logo_musiczine_nl

Democrazy Gent - events

Democrazy Gent - events Concerten 2024 Eye on Palestine, Ha Concerts, Gent op 20 december 2024 (met oa Lander & Adriaan, Sylvie Kreusch solo, Ao, Eefje De Visser solo, Victor De Roo, …) Bluai, Porcelain ID, Muziekclub Wintercircus, Gent op 22 december 2024…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14845 Items)

Sebastien Tellier

Performance Tellier zorgt maar voor een half geslaagde droomtrip

Geschreven door

We kunnen volmondig na de bijna anderhalf uur durende set van deze jonge Serge Gainsbourg, Sébastien Tellier, zeggen dat hij wel “nen speciale kadet” is. Inderdaad, de man in wit pak en das, een grote zonnebril op, met fikse baard en lang wapperende haren achteraan, was die avond op het podium zowel zanger, acteur als performer.Tussen de nummers liet hij een verwarde indruk na en charmeerde hij - al of niet halfdronken – met veel flair z’n publiek, brabbelde hij er maar op los in het Engels en in het Frans, maakte grapjes, liet ontstemde tunes horen en leek wel in contact met een hogere macht. Hij jaagde er een pakje sigaretten en een fles wijn door. De luttele aanwezige Vlamingen fronsten even de wenkbrauwen van wat hij daar uitspookte op het podium, voor de doornsnee Franstalige leek dit alledaagse koek.
Tellier heeft al vier platen uit en werd een paar jaar geleden ontdekt door de heren van Air; z’n laatste worp ‘Sexualtiy ‘ was in productie van Manuel de Honem-Christo van Daft Punk. Met het nummer “Divine”, de uitverkoren song op het Eurovisiesongfestival 2008 voor Frankrijk, wist hij ons te raken. Tellier schreef alvast geschiedenis, want voor de eerste keer in deze selectie waren vele Fransen ontgoocheld omdat het nummers niet in de eigen taal werd gezongen.

We hoorden een kosmische trip van lichtvoetige synthipop en Franse chanson, die door de schitterende lichteffects een extra dimensie kreeg. Op het podium zagen we synthesizers, drumloops en een grote piano. In het midden van deze apparatuur en tussen z’n bandleden deed Tellier - soms met de armen wijdopen – denken aan de wereldberoemde ‘Cristo Redenter’, de Verlossende Christus, die z’n discipelen schouwde.
Ondanks z’n soms schamele vertoning en onvaste toonzang, klonken de nummers op zich wel goed. Warm, sfeervol dromerig materiaal zoals de opener “Kilometer”, “Roche”, “Une heure” en “Fingers of steel”. De single “Divine” en het ingetogen “Broadway” (prachtige pianotoets!) overtuigden sterk. De band speelde een rauwe “Robot Rock” op synths als eerbetoon aan Daft Punk. En af en toe hoorden we een krachtige groove en beat, haalden ze eens fors uit en werd het tempo omhoog; “l’Amouret et la violence” en “Sexual sportswear” (in de bis) intrigeerden door de broeierige opbouw en repeterende ritmes. Het filmische “La retournelle” deed mijmeren naar die leuke ‘70’s Franse films.

Maw ‘Enfant terrible’ Tellier en de zijnen brachten voldoende afwisseling binnen deze elektronische pop, maar ritme, vaart en droombeelden werden té veel doorkruist door Tellier’s storende soms pijnlijke performance. Terecht hoorde ik dat Daan en Vive la Fête er het in Vlaanderen nog beter van afbrengen binnen deze muzikale stijl!

Het jonge Franse duo Housse de Racket ging stevig tekeer op gitaar, drums en synths. Als een kleinzoon van Angus Young hield de ene z’n gitaar vast, terwijl de andere hard tekeer ging op z’n drums. De synthibeats, wave, disco en de snedige, nerveuze gitaarpartijen vlogen ons om de oren, met een knipoog naar onze Soulwax/Goose en het Franse Yelle.

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

9000Sessions - Uberdope

Geschreven door

Uberdope lanceert videoclip in aanloop naar debuut album "In De Huis"

Uberdope is een dynamische hiphop crew uit Gent , bestaande uit
rappers Don Jefe, Dirigent en T.O.R. De band ontstond in 2005, en liet zich
opmerken door spitsvondige teksten, stevige beats en een originele sound.
Tot 2008 was Uberdope bijna uitsluitend bezig met optreden: naast meer dan
vijftig shows doorheen alle Vlaamse provincies, zijn ze ook meerdere malen
te zien en te horen geweest op radio en televisie (meer info). Hun flink
aangewassen achterban keek dan ook reikhalzend uit naar een eerste, échte
Uberdope release!

Nu, na meer dan drie jaar optreden en evolueren, laat Uberdope
eindelijk z'n debuut los op de wereld. De plaat heet In De Huis , en
introduceert de luisteraar in de huisstijl van Uberdope: catchy refreintjes
en diepzinnige nonsens, op producties variërend van lo-fi-reggae tot
swingende uptempo.
De aftrap voor het album werd inmiddels gegeven met Tegen Ons, de
eerste Uberdope videoclip, nu al te zien op YouTube. Producers T.O.R. en
Mellow P stonden in de voor de muziek, en de video werd gerealiseerd onder
leiding van Robert Monchen en Pol Stinders. Ook vermeldenswaardig zijn de
cameo's van Oshin Derieuw (Belgisch kampioen boksen voor vrouwen) en
Anemone Valcke (Vera in de succesvolle Vlaamse bioscoopfilm Aanrijding in
Moscou (2008)).
Kortom, als het aan Uberdope lag, was 2009 nu al van hen: het wordt
het jaar van een ijzersterk debuutalbum, meerdere videoclips en een nieuwe
live show die ongetwijfeld het dichtstbijzijnde podium in Uw naburigheid
zal afbreken.
Uberdope is In De Huis, laat dat duidelijk zijn!

Release info
a.. In De Huis wordt uitgegeven door vzw 9000 Sessies onder het
nieuwe label Uberdope Records (meer info).
b.. De officiële voorstelling van het album vindt plaats op 13
maart 2009 in de Minus One te Gent, met support van Basta Bla en De
Predikanten ( meer info).
Contact
a.. Uberdope: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
b.. Uberdope Records: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

