AB, Brussel programmatie + infootjes

AB, Brussel programmatie + infootjes Concerten 2025 02-01-25 - Ambtenarenbal (org: Vlaamse overheid) 13 + 14 + 15-01-24 - Rosas: Exit above (Org: AB + Kaaitheater + De Munt) 17-01-25 - Noordkaap (Winterthur theatertournee) (Org: AB + Greenhouse Talent)…

logo_musiczine_nl

Democrazy Gent - events

Democrazy Gent - events Concerten 2025 Uncle acid & The deadbeats (performs Nell’Ora Blu), Vooruit, Gent op 29 januari 2025 (ism VierNulVier) Kleine Crack & Slagter, VHS, Trefpunt, Gent op 30 januari 2025 (ism Different class) Livingston, Club Wintercircus,…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14272 Items)

I’m From Barcelona

I’m From Barcelona: een prettig gestoord collectief brengt het publiek in feeststemming

Geschreven door

De Scandinavische band, uit Zweden I’m From Barcelona, besloot het Radar festival te Tourcoing; door hun feestmuziek deden ze de naam van het festival alle eer aan. Ze zorgden voor een Flaming Lips sfeertje door de talrijke ballonnen, confetti en snippers; “We’re From Barcelona” werd een instant (one hit?) klassieker, wat een heuse succesvolle tournee op de been bracht.  Net als bij The Polyphonic Spree was er sprake van een band van 14 man op het podium, die speelden, dansten en zongen, de ene wat meer geflipt dan de andere…Een zondagsmis kon niet beter worden geanimeerd. Na de Pavarotti/Freddie Mercury’s bombastische “Barcelona” opener, vatte het feestgedruis aan: de groepsleden sprongen als gekken in het rond en er was meteen een dansende massa op “Treehouse”. De zanger dook meteen het publiek in. Het was ons duidelijk: het geflipt allegaartje I’m From Barcelona trakteerde ons op een klein uurtje party time. De nummers logen er niet om: “Rec & Play”, een praktisch onherkenbare “Like a prayer” van Madonna, “Chicken pox” en “We’re From Barcelona”. Een hoogstaand tempo van feestvieren die snel voorbij was. “Jenny” en “Barcelona loves you” wakkerde in de bis een polonaise aan, waarbij iedereen op het podium werd uitgenodigd om te jumpen op een hard/breakcore remix van hun hit.

I’m From Barcelona is een prettig gestoord collectief die het publiek in goede stemming bracht en een fijn weekendje inzette…en ze waren geslaagd in hun opdracht!

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing (in het kader van het Radar Festival)

The Cinematic Orchestra

Filmisch en sfeervol

Geschreven door

De AB was voor de gelegenheid voorzien van extra zitplaatsen voor de liefhebbers van de sfeervolle tonen van dit zeskoppige Brits gezelschap. The Cinematic Orchestra creëert met name een breed muzikaal landschap waarin het mooi wegdromen is. Hun sound is een aangename smeltkroes van een beetje lounge, een flinke scheut jazz en een vleugje avant garde. Wij hoorden flarden Massive Attack, Zappa (in de periode van The Grand Wazoo), Gotan Project (zonder tango), Explosions in the sky (atmosferische gitaarklanken), David Sylvian, Craig Armstrong en Lamb. Dit maar om enig idee te vormen waar we het warme geluid van deze knappe muzikanten dienen te situeren.

The Cinematic Orchestra wist meermaals avontuurlijke uitstapjes in de muziek te verwerken via freejazz-achtige  experimenten van de saxofonist en de freewheelende drumpartijen die de drummer schijnbaar vrij makkelijk uit zijn losse pols roffelde, en dit met een nochtans vrij bescheiden drumstelletje.  De songs uit de overigens sublieme laatste cd  ‘Ma Fleur’ kwamen iets minder aan bod, maar dat heeft dan ook veel te maken met de vele gastmuzikanten en vocalisten die erop meespelen en uiteraard die avond er niet bij waren. Geen nood, hier stond immers genoeg talent op het podium om voor een uiterst sfeervol en hoogstaand concert te zorgen. De ganse set was een mooie afwisseling van virtuoze instrumentale klanktapijten en ingetogen zweverige songs voorzien van de prachtige zangpartijen van een goed uit de kluiten gewassen negerin. Zo kregen we ondermeer een hemelsmooi gezongen “Familiar ground”.  De totaalsound ademde een filmisch en atmosferisch karakter en dreef de set langzaam naar een climax toe. Naar het einde toe kwam steeds meer de groove erin met een trio schitterende songs uit hun ‘Everyday’ album.
Na een prachtig “Man with the movie camera” kwam de band terug voor sublieme vertolkingen van “All that you give” en een stomend en steeds heter wordend “Evolution”. Omdat het publiek toen al laaiend enthousiast was, moesten en zouden ze nog eens terugkomen, ook al waren de lichten in de zaal al aangefloept. Daarop volgde nog een gedreven instrumentaal “Flite” maar toen was het gedaan.

Met deze set zorgde The Cinematic Orchestra uiteindelijk toch nog voor een zwoele zomer, en ook al duurde die maar anderhalf uurtje, we hebben er volop van genoten.

Info: www.audijazz.be

Organisatie: Jazztronaut ism AB

Cowboy Junkies

At the end of paths taken

Geschreven door

De Canadese muzikale familie Timmins, Cowboy Junkies, klinkt op ‘At the end of paths taken’ terug wat weerbarstiger, zoals op de platen ‘Open’ (’01) en ‘One soul now’ (’04), zonder in te boeten van hun sfeervolle, dromerige en broeierige aanpak. Traditiegetrouw stond gitarist Michael in voor de teksten en worden de songs gedragen door de ‘kippenvel’stem van Margo.
The Cowboy Junkies verrassen natuurlijk niet echt meer zoals in de beginjaren ’90, maar ze staan nog steeds garant voor boeiende americana/countrypop.  De strijkersarrangementen, de piano en zelfs het vleugje triphop geven kleur aan het subtiele geluid.
‘At the end of paths taken’ is het muzikaal bilan van deze veertigers van adolescent tot volwassene, en van ouder tot kind: “Brand new world” zet de toon, vervolgens klinken ze liefdevol op “Still lost”, “Spiral down”, “Someday soon”, “It doesn’t really matter anyway”, en “My only garantee”, die de cd besluit. “Cutting board lost” en “Mountain” zijn de uptempo nummers van de plaat.
’At the end of paths taken’ is al de twaalfde cd van deze Canadezen, wat nog steeds respect oproept.

