens naar de adembenemende versies “Ossessione” en “After hours”.
Briskey leverde opnieuw puik werk af en gaat van een bigband filosofie naar een kortfilmproductie.

Info op http://www.briskey.be

Judas Priest

Metal Gods Judas Priest are VERY alive!

Geschreven door

Na AC/DC, Metallica bracht de nieuwe lente nu ook het Priest Feast tot in ons land. Een feest niet voor watjes maar voor echte mannen met een goed stel oren!
Theoretisch kan je het pakket Testament, Megadeth & Judas Priest best homogeen noemen. De praktijk leert ons echter dat er ook binnen het metal genre aardig wat richtingen zijn die niet meteen compatibel zijn met elkaar. Ondergetekende mag dan een Judas Priest liefhebber zijn, van de opwarmbands Testament & Megadeth heb ik echt geen kaas gegeten!

Het feestje van onze ‘Metal Gods’ begon al om 19u00. Vorst zat op dat vroege uur al nokvol, al ging het hier over een Vorst Nationaal Club optreden waarbij de bovenste cirkel van de zaal ontoegankelijk bleef.
Eerst was het de beurt aan de Trash Metal sensatie uit San Francisco, Testament. Een band die in het verleden bijzonder veel formatiewissels kende en waarvan gitarist Eric Peterson & zanger Chuck Billy de enige getrouwe zijn sinds de oprichting in 1983. In 2008 bracht de band het album ‘The Formation Of Damnation’ uit en daar werd dan ook regelmatig naar gerefereerd. Testament ‘is not my cup of tea’ zodat ik wijselijk een echte beoordeling overlaat aan de echte kenners. Nee, in mijn testament zal deze band zeker niet voor komen. Maar de fans waren dolenthousiast met Testament’s komst want er werd volop geheadbangd, vuisten gingen in de lucht en met de regelmaat van de klok gingen enkele habitués tot crowdsurfen over. Wat mij opviel was dat de geluidsbalans sterk in het rood ging. Hier geen decibelbeperking maar wel ‘very loud & heavy’! Soms pijnlijk voor mijn ongeoefende oren.

Na Testament was het de beurt aan Dave Mustaine’s band Megadeth. Tijdens hun passage als headliner op het Schwung Festival van 2007 kon de band mij niet overtuigen en ook nu kon een uurtje Megadeth mij maar matig boeien. Mustaine richtte na twee jaar actief lid te zijn geweest van Metallica (hij werd ontslagen wegens excessief drank- en drugmisbruik) in 1983 Megadeth op. De band zou populairder worden dan Metallica maar ondertussen weten we dat dit alvast te hoog gegrepen was.
Fans heeft Megadeth nog steeds in grote getallen want ‘the crowd went crazy’! Sterke momenten waren er tijdens “Symphony Of Destruction”, “Holy Wars” en het mooie “A Tout Le Monde”. Voor de rest speelde de band te vaak in de automatische piloot modus.

