logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2025 16-10 Metal Molly 30Y ‘surgery for zebra’, Cheap cult 17-10 Legends of rock: tribute tour roadhouse: Eagles, Fleetwood Mac, Johnny Cash 18-10 Icoon ‘man in the mirror’ (nillies popfeestje) 19-10 Goya concert,…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14970 Items)

Gent Jazz Festival 2009: Lambchop / Rodrigo Y Gabriela

Geschreven door

Lambchop
Wie dacht dat flamenco behoort tot de antiquiteitenkast was vrijdag niet op appel tijdens Gentjazz. Eerst moesten we nog door de zure appel van Lambchop bijten. Kurt Wagner en de zijnen konden het publiek tot weinig enthousiasme inspireren met weliswaar degelijk songmateriaal, die op cd met een glaasje wijn en een boek in de hand wellicht te pruimen zijn, maar live algauw tot gegeeuw lijden. Hun subtiele mix van verschillende stijlen begon menig zelfs ietwat op de zenuwen te werken.

Rodrigo Y Gabriela
Gabriela Y Rodrigo brachten soelaas. Slechts gewapend met 2 akoestische gitaren leverden ze muziek alsof een hele band aan het werk was. Flamenco in de beste traditie van Al di Meola en Paco de Lucia, maar dan vernieuwend, gespekt met de roots waarin de het buskende duo vroeger aan de slag ging: metal. Een gitaar heeft meer dan 6 snaren, de kast laat zich gedwee beroffelen met swingende ritmes, ja zelfs tot er technobeat op je af komt. Het publiek ging steeds mee in een set die geen seconde verveelde. Rodrigo verliet algauw de centraal geplaatste stoel op het podium om het publiek op te jutten. Virtuozen in het bespelen van publiek en gitaar. Ging er in als tapas!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Dourfestival; dag 1: donderdag 16 juli 2009

Geschreven door

Op de eerste van de vierdaagse marathon waren er al 34000 bezoekers. Een rustige aanloop van Frans talent, beloftevolle ontdekkingen en enkele doom/drone metal bands.

Een overzicht van onze windowshopping dag 1

Joe Gideon & The Shark zorgde voor een broeierige spanning van rauw rockend materiaal en een intense, soms krachtige drums, onder een diep grauwe (zeg)zang ... van een rustig voortkabbelend tot en meer snedig en smerig geluid ...

Selah Sue was sterk onder de indruk van de massa die samentroepte in de grote dancehall. Omarmd met haar akoestische gitaar en haar soulfulle pakkende stem, kon ze rekenen op een ongeëvenaarde respons.  Ze stond duidelijk haar 'mannetje' in deze menigte  en bewees elk soort festival aan te kunnen!  van het innemende "Mountain" naar een broeierig  "Black part love" tot" Fyah fyah",  een medley en een "Cotton on eye joe" zwierige  tune .

Jim Jones Revue ontpopten zich als heruit gevonden Blues Brothers/The Cramps met hun frisse en dynamische rockabilly rock'n' roll . De 'say yeahs' vlogen om de oren ...

Eén van de ontdekkingen was Qemists. De groep stoeide met invloeden van UDS, Faith No More, Senser, Breakbeat Era, Prodigy, Goldie en Roni Size en gaf er een eigen alternatieve, opwindende draai aan. Rock, crossover, drum'n'bass, harde ontspoorde beats en strakke gitaren ...'say yeah' tot Qemists.

MVSC, de ontmoeting tussen Montevideo en Compuphonic, boeide met aanstekelijke grooves van punkfunk en leken een goede 'warming up' voor Friendly Fires, ware het niet dat zij ter elfder ure hun optreden cancelleden.

 Cocoon vormde een aangenaam rustpunt en hield het op gemoedelijke, dromerige pop, met een knipoog naar Bony King Of Nowhere.

Tussendoor hadden we de harde, bezwerende en huiveringwekkende drone/dooms van Amenra en Isis, die kippenvel bezorgden . Meshuggah, ondanks de mindere zang, overweldigende met hun strakke mathmetal.

De avond kon worden  besloten met Santigold. Ze deed alvast haar best om de combinatie van pop, soul, funk, dubs, reggae in een mooi concept te gieten. Maar de mainstage was iets te hoog gegrepen. Een ietwat rommelige sound kon nét niet die vonk geven ... Op het eind mochten de eerste rijen meedansen op de bühne.

De nacht kon worden ingezet met de beat'sn'pieces van Matthew Herbert, met een link naar de Roisin Murphy/Moloko sound, Mstrkrft, die de beats nog heftiger deden klinken en tot slot de opzwepende drum'nbass van Andy C and MC GQ en Noisia

Ondertussen werd het vier uur in de ochtend .. tijd om ons bed op te zoeken, te slapen en dag 2 aan te vatten na een helse plensbui ...

Dour Festival 2009 | Persupdate vrijdag 17 juli | 14 uur

Geschreven door

Dour Festival schiet overtuigend uit de startblokken: voor de eerste festivaldag gingen er 34 000 tickets over de toonbank. Volop zonneschijn, een prima sfeer, een enthousiast publiek en sterke acts maakten het plaatje compleet.

Voor vrijdag, zaterdag en zondag verwacht het festival nog meer bezoekers. Er zijn nog tickets te koop aan de kassa.

Verwacht wordt dat er, net zoals de voorbije jaren, zowat 140 000 tickets zullen worden verkocht voor de 4 festivaldagen.

Op organisatorisch vlak vallen er geen noemenswaardige problemen te noteren: het verkeer verloopt vlot, er staan haast geen wachtrijen aan de kassa en de bezoekers stromen vlot binnen.

Vannacht kregen we wel het bericht binnen dat Assassin hun concert van zondag moet afblazen omwille van gezondheidsredenen. Dour Festival gaat op zoek naar een vervanger.

De concerten van Scylla, La Swija, Medine, Kery James, Psy4 de la Rime, 5 elements of Hip Hop feat. MixMaster Mike [Beastie Boys], Muggs [Cypress Hill], DJ JS-1 [Rock Steady Crew], Mr Wiggles [Rock Steady Crew] & Rahzel [The Roots] gaan wel door zoals gepland.

http://www.dourfestival.be/nl/?l=nl

 

Gent Jazz Festival 2009: Leela James/Jamie Lidell: Alweer bij de strot gegrepen.

Geschreven door

Briskey
Naar goede gewoonte wist de puike organisatie weer Belgische topkwaliteit te programmeren als opener. De wereld is toch mooi als Isolde Lasoen achter de drums zit. Met nog Sara Gilis op de fender rhodes en de bloodmooie celliste erbij is dat meer dan voldoende om het testosteron bij de mannelijke helft euh.. omhoog te krijgen.
Briskey is ontsproten uit het muzikale brein van Gert Keunen en wordt cinematic postjazz genoemd. We kregen een vakkundig, minimalistisch, ietwat traag maar vooral hartverwarmend concert voorgeschoteld die doet denken aan soundtracks van de betere alternatieve films. Canvasvoer, zeg maar. Met een blazerstrio om u tegen te zeggen konden we genieten van prachtige suggestieve arrangementen. Naast het topmoment “Le désir de l’autre” kregen we met “Spellbound” een finale van jewelste met een fade out en een fade in.
Valt er dan iets op te merken? Jawel: Zangeres Dorona dacht waarschijnlijk dat ze het warm water heeft uitgevonden en haar overacting en geposeerde emotionaliteit werkte storend.. Gelukkig stuurde Gert Keunen ze op tijd weg.

Leela James
Ok, geen Jazz, maar pure onversneden Soul. En je kan het niet aan mensen beschrijven wat we hebben gezien en gehoord. De pittige Leela met een stem als een misthoorn heeft meer soul in haar kleine linkerteen dan de volle Aretha Franklin, Chaka Khan en Neneh Cherry samen. ‘Back to the basic’ en terug naar die heerlijke ‘old school’ soul en funk.
Laat ons haar ook gerust de vrouwelijke Iggy Pop van de soul noemen. Met de vingers in de neus wist ze in een mum van tijd het publiek op te zwepen. Je zag duidelijk dat het recht uit haar hart kwam en dat ze het méénde. Zo werden ook een vijftigtal mensen op het podium geroepen om deel te nemen aan het gigantisch feest.
We zagen flitsen van de betere Simply Red, The Meters, Sly and the Family Stone, met als absoluut hoogtepunt “Miss you” van The Stones die voor de gelegenheid werd omgedoopt tot “I love music”. Toch wel één schoonheidsfoutje: waarom een soulversie maken van “Don’t speak”? (Pas op, ik heb niets tegen die trut van No Doubt hoor).
Leela verliet na dit gigantisch feest duidelijk geëmotioneerd het podium. Het dankbare publiek wist nog niet dat er nog meer van dat zou komen.

Jamie Lidell
Deze muzikale duizendpoot kon begin deze week al eens onverwacht repeteren op Cactus en was duidelijk van plan Leela te overtreffen. En dat is hem wonder boven wonder ook gelukt met zijn eigenzinnige interpretaties van klassieke soul met hier en daar een knipoog naar de oude funk van Toussaint en zijn Meters. U zal best begrijpen dat Lidell moeilijk te vatten is. “Prostitution” doet me aan Stevie Wonder denken, we proefden muziek en verwijzingen naar Jamiroquai, Matthew Herbert, Amy Winehouse met “I say No No”, en ga maar door. Op de koop toe wist hij met zijn beat box time in zijn eentje op het podium de tent simpelweg op stelten te zetten. Hier gaf hij even les aan de Dewaele Brothers. Dan werd een heuse stomende finale ingezet met topmuzikanten: Andre Vida speelt gehuld in een kamerjas twee saxen tegelijk, Taylor Savvy speelt bas en gitaar en lijkt opgebeamd uit de jaren 70, Phil Parnell is een van de betere toetsenisten van het festival en Willie B drumt als een locomotief. Zijn pornosnor weze hem vergeven.
Kortom : de ideale stomende mix tussen jazz, soul, funk,disco en electronica.

Beste mensen: Gent Jazz kan niet meer stuk!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent


Bat For Lashes

Two suns

Geschreven door

Het Britse Bat For Lashes (Brighton) onder de bevallige Natasha Khan (Britse van Pakistaanse afkomst) kreeg de verdiende erkenning met de emotievolle single “Daniel” van deze tweede cd ‘Two suns’. Bat For Lashes biedt een uniek geluid van sombere, dreigende, etherische gothic folkpop. De songs zijn mooi uitgewerkt door de doffe apocalyptische drumroffels, de prikkelende elektronica, toetsen, piano, synthbeats en een gitaarloop, gedragen door haar hemelse lichthese vocals. Het gaat van een lichtvoetig duistere “Siren song” naar traag slepende songs als de opener “Glass” tot toegankelijke, dromerige ballads “Peace of mind” en “Travelling woman”. Hoogtepunt binnen die bedwelmende, betoverende liedjes vormt natuurlijk die opmerkelijke single “Daniel”, wat als een classic mag worden beschouwd!
Haar sombere zweverigheid mag geplaatst worden tussen Kate Bush, Tori Amos, Goldfrapp, Björk en Anne Clark. Ze roept de breekbare pop op van bands van Elisabeth Frazer (Cocteau Twins), Alison Shaw (The Cranes), Lamb (Louise Rhodes) en combineert het met de rock en roots van PJ Harvey, Joan Wasser (Joan as Police Woman) en Cat Power. Ze lijkt de verpersoonlijking wel van Toni Halliday (Curve) en overstijgt probleemloos ‘de lookalikes’ van de Evanescences (Amy Lee) en Within Temptations (Sharon den Adel).
’Two suns’ is een uitermate consistent album van een volwassen talent …Te koesteren!

