logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14582 Items)

The Dillinger Escape Plan

No compromises met Pletwals TDEP

Geschreven door

Nadat gisteren Baroness, AmenRa en Batllefields het beste van zichzelf gaven in de Recyclart in Brussel, landde vrijdag onder de noemer 'Circus of Mayhem' de toerkaravaan in een uitverkochte VK. Drie kleurrijke en vernieuwende metalbands maken deel uit van deze rondreizende package: Between the Buried and Me, The Dillinger Escape Plan en Meshuggah. Zo'n 700 aanwezigen konden live genieten van dit unieke spektakel.

De aftrap werd gegeven door het uit North Carolina, USA afkomstige jonge kwintet Between the Buried and Me. Deze bij ons relatief onbekende band timmert al acht jaar aan de weg en heeft reeds vijf albums op hun naam staan; in de US hebben ze al meer dan 250.000 albums verkocht. Ze brengen een mix van progressieve metal, deathmetal, hard- en metalcore, jazz/fusion en mathcore. Invloeden en referenties van oa. Dream Theater, Rush, King Crimson, Queen, Refused, Metallica, Pantera en Faith No More zijn herkenbaar, maar live stoort dit zeker niet, ze geven er hun eigen draai aan. De setlist bestond vooral uit nummers van 'Colors', in de (metal)pers alom bestempeld als één van de metalplaten van 2007. We herkenden “Prequel to the sequel”, ”Viridian”, ''Sun of nothing” en de meer dan 10 minuten durende afsluiter “White walls”. We hoorden lange, avontuurlijke songs met complexe structuren, dissonante ritmes, onverwachte wendingen en gevarieerde vocals. Dit was voor velen een aangename kennismaking.

Daarna was het de beurt aan één van de meest energieke, intense en beruchtste metalbands van de laatste jaren: The Dillinger Escape Plan. Het vijftal uit New Jersey, USA zijn zowat de uitvinders en vaandeldragers van de 'mathcore', een mengeling van metal, hardcore/punk, grindcore, deathmetal, jazz/fusion en electronica. Dit was de tweede maal dat ze dit jaar in ons landje waren; in maart stonden ze ook al in Hof ter Lo in Antwerpen, waar ze een ware ravage aanrichtten. Live werd meteen duidelijk dat ze maar één doel hadden: verpletteren! In deze opdracht slaagden ze met vlag en wimpel.
Hun optreden bestond vooral uit materiaal van hun derde fullength 'Ire works'. We hoorden “Fix your face”, “Milk lizard”, ”Black bubblegum” en “Sick on Sunday”, maar ook oudere songs van hun eerste platen ‘Miss machine’ en ‘Calculating infinity’ werden niet vergeten: “43% burnt”, “Panasonic youth”, “Unretrofied”, “Destro’s secret” en ”Baby's first coffin'” werden zonder weerga in de zaal geslingerd. Zanger Greg Puciato schreeuwde de longen uit zijn lijf en beklom de boxen. Gitaristen Ben Weinman en Greg Tuttle lieten hun gitaren wilde manoeuvers uitvoeren. De ritmesectie van bassist Liam Wilson en drummer Gil Sharone brachten dit gestoorde gezelschap op een nog hoger niveau. Dit is een groep die live staat als een huis en zijn gelijke niet kent! No compromises!

Nadat ze eerder als support fungeerden voor oa. Tool, Machine Head, Slayer, Ministry (niet de minsten!) en tevens alle groten metalfestivals (Ozzfest, Download, Roskilde..) op hun cv hebben gezet, staat het Zweedse Meshuggah eindelijk als headliner op een podium in ons landje. Het in '87 (!) opgerichte gezelschap wordt algemeen beschouwd als één van de grondleggers en zwaargewichten van de avantgarde- en experimentele metal en heeft eigenlijk nauwelijks nog introductie nodig bij de metalheads en muziekfreaks. Hun fusie van death-, trash-, progmetal en jazz/fusion maakt al twee decennia lang deel uit van hun originele sound. Een groep die uit duizenden herkenbaar is, wat tegenwoordig als een uitzondering beschouwd mag worden.
Hun livereputatie werd bevestigd middels deze sterke, maar veel te korte show (net geen uurtje). Van hun recentste alombejubelde werkstuk 'ObZen' werden “Bleed”, “Electric Red” en “Pravus” gespeeld. Van 'Nothing' kwamen “Stengah”, “Rational gaze” en “Straws pulled at random” aan bod. Oudere songs zoals “New millenium cyanide christ”, “Mouth licking what you've bled” en de alltime classic “Future breed machine” werden niet vergeten.  Van 'Catch thirty-three' en het debuut 'Contradictions collpase' werd niets gebracht, wat een beetje spijtig was.
Qua geluid was er weinig op aan te merken: vocalist Jens Kidman zorgde voor de diepe, monotone grunts en griezelige grimassen, leadgitarist Fredrik Thordendal stal de shows met zijn 'buitenaardse', jazzy solo's, Martin Hagstrom zorgde voor de strakke ritmegitaren en bassist Dick Lovgren zorgde voor de zware, stuwende bassound. Natuurlijk mag klassedrummer Thomas Haake hier niet onvermeld blijven; wat een machine, wat hij ten gehore bracht grenst aan het bovennatuurlijke. Much respect!
Dompers op de feestvreugde waren de weinige interactie met het uitzinnige publiek, de veel te korte set en het uitblijven van bisnummers (ondanks de sterke respons). Volgende keer mag het ietsje meer zijn.

Dit was een avondje voor de avontuurlijk ingestelde metalliefhebber en de meerwaardezoeker. Dit concept is zeker voor herhaling vatbaar. Kijk maar reikhalzend uit naar een volgende editie!

Organisatie: VK, Sint-Jans Molenbeek

Meshuggah

Muzikaal avontuur en innovatie centraal bij Circus of Mayhem

Geschreven door

Nadat gisteren Baroness, AmenRa en Batllefields het beste van zichzelf gaven in de Recyclart in Brussel, landde vrijdag onder de noemer 'Circus of Mayhem' de toerkaravaan in een uitverkochte VK. Drie kleurrijke en vernieuwende metalbands maken deel uit van deze rondreizende package: Between the Buried and Me, The Dillinger Escape Plan en Meshuggah. Zo'n 700 aanwezigen konden live genieten van dit unieke spektakel.

De aftrap werd gegeven door het uit North Carolina, USA afkomstige jonge kwintet Between the Buried and Me. Deze bij ons relatief onbekende band timmert al acht jaar aan de weg en heeft reeds vijf albums op hun naam staan; in de US hebben ze al meer dan 250.000 albums verkocht. Ze brengen een mix van progressieve metal, deathmetal, hard- en metalcore, jazz/fusion en mathcore. Invloeden en referenties van oa. Dream Theater, Rush, King Crimson, Queen, Refused, Metallica, Pantera en Faith No More zijn herkenbaar, maar live stoort dit zeker niet, ze geven er hun eigen draai aan. De setlist bestond vooral uit nummers van 'Colors', in de (metal)pers alom bestempeld als één van de metalplaten van 2007. We herkenden “Prequel to the sequel”, ”Viridian”, ''Sun of nothing” en de meer dan 10 minuten durende afsluiter “White walls”. We hoorden lange, avontuurlijke songs met complexe structuren, dissonante ritmes, onverwachte wendingen en gevarieerde vocals. Dit was voor velen een aangename kennismaking.