Judas Priest bestaat ondertussen reeds meer dan 35 jaar. Priest wordt vaak aanzien als één van de grondleggers van de Heavy Metal en verkocht meer dan 35 miljoen albums! Ondertussen zijn de leden er echt niet jonger op geworden waardoor ik mij ernstig afvroeg wat Judas Priest anno 2009 nog kon betekenen. In 2004 kwam er een reünie toen Rob Halford opnieuw werd ingelijfd en Tim ‘Ripper’ Owens aan de deur werd gezet. Gelukkig maar, want de twee studioalbums die Owens met Judas Priest opnam beschouw ik als de minste platen uit hun ganse oeuvre. Sinds ‘Angel Of Retribution’ uit 2005 zit Priest terug op het juiste spoor en hun recentste dubbele conceptalbum ‘Nostradamus’ is één van de allerbeste metalplaten van 2008.
Onder oorverdovend gebrul werd de introtape “Dawn Of Creation” ingezet. Meteen viel de hoogbouw ‘on stage’ op, waardoor de sfeer uit de jaren ’80 helemaal terug was. Helemaal bovenaan zat drummer Scott Travis en op een ander platform verscheen Rob Halford (gekleed in een zilveren cape) om de opener “Prophecy” op ons los te laten. Het was een erg sterke, imposante en theatrale start. Jammer dat de set niet bestond uit meer ‘Nostradamus’ songs want ik hou wel van de vernieuwde symfonische Priest. Wel kregen we een soort ‘best of’ vol Priest klassiekers. “Metal Gods”, “Eat Me Alive”, “Between The Hammer And The Anvil”, “Breaking The Law” deden ons metalhart sinds lang weer bloeden.
Opmerkelijk was dat “Death” uit het nieuwe ‘Nostradamus’ zeer lauw werd ontvangen. Blijkbaar is niet iedereen even gek van de nieuwe symfonische aanpak. Rob Halford die aanvankelijk erg goed bij stem was, liet op het bloedmooie “Angel” horen dat hij niet alleen kan schreeuwen. Het werd het enige rustpunt van de ganse avond. Af en toe zong hij er wel eens ferm naast en ook de geluidstechnicus verdoezelde zo hier en daar een foutje met een overdaad aan echo. Bassist Ian Hill en de gitaartandem K.K.Downing & Glenn Tipton bleken de ‘tand des tijd’ wat beter te hebben verteerd want op hun heavy melodieuze gitaarspel viel niets aan te merken, behalve dat het goed was. Het showgedeelte bleef beperkt tot: schitterende backdrops, het neerpoten van enkele Priest vlagen, enkele voor senioren gemaakte decorstukken op maat van Mister Rob Halford, een mooie lichtshow, de gekke podiumwandelingetjes van Halford en de verplichte clichématige Priest motor act tijdens de Fleetwood Mac cover “The Green Manalishi”. Naar het einde toe kreeg Halford zijn stem het steeds moeilijker zodat er na slechts 100 minuten een einde kwam aan de set via een tweede encore ronde met “You’ve Got Another Thing Comin’”.

Het Priest Feast was duidelijk een voltreffer voor de doorwinterde metal liefhebber. De ouwe rotten in het vak kunnen het nog steeds (al spelen ze tegenwoordig wel een klasse lager) maar het respect voor deze band is nog steeds bijzonder groot.
The Metal Gods are VERY alive’!!
Setlist *Dawn Of Creation *Prophecy *Metal Gods *Eat Me Alive *Between The Hammer and The Anvil *Devils Child *Breaking The Law *Hell Patrol *Death *Dissident Agressor *Angel *The Hellion *Electric Eye *Rock Hard,Ride Free *Sinner *Painkiller
*Hell Bent For Leather *The Green Manalishi (With the 2 pronged Crown)
*You’ve Got Another Thing Comin’

Organisatie: Live Nation

Cut In The Hill Gang

Cut In The Hill Gang feat. Johnny ‘Soledad’ Walker: leven na de Soledad Brothers

Geschreven door

We hebben er (te) lang op moeten wachten maar bijna vier jaar na de split dook er nog eens een Soledad Brother op in België. Zanger-gitarist Johnny Walker kwam zijn nieuwe groep voorstellen in 't Manuscript, dat na The War On Drugs opnieuw met een fantastische groep kon uitpakken. De verwachtingen waren hooggespannen want de Soledad Brothers, die ik maar liefst tien keer aan het werk zag (en ik heb me nooit één seconde verveeld tijdens die optredens), waren een tijdlang één van de beste livebands die men op deze planeet kon vinden.

Rauwe blues hoeft geen bas, dat wisten mannen als Hound Dog Taylor al, en deze keer koos Walker resoluut voor twee gitaren en drums. Na een korte vingeroefening op de snaren werd de set geopend met de Diddley-Dixon klassieker "Diddy-wah-diddy", meteen gevolgd door opnieuw een cover : "Sugar never tasted so good" (te vinden op de eerste White Stripes-plaat) dat opgefleurd werd met een washboard. Maar daarna hoorden we vooral nieuwe nummers, de meeste stevig verankerd in zompige blues met veel slidegitaren. Maar de prangende vraag bleef natuurlijk: "Zijn ze even goed als de Soledad Brothers?". Het klonk in ieder geval toch anders. Die swingende souplesse van vroeger is er nu wel uit. De sound is wat harder en hoekiger en gitarist Brad Meinerding dreigde zich zelfs een paar keer vast te rijden in al te klassieke bluessolo's. Maar meestal liet hij zijn gitaar heerlijk laag brommen en klonk hij schitterend. Een bijzonder spaakzame Johnny Walker deed er alles aan om het publiek voor zich te winnen en daar slaagde hij uiteindelijk ook in. Hij maakte het zich wel niet erg makkelijk door slechts drie, en dan nog flink herwerkte, "Soledad"-songs te spelen. Iemand riep "Jon Spencer" maar wat we hoorden was toch veel beter en eerlijker dan wat die de laatste tijd uitspookt.