Ray LaMontagne

Gossip in the grain (2)

Geschreven door

Talentvolle heren die teruggrijpen naar de soul van de golden sixties, het is een interessante nieuwe trend geworden, zie o.a. Jamie Lidell en Eli ‘Paperboy’ Reed.
Ook singer/songwriter Ray Lamontagne, gezegend met een heerlijke zachte stem, heeft bakken soul in zich. Dit bewijst hij al meteen met de opener, tevens eerste single, “You are the best thing”, een geweldig soulnummer dat doet denken aan grootheden als Otis Redding en Sam Cooke. De soul vloeit tevens rijkelijk in mijmerende ballads als “I still care for you” en “Let it be me”. Lamontagne ziet het wel wat breder en beperkt zich niet tot één genre, hij kan ook bloedmooie akoestische songs schrijven, getuige het afsluitende titelnummer en zeer zeker “Winter birds”, een naakte prachtsong, meteen onze favoriet van de plaat. Rootsy country en folk horen we achtereenvolgens in “Hey me, hey mama” en het prachtige bluesy “Henry nearly killed me” (we moeten hier even denken aan Peter Case).
‘Gossip in the grain’ is een intiem stukje romantiek, badend in heldere melodieën en zalvende gitaren, een zachte plaat om bij voorkeur bij een mooie zonsondergang te beluisteren. En laat ons nu maar stoppen, want we worden te melig.

Depeche Mode

Sounds of the Universe

Geschreven door

Het trio Gahan, Fletcher en Gore zijn pioniers van de ’80’s electro/synthpop; een handvol wereldhits van in onze jeugdjaren zijn in ons geheugen gegrift als “I just can’t get enough”, “Everything counts”, “People are people”, “Master & servant”, “Blasphemous rumours”, … In de jaren ’90 evolueerden ze naar een gelaagder geluidsdecor, eigen geworden dreigende en twinkelende elektronica, bleeps en gitaarloops. Songs die een bredere aanpak lieten horen en niet gefixeerd zijn op een dreunende, swingende electrobeat.
’Sounds of the Universe’ klinkt minder donker dan de voorgaande platen en heeft met “Wrong”, “Peace” en “Miles away/the truth” drie potentiële hits klaar. De andere songs zitten ingenieus in elkaar binnen het vertrouwde DM concept van sfeervol broeierige luistersongs. We vinden ook een paar synthballads terug, “Little soul”, “Come back”, “Perfect” en “Corrupt” die de cd op innemende wijze besluit. Maar er is ook een keerzijde …het trio slaat af en toe de bal mis door enkele niemandalletjes “Fragile tension” en “Jezebel”.
Maar soit, Depeche Mode heeft geen behoefte om nog electroknallers te produceren. Ze weten met de huidige stijl een breed publiek aan te spreken en boeken nog steeds positieve resultaten na ruim 25 jaar…

The Gories

The Gories en The Oblivians: Onweerstaanbaar

Geschreven door

Op de niet aflatende vraag uit Europa, waar de organisatoren er een pak geld voor over hadden, werden de (in beperkte kring weliswaar) legendarische bands The Gories en Oblivians na respectievelijk 17 en 12 jaar opnieuw bij elkaar gefloten voor een Europese tour. Een tour waarin België bijzonder goed bedeeld werd met haltes in Gierle en de 4AD in Diksmuide. Ter vergelijking: Engeland moest het stellen met één optreden op een festival ergens in een oude loods in Nottingham met een schabouwelijk geluid.

In tegenstelling tot een nokvolle 4AD waar het geluid gewoonweg fantastisch was en meteen ook de stelling alsof dit niet belangrijk zou zijn voor garagerockgroepjes onderuit geschopt werd. "Het lijkt wel alsof ik onder een microscoop speel" zei Dan Kroha hierover waarna zijn gitaar prompt de geest gaf en hij de ganse set verder moest met het exemplaar van Jack Oblivian. Het ene had uiteraard niets met het andere te maken maar het was wellicht het enige minpuntje in een voor de rest perfect optreden van The Gories. Ongelooflijk strak gespeelde garagepunk met wortels in de blues waar het spelplezier in beken van afdroop. Dan Kroha en Mick Collins lieten hun gitaren nijdig snokken en gingen geregeld met elkaar in de clinch. Bovendien beschikken beiden over een bijzonder aangename stem wat in het geval van Kroha wel een verrassing was. Minst getalenteerde van de drie is ongetwijfeld Peg O'Neill maar haar primitieve geroffel bleek toch een essentiëel onderdeel van de Gories-sound. En dat die Gories na al die jaren nog niet vergeten zijn bewees het publiek tijdens "Thunderbird ESQ" waarin het de tekst moeiteloos zong. Grappig moment was toen Dan Kroha het publiek indook daarbij vergetend dat zijn gitaarkabel wat aan de korte kant was en zo zijn versterker de grond insleurde. The Gories waren verbluffend sterk en veel beter dan wat ik via hun platen verwacht had.

De Oblivians stonden dus voor de moeilijke taak om die prachtprestatie te evenaren maar reeds vanaf het eerste nummer "No reason to live" werd duidelijk dat ze hierin moeiteloos zouden slagen. Er werd gestart met de beste opstelling : Jack op drums, Greg en Eric op gitaar. Al die prachtsongs van destijds hadden nog niets aan kracht verloren, integendeel, het leek erop alsof ze nog een extra injectie soul hadden gekregen. Die sound van gruizige en piepende gitaren overviel me als een warme gloed (geen drug kan hier tegenop) en die gehavende, breekbare stem van Greg is er in de loop der jaren nog beter en sexier op geworden. De instrumentenwissels, vroeger hun handelsmerk, leek nu eerder in hun nadeel te werken. Maar in Diksmuide vloog Jack er meteen in met "Strong come on" zodat we die stijlbreuk meteen vergaten en het feestje gewoon verder raasde.
En dan plots na amper een half uur was het voorbij terwijl onze honger nog zo groot was. Wilden de heren het deze keer gebald houden of waren ze hun tijdsbesef kwijt? Gelukkig maakten twee fenomenale bisrondes alles weer goed. Zo hoorden we o.a. nog een bijzonder broeierig "Happy blues", een stompend "Mary Lou" en het (voor het eerst deze tour) tot het laatst opgespaarde "Bad man" waarbij het deksel volledig van de pan vloog. De ontlading was enorm groot. Het was mooi geweest.
Achteraf hoorde ik iemand mekkeren over ‘de verkeerde songkeuze’. Dikke zever, ik zag ze 4 keer tijdens deze tour en het lijstje songs dat ik hoorde is indrukwekkend lang en zonder stinkers. De songkeuze wordt trouwens telkens op het moment zelf bepaald en er werden regelmatig nummers op vraag van het publiek gespeeld.

Nu het voorbij is kan ik enkel hopen dat deze Gories/Oblivians reünietour de voedingsbodem wordt voor talloze nieuwe groepjes om zo de rock-'n-roll van uitsterven te behoeden.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: 4AD, Diksmuide

The Oblivians

The Oblivians en The Gories: Onweerstaanbaar

Geschreven door

Op de niet aflatende vraag uit Europa, waar de organisatoren er een pak geld voor over hadden, werden de (in beperkte kring weliswaar) legendarische bands The Gories en Oblivians na respectievelijk 17 en 12 jaar opnieuw bij elkaar gefloten voor een Europese tour. Een tour waarin België bijzonder goed bedeeld werd met haltes in Gierle en de 4AD in Diksmuide. Ter vergelijking: Engeland moest het stellen met één optreden op een festival ergens in een oude loods in Nottingham met een schabouwelijk geluid.

In tegenstelling tot een nokvolle 4AD waar het geluid gewoonweg fantastisch was en meteen ook de stelling alsof dit niet belangrijk zou zijn voor garagerockgroepjes onderuit geschopt werd. "Het lijkt wel alsof ik onder een microscoop speel" zei Dan Kroha hierover waarna zijn gitaar prompt de geest gaf en hij de ganse set verder moest met het exemplaar van Jack Oblivian. Het ene had uiteraard niets met het andere te maken maar het was wellicht het enige minpuntje in een voor de rest perfect optreden van The Gories. Ongelooflijk strak gespeelde garagepunk met wortels in de blues waar het spelplezier in beken van afdroop. Dan Kroha en Mick Collins lieten hun gitaren nijdig snokken en gingen geregeld met elkaar in de clinch. Bovendien beschikken beiden over een bijzonder aangename stem wat in het geval van Kroha wel een verrassing was. Minst getalenteerde van de drie is ongetwijfeld Peg O'Neill maar haar primitieve geroffel bleek toch een essentiëel onderdeel van de Gories-sound. En dat die Gories na al die jaren nog niet vergeten zijn bewees het publiek tijdens "Thunderbird ESQ" waarin het de tekst moeiteloos zong. Grappig moment was toen Dan Kroha het publiek indook daarbij vergetend dat zijn gitaarkabel wat aan de korte kant was en zo zijn versterker de grond insleurde. The Gories waren verbluffend sterk en veel beter dan wat ik via hun platen verwacht had.

De Oblivians stonden dus voor de moeilijke taak om die prachtprestatie te evenaren maar reeds vanaf het eerste nummer "No reason to live" werd duidelijk dat ze hierin moeiteloos zouden slagen. Er werd gestart met de beste opstelling : Jack op drums, Greg en Eric op gitaar. Al die prachtsongs van destijds hadden nog niets aan kracht verloren, integendeel, het leek erop alsof ze nog een extra injectie soul hadden gekregen. Die sound van gruizige en piepende gitaren overviel me als een warme gloed (geen drug kan hier tegenop) en die gehavende, breekbare stem van Greg is er in de loop der jaren nog beter en sexier op geworden. De instrumentenwissels, vroeger hun handelsmerk, leek nu eerder in hun nadeel te werken. Maar in Diksmuide vloog Jack er meteen in met "Strong come on" zodat we die stijlbreuk meteen vergaten en het feestje gewoon verder raasde.
En dan plots na amper een half uur was het voorbij terwijl onze honger nog zo groot was. Wilden de heren het deze keer gebald houden of waren ze hun tijdsbesef kwijt? Gelukkig maakten twee fenomenale bisrondes alles weer goed. Zo hoorden we o.a. nog een bijzonder broeierig "Happy blues", een stompend "Mary Lou" en het (voor het eerst deze tour) tot het laatst opgespaarde "Bad man" waarbij het deksel volledig van de pan vloog. De ontlading was enorm groot. Het was mooi geweest.
Achteraf hoorde ik iemand mekkeren over ‘de verkeerde songkeuze’. Dikke zever, ik zag ze 4 keer tijdens deze tour en het lijstje songs dat ik hoorde is indrukwekkend lang en zonder stinkers. De songkeuze wordt trouwens telkens op het moment zelf bepaald en er werden regelmatig nummers op vraag van het publiek gespeeld.

Nu het voorbij is kan ik enkel hopen dat deze Gories/Oblivians reünietour de voedingsbodem wordt voor talloze nieuwe groepjes om zo de rock-'n-roll van uitsterven te behoeden.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: 4AD, Diksmuide

Sjockfestival Gierle 2009: zondag 12 juli 2009

Geschreven door

In de loop der jaren heb ik een behoorlijke allergie aan festivals opgedaan maar de symptomen hiervan laten zich gelukkig niet gevoelen op het Sjock Festival. Dit is nog een festival op mensenmaat, waar de commercie de bovenhand niet haalt en waar men zijn eigenheid in de loop der jaren nooit heeft verloochent. Een festival voor de ware muziekliefhebber, waar iedereen zich tooit met een t-shirt van zijn (meestal obscure) favoriete groep, en het aantal sfeerzoekers tot een minimum beperkt blijft.