Daarna was het de beurt aan één van de meest energieke, intense en beruchtste metalbands van de laatste jaren: The Dillinger Escape Plan. Het vijftal uit New Jersey, USA zijn zowat de uitvinders en vaandeldragers van de 'mathcore', een mengeling van metal, hardcore/punk, grindcore, deathmetal, jazz/fusion en electronica. Dit was de tweede maal dat ze dit jaar in ons landje waren; in maart stonden ze ook al in Hof ter Lo in Antwerpen, waar ze een ware ravage aanrichtten. Live werd meteen duidelijk dat ze maar één doel hadden: verpletteren! In deze opdracht slaagden ze met vlag en wimpel.
Hun optreden bestond vooral uit materiaal van hun derde fullength 'Ire works'. We hoorden “Fix your face”, “Milk lizard”, ”Black bubblegum” en “Sick on Sunday”, maar ook oudere songs van hun eerste platen ‘Miss machine’ en ‘Calculating infinity’ werden niet vergeten: “43% burnt”, “Panasonic youth”, “Unretrofied”, “Destro’s secret” en ”Baby's first coffin'” werden zonder weerga in de zaal geslingerd. Zanger Greg Puciato schreeuwde de longen uit zijn lijf en beklom de boxen. Gitaristen Ben Weinman en Greg Tuttle lieten hun gitaren wilde manoeuvers uitvoeren. De ritmesectie van bassist Liam Wilson en drummer Gil Sharone brachten dit gestoorde gezelschap op een nog hoger niveau. Dit is een groep die live staat als een huis en zijn gelijke niet kent! No compromises!

Nadat ze eerder als support fungeerden voor oa. Tool, Machine Head, Slayer, Ministry (niet de minsten!) en tevens alle groten metalfestivals (Ozzfest, Download, Roskilde..) op hun cv hebben gezet, staat het Zweedse Meshuggah eindelijk als headliner op een podium in ons landje. Het in '87 (!) opgerichte gezelschap wordt algemeen beschouwd als één van de grondleggers en zwaargewichten van de avantgarde- en experimentele metal en heeft eigenlijk nauwelijks nog introductie nodig bij de metalheads en muziekfreaks. Hun fusie van death-, trash-, progmetal en jazz/fusion maakt al twee decennia lang deel uit van hun originele sound. Een groep die uit duizenden herkenbaar is, wat tegenwoordig als een uitzondering beschouwd mag worden.
Hun livereputatie werd bevestigd middels deze sterke, maar veel te korte show (net geen uurtje). Van hun recentste alombejubelde werkstuk 'ObZen' werden “Bleed”, “Electric Red” en “Pravus” gespeeld. Van 'Nothing' kwamen “Stengah”, “Rational gaze” en “Straws pulled at random” aan bod. Oudere songs zoals “New millenium cyanide christ”, “Mouth licking what you've bled” en de alltime classic “Future breed machine” werden niet vergeten.  Van 'Catch thirty-three' en het debuut 'Contradictions collpase' werd niets gebracht, wat een beetje spijtig was.
Qua geluid was er weinig op aan te merken: vocalist Jens Kidman zorgde voor de diepe, monotone grunts en griezelige grimassen, leadgitarist Fredrik Thordendal stal de shows met zijn 'buitenaardse', jazzy solo's, Martin Hagstrom zorgde voor de strakke ritmegitaren en bassist Dick Lovgren zorgde voor de zware, stuwende bassound. Natuurlijk mag klassedrummer Thomas Haake hier niet onvermeld blijven; wat een machine, wat hij ten gehore bracht grenst aan het bovennatuurlijke. Much respect!
Dompers op de feestvreugde waren de weinige interactie met het uitzinnige publiek, de veel te korte set en het uitblijven van bisnummers (ondanks de sterke respons). Volgende keer mag het ietsje meer zijn.

Dit was een avondje voor de avontuurlijk ingestelde metalliefhebber en de meerwaardezoeker. Dit concept is zeker voor herhaling vatbaar. Kijk maar reikhalzend uit naar een volgende editie!

Organisatie: VK, Sint-Jans Molenbeek

Clement Peerens Explosition

CPeX: Antwerpse reünie in Gent!

Geschreven door

Heeft het niet veel te lang geduurd voordat we nog eens iets te horen kregen van Clement Peerens, Sylvain Aertbeliën en Swa De Bock? 2008 moet het jaar worden van CPeX.
Lang raakten ze niet verder dan een jaarlijks bezoek aan Humo’s Pop Poll, maar nu zijn de smeekbeden aanhoord. Een nieuw album komt uit met een hele reeks reünieconcerten. Dat Bart Peeters, alias ‘Vettige Swa’ net voor de tournee moest afzeggen wegens gehoorproblemen, was een schaduwzijde over die langverwachte comeback!
Maar dan vonden ze ene Aram Van Ballaert,  bijnaam Dave Depeuter, om te drummen. Hugo Matthysen (Clement Peerens) is de ruige, altijd kauwende kerel met zonnebril en jeansvestje. Ronny Mosuse is de man met zonnebril en afropruik die de aandacht altijd naar zich probeert toe te trekken en tenslotte is er Aram Van Ballaert, de fan van ‘Megadeath’, die de junkie van de groep speelt, maar tegelijk ook weinig problemen lijkt te kennen om zich aan te passen.

Het concept: ruige rocknummertjes waarbij je als Oost-Vlaming toch sterk de moeite moet doen om de Antwerpse teksten te verstaan, laat staan begrijpen. Ze voegden er de nodige humor, sentiment en … geslaagde covers aan toe. Al vlug kwam de nieuwe single “ Geft da kaske na is hier”, gevolgd door een eigenzinnige “Rehab” (van Amy Winehouse), “Pasanger” van Iggy Pop en AC/DC’s “ Whole lotta Rosie”. De kers op de taart kwam er met “Den Dikke” en “ Vinde gij mij gat nie te dik in deze rok”.

CpeX blijft toch wel een unieke band en onderscheidt zich binnen de Vlaamse rockscène. Hun entertainment gaf kleur aan het concert. Voor wie nog wil proeven van een stukje smerige Clement Peerens rock’n’roll , er zijn nog verschillende concerten, maar wees er vlug bij, want iedereen wil deze dirty vervlogen nineties rockers terug aan het werk zien!

