logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14657 Items)

Vetiver

Vetiver:Young folk, goed volk

Geschreven door

Jong. Dat is het nieuwe kleedje dat folk heden ten dage draagt. Dranouter trekt al enkele jaren de geitenwolken sokken niet meer aan en niet enkel omwille van de zomerse temperaturen. Nee, er is een nieuwe generatie opgestaan die folk bevolkt en bevrucht. De fans waren er – zij het in beperkt aantal – bij toen op maandag 23 februari 2009 het Amerikaanse Vetiver de Balzaal van de Gentse Vooruit met zoetgevooisde gitaarklanken en dito stemmen kwam opwarmen.

Folk nieuwe stijl, in de lijn van Fleet Foxes, Bright Eyes en Devendra Banhart, labelde de Vooruit zelf op zijn programmatie. Vooral die laatste was de rode draad die avond. De echte opwarming werd immers verzorgd door Simple Brain, een trio uit Sint-Niklaas dat nu anderhalf jaar in deze bezetting bezig is en waarvan zanger-gitarist Pauwel Demeyer (amper 19) op Pukkelpop 2007 met Banhart het podium op mocht. Innemende stem die Pauwel en een ware performance attitude. Hun nummers hebben ook wel iets, al bleek de samenzang met Jasper De Pagie (21) en Jan Verstraeten (19) niet echt een meerwaarde te brengen. De contrabas daarentegen wel.

Dan was het de beurt aan ‘freak folk’ Vetiver. Geen poespas. Even soundchecken en er meteen in vliegen. Of eerder bij momenten dromerig wégvliegend, jammer genoeg met iets te weinig interactie met de fans een halve meter voor hen. Ogen dicht, mond open muilenmakend om toch maar het juiste geluid eruit te krijgen, een watertje lebberend, …het had iets ivoren torens, waar het folksgewijs net dat niét mocht zijn.
Maar muzikaal zat het combo goed. Zanger-inspirator-locomotief Andy Cabic diepte de helft van de songs die avond uit hun vierde full length album ‘Tight Knit’ dat pas uit was. Een album als een roadtrip die verschillende richtingen in slaat. Van het betere kampvuurlied over wat upbeat poppy gitaarwerk tot een verloren gelopen en weinig passend triangeltje.
Het hele concert had achter alles een open en warme sfeer, opgewekt zelfs bij momenten, bluesy en lekker country op andere, vooral gedragen door Cabic-met-pet-en-houthakkershemd. En ze hadden er zelf blijkbaar meer zin in dan in Tourcoing twee dagen eerder, want de bisnummers kwamen er nu wel. Dat Stubru ze intussen in de laatavonduitzendingen airplay geeft, is een plus en een samenvatting van een groot deel van hun oeuvre: easy listening en zoete, volgzame folk. Doe het licht en die geitenwollen sokken dus maar uit en relax.

Setlist: “Oh Papa”, “Rolling sea”, “Maureen”, “Sister”, “Through the front door”, “Every day”, “You may be blue”, “On the other side”, “Pardon”, “Been so long”, “Strictly Rule”, “Another reason to go”, “Idleties”, “Wishing well”, “Down at the El Rio”, “Won’t be me”;

Organistie: Vooruit Gent (ism Democrazy Gent)

Secret Machines

Emotionele bezwerende trips van Secret Machines

Geschreven door

Een dik uur werden we ondergedompeld in een adembenemende, bezwerende trip van het uit Dallas, Texas afkomstige trio Secret Machines, onder de broers Ben en Brandon Curtis en Josh Garza, die geestesgenoten Aereogramme en Oceansize zelfs deden verbleken . Een goede vondst was dat ze in de pittoreske Rotonde in een halve cirkel stonden opgesteld. Ze putten gretig uit hun instrumentarium van toetsen, synthesizers, gitaar, bas, pedaaleffects en drums.

Secret Machines brengt avontuurlijk materiaal. Ze hebben drie cd’s uit. De doorbraak ‘Now Here is Nowhere’ en het recente, titelloze album onderscheiden zich. De songs moeten aanzien worden als een concept en ondergaan onverwachtse wendingen. Het verwonderde ons niet dat een muur werd opgetrokken van massieve orkestraties en spannend dreigende en hypnotiserende sounds en ritmes.Filmische muziek die het daglicht schuwde en pas tot z’n volle recht kwam als de avondstilte viel, in een lichtdecor van een paar witte spotlights, die naast hun instrumenten stonden. Een gevarieerde aanpak die gaat van hard, strak en stevig naar zacht en ingetogen. Een bundeling van repeterende, opbouwende drums, een intens broeierig gitaarspel, een diep, dreunende bas en ‘70’s Doors toetsen. De psychedelica van Pink Floyd, Flaming Lips en de ‘70’s retro van Zeppelin/The Who linken ze aan de Butthole Surfers, Black Mountain, Archive en Motorpsycho.
Uit elke cd haalden ze een paar nummers. Ze hielden de bijna uitverkochte Rotonde in hun greep. Ze overdonderden met puik materiaal als de intens sfeervolle psychérockers “Lightning blue eyes”, “Atomic heels” en “Now you’re gone”. Het broeierige “Sad & lonely” werd ingeleid door een psychedelische fuzztrip en klonk krachtiger. Een hallucinante opbouw creëerden ze rond “The walls are starting to crack”, van indie, progrock, ‘70’s psychedelica en de slingerbeweging van een sfeervolle, dromerige opbouw als van hevig feedbackgeraas en fuzz, in een lichtweb van stroboscoops, wat refereerde aan de set van A place to bury strangers. Met een snedige versie van het oude “Nowhere again”,besloten ze hun overtuigende set.
Het trio was goed op dreef en speelde een puike bis van twee slepende nummers, “Alone, jealous& stoned” en het prachtige “First wave intact”, opener van hun debuut. Wat een intense opbouw door die begeesterende toets- en drumpartijen en verloren gewaande gitaar-en basakkoorden.

De beeldrijke sound en de bedwelmende emotionele trip van het Amerikaanse Secret Machine raakte ons heel diep in het hart.

Het uit Luik afkomstige 7EvenPM kon ook al rekenen op een sterke respons met hun frisse, strakke soms dromerige rock. De uitnodigende presentatie en de krachtige gitaarsoli gaven elan. “Memphis” en “And now” waren alvast twee songs die hun set naar een hoger niveau brachten.

Organisatie: Botanique Brussel

The Sisters Of Mercy

The Sisters Of Mercy: ondanks alles … op handen gedragen

Geschreven door

Even van onder het stof gehaald - The Sisters Of Mercy uit het cd archief en van live edities: Britse gothic/waverockband – spil Andrew Eldritch – bepalend tussen ’83 – ’90 – voorliefde voor theatrale, gothicmusic – zwarte kledij – make-up, hoog opgetoupeerde kapsels – passieve houding op het podium – een galmend, pathetisch, episch doom geluid in hun donkere romantiek – dreunende, repeterende synthibeats, trage, slepende ritmes en breed uitwaaiende gitaren – tenoren: Bauhaus, Siouxie & The Banshees, Killing Joke, Sex Gang Children, Christian Death en  … Sisters Of Mercy - drie cd’s: twee belangvolle: ‘First & Last & Always’, ‘Floodland’ en een handvol (bootleg) EP’s.