An Pierlé & White Velvet

Singles & Rarities

Geschreven door

’Singles & Rarities’ is een overzichtsplaat, waarop we songs horen uit haar drie cd’s ‘Mud stories’ (’99), ‘Helium Sunset’ (’02) en ‘… & White Velvet’. Ze vat de cd aan toen ze nog solo speelde op haar zitbal, bepaald door haar intieme, bedreven pianospel en emotievolle stem, die ergens te situeren is tussen Emmylou Harris en Tori Amos. De eerste vijf nummers zijn ingetogen en sober: van “Tower”, “Anytime you leave” (acapella), “As sudden tears fall” en “Mud stories”. Prachtige sing/songwriterpop!
Toen ze met haar man Koen Gisen over een full band beschikte, ‘White Velvet’ genaamd, hoorden we een breder geluid van broeierige, donkere , ingetogen en sfeervolle poprock, wat het geheel avontuurlijker en gewaagder maakte. Sommige nummers ondergingen onverwachtse wendingen: “How does it feel”, “Jupiter”, “Mary’s had ma baby” (met elektronica/blazers) of “Eldorado” met strijkers . Een zwierig bewerking van J. Dutronc’s “Il est 5 heures Paris s’eveille” besluit cd 1. Ook horen we hier nog de uitgeklede versie van Gary Numan’s “Are friends electric”, de radio edit van “Sing song Sally”, één van haar sterkste songs, en de musical getinte “Here in the woods”.
Cd 2 op z’n beurt is Pierlé met band van gigs te Brussel/Hamburg en Parijs in 2006 en 2007. Een schitterende livetrip van zomaar vijftien nummers, met een prachtversie van het puike “Sing song Sally” (opnieuw!) en “The days of Pearly Spencer” van David McWilliams.
’Singles & Rarities’ bevat een mooie afwisseling van innemend, pakkend en fris songmateriaal, gekenmerkt door een portie avontuur en durf!

Kyte

Kyte

Geschreven door

Het Britse Kyte is een jong beloftevol bandje uit Leicester, die zichzelf profileren als de Kyte Brothers; dit jaar maken ze veel kans om door te breken. Ze hebben alvast enkele troeven in handen: een opmerkelijk gevoelige zang, sfeervol dromerige songs en subtiele arrangementen als kleurrijke xylo en orkestraties. Inderdaad, de acht songs zijn mooi uitgewerkt en klokken op bijna telkens acht minuten! Vakmanschap van het kwintet, die de aandacht behouden en ons laten zweven in hun sprookjeswereld. Hun muzikale weemoed klinkt fris en betoverend! “Sunlight” opent aandachtig en in het midden is er het overtuigende “Planet”; het instrumentale “They won’t sleep” vat de tweede selectie songs aan met het orkestrale “Home” en “Ghosts”, en ze doen ons de ogen sluiten met het ingetogen “These tales of our stacy”. Postal Service, Sigur Ros, Mum, een meer afgelijnd Notwist en ons eigen Yuko zijn terechte referenties. En we mogen Kyte gerust linken aan de horde indiepopelektronica met een vleugje intimistische Mogwai postrock.

Alestorm

Leviathan EP

Geschreven door

Ik weet nog goed hoe enthousiast ik was na mijn eerste kennismaking met Alestorm. Dit was het soort muziek waar ik al een hele tijd naar op zoek was. Hun debuutalbum ‘Captain Morgan’s Revenge’ is dan ook een plaat die ik nog steeds veel beluister. Terwijl het Schotse gezelschap aan het werken is aan opvolger ‘Black Sails At Midnight’, krijgen we alvast een zoethoudertje in de vorm van ‘Leviathan’.
Leviathan is een mCD die vier nummers telt. Het eerste nummer “Leviathan” is het enige nieuwe nummer op deze mcd. Het is ietsje minder huppelbaar dan bijvoorbeeld “The Huntmaster”, maar is geen slechte song. Volgende nummer “Wolves Of The Sea” is mijn favoriet van deze mcd.
”Wolves Of The Sea” bleek tot mijn grote verbazing een cover te zijn. En wel een cover van de Letse groep Pirates Of The Sea die met dit nummer vorig jaar deel nam aan het Eurovisiesongfestival. Ik onthoud nu eenmaal niet alle nummers die gespeeld worden op het Eurovisiesongfestival, dus vergeef me mijn onwetendheid.
Naast een Duitstalige versie van “Wenches And Mead”, die in mijn oren wat raar over komt, krijgen we nog “Heavy Metal Pirates”, het nummer dat al eerder downloadbaar was als single.
Lekker nummer met de gebruikelijke piratendeuntjes waar ik zo dol op ben! Al duurt deze mcd maar een goeie 17 minuten, ik heb er in ieder geval van genoten!

Animal Collective

Merriweather Post Pavilion

Geschreven door

Het NYse collectief Animal Collective plaatste zich in de belangstelling met de vorige cd ‘Strawberrry Jam’. De groep haalt de mosterd bij ‘60’s Beach Boys en de psychedelica van Flaming Lips en het oude Mercury Rev. De band had al een paar platen uit, een combinatie van psychedelica, grillige freefolk en avantgarde, waarin ruimte was voor avontuur en improvisatie. Een charmante muzikale nervositeit van weirde trips.
De ontregelde sounds en kakafonie, dito de hogere stemmetjes door elkaar, zijn op de huidige cd eerder op het achterplan geraakt.
De groep klinkt toegankelijker binnen die opbouwende dromerige, sfeervolle psychedelicapop. Er is sprake van meer liedjes, maar uniek blijft hun meerstemmige, hoge samenzang (refererend aan My Morning Jacket, Band Of Horses en Fleet Foxes). “My Girls” en “Summertime clothes” lijken de pijlers van de cd te zijn. Deze cultband laat live een hypnotiserende danstrip horen door de elektronicabeats en basses met dubstep en techno. “Taste”, “Lion in a coma” en het afsluitende “Brother sport” zijn voorbeelden van die krachtiger aanpak.
Overtuigende cd!

Keziah Jones

Keziah Jones als generator van de MaZ

Geschreven door

Het was aan de Brusselse Bai Kamara Jr. om de avondkoelte in de Magdalenazaal te Brugge met een klein half uurtje op te warmen. Deze in Sierra Leona geboren singer-songwriter/activist bracht een knus huiskamer gevoel in zijn solo optreden goed weer, net zoals dat op zijn eerste plaat 'Living Room' bedoeld was. Het was dan ook muisstil in de zaal en het publiek beluisterde zijn zowel politieke als gevoelsliederen als ware hij bij hen op de canapé ter analyse lag, om nadien wakker te worden in een hartverwarmend applaus. Bai bracht een mengeling van gospel, soul, jazz, funk en blues als een echte klassebak. Wie even de moeite neemt om naar zijn site te surfen zal zien dat hij dan ook al heel wat op zijn kerfstok staan heeft. Bai speelde zowel songs uit 'Living Room', 'Urban Gipsy' als het nog te maken album 'Disposable Society' en startte zijn performance met gepassioneerde soul, kwam met “Think Of You” dicht in de buurt van een Ben Harper, evolueerde in zijn show naar meer funky songs als “Some Days” en het magnifieke “Substitute” en schudde daarmee de muzikale hand met de man voor wie hij vanavond het voorprogramma mocht verzorgen.