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

Duran Duran

Jeugdsentiment met Duran Duran

Geschreven door

Duran Duran, genoemd naar een karikatuur uit de science-fiction film ‘Barbarella’ (trouwens, af en toe zijn er nummers vernoemd naar de film!), waren beginjaren ’80 het toonbeeld van de ‘new romantic’, samen met Spandau Ballet, Pet Shop Boys, Frankie Goes To Hollywood, Bow Wow Wow en Dead or Alive, gegroeid uit de ‘80’s wave/electropop, disco en punk. We herinneren ons nog levendig die mooie, kitschy kleren, de flitsende kapsels, de lightshows en de flashy videoclips van "Girls On Films (’81)", “Union of the snake”, “The reflex” en “The wild boys”. De groep van Simon Le Bon, Nick Rhodes en John Taylor hadden gedurende zeven jaar een pak hits op hun lijstje. Onopvallend waren ze in de jaren ’90, maar in 2004 maakten ze een comeback  (zoals verschillende ‘80’s bands), met de plaat ‘Astranaut”, waaruit de kleurrijke single “Sunrise” kwam; de groep van bijna vijftigers beleefde een nieuwe jeugd en bracht hen opnieuw op tournee.

Vorig jaar verscheen in samenwerking met Timbaland en Justin Timberlake 'Red carpet massacre'. Het publiek van 35 plussers genoot een volle twee uur van hun tienerbandje. Jeugdsentiment dus. In maatpak kwam het kwintet het podium op , aangevuld met een saxofonist en een backing vocaliste. In een decor van een grootstad, wisselden ze oud met nieuw werk af; de oudjes konden rekenen op een sterke respons.
Al van bij de eerste tonen van de catchy electrop van recent materiaal “The valley”, “Night murder” en de titelsong van de nieuwe cd, veerde iedereen recht van hun stoeltje in het KC en beleefde er hun avondje wel: handgeklap, heen en weer gezwaai met de armen, heupwiegen en danspasjes zetten. De vonk sloeg pas écht over toen ze de oude hits “Hungry like the wolves” en “Planet earth” speelden, die een voller en breder geluid hadden door sax en een pompend, dansbaar beatje; de refreinen werden luidkeels meegezongen. Ingetogen klonken ze op het lauwe “Falling down”. Een sexy, warm en zwoel sfeertje haalden ze aan op “Come undone” en “Skin divers”. De temperatuur steeg als ze het gekende materiaal “The reflex”, “A view to a kill” en één van hun slowklassiekers bij uitstek “Save a prayer”, met Le Bon op akoestische gitaar, speelden.
De heren wisselden van deftig maatpak en lasten een half uurtje electropopwave in. We hoorden synths en drumbeats op “Last chance”, “All she wants” en het log monotone “Warm leatherette”, een one-hit wonder van The Normal. Ze sloten hun elektrobatterij af met het Chic getinte “Tempted”. ”Notorious” behield het aanstekelijke ritme van “Tempted” en was de aanzet tot een feestelijk slot: een lang uitgesponnen “Girls on film” was voorzien van trancy beats en korte soli, waarbij Le Bon elke groepslid voorstelde; ze linkten het aan The Temptations’ “Papa was a rolling stone”. De positive vibes van “The wild boys” en “Rio”, tussenin afgewisseld met hun tweede intiemste song “Ordinary world”, besloten definitief de avond.

Kortom elke ‘80’s freak had het naar z’n zin op Duran Duran. Het was tof en aangenaam om even je jeugdige onbezonnenheid voor ogen te halen.

Organisatie: Live Nation

Coldplay

Viva La Vida or death and all his friends

Geschreven door

Het Britse Coldplay, onder Chris Martin, ontpopte zich tot een wereldband na de tweede cd ‘A rush of blood to the head’, die het in 2000 verschenen debuut ‘Parachutes’ opvolgde. ‘X & Y’ uit 2005 klonk intenser en verfijnder, maar liet al af en toe ruimte voor een  avontuurlijker aanpak.
De songs van Coldplay zijn broeierig, slepend en hebben een sterke melodie en opbouw. Vanuit dit oogpunt zonk het kwartet niet weg in een moeras van voorspelbaarheid. Ze zochten inspiratie bij Brian Eno, namen de plaat op in Zuid-Amerika en in enkele kerken te Barcelona. De plaat gaat buiten hun geijkte paden en behoudt z’n spanning en intensiteit: boeiende poprock, sfeervolle toetsen , aanzwellende synths, aangevuld met nieuwe geluidjes, beats en instrumenten. Maw een juiste en gepaste dosis onverwachtse wendingen binnen het hitgevoelig karakter. ‘Viva La Vida or death and all his friends’ is een verrassende plaat met een pak overtuigende songs: opener “Life in technicolor” verwijst naar het ‘80’s “Somebody up there likes you” van Simple Minds, “Lovers in Japan” en “Reign of love” laten de soundscapes doorklinken. We horen Indische world op “Yes”, intimiteit op “The escapist” en “Lost” klinkt forser door de beats. “Death and all his friends” refereert aan de IJslandse pop van Sigur Ros en Bjork, en “Cemeteries of London”, “Chinese sleep chant”, “Viva La Vida” en “Violet hill” is typical Coldplay-poprock. Tenslotte onderstreept “42” de muzikale diversiteit van de band.
De fundamentele kracht van acht jaar Coldplay is gebundeld in deze overtuigende plaat!

Joan As Police Woman

To survive

Geschreven door

In 2006 debuteerde Joan Wasser met een opmerkelijke plaat ‘Real Life’. Ze werkte voorheen bij een resem bands als Sparklehorse, Antony & The Johnsons, Rufus Wainwright, Cave en Lou Reed. Bassiste Rainy Oteca is het enige vaste lid van Wassers Joan As Police Woman. Op de ingetogen titelsong is Rufus zelfs te gast.
Het uitgangspunt van het debuut is bewaard gebleven; we horen gevoelige en emotievolle pop, soul, jazz en klassiek, maar de songs op de tweede plaat klinken nog intenser en hartverscheurend. Ze hebben een spaarzame begeleiding, waarbij vooral stem en piano op het voorplan treden; luister maar naar “Honor wishes” (met een praktisch onhoorbare David Sylvian), “To be lonely” en “To survive”.
Joan Wasser is een bijzonder songschrijfster, die alle emoties laat horen: bitterheid, hoop, verdriet, angst en liefde. Tijdens de release van de plaat verloor ze haar moeder aan kanker. Het maakt de plaat écht persoonlijk.
”Holiday”, “Hard white wall” en “to America” zijn de meest poppy nummers. “Macpies” en “Start of my heart” laten de soul en jazz ferm doorklinken. Een lichte groove horen we op het uptempo “Furious”.
’To survive’ is een erg gevarieerde cd binnen een sfeervol geheel, waarbij Joan Wasser zich ontpopt als een jonge vrouwelijke Tom Waits. Overtuigende tweede cd!