The Fall

Reformation Post TLC

Geschreven door

The Fall: Voer voor oude punkers.
The Fall, tijdsgenoten van Joy Division is een punkrockband uit Manchester, waarvan de persoonlijke vriend van Nick Cave  Mark.E Smith de onbetwiste leider is. De groep bestaat sinds 1976 in wisselende bezetting en heeft inmiddels tientallen albums uitgebracht.
Ze gebruiken nog steeds het oeroude concept: niet kunnen spelen, dus maximaal twee akkoorden per nummer – er staat zelfs eentje op met één akkoord -, lofi-sound en een zanger die eerder declameert dan zingt. Hij meet zich ook hier een pseudo-intellectueel cachet aan door teksten en woorden te debiteren waarvan wij niet eens meer wisten dat ze nog bestonden. Dit alles vervaagt in een achtergrond van een strak en repetitief rockgeluid.
Van The Fall zijn ongeveer een 80 ongeveer dezelfde albums uitgebracht (met uitzondering van electronica-invloeden tijdens de ‘Madchester scene’).
Met ‘Reformation post TLC’ is dat ook niet anders. Eigenlijk hoor je een dertien tal varianten op het alom gekende Roadrunner van Jonathan Richman & The Modern Lovers, een song die iedere punker nog altijd benijdt omdat er slechts twee akkoorden zijn en de song inhoudsloos is, doch een grote openbaring meent te zijn van wat de juiste punkattitude is.
Mijn verlangen is groot om deze knarren eens live aan het werk te zien, maar ook op dat vlak geniet de immer wispelturige Smith een slechte reputatie. Misschien word deze prille vijftiger wat milder,alhoewel dit niet te horen is op Reformation.
Reformation Post TLC
Over! Over! / Reformation! / Fall Sound / White Line Fever / Insult Song / My Door Is Never / Coach And Horses / The Usher / The Wright Stuff / Scenario / Das Boat / The Bad Stuff / Systematic Abuse / Outro.


Feist

The Reminder

Geschreven door

Leslie Feist uit Canada was de voormalige huisgenote van Peaches; ze tapt muzikaal uit een totaal ander vaatje. In 2004 debuteerde zij met ‘Let it die’, wat een staalkaart betekende van haar getalenteerd singer/songwriterschap. In de VS werd zij succesvol onthaald, in Europa kreeg zij lovende recensies, doch een doorbraak bleef uit.
Op de vervolgplaat ‘The Reminder’ horen we mooie, intieme en breekbare songs, vooral bepaald door akoestische gitaar, piano, elektronica soundscapes, een softe percussie en haar gevoelige stem. Een beetje Joan As Police Woman. Af en toe komt ze aandraven met een koortje zoals op de opener “So sorry”, of met blazers op “1234” of klinkt ze iets forser en krachtiger: “My moon my man” en “Past in present”; “Sealion” is een clapping/ a capella song. Op het eind klinkt de sobere aanpak door: “Brandy Alexander”, “Intuition”, “Honey honey” en “How my heart behaves”, waar ze vocaal wordt ondersteund door Eirik Glambek Boe van Kings Of Convenience.
‘The Reminder’ is een duidelijk groeiplaatje die per luisterbeurt ons bij het nekvel grijpt. Loon naar werk?

Gotthard

Domino Effect

Geschreven door
Met de precisie van een Zwitserse klok brengt de melodieuze rockband Gotthard kwalitatief sterke rockalbums uit. ‘Lipservce’ uit 2005 was een waanzinnige schijf, maar dit album schat ik nog wat hoger in. Meer zelfs…dit is de allerbeste Gotthard plaat tot op heden! Maanden voor het uitbrengen van ‘Domino Effect’ had de pers het over een ernstige muzikale koerswijziging en een terugkeer naar de hardere, minder toegankelijke sound van de beginjaren.
Niets is echter minder waar! Het nieuwe album klinkt inderdaad wel een stuk minder commercieel dan zijn voorganger. De gepolijste sound van ‘Lipservice’ heeft plaats moeten ruimen voor een wat ruwere, donkere soundkleur (vooral aan de gitaarsound is duidelijk gesleuteld). Doch, het schrijven van supermelodieuze rocksongs hebben ze nog niet verleerd en dat komt tot uiting in 15 sterke rocksongs (14 + 1 bonustrack) die één voor één dik de moeite waard zijn. Dit is absoluut een monsteralbum! ‘Domino Effect’ is een erg gevarieerde schijf en staat voor alles wat Gotthard doorheen de jaren uitbracht. Het album opent met trio van sublieme rocksongs. In “Master Of Illusion” laat Steve Lee meteen horen dat hij één van de allerbeste rockzangers is van het moment. Wat een strot! Wat een song! De dominosteentjes vallen perfect verder met het beukende “Gone Too Far” en de donkere titelsong “Domino Effect”.
Gotthard zal ook altijd een ballade band blijven. Perfecte, nooit zeemzoete, ballades vormen ook nu weer de nodige rustpunten die de band inbouwt. Ook aan de oudere fans werd gedacht want “The Cruiser (Judgement Day)” is een vrij stevige song met een gedreven AC/DC riff die best op één van de eerste Gotthard albums had kunnen staan. Kortom het album is een aaneenschakeling van hoogtepunten. Vanwege het perfecte evenwicht (en plaatsing) tussen up-tempo songs en ballades ben je in één wip door het album heen. Waarna je zin hebt om het opnieuw te beluisteren.
Ondertussen heeft Gotthard negen schitterende klasse schijven afgeleverd. Met “Domino Effect” is er ook eindelijk een release voorzien op de Amerikaanse markt. De doorbraak kan nu absoluut niet meer uitblijven. Grote klasse!