Keziah Jones is niet zomaar een muzikant. Hij is er een met een verhaal. Geboren in Lagos, Nigeria, migreerde hij als kind naar Londen, verkoos musiceren op straat en in clubs boven studeren, schipperde later als vluchteling tussen Londen en Parijs en begon zoals in elk peperkoekensprookje, onderaan de ladder in de gangen van de metro en werkte zich op tot een funky grootheid met zijn eigen blu(es)funk stijl. Razend populair in Frankrijk, nam KJ even de tijd om met dit exclusief concert in Brugge te stoppen en maakte daarbij zijn verloren tijd op het Cactus Festival van 2004 ruimschoots goed.

Met “Blufunk Is Alive!” kon KJ geen betere opener vinden, en in een klein spektakel bespeelde hij zijn gitaar, platliggend op een stoel, percussief als een tamboerijn met snaren. De hyperkinetische Jones haalde van bij het begin het onderste uit zijn goochelfunkdoos en probeerde het publiek interactief mee te trekken met heel wat "Hey's en how's" om, zoals hij later expliceerde, de afstand tussen het warme Lagos en koele België te vernauwen en poogde zo de zaal tot een echte danstent om te bouwen.
Zich nog niet ten volle bewust van deze zeer moeilijke queeste smeet Jones zich op het podium als een volleerde showman van het eerste uur. Volledig in het kanariegeel gekleed bracht Jones vermoedelijk de gedachten van veel vrouwen naar de gedroomde punica oase, en de man straalde met het aura van James Brown en de swoeng van een Prince, pure seks uit. Met “Million Miles From Home”, “Kpafuca” (met een geweldige drumsolo!), “Beautiful Emilie” en “Afrosurealishfortheladies” liet KJ zien dat hij meer in zijn vingers heeft dan enkel het promoten van zijn laatste dubbelspeler 'Nigerian Wood'. “Lagos Vs New York”, “My Kinda Girl”, “1973” en het solo gebrachte “My Brother” uit deze recente plaat werden door het trio even retestrak en opzwepend gespeeld als het oudere werk, en klonken rauwer en scherper dan de versies op plaat, iets wat we alleen maar met smaak en dank konden aanvaarden.
Met zijn harde funky gitaaraanslag, de met wahwah-pedaal ingedrukte Jimi Hendrix-achtige solo's en zijn zuivere stem met breed toonbereik, speelde Jones de pannen van het dak. Alleen begon het vrij zondagmakke publiek dat pas te merken eenmaal hij het gele jasje wegzwierde en daarmee zijn afgetrainde torso ontblootte. Ook in Brugge liet Jones met zijn handelsmerk het vrouwelijk schoon achter met een heus "Wauw!"- effect.

Incluis een bijhorende bis (met oa een Bob Marley cover “War”) sloot KJ af na een dikke honderd minuten durende show, en met een setlist - ondanks het ontbrekende “Where Is Life?” en “Nigerian Wood” - die stoomde en bruiste van energie.
De vele - en op den duur tegenstekende - interactief meezingende "Wow's, Hey's en Dadada's" niet meegerekend, was dit een KJ concert waarbij ze hun uitstekende live reputatie waar maakte. Laat ons hopen dat Jones en kompanen in de warme zomermaanden ons landje weer binnenspringen en de winterkoelte met meer gemak kunnen overmeesteren!

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Spinvis

Spinvis solo: samplekleinkunst voor gevorderden

Geschreven door

Afgelopen zaterdag kreeg het 4AD publiek een unieke affiche voorgeschoteld. Als hoofdact stond de Nederlandse woordenkunstenaar Eric De Jong aka Spinvis geprogrammeerd. Spinvis liet pas na 40 levensjaren een eerste album op de Lage Landen los, en is inmiddels uitgegroeid tot één van de meest markante figuren uit de Nederpop scene. Hij toert momenteel langs het Vlaamse clubcircuit met als support de amper 16 lentes tellende Rock Rally finalist Jasper Erckens. De zonderlinge laatbloeier versus het vroegrijpe jonkie: een unieke muzikale combinatie op de planken van een goed gevulde 4AD te Diksmuide.

Wie het arsenaal aan instrumenten op het podium zag staan kon moeilijk vatten dat Spinvis wel degelijk solo zou aantreden. Ofwel zou er alsnog een begeleidingsgroep vanachter de gordijnen worden getoverd, ofwel zou Spinvis zich ontpoppen als een multi-instrumentalist die bovendien handig gebruik maakt van de nieuwste generatie digitale podiumsnufjes. Het bleek uiteindelijk de laatste optie te zijn: het begrip ‘solo act’ werd door De Jong immers ter plaatse van een nieuwe definitie voorzien door diverse live ingespeelde stukjes op te nemen, en laagje na laagje te arrangeren tot een volwaardige ritmesectie. Op de planeet Spinvis zijn echter drie dimensies aanwezig, dus naast geluid voorzag De Jong zijn samplekleinkunst tevens van woord en beeld. De visuele dimensie werd ingevuld door ook een gezicht te plakken op de leden van zijn denkbeeldige begeleidingsgroep via drie smalle videoschermen achteraan het podium. De unieke woordenkunst, tenslotte, vormt het sluitstuk van elke Spinvis compositie. De Jong observeert en registreert alledaagse gebeurtenissen, en vertaalt ze op onnavolgbare wijze naar een schijnbaar onsamenhangende beeldspraak.

Het publiek werd door een innemende De Jong meteen in het Spinvis universum geprojecteerd met ”Kindje van God”, een unieke remake van Maria’s onbevlekte ontvangenis. Of het nu ging over de stalker in elk van ons (“Het Voordeel van Video”), het gevoel van onverschilligheid in een wereld vol geweld (“Ik Wil Alleen Maar Zwemmen”), de scherpe observaties tijdens een schijnbaar doodgewone zomerdag (“Wespen op de Appeltaart”) of levenslange herinneringen aan Utrecht (“Voor ik Vergeet”), keer op keer wist de innemende noorderbuur op een geheel eigen manier cynisme aan melancholie te koppelen.
Na een indrukwekkende reeks radiohits tijdens het eerste deel van de set en een uitgebreide rookpauze trok Spinvis voor het vervolg van de set eerder de kaart van het donkere sentiment. Met minder gekende nummers als “De Ogen van de Bruid”, “Ik Ben je Man” en “Ronny Gaat naar Huis” wist hij niettemin moeiteloos de aandacht van het beleefde publiek te behouden. Het aan The Notwist refererende electropoppareltje “(Kus me dan en) Bijt Mijn Tong Af” besloot een bevreemdende trip heen en terug naar het Spinvis universum.

Jasper Erckens mocht zoals gezegd de avond openen. De stem van deze sympathieke krullebol werd reeds meermaals vergeleken met deze van Scott Matthews, Damien Rice, Nick Drake en de jonge Jeff Buckley. Tijdens de korte live set kwamen de invloeden van elk van deze muzikale helden hier en daar inderdaad om de hoek kijken. We onthouden vooral een doorleefde versie van de obligate Gnarls Barkley cover en Rendez-Vous classic “Crazy” en de knappe nieuwe single “Waiting Like a Dog”. Beide nummers zullen ongetwijfeld op Erckens’ volgende maand te verschijnen debuutalbum prijken. De hoge aaibaarheidsfactor van Erckens doet vermoeden dat U daar binnenkort in De Rode Loper meer zal over vernemen...