Alanis Morissette

Flavors Of Entanglement

Geschreven door

1995: de Canadese Alanis Morissette debuteert met ‘Jagged Little Pill’ en wordt gebombardeerd tot een grootse artieste. We hebben te maken met ingetogen, aangrijpende en stevige gitaarpop onder haar klaaglijke stem.
Tien jaar later …Alanis heeft een zware hectische periode achter de rug: ze brak met haar echtgenoot/producer en relativeerde haar Oosterse filologie van de tweede plaat ‘Supposed former infatuation junkie’.
Tot vóór ‘Flavors Of Entanglement’ bracht ze nog twee zwalpende cd’s uit. Ze staat, niet voor tijd trouwens, opnieuw sterk in haar schoenen, wat ervoor zorgt dat ze een evenwichtige plaat heeft uitgebracht, zonder dat haar vocals écht vervelen.
De popmelodie overheerst op “Underneath”, “In praise of the vulnerable man” en “Tapes”. “Not as we”, “Torch” en “Giggling again for no reason” klinken intiem en sfeervol. En Alanis zorgt voor kleur en afwisseling, met een Madonna’s ‘Ray Of Light’ gehalte van pulserende trancy beats en discotunes: “Citizen of the planet”, “Straitjacket”, “Versions of violence” en het afsluitende “Incomplete” hebben die muzikale aanpak. Voor niks is Madonna trouwens de platenbaas van Morissette.
Slotsom: een verdiende comeback en een aangename plaat!

Liars

De bizarre muzikale leefwereld van Liars

Geschreven door
Het New Yorkse kwartet Liars, onder de weirdo zanger Angus Andrew, staat garant voor avontuur en experiment in hun punk/emo/indie/postrock sound. Ze leunen aan het oude Swans, Cave’s Birthday Party, PIL’s ‘Metal Box’ en ‘Flowers Of Romance’, de indie van Yo La Tengo en de noisepsychedelica van Butthole Surfers. Een apocalyptische, filmische soundtrack door de repetitieve, bezwerende en opzwepende drumritmes, vervormde gitaarloops en elektronica, gedragen door de zoemende praatzang van Andrew. Dit geluid was vooral te horen op de vorige cd ‘Drum’s not dead’. De recente plaat, simpelweg ‘Liars’ genaamd, klinkt terug iets harder en directer.

De projecties van een knetterend haardvuur aan een muur, achteraan het podium, injecteerden het dreunende, dreigende geluid. Liars vloog er meteen in met de stevige “Leather prowles” en “Clear islands”, waarbij ze niet vies waren de pedaaleffecten in te drukken om een noisemuur te creëren . De songs van het vroegere werk klonken intrigerend en aanstekelijk door de repeterende opbouw en de verrassende wendingen. De verdwaalde gitaardwarrels, de diepe bas, de elektronica en de logge, bezwerende en opzwepende drumritmes maakten het geheel wat nerveuzer en gejaagder. Andrew ging als een bezetene tekeer; een podiumbeest wat deed denken aan Mauro en Cave in z’n jonge jaren.
Een catchy elfenpopnummer bracht het publiek en band wat op adem. Genadeloos werd besloten met het strakke “Plaster casts of everything”.
De groep kon rekenen op een sterke respons, wat nog twee pittige songs in de bis opleverde: een stevig “7” en een zweverig, door elektronica en drums gedragen, “Movie …”.

Liars nam z’n publiek op sleeptouw en loodste hen doorheen hun bizarre muzikale kronkels; ze riepen het beeld op van een stel psychotisch dansende heksen rond hun ketel!

Het Gentse Penguins Know Why kaapten vorig jaar al de hoofdprijs weg op het Oost-Vlaamse rockconcours ‘De Beloften’. Het jonge kwartet refereerde aan de rauwe rammelende rock van Pavement en voegden er een vleugje postrock en een gekruid ‘80’s The Sound aan toe. Een muzikale evenwichtsoefening tussen een catchy, traditionele songstructuur en een gewaagder aanpak. “Antfucker”, “Catchers”, “Xoyo” en “Nifty” waren alvast enkele opmerkelijke songs.

Organisatie: 4AD, Diksmuide


Bon Jovi

Bon Jovi staat voor onmogelijk opdracht om halfvol Koning Boudewijnstadion op te warmen

Geschreven door

Net zoals de meeste Belgische stadionconcerten van de voorbije jaren kreeg Bon Jovi het eveneens niet voor elkaar om het Koning Boudewijnstadion te doen vollopen. In tegenstelling tot Bruce Springsteen, waar na een tegenvallende voorverkoop beslist werd om het concert te verplaatsen naar het Antwerpse Sportpaleis, hield men hier halsstarrig vast aan het vooropgezette concept. Waarschijnlijk was er geen echt alternatief om deze grote productie te verplaatsen naar een kleinere locatie. Op de valreep probeerde men via het internet nog kaarten te verkopen aan een fel gereduceerde prijs. Dat het middenplein bovendien onderverdeeld was in 3 zones, waarvan slechts het eerste deel voor het podium (‘The Golden Circle’) aardig vol liep, heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat het live gevoel in het verbrokkelde stadion nooit echt hevig toesloeg. Nochtans was het van 8 juni 2003 (Oostende – Bounce tour) geleden dat de band nog in België was geweest.
De geschreven pers telde toch zo’n 30.000 aanwezigen die kwamen opdagen voor deze stop van de ‘Lost Highway’ tour. Deze wereldwijde concerttour ter promotie van Bon Jovi’s tiende studioalbum ging van start eind oktober 2007 in de V.S. Momenteel is Europa & het Midden-Oosten aan de beurt.

Bon Jovi had de Belgische pretpunkrockband Nailpin gevraagd om ons op deze koude zomeravond wat op te warmen. Nailpin die we kennen van de Studio Brussel hitjes “Endless Conversations”, “Together” & “Movin’ On” mocht om 19u15 openen voor het grootste publiek waarvoor ze ooit optraden. Ook al was het voor een halfleeg Koning Boudewijn Stadion, het blijft natuurlijk leuk om dit aan je palmares te kunnen toevoegen. Jammer voor bassist Todts, want die kon er vanwege zijn huwelijk niet bij zijn. Veel jeugdig enthousiasme gezien maar muzikaal stelde het allemaal niet erg veel voor.