Vijfentwintig jaar later … kan de band nog steeds goed teren op de ‘80’s, maar zijn ze slechts, binnen hun rockende wavegothic stijl, een schim van wat het ooit was. De groep brengt sporadisch een nieuw nummer uit, speelt wisselende optredens en moet het vooral hebben van het oude materiaal. De band beschikt over een trouwe fanshare, waardoor hun optredens in ons landje steeds uitverkocht zijn. Hun nostalgische trip kun je de fans voor geen prijs afpakken! Veertigers die uit hun dak te gaan. De coole Andrew Eldritch beseft dit maar al te goed en is z’n publiek erg dankbaar om nog steeds zo enthousiast te pogoën, refreinen luidkeels mee te zingen en rituelen in arm- en handbeweging uit te voeren.
Een kleine tien jaar terug hield ik het persoonlijk voor bekeken om Eldritch (en de steeds wisselende bandleden) aan het werk te zien, want toen ze een tweede keer naar de Brielpoort kwamen, was de gig en de vertoning zo wansmakelijk, vervelend en cool, dat ik even de band liet voor wat ze was.

Tien jaar later … In de AB werd de aftrap gegeven van hun Europese tour. In het mistig decor door het rookgordijn (minder erg dan vroeger toen we slechts enkele schimmen op het podium zagen staan!) kwamen The Sisters Of Mercy deze keer iets beter op het voorplan: een geluidsbrij van rockende gitaren, synthesizers en voorgeprogrammeerde, dreunende beats. De twee gitaristen namen zelfs een prominente rol in (bezield/enthousiast) om de repeterende synthi beats en elektronisch gedreun in een breder perspectief te plaatsen.
Het optreden kende hoogtes en laagtes. Eldritch, kale kop, zwarte zonnebril en in een witte trui, aanschouwde z’n troepen en fans en was vocaal met z’n grafstem erg onvast. De set ving met songs als “Crash & burn” en “Ribbons magertjes aan. Pas met de uitvoering van “Alice” en “Marianne” ging het de goede richting uit, ware het niet dat de nummers wat aangepast klonken met de tand des tijd dito beats. Maar we treurden nog niet, want op de ‘80’s revival optredens van Neon Judgement en Front 242 hoorden we het ook. Beter ging het met de rockende aanpak op “Flood I en II”, “Good things” en een uitgesponnen “Dominion/Mother Russia”, niet voor niks standvastige klassiekers. De trager, meer slepende songs die daarop volgden, brachten vaart en passie uit de set. Pas met “This Corrision” hitste Eldritch en de zijnen het publiek terug op, wat zorgde voor heftige danstaferelen vooraan ‘de stage’. Met spannende songs als “Vision things”, “Lucretia my reflection” hoorden we een overtuigende bisstart. Ook het ingetogen, sfeervolle “Neverland” en “Somthing fast” waren te pruimen. Tot slot trakteerden ze ons op krachtige gitaarlicks als inleider op de ‘80’s fuifklassieker “The temple of love”, die live flets klonk en het concert op een wrange nasmaak besloot. “Black Planet”, “Walk away” of een “First & Last & Always” lieten ze doodleuk in de koelkast. Nochtans zouden ze een meerwaarde hebben betekend binnen het nostalgisch concept.

Sisters Of Mercy werd dus van onder het stof gehaald, met een set ten dele goed, ten dele teleurstellend, maar OK, velen maalden er niet om en droegen Eldrich en zijn Sisters een warm hart toe … tot in het graf, zo te zien en te horen.

Als support trad de beloftevolle wavepostrock band IliKETRAINS op, die op een onmenselijk vroeg uur 19u30 geprogrammeerd stonden. We misten hun halte in de AB! Nochtans hadden we ze graag aan het werk gezien, want ze speelden al overtuigende gigs in de Bota Rotonde en op Polsslag…De band nestelt zich ergens tussen Swans, Joy Division, Explosions in the Sky en Sigur Ros en intrigeert door repetitief traag opbouwend ritmes en aanzwellend feedbackgeraas; de baritonzang van David Martin, die nog het nauwst leunt aan Ian Curtis van Joy Division, ontroert een pak fans. Hun ‘dark music for happy people’, nemen we zeker mee bij de volgende stop in ons landje…Wordt vervolgd.

Organisatie: Live Nation

De Nieuwe Snaar

De Nieuwe Snaar - Foor 11

Geschreven door

De Nieuwe Snaar van de broers Kris en Jan De Smet, aangevuld met muzikant Walter Populiers en acrobaat/muzikant Geert Vermeulen, hebben alweer een volgende productie in hun al indrukwekkende oeuvre sinds ’77 klaargestoomd. Al 25 jaar lang de absolute top in het muziektheater! Woorden als kleinkunst, pop, rock’n’roll, chanson, entertainment, humor, acrobatie, circus en cabaret, schieten ons te binnen. En na de vorige productie ‘Helden van Vandaag’ (nog maar van 2007 geleden trouwens!), verbaasden de ‘Ouwe Zakken’ (zoals de Jan zichzelf omschreef in het begin van de set!) met hun traditioneel instrumentarium in een twee uur durend, uiterst origineel en creatief geheel van show, spektakel en muzikale diversiteit.

De maatschappij wordt op de korrel genomen in ‘Foor 11’ en biedt stof tot nadenken in deze té snel draaiende wereld, waarbij niet meer kan stilgestaan worden zaken te laten rijpen en groeien. Een overaanbod van informatie, die we niet meer verwerken! Letterlijk zien we de carrousel door een reusachtig rad/skilift/kermismolen, die op het podium in het midden staat opgesteld.
Het begint allemaal leuk, grappig en onschuldig met eenvoudig, ingetogen popliedjes met een Balkannoot door het ruime assortiment aan blazers, als “Mijn hart dat zingt” en “Graven in gruizig zand”. De vier rasechte multi-instrumentalisten breidden vele muzikale miniverhaaltjes aanéén en sleurden ons gaandeweg mee in die gek draaiende wereld van “Ons Irene” of “Daar beeft de grond”.
In de show bouwden ze het spektakel op, er komen halsbrekende stunts en vliegwerk aan te pas, repeterende orgelriedeltjes, akoestische/elektrische gitaren, drum/trommels, Balkanblazers en allerhande soms dolgedraaide instrumentjes. Een schouwspel met een bijna spooky beangstigend einde …

De Nieuwe Snaar vond zichzelf opnieuw uit … en bood met ‘Foor 11’ een volgende stap in hun al verrassende Universum. Ga het allemaal zien wat het allemaal inhoudt, van exposé, straffe verhalen over de liefde en vrouwen, vuur spuwen, over glasscherven lopen, krachttoeren uithalen en onverwachts (zotte) situaties … Kassa Kassa aan de Kermismolen van de Foor van ‘De Nieuwe Snaar’.

Organisatie: Arenbergschouwburg, Antwerpen

Vetiver

Vetiver moet het van de factor ‘sfeerschepping’ hebben

Geschreven door

Volgens de Wikipedia encylopedie is Vetiver een Indische grassoort waarvan de aromatische wortels gebruikt worden voor de bereiding van ‘vetiver’olie, dat in nogal wat parfums gebruikt wordt. De band Vetiver bestaat al sinds 2004, opereert vanuit San Francisco en hebben zopas hun vierde album uit, ‘Tight Knit’, op Sub Pop records. Vetiver wordt dikwijls ingedeeld bij de nieuwe folk beweging rond Joanna Newsom, Devendra Banhart en Coco Rosie, maar eigenlijk staan ze ver af van de experimenteerdrift van die artiesten en brengen ze een traditioneel geluid dat naar de ‘70’s teruggrijpt. Het commerciële succes is dan ook veel minder dan eerst genoemde artiesten, zodat de Grand Mix vanavond maar voor de helft gevuld was.
Vetiver liet dit echter niet aan hun hart komen en ging direct over van de sound check naar het eerste nummer. We hoorden vrij traditionele folk en zuiderse rock die aan de Jayhawks en Lucinda Williams deed denken. Vooral de hese stem van Andy Cabic, die verdacht veel op een jonge Bob Dylan leek, viel op. Naast elektrische en folkgitaar, werden de nummers opgesmukt met keyboards en mondharmonica. Het song materiaal was niet echt verbluffend, zodat we het vooral van de sfeer moesten hebben. En die sfeer zat goed, je kon je zo voorstellen dat je midden in de zomer  in een veldschuur ergens in Tennessee naar dit vijftal zat te luisteren. Na minder dan een uur hield Vetiver het voor bekeken, een bisronde zat er niet in.