De affiche van deze 34ste (!) editie oogde weer behoorlijk indrukwekkend maar het was toch vooral de reünietour van The Gories en de Oblivians die me naar de Kempen lokte. Het was intussen 12 jaar geleden dat die Oblivians nog eens in België speelden maar de herinnering daaraan was nog bijzonder levendig. Er werd dan ook reikhalzend uitgekeken naar dit concert dat jammer genoeg om 14u 's middags in een miezerig weertje moest doorgaan. Maar dat namen we er graag bij want dit trio uit Memphis blijft tot de verbeelding spreken. Garagepunk tot de naakte essentie herleid. Hier geen volksmennerij, onnodig gebeuk op gitaren of overvloedig gemors met bier, enkel de muziek telt. En die zou je kunnen omschrijven als rudimentaire Ramonespunk, nonchalant gebracht met de rauwheid van oude bluesmannen als bvb Hound Dog Taylor. Ondanks de talloze onderbrekingen wegens gebroken snaren bleek dit nog altijd onweerstaanbaar en met als absoluut hoogtepunt "Part of your plan" waarin nogmaals bleek over wat voor een fenomenale stem Greg wel beschikt.

De inactiviteit van The Gories was nog wat langer, 17 jaar aub, maar men ging het hen niet nageven. Dit trio uit Detroit serveerde zijn bluespunk bijzonder strak en met een enthousiasme die men meestal enkel bij beginnende bands aantreft. Twee snokkende gitaren, de mooie complementaire stemmen van Mick Collins en Dan Kroha en het primitieve oergeroffel van Peggy O'Neill konden niet anders dan je goedkeurend doen knikken. Vooral Dan Kroha was een aangename verrassing, want de laatste keren dat ik hem bezig zag bij de Demolition Doll Rods was hij toch niet meer dan wat aan het aanmodderen.

Intussen was de zon volledig doorgebroken, ideaal dus om een surfband op ons los te laten, hoewel Deke Dickerson toch beweerde liever in het duister te spelen. Untamed Youth bracht ontwapenende garagesurf waar naast Deke's gitaar ook een Farfisa-orgeltje mee de klank mocht bepalen. De vier hadden er duidelijk zin in en maakten er dan ook een wild feestje van met veel spuitende bierblikjes. Maar de muziek zelf had toch iets te weinig om het lijf om langer dan enkele uren te beklijven, tenzij misschien de machtige bis "Surfin' bird". Toch een ideaal combo om uw bbq's wat meer kleur te geven.

Het verschil met de volgende band, New Bomb Turks, was bijzonder groot. Het betrof hier ook een reünie maar het leek erop alsof de Turks nog maar net ‘!! Destroy-oh-boy !!’ hadden uitgebracht. Vanaf de eerste noten greep deze rauwe, energieke punkrock je bij je nekvel om je niet meer te lossen. De alle aandacht naar zich toe zuigende zanger Eric Davidson verkende alle hoeken van het podium om vervolgens enkele keren het publiek in te duiken daarbij geruggensteund door een fantastische sound, stevig als een betonnen muur. Davidson daagde dan nog wat de securitymensen uit door het publiek massaal over de dranghekkens te laten kruipen maar het bleef leuk en grappig. Dit was een woest feestje waarvan ook diegenen die zich niet in het gewoel stortten mateloos konden genieten.

Na hun schertsvertoning in '98 in de 4AD waren de verwachtingen voor het Noorse Turbonegro niet bijster hoog. Toen ze eindelijk op het podium verschenen dacht ik eerst nog met een wat donkerder versie van Village People te maken te hebben, zo zagen ze er toch uit. Maar wat ik hoorde was een soort tandenloze shockrock, Alice Cooper na een slecht verteerde maaltijd. Een paar opflakkeringen niet te na gesproken was dit oersaai maar smaken kunnen verschillen. Zo bleek naast de horden fans - de Turbojugend, herkenbaar aan hun blauwe jeansjasjes (beangstigend!) - ook Eric Oblivian hier met volle teugen van te genieten.

Op Sjock hebben ze naast het hoofdpodium ook nog de Titty Twister waar de meer traditionele Amerikaanse muziekgenres aan bod komen. En ook daar viel er nog heel wat te savoureren. Zo zag ik er flarden van een best te pruimen James Intveld die een fantastische gitarist naast zich had terwijl hij zelf ook wel weg wist met een gitaar. Er zat zelfs nog een stunt in : zo speelden ze met zijn tweeën op één gitaar zonder te verongelukken. Ook wat ik zag van The Sweden Special kon me boeien. Nu Jerry Lee er live niet veel meer van bakt lijkt me Boppin' Steve een geschikt alternatief. Tot slot zagen we nog eens Deke Dickerson, dit keer met The Ecco-fonics. Goed voor een portie hillbilly, rockabilly,swing,...waarbij Deke naast de gitaar ook de bas hanteerde en zowaar ook nog eens Oblivians-gewijs achter het drumstel ging zitten ook. Allemaal bijzonder leuk maar echt pakken deed het me niet.

Opnieuw een geslaagde editie en na The Sonics vorig jaar en The Gories en Oblivians dit jaar lijkt Sjock wel het festival van de bijzondere reünies te worden. Benieuwd wie er volgend jaar zijn vetes zal bijleggen.

Neem gerust een kijkje naar de pics van New Bomb Turks

Organisatie: Sjock, Gierle

Madonna

Werchter Boutique Presents Madonna – ‘Sticky & Sweet Tour’ – Snoep met zure nasmaak

Geschreven door

Ter ondersteuning van haar vorig jaar verschenen album ‘Hard Candy’ trok Madonna met in haar kielzog een immense crew, uitgebreid de wereld rond met een concertenreeks die de naam ‘Sticky & Sweet Tour’ met zich meekreeg. En net als de voorganger(s) bleek ook deze opnieuw qua verkoopcijfers bijzonder lucratief te zijn zodat Madonna hiermee nogmaals haar status als bestverdienende vrouwelijke artieste ter wereld kon bevestigen. Voor België werd toen geen geschikte datum en plaats gevonden.
Toen Madonna echter begin 2009 aankondigde een verlengstuk aan haar tournee te breiden en dat ze in Europa overwegend landen en/of steden zou aandoen die niet eerder in het schema pasten, werd volop nagegaan of de Queen Of Pop deze keer wél voor de eerste maal in haar carrière kon gestrikt worden voor een doortocht in België. Haar overeenkomst met Live Nation vergemakkelijkte de zaken enigszins maar de vraag was waar de plaats van afspraak zou zijn. De keuze viel op de festivalweide van Werchter alwaar het zogenaamde ‘Boutique’-concept werd omgevormd opdat alles in het teken kon staan van die unieke opportuniteit, namelijk het kunnen boeken van de tot megaster geworden Madonna Louise Ciccone.

De ruim 65.000 tickets waren vanzelfsprekend in een mum van tijd uitverkocht en gedurende de afgelopen dagen werd met nog grotere aandacht als voorheen uitgekeken naar dit evenement. Niet alleen omdat er dus voor ons land sprake was van een primeur maar wel omdat het met de Koninklijke familie binnen de muziekwereld tegenwoordig niet zo goed gesteld is. De koning van de pop, Michael Jackson, diende plots het aardse met het eeuwige te verruilen, de prinses van de pop, Britney Spears, reduceert haar ‘concerten’ tot niet meer dan een bombastische playbackshow zodat alle ogen en hoop dus gericht zijn op de koningin van de pop.
De vraag was dan ook of zij afgelopen zaterdag de eer hoog kon houden. Vooraleer hierop een antwoord te kunnen formuleren, werd het geduld van het aanwezige publiek danig op de proef gesteld. Niet alleen moesten de fans van het eerste uur meer dan een kwarteeuw wachten om Madonna op eigen bodem aan het werk te zien, er brak vlak voor het concert nog een onaangekondigde, hevige onweersbui los en aangezien hieraan op een weide moeilijk te ontsnappen valt, waren er tal van toeschouwers helemaal doordrenkt (mede hierdoor ging de dj-set van Paul Oakenfold die als voorprogramma mocht fungeren, aan de aandacht voorbij) maar daar bovenop vond hare majesteit het ook nog eens nodig om vijftig minuten later dan voorzien aan haar show te beginnen. Wou ze dat de lucht donkerder werd en/of dat alles droog geveegd werd op het podium? Een duidelijke verklaring bleef uit.

Omstreeks 22u20 floepte eindelijk de videomuur aan, lichtten twee grote M’en op en werd met ‘The Sweet Machine’ een 3D animatievideo geprojecteerd waarin een snoepje werd gefabriceerd dat zich vervolgens via diverse glijbanen een weg naar buiten baande. Onmiddellijk na deze clip begon de set met “Candy Shop” waarin Madonna wijdbeens zittend op een grote troon het publiek zelfverzekerd aankeek. Als bij “Beat Goes On” eerst Pharrell Williams en nadien Kanye West op de schermen verschenen en meezongen, er vervolgens een witte oude limousine met open dak het podium kwam opgereden en de dansers er omheen het beste van zichzelf gaven, werd meteen nog eens duidelijk gemaakt waar het om draaide, namelijk imponeren met een groots spektakel. Vooral de videoschermen liet Madonna niet onbenut want we zagen daarop bij “Human Nature” onder meer ook Britney Spears opgesloten in een lift haar opwachting maken en een stukje virtueel meezingen uit haar eigen “Gimme More”. “Vogue” werd vervolgens gemixt met “4 Minutes” en “Give It To Me” van Timbaland en na enkele danspasjes verdween Madonna via een liftje van het podium om het eerste deel van de set te laten afsluiten met een vertimmerd “Die Another Day uit de gelijknamige James Bond film waarbij Madonna op het scherm als een bokser te zien was en enkele van haar dansers ook op het podium zelf een improvisatiebokswedstrijd hielden.
En zo zou het patroon zich enkele malen herhalen: opgebouwd rond vier thema’s (Pimp, Old School, Gypsy en Rave) werden de nummers voorzien van remixen of snippets van andere nummers. Zo werd bijvoorbeeld “Into The Groove” verweven met “Toop Toop” (Cassius), “Apache” (Sugarhill Gang), “Double Dutch Bus” (Frankie Smith) en haar eigen “Jump”, kreeg “Dress You Up” het gezelschap van samples als “Anarchy In The UK” (Sex Pistols) en “My Sharona” (The Knack) en waren doorheen “Music” ook flarden “Put Your Hands Up 4 Detroit” (Fedde le Grand) en “Last Night A DJ Saved My Life” (Indeep) te horen. Als bijkomende indeling werden enkele intermezzo’s ingelast die aan Madonna de nodige tijd gaven om zich om te kleden en vooral om op adem te komen.