 

Heavy Trash

Going way out heavy with Heavy Trash

Geschreven door

Jon Spencer heeft voor onbepaalde tijd zijn Blues Explosion op non actief gezet om zich met enkele interessante nevenstapjes bezig te houden. Vorig jaar kwam daar de bruisende cd ‘The man who lives for love’ uit onder de naam Spencer Dickinson, nu komt hij aanzetten met de al even boeiende tweede cd van Heavy Trash, het bandje die hij in 2005 opgestart heeft met Matt Verta-Ray van Speedball Baby (ze werkten eerder ook al samen op ‘The Black Godfather’ van Andre Williams). Verder worden ze onder andere begeleid door The Sadies, een country trash groepje met hart en ziel op de juiste plaats.
“Zullen we nog een keertje een ‘Elviske’ doen”  moet Jon Spencer gedacht hebben bij het inzetten van deze vette klomp rock’n’roll en hij schudt meteen de geschifte Elvis-pastiche “Pure gold” uit zijn mouw. Een opener van formaat en men gaat op dat elan door. Spencer swingt zijn eigen ballen er af in “Kissy baby”, zet een overstuurde Johnny Cash neer in “That ain’t right”, blaast de speakers er door in de garage punker “I want oblivion” en toont zich een volleerde crooner in de plakker “Crying tramp”. En het stopt niet, “Way out” bruist als The Cramps in hun hoogdagen, “They were kings” is een geweldig voortdenderende rock’n’roll sneltrein, “Crazy pritty baby” is een hete lap opgefokte gekheid en afsluiter ”You can’t win” is een heerlijke talking blues.
Dit is, mocht u het nog niet begrepen hebben, een meer dan fantastisch en knotsgek plaatje waar een mens maar niet genoeg kan van krijgen. Als Spencer dergelijke geniale zotte dingen blijft doen, hoeft hij van ons zelfs niet eens meer de Blues Explosion terug bijeen te roepen.

Maskesmachine

Ge kun et

Geschreven door

Het Antwerpse Maskesachine, drie dames (Barbara, Eva en Liesbet) en ene gast (Dajo), spelen zich al een paar jaar in de kijker met hun charmante, speelse, bruisende en frisse folkpop en hun duivelse engelenzang. ‘Folkhop a la capella’ omschrijven ze het zelf, waarbij ze op een uiterst gewaagd pad stappen voorbij Laïs en Värttina. Maskesmachine bewandelt zelfs de psychedelica/freefolk stijl van CocoRosie en Animal Collective. Een dosis avontuur. Om dan nog niet te spreken van hun teksten of …flarden teksten, waarbij zinnen, woorden, neologismen en klankassociaties aan elkaar worden verweven.
Muzikale gekte en een gevatte, absurde en onnozele tekstinhoud zorgen ervoor dat de opvolger van de EP ‘Plaktang’ (productie Tom Pintens) de full cd ‘Ge kun et’ (productie Pascal Deweze, met hulp van Mauro!) een intrigerende, boeiende plaat is geworden met onverwachtse  wendingen, donkere synths en bleeps, bevreemdende percussie, en een al of niet verloren gespeelde noot van  gitaargetokkel, harp, piano of blazer. Luister maar eens naar de opener “Yes nog 6”,  “T-shirt” of “Maskesmachine”; ze halen een worldsound aan op “Attack atab”, er is de swing op “Ons danske” en “Sorry, dan moogde nog is” of ze komen vervaarlijk in de buurt van CocoRosie met “Dancing deer”, “Lalala” en het lieflijke, sprookjesachtige “Nooit de moed opgeven”. “Nostalgie” en “The sky is blue and I love you” zijn de meeste poppy songs van de cd.
Prettig gestoord bandje, die weet met wat ze bezig zijn…

Passionworks

Blue Play

Geschreven door

Uit het hoge noorden komt mijn nieuwste ontdekking Passionworks. Deze Finnen zijn aan hun tweede album toe. ‘Blue Play’ is de opvolger van het debuut ‘Passion Play’ uit 2003. Dit viertal (de band heeft blijkbaar nog geen vaste drummer) mag best gezien worden. Vooral de blonde zangeres Harriet Hägglund is een lust voor het oog maar gelukkig kan deze dame ook bijzonder aardig zingen.
Passionworks brengt geïnspireerde gitaargerichte pop/rock met een bombastisch Gothic synthesizersausje er overheen. Het radiovriendelijke karakter van de songs maakt dat alles lichtverteerbaar blijft. De band vergelijkt zich maar al te graag met bands zoals The Rasmus, HIM, Within Temptation of Evanescence. Maar eigenlijk doet het zichzelf te weinig eer aan, want Passionworks zet best wel een eigen geluid neer. De meeste songs worden beter als je ze enkele malen hoort. Al kan er op vlak van ‘songwriting’ best nog wat bijgeschaafd worden. Wat meer variatie in de songs was leuk geweest. Nu lijken sommige up-tempo songs wat op elkaar. Betere songs zoals “Falling” (de eerste single die de top haalde in de Finse Charts), ” Flying”(de tweede single), de ballade “Angels Crossing” en het door U2-gitaren gedreven “Sad” doen het albumniveau duidelijk stijgen.
Deze band heeft dus zeker voldoende potentieel om internationaal door te breken; al is de concurrentie ook in dit genre vrij moordend. ‘Blue Play’ is echter een zeer aangename, eerste kennismaking met Passionworks.

