logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2025 19-01 Scarbo ‘time unfolded’ 23-01 Jazz cats: Julien Tassin (double bill) (solo + Tassin/Hermia/Joris) @Concertstudio 24 + 25-01 ’t Hof Van Commerce (reculer pour mieux sauter) @Depart 29-01 Arno: Rock’n’roll…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14300 Items)

Allen-Lande

The Revenge

Geschreven door

Een vervolg op het schitterende ‘The Battle’ uit 2005 had ik eerlijk gezegd niet meer verwacht. Het debuut van de samenwerking tussen Russell Allen (Symphony X) en Jorn Lande (ex-Masterplan) scoorde toen erg goed in onze jaarlijstjes.
‘The Revenge’, de opvolger, ontstond opnieuw uit het meesterbrein van songschrijver en gitarist Magnus Karlsson. Zowel Allen als Lande waren onmiddellijk bereid om de ideeën van Karlsson in realiteit om te zetten. Het resultaat is opnieuw een erg sterke melodieuze power metalplaat. Wie ‘The Battle’ leuk vond zal ook aan deze nieuwe schijf erg veel plezier beleven. Qua sound is er niet erg veel veranderd. Hoewel het verrassingsaspect verdwenen is slagen de heren er toch terug in om ons gedurende twaalf songs mee te voeren in hun gepassioneerde metal escapades vol stevige gitaarriffs, mooie pianolijnen en vocale powertrips. Qua songwriting waren de songs op het debuut net iets sterker. De songs op ‘The Revenge’ zijn soms wat gecompliceerder en vragen wat meer luistermomenten. Persoonlijk verkies ik het stemgeluid van Lande boven dat van Allen. In de monsterballade ”Master Of Sorrow” laat Jorn nog eens horen dat hij tot de beste rockzangers van het ogenblik behoort. Echt interessant zijn de duetten die de heren aangaan. Deze duels zijn regelrechte vocale metal gevechten. Zo is de titeltrack “The Revenge” één van de vele hoogtepunten van het album. De plaat werd afgewerkt door mixwonder Dennis Ward, waardoor het eindresultaat qua sound de perfectie weet te benaderen. Een van de betere Frontiers releases van het jaar!

Dragons

Here are the roses

Geschreven door

De eerste onvermijdelijke reactie is de volgende: Godverdomme, die gasten hebben alles gejat van The Editors en Interpol. ’t Zal wel , maar hebben Editors en Interpol ook niet alles gepikt bij Joy Division en The Sound ? Yep, ook weer waar. Laten we dus gewoon stellen dat we Dragons kunnen bijplaatsen in het rijtje nieuwe bands die de mosterd met een vette pollepel zijn gaan halen in de eighties. De echo gitaren zijn dus van de partij, de donkere en diepe vocals ook, en bij Dragons wordt er ook nog een streep synths toegevoegd waardoor we met momenten wat Simple Minds toestanden krijgen, zoals in “Treasure”. Het is allemaal wel wat voller, harder en strakker dan de Simple Minds en de Messias trekjes blijven gelukkig ook achterwege.
Ze hebben dus geen nieuw geluid ontdekt en doen dingen die allemaal al wel eens eerder door anderen zijn voorgedaan, maar de songs zijn bijzonder sterk en dat is wat ons betreft de reden waarom Dragons niet moet onderdoen voor gasten als Interpol en Editors. De sterke openers van de plaat “Here are the roses” en “Conditions” bevestigen dat alleen maar. De synths en vocals op het heftige “Obedience” neigen wat naar de industrial tonen van Depeche Mode, maar dan beter. De gitaren van “Trust” zijn zomaar weggelopen uit een Cult song ten tijde van ‘Love’ (“Revolution” en consoorten, weet u nog wel).
U ziet het, ‘Here are the roses’ is echte de moeite waarde, maar iemand moet deze band dringend vanuit de schaduw van Interpol en Editors weghalen.

Hard-Fi

Once Upon A Time In The West

Geschreven door

Het Britse Hard-Fi onderscheidde zich vorig jaar met de debuutcd ‘Stars of CCTV’, waarbij vooral de singles “Hard to beat” en “Cash machine” hoog scoorden binnen de melodieuze postpunkpop.
Hard-Fi trok de lijn van hun zoektocht van de perfecte popsong door met de tweede cd, die subtiel, verfijnd en sfeervol in elkaar zit. Piano, keyboards en strijkerarrangementen geven kleur aan hun poprocksongs. Ze zijn knap in elkaar gestoken, waarbij een hardere noot uitblijft.
Archer en de zijnen kiezen resoluut voor een grootse doorbraak en kunnen erin slagen met meezingbare songs als “Suburban knights”; “Help me please”, “We need love” en “The king”. Intiemer klinken “I shall overcome”, “Tonight”, “Watch me fall apart” en “Can’t get along without you”.
Een afwisselend plaatje dus. Ook de hoesfoto springt in het oog: een simpele tekst ‘No Cover Art’.Mooie zet?!