Organisatie: 4AD, Dikslmuide

The Stranglers

The Stranglers: geslaagde Pop & Rock Stroomstoot in de Handelsbeurs

Geschreven door

De Britse The Stranglers zijn al ruim 30 jaar bezig en waren door hun stevige pubrock medio de jaren ’70 één van de pioniers van de punkbeweging. Intens gedreven materiaal met een schitterende collectie songs op platen als ‘Rattus norvegicus’, ‘No more heroes’, ‘Black & White’ en ‘The raven’. De toetsenpartijen gaven een extra dimensie aan die potige sound. Er kwam vervolgens een vleugje experiment aan te pas en met de jaren bereikten ze de popliefhebbers met nummers als “Skin deep” en “Life shows no mercy” uit ‘Aural sculpture’ of klonken ze sfeervoller, en lieten een exotischer tint horen zoals op “Golden brown” en “Always the sun”.

Leadzanger/gitarist Cornwell verliet de band in ’90. De resterende drie, Burnel/Greenfield en Black moesten in wisselende bezetting beroep doen op zangers. Na Paul Roberts is Baz Warne (een teddybeer-knuffelende-bullenbak lookalike!) momenteel de vaste waarde van de band, die in de snedige songs Cornwell het sterkst wist te benaderen, maar in het rustiger (en recenter) materiaal er af en toe een toontje naast zong. In 2006 ondernamen ze ook al een heuse tournee en vorig jaar hoorden we hen met een nieuwe plaat ‘Suite XVI’, die een paar overtuigende snedige rockers had.
Deze ‘rockgoden’ laten het duidelijk niet aan hun hart komen. Ze sloten hun ‘Greatest Hits Worldwide Tour’ af in De Handelsbeurs, weliswaar zonder boegbeeld drummer Jet Black (al de 70! Voorbij trouwens), die moest passen. Een uitverkochte zaal met grotendeels veertig/vijftig plussers en een deel nieuwsgierige jongeren, die in deze ‘revival’ postpunktijd eens wilden weten waar hun huidige favoriete band de mosterd vandaan haalde. Ook een bus Engelsen kwamen hun ‘all favorite’ band aanmoedigen; het hek was helemaal van de dam toen de paar vijftigers in de bis op “Something better change” en “No more heroes” letterlijk op het podium klauterden om nog eens breed met de armen te kunnen zwaaien en een paar schuchtere danspassen waagden met de band. Dit was mooi om aan te zien!; ook hoe ze vriendelijk door de Stranglers security werden gevraagd het podium te verlaten of door de jonge Ha’ security even vriendelijk werden gewezen op hun plaats te blijven in de zaal!
Live boette het kwartet dus maar weinig in aan gedrevenheid, ondanks het feit dat ze muzikaal het sterkst klonken medio de jaren ’80. En hun jonge drummer mepte op het oude materiaal er enthousiast en probleemloos op los! The Stranglers bekoorden vooral met de oude prachtsongs, die door de bezwerende toetsen een extra push kregen. De toon van een stomend concertje werd meteen gezet door de strijdvaardige songs dito vocals, “Get a grip on yourself”, “5 minutes”, “Peaches” (samen met “A forest” de meest herkenbare bastune!) en “Nice ’n sleazy”. De groep kon naast de snedige aanpak even lieflijk klinken op nummers als “Strange little girl”, “Golden brown” en op het poppy geweld “Skin deep” en “No mercy”, die een dansbeatje toegevoegd kregen. “Always the sun” klonk broeierig, opzwepend en werd luidkeels meegezongen. Een handvol recente nummers, waaronder “Spectre of love” en “Big thing coming”, zaten mooi vervat binnen de ‘greatest’ hitsmachine en hielden net voldoende stand.
Tenslotte hoorden we een schitterende finale reeks: “Hanging around”, “All day and all of the night”, “Duchess”, “Tank” en de puike bisronde, die de intense en opwindende set na anderhalf uur besloten.

The Stranglers waren een hoffelijke band die genoten van de respons van hun leeftijdsgenoten en de opgedaagde jongeren; ze bewezen dat ze er het bijltje nog niet hebben bij neergelegd. Ze beschikken over een indrukwekkende reeks rauwe, snedige en sfeervolle nummers, die ze live overtuigend en enthousiast wisten te spelen. De eerste Pop & Rock Stroomstoot van de Handelsbeurs was er eentje om te onthouden …

Het jonge The Arquettes leken wel de zonen en dochters van The Stranglers. Geen nood, het kwartet speelde al eens een support van ‘oudgedienden’, met name van Built to Spill, twee jaar terug. Hun melodieuze rock met een scherp randje, hun bedreven toetsen en harmonieuze vocals, met een knipoog naar Das Pop, werden alvast smaakvol onthaald.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

DJ Grazhoppa

DJ Grazzhoppa’s DJ Bigband Around the World in 80 Beats: gedurfde wereldreis stijgt op in Gent

Geschreven door

DJ Grazzhoppa speelde donderdag 5 februari 2009 met zijn maats een thuismatch in zijn eigenste Gent. Op het podium in de gezellige Theaterzaal van de Vooruit toonden elf zilveren Apple computers, geflankeerd met evenveel draaitafels, hun rug naar het gevarieerde publiek dat uitkeek naar een wereldreis op scratchende beats. Geen reisgids nodig zo bleek, en dat maakte het all-in concept des te verrassender.

In het kader van zijn serie ‘Jazz and Beyond’ kon de Vooruit moeilijk de lokale DJ Grazzhoppa en zijn Bigband, zowat het huisorkest van het Gentse kunstencentrum, links laten liggen. En terecht, want met ‘Around the world in 80 beats’ ging Grazzhoppa even fantasievol Jules Verne achterna. Misschien zelfs nog gewaagder.
Turntablism – een kind moét nu eenmaal een naam hebben – is het  opschrift dat het DJ Grazzhoppa’s DJ Bigband concept draagt. Sinds ‘Grazz’ in 2001 vijf dj’s rond zich schaarde, evolueerde en expandeerde hij, want in 2004 verdubbelde hij het aantal dj-kompanen rond zich en voegde er de zwarte stem van Monique Harcum aan toe.
Zijn derde productie intussen is die Around the World-performance en het reist lekker. Aangevuld met Frederik Heirman (trombone), Nicolas Kummert (sax) en Laurent Bondiau (trompet) en naast Miss Grazzhoppa Monique Harcum nu ook Laïla Amezian, kreeg de Vooruit een heuse Bigband te volgen die verschillende landen, culturen en tijdperken in elkaar mixte.
Een wereldtrip die je als reiziger in een sober doch functioneel spiegelvlakkendecor laat wegzakken in je zetel en je dan bij momenten weer even op het puntje van die stoel dwingt. Het varieerde. Van de pure dj-intro (Around the world in 80 beats)  trok het naar een blazersnummer om meteen over schakelen in bezongen soultimbre en direct te switchen naar een oosters upbeat nummer.
De set bracht ons van Afrika naar de Bronx van the Big ‘Apple’,  dat laatste weliswaar weinig indrukwekkend opgesmukt met een slappe breakdance-act. Maar het muzikale bleef op niveau. Knap hoe het allemaal lijkt of met de losse pols gescratcht wordt, zelfs even de indruk geeft dat er helemaal geen dj’s aan het werk zijn zoals in het sterke ‘Let the wind take us’ met Harcum op het voorplan.