St. Vincent

Marry Me

Geschreven door

St.Vincent, of singer/songwriter Annie Clark uit Chicago, maakte deel uit van de begeleidingsband van Polyphonic Spree en Sufjan Stevens en nam de tijd te werken aan haar eigen project St. Vincent.
De hemels sferische songs op haar debuut ‘Marry me’ hebben een jazzy ondertoon en klinken zowel lieflijk, teder als overstuurd en verbeten. Het zijn knap in elkaar gestoken songs, die eenvoudig en subtiel kunnen klinken (“The apocalypse song”, “Landmines”, “What me worry” en de titelsong) of die een dosis avontuur bevatten door de onverwachtse wendingen, zoals “Now now”, “Jesus saves, I spend”, “Your lips are red” en “Paris is burning”. “Human racing” is een puik nummer in een trippop kleedje en met “All my stars are aligned”, met koor, heeft zij de ideale nachtsong klaar.
De dame treedt in de voetsporen van Feist, My Brightest Diamond, Regina Spektor, Joan As Police Woman en Cocorosie; Kate Bush klinkt zelfs door. De dame verbaast met haar dromerige indie freefolk. En wat nog meer respect afdwingt, ze heeft op haar debuut elk instrument zelf gespeeld: gitaar, basgitaar, cello, viool en toetsen.

The Police

The Police: hoogdagen vervlogen? Concert met gemengde gevoelens

Geschreven door

Het Britse drietal The Police ontstond in de hoogdagen van de punk, maakte de kinderjaren mee van de new wave en gaf een verfrissende  rockwind door een rauw gepolijste, uitgebalanceerde sound, die aanstekelijke refreintjes en reggaedeuntjes kende. Gordon Sumner (Sting) (zang/bas), Andy Summers (gitaar) en Stewart Copeland (drums) lieten ons al maanden halsreikend uitkijken naar dit concert toen ze hun reünietour aankondigden na ruim twintig jaar stilte.

Hooggespannen verwachtingen dus op het podium - dat voor deze gelegenheid omgebouwd werd tot een half amfitheater - die live door de drie heren onvoldoende kon worden ingelost; ze ontpopten zich als een sterke singleband, het handvol andere nummers verdwenen in de immense zaal van het Sportpaleis, er was Stings beperkte stemkwaliteit die avond (het tweede concert de dag nadien werd om die reden uitgesteld!), er  was het routineuze spel, vonken bleven uit, en op de koop toe was het na anderhalf uur close/ finito!
…En toch beleefde ik een fijne avond en was ik blij deze ‘80’s band, die je grijs draaide in je jeugdjaren, aan het werk te hebben gezien: ‘Must have seen once in your lifetime’, hoe het ook klonk!
Maw The Police speelde een concert met gemengde gevoelens, na die ellenlange stilte. Het was ietwat zoeken naar de magie, de ziel en het spelplezier. Het ontbrak aan pit en dynamiek. Het was vooral Stewart Copeland die de show stal en zich onderscheidde op z’n drums en bijkomende percussie.
In het eerste deel van het concert  werd een grootse song afgewisseld met een mindere. “Message in a bottle”, “Walking on the moon” en “Don’t stand so close to me” tegenover “Voices inside my head”, “Hole in my life” en “Truth hits everybody”.  Enkele solipartijen gaven kleur.
In het tweede deel van de set  kwamen instant klassiekers aan bod: “Every little thing she does is magic”, “De do do do, De da da da” , “Invisible sun” en “Can’t stand losing you”, maar  het waren vooral de songs van de afsluitende plaat ‘Synchronicity’ (’83) (“Synchronicity II”, “Wrapped around your finger”, “Walking in your footsteps”, “King of pain” en “Every breathe you take”), die intrigeerden door hun sfeervolle benadering, de donker dreigende, broeierige spanning (diepe bas, fijn gitaarspel) en het staaltje percussie van Copeland.

We misten in het ganse pakket liefdessongs “Roxanne” aan wie in de jaren ’80 misschien wel zoveel nummers waren gericht, en net die song werd veilig opgeborgen. Het neuriën verzachte de pijn naar de thuishaven van de goede doch onderkoelde set.

Support act was Fiction Plane, van zanger/bassist Joe Sumner (nota bene zoon van …) die net als de heren van The Police met drie waren. Qua stem was er in de sfeervolle songs een treffende gelijkenis. Melodieuze poprock met een handvol goede nummers, een paar interessante intieme songs en de  frisse single “Two sisters”.

Organisatie: Live Nation

Petitie Lintfabriek, Kontich: Lintfabriek sluit na 25 jaar

Geschreven door

Petitie Lintfabriek, Kontich: Lintfabriek sluit na 25 jaar

LINTFABRIEK HAS TO CLOSE AFTER  25 YEARS !!

support live underground music  and
SUPPORT THE LINTFABRIEK through the link below
SIGN THIS PETITION
http://www.petitiononline.com/Kontich7/petition.html

Tom McRae

Prince of Darkness with bubbles: Tom McRae met ‘meisjeskoor’

Geschreven door

Tom McRae, de singer-dark-song-writer, die wegtraant en kickt op koude wind, grijze regen, druilerige kerstdagen en ander onmiskenbaar getreur, was weer eens in België voor wat hij een hometown gig noemde. Is hij echt zo of houdt hij een pose hoog? Wij twijfelen, hij ook, want hij noemde zichzelf maandag in de Vooruit (Gent) de Prince of Darkness with bubbles.