De behoefte aan dat laatste is niet zo verwonderlijk, gelet op het feit dat de bijna 51-jarige Dancing Queen – die overigens nog steeds met een erg afgetraind lichaam voor de dag kan komen - constant het gehele podium op en af rent en de ingestudeerde danspasjes even vlot uitvoert als haar veel jongere dansers. Daar tegenover stond dat dit natuurlijk in negatieve zin doorwerkt naar de zangprestaties toe. En precies daar wrong het schoentje. Omdat het showgehalte duidelijk primeerde op het vocale luik en synchronisatie en tempo in het middelpunt werden geplaatst, was het merendeel van de zangpartijen vooraf op tape gezet en werd er – net zoals bij de schertsvertoning van Britney Spears enkele dagen terug in het Sportpaleis - volop en heel nadrukkelijk geplaybackt, in die mate zelfs dat met enige timing op dat vlak géén rekening werd gehouden. Zo was Madonna heel vaak te horen terwijl ze gewoon zonder microfoon over het podium aan het hollen was. En om de vergelijking met La Spears helemaal vol te maken, mogen we misschien wel blij zijn dat dit zo opgelost werd want de enkele malen dat Madonna wel haar eigen vocalen verzorgde, klonk dit ronduit vals, met “La Isla Bonita” als een van de absolute dieptepunten. Ook wanneer Madonna gitaar speelde zoals bij “Ray Of Light”, lag het er vingerdik op dat het geluid niet van haar instrument afkomstig was maar dat achter de schermen iemand anders verantwoordelijk was voor de voortgebrachte klank of dat de gitaarpartijen vooraf in- en nu afgespeeld werden. Op muzikaal vlak viel er dus niet zoveel voldoening te halen.
Anderzijds moeten we het Madonna toch nageven dat er vrijwel geen enkele artiest(e) is die zich zo vlot aanpast aan de nieuwste trends en zich op haar platen steeds heruitvindt. Maar soms kan het wel een beetje teveel van het goede zijn. Zo ook wat betreft de show van afgelopen zaterdag. Wie in de Golden Circle stond opgesteld, kon misschien nog alle spectaculaire wendingen op en naast het podium volgen maar al wie verder op de weide had postgevat, dreigde nogal snel het overzicht te verliezen en doordat de trucjes veelal te overdadig en artificieel waren, kwamen ze afstandelijk over en deden ze de aandacht verslappen. Dit deed de sfeer geen goed.
Tevens kwamen velen ook in de eerste plaats om de oudere 80’s classics te horen en te  kunnen meezingen. Maar doordat qua setkeuze vooral geplukt werd uit het laatste album, kwamen er niet zoveel echt oudere hits aan bod en als ze er al waren, dan werden ze meteen ook door de mixer gegooid en voorzien van pompende beats.
Ironisch genoeg kreeg de hommage aan Michael Jackson, waarbij aansluitend op “Holiday” een danser op de tonen van “Billie Jean” en  “ Wanna Be Startin’ Somethin’’ een imitatie bracht van het gewezen idool, nog het grootste applaus toebedeeld.
Waren er dan geen positieve punten te noemen? Toch wel. Hoewel integraal geplaybackt, blonk “Devil Wouldn’t Recognize You” uit in alle eenvoud en werd de song ontdaan van overtollige technologische ballast, vergezeld van een mooie omkadering. Idem voor wat betreft “You Must Love Me”, afkomstig uit de soundtrack ‘Evita’. Ook leuk was toen tijdens “She’s Not Me” enkele vrouwen getooid in outfits die figureerden in enkele overbekende clips (zoals “Open Your Heart”, “Material Girl”, “Vogue” en “Like A Virgin”) plaatsnamen op het podium, Madonna ze een voor een van wat kledij ontdeed en hiermee symbolisch afrekende met enkele van haar vroeger incarnaties. Ook de intussen wereldvermaarde tongzoen met Britney Spears – daar is ze weer – ontbrak niet.
En dat Madonna altijd in is geweest voor de nodige provocatie, werd ook in Werchter nog eens onderstreept. In de setlist van 2009 werden enkele wijzigingen aangebracht ten aanzien van vorig jaar. Zo werd “Hung Up” ingeruild voor “Frozen”, precies de song die zij door een gerechtelijke beslissing niet meer op Belgisch grondgebied mag spelen omwille van plagiaat. Het nummer werd wél gebracht en een fikse boete hangt haar mogelijk boven het hoofd. Maar als grootverdiener zal Madonna daarvoor haar slaap niet laten.

Op het concert – of zullen we het eerder de show noemen – moet met gemengde gevoelens teruggeblikt worden. Wie louter kwam voor een totaalspektakel kreeg een tot in de puntjes verzorgde show geserveerd en zal glimlachend huiswaarts zijn gekeerd maar wie graag ook een echt concert had meegemaakt, zal gemerkt hebben dat het roze snoepje dat als intro werd gepresenteerd 1u50’ later een bijzonder zure nasmaak had gekregen.
Tijd en ruimte voor bisnummers werd niet vrijgemaakt en na “Give It 2 Me” verscheen op de schermen in grote letters ‘Game Over’. Toepasselijker dan met louter deze twee woorden kan de ontgoochelende passage van Madonna in België dan ook niet samengevat worden.

Setlist: Candy Shop, Beat Goes On, Human Nature, Vogue, Die Another Day (Remix) (Interlude), Into The Groove, Holiday (with Hommage To Michael Jackson: Billie Jean & Wanna Be Startin’ Sometin’), Dress You Up, She’s Not Me, Music, Rain (Remix) (Interlude), Devil Wouldn’t Recognize Me, Spanish Lesson, Miles Away, La Isla Bonita, Doli Doli, You Must Love Me, Get Stupid (Interlude), 4 Minutes, Like A Prayer, Frozen, Ray Of Light, Give It 2 Me.

Organisatie: Live Nation (Werchter Boutique)

Cactusfestival Brugge 2009: vrijdag 10 juli 2009

Geschreven door

De 28ste editie van het Cactusfestival zal ingaan als de succesrijkste tot nu toe. Ruim 27000 bezoekers konden genieten van een voortreffelijk programma. Het zal de crew van Cactus een hart onder de riem zijn … ’Hear, See, Feel the world’ luidt hun credo, wat de versmelting betekent van verschillende culturen en muziek, wat de variëteit onderstreept. De formule bleef ongewijzigd: één podium, diverse stijlen van muziek, heerlijke spijzen, animatie, sfeer, gemoedelijkheid en … kindvriendelijk.

dag 1: vrijdag 10 juli 2009
De eerste avond van het Cactusfestival in Brugge was er ééntje van alle leeftijden. Het ging van de jonge beloftevolle Leuvense Selah Sue naar ‘opa’ Bunny Wailer, de 60 jarige stiefbroer van Bob Marley tot ‘papa’ Franti en ‘mama’ Chapman. Zo zie je maar dat de organisatie alle leeftijden kon binnenhalen, naast de muzikale diversiteit en songwriting.

De 18 jarige Selah Sue beet solo de spits van de driedaagse. Het is niet iedereen gegeven om op zo’n jonge leeftijd het vriendelijkste festival in Vlaanderen te openen. De beloftevolle artieste overwon de plankenkoorts met haar akoestische gitaar en haar doorleefde, indringende en emotievolle stem. Ze pootte live enkele opmerkelijke gevoelige luistersongs neer: een pakkende “Mommy”, een overtuigende “Black part love” en een uiterst sfeervol groovende “Fyah fyah”. Songs met inhoud en hitpotentie … Chique wat deze talentrijke jonge dame presteerde op zo’n groot podium.

’Opa’ Bunny Wailer werd op z’n beurt dan geruggensteund door een uitgebreid collectief. Bunny Wailer houdt het bij de traditionele zomerse reggae zonder al te veel zware basses, dubs en drum’n’bass. De Jamaicaanse roots hield hij hoog met aanstekelijke ritmes, grooves en een vleugje ska. De blazersectie en de backing vocals gaven kleur aan het geheel. Hij kon van een handvol Marley klassiekers niet onderuit, “No woman, no cry”, “One love” en “Lively up yourself”. Net als de daaropvolgende act Franti/Spearhand waren ‘Peace, Love en Unitiy’ de sleutelwoorden.

Michael Franti & Spearhead putten ten dele verder uit deze rijkelijke traditie, want samen met de Jamaicaanse gastzangeres Charleen Anderson vatte hij de set aan met “Redemption song”. Wat daarop volgde was - naast vrede, samenhorigheid en verdraagzaamheid -, een opwindende en bruisende cocktail van pop, soul, hiphop, reggae, dub en funk. Een groots feestje bouwde hij op voorzien van danspasjes, handjeswuiven en meezingbare slogans … Entertainment en ‘Feeling Good’ music met een geweten …Het was een wervelende show, waar de songs in elkaar overgingen; tussendoor hoorden we flarden “Billie Jean/Pass the dutchie” en “Tainted love/could it be love”. De plaat ‘All rebel rockers’ deed z’n titel alle eer aan … Franti omzeilde de routine van de jaren door aan de nummers een moedige, handige en frisse alternatieve draai te geven.

Tracy Chapman tot slot besloot de eerste Cactusavond. Al twintig jaar staat deze singer/songschrijfster (‘with a message’ en ‘(broken)lovesongs’)op de bühne. Ze scoorde vooral hoge ogen eind de jaren ’80 met haar eerste twee platen. Samen met leeftijdsgenoten Suzanne Vega, Sinead O’Connor, Natalie Merchant en Joan Armatrading wint ze vele vrouwenharten. Het eerste deel van het Park werd dan ook (terecht) overspoeld door vrouwelijke fans. Melodieuze popfolk, onder haar begeesterende en indringende stem (die door de jaren niks heeft ingeboet aan emotionaliteit btw!) …”Talkin’ about the revolution”, “Across the lines”, “Fast car”, “Mountain o’things”, “Baby can I hold you now” en “Tellin’ stories” wisselde ze af met materiaal van haar recente plaat ‘Our brightest future’, waaronder “Save us all” … Een heerlijk innemende en opbouwende sound. Haar gitaarspel stond voorop, wat muzikaal verder werd ingevuld door een tweede gitaar, bas, drums en/of toetsen. Begeesterende set van een talentrijke dame, die ‘full respect’ afdwong.

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Cactusfestival Brugge 2009: zaterdag 11 juli 2009

Geschreven door

Een nieuwe naam in de categorie veelbelovende rockbandjes is Joe Gideon & The Shark, een duo die met ‘Harum Scarum’ een bijzonder interessante debuutplaat heeft afgeleverd. Joe Gideon op gitaar en zang neigde door zijn vertellende zangstijl naar Mark E. Smith van The Fall. Ook de gitaarklanken hebben echo’s van The Fall in zich en verder meenden wij ook Lift To Experience te herkennen (wat is er in hemelsnaam met die schitterende band gebeurd?). De dame die zichzelf ‘The Shark’ noemt, gaf wat overtuigende rake klappen op de vellen en haalde ondertussen allerhande geluidjes uit de keyboards die haar sober drumstelletje omringden. Een sterk en fris optreden met boeiende songs.

65daysofstatic
was heel andere koek. Denk aan de postrock van Mogwai en Explosions In The Sky, maar dan volop in overdrive en opgehitst met hier en daar wat stomende dansbeats. De bandleden stonden hoegenaamd niet stil en creëerden een gezonde dosis herrie die duidelijk een hoop opzwepender klonk dan de wat rustiger sound die wij kennen van hun platen. Fameus concertje.

Retestrakke dirty ass rock’n’roll kregen wij van The Black Box Revelation, een supercool piepjong duo die met volle power hun stomende rock- en garagesongs op kolkende wijze de weide in knalden. De veelbelovende krachtige nieuwe songs deden ons ongeduldig hunkeren van verlangen naar de nieuwe CD die er zit aan te komen. Dit is het beste wat België qua rock’n’roll sedert jaren te bieden heeft. Geen wonder dat ook de buitenlandse pers niets dan lovende woorden publiceert over de overrompelende sound van dit duo. Uitermate fantastisch!