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Belgian Asociality

Belgian Asociality en Funeral Dress: Belgische punkbands vieren feest

Geschreven door

Er was heel wat volk opgedaagd om de twee oudgediende Belgische punkbands Belgian Asociality en Funeral Dress aan het werk te zien. De ene fan haalde z’n oude punkjasje en streepjesbroek uit de stofferige kleerkast op zolder (waarbij hij hoopte er nog in te kunnen!), de andere was letterlijk met vrienden blijven hangen in de roemrijke beruchte ‘70’s punkjaren. De jongere aanwezige wou wel eens weten waar de huidige hardcore/punkrock/nu-metal bandjes (uit eigen streek) de mosterd vandaan haalden. De basis van een goede keuze met deze twee bands.

Het Antwerpse kwartet Belgian Asocialty bestaat twintig jaar en vierde het met de langverwachte voorstelling van de nieuwe cd, waarvan we naar BA traditie U de titel moeten onthouden. De uitdrukking ‘Eenvoud siert’ werkt doeltreffend als je deze band, onder de ‘enfants terribles’ van de Vlaamstalige punkpop Mark Vosté (zang) en Tom Lumbeek (bas), aan het werk ziet. Ze halen invloeden uit de hardcore, ska, metal en country. Hun prettig gestoord, meezing-/brulbaar rammelende pretpunk (kort, rechttoe-rechtaan, opzwepend) met humoristische en cynische no-nonsens teksten, blijft populair en werkt aanstekelijk op de dansspieren! Onterecht wordt hun ‘gezonde boereleute’ amateurisme en gemakzucht verweten, door het feit dat ze door de jaren misschien altijd (meer) van hetzelfde doen. Het publiek ging in de moshpit bij momenten fel tekeer: sky- en stagediven, duw en getrek en pintjes gooien in de lucht; het was leuk om te zien hoe jong en oud zich verenigde op het oude als ook het nieuwe materiaal.
Meteen zat de vonk erin, met prijsbeesten als “BA”, “Feasty boys”, “Keerbergen” en “Stagediv”. De nieuwe songs als “Twee”, “Die van ons”, “Preekwoorden”, “Treimeloe city” en “Tuinkabouter”, zaten mooi verweven binnen de oude klassiekers. Ondanks dat ze wat ‘meer song’ om zich hadden, was het tempo hoog en strak. Ook de bindteksten van het ‘Sergio entertainbeest’ Vosté waren na al die jaren ferm leuk om te horen. Het feestje was compleet met “Jupiler”, “Boerderie”, “Van mijn erf”, “Belg-Ie” (persiflage van het ons volkslied), “De gefrustreerde automobilist”, “Bompa punk” en “Non non rien ne va changer, tout va continuer”. De punkattitude kreeg nog een staartje in de bis met “De moshpit”, de klassieker “Morregen”, “Anarchie” en “Het is gedaan, ’t is weer goed geweest”. En dat het goe was geweest, merkten we alvast toen thuis onze kleren nog naar sigaretten en het gekegelde bier roken, een beetje als op de vroegere plaatselijke chiro- en scoutsfuif. Soms moet da echt niet meer zijn…

Funeral Dress, op z’n beurt, vierde in het Depot z’n 1000ste concert en stelde meteen ook de nieuwe cd ‘Global warning’ voor. De groep uit Herentals/Heist-op-den-Berg ontstond ook al midden de jaren ’90 en is ondertussen uitgegroeid tot één van de bekendste Belgische rockbands in de USA. Hun springerige en dynamische punkrock met folkinvloeden, brak definitief door in 2002 toen ze hun lijflied “Party On” in de hitparade zagen staan. Zij bundelen de kritische blik op anarchie en de muzikale rijkdom van Dropkick Murphys, Flogging Molly, Green day, Blink 182, en oudjes Exploited, Dead Kennedy’s samen.
Ook zij overtuigden een uur lang met twintig korte snedige en felle punksongs. We hoorden songs met spraakmakende titels als “Death and glory”, “Rebel radio”, “Speed psycho”, “Cops are  no …”, “Belguims burnin” en “Angel suicide”, in combinatie met de party klassiekers “Pogo”, “Oi”,“Beer and woman” en “Party on.
Hun ’All for one, and one for all’ klonk als één brok samenhorigheid, want de fans waren één en al respect voor hun favoriete band …

Organisatie: Depot, Leuven

Funeral Dress

Funeral Dress en Belgian Asociality: Belgische punkbands vieren feest

Geschreven door
Er was heel wat volk opgedaagd om de twee oudgediende Belgische punkbands Belgian Asociality en Funeral Dress aan het werk te zien. De ene fan haalde z’n oude punkjasje en streepjesbroek uit de stofferige kleerkast op zolder (waarbij hij hoopte er nog in te kunnen!), de andere was letterlijk met vrienden blijven hangen in de roemrijke beruchte ‘70’s punkjaren. De jongere aanwezige wou wel eens weten waar de huidige hardcore/punkrock/nu-metal bandjes (uit eigen streek) de mosterd vandaan haalden. De basis van een goede keuze met deze twee bands.

Funeral Dress, op z’n beurt, vierde in het Depot z’n 1000ste concert en stelde meteen ook de nieuwe cd ‘Global warning’ voor. De groep uit Herentals/Heist-op-den-Berg ontstond ook al midden de jaren ’90 en is ondertussen uitgegroeid tot één van de bekendste Belgische rockbands in de USA. Hun springerige en dynamische punkrock met folkinvloeden, brak definitief door in 2002 toen ze hun lijflied “Party On” in de hitparade zagen staan. Zij bundelen de kritische blik op anarchie en de muzikale rijkdom van Dropkick Murphys, Flogging Molly, Green day, Blink 182, en oudjes Exploited, Dead Kennedy’s samen.
Ook zij overtuigden een uur lang met twintig korte snedige en felle punksongs. We hoorden songs met spraakmakende titels als “Death and glory”, “Rebel radio”, “Speed psycho”, “Cops are  no …”, “Belguims burnin” en “Angel suicide”, in combinatie met de party klassiekers “Pogo”, “Oi”,“Beer and woman” en “Party on.
Hun ’All for one, and one for all’ klonk als één brok samenhorigheid, want de fans waren één en al respect voor hun favoriete band …