Iron & Wine

The Shepherd’s Dog

Geschreven door

Iron & Wine is het muzikaal project van de bebaarde Amerikaanse singer/songwriter Sam Beam. De huidige aanpak is duidelijk breder dan op de vorige cd’s, die eerder ingetogen americana/folk ‘haardvuur’songs waren.
’The Shepherd’s Dog’ brengt artiest én band op het voorplan; luister maar eens naar “Pagan, Angel and a Borrowed car”, “Carousel”, “Innocent bones”, “Wolves”, “Boy with a coin”, “The devil never sleeps” en “Peace beneath the city”. Ze staan garant voor mooi afwisselend en kwalitatief sterk songmateriaal: fris, vaardig, dromerig, sfeervol, intiem pakkend of door de psychedelica klinkend als een indieband.
De sterkte van de cd ligt in de gemoedsrust, wat ervoor zorgt dat dit een uiterst aangename, genietbare cd is.

Pinback

Autumn of the Seraphs

Geschreven door

Het Amerikaanse Pinback, onder het onafscheidelijke duo Rob Crow (bas) en Zach Smith (keyboards), is aan de vierde cd toe. Pinback, gegroeid uit Three Mile Pilot midden de jaren ’90, introduceerde samen met Low de lofi en slowcore geluid. Platen als ‘(This is a) Pinback cd’ en ‘Blue Screen Life’ klonken overtuigend. ‘Autumn of the Seraphs’ behoudt dezelfde eenvoudige, doch complex aandoende aanpak van traag meeslepende, sfeervol dromerig overlappend gitaargetokkel en -akkoorden, keyboards en bezwerende percussie, onder die emotievolle samenzang: “From nothing to nowhere”, “Barnes”, “How we breathe”, “Blue harvest” en “Bouquet”. Doch de plaat onderscheidt zich op een handvol songs door krachtiger en meer popgericht te  zijn; de heren geven hun sound een nieuw elan door hun melodielijn en ritme: “Good to sea”, “Walters”, “Devil you know” en het afsluitende “Off by 50”.
De hoes van de cd toont afbeeldingen van een angstaanjagende onderwereld, omgekeerd evenredig met de sound. Het lijkt wel een niet te vatten muzikale grimmige droomwereld van de heren.

REO Speedwagon

Find Your Own Way Home

Geschreven door

REO Speedwagon is back en hoe! Live waren ze dit jaar te zien op het Classic rock festival ‘Schwung’ en speelden daar de meeste bands naar huis. Het was een schitterend optreden met tal van REO klassiekers maar ook enkele nieuwe songs uit dit nieuwe album ‘Find Your Own Way Home’.
De band is sinds 1967 actief en kende hun grootste successen in de jaren tachtig. Deze band vond de term ‘powerballad’ uit en velen onder U zullen ongetwijfeld vrouwelijk schoon ontmoet hebben op de tonen van de monsterpakkerd “Keep On Lovin’ You”. Om maar aan te geven dat deze band toch wel enige betekenis heeft in de muziekgeschiedenis. Eind 1988 stond de band echter op splitten. Vooral het vertrek van gitarist Gary Richrath baarde de band zorgen. Het rechtstreekse gevolg van Richrath’s vertrek was dat men niet meer in staat bleek te zijn om een deftige song bij elkaar te schrijven. Dit resulteerde in enkele vrij matige albums. “Building The Bridge” uit 1996 was het laatste studioalbum van de band, maar de plaat flopte volledig. Nadien werden we wel nog regelmatig opgevrolijkt door enkele live opnames en enkele aardige, doch overbodige compilaties.
Tot er dit jaar dus nieuw werk verscheen onder de titel ‘Find your Own Way Home’. Of dit album goed is vraagt u zich ongetwijfeld af? Wel het is een beetje een dubbeltje op zijn kant. Laat ons zeggen dat drie vierden van het album ons aangenaam wist te verrassen. Het album kan absoluut niet tippen aan een plaat zoals ‘Hi-Infidelity’ maar daarnaast kan ik alle REO fans wel vertellen dat de plaat vrij lekker rockt. Het typische stemgeluid van Kevin Cronin (die de meeste songs componeerde) blijft ook anno 2007 stevig overeind staan en heeft de band met bassist Bruce Hall (“Born To Love You”) een extra sterke Classic rockstem in huis.
De betere songs zijn “Smilin’ In The End” (lekkere gitaarrock), “Find Your Own Way Home” (80’s REO feel), “I Needed To Fall” (powerballade) en “Dangerous Combination” (county-rock - medegeschreven door Jim Peterik). In het tweede deel van het album zakt het hoge startniveau wat weg, maar ook dan blijft de plaat boeien.
We zijn dan ook erg blij met de terugkeer van onze goede vrienden uit Illinois. Toch kun je deze terugkeer (na elf jaar) niet bijzonder productief noemen want ‘Find Your Own Way Home’ telt slechts tien nieuwe songs.