Je voelde de soms wat gespannen zenuwen van de dj’s stilaan uit de gezichten wegebben en ze gingen elk om beurt uit de bol op het laatste nummer, waar elke platenruiter zijn eigen stokpaardje – lees scratchsolo - de teugels mocht vieren. Indrukwekkend einde van een meer dan gedegen thuismatch voor Reisleider Grazzhoppa en zijn crew.

De DJ Bigband bestaat uit DJ Grazzhoppa, DJ Optimus, DJ Yserbeat, DJ Boulaone, DJ Vindictiv,  DJ Courtasock, DJ Iron, DJ J tot the C, DJ XXL, DJ Mixmonster Menno, DJ Smimooz, Ben Fury (breakdance), zangeressen Monique Harcum en Laïla Amezian, blazers Nicolas Kummert, Laurent Blondiau en Frederik Heirman.

Organisatie: Vooruit, Gent

Lux Interior van The Cramps overleden

Geschreven door

Erick Lee Purkhiser - beter bekend als Lux Interior - is op 4 februari geveld door de hartproblemen waar hij al langer mee worstelde.
Lux Interior richtte samen met zijn vrouw Poison Ivy de legendarische band The Cramps op in de begindagen van de New Yorkse CBGB's. Sinds de vroege jaren zeventig stond de band bekend om hun wilde, gepassioneerde optredens, waar meer dan eens het interieur sneuvelde.

M.I.A.

Kala

Geschreven door

M.I.A. is het verhaal van Maya Arularpragasam, dochter van één van de ‘Tamil Tijger’ krijgers, die haar vader praktisch nooit heeft gekend. Ze heeft moeten vluchten met haar familie uit Sri Lanka en India en is uiteindelijk in Engeland beland.
M.I.A. staat voor ‘Missing In Action’, wat verwijst naar haar vader. Was de eerste plaat ‘Arular’ eerder een beleven hoe ze haar vader heeft gemist, dan gaat deze tweede plaat een stapje verder en is ze de spreekbuis van een generatie jongeren uit de derde wereld met haar vingerwijzende, soms radicale teksten. Een vrouw met ballen dus!, die muzikaal het nodige knip- en plakwereld leverde op haar amalgaan van hiphop, funk, afro, funk, folk in combinatie met rauw grimmige breakbeats, Jamaïcaanse dancehall en Braziliaanse ritmes. Het geheel klinkt opzwepend, dansbaar, hip en klinkt soms wel hyperkinetisch door die ‘allstyle’ dancemusic.
De plaat werd geproduced door DJ Switch en ook Timbaland kwam een handje toesteken. Ook al klinkt de plaat toch iets minder dan haar debuut, de singles “Boyz”, “Jimmy” en “Paper planes” zijn een schot in de roos.
Een breder concept van wereldmuziek en alternatieve hiphop met een open geest. Geniet er maar van , want het kan tot 2010 duren voor er sprake is van nieuw werk …

Earth

The bees made honey in the lion’s skull

Geschreven door

Het Amerikaanse Earth, uit Seattle, is al actief van ’90. Centrale pion van de band is gitarist Dylan Carlson. De groep was in die jaren één van de grondleggers van de drone/doom en laat in die donkere en dreigende sound traag slepende, broeierige filmische trips horen. Postrock avant la lettre of avantgarde kon je wel zeggen. Ze gooien er zelfs fraaie stukjes psychedelica en progrock bovenop, wat de muzikale schoonheid onderstreept. Ze roepen beelden op van een desolaat landschap, met in de verte een ‘petite maison dans la prairie’. Earth is zowat de Ennio Morricione van de drone en heeft een western uit zonder acteurs.
Ondanks het sfeervolle karakter en het rustige tempo valt er voldoende variëteit te bespeuren: “Omens and Portens I en II: The driver / Carrion Crown” en “Engine of ruin” tonen de donkere kronkels van de band aan. “Rise to glory” en “Miami Morning coming down (shine)” zijn opbouwend en broeierig en tenslotte de twee afsluitende tracks, “Hung from the moon” en de titelsong passen zo in het plaatje van de postrock.
Ook de titels zijn veelzeggend en zijn nu bepalend voor de sfeer van de song. Earth slaagt er nog steeds in groeiplaatjes uit te brengen die per beluistering z’n muzikale geheimen prijsgeeft en nooit hoeft onder te doen onder de rits postrock/drone bands.

War of Ages

Arise and Conquer

Geschreven door

Enigszins onverwachts kwam ik onlangs een lang verdoken gebleven CD op het spoor. Vanonder een stapeltje papieren op mijn bureau kwam plots het zes maanden eerder uitgebrachte album ‘Arise and Conquer’ van War of Ages opgedoken. Het mooi uitgewerkte artwork wekte mijn nieuwsgierigheid. Het eerste wat ik te horen kreeg was een diepe hardcore scream, wat op het eerste gehoor nogal ontgoochelend klonk. Het metalcore genre kan mij namelijk zelden boeien.
Het moet echter ook gezegd worden wanneer één van deze bands wel goed werk leverde! In dit kader zou ik graag een gebedje lezen, dat het voor deze heren goed mag gaan (moest ik er dan effectief ook wel in geloven). War of Ages brengt namelijk christelijk geïnspireerd Metalcore geweld, wat je niet zou verwachten bij het zien van het bloederig artwork en de beukende nummers.
Muzikaal zit het album erg gevarieerd in elkaar. Flitsend gitaarwerk wisselen de beukende riffs af of vullen ze simpelweg aan. Erg stevige door thrash geïnspireerde stukken worden dan weer afgewisseld met melodieuze intermezzo’s en het geschreeuw van zanger Leroy Hamp maakt regelmatige plaats voor predikende uitspraken (absoluut niet storend of bekerend), fluisterende passages en opzwepende catchy zangstonden. Dit laatste maakt bijvoorbeeld het nummer “Through the Flames” tot één van de hoogtepunten van het album. Ongetwijfeld zal dit nummer enthousiast onthaald worden tijdens een live-optreden. Stevig moshen om mekaar vervolgens in de armen te vliegen en een deuntje mee te zingen, maken zo’n optredens namelijk een stuk boeiender dan het constante gebeuk en geschreeuw.
Wat War of Ages nu net zoveel beter maakt dan de doorsnee metalcoreband is de geniale opbouw van de nummers. De band weet als geen ander wanneer welke passage moet voorkomen. Hierdoor klinkt het geheel als een sneltrein die geen seconde verveelt. Luister maar eens naar het schitterende “Sleep of Prisoners”, dit is echter slechts één van de vele voorbeelden die ik hiervan kan geven. Bovendien kennen de groepsleden hun instrumenten bijzonder goed, waardoor je ze op geen enkele fout kunt betrappen.
Na het turbulente leven van de gebroeders Hamp zijn beiden terug op het goede spoor beland. Het album behandelt het gevecht tegen de duivel. Een gevecht dat de beide heren meermaals moesten doorstaan. Het lijkt dan ook niet meer dan logisch, dat het bijzonder overtuigend overkomt. Hoewel ik niet gelovig ben, heb ik er absoluut ook geen last mee om deze band te aanhoren. Wie namelijk niet geïnteresseerd is in de teksten, kan er ook zeer gemakkelijk omheen aangezien je wel wat moeite moet doen om deze te verstaan. Ik ben alvast overtuigd van de muziek die deze heren brengen!