Toen refereerde hij allermakkelijkst naar zijn ‘hitje’ “The Boy With the Bubblegun”, terwijl hij de zeepballonnen letterlijk rondom zich zag geblazen worden, ze neerhaalde met zijn gitaar of – ojeetje dat zal hij graag lezen ‘ze symbolisch’ – wegblies. Dan zaten we trouwens al diep in zijn concert, bij zijn derde bisnummer om precies te zijn.
En hij voelde zich zo klein (wat had je verwacht van Tommeke?) naast de ballons, stars and flames-show van de Flaming Lips die hij op Cactus voorafging. Cactus, Brugge, deze zomer. Omschreven we hem toen niet als de troubadour voor suïcidale pubermeisjes die liever in de regen kou en pneumonie vat dan een serieus lief te zoeken? Ja ! Maar een zomerige festivalweide – hoe onweids het Minnepark zelfs is – vergeleken met een bijna volgelopen Gentse Vooruit, er is een ‘duister(nis)’ verschil. McRae was goed, op die donderblauwe maandag op 8 oktober. Natuursteengoed zelfs.
Hij werd gedragen ook, door een horde puberale (jawel maar dat suïcidale zagen we er beslist niet in)  meisjes die tot tweemaal toe zijn lyrics met gaarnte en volle borstjes overnamen: “Dose” en “Bloodless” dat hij compleet zonder versterkers en begeleid door een accordeon en cello microloos inzette. ‘An interesting experiment’, betitelde hij het vooraf. En voor herhaling vatbaar, want kippenvelmoment. Met zo’n ‘diehard’ publiek geen echte uitdaging natuurlijk.
Maar er waren er meer zulke. Zijn opener – traditioneel hij alleen – bijvoorbeeld: “Alphabet Hurricane”. Of zijn eerste encore: “Vampire Hearts”, volledig en breekbaar a capella. Stiltesnijdend, want je hoorde zelfs geen aansteker (jaja, in de Vooruit geldt blijkbaar geen rookverbod). En cellist Oli Kraus kraste er de heimwee af en toe diep in.
Melancholicus McRae diepte uit zijn vier cd’s, liet niet enkel zijn nieuwste, winterkoude ‘King of Cards’ album de revue passeren. Intiem, warm zelfs als je er het haardvuur bij fantaseert of je kersvers lief bij hebt, maar intriest als je net je madam met een andere zag aanzetten. Moods for all seasons? Toch net niet, voor de award voor lentewarmte zal hij zelfs nooit genomineerd worden.
Al blijft zijn humor (het half onderbreken van het duet met Carine Williams bijvoorbeeld of zijn reality complex dat de overhand neemt op de fantasy, of zijn gedroomde rockstar gehalte met naked girls, cocktails en swimming pool) onafbrekelijk zijn tristesse tegenwerpen.

Het was maandag en kil, maar het regende niet en het was geen lonely Christmas. En toch was het een geslaagde performance. Het zullen de bubbels geweest zijn die de Prince of Darkness even in het tegenlicht zetten. Proost!

Play list: Alphabet hurricane, For the Restless, Border song, A&B Song, Suitcase, Dose, Still lost, One Mississippi, Set The Story Straight, Streetlight, You Cut Her Hair, Walking 2 Hawaii, On & on, Silent Boulevard, Vampire hearts, Bloodless, Boy With the Bubblegum.

Organisatie: Live Nation

Dweezil Zappa

Zappa Plays Zappa: de Naam ‘Zappa’ Waardig

Geschreven door

De legendarische Frank Zappa hadden wij al twee keer in België meegemaakt, waarbij we van zijn laatste doortocht in Gent vooral onthouden hebben dat zijn eigenlijk schitterende concert jammerlijk genoeg bijna volledig wegzonk in de verschrikkelijke akoestiek van het Gentse Kuipke.

We waren nu dan ook geen klein beetje benieuwd hoe Dweezil Zappa het voor mekaar zou krijgen om het indrukwekkende repertoire van vader in te studeren en op een geloofwaardige manier voor een publiek te brengen. Want uiteraard bestond dat publiek helemaal uit Zappa-freaks, muziekliefhebbers pur sang , veertigers en vijftigers met een kritisch oor en een voorliefde voor, zeg maar, de betere muziek. Iedereen had zowat zijn eigen ingebeeld lijstje favoriete Zappa songs die men maar al te graag wou horen en enkele overenthousiaste fans konden het dan ook niet nalaten om luidkeels hun voorkeur uit te roepen, waarop Dweezil gevat antwoordde “You treat us like we’re a fucking jukebox”. Gelijk had ie, want hij had zelf voor een interessante en boeiende greep gekozen uit dat omvangrijke oeuvre van vader. De ware Zappa fan kwam hier ruimschoots aan zijn trekken en werd op zijn wenken bediend door Dweezil en zijn 7 kompanen, stuk voor stuk klassemuzikanten, want net als zijn veeleisende vader laat Dweezil zich alleen maar door de allerbeste omringen. Wie met een Zappa het podium opstapt zal maar best geen prutser zijn.
Al van bij het begin, met een perfect uitgevoerd “Peaches and regalia”, wisten we dat het goed zat. Hier waren klasbakken aan het werk die het geniale werk van de grootmeester uitvoerden met liefde, feeling, technisch vernuft en tonnen respect. Dweezil Zappa is een al even begenadigd gitarist als zijn vader en als bandleider kon hij het zich permitteren om uitvoerig te soleren. Lange soli als in “Willie the pimp” en “Cosmic debris” waren de perfecte gitaarpartijen die we van een Zappa willen horen, virtuoos en knap. Dweezil  mag dan misschien niet echt gezegend zijn met de humor en spitsvondigheid van zijn vader, de muzikale genialiteit is hem wel meegegeven. Zich bewust zijnde van zijn vocale beperkingen liet hij zijn gitaar meer spreken dan zijn stem, voor de rest was er een fantastische band en voor de sublieme songs had vader lang geleden al gezorgd. Via projectie op groot scherm mocht papa zelfs meespelen- en zingen op “Cosmik Debris”, een perfect samenspel tussen Frank Zappa rechtstreeks vanuit het hiernamaals en een schitterende band hier en nu op het podium. Bij het laatste nummer, een wervelend “Muffin man” werd de truc op het scherm nog eens overgedaan met een weergaloze solo van the man himself, perfect aansluitend op de band die de briljante song op een explosieve manier aanhief.
Zappa was echter niet de enige ster van de avond. Laten we ouwe getrouwe Ray White niet vergeten en dan vooral zijn fenomenale stem. Ray deed klassiekers als “San Ber’dino”, “City of tiny lights”, “Joe’s garage”, “Dorine” en “Carolina hardcore ecstacy” klinken zoals Frank het zelf zou gewild hebben, niet minder dan fantastisch dus.
De magistrale muzikanten, waaronder een uitmuntende saxofoniste, maakten van “Eat that question” een instrumentaal hoogtepunt van de avond, hier kwam de jazzfreak in Zappa terug naar boven. Ook de compleet maffe sixties periode werd niet overgelaten met  “Son of suzy creamcheese” en “Brown Shoes don’t make it”, waarin de geniale gekte van The Mothers of Invention herleefde.
Eén minputje maar, het te lange intermezzo waarbij ieder bandlid zijn eigen solo moment kreeg. Beetje overbodig, want toen wisten we al lang dat hier prachtige muzikanten op het podium stonden, ieder zijn solo om dit te bewijzen hoefde niet echt.