Arquettes

Arquettes EP

Geschreven door

Het Gentse Arquettes debuteert met een weerbarstig plaatje van vijf songs. Rauw melodieuze, broeierige rock’n roll en sfeervolle toetsen , ergens tussen een venijnig klinkende Das Pop, The Van Jets en een bedreven Sparklehorse, onder een bitterzoete samenzang, siert dit viertal.
De EP kwam tot stand met Pascal Deweze van Sukilove (en talloze andere projecten). Ze onderscheiden zich al met songs als “It’a relief” en “Feehler”. “The great diverse” en “Dress” behouden dezelfde vaardige, snedige aanpak. Het semi-akoestische “Her Party” besluit de EP en zorgt voor een aangename verfrissing van dit beloftevol sympathiek bandje.

Info op www.myspace.com/arquettes

Psycho Stag

Psycho Stag

Geschreven door

Het West Vlaamse Psycho Stag kwam al in de belangstelling met het nummer “Belgian hero”, over volksvijand nummer uno M. Dutroux, anderhalf jaar terug. Momenteel is hun eerste cd uit met negen avontuurlijke songs die onverwachtse wendingen ondergaan en een broeierige spanning uitstralen. Zompige, intens meeslepende, rauwe retrorock, power/stonerpop met een punky attitude, onder een huiveringwekkende, weirdo grauwe (zeg) zang, die refereert aan het onvolprezen Claw Boys Claw, The Cramps, Butthole Surfers of Les Claypool’s Primus. “Emotional Bondage”, “Lolita Girls”, “React en “The song whatever” zijn alvast mooie voorbeelden van de afwisselende aanpak op hun fijne debuutcd.

Info op www.psychostag.be

Ozark Henry

Ozark Henry: clubtournee als kerstgeleider

Geschreven door

Piet Goddaer is rusteloos. Z’n droom verwezenlijkte hij al door ‘The soft machine’ voor te stellen in Vorst Nationaal en op Pukkelpop. Een uitgebreide clubtournee breide hij in deze ‘donkere’ dagen, die telkens het ticket uitverkocht kreeg. En ons bezig bijtje heeft nav het overzichtsalbum ‘A Decade’ al optredens gepland in de Lotto Arena in april 2008.
Het was een uitgelezen kans met de kerst om de intieme set te beluisteren. Een klein anderhalf uur hoorden we Goddaer in een hoofdrol als zanger/componist, op toetsen en op bas. De klemtoon legde hij met z’n band (opnieuw) op de laatste twee cd’s, waarbij de kaart van een sfeervol, rustige aanpak werd getrokken. Een knus aangename verpozing. Een mooi decor van grote witte bollen en sterretjes zorgde voor de gezelligheid. Intimiteit troef dus, waarbij we enkel nog de openhaard op het podium misten.

Blootsvoets (om contact met de grond en z’n materiaal te hebben) en nederig (zijn we intussen al gewoon van hem) betrad hij het podium. Ozark Henry was een kwartet, waarbij de instrumentatie uiterst sober werd gehouden. Met z’n vaste toetsenist/pianist Didier Deruytter, opende Goddaer heel ingetogen “Sweet instigator”. In de volledige bezetting klonken “Splinter”, “Grace”, “Le temps qui reste” ingehouden. “Vespertine” was adembenemend, enkel bepaald door piano en stem. “To walk again” (soundtrack van de gelijknamige film over de triatleet Mark Herremans) en “Morpheus” speelden ze iets krachtiger. Het al tien jaar oude “Me & my sister” was ontdaan van z’n  trippopconcept en werd gedragen door een begeesterende pianopartij.
Tijd voor bekender werk: “Word up” (refrein werd zachtjes meegezongen!), “These days” en de huidige single “God speed”, werden gekenmerkt door een sterke opbouw, ingetogen, pittig, soms snedig en mooi uitgebalanceerd.
Goddaer en de zijnen speelden na een goed uur nog een drietal nummers in de bis, waaronder “At sea”, “Indian summer” en een uiterst gevoelig “Give yourself a chance with me”. Een vleugje pianovirtuositeit besloot definitief de avond. Intussentijd waren we al vertrouwd met z’n stokwoordje “Merci” tussen enkele nummers door en bij de voorstelling van de band.