Om 20.30 gaf Bon Jovi het startschot met de titeltrack uit het recentste album. ‘Lost Highway’ haalde in de V.S. opnieuw de hoogste regionen in de hitlijsten en dat was toch al weer geleden van ‘New Jersey’ uit 1988. Over de plas trekt de band momenteel deels de Countryrock kaart, maar in Europa loopt het allemaal zo’n vaart niet. De setlist was dan ook een greep uit het volledige, rijke oeuvre van de band. Het werd dus eerder een soort van ‘Greatest Hits’ set, zoals het oorspronkelijk ook de bedoeling was. Die setlist werd in vergelijking met de avond ervoor in Amsterdam volledig aangepast.
Na een korte intro kwam de band (Jon Bon Jovi, Ritchie Sambora, Hugh McDonald, Tico Torres & David Bryan) onder enthousiast gejuich het podium op. Een extra gitarist (Bobby Bandiera) vervoegde dit vijftal. Vooral de start was fenomenaal sterk.
“Born To Be My Baby”, “You Give Love A Bad Name”, “Raise Your Hands” & “One Wild Night” raasden aan een erg hoog tempo voorbij.
Na deze sterke start meteen een pijnlijk dieptepunt. Want de mix van “Sleep When I’m Dead” met “Rockin’ All Over The World” & “Start Me Up” (The Rolling Stones) was voorspeelbaar, saai en erg overbodig. Gelukkig herpakte de band zich met een sterk middenstuk. “Have A Nice Day” & “It’s My Life” werden meegebruld uit volle borst maar het was duidelijk zichtbaar dat de band toen al door had dat dit geen memorabele avond zou gaan worden. Bij momenten was de teleurstelling op het gezicht van zanger Jon Bon Jovi echt af te lezen.
” Blaze Of Glory”, uit Jon Bon Jovi’s soloalbum ‘Young Guns II’, werd een van de beste vertolkingen van de avond. Ook Ritchie Sambora mocht zich terug in de kijker spelen en nam de song “Ill Be There For You” volledig voor zijn rekening. In tegenstelling tot Jon vertoont Ritchie’s stem toch wat meer tekenen van verval. Het publiek hielp hem echter door deze smartlap heen. Tijdens “Who Says You Can’t Go Home” (was dit een tip om nog meer mensen het stadion uit te jagen?) mocht ook Lorenza Ponce de sound verrijken met haar viool. Hierdoor werd het Countryrock gevoel eindelijk nog eens aangewakkerd.
“Livin’ On A Prayer” deed het stadion even zinderen en sloot na ruim twee uur de set af. Maar de band kwam nog terug voor enkele encores. “Living In Sin” uit ‘New Jersey’ was een absolute verrassing en erg sterk gebracht. Het album ‘New Jersey’ was opvallend uitdrukkelijk aanwezig in de setlist, in tegenstelling tot slechts twee songs uit het nieuwe artistiek sterke ‘Lost Highway’. Met “Bad Medicine” nam de band ongetwijfeld met ambivalente gevoelens afscheid van Brussel.

Conclusie: deze passage van Bon Jovi was pure nostalgie,….maar een formule waar toch wat sleet op zit. De setlist was erg sterk (met enkele echte verrassingen!) maar ik had toch meer songs verwacht uit het nieuwe album. De hitmachine oogde wel veel succes bij het publiek maar vanwege de geringe opkomst werd het nooit echt een feestje! Een stadion hoort vol te zitten! Zoniet is het bijna een onmogelijke opdracht om een echte live sfeer te creëren. De sound in het stadion was vrij goed en visueel was de show vrij leuk om zien maar nooit echt spectaculair. Het podium was vrij klassiek opgebouwd. Enkele videowalls en erg veel licht kleurden de stage.
Voor de rest hield men het erg sober.
Bon Jovi is nog steeds een echte liveband.
Helaas lieten de Belgische fans het deze keer wat afweten (of waren de prijzen te duur?). Hopelijk blijft Bon Jovi ook in de nabije toekomst ons landje opzoeken. Maar dan liefst in een aangepaste setting voor een uitzinnige meute Bon Jovi fans.

Setlist:
Lost Highway, Born To Be My Baby, You Give Love A Bad Name, Raise Your Hands, One Wild Night
I’ll Sleep When I’m Dead / Rockin' All Over The World & Start Me Up, In These Arms, Story Of My life, Any Other Day, Captain Crash & The Beauty Queen From Mars, Have A Nice Day, It's My Life, Keep The Faith, Blaze Of Glory, Blood On Blood, I'll Be There For You (Richie), Dry County, Last Man Standing, Who Says You Can't Go Home, Livin’ On A Prayer
Living In Sin /Going To The Chapel, Wanted Dead Or Alive, Bad Medicine / Shout

Organisatie: Lion Productions ism Q Music

Melt Banana

De muzikale oerknal van het Japanse Melt-Banana

Geschreven door

Het was een unieke kans om het Japanse Melt-Banana uit Tokyo aan het werk te zien in ons landje, want het kwartet toert maar om de 2 à 3 jaar eens door Europa. Ze hielden enkel halt in het kleine, donkere zaaltje van de Kreun. Melt -Banana heeft zes cd’s en maar liefst 23 EP’s uit; vorig jaar verscheen ‘Bambi’s Dilemma’, met een uitgebreide tournee tot gevolg!
Hun noiserock, gekenmerkt met metal en punk, kent onnavolgbare tempowisselingen en bengelt tussen melodie en aritmiek. Ze zijn verwant aan Steve Abini’s Shellac, Sonic Youth, Barkmarket en aan de Mike Patton -John Zorn projecten.

Een woest, beestig geluid en een muzikale ontlading, waarbij de gebalde, samengeperste energie uit hun tenger lichamen wordt gespeeld! Gitarist Ichirou Agata (met mondmasker!) haalde alles uit z’n kast en overspoelde het publiek met jachtige ritmes, noisesounds en pedaaleffecten; de bassiste Rika MM’ liet diep ronkende en snelle basriiffs horen en bracht in de beste Primusstijl de bassnaren onder een continue intense spanning. En tenslotte was er het retestrakke tempo door de opzwepende drums. In deze wall of sound zweefden daar ergens de gierende, gillende hysterische vocals van zangeres Yasuko Onuki.

Een 50 minuten keiharde, (on)toegankelijke unieke liveshow van ogenschijnlijke chaos, herrie en gepolijste broeierige melodieën van soms one-two minute songs, die diverse tempowisselingen en onverwachtse wendingen ondergingen. Ze raasden als een orkaan over ons heen. Een soort oerknal. “They were Melt-Banana from Tokyo, Japan” en we hebben het duidelijk geweten.

Het Gentse kwartet The Germans hebben hard gewerkt, wat hen een indrukwekkend debuut ‘Elf shot lame witch’ opleverde. Live kozen ze voor een rauwe, avontuurlijke aanpak in hun frisse aanstekelijke, mooi uitgewerkte noisepop, waarbij Ampe de songs aan elkaar zingt, schreeuwt en krijst. Hun speldenprikjes bezorgden een opgefokt, nerveus geluid. Muzikale gekte en schoonheid! Onderschatte band op hoog niveau!

Organisatie: De Kreun, Kortrijk

The Gutter Twins

Saturnalia

Geschreven door

Het is er uiteindelijk van gekomen dat Dulli en Lanegan eens samen een plaat gingen uitbrengen. Na talrijke los/vast uitwisselingen van Twilight Singers en Mark Lanegan Band, zijn beide Amerikaanse cultsterren van de alternatieve rock te horen onder The Gutter  Twins. Ze doopten hun cd ‘Saturnalia’, net als het Britse The Wedding Present, een kleine vijftien jaar terug.
Het is een eenvoudig op te splitsen plaatje geworden waarbij we het donker dreigende geluid van Lanegan horen en de sensueel prikkelende, dromerige, broeierige soulrock van Dulli. Je kunt duidelijk horen wie vocaal steeds het voortouw neemt.
Een snedig Afghan Whigs en Twilight Singers klinkt duidelijk door op “The stations”, “God’s children”, “Circles the fringes” en “Each to each”; het zijn stevige songs met een sterke groove en een vleugje bombast. Zelfs Lanegan rockt  … luister maar naar “All misery flowers” en “Idle hands”, waarbij hij nauw refereert aan het vroegere Swans.
Beide heren klinken sfeervoller op songs als “The body”, “ Who will lead us?”, “Bête noire” en de afsluitende track “Front street”.
’Saturnalia’ bevat overtuigend eenduidig songmateriaal van een sterk op elkaar ingespeeld duo. Wat een verbroedering! Interessant om weten is dat praktisch elke song in een andere bezetting werd gespeeld.