Eagles Of Death Metal

Heart On

Geschreven door

Eagles Of Death Metal is het muzikaal speeltje van Josh Homme (frontman van QOSA) en Jesse ‘the devil’ Hughes. We mochten op de vorige cd’s en op hun optredens alvast grote namen zien als Dave Grohl, Mark Lanegan, Nick Oliveri en ons eigen Tim Vanhamel.
EODM houdt het bij de eenvoud in de rock: een hels stomend rechttoe –rechtaan rock’n’roll potje, dat vrolijk klinkt en met een dosis humor dient gerelativeerd te worden.
De derde plaat klinkt meer van hetzelfde en kan eigenlijk niet meer tippen aan hun onovertroffen debuut ‘Peace Love Death Metal’. De songs zijn snedig,energiek, broeierig en aanstekelijk door scheurende gitaren, opzwepende drums, gebalde gitaarsoli (ook al zijn ze soms wat ontspoord) en de in whisky gedrenkte vocals van Jesse. De rauwe, vunzige en rammelende sound van vroeger is dus wat meer afgelijnd. Op een paar songs wordt het tempo teruggeschroefd, o.a. op “Now I’m a fool”. “Wannabe in LA” en “Cheap trills” zijn de meest maffe, overtuigende songs.
Het is me duidelijk dat de volgende plaat opnieuw zompiger, duivelser en wat meer ontaard mag klinken …

Ladyhawke

Stressy Ladyhawke

Geschreven door

We zagen twee ultrakorte, kernachtige concerten afgelopen maandag in een uitverkochte AB Club. De ene, Ladyhawke, staat aan de poort om definitief door te breken met hitsingles als “Back of the van”, “Paris is burning” en “My deliruim”. Het kwartet speelde uiterst geconcentreerd een afgewerkte, gestroomlijnde set en graaide gretig in de platenbak van Tom Tom Club, Stevie Nicks, Kim Wilde, Cyndi Lauper en de rits ‘80’s electrobands. De andere Underground Railroad klonk rauw, verbeten als lieflijk en was meteen een ontdekking waard met hun boeiende noisepoprock.

Het zag er in het najaar van 2008 al deels aan te komen, dat Ladyhawke onder de Nieuw-Zeelandse schone Pip Aka Brown (uitgeweken naar Londen ondertussen!) meer airplay zou verkrijgen: ze veroverden de jongeren met hun compromisloze catchy poprock, die een ‘80’s electro gehalte had; goed verteerbare bubblegumpop, vol zoete meezingbare refreinen onder de zwoele, sensuele, warme, soms lichtschreeuwerige vocals van Brown. En ook haar verschijning in baseball t-shirt, bandana en de ogen mooi zwart geschminkt straalden onschuld uit.
We hoorden 40 minuten werk uit haar titelloos debuut; de set was globaal goed, eenvoudig (praktisch altijd dezelfde drumpartijen!), zuiver en doeltreffend, daar niet van, maar ging wat de mist in door het gemis aan spontaniteit, speelsheid en emotie, in tegenstelling tot het optreden op het Leffingeleurenfestival van september ll. De ‘gezonde dosis’ spanning en stress was haar aan te zien en uitte zich eerst in een opmerkelijke schuchterheid, die pas in het midden van de set verdween.
Toegankelijkheid was de rode draad: een broeierige start met “Professional suicide” (op plaat het zwakste nummer, mar live snedig en intens), naar de vermakelijke groovy songs “Manipulating woman”, “Dusk til dawn”, “Magic” en “Another runaway”. Heerlijk stukjes muziek om je met gesloten ogen helemaal aan over te geven …De Giorgi Moroder/Human League elektronica (soms vooraf opgenomen) nam een prominente rol in, want deze songs klonken kleurrijker door een steviger beatje en pompende bas. Na het sfeervolle “Love don’t live here” palmde ze gaandeweg de eerste rijen in met “Better than sunday” en de onstuimig gebalde b-side “Danny + Jenny”. Ze sloot ‘en verve’ af met een schitterende finalereeks van de eerder vernoemde singles.

Het opkomend rockbandje Ladyhawke serveerde hapklare songs, die live snel op elkaar volgden en een foutloos parcours aflegden. Maar ze ontpopte zich op het podium nog niet als het jonge zusje van Avril Lavigne of Katie White van de Ting Tings. Daarvoor was ze net iets te nerveus. Trouwens, we bleven wat op onze honger zitten: geen bis en de paar afwezige nummers van het debuut, waaronder “Oh my”, “Crazy world” en “Morning dreams” mochten toegevoegd worden!

We waren alvast onder de indruk van de Franse support Underground Railroad, die al vijf jaar lang bezig is en twee cd’s uithebben. Rauwe noisepoprock in de lijn van The Breeders, Pavement en Sonic Youth. Het trio speelde een gevarieerde set van sfeervolle als verbeten songs. Soms trokken ze fel van leer, wat zich verder ook uitte in de girl – boy zang. Een aangenaam, fijn overtuigend setje van dit trio!

Fotoshoots: zie live foto's

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Saxon

Saxon en Iced Earth sturen fans op tijd naar bed!

Geschreven door

Na de schitterende passage van Iced Earth op Graspop verlangden heel wat fans (waaronder ik) naar een volgende ontmoeting voor wat hopelijk een langere set zou worden. Toen begin december werd aangekondigd dat deze ontmoeting er zou komen in de vorm van een dubbele headliningtour met Saxon, was ik dan ook aangenaam verrast. Saxon heeft namelijk in zijn carrière reeds meermaals bewezen een ware live-band te zijn.