Goddaer was de ideale kerstgeleider. Zijn muzikale kerstkalkoen heeft ons gesmaakt.

Organisatie: Vooruit, Gent

Alestorm

Captain Morgan’s Revenge

Geschreven door

Dat het promotieteam van Napalm Records goed mijn aandacht kan trekken ondervond ik bij het lezen van de term’Scottish Pirate Metal’ op de achterkant van de promo-CD van Alestorm’s laatste wapenfeit genaamd ‘Captain Morgan’s Revenge’. Ik was dan ook erg benieuwd naar wat we deze keer weer te horen zouden krijgen.

Met gemengde gevoelens knalde dit schijfje voor de eerste keer door mijn boxen. Langs de ene kant kon ik de instrumentale kant van het album wel appreciëren. De vocale prestaties van zanger Christopher Bowes, bezorgden mij tijdens de eerste luisterbeurt enkele bedenkingen. Bowes zingt namelijk allesbehalve zuiver. Na enkele luisterbeurten, slaagde ik erin om dit toch enigszins te relativeren. Zijn smerige, vuile stem, past eigenlijk wel bij het piratenthema. Zingen met een gepolijste stem over roven, prostituees, wilde feestjes en het zuipen van liters bier, zou nogal vreemd overkomen.
Vooral de sing-along songs, met een hoog Dropkick Murphys-gehalte, als “Nancy The Tavern Wench”, “Of Treasure”, “Wenches and Mead” en “Flower of Scotland” blijken zeer geschikt voor de stem van Bowes. Deze nummers zullen live dan ook gegarandeerd voor heel wat ambiance en lege vaten zorgen. De snellere nummers als “Over the Seas” en “Set Sail and Conquer” doen dan weer denken aan “Turisas”.
Aan de instrumentale kant van het album valt weinig aan te merken. De muziek ondersteunt de teksten en het thema bijzonder goed, maar de liefhebbers van technische hoogstandjes zullen hier echter niet aan hun trekken komen.
Deze technische hoogstandjes zijn volgens mij ook niet nodig om een onderhoudend album af te leveren. Het sterkste punt van Alestorm ligt hem namelijk eerder in het hoge feestgehalte. Beluister ‘Captain Morgan’s Revenge’ met een hoop maten in een rokerig hol waar liters bier en rum beschikbaar zijn en je zult de avond van je leven beleven. Maar om er thuis geboeid door te blijven, ontbreekt dit album nog een tikkeltje aantrekkingskracht.

Kamelot

Ghost Opera

Geschreven door

Het uit Florida afkomstige Kamelot is er ook deze keer in geslaagd om een hoogstaand kwaliteitsalbum af te leveren. Dit nieuwe album ‘Ghost Opera’ is voor de verandering eens geen conceptalbum maar de schijf bevat wel de pakkende bombastische power-progressieve metal die we van de band gewoon zijn. De opvolger voor ‘The Black Halo’ uit 2005 werd in Wolfsburg (Duitsland) ingeblikt en voor het eerst mag ook keyboardspeler Oliver Palotai (uit Duitsland afkomstig) zich volwaardig lid noemen van de band. Kamelot is dus nu een vijftal en voor deze nieuwe plaat keerde ook ‘Karma’ drummer Casey Grillo terug naar de Kamelot stal. ‘Ghost Opera’ staat vol bombastische, rijk georchestreerde metalsongs. Het feit dat een song zich kan ontpoppen van een simpele pianoballade tot een stevige metalsong zorgt bij mij nog steeds voor een ‘wauw’-gevoel.
Toch is deze ‘Ghost Opera’ minder verrassend dan vorige albums. Waar het juist aan ligt kan ik je niet vertellen maar misschien komt het omdat we het ondertussen zo gewoon zijn dat de band de ene sterke plaat na de andere uitbrengt. Het album mist een verrassingseffect maar heeft aan kwaliteit geen gebrek. De bombastische klassieke arrangementen, de complexe doch toegankelijke progressieve metalsongs, de superieure stem van Roy Kahn, en de stevige gitaarriffs van Thomas Youngblood zorgen ook nu voor een sterk samenhangend vooruitstrevend metalalbum.
‘Ghost Opera’ is een mooie toevoeging tot de band’s al bijzonder rijke palmares. Alleen jammer dat de band mij live nog geen enkele keer heeft weten te overtuigen van hun grote klasse. Kamelot is op zijn sterkst in de studio en daar is deze nieuwe schijf het mooiste bewijs van.
Op deze ‘limited edition’ die ik in handen kreeg staat één extra song en werd er ook een interessante bonus DVD toegevoegd met de videoclip en ‘the making of Ghost Opera’.