Milow

Coming Of Age (2)

Geschreven door

In 2004 was Jonathan Vandenbroeck uit Leuven finalist in Humo’s Rock Rally. Hij startte toen als een éénmansproject. Hij heeft intussentijd twee cd’s uit: ‘The bigger picture’ (’06) en de huidige cd ‘Coming Of Age’.
Hij behoudt z’n singer/songwriterschap in enkele sobere songs (“Out of my hands”, “Herald of free enterprise” en de titelsong). Hij wordt ook bijgestaan door een fantastische groep muzikanten die een voller geluid laten horen: gitarist Ruben Block van Triggerfinger, toetsenist Joris Caluwaerts van Zita Swoon en bassist Jasper Hautekiet (Rhythm Junks). Radiovriendelijk materiaal met een sfeervol, dromerige sound, verwant aan Tom Helsen, Venus In Flames en Sioen. Z’n wondermooi zalvende stem, ondersteund door deze van Nina Babet, die we kennen van bij Admiral Freebee, geven warmte en zeggingskracht.
Ze zitten goed in elkaar ,zijn innemend, intimistisch of luchtig en hebben een sterke opbouw. “The ride”, “The priest” en “Dreams & renegades” kunnen de man en z’n band een fijne toekomst bezorgen. En nog steeds scoort “You don’t know” van de vorige plaat hoge ogen.

Holy Fuck

LP

Geschreven door

Holy Fuck is een bandnaam die makkelijk in de mond ligt. Het duo uit Toronto verdiept zich in elektronicagefreak en wordt bijgestaan door een bassist en twee drummers . Ze creëren een broeierig, aanstekelijk en opwindend, energiek geluid. Hun muziek past in het rijtje van de grillige weirdo psychedelicarock van Battles en Trans Am, integreert de ‘90’s elektronica soundscapes van The Aloof en Sabres Of Paradise, verhoogt de trippende sound van Sigur Ros, en haalt een vleugje indie en drum’n’bass aan.
Hun quasi instrumentale sound klinkt groovy, dansbaar en doet ons bewegen in een ‘bevreemdende brave new world’. De negen songs op hun tweede plaat zijn allen even sterk, wat meteen een verdiende doorbraak mag betekenen!

Deerhunter

Deerhunter: gedoseerde noiserock met een ‘80’s gehalte

Geschreven door

De Kreun te Kortrijk programmeerde een alternatief tof dubbeloptreden, Deerhunter en High Places. Twee bands het ontdekken waard.

Het Amerikaanse kwintet Deerhunter is al zo’n zeven jaar bezig en heeft drie full cd’s uit. Ze debuteerden in 2005 met ‘Turn it up faggot’.Vorig jaar verscheen ‘Cryptograms’ en binnenkort is er de opvolger ‘Microcastle’. Van deze uit Georgia, Atlanta afkomstige band zijn de graatmagere gitarist Bradford Cox en percussionist Moses Archuleta de spil. Ze zijn nauw verwant aan Electrelane, Liars en Yeah Yeah Yeahs, wat betekent dat er sprake is van langgerekte en repetitief opbouwende gitaarlagen onder een bezwerende drums. Door de snedige en slepende ritmes creëerden ze een intens spannend sfeertje, gedragen door de nasale, dromerige zang van Cox. Een wall of sound die het publiek in z’n greep hield, maar door het feit dat Cox ziek aan het optreden begon, moest hij na twee songs noodgedwongen op een stoel neerzitten om te kunnen verder spelen.
Deerhunter hield het een kleine 50 minuten vol met hun aanstekelijk materiaal, waarbij ze vooral het nieuwe werk promoten. Live klonken ze direct en ongepolijst, was er ruimte voor de instrumenten en ondergingen de songs soms frisse en verrassende wendingen. Op plaat is er eerder sprake van een breder concept, door gitaarslides, accordeon, orgel en synthesizer. Gedoseerde noiserock, met een ‘80’s gehalte, die terecht gelinkt werd aan de indie van The Feelies, iets wat ze zelf omschrijven als ‘ambient punk’.

Het uit Brooklyn, NY afkomstige duo High Places bracht een niet alledaags geluid van Caribische en exotische elektronica, zalvende, freakende grooves, trancegerichte soundscapes, dwarrelsounds en drumbeats, onder zweverige vrouwelijke vocals en stemvervorming. Het geheel klonk vrij toegankelijk, leuk, dansbaar en fijngevoelig.

Organisatie: De Kreun, Kortrijk

TW Classic 2008: rockkleppers bevestigen

Geschreven door

Ruim 40.000 mensen, die de kaap van de gezegende leeftijd van 35 en ouder hadden bereikt , konden hun rockhartje ophalen met een schitterende TW Classic finale, The Police. Wie vorig jaar er niet in slaagde een kaartje te bemachtigen van hun concert in het Sportpaleis, kon nu op aangename wijze z’n favoriete‘80’s band aan het werk zien en kreeg er het podiumbeest Iggy en het poprockende The Scabs bovenop.
Het publiek maakte eerst kennis met Milow en Juanes, beloftevolle artiesten binnen de huidige pop, die al door de vroege aanwezigen warm werden onthaald. Maar het  rockminnende publiek kwam samen om de drie volgende kleppers aan het werk te zien:

The Scabs die, weliswaar geplaagd door een brok nervositeit, zorgden voor een aangename brok nostalgie en verblijdden de talrijke dertigers en veertigers met een portie welgemeende Belgenrock. Guy Swinnen had voor de gelegenheid nog eens zijn jacket en Clash T-shirt van 25 jaar geleden aangetrokken. Het was immers van toen geleden dat zij als jonge wolven op het Werchter podium de dag mochten in gang stampen. Het hitje van het eerste uur “Matchbox car” ging jammer genoeg een beetje de mist in wegens te nerveus afgehaspeld maar verder waren The Scabs een aangename belevenis, ook al mocht het van ons allemaal wel iets minder beleefd en vooral een beetje ruiger. Zij verdienden het echter wel  om hier te staan en nog eens voor zo een hoop volk te spelen.