Met hoge verwachtingen zakte ik op maandag 2 februari af naar het prachtige zaaltje van De AB te Brussel. Na definitief vernomen te hebben dat de groepen het zonder voorprogramma zouden klaren begon ik al te hopen op een mooie lange set, het uurrooster daarentegen deed hierrond al snel twijfels ontstaan. Iced Earth zou volgens dit schema maar de tijd krijgen om één uur te spelen wat ons onvoorstelbaar leek.
5 minuten voor het voorziene tijdstip betraden Schaffer en co het optreden vergezeld door de intro “In Sacred Flames” om er vervolgens onmiddellijk stevig in te vliegen met “Behold the Wicked Child” van het nieuwe album ‘The Crucible of Man’. Van bij het begin zat de sfeer er goed in bij het eerder selecte publiek. De krachtige powerchords van de band warmden de nekspieren van het aanwezige publiek voorzichtig op in afwisseling met melodische passages die uit volle borst werden meegezongen. Het geluid zat reeds van bij het begin zoals het hoorde, al mocht de leadgitaar aanvankelijk wat luider staan. Iced Earth vervolgde de set met “Settian Massacre” om vervolgens over te gaan tot het oudere werk onder de vorm van “Burning Times”.
Met het melodische “Declaration Day” lasten de heren een melodische passage in om de nekspieren weer wat op krachten te laten komen terwijl de stembanden aan een hevige test werden onderworpen. Veel genade kenden de heren echter niet want men vervolgde de set met drie regelrechte nekbrekers namelijk “Vengeance is Mine”, “Violate” en “Pure Evil”. Het publiek reageerde uitzinnig en schreeuwde de teksten mee. Bij het aankondigen van “Watching Over Me” maakten de haren op mijn lichaam zich reeds klaar voor een waar kippenvelmoment. Iced Earth bracht dit nummer met zoveel overgave en gevoel dat het hele publiek erin opging. Een duidelijk ontroerde Schaffer waardeerde deze respons ongetwijfeld en bedankte met een ingetogen glimlach.
Met “Ten Thousand Strong” bewijst Matt Barlow nogmaals dat Tim Owens absoluut niet de enige is die dergelijke hoge noten constant kan halen. Hoewel we van Barlow gewend zijn dat hij ruiger of dieper zingt, bracht hij het hier opnieuw schitterend vanaf. Om het publiek nogmaals wat rust te brengen alvorens het slotoffensief in te zetten bracht men het geniale “Dracula” ten gehore, wat een tweede hoogtepunt vormde in de set. Na een dikke drie kwartier zette de band het geniale “Melancholy (Holy Martyr)” in. Hierbij begon ik onmiddellijk te vrezen dat het einde van de set dichterbij kwam. Toen men na het geweldige “My Own Savior” een ontbonden publiek verliet en slechts met één bisnummer op de proppen kwam namelijk “Iced Earth” was de ontgoocheling bij het grootste deel van het publiek tamelijk groot ondanks de schitterende set. Fouten waren er niet! Puur enthousiasme en genialiteit zorgden ervoor dat het extra hard aankwam om Iced Earth slechts één uur aan het werk te zien.

In tegenstelling tot wat we uiteindelijk verwachten bleek ook Saxon niet langer te spelen. De band trapte af rond 21u20 en om 22u30 stonden we reeds aan de uitgang van de zaal. De tijden van ‘Heavy metal in the Night’ zijn blijkbaar ouderwets geworden. € 40 voor twee uur muziek is dan ook een dure aangelegenheid. Bovendien was de keuze om Saxon boven Iced Earth te zetten naar mijn mening wat ongelukkig gekozen. Tijdens de set van Saxon snakte ik meermaals naar tempo en kracht. Hoewel alles voortreffelijk werd gebracht, bleek het ondertussen in leeftijd verdubbelde publiek moeilijk te activeren. Bij nieuwere nummers als “Helcat” en “Battalions of Steel” kwam het publiek licht in beweging, maar erg enthousiast werd men amper.
Toen na ongeveer de helft van de set een aantal mensen uit het publiek genoeg hadden van de tragere nummers en om Iced Earth begonnen te roepen keek heer Biff verontwaardigd in het publiek. Hij reageerde echter professioneel en stak bijgevolg nog een tandje bij om het publiek alsnog te overtuigen. Met klassiekers als “Valley of the Kings”, “Heavy Metal Thunder” en “Crusader” slaagde men hier in beperkte mate in. Men slaagde er echter pas bij de bisnummers in om het publiek volledig op de hand te krijgen en dan voornamelijk met het nummer “Princess of the Night”. Helaas bleek dan het uur reeds voorbij te zijn en mochten we ons reeds richting de uitgang begeven.
Een set met afwisselend ouder en nieuwer werk is zeker geen slechte optie, maar nummers als “Lionheart”, “Denim and Leather”, “Strangers in the Night”, “Wheels of Steel” … mogen naar mijn mening niet ontbreken op een optreden van Saxon, zeker niet in een set waarbij men amper de tijd heeft om het publiek mee te krijgen. Slecht was het zeker niet, maar volgens mij zou ik veel meer genoten hebben van deze avond moesten de groepen op zijn minst gewisseld waren van plaats, los van de carrière waarop beide bands zich baseerden om hun plaats op de bill in te vullen. Beide bands zouden hierdoor volgens mij veel beter tot hun recht gekomen zijn.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Nashville Pussy

Rock’n’roll over lay dawn met Nashville Pussy

Geschreven door

De Gentse band The Stiffs opende de avond met een mix van rockabilly, hard rock en garagerock. De ervaren rotten die hun sporen verdiend hebben in de Gentse rockscene van ondermeer The Mudgang en Soapstone wisten nog aardig te rocken, getuige enkele ferme covers waaronder een schitterend “Evacuation” van Evan Johns and The H-Bombs en een vet “She got me when she got her dress on” van de machtige Masters Of Reality. Fijne start.

Nashville Pussy heeft niet bepaald de eerste prijs gewonnen voor subtiliteit, hun muziek en sound refereren meer naar tieten en bier dan naar doordachte levenswijsheden. Maar dat weten ze zelf beter als geen ander, want het is hun handelsmerk. Ook in Minnemeers te Gent speelde de band luid en snoeihard hun mix van potige southern rock, punk en hard rock. Simpel en rechtdoor ramden ze er ook enkele songs door van de nieuwe plaat die er zit aan te komen. Moet het nog gezegd dat deze songs geen haar anders klinken dan diegene op hun andere platen, maar wel even lekker en stevig de zaal in rolden. Gitariste Ruyter Suys speelde alweer al haar troeven uit, zijnde haar splijtende gitaarsolo’s en een koppel ferme tieten. Frontman Blaine Cartwright zijn bierpens paste volkomen bij de gemene cockrock die hij uit zijn scherpe strot deed loeien. Kortom, Nashville Pussy was hier volledig zichzelf, en dat was waar wij voor gekomen waren.