Los Campesinos!

Sticking Fingers into Sockets (EP)

Geschreven door

Los Campesinos is een uit Wales afkomstig zevental en is één van de beloftes van het afgelopen jaar met deze EP, die klinkt als een bruisende cocktail van gitaarpoprock en folk. Dynamische, opwindende, dansbare, aangename en ontspannende songs. Het speelplezier druipt er van af. Dit is ‘feeling good music’, waarbij de vijf songs (en één outtro) gekenmerkt zijn door snedige, soms rauwe gitaarakkoorden, zwierige vioolpartijen en kleurrijke toetsen. Ze ondergaan diverse tempowisselingen, waarbij de vrouwelijke en mannelijke zang op elkaar zijn ingespeeld.
‘Sticking Fingers into Sockets’ bevat charmant, speels songmateriaal. De band nestelt zich ergens tussen Polyphonic Spree, Broken Social Scene, Architecture In Helsinki en Pavement. Trouwens ze coverden op hun eigen manier  “Frontwards” van hen.
Een oorstrelende EP die doet hunkeren naar wat deze ‘vier man – drie vrouw’ band in 2008 in petto zal hebben.

The Pigeon Detectives

Wait for me

Geschreven door

The Pigeon Detectives zijn een jong Brits bandje uit Leeds. Ze spelen melodieus ongecompliceerde punkpop en rauwe rock’n’roll, onder zanger Matt Bowman (lijkt een jonge Roger Daltrey wel!) die z’n publiek duidelijk weet op te jutten. Rechtstreeks uit de stal van Kaiser Chiefs verweven ze de sound van Buzzcocks, Libertines, Hot Hot Heat en The Strokes. “I found out”, “Don’t know how to say goodbye” en “I’m not sorry” zijn uptempo klinkende rocksongs. “To know I love you” en de titelsong overtuigen door hun broeierige opbouw.
Kortom, ‘Wait for me’ bevat lekker, gestroomlijnde, springerige rock!

Radiohead

In Rainbows

Geschreven door

Niet iedereen is even opgetogen met de zet die Radiohead gedaan heeft met hun nieuwste werkje. Inderdaad, een groep als Radiohead kan het zich commercieel immers permitteren om hun nieuwste plaat bij wijze van stunt volledig legaal gratis door het grote publiek te laten downloaden. Ze zullen de mislopen inkomsten wel compenseren met peperdure toegangstickets voor hun shows en met de opbrengst van de onvermijdelijke deluxe-edition met extra songs die begin volgend jaar in de winkels zal liggen. Een gemene en echt wel pretentieuze zet, als je’t ons vraagt, en een kaakslag voor vele bands die met alle moeite van de wereld hun plaatjes verkocht krijgen. Maar goed, wie vandaag een beetje met een computer en met internet overweg kan , weet toch zomaar alles illegaal te downloaden, alleen bij Radiohead mag het ook officieel gratis. Dus we gaan verder niet mopperen en zullen het hier over de plaat zelf hebben.
‘In Rainbows’ is een eerder korte en overwegend rustige plaat geworden, met uitzondering van het grillige en fantastische “Bodysnatchers” die hard tegen alle muren bonkt. Het is een sfeervol album waarop Thom Yorke net niet te veel gaat zeuren en waarop Greenwood alweer allerhande sounds en effecten uit zijn gitaar haalt zonder in overdreven experimenteel gebral te vervallen. Een typische Radiohead plaat, iets minder experimenteel dan ‘Kid A’ en ‘Amnesiac’ en net niet van het niveau van de ongenaakbare topper ‘OK Computer’.
Geen verrassingen dus, wel een handvol prachtige songs die bij elke beluistering blijven groeien, songs met klasse, romantiek en elegantie doch gespaard van elke vorm van overdreven sentiment.  Een hoopje nieuwe klassiekers zijn geboren als “Weird fishes/Arpeggi”, “Bodysnatchers”, “Nude” en “House of cards”.
Radiohead kan voor de komende concerten met toevoeging van deze nieuwe pareltjes dus een pracht van een playlist gaan samenstellen om de fans helemaal te doen smelten. En smelten zullen ze !
Kortom, ‘In Rainbows’ is alweer van een bijna niet te evenaren schoonheid en laat de concurrentie mijlenver achter zich.