Hoewel we een stevig en gedreven optreden zagen waar weinig op aan te merken valt bleef er toch een zweem van heimwee naar de Soledad Brothers hangen. Misschien is het een kwestie van wennen en de kans bestaat dat we nog dit jaar de gelegenheid daarvoor krijgen want er zijn reeds plannen voor een nieuwe tour.

Organisatie: De Zwerver, Leffinge

Bart Peeters

Bart Peeters – De Hemel in het Klad

Geschreven door

Bart Peeters is van alle markten thuis en beschikt over een grenzeloze creativiteit. De bijna dolle vijftiger onderscheidt zich als tv presentator, acteur, entertainer en zanger/multi-instrumentalist.
Qua muziek ruilde hij Engelstalig werk voor het Nederlands. Hij is toe aan de derde cd in de reeks, na de vorige veroveringstocht ‘Slimmer dan de zanger’. ‘De Hemel in het Klad’ lijkt dit doodleuk te herhalen. Maw hij maakt z’n sterke reputatie als Vlaamse zanger meer dan waar. Samen met z’n lievelingsmuzikanten brengt hij opnieuw een subtiele mix van pop, folk, kleinkunst en chanson, waarin een vleugje jazz, funk, afro, tango en hiphop te horen zijn, in een uitgebreid instrumentarium van gitaar, accordeon, viool, klokkenspel, derboeké (variant op de djembé ) en allerhande tierlantijntjes.
Peeters geeft persoonlijke indrukken weer, neemt de samenleving onder de loep, geeft kwinkslagen en maakte er een luchtige en integere cocktail van in z’n bindteksten. Ongelofelijk tot wat hij als cabaretier en muzikant allemaal in staat is …

We waren opnieuw onder de indruk van een bijna drie uur durende show (korte pauze tussenin!), waar de klemtoon viel op het recente materiaal. We hoorden een boeiende afwisseling qua stijl en dynamiek. Iedereen had de songs sterk onder de knie, wat zorgde voor een uiterst geslaagd optreden.
We hoorden de kleurrijke wereldmuziek van “Het is niet wat het is” …, een mambo “Arbeidsongeschikt”, “Heist-aan-Zee” op z’n Ladysmith Black Mambazo, de zwierige aanpak op “Er is geen één zoals jij” en de jazzygroove van “Hoe doen die dat”.
… En inderdaad, uit wat hij toch allemaal energie put: “Andersom(zon)dag” was spelen met woorden en klanken, “Miere miere, mugge, mugge” liet een ‘Villa Politica’ Peeters horen en ook het caféetje om de hoek, “O California”, in z’n eigen gemeente Boechout, kreeg een song. “Zo van die zomerdagen”, “Ontdooi me” en “Voir un ami pleurer”, eerbetoon aan Jaques Brel, bracht ons tot de intieme kant van Bart in sfeervol, ingetogen en sober gehouden materiaal.
Peeters & Band wisten het publiek in hun greep te houden; het volksfeest en het meezinggehalte kon niet ontbreken in de show, want we werden aangepord tot handjeszwaaien en –klappen op de levendige songs “Leve de deejays” (persiflage op Indeep’s “Last night a dj saved my life”), “Messias” en “I’m into folk”. ”Slaapwals” en het kwetsbare “Sint-Franciscus” verhaal besloten een mooi, overtuigend concert.

Peeters kent als geen ander de klappen van de zweep … Hij is in vijf jaar tijd één van de ‘hotte’ Nederlandstalige artiesten geworden. Peeters & Band boden kwaliteit met een rits goede, afwisselende songs en onderhielden een nauwe band met het publiek. Wat legt deze man de lat toch hoog …

Organisatie: Arenbergschouwburg, Antwerpen

Pendragon

Pendragon brengt PURE music te Lille

Geschreven door

Vorig jaar in oktober hield de ‘Pure tour’ van Pendragon halt in Verviers. Wegens tijdsgebrek kon ik er toen niet bij zijn. Gelukkig kreeg ik nu een herkansing want de Britse neo-progressieve rockband maakte terug even de stap over de plas voor een optreden in Nederland en een gig in het Noord-Franse Lille.