En dan… was het gedaan. De optredens die nog volgden, met uitzondering van de wervelende Paul Weller weliswaar, varieerden van matig tot ontstellend zwak. Toch maar een overzichtje, we zullen het kort houden: Joan As Police Woman was oersaai, haar set kabbelde eindeloos voort, niks van vuur, emotie of enige vorm van spanning. Bovendien had het mens een potsierlijk kruippakje aan en zag ze eruit alsof ze net uit de Tele Tubbies was weggelopen. De Cold War Kids hebben we ook al beter gezien, maar goed, zij hadden tenminste nog een handvol frisse songs en hun optreden verbeterde echt wel naar het einde toe, maar onvergetelijk? No way. De grootste ontgoocheling kwam van Gutter Twins. Wij hadden huizenhoge verwachtingen van deze twee supericonen van de alternatieve rockmuziek. Wat kregen wij? een akoestische set die wel zijn momenten had (Greg Dulli en Mark Lanegan hadden geen elektriciteit maar gelukkig wel hun stem meegebracht) maar die nergens het vuurwerk bracht die wij verwachtten. De Gutter Twins akoestisch is doodzonde, wij vergeven het hen nooit. Nadien zeurde ook Novastar onophoudelijk door waardoor wij, in afwachting van de onvolprezen Paul Weller, niet anders konden dan ons langdurig troosten met bier en wijn.

Gelukkig ontgoochelde goeie ouwe PAUL WELLER niet. Met zijn heftig rollende band speelde hij -zoals gewoonlijk met de nodige dosis vuur en goesting- een flinke greep uit zijn knappe nieuwe plaat ‘22 dreams’. Verder hoorden we één keer Style Council (een soulvol “Shout to the top”) en één keer Jam (een puntig en krachtig “Eton rifles”). Van het oudere materiaal onthouden we vooral een lekker lang en jammy “Porcelain gods’ en de onvermijdelijke powerstoot “Changingman”. De all time klassieker “Wildwood” werd op originele wijze in een ritmisch kleedje gestoken. Dat is wat Weller altijd zo sterk maakt. Zijn optredens en setlist zijn onvoorspelbaar, de man speelt nergens op automatische piloot en is nooit minder dan fantastisch. Ook weer vanavond in het Minnewaterpark had hij gekozen voor een minder voor de hand liggende setlist (dus geen greatest hits), waarmee hij zijn fans en de liefhebbers van de betere rockmuziek een groot plezier deed. Weller was samen met onze eigenste Black Box Revelation het beste wat we vandaag te zien kregen op Cactus.

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Cactusfestival Brugge 2009: zondag 12 juli 2009

Geschreven door

Na de filmische postrock van het Japanse Mono en het losgeslagen Franse Babylon Circus, vonden we aansluiting bij de derde act van de middag, het Duitse The Notwist. Net als Mono waren zij, onder de broers Markus en Micha Archer, al te gast op het Dominofestival in april ll. Na talrijke nevenprojecten maakten ze een nieuw album ‘The devil, you + me’. Eigenlijk vertoonde hun set veel gelijkenissen als op Domino: een traag op gang komende stoomlocomotief en rustig, voortkabbelende melancholische indierock. Na “Pick up the phone” bouwden ze een broeierige spanning op: “This room”, “Boneless” en “Pilot” kregen een krachtige injectie en noisier gitaargeluid; en door de knetterende, knisperende en subtiele electronicableeps én de repeterende, ontregelde ritmes een groovy climax. Ze wisselden deze snedige aanpak af met enkele zachtere, ingetogen songs als “Sleep” en de titelsong van de recente cd. Om tot slot een boeiende finalereeks te spelen als “Chemicals”: laten aanzwellen en het strakker en straffer laten klinken met een dreigend ondertoontje. The Notwist won gaandeweg aan belangstelling en leverde bijgevolg een uitstekende set af.

Het Amerikaanse weirde collectief !!! verloor één van z’n frontmannen bij de vorige toer van ‘Myth takes’. !!! zijn live sfeermakers, maar midden in de namiddag openlucht optreden is geen evidentie om fans te winnen. Hun aanstekelijke, hitsige en dansbaar groovende (soms beukende) sound - door keys, elektronisch vernuft, een snedige gitaarloop, een diepe, repeterende bastune en dubbele percussie, soms aangevuld met blazers -, moest ook hier wat op gang komen. De vijfkoppige band grossiert uit het oeuvre van A Certain Ratio, Gang Of Four en Ozric Tentalcles, en sluit aan bij de huidige scene van Radio 4, The Rapture, LCD Soundsystem en Friendly Fires. Ze stelden vooral het nieuw werk voor, met een ietwat strakke, rauw klinkende gitaar; de oudjes in de stijl van “Me & Giulliani” “Heart of hearts” en “Must be the moon” overweldigden door de opgebouwde trance en de opzwepende percussie. Ten tijde van hun Pukkelpop optredens overdonderden ze de massa, nu was vooral de eerste helft van het Park te vinden voor het hyperkinetisch collectief.

Het lijvige vriendelijke Britse Magic Numbers van de familie Stodart (twee broers/zus en Angelo Gannon) zullen in het najaar hun langverwachte derde cd uitbrengen. Hun ‘feel good’ luchtige, dromerige en bitterzoete songs (door subtiele (retro) gitaarakkoorden, toetsen en bezwerende drums), onder een meerstemmige zang, gingen erin als zoetenkoek. Oudjes als “Take a chance”, “Forever lost”, “Love me like you”, “I see you, you see me” en “Mornings eleven” pasten mooi naast het nieuwe “Hurt so good”, “Sound of something” en “The pulse”, die over evenveel lichtvoetigheid beschikken … Enthousiasme en speelplezier dus, dat op het eind een staartje kreeg met een ‘on-the-road-country’ medley. Een terechte verwijzing naar Fleetwood Mac en Supertramp.

Het combo rond Joey Burns (zang, gitaar, bas) en John Convertino (drums) Calexico, bieden een ruime kijk op de americana door het toevoegen van warme, exotische, zuiderse klanken, waarbij ze creatief en broeierig klinken; accordeon, steelpedal, de Mexicaans klinkende trompetten en zelfs een Spaans/Cubaanse zang zijn daar verantwoordelijk voor. Live stond de band op scherp. Kijk, na overtuigende sets op FihP en in de AB, was ook de massa op Cactus te vinden voor deze ‘afro/cuban/ bossanova/ americanapop’ en de vleugjes mariachi/latino, jazz, folk en spaghetti western (waaronder “El gatillo”, “Crystal frontier”, “Inspiracion” en “Writers minor holiday”). Ze wisselden dit moeiteloos af met enkele sfeervolle ingetogen songs. ‘Carried to dust’ verscheen nog maar vorig jaar, maar stiekem hoorden we al dat ze nog meer zuiders zullen klinken op de volgende plaat  … dat belooft dus! “Guero Canelo” en “Corona” breidden een feestelijk einde aan deze zomers geïnspireerde set.

Pop, triphop, soul, drum’n’bass, allerhande trancy beats en breakbeats zijn de muzikale ingrediënten van het Britse Lamb, die na ruim vijf jaar terug van zich laten horen. Lamb, onder de frêle zangeres Louise Rhodes en computerfreak Andy Barlow, sloten hun muzikale carrière af met de in 2003 verschenen vierde cd ‘Between darkness & wonder’, die door het uitblijven van hitpotentie het einde van het duo betekende … Maar de herbronning deed deugd… om het oude materiaal opnieuw overtuigend, gedreven en begeesterend te spelen. Lamb, tegenpolen in sound en stem én tegenpolen qua sfeer creëren van een opgefokte Barlow vs de ingetogen sterkte van Rhodes. Net deze gegevens gaven vonken … Het duo werkte in op de dansspieren en bezorgde ons tegelijkertijd kippenvel door de broeierige spanning van elektronica, beats, de jazzy aandoende electric bass/cello (door een derde lid!) en de breekbare, ijzige en zwoele vocals van Rhodes. De nummers werden ondersteund door visuals, wat elan gaf. Een ‘best of’ die nazinderde. Check er de lijst maar eens op na: “Little things”, “Gabriel”, “Trans fatty acid”, “What sound”, “God bless”, “Gorecki“en in de bis “Cotton wool” en “Bonfire”. Een betere reünie konden we ons niet voorstellen … Lamb was om van te smullen !!!

Jamie Lidell, an Englishman in Berlin, moest ter elfder ure topact Joss Stone vervangen, die vanaf vrijdagavond enkele optredens moest annuleren door ziekte. Gelukkig was de man in ons landje om zich op te warmen voor het komende Gent Jazz en het Dourfestival. Hij gaf ook nog een ‘free’ concert in het Depot in Leuven en kon er een mooie finale aan breien als ‘closing act’ op het Cactusfestival. Eerlijk gezegd, hoorden we hier niemand klagen om deze geluidskunstenaar en z’n smaakvolle cocktail van funk, soul, pop en swing aan het werk te zien. Een schitterende, gepaste en gevatte keuze van de organisatie! Hij zorgde voor een evenwichtige set van toegankelijke, dansbare elektronica van z’n ‘Multiply’ plaat en de funky soul van het recente ‘Jim’. We zagen een energieke, opzwepende en bruisende set met z’n band en een man met een podiumprésence, vocale capriolen en een vleugje gekte en humor om U tegen te zeggen; naast de pak songs als “Figured me out”, “Little bit of feel good”, “Multiply” en “Another day” toonde hij nog eens een staaltje elektronicagestoei/beatboxing/scratches op z’n Jimi Tenors’s/Beastie Boys. “I tried to look like Joss Stone” wierp hij nog op … Een man –van-alle-kunstjes, die eindigde met twee zwoele, sensuele en aanstekelijke P-funk ballads … Overtuigender kon niet meer om een succesvolle Cactuseditie te besluiten …

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Rock Zottegem 2009: vrijdag 10 juli 2009

Geschreven door

Rock Zottegem kwam ook in 2009 op de proppen met enkele grote namen die volgens sommigen vergane gloriën zijn maar volgens ons wel degelijk nog steeds in staat zijn om duizenden muziekliefhebbers urenlang te entertainen. Het feit dat men daar bovenop ook nog enkele beloftevolle jongeren kon meepikken, versterkte ons voornemen om volgend jaar opnieuw van de partij te zijn aan de Bevegemse Vijvers. Tot dan!

dag 1: vrijdag 10 juli 2009

Opener The Curvy Cuties Fanclub won vorig jaar het Gentse ‘De Beloften’-concours en trakteert het festivalpubliek deze zomer op een portie rauwe bluesrock. Wie vrijdag op tijd kwam, kon dus zelf vaststellen dat het jonge drietal kans maakt om in de nabije toekomst - samen met The Black Box Revelation, The Hickey Underworld en Team William - de vaandeldragers van de Vlaamse rockscene te worden. De organisatoren van Rock Zottegem oordeelden terecht dat een groep die de voorbije maanden al het voorprogramma speelde van Dirty Pretty Things en The Buzzcocks ook thuishoort op hun podium. Het is dus uitkijken naar de debuutplaat die komende herfst zou verschijnen, we gunnen het de Gentenaars dat het lied “People don’t mind” dan geen betrekking meer heeft op die release.