Reverend & The Makers

The State Of Things

Geschreven door

Beloftevol bandje uit Sheffield zette de Dance Hall op z’n kopte Hasselt-Kiewit tijdens het Pukkelpopfestival, nog vóór de cd verscheen. Inderdaad, het uit Arctic Monkeys stad  afkomstige gezelschap, onder Jon ‘The Reverend’ McClure, heeft een aanstekelijk debuut uit, dat bol staat van groovende danspop, ergens tussen de Britpop van Blur, Oasis en de psychedelica bleeps van Primal Scream.
”Heavyweight champion of the world”, “Open your window”, “He said he loved me” en de titelsong zijn opzwepende songs door de trancy beats. Af en toe wordt McClure’s zang ondersteund door backing vocaliste Laura Manuel.
Maar ook bij Reverend & The Makers slaan de sexuele fantasieën op hol: het voorspel wordt  ingeleid door het sfeervolle “Sex with the ex” en het is postcoïtaal genieten van het afsluitende “Armchair detective”.
’The State Of Things’ is een geslaagde, dansbare, fijne plaat geworden.

Riverside

Rapid Eye Movement

Geschreven door

Het nieuwe album van Riverside heet ‘Rapid Eye Movement’. Het is het derde en laatste deel van de trilogie die begon met het magistrale melodieuze Prog debuut ‘Out Of Myself’ uit 2003. In 2005 werd de plaat opgevolgd door het wat heavier ‘Second Life Sydrome’. Dit laatste album plaatste de Poolse band wereldwijd op de Prog-kaart en werd de band over de ganse lijn bejubeld als de nieuwe Prog sensatie.
Nu is er ‘R.E.M.’, een derde album voor Inside Out die het drieluik afsluit. Aanvankelijk was ik niet echt onder de indruk van het afgeleverde resultaat. Nu ik plaat vele maanden aan ellenlange luisterbeurten heb onderworpen durf ik te stellen dat dit de minst sterke plaat van Riverside is tot op heden. Waarschijnlijk was er tijdens het maken van dit laatste deel te weinig speelruimte om echt vernieuwend uit de hoek te komen.
Het album is opgedeeld in twee delen. ‘Part One: Fearless’ is het meest samenhangende deel. De single “02 Panic Room” is een erg leuke Prog song die gebaseerd is op een aanstekelijk repetitief gitaarthema. Ook leuk is het progressieve “Parasomnia”. “Rainbow Box” lijkt dan weer gestolen te zijn van Porcupine Tree. Verder is het genieten van de emotionele zang van Maurisz Duda, al moet ik wel eerlijk toegeven dat ik mij ook wel eens heb geërgerd aan de soms klagerige zanglijnen. In het tweede deel ‘Fearland’ bouwde men de songs verder uit op de stevige ritmesectie, de dromerige soundscapes en dito keyboardlaagjes en de sublieme gitaarstructuren van Piotr Grudzinski. In Part 2 is er ook wat meer ruimte voor wat progressief geëxperimenteer zonder dat de band echt grote progressie maakt. Met de thema’s (schizofrenie, paranoia, slapeloosheid,…) zijn we ondertussen erg vertrouwd en deze zijn voor ondergetekende best confronterend. “Ultimate Trip” is het 13 minuten durende slotstuk en het meest complexe deel van de plaat.
Vooral de extra bonus cd die bij de ‘limited edition’ zit heeft mij doen besluiten om ‘R.E.M.’ toch een hoge score te geven. Op die bonus disc staan zowaar de beste songs. Vooral het sterke “Behind The Eyelids” is vernieuwend en ook de remix van “02 Panic Room” is beter dan het origineel. In “Back To The River” eert de band Pink Floyd. Hier pakt gitarist Piotr zelfs uit met de solo uit “Shine On Your Crazy Diamond”. De titeltrack “Rapid Eye Movement is bizar genoeg enkel op deze bonus cd terug te vinden. Hier klinkt Riverside pas echt vernieuwend. Dit lange, (ruim twaalf minuten) opbouwende, instrumentale werkstuk heeft een synthesizerstructuur à la Alan Parsons. De track krijgt een donker tintje door de alom tegenwoordige dreigende gitaar van Grudzinski. Een zeer boeiend einde!
Veel nieuwe fans zal de band met deze release niet aanwerven maar het is wel een mooi slotstuk van een prachtige trilogie. Toch kijk ik nu al uit naar een volgend album en ben ik reuzenbenieuwd of de band erin zal slagen om wat vooruitstrevender uit de hoek te komen.