The Supersuckers noemden zichzelf in alle bescheidenheid ‘The best rock’n’roll band in the world’ maar dat waren ze niet bepaald. Ze begonnen sterk en eindigden ook zeer gedreven, maar hetgeen daar tussenin zat deed de zaal voor de helft leeglopen. Er zat wel meer variatie in The Supersuckers dan in het dichtgeplamuurde geweld van Nashville Pussy daarvoor, maar wat bezielde hen in hemelsnaam om voor meer dan een half uur country songs te gaan spelen. Eentje vonden we wel een leuke afwisseling, maar een half uur ? Een puntig en hard slotkwartier , met ondermeer een sterk “Jailbreak” van Thin Lizzy, kon het optreden niet meer redden maar overtuigde ons wel van het feit dat deze jongens wel degelijk konden rocken. Ze hebben het zelf een beetje om zeep geholpen en zullen daar wel een goede reden voor gehad hebben, hopen we althans voor hen.

Organisatie: Democrazy, Gent

Supersuckers

Supersuckers nog niet de beste rock’n’roll band …

Geschreven door

De Gentse band The Stiffs opende de avond met een mix van rockabilly, hard rock en garagerock. De ervaren rotten die hun sporen verdiend hebben in de Gentse rockscene van ondermeer The Mudgang en Soapstone wisten nog aardig te rocken, getuige enkele ferme covers waaronder een schitterend “Evacuation” van Evan Johns and The H-Bombs en een vet “She got me when she got her dress on” van de machtige Masters Of Reality. Fijne start.

Nashville Pussy heeft niet bepaald de eerste prijs gewonnen voor subtiliteit, hun muziek en sound refereren meer naar tieten en bier dan naar doordachte levenswijsheden. Maar dat weten ze zelf beter als geen ander, want het is hun handelsmerk. Ook in Minnemeers te Gent speelde de band luid en snoeihard hun mix van potige southern rock, punk en hard rock. Simpel en rechtdoor ramden ze er ook enkele songs door van de nieuwe plaat die er zit aan te komen. Moet het nog gezegd dat deze songs geen haar anders klinken dan diegene op hun andere platen, maar wel even lekker en stevig de zaal in rolden. Gitariste Ruyter Suys speelde alweer al haar troeven uit, zijnde haar splijtende gitaarsolo’s en een koppel ferme tieten. Frontman Blaine Cartwright zijn bierpens paste volkomen bij de gemene cockrock die hij uit zijn scherpe strot deed loeien. Kortom, Nashville Pussy was hier volledig zichzelf, en dat was waar wij voor gekomen waren.

The Supersuckers noemden zichzelf in alle bescheidenheid ‘The best rock’n’roll band in the world’ maar dat waren ze niet bepaald. Ze begonnen sterk en eindigden ook zeer gedreven, maar hetgeen daar tussenin zat deed de zaal voor de helft leeglopen. Er zat wel meer variatie in The Supersuckers dan in het dichtgeplamuurde geweld van Nashville Pussy daarvoor, maar wat bezielde hen in hemelsnaam om voor meer dan een half uur country songs te gaan spelen. Eentje vonden we wel een leuke afwisseling, maar een half uur ? Een puntig en hard slotkwartier , met ondermeer een sterk “Jailbreak” van Thin Lizzy, kon het optreden niet meer redden maar overtuigde ons wel van het feit dat deze jongens wel degelijk konden rocken. Ze hebben het zelf een beetje om zeep geholpen en zullen daar wel een goede reden voor gehad hebben, hopen we althans voor hen.

Organisatie: Democrazy, Gent

Kocani Orkestar

Kocani Orkestar tekent als de fanfare in elk dorp

Geschreven door

De Macedonische Brass Balkan band Kocani Orkestar stond grootser dan ooit op het podium. In geen mum van tijd slaagden ze erin hun publiek te laten meeslepen in hun zwierige Oost-Europese traditioneel muziek, Turkse world, latin en westerse pop. Ze zorgden voor een zorgeloos avondje, want we hoorden een wervelende sound van aanstekelijke groove ritmes van accordeon en hobo, de blazersectie van tuba’s en trompetten en tenslotte een opzwepende trom, wat niemand onberoerd liet en inwerkte op de dansspieren. De uitnodigende armbewegingen van de zanger wakkerde de dans nog aan.
Gepassioneerd en vol overgave liet de tienkoppige band hun instrumenten spreken; met hart en ziel speelden ze, tot er geen noot meer kon uitkomen Een groots feest dus…zoals het échte zigeuners betaamt. En ze hadden respect voor elkaar op het podium, want elk bandlid kwam in de schijnwerpers te staan, wat warmte en respect uitstraalde.
Er was een ideaal evenwicht in instrumentals en gezongen nummers, waarbij in de zang duidelijk de Turkse invloeden te horen waren. Ze remden af en toe even af, wat de variatie onderstreepte en het geheel sfeervoller maakte. Naar het eind werd het tempo verhoogd en klonk het ensemble dynamisch en opwindend …als een fanfare ‘on speed’ tijdens een dorpsfeest.
Die zinderende hoempapa zetten ze na hun anderhalf uur durend concert, nog een kwartier verder in de foyer. Ze speelden in de massa, maakte enkele rondjes en hitsten het publiek op. Versterkers waren er niet meer nodig om hun gypsy muziek kracht bij te zetten en elan te geven. Kortom, een ‘night of the gypsies’ het onthouden waard.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

zZz

Running with the beast

Geschreven door

Het Amsterdamse duo Björn Ottenheim (drums) en Daan Schinkel (toetsen) debuteerden drie jaar terug met ‘The sound of zZz’, een intrigerende mix van zompige rock’n’roll, psychedelica en donkere eind ‘70’s wave:elektronica. Een repetitief psychedelisch klinkend orgeltje met een dosis geluidseffecten en een begeesterend bedreven drumspel, ondersteund door een dreigend kreunende, krijsende en galmende zegzang.
De opvolger ‘Running with the beast’, gelinkt aan Van Halens “Running with the …”, klinkt duivels, opwindend, broeierig en opbouwend.
De plaat is breder van opzet en klinkt gevarieerder: hitsige uptempo rock’n’roll, langgerekte zweverige psychedelica, wave, trash/noise en sfeervolle partijen. In Nederland spreekt men van een soort kermisrock’n’roll. Ottenheim slaat kreten of dreunt, kreunt, gilt en bromt z’n teksten af. En Schinkel zorgt voor warm swingende wave/psychedelica: van de snedige titelsong en “Sign of love” naar de rockwave van “Lover”, “Grip”, “Majeur” tot de psychedelische pop  van “Spoil the party” en “The movies”. Of het duo weet je te verleiden op de dansvloer met “Loverboy” of zoekt je op met een intieme slow als “Amanda” en het afsluitende “Islands”.
Deze plaat gaat meer richting Black Mountain, Hawkwind en het oude Monster Magnet; het invloedrijke Suicide van Rev/Vega komt ietwat in de verdrukking te staan.
’Running with the beast’ klinkt minder overdonderend dan hun debuut, maar laat de meter nog steeds overhellen naar een lekker beestig plaatje!

Pagina 446 van 479