De tweede groep van de avond, Madensuyu, zagen we de voorbije maanden al regelmatig aan het werk en elke keer slaagde het tweetal erin om ons van onze sokkel te blazen. Ook in Zottegem was het prijs en dat terwijl we zo vroeg op de avond allesbehalve wankel op onze benen stonden. Hun laatste CD, ‘D is Done’, getuigt van grote klasse en het kost beide heren dan ook geen enkele moeite om een set ten berde te brengen die boeit van de eerste tot en met de laatste noot. Het feit dat zo’n sterke groep geen hogere plaats op de affiche krijgt, zouden we kunnen betreuren…ware het niet dat we later op de avond groepen te zien kregen die in het verleden al meer naam gemaakt hebben.

A Brand heeft ondertussen al een zodanig oeuvre bijeengewerkt dat ze hits als “Beauty Booty Killerqueen” en “Time” reeds vrij vroeg in de set durfden spelen. Eén bandlid bracht deze nummers met een geplaasterde arm (en dus zonder gitaar), maar na “Lesser God” had hij er genoeg van en ontdeed hij zich van de bewuste belemmering om op het einde van hun geslaagde concert voluit te kunnen gaan. Monsterhit “Hammerhead” was de mokerslag die het dankbare publiek met graagte ontving.

Op plaat opteerden De Heideroosjes ervoor om hun twintigste verjaardag te vieren met een dubbel tribute-album, op het festivalpodium beperkten ze de odes tot Pennywise (“Wouldn’t it be nice”) en Metallica (“Seek and destroy”) om voornamelijk uit hun eigen werk te kunnen putten. “Lekker belangrijk”, “Nothing’s  wrong”,  “Iedereen is gek (behalve jij)” en “Damclub Hooligan” deden de tent uit zijn dak gaan. Afsluiter “United Scum” werd de perfecte apotheose van een puike set die illustreerde dat de punkrockers duidelijk niet van plan zijn om er de komende twintig jaar de brui aan te geven. Noch de stinkende schoenen die ze naar hun kop gekeild kregen, noch de technische problemen die de gitarist ondervond, waren in staat om deze Hollanders uit hun lood te slaan.

Het Finse Apocalyptica verwierf bekendheid met hun cello-bewerkingen van Metallica-songs. Het waren logischerwijze ook die songs die vrijdag het meeste enthousiasme losweekten bij het publiek. Terwijl we in het begin flarden van kippenvel kregen als bijvoorbeeld “Wherever I may roam” weerklonk, vonden we vanaf “One” dat het stilaan tijd werd om de act af te ronden. De groep is wel degelijk in staat om show te verkopen en een korte set zou dus niet gestoord hebben, maar langer dan drie kwartier blootgesteld worden aan geram op cello’s is ons inziens niet nodig. Het intermezzo met de Viking die twee eigen nummers kwam meezingen (en dat ondanks een aarzelend begin best verdienstelijk deed), was dus meer dan welkom. Nadat men vervolgens opnieuw een paar tientallen valse noten te veel gehoord heeft (ze zouden klassiek geschoold zijn maar we vrezen dat ze al iets te lang niet meer naar de Sibelius-academie geweest zijn om dat niveau vol te houden en door te trekken naar hun metal-bewerkingen), snakt men echter naar iets anders. Eén van de heren vond het uiteindelijk ook nog nodig om zijn schriel bovenlichaam te ontbloten, iets wat ons tot de conclusie bracht dat Apocalyptica letterlijk noch figuurlijk genoeg om het lijf heeft om als topper geafficheerd te worden. Een groot deel van het publiek dacht daar echter anders over dus misschien werd ons gehoor wat verstoord door enkele uren te dicht bij de luide boxen te staan.

Met een bang hart wachtten we af hoe Alice Cooper het er vanaf zou brengen. De levende legende was één van de exclusieve namen die in Zottegem wilden bewijzen dat ze op latere leeftijd nog steeds in staat zijn om de massa in vervoering te brengen. De aftrap werd gegeven met “Hot tonight” en het massaal meegebrulde “No more Mister Nice Guy”. Zowel de groep als de frontman etaleerden hun grote vorm waarbij al vrij vroeg duidelijk werd dat een Alice Cooper-show niet enkel draait om muziek maar minstens evenveel om theater. Tijdens “Only women bleed” en “Dead babies” ging de kitsch-meter nu en dan vervaarlijk in het rood, maar echt deren deed dit niet want velen kwamen speciaal af om de pionier van de schock-rock zijn theatrale zelf te zien zijn. Het almaar langer wegblijven van de zanger tussen twee nummers door (iets wat opgevuld werd met ellenlange drum- en gitaarsolo’s) was het enige dat erop wees dat de man al ettelijke decennia meedraait. Op een bepaald moment hadden we de indruk dat Cooper in de coulissen verdwenen was voor de duur van een volledige naar hem vernoemde test. Naar we vermoeden zat hij achter de schermen eerder energie te tanken dan te verlopen. Best begrijpelijk als je weet dat hij op het podium met zwaarden zwierde, vrouwen afranselde, baby’s vermoordde, dwangbuizen van zich afworp, ….afijn, het leven zoals het is ten huize Alice Cooper. De danseres/actrice die de vrouwelijke hoofdrol vertolkte, bewees eveneens haar veelzijdigheid door zich nu en dan een lid van het ‘Patty Brard’-showballet te wanen hetgeen nogmaals illustreerde dat de goede oude tijden hoogtij vierden in Zottegem. De reguliere set werd besloten met het momenteel weer erg toepasselijke (en dus massaal door de jeugd meegebrulde) “School’s out”. In de bisronde imponeerde Alice Cooper nog een laatste keer tijdens “Billion dollar babies” en het tijdloze “Poison”. Het feit dat hij in dat laatste lied vocaal niet meer in staat bleek om tijdens het refrein voluit te gaan weze de man vergeven want het bewees dat deze levende legende voorafgaand alles uit zijn lijf geperst had om het Zottegemse publiek zijn zin te geven.

Dag 1 bracht dus een geslaagde mix van nieuwe en oude namen. Muzikaal genoten we het meest van Madensuyu maar dankzij de vele moeite die de theatrale Alice Cooper deed (we hebben bijvoorbeeld nog niet vermeld dat hij live on stage verhangen werd), zullen wij later vooral herinneringen ophalen aan de slotshow van de vrijdagavond….iets wat we trouwens met een gelukzalige glimlach zullen doen want het geheel wekte eerder lachbuien dan angstaanvallen op.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Rock Zottegem, Zottegem

Rock Zottegem 2009: zaterdag 11 juli 2009

Geschreven door

Hoewel Alice Cooper ons geen nachtmerries bezorgde, verschenen we op zaterdag om niet nader vernoemde redenen iets te laat in de tent om getuige te zijn van opener Jasper Erkens. We durven er desondanks vanuit gaan dat zijn optreden een even groot succes was als hetgeen hij een week eerder in de Werchterse Marquee bracht. De hedendaagse jeugd was alleszins vroeg op post om hun idool aan te moedigen, een kerel die trouwens ook de meer volwassen muziekliefhebber weet te overtuigen van zijn talent.

Ook De Jeugd van Tegenwoordig, na De Heideroosjes de tweede Hollandse groep op de affiche, voelde zich in de tent van Zottegem niet minder goed dan in die van Werchter. Onze fotograaf werd samen met de eerste rijen meermaals getrakteerd op een ‘wodka-red bull’-douche hetgeen de nodige afkoeling bracht in de jonge meute die vooraan een feestje van jewelste bouwde. Het hip-hop-collectief werd bekend met “Watskeburt?” en hoewel velen dachten met een ééndagsvlieg te maken te hebben, hebben ze ondertussen al bewezen dat het blijvers zijn. “Hollereer” en het recente “Deze donkere jongen komt zo hard” toverden de ganse tent om tot tijdelijke liefhebbers van het genre, de overige nummers konden enkel de vooraan postgevatte incrowd boeien. Een incrowd die trouwens aanzienlijke proporties aangenomen heeft. Deze grofgebekte doch sympathieke jongens verdienen dus – mede dankzij die enkele ‘berenschijven’ – hun plaats op een groot festival.

Na het jonge geweld was het tijd voor The Neon Judgement die live hun nieuwe worp ‘Smack’ kwamen voorstellen. Het publiek luisterde beleefd maar, enkele uitzonderingen niet te na gesproken, ook eerder ongeïnteresseerd. De muziek en de licht-show van deze groep past eigenlijk beter in een donkere zaal op een laat uur. Hoe sterk nummers als “The Fashion Party” en “TV treated” ook zijn, zaterdag konden ze ons niet genoeg boeien om met een voldaan gevoel terug te kijken op het optreden van The Neon Judgement. Nieuwe nummers als “The great consumer” klinken niet slecht maar meer we vroegen ons toch luidop af of deze groep niet miscast was op het feestje dat Zottegem zaterdag gepresenteerd kreeg.

Een feestje dat vooral vanaf Therapy? van start ging. Vijftien jaar geleden waren deze Ieren toppers die massa’s naar ’s werelds grootste festivals lokten maar het voorbije decennium verdwenen ze – ondanks een permanente productiviteit die doorgaans vrij positieve recensies krijgt – uit het zicht van het grote publiek. Niet dat ze zich daar veel van aan trekken want het drietal kwam druipend van goesting het podium op om een mooi overzicht te brengen van oud en nieuw werk. Vooral de nummers uit “Troublegum” en “Infernal love” konden op veel bijval rekenen, die twee platen mogen immers geboekstaafd worden als regelrechte klassiekers uit de jaren negentig. Ook andere oude nummers werden vanonder het stof gehaald, de fans van het oude uur konden met hun geluk geen blijf dat ook “Teethgrinder” (uit ‘Nausea’) nog steeds de setlist haalde. Om te illustreren dat ze niet tot een juke-box verworden zijn, durven de veertigers bepaalde nummers volledig anders brengen dan de album-versie. Het van Hüsker Dü ontleende “Diane” klonk bijvoorbeeld veel harder dan op plaat. Therapy? was trouwens de eerste en enige groep die tijdens dit festival een nummer opdroeg aan Michael Jackson. Ze kozen voor “Die laughing” en wie de tekst van dit nummer naleest, zal beseffen dat dit een gepaste keuze was. Wanneer de sterk verwende toeschouwer denkt dat het uitstekende optreden gedaan is en de heren letterlijk als versteend blijven staan, breekt na dik dertig seconden alsnog de hel los middels het onvolprezen “Screamager” en het nog steeds wervelende “Going Nowhere”.

Michael Franti wist dus dat het niet makkelijk zou zijn om zijn voorgangers te overtreffen. Zijn jarenlange ervaring bij Disposable Heroes of Hiphoprisy en Spearhead volstond echter om hem even relaxed als steeds te zien schitteren. Als festivalorganisator ben je met Franti steeds zeker van een geslaagd optreden, de charismatische dubbele meter veegt er nooit zijn (blote) voeten aan en beheerst alle kneepjes van het vak. Eentonig worden zijn optredens nooit, al is het maar omdat hij bovenop zijn eigen nummers ook vaak covers ten berde brengt. In Zottegem hoorden we bijvoorbeeld “Welcome to Jamrock” (van Damian “Jr Gong” Marley) en “Tainted love” (Soft Cell). Niet enkel nodigt hij enthousiaste fans uit op het podium (zaterdag zagen we bijvoorbeeld hete hengst Gert uit de bol gaan met een sexy Spearhead-zangeres, voorts was er een hilarisch intermezzo toen twee zeer jonge fans een gitaar mochten hanteren terwijl de echte gitaristen backstage AC/DC’s “Back in black” inzetten), na het meer dan geslaagde optreden dook hij zelf het publiek in om zijn toeschouwers minutenlang persoonlijk te bedanken voor hun bijdrage aan een onvergetelijk uurtje fun.

