The Cure van zanger/gitarist Robert Smith is al 30 jaar bezig, wat wordt gevierd met de ‘Cure 4 Tour’. Dit jaar mogen we zelfs nieuw werk verwachten; een voorsmaakje liet het kwartet horen met o.a. ”Please project”, ” A boy I never knew” en “Freak Show”, een The Cure van verschillende muzikale gedaantes.
The Cure hield het publiek drie uur lang in hun waveklauwen en het was genieten van hun knap in elkaar gestoken, spannende, gevarieerde set: de atmosferische, sfeervolle slepende treursongs, het strakke soms swingende materiaal, invloedrijk voor jonge bandjes als Interpol en Editors, en een gevarieerde ‘Best of’, waarbij The Cure gretig teruggreep naar hun ‘80’s debuutperiode. Kortom, in de evolutie van hun muzikale aanpak was het grasduinen in de Curehistorie.
Bij de vroegere concerten waren we er al van overtuigd (remember twee keer Rock Werchter en de Lokerse Feesten) dat de band sterk kon uithalen.
Hun optreden in het Sportpaleis bevestigde dat ze na dertig jaar nog niks hebben ingeboet: een intrigerend, meeslepend gitaarspel en –getokkel van Smiths schoonbroer (die zelfs de toetsenpartijen deed vergeten), een bedreven, diep basspel van man-van-het-eerste-uur Simon Gallup en de onderbouwde drumslagen, afhankelijk van het tempo van het nummer, gedragen door Smiths’ onderkoelde, standvastige weemoedige vocals.
De ‘Disintegration’ plaat uit ’89 is duidelijk een mijlplaat in het oeuvre. “Plainsong” opende, gevolgd met dezelfde lijnsongs als “Prayers for rain” en “The end of the world”; af en toe klonk het gitaarspel iets krachtiger en snedig als in “Strange day”. Sfeerschepping alom dus in het eerste deel van de set met “Lovesong”, “To wish impossible things”, een mooi uitgesponnen zalvende “Pictures of you” en een intens meeslepende “From the egde of the deep green sea”. Smith maakte een eerste danspas op “Lullabuy”, wat de voorzet was naar de strakkere pop van “The walk”, “Push” en “Never enough”, gecombineerd met de swing van “Friday I’m in love”, “In between days” en “Just like heaven”.
Een broeierig “One Hundred years” en een meeslepend, doomy opgebouwde “Disintegration” zorgden na twee uur voor een eerste grootse finale.
In de bis kwam het jaartal 1980 centraal te staan van de platen ‘Seventeen seconds’ en ‘Boys don’t cry’; voor de jongere fans was het kennismaken met de dreigende ‘80’s wavepop, en voor de veertigers onder ons was het plots pure nostalgie: “At Night”, “M”, “Play for today” en “A Forest (juist gedoseerd uitgesponnen, trouwens!) en in de tweede bis “Jumpin’ Someone’s else train”, “Grinding halt”, “10:15 Saturday Night” en de killers “Boys don’t cry” en “Killing an arab” (doch subtiel aangepast!). Met een reeks van vrolijke, poppy uptempo nummertjes besloot The Cure en verve na drie uur: “Freak show”, “Close to me” en “Why can’t I be you”.
Het pogoën uit de vroegere jaren herleefde zelfs ten dele!
The Cure moet niks meer bewijzen; ze boeiden het publiek met een spannende, afwisselende setlist (met klemtoon op een paar baanbrekende platen!) en beschikten nog steeds over een ijzersterke live reputatie!
Het Britse 65daysofstatic ving al vroeg hun set aan; de cultband binnen het postrockgenre hoorden we spijtig genoeg op het achterplan toen we het Sportpaleis binnenkwamen. Hun filmisch dreigende sound galmde in de zaal, en ging van lieflijk tot verbeten explosief; muzikale botsingen die uiteindelijk een gecoördineerd geheel waren. Voor wie hen miste, de groep komt terug voor een clubconert in de Bota!
Organisatie: Live Nation