The Stooges dan. Een brok geschiedenis, hier kan gewoon geen enkele zichzelf respecterende gitaargroep omheen. En ook al is Iggy misschien al lang een karikatuur van zichzelf geworden, voor ons is hij nog altijd het meest explosieve rock’n’roll beest dat in de laatste decennia ooit op een podium is opgemerkt. The Stooges spelen nog steeds de smerigste riffs ooit gehoord op deze planeet.
Klassiekers als “Loose”, “No fun”, “I wanna be your dog”, “Down on the street”, “Dirt” en “1969” waren als gewoonlijk een brok dynamiet en naar het slot van de set toe wisten Iggy en zijn magistrale Stooges ons nog te verrassen met de oerpunkers “Search and destroy” en “I got a right”, songs die bij hun vorige reünie optredens vermeden werden omdat de broertjes Asheton bij het maken ervan destijds al de laan waren uitgestuurd door een in die tijd compleet geschifte Iggy Pop. By the way, geschift is ie nog altijd, trouwens.
Uit de laatste Stooges plaat ‘The weirdness’ van een jaar terug, een miskleun als je ’t ons vraagt, werd gelukkig enkel “My idea of fun” gehaald, het enige nummer op die plaat die de moeite waard is. Maar vooral “Skull ring” en “Electric chair” uit de het Skull ring album van 2003 waren strak en wervelend en moesten geenszins onderdoen voor de klassiekers van meer dan dertig jaar geleden.
Om maar te zeggen, The Stooges waren nog maar eens verpletterend en Iggy blijft een rock’n’roll beest pur sang. De vips stonden er vanuit hun immense boulevard zo een beetje naar te kijken als een koe op een ruimteschip, zij begrepen er helemaal niks van.  Rock’n’roll is duidelijk niet aan hen besteed. Mogen zij de volgende keer naar Bryan Adams, Soulsister of Marco Borsato gaan kijken, maar bij Iggy blijven ze beter weg.

The Police, daar was het meeste volk voor gekomen, inclusief zij die na het afgelaste tweede Sportpaleis concert op hun honger bleven zitten. Wel, die mensen hun geduld werd meer dan beloond met wat werd aangekondigd als het laatste Police-concert op Belgische bodem ooit. The Police was echter veel meer op dreef dan ze ooit hadden kunnen zijn  in het Sportpaleis enkele maanden geleden. Sting had deze keer wel zijn stem meegebracht en Andy Summers en Stewart Copeland toonden zich als twee ongelooflijke rasmuzikanten die merkelijk plezier beleefden aan die laatste Belgische trip. De drive zat er in, dat deed het hem. De songs klonken nergens afgehaspeld of belegen, ook al hebben we ze al zo’n duizend keer gehoord. Een song als “De do do do” die anders een beetje banaal klinkt was hier zelfs een hoogtepunt . “Roxanne”, achterwege gelaten omwille van stemproblemen in het Sportpaleis, was nu wel als absolute knaller van de partij en “So Lonely” kende de gedrevenheid van de jonge dagen.  Verder was het smullen van “Walking on the moon”, “Message in a bottle” (waar mee begonnen werd, “met de deur in huis vallen” noemen ze dat), “King of pain” en “Don’t stand so close to me” en het hevige punky “Next to you”.
Eigenlijk speelde The Police een mooie compilatie uit hun vijf albums,  ze deden dat  met volle overgave en gaven nooit de indruk dat hier even snel wat geld moest verdiend worden. Ook al was het waarschijnlijk wel zo, maar ze konden het in ieder geval goed wegsteken.

Organisatie: Live Nation

Isobel Campbell & Mark Lanegan

De opmerkelijke countryblues van Isobel Campbell & Mark Lanegan

Geschreven door

Twee jaar terug noteerden we een opmerkelijk samenwerkingsproject tussen de Schotse Isobel Campbell, de vroegere celliste van Belle & Sebastian, en Mark Lanegan, ex Screaming Trees, een veel gevraagd gastvocalist bij talrijke bands als QOSA, Soulsavers Creature with the atom brain en Twilight Singers. En hij bracht samen met Greg Dulli, onder The Gutter Twins, ‘Saturnalia’ uit en trad onlangs in april op in het kader van het Dominofestival. Zijn eigen band staat momenteel op non actief.
’Ballad of the broken seas’ en ‘Sunday at the devil dirt’ zijn de twee worpen van het duo; ze worden door de media bestempeld als een ‘the beauty & the beast’ en ‘60’s icoontjes Nancy Sinatra en Lee Hazelwood.
Muzikaal is er sprake van een donker,dreigende en een dromerig sfeervolle sound bepaald door Lanegan’s diepe, grauwe, krakende stem en Campbell’s frêle, hemelse backing vocals en gefluit. Hun, in countryblues gedrenkte, intiem pakkende, broeierige luisterliedjes (by the way composities van Campbell!) zijn tekenend voor een soundtrack van Quentin Tarantino of een apocalyptische ‘Once upon a time’.

Ze waren spaarzaam begeleid door akoestisch gitaargetokkel, af en toe omlijst door piano, toetsen, cello en contrabas. Het duo speelde een ontwapende, innemende en beklijvende set. Het publiek bezorgde het kwintet telkens een warm onthaal, maar van interactie was er geen sprake. Lanegan stond vastgenageld aan z’n microfoonstaander, het hoofd half opzij, en dronk na elke song een klein teugje water; Campbell op haar beurt wendde haar blik van het publiek af. En tenslotte stond er een denkbeeldig ijzeren gordijn tussen de twee. Ergens middenin de set hoorden we een schuchtere dankjewel.
Een goed anderhalf uur wisselden ze af van tempo en ritme en plukten songs uit hun twee verschenen cd’s. Een sobere “Seafaring song” leidde in onder de grommende zegzang van Mark, ondersteund door het lieflijk hemels gezang van Isobel. “Deus ibi est” klonk indringend door een venijnig snedig gitaarspel. We zagen een oneindig desolaat landschap voor ogen op “Carry home”, “Who built the road” en “Back burner”. ”The false husband”, “Salvation”, “Keep me in mind, sweetheart” en het afsluitende “The circus is leaving town”, waren vaudeville countrykillers op z’n Michael Gira’s en Tom Waits.
“The flame that burns” en “Hony child what can I do” legden wat meer gemoedelijkheid aan de dag en leverden een perfecte samenzang op. Isobel Campbell kwam eventjes op het voorplan om de schitterende elfensong “Saturday’s gone” te zingen, en vulde mooi aan op “Free to walk”.
Heerlijk geslaagde variërende nummers, wat de melancholie en zwaarmoedigheid draaglijker maakte.
Ze trakteerden ons op een uitgebreide bis van vier songs: pareltjes waren “Come on over (turn me on)” en Hank Williams’ “Ramblin’ man”, aangevuld met een integere “Revolver” en het repetitief opbouwende “Wedding dress”, die door een krachtiger gitaarspel het overtuigende concert definitief besloot.

Als een verdwaalde ziel stuurden Campbelle & Lanegan ons de nacht in, maar al gauw werden we  wakker geschud op de boulevard door enthousiaste jonge EK feestvierders …

Organisatie: Live Nation

Tokyo Police Club

De rukwindenrock van Tokyo Police Club

Geschreven door

Tokyo Police Club is een jong beloftevol kwartet uit Toronto; ze kwamen vorig jaar in de spotlights met de EP ‘A lesson in crime’, die acht aanstekelijke, energieke twee minuten songs bevatte; kenmerkend zijn een diep ronkende bas, een scherp gitaarspel, kleurrijke toetsen en opzwepende drums onder een licht neurotische, zweverige nasale zang van David Monks (vocaal iets mee van Julian Casablancas van The Strokes!). Postpunk op z’n Futureheads, de dynamiek van Bloc Party, de frisse rock van Strange Death Of Liberal England en de retro van The Strokes; en tenslotte vullen ze aan op Pavement en Dinosaur Jr.