Veel van onze superlatieven waren dus al opgebruikt toen er nog twee grote namen gepland stonden. The Pretenders speelden een heel straffe set. Chrissie Hynde is ondertussen ongetwijfeld een vrouw van leeftijd maar daar merkten we zaterdagavond helemaal niets van. Ze zag er ongelofelijk ‘fit’ uit en daarenboven zong en speelde ze – net als de rest van de groep – gigantisch strak. Men kwam ‘Break up the concrete’ voorstellen, een plaat die samen met een ‘best of’ verkocht wordt en ook de set bleek een geslaagde combinatie van nieuwe en oude nummers. Het titelnummer van hun nieuwste CD is een mooi voorbeeld van hoe een oude groep ook in moderne tijden misschien geen vernieuwende maar toch nog steeds relevante muziek kan maken. Zonder exhaustief te willen zijn, sommen we bij deze enkele van de zaterdag gehoorde hits op: “Talk of the town”, “Kid”, “Back on the chain gang”, “Don’t get me wrong”, “Brass in pocket”, “I’ll stand by you” en “Middle of the road”. Op het laatste nummer hoorden we Hynde trouwens schitteren op mondharmonica hetgeen één van de meest memorabele momenten van dit festival opleverde.

Na de meer dan verdienstelijke optredens van Therapy?, Spearhead en The Pretenders hoopten we dat Echo & The Bunnymen zouden tekenen voor een vier op een rij. Spijtig genoeg slaagden de Britten er echter niet in om onze hooggespannen verwachtingen in te lossen. Niet dat Ian McCulloh en de zijnen een zwak optreden gaven, maar na drie heel sterke sets stelden ze toch een beetje teleur. Een voor een topact nogal select publiek genoot met volle teugen van klassiekers als opener “Rescue”, “Stormy Weather”, “Seven seas”, “Bring on the dancing horses”, “The back of love”, “The Killing Moon” en “The Cutter”. Afwezigen moeten watertanden bij het lezen van dit lijstje, maar zij weten zich misschien getroost als we opwerpen dat er soms ook mindere nummers in de set slopen. In de bisronde viel vooral tijdens “Nothing Lasts Forever” op dat McCulloh er vocaal een beetje doorzat, iemand van zeer goede wil zou kunnen beweren dat dit bewust was om te onderstrepen dat werkelijk niks (en dus ook niet ’s mans stembanden) blijft duren. Die stemproblemen bleven zelf trouwens ook niet al te lang duren want afsluiten deed Echo & The Bunnymen met een bij wijlen zinderend “Lips like sugar” dat ervoor zorgde dat we hun concert kwalificeren als goed (zonder meer).

Dag 2 zullen we ons dus vooral herinneren door de onvergetelijke uren die een aanvang namen vanaf het moment dat Therapy? het podium betrad tot en met het ogenblik dat Chrissie Hynde ons een laatste blik op haar strakke kontje gunde.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder live foto’s

Organisatie: Rock Zottegem, Zottegem

Lucinda Williams

Sprookjessetting van Lucinda Williams

Geschreven door

Het mini-amfitheater van het openluchttheater Rivierenhof, omringd door statige ceders en overkoepeld door een sluimerend wolkendek, vormde het feeërieke decor voor een sprankelend concert.
Na een vlammend voorspel van de instrumentale band Buick 6, schreed Lucinda Williams het podium op. Gedurende het verdere concert waren we bevoorrechte getuigen van de chemie tussen Lucinda en haar vierkoppige band. Na een kabbelend begin met “Can’t let go” en “Well well well”, werd het al snel tijd voor zomers geweld en volgde een spervuur van hoogvliegers als “I lost it”, “Tears of Joy”, “Drunken Angel” en “Out of Touch”. Lucinda was in haar element, ze dichtte de setting een sprookjeskarakter toe en waande zich een prinses die naar haar kasteel werd geleid. Het karakter van het concert werd versterkt door de eigenzinnige dresscode van enkele hardcore fans met cowboyhoeden. Wat we misten, waren de prachtige nummers van haar eerste CD sinds de zelfverklaarde zielenrust (‘West’). Het intimistische “Blues” en “Essence” konden dit echter wel compenseren. Bij “Long way to the top” zette ze het publiek naar haar hand.
Na een mooi slot met “Passionate kisses” kregen we nog een akoestische versie van “Drunken angel” als kers op de taart. We werden er helemaal stil van. Zelfs de wolken hielden hun regendruppels in.

Neem gerust een kijkje nar de pics onder live foto’s

Organisatie: OLT Deurne ism Arenberg Antwerpen

Gent Jazz Festival 2009: Brad Mehldau Trio: Met de ogen toe en de vingers in de neus

Geschreven door

Het was ruim 10 jaar geleden – zo gaf Brad zelf aan toen hij na 4 nummers eindelijk es de microfoon ter hand nam – dat hij nog in Gent had gespeeld. De organisatie tracht hem al een tijdje te strikken, en na zovele edities van Gentjazz is het hen dan ook eindelijk eens gelukt.
Brad Mehldau is a coming Starr in het jazzcircuit. De concerttent liep dan ook aardig vol voor een concert waarbij de verwachtingen erg hoog gespannen waren. Immers, Brad Mehldau kan nogal wat diversiteit in zijn concerten tentoonspreiden, gaande van erg ritmische nummers over covers van zijn favoriete popsongs (Radiohead, Nick Drake,…) tot hele trage fragiele composities en originals.
Zijn muziek is een subtiele mix van melancholie en vreugdesprongetjes. Met bassist Larry Grenadier en drummer Jeff Ballard is de verstandhouding optimaal. Samen vormen ze een gracieus en welluidend trio.
Het bewerkte “Got me wrong” van grunge-iconen Alice in Chains (maakten furore midden jaren negentig) toont aan tot welke dingen Mehldau in staat is. Hij zet poppy nummers in zijn blootje en kleedt ze terug aan tot een zeer melodieus geheel, met herkenbare patronen uit de original, maar met eigen touch. Het moet gezegd dat zijn bewerkingen heel vaak het originele overstijgen, al zal deze these vrijwel volledig subjectief zijn…
Een eigen compositie waarvoor de meester op dit ogenblik nog geen titel heeft gevonden.… (dixit Mehldau over het tweede nummer in zijn set). Het toont aan waar het Brad over gaat: de muziek primeert, de rest is bijzaak. Al is het in het verleden – naar verluidt – wel het een en ander raar gelopen. Er is immers sprake van een ‘pedant’ en duister verleden, waarvan een grote tatoeage op zijn rechterarm nog steeds restant en getuige is. Wie weet wat zich in Berkelee College allemaal heeft afgespeeld,
Het concert van Mehldau gaat in crescendo: een bewerking van “Brownie speaks” van Clifford Browne, een nummer van Cole Porter, en het meesterlijke “Erogine” van Sonny Rollins. Het publiek lust het wel, en het lijkt wel of ze het applaus opsparen tot na de songs. Want als Brad ‘aanzet’ op zijn piano, passeert de ene toonladder na de andere langs je oren, maakt hij grappige en onverwacht melodieuze uitstapjes. Ook als Grenadier en Ballard hun kunnen tonen, voegt Mehldau steeds een pianotouch toe om ‘U’ tegen te zeggen. “Chicken skin again”. De coolness waarmee drummer Ballard zijn kapotte baspedaal van zijn drumstel  herstelt tijdens zijn drumsolo en daarna gewoon verder gaat, toont aan over welke raspaarden het we hier hebben.
De set eindigt met een bewerking van een nummer uit een musical “Lady in the dark”, genaamd ‘The Ship’. Het toont aan dat Mehldau ook deze klassieke composities de baas kan, met de vingers in de neus dan nog wel. Oh, en Brad spreekt vloeiend Nederlands. Iets nieuws voor mij, maar gezien zijn getrouwde status met een Nederlandse zangeres (Fleurine?) lijkt me dit vrij logisch.
‘Spelen met de ogen toe’. Heel vaak zie je ze, ook binnen het rockcircuit. Het zou kunnen betekenen (maar je kan niet in mensen kijken) ‘kijk naar mij’ en ‘zie wat ik kan’. In het geval van Mehldau (constant met gesloten ogen en gezicht afwendend van de piano) gaat het om uiterste concentratie en genieten van eigen kunnen. Het weze hem gegund! Zolang wij maar de kans krijgen om af en toe mee te genieten!
Top, die Mehldau!

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz festival, Gent

Les Ardentes 2009: vrijdag 10 juli 2009

Geschreven door

In hartje Luik vond afgelopen weekend de 4 de editie van Les Ardentes plaats. Aan de boorden van de Maas werden terug een 80 tal bands geprogrammeerd over 4 dagen, de brede waaier van genres in combinatie met de gezellige sfeervolle locatie deden dit Waalse festival de laatste jaren flink groeien, deze editie bezochten naar schatting 60000 mensen de diverse podia aan het Parc Astrid de Coronmeuse.
Het festival had de afgelopen weken wel nog 2 late annulaties te verwerken gekregen en dat waren niet van de minsten; Lauryn Hill en Lil Wayne, zij werden vervangen door Emiliana Torrini en Method Man & Redman.

Wij gingen vrijdag een kijkje nemen en kwamen terug met volgende impressie:
We besloten om eerst de 2 indoorstages te gaan bekijken

In het 'Aquarium' – de kleinste zaal-  was er een opeenvolging van dj's waar oa Paul Kalkbrenner, Agoria en Adam Beyer het mooie weer maakten.
Op de 'HF6' was inmiddels Glimmers present Disco Drunkards aan hun set begonnen.
Het colletief rond het Gentse dj duo Mo & Benoeli verzamelde een bont allegaartje muzikanten rond zich met Stephane Misseghers ( Deus), Ben Brunin ( Millionaire, ex Vive la Fête), Francois Demeyer (Foxylane, Soapstarter) en natuurlijk Tim Vanhamel; onlangs verscheen ook hun debuutcd.
Live werden samples in combi met de live band wel gesmaakt, een mix van electro, rock en funk kon zeker bekoren en de “Physical” cover nodigde uit ten dans, helaas was er maar weinig publiek te bekennen mede door de concurrentie op hetzelfde tijdstip met !!! die op het hoofdpodium 'Open air park' ten tonele waren verschenen.

CHK CHK CHK stond hier 2 jaar geleden ook al op de planken toen als één van de openers en dat was de energieke frontman Nic Offer nog niet vergeten.
In de schitterende setting van het park bracht het combo uit Brooklyn funky uptempo discopop en putte uit hun albums ‘Louden Up Now’ en ‘Myth Takes’. “All my heroes are weirdos”, “Yadnus” en “Hearts of hearts” brachten schwung in het publiek en de sympathieke band bedankte met een solide, kwaliteitsvolle performance.

Na het checken van de randanimatie en de eetstandjes was het uitkijken naar de vervangers van Lil Wayne nl Method Man & Redman. Deze leden van Wu Tang Clan en Def Squad waren vorige week nog gesignaleerd in de Vooruit te Gent en brachten hier in Luik ook heel wat aanhangers op de been. Om 21u moest hun set aanvangen maar rond 21.45u was er nog steeds geen spoor van hen zodat we ons naar de HF6 zaal begaven die inmiddels volledig volgelopen was voor de Gentse electrotrashpunksensatie The Subs. Vanaf de eerste beats ontspon zich een feestje dat pas een uur later met electrostamper “My punk” een abrupt einde zou kennen. Traditionele opener “Music is the new religion” bracht de temperaturen direct op kookpunt en de opzwepende woorden van Papillon deden het jonge volkje snakken naar meer. Het herwerkte “Kiss my trance”, Prodigy cover “Breathe” en “Fuck that shit” werden luidkeels meegezongen en als kers op de taart werd een nieuwe track als try out gelanceerd, het trancy werkstuk kon zeer bekoren en doet reeds uitkijken naar een opvolger van ‘Subculture’. Zeer catchy en heavy set die ook hier in Luik op enorm veel bijval kon rekenen.