Le Splendid zat al afgeladen vol toen het Franse Amartia mocht openen. De band heeft net een nieuw album uitgebracht met als titel ‘Delicately’. Uit deze nieuwe plaat werden ook de meeste songs gespeeld. Amartia staat voor een mix van progressieve rock, mainstream rock en metal. De frontzangeres is niet meteen een lust voor het oog maar een mooie stem heeft ze wel. Toch miste haar stem wat ‘power’ waardoor de mooiste momenten toch uit instrumentale hoek kwamen. Vooral de gitarist toverde enkele erg lekkere melodieuze solo’s uit zijn mouw. Bijgebleven zijn het sterke “Not A Detail” en het instrumentale “Hightech Human”. Amartia speelde een leuke set die door het chauvinistische Franse publiek erg werd gesmaakt. Persoonlijk vond ik het slechts bij momenten boven de middelmaat uit steken.

Erg lang moesten we niet wachten op Pendragon. Na een imposante, bombastische intro begroette Nick & Co ons met “Eraserhead”, niet meteen een van mijn songfavorieten.
Bovendien klonk in deze aanvangfase het geluid nergens naar en had de band duidelijk moeite om de juiste balans te vinden. Gelukkig sleepten de geluidsproblemen niet al te lang aan en hadden we tegen de ‘oldie’ “The Walls Of Babylon” al een deftiger geluid.
Helemaal op niveau zat de band pas toen de “Comatose” suite op ons werd afgevoerd. Een subliem werkstuk uit het nieuwe ‘Pure’ dat volgens Nick een allereerste keer live werd gebracht. Als zanger zijn de capaciteiten van frontman Nick Barett aardig beperkt. Hij is dan ook geen geweldig zangtalent. Dit is een barrière die ik bij elk Pendragon concert eerst moet proberen te overwinnen. Maar als je verder kijkt en je focust op Barett’s geweldige gitaarspel gaat de wondere wereld van Pendragon echt helemaal voor je open.
Pendragon bestaat ondertussen dertig jaar. Met ondermeer “The Mask” en “Queen Of Hearts” werd geput uit het rijke archief. De band had er duidelijk zin in want het spelplezier stroomde van het podium af. Bassist Pete Gee speelde erg strak en keyboardwizard Clive Nolan “Cool as always” speelde zich meerdere malen in de kijker. Toch was het vooral nieuwkomer Scott Higham die met zijn mokerslagen op de drums het Pendragon geluid extra schwung gaf. Een fenomenale drummer en duidelijk een aanwinst voor de band. Ook het nieuwe en sterke album ‘Pure’ werd aan het Franse publiek voorgesteld. Het ganse album haalde de setlist en zat mooi verweven tussen andere klassiekers zoals “Nostradamus” (de Stargazing song) en “The Voyager”.
“It’s Only Me” uit het nieuwe album sloot de reguliere speeltijd af. In deze laatste song liet Nick Barett nogmaals horen waarom hij tot de top behoort. De song bevat een sublieme, bloedstollende gitaarsolo die de vele Franse, Belgische en zelfs Engelse fans naar ‘Prog Heaven’ katapulteerde. Dit noemt men eindigen in schoonheid. Pendragon bleef echter terugkeren en deed dit met een song voor ‘the youngsters’: “Indigo”. Verfrissend, vernieuwend en hedendaags…Pendragon anno 2009!
Het lange epos “The Wishing Well” uit ‘Believe’ sloot dit fascinerende optreden af na ruim twee en een half uur!

Na het optreden schafte ik mij aan de verkoopstand de nieuwe DVD-CD box aan “Concerto Maximo”. Een absolute aanrader voor de fans en een schitterend overzicht van de bands carrière. Van mij mag Pendragon er nog eens dertig jaar bij doen!!
Setlist: *
Eraserhead *The Walls Of Babylon *Comatose *The Mask *Queen Of Hearts *The Freak Show *Breaking The Spell *Nostradamus *The Voyager *It’s Only Me *Indigo

*The Wishing Well
LIVE REPORT VIDEO LINKS ON YOU TUBE
Part 1
http://www.youtube.com/watch?v=-Ex3NklCKd4
Part 2
http://www.youtube.com/watch?v=Up3Iw9tc7oM
Part 3
http://www.youtube.com/watch?v=PUliaNXfsR0