Liefst twee en een half uur hield Zappa ons in de ban, het was geen minuut te veel. Integendeel, van ons mocht het nog de hele nacht duren.
Tijdens de set vertelde Dweezil dat hij en zijn band nog heel wat huiswerk te doen hadden met het instuderen van nog pakken Zappa songs en dat zij hiervoor de komende jaren nog wel enkele keren naar België zouden terugkomen. Snel aan het werk, zouden wij zo zeggen, en de volgende keer zijn we zeker terug van de partij, want wij kunnen u hier zo nog een veertigtal prachtsongs opsommen die we maar al te graag in een concertzaal zouden willen meemaken.
Dit concert was absoluut de naam Zappa waardig en deze keer kregen we wel een perfecte akoestiek dankzij de Koningin Elisabethzaal, wat onze kater van zoveel jaren geleden een beetje verzacht.
Beste mensen, Zappa leeft !

Organisatie: Live Nation

Dream Theater

Dream Theater’s ‘Chaos In Motion Tour’ raast doorheen Antwerpen

Geschreven door

Met het concert van Dream Theater van twee jaar terug nog levendig in ons geheugen trokken we naar de fonkelnieuwe Lotto Arena voor een nieuwe ontmoeting met de New-Yorkse Prog-Rock iconen. Nadat we ons doorheen de verkeerschaos hadden geploeterd, kwamen we aan in de zusterzaal van het Antwerpse Sportpaleis. De locatie was een uitstekende keuze want vrijwel overal in de nieuwe arena had men een goed (net al te ver) beeld op het podiumgebeuren.
In het verleden zagen we Dream Theater meestal binnen het concept: ‘An Evening With Dream Theater’. Toen boden de heren een avondvullende rockshow van meer dan drie uur.

Deze keer pakten ze het iets anders aan en koos men om in een traditionele formule met een supportact op tour te gaan.
Symphony X mocht iets na 20.00u openen. Van deze Amerikaanse symfonische power-metal band zijn we nooit echt grote fans geweest. Symphony X tapt nochtans uit hetzelfde Dream Theater vat maar doet dit veel minder overtuigend en met veel minder klasse. De band is sinds 1993 actief en maakte een zevental studioalbums. Hun laatste wapenfeit ‘Paradise Lost’ uit 2007 is een vrij donkere conceptplaat, maar ook de titeltrack van dit nieuwe album konden de heren live niet echt degelijk brengen. Als supportact kreeg de band dan ook weinig krediet en moest het hun ganse set afwerken in het donker. Zanger Russell Allen was ook jammer genoeg niet erg goed bij stem. Russell Allen kennen wij vooral van de samenwerking (en de twee schitterende Allen –Lande albums) met Jorn Lande waarin zijn stemgeluid toch veel beter tot zijn recht komt.
Symphony X probeerde wel en tot mijn verwondering kreeg men toch nog de zaal in beweging. Opmerkelijkste momenten waren helaas geen muzikale.
Russell Allen probeerde tevergeefs ons nationaal gevoel aan te wakkeren: “The Germans they know how to rock, The French, man they rock,…..”They told me you guys rock”,…enz…
Of hoe hij wat goedkoop de madame van ernaast vloerde, door het publiek aan te manen luider te schreeuwen zodat men “Gwen Fuckin’ Stefani” kon overstemmen. (Gwen Stefani speelde immers diezelfde avond in het Sportpaleis).
Nee, dit Symphony X optreden zal vooral bijblijven als een zeer vlakke, oninteressante vertoning.

Een tape met Dream Theater melodieën gebracht door een strijkerensemble maakte het wachten boeiender. Ondertussen werd het podium klaargemaakt en mochten enkele attributen uit het ‘Systematic Chaos’ concept het podium versieren. De straatlamp, het verkeerslicht, het verbodsbord met Dream Theater logo en enkele reusachtige mieren zorgden voor de theatrale noot. Toen het verkeerslicht rond 21.15u op groen sprong kregen we een kort introductiefilmpje te zien waarin een kort overzichtje van de carrière te zien was.
Onder het bombastische “Also Sprach Zarathustra” van Richard Strauss kwamen de bandleden één voor één het podium op. De single “Constant Motion” zette de zaal meteen in vuur en vlam. Wat een perfect geluid en wat een contrast met het geluid dat Symphony X produceerde. Na de hevige opener sloot “Panic Attack” uit ‘Octavarium’ hier naadloos bij aan. James La Brie, tegenwoordig de trotse bezitter van een snor, klonk opnieuw erg stemvast. La Brie had in het verleden wel eens moeite om de hoogste noten uit zijn strot te halen. Vandaag zingt de man beter dan ooit! “Scarred” uit ‘Awake’ werd ook fenomenaal sterk gebracht maar is niet een van mijn Dream Theater songfavorieten. Dat is “Surrounded” zeker wel! Volgens mij is dit nog steeds de allerbeste Dream Theater song.
“Surrounded (extended ’07 versie)” werd dan ook het hoogtepunt van de avond, mede door de talrijke improvisaties. Deze supersong werd voorzien van een supermelodieuze monstergitaarsolo van virtuoos John Petrucci. Flarden “Comfortably Numb” (Pink Floyd) en stukken van Marillion’s “Sugar Mice” zorgden voor een fenomenale, bloedmooie live versie van deze semi-ballade uit ‘Images And Words’. Ook het gitaar-keyboardduel tussen Petrucci en Jordan Rudess (op zijn gitaarsynthesizer) was buitengewoon spannend.
Daarna keerde men terug naar ‘Systematic Chaos’ om met “The Dark Eternal Night” hard terug te slaan. Op de videoschermen was Dream Theater tijdens deze song te zien in een grappige, entertainende cartoon als de ‘North America Dream Squad’. Een volgend hoogtepunt was “Misunderstood” uit ‘Six Degrees Of Inner Turbulence’. In het begin van de song leek het even mis te gaan (door een wat brommende gitaarsound) maar even later ontpopte deze song zich tot een episch toppunt.
Tot slot kregen we met “In The Presence Of Enemies – Part 1” en “In The Presence Of Enemies – Part 2” de grote finale waar iedereen op gehoopt had. Dit werkstuk wordt op het nieuwe album in twee delen verdeeld (in het begin en aan het einde van het album). Live werden beide delen dus na elkaar gebracht en dat zorgde voor een wervelende apotheose waarin elk Dream Theater lid zijn virtuositeit nogmaals in de verf kon zetten.