Het Antwerpse kwartet Belgian Asocialty bestaat twintig jaar en vierde het met de langverwachte voorstelling van de nieuwe cd, waarvan we naar BA traditie U de titel moeten onthouden. De uitdrukking ‘Eenvoud siert’ werkt doeltreffend als je deze band, onder de ‘enfants terribles’ van de Vlaamstalige punkpop Mark Vosté (zang) en Tom Lumbeek (bas), aan het werk ziet. Ze halen invloeden uit de hardcore, ska, metal en country. Hun prettig gestoord, meezing-/brulbaar rammelende pretpunk (kort, rechttoe-rechtaan, opzwepend) met humoristische en cynische no-nonsens teksten, blijft populair en werkt aanstekelijk op de dansspieren! Onterecht wordt hun ‘gezonde boereleute’ amateurisme en gemakzucht verweten, door het feit dat ze door de jaren misschien altijd (meer) van hetzelfde doen. Het publiek ging in de moshpit bij momenten fel tekeer: sky- en stagediven, duw en getrek en pintjes gooien in de lucht; het was leuk om te zien hoe jong en oud zich verenigde op het oude als ook het nieuwe materiaal.
Meteen zat de vonk erin, met prijsbeesten als “BA”, “Feasty boys”, “Keerbergen” en “Stagediv”. De nieuwe songs als “Twee”, “Die van ons”, “Preekwoorden”, “Treimeloe city” en “Tuinkabouter”, zaten mooi verweven binnen de oude klassiekers. Ondanks dat ze wat ‘meer song’ om zich hadden, was het tempo hoog en strak. Ook de bindteksten van het ‘Sergio entertainbeest’ Vosté waren na al die jaren ferm leuk om te horen. Het feestje was compleet met “Jupiler”, “Boerderie”, “Van mijn erf”, “Belg-Ie” (persiflage van het ons volkslied), “De gefrustreerde automobilist”, “Bompa punk” en “Non non rien ne va changer, tout va continuer”. De punkattitude kreeg nog een staartje in de bis met “De moshpit”, de klassieker “Morregen”, “Anarchie” en “Het is gedaan, ’t is weer goed geweest”. En dat het goe was geweest, merkten we alvast toen thuis onze kleren nog naar sigaretten en het gekegelde bier roken, een beetje als op de vroegere plaatselijke chiro- en scoutsfuif. Soms moet da echt niet meer zijn…

Organisatie: Depot, Leuven


Roland Van Campenhout

Roland + Peter Green & Friends: ouderwets bluesavondje

Muziekcafé en concertzaal De Zwerver koos meteen voor twee levende legenden die het podium van hun gerenoveerde muziekmekka mochten betreden. Vaderlandse bluesgod Roland mocht hierbij als voorprogramma de spits afbijten, gevolgd door één van diens grote voorbeelden, de ietwat zonderlinge Engelse bluesrock pionier Peter Green. Voor deze dubbelaffiche liep de heropgefriste Zwerver aardig vol met hoofdzakelijk Westvlaamse liefhebbers van het genre die beleefd en zachtjes heupwiegend een mooie bluesavond beleefden.

ROLAND is een zelfverklaard Peter Green adept van het eerste uur en kon zijn bewondering voor de man tijdens zijn (te) korte solo set dan ook niet onder stoelen of banken steken. Nochtans moet hij niet onderdoen voor Green: zelf een begrip in Vlaanderen en ver daarbuiten sinds de oprichting van diens Bluesworkshop begin jaren ’70, en de laatste jaren opnieuw bijzonder goed bezig met als recent opus magnum de muzikale samenwerking met Admiral Freebee die begin 2008 resulteerde in het broeierige ‘Never Enough’ album. In het verleden blonk Roland live wel eens uit door langdradigheid en verloor hij zichzelf te veel in eindeloze jamsessies, maar gezien de korte tijd die hem was toegemeten koos de snarentovenaar wijselijk voor een fraaie afwisseling van bluesstijlen die ook voor niet ingewijden geen seconde verveelde. We onthouden hierbij o.a. de virtuoze akoestische blues van “Frankie & Johnny” en de heavy slideblues van “Going Back to Black Mountain” waaraan Roland moeiteloos een stukje “You Are My Sunshine’ breidde. Als afsluiter koos de grijnzende bluesbard voor een nummer uit ‘Never Enough’: tijdens “Midnight Star” werd Roland vergezeld door een live geprogrammeerde sitar box waardoor een dreigend voodoo sfeertje à la Woven Hand werd gecreëerd. We hadden Roland graag nog een uurtje zien doorgaan op dit elan, maar ook hij keek halsreikend uit naar het hoofdprogramma van de avond.

Samen met o.a. Alexis Korner en John Mayall stond PETER GREEN midden jaren ’60 mee aan de wieg van de Britse ‘white blues’ boom. Bij het grote publiek raakte Green vooral bekend als oprichter van Fleetwood Mac, toen nog een toonaangevende bluesrock formatie die hij in 1969 om religieuze redenen verliet. Daarna verdween hij zowat twee decennia van het toneel en kwijnde bijna weg in de psychiatrie en ontwenningsklinieken. Green pikte medio jaren ’90 de muzikale draad terug op met diens Splinter Group, en staat thans opnieuw in de belangstelling dankzij een recent verschenen retrospectieve 4CD box.
Wie echter dacht dat Peter Green & Friends in De Zwerver het publiek zouden verwennen met een carrière overzicht was er toch wat aan voor de moeite. Green en zijn vierkoppige begeleidingsband hadden in plaats daarvan een eigenzinnige reeks covers in petto waarmee de oude bluesmeester eerbetoon wou brengen aan een paar van zijn persoonlijke favorieten. Ietwat symbolisch werd er geopend met het innemende “The Blues Don’t Change”, waarmee Green leek te willen aangeven dat ondanks zijn turbulente levenswandel er eigenlijk weinig is veranderd sinds zijn eerste stappen in de blueswereld. De keuze van de covers getuigde alleszins van een brede smaak: na “Many Rivers to Cross” (Jimmy Cliff) volgden ondermeer het luchtige instrumentaaltje “Dance On” van The Shadows en een jazzy uitvoering van “Guess I’m a Fool” (Memphis Slim).
De nummers werden afwisselend gezongen door Green en diens gitarist; de performance van deze laatste, die niet echt bleek te beschikken over een begenadigd bluesstrot en eerder uitblonk in meligheid, stond in schril contrast met de dunne doch doorleefde stem van Green. De voornaamste taak van de gitarist bestond er dan ook in om de grootmeester alert te houden en hem af en toe eens te laten rusten. Bescheiden als hij is had Green zich aan de zijkant van het podium verschanst in een comfortabele stoel van waaruit hij met onvaste hand zijn tekstvellen beroerde. Het viel bovendien op dat Green niet het minste oog- of ander contact zocht met het publiek, wat zijn reputatie als muzikale zonderling opnieuw alle eer aandeed.
Green & Friends citeerden dan wel hoofdzakelijk uit andermans werk, maar oogstten met de Fleetwood Mac evergreen “Albatross” uiteindelijk toch het meeste applaus. Het tempo werd hierna wat opgedreven met de swingblues van Willie Dixon’s “When the Lights Go Out”. Als laatste nummer noteerden we een lang uitgesponnen versie van “The Thrill is Gone”, een Ron Hawkins original die in tientallen versies het licht heeft gezien en BB King zijn grootste hit bezorgde.
Verrassing troef toen vervolgens een pauze werd aangekondigd... maar de groep echter niet meer terugkeerde! Het maakte een wat abrupt einde aan een ouderwets gezellig bluesavondje waar we het voorrecht hadden om oog in oog te staan met een guitige Roland en een broze, doch innemende Peter Green.

Organisatie: VZW De Zwerver, Leffinge - Leffingeleuren

Agoria

De house- en technoworld van Butch en Agoria

Geschreven door

De Petrolclub is back … met een toffe voorjaarsprogrammatie. Tijd om ons eens te oriënteren in één van Belgisch meest befaamde clubs …U raadt het al: … na een herbronning hebben de verantwoordelijken van ‘5 voor 12’ terug een aantrekkelijke affiche klaargestoomd. Als je weet dat zij ook instaan voor de organisatie van ‘10 Days Off’ tijdens de Gentse Feesten is het niet zo gek moeilijk dat er ook in hun club aandacht wordt besteed aan de huidige trends in de elektronische muziek. Eén van de namen die meteen in het oog sprong was die van Agoria. De Franse dj uit Lyon, mag na twee albums ‘Blossom’ (2003) en ‘The Green Armchair’ (2006) gerekend worden bij de top van de hedendaagse Franse house- en technoscene.
Sébastien Devaud zorgde in Antwerpen zoals verwacht voor een feilloze DJset van donkere techno waarbij hij een unieke groove ontwikkelde. Hij is een DJ waar Frankrijk fier mag op zijn en bewees dat hij thuishoort in de internationale clubwereld waar hij al aan de zijde
stond van Jeff Mills, Carl Cox, Ritchie Hawtie,...Met de huidige single “Dust “ als hoogtepunt!