In een klein uur brachten ze speels, ongedwongen en rommelig bijna 20 vakkundige songs, die nogal snel op elkaar volgden; ze klonken strak, scherp en krachtig. De schreeuwerige backing vocals scherpten het jeugdig enthousiasme aan. Ze putten uit hun EP en de pas verschenen full cd ‘Elephant shell’. Ze staken voldoende afwisseling in die strakke sound: er waren de rauw springerige “In a cave”, “Sixties remake” en “Centennial” of de snedige rockers “If it works”, “Craves”, “Citizens of tomorrow”, “Tesselate”, “Shoulders & arms” en “Frames”. Intens broeierig en sfeervoller klonken opener “La ferrassie”, “Juno”, “Nursery academy” en “Nature of the experiment”.

De ‘rukwindenrock’ van Tokyo Police Club intrigeerde en raasde niet als een orkaan over je heen. Het hyperkinetische “Be good” besloot overtuigend de set. Zonder veel poeha speelden ze een kort, stevig gebald, ‘to the point’ concertje.

Het Amerikaanse The Mobius Band trad enkele maanden terug al op als support van Editors in de AB. Deze ‘lookalikes’ van Cake konden met hun broeierige indierock, elektronica geflirt en enkele avontuurlijke wendingen, maar matig boeien, ondanks het feit dat het trio er duidelijk zin in had. Het ontbrak hen doodgewoon aan aantrekkelijke songs …

Organisatie Botanique, Brussel

Cat Power

Jukebox

Geschreven door

Cat Power & Dirty Delta Blues

Chan Marshall, synoniem voor Cat Power, kwam tien jaar terug in de belangstelling door op een unieke manier op piano songs van Dylan, Nina Simone, Smog en Rolling Stones te bewerken. De songs werden ontdaan van enige franjes, kregen een warme, tedere aanpak en werden gedragen door haar hese, melancholische soms onvaste stem. Haar americanablues biedt een eerlijk, puur, oprecht en doorleefd geluid, een ‘straight from lived in bars’ geluid, kortom, ideale songs die de nacht besluiten in een donkere kroeg.
Sinds de vorige ‘The greatest’ cd beschikt ze over een meer vaste begeleidingsband, The Dirty Delta Blues.
‘Jukebox’ bevat tijdloze klassiekers van o.a. Hank Williams, James Brown, Bob Dylan, Jessie Mae Hamphill en  Billi Holliday, aangevuld met twee eigen remakes, die een eigen unieke wending krijgen. Doorleefde americana/soul/retrobluesrock, ergens tussen V.U., Black Crowes, G Love, Wilco, Joni Mitchell en Janis Joplin.
Sober en kwetsbaar klinken ”Silver stallion”, “Lord, help the poor & needy”, “Song to Bobby”, “Don’t explain”, “Woman left lonely”, “blue” en “Breathless”. Een voller geluid en een krachtiger aanpak hebben “New York”, “Rambling (wo)man”, “Metal heart” en “Aretha, sing one for me” .
’Jukebox’ is een rustige, intieme, kwetsbare als sfeervol broeierige plaat geworden en het is mooi hoe ze met haar band steeds opnieuw paden verkent om verrassende bewerkingen uit haar mouw te schudden.

Porcupine Tree

We lost the skyline

Geschreven door

Het is een beetje onduidelijk waarom een band als Porcupine Tree zonodig een nieuwe liveplaat op de markt moet brengen, dat terwijl ze in het verleden met ‘Coma Divine’ (1997), ‘Warszawa’ (2004) en de recente live DVD ‘Arriving Somewhere’ (2006) al sublieme documenten hadden afgeleverd. Maar Steve Wilson wil naast zijn talrijke nevenprojecten ook zijn moederband ‘in the picture’ houden. Dit jaar zullen er waarschijnlijk opnieuw enkele heruitgaven van Porcupine Tree albums verschijnen maar een nieuw album zit er, na het sublieme ‘Fear Of A Blank Planet’ (2007), dit jaar niet in. Dit live plaatje is er dan ook ééntje voor de fans. Een live document in zijn puurste vorm. Want alle songs worden volledig uitgekleed. Het is een beetje teleurstellend dat de akoestische songs enkel gebracht worden door Steve Wilson. Af en toe is er wat hulp van John Wesley, die dan nota bene nog steeds geen vast PT lid is! Mooier was een akoestisch setje geweest met de ganse band.
Maar goed ik heb me laten vertellen dat deze ‘We Lost The Skyline’ vooral mag dienen als introductie op de Amerikaanse markt, waar de band een korte overzeese toer mag volbrengen. De songs blijven subliem, de live uitvoering is hier en daar wat minder. Een stevige song zoals “Even Less” mist het gebalde arrangement en kampt zo met wat bloedarmoede. Enkel voor diehard Porcupine Tree fans want van een volwaardige release kunnen we hier niet spreken!


Isobel Campbell & Mark Lanegan

Sunday at the devil dirt

Geschreven door

Mark Lanegan beleeft drukke tijden, want hij is een veel gevraagd gastvocalist. Onder z’n eigen band is het van 2004 geleden dat hij nog werk kon uitbrengen. Lanegan was te horen bij QOSA, Soulsavers, Creature  with the atom brain en The Twilight Singers. Dit voorjaar leverde hij met Greg Dulli zelfs onder The Gutter Twins een prachtplaat af.
En met Isobel Campbell kwam het twee jaar terug tot een samenwerking op afstand, met ’The ballad of the broken seas’ als overtuigend resultaat. Ze werden bestempeld als de ‘60’s icoontjes Lee Hazelwood en Nancy Sinatra.
‘Sunday at the devil dirt’ is het vervolgverhaal, waarbij ze deze maal samen de studio introkken. De donker dreigende sound en het dromerig, sfeervol karakter blijven behouden. Lanegan neemt met z’n grauwe, diep krakende zegzang een prominente rol in (een tweede Johnny Cash/Michael Gira), en zangeres/componiste/celliste Campbell neemt genoegen om als achtergrondzangeres te fungeren. Enkel op “Shotgun blues” is ze leading vocaliste!
Het lijkt eerder op een solo-uitstap van Lanegan die de composities van de ex Belle& Sebastian Schotse songschrijfster zingt.
”The raven” en “Come on over (turn me on)” zijn de pareltjes op de plaat. Overwegend horen we spaarzaam begeleide songs, af en toe omlijst van sfeervolle strijkers, zoals op “Seafaring song” en “Who built the road”. De country killers “Something to believe” en “Keep me in mind, sweetheart” huiveren door het akoestisch gitaargetokkel en Lanegan’s gegrom. “Back burner” en “The flame that burns” laten een andere kant van het duo horen: lekker zwoel en zwierig.
Kortom, we houden er heerlijke variaties aan over op deze tweede samenwerking.

Pagina 449 van 471