Sunn O)))

Sunn O))): gitzwarte hoogmis

Geschreven door

Het Amerikaanse gezelschap Sunn 0))), onder Stephen O Mailley en Greg Anderson, hebben de muzikale formule klaar van de apocalyps: een unieke sound van een hallucinante, tranceachtige dronetrip van logge, repeterende, donkere en ronkende ritmes van Moog synthi, gitaar- en bas feedbackgeraas, onder een muur van versterkers en pedaaleffects. De recente cd ‘Black One’ bereikte zelfs een ruimer publiek.

De vijf heren in monnikspij speelden anderhalf uur lang een instrumentale ‘wall of sound’, een hypnotiserend, angstinducerend geluid in een mistig rookgordijn. Enkel was er het gemis van een Gregoriaanse zang. Het leek de soundtrack voor horror suspense, de Stephen King films en Friday the 13ths. Muziek die het daglicht niet kan verdragen …
Er was de schitterende start van een diepe, ‘to the bone’ klinkende trombone, waarin de sound aanzwol naar een waaier van noise en fuzz en een verloren gewaaid pianoriedeltje. Het dreigende ‘drone’ karakter trilde door je lichaam. De band liet een sterke indruk na.
Sunn O))) was Halloween en tekende voor een gitzwarte hoogmis. In het rookgordijn zagen we slechts af en toe een schim van de five people in capes en hun instrument. De typisch monniksgebaren en rituelen betekenden alvast een meerwaarde.

Black Heart Rebellion, een jonge Brugse band, was de perfecte warming up. Hun combinatie van hardcore, postrock, soundscapes en screamo kon rekenen op een sterke respons. Ergens tussen Isis, Amen Ra, 65 daysofstatic en Mogwai. Trouwens, de band stond middenin de zaal, een ‘abandinabox’, in een lichtdecor van zwart-witte sneeuw van een twintigtal dooreen gestapelde (oude) tv toestellen, waarvan de distributie was uitgevallen. Een prachtige vondst die hun sound fijn onderstreepte. De zang had geen microversterking nodig en ging door merg en been.

De twee groepen tekenden voor een niet alledaags concertavondje, en waren een beangstigende, huiveringwekkende nachtmerrie.

Organisatie: 4AD Diksmuide

Icarus Witch

Songs for the Lost

Geschreven door

Cruz del Sur, het label van Icarus Witch, heeft een vruchtbaar jaar achter de rug. Na het schitterende ‘Hardworlder’ van Slough Feg, werden onlangs opnieuw twee pareltjes uitgebracht. Naast het nieuwe album van Ignitor levert men met de nieuwe langspeler van Icarus Witch een lekkere pot  heavy metal.

Met ‘Songs for the Lost’ bewijst Icarus Witch dat het niet altijd nodig is om vernieuwend uit de hoek te komen. Waarom zou je immers halsbrekende toeren uithalen om aan de trend van vernieuwing te voldoen, wanneer je genoeg capaciteiten in je marge hebt om met een oude succesformule een schitterend album te kunnen afleveren.
De heren van Icarus Witch brengen overtuigende enthousiaste heavy metal. Lekkere riffs, snijdende gitaarsolo’s, enthousiaste en opzwepende teksten, een boeiende zanger, noem maar op. Alle elementen om een geslaagd album te serveren zijn hier aanwezig, inclusief rustpunten (vb:“The Sky is Falling” en “Smoke & Mirrors”) om het album de nodige variatie te bieden.
Wie ondertussen begon te vrezen voor de originaliteit van het album, kan ik gerust stellen. Hoewel ik hier en daar wat invloeden meen te herkennen van grootheden als Queensryche, Rainbow, Judas Priest … , beschikt Icarus Witch voldoende over een eigen identiteit, om ook de oude rotten binnen het metalgebeuren te kunnen boeien.
Hoewel ‘Songs for the Lost’ over het algemeen een erg hoog niveau aanhoudt, schieten Def Leppard cover “Mirror Mirror” en “Queen of Lies” er voor mij nog net iets boven uit. De grootste verdiensten hiervoor vallen te beurt aan respectievelijk, Joe Lynn Turner (ex-Rainbow, Deep Purple and Yngwie), die voor de gelegenheid mocht komen meezingen en de vaste zanger van de band, Matthew Bizilia. Beide heren hanteren hun stem met grote klasse waarvoor ik niets dan bewondering kan uiten.