Organisatie: Verone Productions, Lille

Animal Collective

Animal Collective: eigenzinnig, nerveus, rommelig en aanstekelijk

Geschreven door

Cultband Animal Collective heeft al een pak platen uit , maar kwam pas écht in de belangstelling met het in 2006 verschenen ‘Feels, ‘Strawberry Jam’ in 2007 en het recente ‘Merriweather Post Pavilion’. Het NY-se trio klinkt toegankelijker binnen die muzikale spacecake van grillige freefolk, psychedelica en avantgarde. Ze nestelen zich ergens tussen Flaming Lips, Mercury Rev en ’60’s Beach Boys. Een prettig gestoord hypnotiserende, freakende danstrip, muzikale gekte, waarin ruimte is voor avontuur en improvisatie.

Live dompelden ze hun nummers onder in een dosis eigenzinnigheid en nervositeit. Ze kregen soms een pompende elektronische beat en ‘base’ mee. Een charmant klanktapijt van weirde trips onder een bevreemdend, harmonieus, hoger stemmenwerk door elkaar.
Op het podium hing een grote witte bol en was er een gamma van elektronica-apparatuur, sobere percussie, cimbalen en 6 versterkers, wat hun sound kleurrijk, bezwerend en opwindend maakte. Maw het trio zorgde voor een kakafonie van elektronisch vernuft, dat zowel hyperkinetisch, aanstekelijk als neurotisch, hectisch of subtiel sfeervol en dromerig klonk.
De meeslepende thrillers “Summertime clothes” en “My girls” klonken intenser door de beats’n’pieces en konden rekenen op een sterke respons. ”Daily routine” waande ons op de grote bidplaats te Mekka. Er waren de heerlijke lounge trips van “Also frightened” en “Fireworks”, die door hun jam een dosis experimenteerdrift hadden.
Het draaide ‘em om de klankkleur bij het trio, want live kenmerkten ze hun songs door dromerige subtiliteit en avontuur. Het grootse “Brother sport” op plaat klonk aanstekelijk, dreigend en vrolijk dansbaar tegelijkertijd en sloot ‘en verve’ na een klein anderhalf uur de set af.
Ze breidden er nog een bezwerende brij aan met “Banshee beat” en “Lion in a coma”, die op het eind voorzien was van een krachtige, groovy beat.

Animal Collective bracht een wereld van psychedelische klanken in een gezonde dosis rommeligheid en improvisatie; melodie, beats en onverwachtse wendingen in een hemels directe stemmenpracht. Maar hun elektronisch vernuft en kunde deden ook wisselende meningen opborrelen.

Pantha du Prince mocht de weirde psychedelica trip van Animal Collective inleiden. De Duitser groef in het verleden van de minimal van LFO en Pan Sonic en gaf aan z’n knisperende elektronica pulserende, krachtige beats en een toegankelijke, aanstekelijke, dansbare groove.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

U2

No line on the horizon

Geschreven door

Vier jaar na ‘How to dismantle an atomic bomb’ en een wereldtournee komt het Ierse U2 met nieuw werk aandraven. Al dertig jaar leveren zij rock met een grote ‘R’ af. Melodieus spannende, broeierige pop, snedige rock en ontroerende, hartverwarmende, sfeervolle songs blijven het handelsmerk van het kwartet. ‘No line on the horizon’ zet het eerlijke herkenbare rockgeluid van de vorige platen verder, maar laat af en toe het avontuurlijke karakter van ‘Achtung Baby’ en ‘Pop’ horen, maw U2 biedt een sound met dezelfde bestanddelen en probeert zichzelf te herontdekken. “Get on your boots” refereert naar de experimentjes van de eerder vernoemde platen. “Stand up comedy” en de titelsong laten een rockband ‘pur sang’ horen. De andere songs verrassen muzikaal niet echt, maar klinken uiterst sfeervol en zijn subtiel uitgewerkt; onderhuids horen we wat invloeden van hun verblijf in Marokko door de Oosters aandoende strijkers. Politiek, religie en love & peace zijn en blijven de vaste thema’s die Bono aanhaalt; “Cedars of Lebanon” , de intieme afsluiter, zorgt voor kippenvel.
U2 klinkt niet overweldigend op die nieuwe plaat, maar beantwoordt aan de ingewortelde voorwaarden van goed, prikkelend, consistent en aangrijpend.

Pagina 437 van 473