Waauw, wat een sterk optreden! Alsof dat nog niet genoeg was verbaasde de band ons andermaal door een ijzersterke medley te brengen als enige encore.
De zogenaamde ‘Schmedley Wilcox’ putte uit stukken van “Trial Of Tears”, “Finally Free”, ”Learnin To Live”, “In The Name Of God” en “Octavarium”. Schitterend aan elkaar gesponnen en zeer doeltreffend als afsluiter. Toch wil je deze songs liever integraal horen, maar met een totale concertduur van twee uur mogen we heel erg tevreden zijn. Een super setlist, een band een bloedvorm….kortom een avondje progrock van het allerhoogste niveau.

Setlist: *Intro: 2007 - An Ant Odyssey / Also Sprach Zarathustra *Constant Motion *Panic Attack *Scarred *Surrounded (Extented ’07) *The Dark Eternal Night *Home / The Dance Of Eternity / One Last Time *Misunderstood *In The Presence Of Enemies Part 1 *In The Presence Of Enemies Part 2
*Schmedley Wilcox:
-Trial Of Tears – It’s Raining
-Finally Free
-Learning To Live
-In The Name Of God
-Octavarium / Razor’s Edge

Foto's: http://www.pixagogo.be/3703244144

Organisatie: Live Nation

Kula Shaker

Strangefolk

Geschreven door

Het Britse Kula Shaker is heropgericht in de originele line up sinds ‘Peasants, Pigs & Astronauts’ ruim zes jaar terug. De solocarrière van zanger/componist Crispian Mills wilde maar niet vlotten, en nav elkaar wat ruimte te geven, groeiden de muzikale ideeën naar een reünie. Fijn zo, want de plaat ‘Strangefolk’ van het kwartet klinkt best aardig. Behouden blijft hun retrorock , doorspekt met symfo en psychedelica; de Oosterse/Indiase (Sanskriet) invloeden zijn ferm verminderd, wat de mystieke sfeer van hun sound op het achterplan bracht.
Resultaat zijn sfeervolle, broeierige en frisse songs, die door instrumenten als Hammond, mellotron, harmonica en farfisa kleur krijgen. 
Er is alvast voldoende afwisseling te horen op ‘Strangefolk’: retro met “Second sight”, “Die for love” en “Great dictator of the free world”, intenser klinken ze op “Fool that I am”, “Hurricane season” en “6ft down blues”, sfeervoller en intiemer op “Shadowlands”, “Ol’Jack Tar” en op “Persephone” (dat zelfs een vleugje freefolk bevat),  de Doors psychedelica overheerst op “Dr Kitt” en tenslotte horen we Indiase elementen op de opener “Out on the highway” en “Song of Love/Narvana”.
Kula Shaker nestelt zich met ‘Strangefolk’ op een mooi plekje binnen de Britse scene.  Who knows ‘revivalen’ andere bands als Cornershop nu wel op die manier…

Mika

Life In Cartoon Motion

Geschreven door

Mika is een 23 jarige Libanese/Britse popartiest. Elke song op z’n debuut kan wel een grootse single zijn! De man bezit alvast de kunst om speelse, aanstekelijke en vrolijke popsongs te schrijven, ergens tussen George Michael, Scissor Sisters, Queen, Elton John, Bee Gees en Abba, door het vleugje ‘kitschdisco’ en z’n hoge emotievolle stem.
’Life In Cartoon Motion’ lijkt de soundtrack wel van tekenfilms als ‘The lion king’ of van  ‘Wizard of Oz’ en ‘The sound of music’. Huppelende, frisse pop in z’n meest pure vorm!
Mika doet een gooi naar het sterrenstatus en slaagt erin. “Grace Kelly”, “Lollipop”, “Love today” en “Relax, take it easy”, zijn door hun groove de ideale ‘daystarters’. Alle zorgen opzij!
“Any other world” is door cello de kerstsong bij uitstek, op “Stuck in the middle” en de bonus “Ring ring” overheerst een subtiel pianospel en “Happy ending” doet orkestraal aan.
’Life in Cartoon Motion’ van Mika kan één van de meest verkochte platen van het jaar zijn. Of hoe eenvoudige popsongs je een ‘feelgood’ gevoel bezorgen!