Liefhebbers van een gevarieerde pot stevige heavy metal kunnen ‘Songs for the Lost’ volgens mij blind aanschaffen. Ze zullen er gegarandeerd geen spijt van hebben.

Suspyre

A Great Divide

Geschreven door

Ook gehuisd bij Nightmare Records maar duidelijk een van hun betere releases is de nieuwe plaat van Suspyre.
'A Great Divide' is het tweede album (opvolger van 'The Silvery Image' uit 2005) van deze uit New Jersey afkomstige Progrockers. Suspyre is echter veel meer dan louter Progrock.
'A Great Divide' is immers een muzikaal avontuur waarin verschillende muziekstijlen aan bod komen. Jazzy-piano fusionrock, symfonische en progressieve metal, powerrock tot klassiek, het zit allemaal in deze plaat. Ook in dit genre is het bijna onmogelijk geworden om nog origineel uit de hoek te komen. Suspyre probeert dit te doen door ingrediënten te pikken van verschillende collega-bands. Zo hoor je duidelijk invloeden van Dream Theater, Symphony X of Rhapsody in hun volgepakt geluidspallet. 'A Great Divide' is ook een sterk technisch vaardig album. Je komt oren tekort.
Het album bestaat uit twee delen: 'Opus II: The Alignment Of Galaxies’  neemt een goeie 34 minuten voor zijn rekening. Dit eerste deel is hoofdzakelijk instrumentaal en wordt slechts af en toe door enkele vocale passages onderbroken. In 'Opus III: The Origin Of A Curse' mag zanger Clay Barton zich al iets meer manifesteren, maar de band blijft het sterkst tijdens de uitgebreide instrumentale passages. Deze vorm van doorleefde Prog Metal zal niet iedereen weten te verrassen, maar de plaat is in elk geval het 'checken' eens waard!

Stan Bush

In This Life

Geschreven door

Midden dit jaar bracht Stan Bush zijn tiende studioalbum uit. 'In This Life' werd uitgebracht bij Frontiers Records en is tot op heden één van de beste Frontiers releases van het jaar. Stan Bush is voor ons geen onbekende. We volgden Stan's carrière tot na het uitstekende 'Dial 818-888-8638' uit 1993. Daarna haakten we af.
Dit nieuwe album is het strafste wat Bush tot op heden uitbracht. Elf perfecte A.O.R. songs (up-tempo songs en schitterende ballades), allen met een erg hoog hitpotentieel, geven je overweldigend warm gevoel. Stan Bush is een begrip in de wereld van de melodieuze rock en dit vooral vanwege zijn inbreng en samenwerking met de bekendste melodic rockbands. Zo zong Stan o.a. met Jefferson Starship en Alice Cooper en schreef hij talrijke songs samen met o.a. Jonathan Cain (Journey), Jim Vallance (Bryan Adams) en Paul Stanley (Kiss). In Amerika maakte hij ook verschillende TV commercials en werkte hij mee aan enkele 'major movies'.
Als soloartiest is zijn werk slechts gekend door een handvol A.O.R. freaks. Ik hoop dat 'In This Life' daar verandering in kan brengen want deze schijf is een echt pareltje. Vooral de kwaliteit van het afgeleverde songmateriaal is opvallend sterk en constant deze keer. Geen enkel nummer stelt teleur en als melodieuze rockliefhebber val je van de ene verrassing in de andere. Naast de man's overheerlijke rockstem is het ook ten volle genieten van de gitaarcapriolen en keyboarduitspattingen van Holger Fath. Deze laatste tekende ook voor de glasheldere productie van dit album.
In dit toch wel mager A.O.R. jaar is dit album een absolute uitblinker. Een perfecte A.O.R./Melodic Rock mix waarin de up-tempo songs ditmaal de bovenhand halen. Verplichte kost voor elke A.O.R. freak!

Bonde Do Role

With Lasers

Geschreven door

Bonde Do Role is een Braziliaans trio, dat overdondert met een salvo aan oldschool hiphop, disco, poprock, kitsch en dancebeats. Fragmenten van andermans muziek worden leuk geïntegreerd in hun groovy  sound.
Het trio kan fel, opzwepend en feestelijk uit de hoek komen op songs als “Dança de zumbi”, “Soita o frango”, “Tieta”, “Office boy” en “Bondallica”. Maar het zijn vooral “Divine gosa” en “Geremia” die zich onderscheiden. Voor de rest is het een beetje teveel van hetzelfde en wordt het doel van ‘bal populaire’ wat gemist. ‘With Lasers’ laat dus af en toe een steekje vallen…

Pagina 448 van 462