Door het oponthoud op het hoofdpodium mocht headliner Gossip pas een uur later dan voorzien de bühne betreden. Dit kwartet rond Beth Ditto bracht zopas een opvolger uit voor hun bejubelde “Standing in the way of control”. De volslanke frontvrouw staat als een huis en bracht met haar charismatische verschijning en meeslepende zwoele soulstem het publiek direct in beroering. In tegenstelling tot kolos Ditto staat de frêle drumster Hannah Billie die met haar swingende discodrums en strakke ritmesectie een ook niet onaardig deel van de band vertolkt. Ook de rest van de band moest alert en strak blijven spelen want keer op keer dook Ditto tussen het publiek op en stond ze meer voor dan op het podium. Naast enkele nieuwe nummers uit ‘Music for men’ lag de nadruk toch op hun vorig album, het publiek lustte er wel pap van en “Heavy cross” was het orgelpunt van een stomende dansbare set.

De zeer diverse programmatie met de gezellige sfeer in het unieke idyllisch kader maakt van Les Ardentes een festival dat zekere zijn plaats gevonden heeft in het rijtje van de grotere festivals.
Ook organisatorisch zal alles goed in elkaar wat hen toch wel onderscheid van andere Waalse festivals...

Neem gerust een kijkje naar de livereviews op Musiczine.net, site fr, waar het festival de volle vier dagen werd opgevolgd. Ook de livepics onder live foto’s zijn de moeite waard …

Organisatie: Les Ardentes, Luik

Gent Jazz Festival 2009: Mccoy Tyner trio feat. Bill Frisell & Gary Bartz, Randy Weston ’s African Rythms en Aka Moon

Geschreven door

… ’Een lesje in nederigheid’ …

Als trio blijft Aka Moon opwindend om te zien. Ze kunnen dwingende, complexe muziek maken, jongleren met poliritmiek en polyfonie, glijden van de ene zin in de andere, openen nieuwe harmonische en ritmische wegen. Toch weten ze een publiek op te zwepen. Er zit een heel ongewone, vaak dwarse groove in hun muziek. Dat geeft vonken, en zo ook op Gentjazz. Wat jammer dat ze dit als opener programmeren, een tweede plaats op de line-up zou zeker terecht geweest zijn.
Aka Moon heeft reeds wat op hun palmares, ga er de lijstjes op hun webstek maar es op na (http://www.akamoon.com). Hun samenwerking met DJ’s (Grazhoppa and his DJ Big band), dansgezelschap Rosas en Les ballets C de la B, Afrikaanse percussionisten, en niet in het minst met saxofonist en souljazzfunkfenomeen Steve Coleman.
Resultaat van dit alles is duidelijk hoorbaar in de set van Aka Moon. Michel Hadzigeorgiou – in alle opzichten een Griek - (bas) en vurig bewonderaar van Jaco Pastorius, trekt de band op sleeptouw, stichtend lid Cassol (Sax) die nog samen met Toots in een band zat, geeft vonken op zijn sax, en drummer  Stéphane Galland – het lievelingetje van  Axelle red, blaast zijn drumstel omver alsof het een kerncentrale op uitbarsten betrof.
Meer van dat, en graag gauw…

Wat ik aanvankelijk als tussendoor erbij moest nemen, terwijl ik op mijn all-time favourite Frisell moest wachten, werd uiteindelijk een concert van formaat: Randy Weston African Rythms.
Randy Weston, een boomlange Amerikaanse pianist – weliswaar met Afrikaanse roots, is echt wel een imposante figuur achter die piano. In close-up op zijn piano lijkt het wel of ofwel de piano te klein is, of zijn vingers te lang. Hallucinant beeld. Nog een geluk dat hij ziin zin niet kreeg om basketballer te worden, maar dat zijn moeder hem met alle force achter de piano schoof. Het resultaat mag er wezen…
Weston speelt op een indrukwekkende en heel ritmische manier piano. Met zijn tevens uit Brooklyn US afkomstige bassist (waarover later meer) Alex Blake, en de Panamese percussionist Neel Clarke, is het trio compleet. Het was Thelonious Monk die de grootste invloed op Weston heeft gehad. Meng dat met wat Caribische en Afrikaanse muziek en je hebt Randy Weston.
Weston gelooft in de helende kracht van muziek. Wel, hij heeft gelijk, want lang geleden dat ik zo’n begeesterend optreden zag. Een werkelijk ongelooflijk ritmische band, met Weston toonaangevend en continue hamerend op zijn toetsen.
En wat Alex Blake uit zijn contrabas tovert, deed iedereen verstomd staan. Hij slaat en zalft zowel op zijn snaren als op het hout, speelt gitaarakkoorden, hamert, slapt,… Weston geeft zowel hij als zijn percussionist ruimte om af en toe hun ding te doen.
Ik stond erbij en keek ernaar…
De set van Weston is een hedendaagse versie van een Afrikaans kookboek. Al van bij de intro gaat percussionist voor zo’n 10 minuten op solotoer. Weston kijkt vanop de zijlijn goedkeurend toe.
”Little Niles” – een nummer dat Weston opdroeg aan zijn toen 1 jaar oude zoon – is een eigen compositie, en ook hier is muziek maken vooral ‘zich amuseren’, en dat doen ze, elk op hun eigen instrumentarium, maar steeds in de gepaste groepsdynamiek..
Even later gaat Weston de bluestoer op, een zeer intimistische compositie die aanvankelijk alleen door piano begeleid wordt. Al gauw treden Bas en percussie de compositie bij.
”African Sunrise” is een song die Weston schreef voor Dizzy Gilespie, en afsluiter Blue Mozes zet de tent in vuur en vlam.
Een geweldig trio, een bescheiden les in nederigheid…

Headliner van de avond was pianist Alfred Mccoy Tyner, die voor de gelegenheid met niemand minder dan Bill Frisell (gitaar) en Gary Bartz (Sax) op tournee is.
Dat deze meneer  het zich kan permitteren om deze twee heerschappen mee op toer te nemen, getuigt van het feit dat hij zelf een groot meester is; Bill Frisell en Gary Bartz zijn niet van de minsten, dan wel ware virtuozen.
Nccoy Tyner is reeds 70 en heeft er een verschrikkelijk interessante carrière op zitten. Vooral zijn jarenlange samenwerking met John Coltrane blijft plakken. De man studeerde tevens Afrikaanse dans en ballet, en zo te horen heeft hij al deze ingrediënten in zijn pianospel geïntegreerd.
Zijn sound staat bekend om zijn grote akkoorden en een percussieachtig pianospel. Al van bij het tweede nummer worden beide guests aan het trio toegevoegd. “Wal spirit, talk spirit” kondigt zich aan, en al gauw laat Gary Bartz van zich horen. “Blues on the corner” is een andere compositie waarin uitmuntende muzikanten elk hun eigen ding doen. Bill Frisell is één van mijn grote favorieten, en ook nu weer weet ik waarom: de man ontwikkelt een dusdanig herkenbare en fragiele sound op zijn Telecaster, dat ik het er koud van krijg: chicken skin. Gitaarkenners weten waarover ik spreek.
Op naar een volgende festivaldag…

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Gent Jazz Festival 2009: Fred Hersch Trio +2: Het oor wil ook wat

Geschreven door

Fred Hersch is een van de briljante pianisten van zijn generatie en een ware poëet op de piano. Hij voegde op Gentjazz aan zijn vertrouwde trio twee schitterende blazers toe, waardoor de muziek aan rijkdom wint: Tony Malaby op de saxofoon, Ralph Alessi op de trompet. Zijn tussenstop in Gent kan gerust als uniek bestempeld worden;  Met uitzondering van Amsterdam, Rotterdam en Parijs, was Gentjazz het 4de concert die Hersch geeft op Europese bodem, althans in deze bezetting.

De meester startte zijn concert met een eigen compositie, iets wat later heel vaak zou terugkomen. Zijn pieces van eigen hand getuigen stuk voor stuk van zijn grote muzikale kennis en virtuositeit, iets wat – niet de minste – muzikanten in NY vroeger in hem reeds hadden opgemerkt: Charlie Haden, Joe Henderson, Art Pepper, Stan Getz, Chet Baker,… : allen wisten ze zijn pianospel te waarderen. Zelfs onze eigen Toots Tielemans engageerde hem in het verleden. De compositie was een bewerking van een nummer van trompettist kenny Wheeler, genaamd “A lark”; een geweldige intro, die de toon zette voor een grandioos concert.
”Gentle scream” blijkt een vast nummer op zijn setlist, een titel vertaald uit het Swahili (ik onthou je de details) met een African touch uiteraard, waarbij trompettist Alessi voor het eerst op zijn trompet a la sourdine uit de kast haalde.
Niets is zo saai als een band, waarvan de ingrediënten / muzikanten, iets hebben van ‘kijk es wat ik kan!’. Niets van dit alles bij dit trio + 2. Hersch gaf zijn muzikanten heel vaak en veel ruimte om te soleren, maar steeds begrensd en met behoud van compositie en structuur. De uistapjes van Alessi -met welk sprekend gemak haalt hij die hoge octaven!- en malaby mochten er telkens wezen. Het publiek bedankte hen voor zoveel magistraliteit.
De set kwam pas goed op gang met een Braziliaanse compositie, waarvan ik u de naam liever onthoud, wegens niet goed begrepen; doorspekt met een hemels Zuiderse melodie en met blazers in een perfecte harmonie.
Ook in “Skipping” – opnieuw van eigen hand van de meester – laat hij ruimte voor solowerk, ditmaal van bassist John Hébert (staande bas, hoornen brilletje, petje, cool!) en drummer Nasheet Waits (de man is zwart, klein van gestalte en hyperkineet – wat heeft een drummer meer nodig?)
”Miss B” en “Still here” sluiten de set af. Dat laatste was een nummer die hij opdroeg aan Wayne Shorter met, hoe kan het anders, een uitgesproken rol voor saxofonist Malaby.

Fred Hersch werd op handen gedragen door het publiek. De tent was zeker niet tot de nok gevuld (zoals bij BB King last night), maar de verstandhouding was prima en Hersch en band konden dit uitermate appreciëren.
Hersch, 53, en al 20 jaar seropositief. …Hij outte zich reeds vrij vroeg als homoseksueel, en strijd nu al jaren tegen een verschrikkelijke ziekte. Het heeft zijn pianospel in ieder geval geen windeieren gelegd; Hersch is veel meer. Hij staat op het kruispunt van klassiek, jazz en improvisatiemuziek. Hersch houdt van een intimistisch klimaat. Al kan hij ritmisch scherp uit de hoek komen en omringt hij zich graag met stevige ritmesecties zodat hij alert moet blijven. Niet te verwonderen dat een van zijn leerlingen niemand minder is dan Brad Melhdau, die inmiddels wel beroemder is. Deze laatste zien we – als het God belieft – zondag aan het werk.
Ik kende de muziek van Hersch (nog) niet zo goed, maar vanaf heden heeft Hersch er een fan bij. Ik verlies hem dan ook niet zo gauw meer uit het oog/oor.

Neem gerust een kijkje naar de pics op http://www.gentjazz.com

Organisatie: Gent Jazz Festival, Gent

Pagina 441 van 483