Stereophonics

Pull the pin

Geschreven door

Dit is alweer de zesde cd van Stereophonics. Doch het zijn vooral de eerste twee die ons zijn bijgebleven wegens een geslaagde combinatie van melodie, sterke songs en een rauwe sound. Vanaf het derde album begonnen sporen van bloedarmoede op te treden. Op hun albums stonden nog wel een aantal boeiende songs, maar deze waren alsmaar moeilijker te vinden tussen het overwicht van slappe en stroperige ballads, slijmballen van songs die zodanig op onze zenuwen werkten dat we spontaan de neiging kregen om onze Stereophonics platen bij het grof huisvuil te zetten. Het slechte nieuws : dit soort songs staat hier weer op. Het goede nieuws : ze zijn in de minderheid. Finaal hebben we er maar drie geteld, de ongelukkige singlekeuze “It means nothing” (te plat en te goedkoop) en de melige draken “Daisy lane” en “Stone”.  Volgens de bijgeleverde bio zou “Daisy lane” een Nick Cave-achtig nummer zijn, maar geloof daar vooral niks van.
Tot zover de missers. Verder kunnen we u met plezier vertellen dat Stereophonics een stevige en gebalde rockplaat afgeleverd hebben. Het begint veelbelovend met een vlijmscherp “Soldiers make good targets”, een gemene rocksong die zowaar enkele Nirvana trekjes vertoont. Uiteindelijk blijkt dit wel de beste track van het album te zijn, maar ons hoort u niet klagen want de rest is ook bijzonder te pruimen, zoals een potig “Bank holiday monday” en een hevig rockend “I could lose ya”. Het prima “Ladyluck” is zo’n typische Stereophonics” song, een geslaagd huwelijk van melodie en stampende rock, net als “Drowning” en “My friends” waar de rauwe stem van Kelly Jones meermaals voor vonken zorgt.  Jones zingt meer dan hij zaagt, en dat is op de vorige drie platen wel eens anders geweest.  In “My friends” en “Crush” duikt zelfs een vleugje Oasis op, de betere momenten van Oasis weliswaar.
Deze ‘Pull the pin’ is dus wel degelijk het resultaat van een geslaagde reanimatie van de Stereophonics maar is vooralsnog geen ‘Performance and cocktails’, hun beste tot hiertoe. Dit nieuw album mag wel gerekend worden tot het betere werk van deze Welshmen. Hiermee vegen ze toch een beetje de zonden van hun vorige werk weg. 
Balans : 10 jaar bezig en een drie op zes. Dat kan nog net, maar bij de volgende is het alweer erop of eronder. Bij ons hebben ze alvast terug aan krediet gewonnen, gezien ‘Pull the pin’ ruimschoots onze verwachtingen overschrijdt.

Tomahawk

Anonymous

Geschreven door

Betreft: ‘Anonymous’ Tomahawk
Experimentele rock?
Mijn Kl….!

Beste Mike Patton,
Ik schrijf u om u te zeggen dat ik al jarenlang een grote fan van u ben. Met Faith No More heeft u acht prachtige schijven op mij losgelaten. Begin jaren 90 zag ik jullie een paar keer spelen en dat waren de beste concerten die ik ooit gezien heb. En wees maar gerust, ik heb er al héél veel gezien.
Uw uitstapjes met Mr Bungle en Fantomas waren ronduit fantastisch.
In 2001 slaagde u er alweer in mij uit mijn lood te slaan met Tomahawk.
Maar wat u nu doet met ‘Anonymous’, uw derde Tomahawk, tart elke verbeelding. Jawel, beste Mike, u bent Oosters geïnspireerd, u houdt van leuke en stevige beats, maar dit oeverloos arty-farty gezever en gelul kan ik met moeite nog een flauw afkooksel noemen van The Jim Keltner en Charlie Watts Projekt.
Beste Mike Patton, mag ik u beleefd, doch vriendelijk vragen om ons niet meer lastig te vallen met zo’n geklungel wanneer u nog eens met een enorm gebrek aan inspiratie zit om een deftige song op papier te zetten? Het enig voordeel van ‘Anonymous’ is dat je ermee kan ‘stoefen’ aan de toog en zo de ‘kenner’ uithangen.
Inmiddels teken ik met de meest vriendelijke groeten,
Lode Van Assche, een fan die het echt goed meent met U.

Hurtlocker

Embrace the fall

Geschreven door

Voor een vette moderne thrash-plaat kan je zeker terecht bij het van de Verenigde Staten afkomstige Hurtlocker. De in 2000 opgerichte band is met ‘Embrace The Fall’ toe aan zijn tweede langspeler. De band zelf beweert dat ze scherper staan dan ooit en zijn ervan overtuigd dat hun werk inslaat als een bom.
Dit klinkt misschien erg zelfverzekerd, maar van zodra de plaat door mijn boksen knalde, wist ik dat ze er alle reden toe hebben. “I Am Napalm” pleegt namelijk meteen een aanslag op alles wat niet metal-resistent is. Dat er zeer stevige thrash geserveerd wordt kan al deels verwacht worden door de titel te bekijken.
Toch beperkt de band zich niet tot pure thrash, maar verwerken ze geregeld elementen uit andere genres. Hiervan zijn de blast beats en het diepe gegrom binnen de nummers enkele voorbeelden. Maar ik meen ook hier en daar wat Nu-Metal invloeden te herkennen. Laat ik hier meteen toevoegen dat dit niet noodzakelijk negatief is. “Outside Are The Dogs” bijvoorbeeld is een stevig en beukend nummer, waarbij ik aan het oudere werk van Slipknot moest denken. Hoewel ik niet zo’n fan ben van laatstgenoemde band, weet Hurtlocker de invloeden goed in het nummer te verwerken.
Door het algemeen hoge niveau van het album is het moeilijk er een hoogtepunt uit te halen. ‘Embrace The Fall’ beukt van bij het begin tot het einde, zonder ook maar één rustpunt in te lassen. Alles is bijzonder strak ingespeeld en voorzien van een uitstekende productie. De genadeloze agressie die op dit album te horen is, geeft de indruk dat de teksten die op ons los gelaten worden klinken alsof ze uit het hart van Grant Belcher gerukt werden.
Wie met heel wat opgekropte agressie zit, mag ‘Embrace The Fall’ blindelings aanschaffen. Na het horen van dit album is de kans groot dat deze agressie op een gezonde manier geuit werd! Dat deze heren reeds op de planken stonden met bands als Obituary, King Diamond, Agnostic Front, Anthrax, … is niet meer dan terecht. Hou ze in de gaten!

Marillion

Somewhere Else

Geschreven door

‘Somewhere Else’ is reeds het veertiende studioalbum van deze Britse band en het tiende uit het Hogarth tijdperk. Zoals steeds werd ook dit album opgenomen in hun eigen Racket Club studio. Handig en blijkbaar ook zeer bevrijdend. Want de band komt na het meesterwerk ‘Marbles’ aanzetten met totaal andere plaat. Waarschijnlijk was het veel simpeler geweest om ‘Marbles 2’ te maken. Een uitgebreide promocampagne (zoals bij de release van ‘Marbles’) bleef ook al uit, waardoor dit album op een eerder courante wijze bij de platenboer terecht kwam.
‘Somewhere Else’ is echter geen slechte plaat geworden al valt het album in vergelijking met het meesterwerk ