MGMT: omschreven als één van de doorbrekende bands van het jaar, wat juist is, met één van de debuten van het jaar, wat niet juist is … Het gezelschap rond het Amerikaanse duo Ben Goldwasser/Andrew Vanwyngaerden, heeft als credo ‘love , peace en geestesverruimende muziek’ en zien zichzelf als een band uit de toekomst die ‘70’s psychedelica speelt. Hun kleurrijke poppsychedelica klinkt melig, dromerig, lieflijk, onschuldig, hip …en hipper door de drie singles “Time to pretend”, “The electric feel” en het dansbaar stomende “Kids”, die de muzikale driehoek van pop, rock’n’roll en dancepsychedelica compleet maken. En hun visie van rock’n’roll wordt gelinkt met jong zijn, samenhorigheid, dartelende veulens, bloemetjes en bijtjes en vloeistofdia’s.
Management is muzikaal ergens te situeren tussen oudjes Pink Floyd, Pavlov’s Dog, Hawkwind, Bowie, The Doors en jongere bands als Flaming Lips, Mercury Rev en Ozric Tentacles.
Sinds hun debuut waren ze al drie keer te zien en hun live optredens vormen een bron ter discussie van goed – niet goed; kijk, in de AB Club en op Pukkelpop klonk het rommelig, slordig en lieten ze een gelaten indruk na. Betrokken en geconcentreerd speelden ze op Werchter een weldegelijke set van een klein uurtje. En na de clubconcerten in de Vooruit en in de l’Aéronef is het me nu duidelijk dat de band maar over een handvol ‘kwalitatief sterke’ nummers beschikt. We hoorden, naast de drie prachtsingles, intens broeierige versies van de “4th Dimensional transition”, die door de distortion pedaaleffects beklijfde en intrigeerde, het sfeervol poppy “The youth” en “Weekend wars” met een dromerig elektrodeuntje. De grootsheid van deze songs hielden ze niet vol, want “Pieces of what” en “The handshake” klonken flets en rommelig. Vullertjes noemen ze zoiets. De soort rockopera van meer dan een kwartier, die ze aan “Metanoia” gaven, klonk wisselend, deed de spanning dalen en werd matig onthaald; we hadden er het raden naar welke richting het uitging: psychedelicatrips, snedige gitaren, Doors toetsen, fuzz en “Bohemian rapsody” vocoder stemmetjes. Maar ze verbaasden dan met een gevarieerd krachtiger klinkende “Moon, birds & monsters”. En op het afsluitende, mooi uitgesponnen “Kids” kon het publiek dan eindelijk uit z’n dak gaan: heupwiegend, dansend en springend op die ene herkenningstune op toetsen, wat refereerde aan Sister Bliss op de Faithless’ songs “Insomnia”, “We come one” en “God is a DJ”. Op dit nummer ontplofte het … laaiend enthousiaste reacties …en was MGMT voor 1 keer dEUS …
De bis klonk niet onaardig en was boeiend qua songs: een ‘80’s rockend Jesus & Mary Chain/ BRMC gehalte op “Teenage lust” en een snedige “Future reflections” smaakten naar meer en zetten de lijn door van het overtuigende laatste half uur!
We raden alvast MGMT aan in die richting verder te gaan, waar zij allerlei stijlen samenbrachten tot een paar hechte psychedelicarocksongs, zoals we dat al hoorden van een Black Angels en Black Mountain. Mag dit een kritisch lerende tip zijn …
Uit dezelfde muzikale stal komt het uit Brooklyn, New York afkomstige A place to bury strangers. Het trio stelde ons gehoor danig op de proef met een oorverdovende repeterende ‘wall of’ noise, galm en rock’n’roll, refererend aan “Never Understand” van, opnieuw, Jesus & Mary Chain, ‘90’s Swervedriver en Sonic Youth: heen en weer zwierende, gierende gitaren, een laaghangende bas (remember Soundgarden ), ingedrukte pedaaleffects en feedbackgeraas, opzwepende drums en een ongezonde dosis stroboscoop.
’Total sonic annihalation’ omschrijven ze het zelf… Qua sound veelzeggend, want het was van’80’s Swans/Michael Gira geleden dat ik deze term nog uitsprak …
Beide bands benaderden de pijngrens van ons gehoor; de te scherpe, luide sound gaf een dagenlange oorsuis. Foei heren van de PA, kunnen we rekenen op een tegemoetkoming, aub?!
Organisatie: FLP, Lille ism Aéronef, Lille