DJ
Butch op z’n beurt is lang niet zo bekend en heeft een veel kleiner palmares dan Agoria.
Amper twee jaar na zijn debuutalbum ‘Pappillon’ heeft deze Duitser toch ook al zijn plek gevonden in de hedendaagse housewereld. Hij heeft al een aantal nominaties gekregen voor zijn betere remixwerk en zijn prestaties als jonge technodj. Hij scoorde hoge ogen in de Ultratop met de single "Amelie", die meteen die avond een knaller was. Een getalenteerde dj die rustig op het elan van Agoria doorging en zorgde voor één lange mix van gedreven house- en technomusic.

Organisatie: Petrolclub, Antwerpen

Bénabar

Het effect Bénabar

Geschreven door

Fotoverslag Bénabar - verslag vertaling site fr Musiczine.net ...
De’ Dhr Inféquentable’ van de Franse pop en chanson, Bénabar, heeft nieuw werk uit en brengt een reeks frisse en levendige shows. In ons landje is hij erg populair bij onze Franstalige vrienden, want de twee concerten in Brussel waren in een mum van tijd uitverkocht.

Support was de beloftevolle, jonge blonde dame Charlotte Marin,
die humor met het intimistische Franse lied combineerde en teksten schreef van onredelijke wijsheden en gekte: “Et en plus, je cuisine“, “Jamais revoir ses ex”, “Demain j’arrête”, “Crazy du Shopping”, en “Croqueuse d’homme”, …

Bénabar is samen met Cali één van de publiekslievelingen. In Vlaanderen een nobele onbekende, maar in het Franstalig gedeelte slaagt de songschrijver erin met het eenvoudige Franse chanson (jonge) meisjesharten sneller te doen slaan. Hij overschouwde met een brede, stralende glimlach, als een prins de nokvolle AB. Luidkeels werd hij verwelkomd. Hij overtuigde met een puik overzicht van z’n oeuvre.

Neem gerust een kijkje naar de fotosessie op Musiczine.net

Organisatie: Ubu concerts


The Bony King Of Nowhere

CD presentatie van het beloftevolle The Bony King Of Nowhere

Geschreven door

Het Gentse The Bony King Of Nowhere won een paar jaar terug het lokale Beloften concours om zich dan in de schijnwerpers te plaatsen als supports, Folkdranouter 2007 en 25 jaar Vooruit. Een verstilde, ingetogen en sobere aanpak van emotievol semi-akoestisch gitaargetokkel, kleurrijke keyboards en een ingehouden percussie. De groep, bepaald door zanger/componist Bram Vanparys, heeft nu z’n debuut uit, ‘Alas my love’, werd en wordt lovend onthaald en staat voor de immense uitdaging hun muziek van innemende, broeierige en melancholisch romantische pop en de opgedane podiumervaring verder ‘en verve’ uit te werken. Sinds de band werkte aan het debuut kwam er nog een contrabassist en een tweede gitarist bij, die de songs wat meer diepgang geven en wat meer doorleefd laten klinken. Ook de dromerige, indringende, licht overwaaiende vocals van de zanger passen in dit muzikaal plaatje. De groep doet denken aan Bonnie ‘Prince’ Billy, Iron & Wine, Bon Iver, Low en Cowboy Junkies en in de zang aan Girls In Hawaii en Absynthe Minded.

Ondanks de onwennigheid en licht onzekere houding op het podium hoorden we een dosis sfeervolle songs binnen een ‘Duyster’ concept, “The sunset”, “Everything I like” en “There I am”, die door de huidige instrumentatie wonnen aan zeggingskracht. Ontdaan van enige franjes en bepaald door lieflijk gitaargepingel en een verloren gewaande diepe contrabassnaar waren “Taxidream”, “My favorite” en de titelsong, die door handclapping een extra toets kreeg. Perfect gedoseerd binnen de ‘Bony’ context speelden ze een tweetal krachtige songs, “The darkness” en in de bis “Eleonore” (beiden niet op het debuut), die het meeste vaart gaven en zeker iets zijn om in de toekomst mee rekening te houden van een gevarieerde setlist. Een aan Radiohead/Sigur Ros refererend klanktapijt hoorden we door toetsen en soundscapes op “Maria”, “Losing gravity” en “Visitor”. Het intiem pakkende “My invasions” op piano besloot de cd voorstelling. Op het eind kregen de songs zelfs meer impact door Bram’s fluisterzang.

Een klein uur zagen we een talentrijk muzikant en een goed ingespeelde band. Broeierig spannende groeisongs, die door hun intimiteit een pracht zonder praal waren; kortom, klassewerk en een doorbraak die niet mag ontbreken. Vanparys en de zijnen profileerden zich als een de Bony ‘Prince’ Of Nowhere en droegen de naam van een ‘King’ waardig!

Ook de mensen van Keremos hadden iets in petto. Hun tweede ‘The Next Big Thing’ stelden volgende beloftevolle bands voor in de Minnemeers, The Galacticos, Roadburg, Team William, Arquettes en Steak Number Eight.
Na het optreden van The Bony King Of Nowhere konden we nog de springerige, aanstekelijke poprock van The Galacticos meepikken en zagen we Team William (derde plaats op Humo’s Rock Rally vorig jaar!) aan het werk, die overtuigden met hun gevarieerde, snedige en speelse indierock. Het was me duidelijk dat hier bands stonden, die dit jaar een airplay moeten verdienen van hun EP/cd …

Organisatie: Democrazy, Gent (ism Vooruit Gent)

Seasick Steve

It’s all good met Seasick Steve

Geschreven door

Seasick Steve, een laatbloeier en bluesman in hart en nieren, geniet nu met volle teugen van het succes dat hem te beurt valt na zijn legendarische passage bij Jools Holland, zo’n kleine twee jaar geleden. De man maakt handig gebruik van de aloude idee dat de blues moet verkondigd worden door lui die met niks op zak het hele land hebben doorgereisd en daarbij een hoop ellende hebben meegemaakt. In Steve zijn geval is dat ook geen beetje overdreven, hij verliet het ouderlijke huis toen hij veertien was, trok de wilde wereld in en verdiende de kost met allerhande vuile jobs en met gitaar spelen. De titel van zijn laatste plaat luidt niet voor niks ‘Started out with nothing and still got most of it left’. Maar het geluk is aan zijn kant komen staan op zijn ouwe dag. Vroeger speelde hij voor twee man en een paardenkop, nu voor uitverkochte concertzalen. Het kan verkeren. Nochtans is zijn sound geen moer veranderd en speelt hij nog steeds op tot op de draad versleten gitaren. Gewoon geluk gehad. We gunnen het hem.

Naar de AB was ook nog een drummer mee afgezakt die de doorleefde blues en boogie van Steve voorzag van een stevige onderbouw. Seasick Steve begon al direct met vuurwerk in “Thunderbird”, prijsbeest van de laatste plaat, en zette zo de toon voor anderhalf uur potige blues, tot hij eindigde in een climax met de absolute kraker “Dog house boogie”, de motherfucker van een song waarmee de hele hype rond zijn persoon in gang werd gestoken. Wat daar tussenin zat was een aaneenschakeling van venijnige en primitieve roots- en bluessongs met een ziel en met de nodige brokken emotie. Seasick Steve ontpopte zich op het podium tot een ware entertainer die zijn publiek wist te vermaken met tragi-komische verhalen over zijn hond en zijn asshole van een vader.
De man is tevens voorzien van een doorleefde bluesstem en zijn sound leunt nog het dichtst aan bij John Lee Hooker, maar dan iets feller en meer verbeten. Steve’s gitaren (de ene was het inmiddels gekende vehikel met amper drie snaren, de ander een omgebouwde sigarenkist) mochten net iets meer huilen en janken. Met een prachtige lovesong “Walking man” wist Seasick Steve tevens de gevoelige snaar te beroeren, een bevallige jonge dame mocht zelfs even het podium op om vlak naast Steve te komen genieten van deze mooie song.

Anderhalf uur was het publiek, dat lang niet alleen uit bluesliefhebbers bestond, in de ban van deze rasperformer. Of hoe simpele, eerlijke en primitieve rootsmuziek zo een kracht kan uitstralen. Thank you, Steve.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

O’Death

O’Death: overtuigende kroegentocht in de Rotonde!

Geschreven door

Het NY se sympathieke kwintet O’Death overrompelde vorig jaar al op hun éénmalig optreden in de MaZ te Brugge, toen ze de doorbraakcd ‘Head Home’ voorstelden. Een crossover van rauw rammelende rock, country, folk, bluegrass en punk. Ze hadden in hun liveset iets mee van de dynamiek van The Pogues, Kaizers Orchestra, Arcade Fire, The Pixies,The Levellers en Cold War Kids.

Hun songs ondergaan verrassende wendingen, hebben een krachtig gitaargetokkel door banjo/fiddle, zwierige vioolpartijen, een diepe bas en een opzwepende, strakke drums in combinatie met de zalvende werking van een akoestische gitaar. Het lijken wel zeemansliederen in de prairie, die beheerst en heerlijk klinken binnen de vooropgestelde songstructuur, en geleid worden door ‘kapitein van dienst’/zanger/gitarist Greg Jamie (vocaal refererend aan Fleet Foxes/My Mornig Jacket of Band Of Horses), die eerst de zang inzet, de anderen vocaal laat inhaken om dan luidkeels te zingen en te schreeuwen.
Het weirdo vijftal mag misschien over een overdosis energie beschikken door als een bende gekken in ontbloot bovenlijf te headbangen en heen en weer springen. Je slaat de bal mis als je denkt dat we het hier hebben over een stelletje ongeregeld …want da’s nu net hun formule die op het podium aanstekelijk werkt en het geheel opwindend en feestelijk maakt.
We hoorden 17 songs in een goed uur. Een opbouwende start met “Home” , “On an aching sea” en “Adelita” om beetje in de juiste  stemming te komen. Eénmaal ze op dreef waren, gingen ze als een stoomtrein tekeer op het podium, geselden hun instrumenten en zongen en  schreeuwden de longen uit hun lijf met het weirde walsende “Mountain shift”, “Legs to begin” en “That light does not dim”. De drummer liet zich niet onbetuigd: hij porde het publiek aan en zorgde voor een rauwer en meer opzwepend geluid door de mokerslagen op z’n drums en het ranselen van een ketting op de drums, een ton en cimbalen.
O’Death hield het tempo hoog en strak en liet maar eventjes de teugels los op broeierige songs als “Down to rest”, “Lowtide” en “Angeline”. “Allie Mae Reynolds” en “Nathaniel” in de bis breidden er nog een zwierig eind aan hun rondedans en overtuigende kroegentocht in de Rotonde. Doe het hen maar na in dit razendsnelle tempo.

Ze amuseerden zich alvast te pletter en werden succesvol onthaald in de goed halfgevulde Rotonde. Dit smaakte naar meer … een welverdiende wildcard mag weggelegd worden in een nokvolle biertent op Folkdranouter …

Organisatie: Botanique Brussel

Emiliana Torrini

Me and Armini

Geschreven door

De sympathieke IJslandse zangeres Emiliana Torrini (uit Kopavogur) breekt definitief door met haar derde plaat ‘Me and Armini’. Een gevarieerd geheel van sfeervol dromerige melodieuze pop met hippe, lichte elektronicabeats, aanstekelijke ritmes en rauwe rock, waarin haar singer/songwriterschap wordt onderstreept. Haar naïeve, onschuldige, maar warme vocalen geven zeggingskracht aan de nummers die refereren aan Joan As Police Woman (“Fireheads, “Beggar’s prayer”), Beth Orton (“Birds”) en Bjork (“Heard it all before”). “Jungle drums”, wat een uptempo groove, en “Gun”, lijkt wel de afwezige Kills song op hun eigen plaat!, zijn de meest snedige songs van de plaat. Toffe dame, tof plaatje en een verdiende erkenning!

Tilly & The Wall

0

Geschreven door

Tilly & The Wall is een spring- in-t-veld bandje uit Omaha, Nebraska. Ze zijn al aan hun derde cd  toe en zorgen voor vrolijke, broeierige pop. Het kwintet geeft kleur door pianoriedeltjes, trompetten en xylofoons. Voor de productie stond Mike Mogis in (The Faint, Bright Eyes). In de spotlights staat Jamie Presnall, tapdanseres en zangeres van deze leuke bende. Met haar schreeuwerige vocals sluit ze aan bij de dames van de B 52’s Pierson/Wilson. De band beschikt over de dynamiek en de speelsheid van een Los Campesinos.“Pot Kettle Black”, “Chandelier lake”, “Falling without knowing”, “Tall tell grass” en de xtra track single “Beat control” zijn de AntiDepressiva bij uitstek. Opwindende pop! Soms moet dat écht niet meer zijn …

Obscura

Cosmogenesis

Geschreven door

Het promoblaadje bij het gloednieuwe album van het Duitse Obscura klonk erg veelbelovend. Bij het lezen had ik onmiddellijk de indruk dat deze erg hoge beloften misschien wel moeilijk haalbaar leken. ‘Cosmogenesis’ werd hier namelijk aangekondigd als album dat zal meestrijden voor de titel Beste metalalbum van het jaar en als ‘grondlegger voor een mooie toekomst van de extreme metal’.
Om hierin te slagen omringde zanger/gitarist en oprichter van de band Steffen Kummer zich alvast met ervaren meesters in het vak. In 2007 vulden ex-Necrophagist drummer Hannes Grossmann en ex-Pestilence bassist Thesseling de line-up aan. In 2008 volgde ook Christian Muenzner, voormalig gitarist bij Necrophagist.
In hun poging om de toekomst van de extreme metal mee te kleuren, zorgden ze voor een geslaagde symbiose tussen death, thrash en black metal, gekleurd met een progressieve tint. De virtuositeit waarvan men in de promo brief sprak, zorgt ervoor dat het album een aantal luisterbeurten nodig heeft om volledig tot zijn recht te komen. Zo kwam het openingsnummer “Anticosmic Overload” bij mij aanvankelijk erg chaotisch over. De rest van het album schoof iets vlotter naar binnen. De verklaring hiervoor kan volgens mij gezocht worden in de melodieuzere aanpak. De beukende riffs worden naarmate het album vordert meer afgewisseld met technische passages.
Hoewel deze technische passages het niveau van bands als Dream Theater niet halen, komen ze volgens mij sterker over vanwege het gevoel en de kracht die erin weerklinkt. Vocaal sluit Obscura sterk aan bij bands als Cannibal Corpse. Op bepaalde momenten worden deze vocalen afgewisseld met elektronisch klinkende vocalen die sterk doen denken aan de band Cynic. Op muzikaal vlak zijn duidelijk de logische invloeden te horen van Necrophagist en Pestilence, maar doet het werk ook regelmatig denken aan bands als Atheist en Origin.
Mijn verwachtingen rond dit album waren hoog gespannen en na heel wat luisterbeurten moet ik toegeven dat men erin slaagde deze ook in te vullen. Nummers als “Universe Momentum” en het instrumentale “Orbital Elements” kenmerken het album. De afwisseling in deze nummers vormen het perfecte voorbeeld voor de variëteit die geboden wordt op ‘Cosmogenesis’. De poging om het metalalbum van het jaar af te leveren is alvast geslaagd! De lat voor andere bands is hierbij meteen hoog gelegd.

Port O’Brien

All we could do was sing

Geschreven door

Een tof en interessant debuutplaatje komt van Port O’Brien, letterlijk via een overzetboot ons landje binnengevaren, want achter deze uit Bay Area, Californië afkomstige band, schuilt het folkduo Van Pierszalowski en Cambria Goodwin.
Puike indie/folkpop horen we op het ijzersterke debuut ‘All we could do was sing’, die de sober gehouden EP ‘The wind and the swell’ op volgt. Ze brengen een gevarieerde aanpak en een vrolijke ondertoon in elke song, van de kaal gehouden intimiteit van Bon Iver en Bonnie Prince Billy ( “Fisherman’s son”, “Don’t take my advice” en “Will you be there”) naar de bredere opzet: door een steviger rocktune van Pavement (“Pigeonhold”, “The rooftop song”, “In vino veritas” en “Close the lid”) of de sfeervolle groove van Shearwater en Arcade Fire: “I woke up today” en “Stuck on a boat”.
Port O’Brien staat garant voor een instrumentarium van akoestische gitaren, banjo en violen, luidkeels in koorvorm meegezongen stemmenpracht, uitbundige refreinen en meestampers. Het is de muzikale opzet van het duo.
Handig om weten: HIJ vangt in de zomer zalm op de vissersboot van z’n pa in Alaska en ZIJ bakt thuis brood als tijdverdrijf. Aan land leggen ze hun afzonderlijke ideeën en teksten te samen, wat resulteert in deze overtuigende debuutplaat. Aanstekelijk materiaal dus … en het mag dus meer zijn van deze leuke, nieuwe muziek.

Team William naar Canada Music Week

Geschreven door

Team William, bronzen medaillewinnaar van Humo’s Rockrally 2008, is uitgenodigd om op 13 maart 2009 te spelen op de Canadian Music Week inToronto, één van de grootste Noord-Amerikaanse showcasefestivals! Een hele eer, dat blijkt ondermeer uit het feit dat Milow de enige andere Belgische band is die naast Team William werd uitgenodigd. Ook internationale acts alsBloc Party en The Ting Tings zullen van de partij zijn. Daarenboven begint Team William binnenkort samen met producerMario Goossens (bekend van productiewerk voor The Blackbox Revelation en als drummer van onder meer Triggerfinger en Hooverphonic) aan de opnames van zijnlangverwachte debuutalbum. De release is gepland voor half mei 2009.

Info op – www.keremos.be

Laïs - Lenski CD-voorstelling

Geschreven door

Op 16 april stelt 'LAÏS LENSKI' zijn eerste cd voor in het Zuiderpershuis in Antwerpen.
De dames van Laïs maken muziek samen met Simon Lenski. Dat niemand eerder op het idee gekomen is. De wonderlijke papieren, fluwelen, fluwijnen, satijnen stemmen van Laïs gecombineerd met de bijna religieuze (maar dan toch ook weer bijwijlen demonische) cello van Lenski (zie ook DAAU en Prima Donkey) leveren een plaat op die eigenlijk maar één titel kon hebben: LAÏS LENSKI.
De samenwerking zat er al langer aan te komen. Zowel Simon Lenski als Jorunn Bauweraerts, Annelies Brosens en Nathalie Delcroix bewogen zich al jaren in omgevingen die folk, traditionals, polyfonie en meerstemmige schoonheid aanbaden, - maar die ook open stonden voor het experiment - en van het één moest het ander komen. Kon vrijwel niet anders.
Maar dat het resultaat zo vreselijk mooi zou zijn, dat viel niet te voorspellen.
Op ‘LAÏS LENSKI’ gaan zowel Laïs als Lenski een heel eind verder dan hun muzikale loopbaan tot dusver liet vermoeden. Tien tracks zijn het geworden. Tien nummers die recht naar de keel grijpen. Noem het neo-folk, noem het filmmuziek, zie het als avant-garde klassiek of gregoriaans. Noem het nachtmuziek voor op grauwe wintermiddagen.
Denk aan vanalles en nog wat, maar laat de klassieke referenties varen. Hier zijn de referenties zowel middeleeuws als postmodern als eigenaardig. 2001 A Space Odyssey, Ijsland, de Vlaamse killing fields, Nick Cave als je wil, swamp blues, het Nederlands, oud-Frans, Albion. Magnolia. David Lynch. Sci-fi folk.
Op ‘LAÏS LENSKI’ staat louter uitgepuurde, intelligente sferische muziek. Muziek die het huis vult. En uw hart. En uw gedachten.Internet: www.lais.be
Wanneer? Waar?
Donderdag 16 april 2009            Zuiderpershuis, Antwerpen            20u30
Tickets via web site Zuiderpershuis
Info ook via http://www.greenhousetalent.be
Lees ook de livereview op site Musiczine.net

Woodpigeon

Woodpigeon: Zachtjes kirren aan introductieprijs

Geschreven door

Eind vorig jaar lanceerden de organisatoren van de Botanique een nieuw initiatief onder de noemer ‘New Talents, Cool Prices’. Het doel daarbij was van meet af aan artiesten die aan het begin van hun carrière staan, de kans te geven om in een  professionele omkadering het beste van zichzelf te geven en zich in de kijker te spelen van een nieuwsgierig publiek, mede geruggensteund door het feit dat de toegangsprijs tot een minimum wordt herleid opdat dit geen obstakel mag zijn om de eventuele sterren van morgen aan het werk te zien.

En dat het concept werkt, getuigt de toch wel aardige opkomst voor het concert van het Canadese Woodpigeon afgelopen zondag in de Rotonde van de Botanique. Het  uit Calgary opererende achtkoppige collectief onder leiding van zanger-liedjesschrijver Mark Hamilton, past dan ook perfect in dit plaatje. Hun melodieuze, vaak integere mix van folk en pop nestelt zich namelijk erg goed in een zaal als de Rotonde en behalve enkele EP’s hebben ze tot nu toe twee volwaardige platen, ‘Songbook’ (2006) en ‘Treasury Library Canada’ (2008), op hun actief staan die pas nu hun verspreiding in Europa kennen zodat de groep op het Europese vasteland nog aan een veroveringstocht moet beginnen.

Dit laatste voor ogen houdende, zou je verwachten dat de groep dan ook bij hun concert in Brussel de setlist in de eerste plaats zou samenstellen op basis van deze twee te promoten platen maar dat is dan buiten de eigengereidheid van Woodpigeon gerekend. Ja, via songs als “Songbook / The Sound Of Us Playing Together” en het afsluitende, akoestisch en solo door Mark Hamilton gespeelde “Feedbags” werd geplukt uit ‘Songbook’ en met “Emma Et Hampus”, “I Live A Lot Of Places” en de  tijdens de eerste bisronde gebrachte “Bad News Brown” en “Knock Knock” werd inderdaad een inzage geboden in het zopas gelegde ei ‘Treasury Library Canada’.
Maar voor het overige was het een en al verrassing. Niet alleen ving het concert meteen heel sober aan toen louter de violiste en celliste op het podium verschenen en een versie van “Salut D’Amour”, een klassieke instrumentale compositie van Edward Elgar, brachten, maar onderweg kregen we ook uitstekende versies van nog twee andere – niet voor de hand liggende - covers te horen, namelijk “Joga” (Björk) en “Lay All Your Love On Me” (Abba).
Dit alles werd afgewisseld met het
bijzonder sterke “Oberkampf” uit de EP ‘Houndstooth Europa’ en met nieuw, nog niet op plaat uitgebracht werk als “The Saddest Music In The World”, “As Read In The Pine Bluff Commercial”, “Edinburgh / L’Appelle D’Vide” en “The Pesky Druthers (Parts 1 & 2)”. En dat het daadwerkelijk om nieuw werk ging, liet de groep duidelijk verstaan via de bindteksten of door erg regelmatig naar de partituren te staren.
Door deze stap in het onbekende kreeg het publiek zijn duifje dus niet op een schoteltje aangeboden en genoot het op een rustige manier. Dit kwam vooral tot uiting toen zanger Mark Hamilton polste naar het volkslied van België. Weinig of geen respons kwam uit de zaal en meteen werd ook Canada met de neus op de hier heersende communautaire, politieke verwarring gedrukt. Gelukkig bleef de humor zowel op als voor het podium onaangetast.


Op plaat maakt Woodpigeon vaak gebruik van een uitgebreid arsenaal aan  instrumenten en wordt daarmee in de pers meermaals vergeleken met gelijkgestemden als Sufjan Stevens, Belle And Sebastian of Camera Obscura om er een paar te noemen. Hun passage in Brussel verliep heel wat soberder. Zo was de bezetting herleid tot zes muzikanten en ondanks gebruik van akoestische (slide)gitaar, glockenspiel, piano/synth, viool en cello bleven een aantal instrumenten in hun thuisland staan, met niet in het minst de blaasinstrumenten (op basis waarvan ze vorig jaar nog een tournee met onder meer Calexico konden versieren) en de drums. Dit werd gecompenseerd met veelvuldig ritmisch handgeklap en de prachtige, bij momenten pakkende harmonische samenzang, maar toch had wat meer omkadering de songs en de zachte stem van Mark Hamilton extra kracht en impact kunnen geven. Nu bleef bij sommige nummers de voor Woodpigeon typerende opbouw tot een muzikale climax enigszins uit.
Het concert dat bol stond van de melodie, was lief en hartverwarmend en vormde dan ook een aangenaam avondje uit om een koude, regenachtige zondag te doen vergeten. Dit smaakt naar veel meer en kan tellen als ‘een introductie tot …’ (ondanks twee bisrondes duurde de set net iets meer dan een uurtje).

Omdat de meeste groepsleden ook nog deel uitmaken van andere formaties luidt de vraag hoe de toekomst van Woodpigeon er verder zal uitzien maar gelet op het aantal nieuwe nummers die in de Botanique gebracht werden, lijkt het einde verre van in zicht. Gelukkig maar, want Woodpigeon vraagt zeker uw aandacht om gespot te worden. U hoeft daarvoor geen gepassioneerd ornitholoog te zijn. De groepsnaam heeft namelijk niet zozeer iets te maken met de gelijknamige vogelsoort.  ‘Woodpigeon’ is gewoon een favoriet woord van Mark Hamilton omdat het schuin geschreven, lijkt op een achtbaan.
Dit verduidelijkt zijnde, houdt ondergetekende voor hun album ‘Treasury Library Canada’ nu alvast een plaatsje vrij in het eindejaarslijstje.

Organisatie: Botanique, Brussel.

Helmet

Strakke en afgemeten set van Helmet

Geschreven door

Het gezellige decor van de Gentse Minnemeers fungeerde afgelopen zaterdag als voorlaatste halte van de Europese tournee van Helmet. Deze invloedrijke band werd 20 jaar geleden opgericht in New York door zanger/gitarist Page Hamilton (inmiddels 48), nadat hij uit de noise-rock formatie Band of Susans was gestapt om jazz te studeren. Hij vond zijn inspiratie in bands en artiesten als Sonic Youth, Glenn Branca, Big Black en Killing Joke. Deze sound wilde hij combineren met jazz-achtige invloeden, resultaat hiervan was Helmet. Page werd in de uitverkochte club bijgestaan door dezelfde muzikanten die vorig jaar op Graspop voor één van de hoogtepunten zorgden: Dan Beeman op ritmegitaar, bassist Jon Fuller en drummer Kyle Stevenson.

Het concert werd afgetrapt met het sterke openingstrio “Role model”, “FBLA II” en ”Smart”. Meteen werd duidelijk dat de stop 'n go riffs en hypnotiserende staccatoritmes nog altijd hun effect niet misten. Het felle “Ironhead” en pompende “Unwound” volgden in sneltempo. De gitaarsolo's van deze meester bleken nog altijd uit duizenden herkenbaar, zeer straf! Met knappe vertolkingen van “Exactly what you wanted”, “It's easy to get bored with”, “Birth defect” en “Driving nowhere” werd hun vergeten meesterwerk 'Aftertaste' in de schijnwerpers geplaatst.
Page gaf een ontspannen indruk en sloeg sporadisch een praatje met het publiek. Hij was zichtbaar onder de indruk van de respons. Het rauwe “Swallowing everything” en het energieke ”Street crab” passeerden daarna de revue. Publieksfavorieten “Unsung”, “Wilma’s rainbow”, “Milquetoaste” en ”In the meantime” blijven moordsongs en deden de temperatuur nog wat stijgen. Standaardalbums als 'Meantime' en 'Betty' mogen dan ook niet ontbreken bij elke zichzelf respecterende rockliefhebber. Ook de classic “Just another vicitim” van de Judgement Night-soundtrack ontbrak niet. Dit is een song waar iedere dertiger wel eens uit de bol is op gegaan, onverslijtbaar spul!
Hekkensluiters van deze overtuigende set waren het monolitische “Tic” en het gortdroge “On your way down”. Enig minpunt was dat de vocals van Page Hamilton niet meer zo boos en krachtig klonken als tijdens hun hoogdagen in de '90's, maar dat was vonden de aanwezigen een kleine domper op de feestvreugde!
Sterke performance van deze alternatieve metalhelden. Much respect!!! Voor de diehard fans: dit jaar zou er nog nieuw werk verschijnen, ik kijk er alvast naar uit.

Supportact Totimoshi (gekke naam trouwens) uit Oakland, USA is een totaal onbekende voor de meesten van ons. Het trio, opgericht in '97, heeft reeds 4 albums op hun naam staan. Ze brachten een mix van alternatieve rock, grunge, punk en metal. Invloeden van Nirvana, Dinosaur Jr, Melvins, Mudhoney en Black Sabbath drongen door in hun sound. Spijtig genoeg was hun songmateriaal kwalitatief niet bijzonder hoogstaand en vrij inwisselbaar en sloeg de verveling nogal snel toe.  Ook het monotone en trage tempo en irritante, schreeuwerige zanggeluid kon ons maar matig overtuigen. De muzikale kwaliteiten werden ons niet duidelijk. Hier was nog werk aan de winkel!

Opener van de avond was het Leuvense kwartet The Sedan Vault die hun tweede album 'Vanguard' kwamen promoten. Ook zij werden maar lauw ontvangen. Toch was dit een prima mengeling van indierock, emo, punk, progrock en electronica. Referenties naar The Mars Volta en At the Drive-in waren hoorbaar, maar ook echo's van The Blood Brothers, Sparta en Thrice klonken door. Dit was duidelijk geen hapklare brok muziek. De hoge vocalen, complexe songstructuren, onverwachte wendingen en elektronische effecten vergden een grote inspanning van de concertganger. Dit was geen spek voor ieders bek! Toch zijn we overtuigd van hun muzikale kwaliteiten en vonden we dit beslist de moeite waard!

Organisatie: Democrazy, Gent

Pagina 439 van 473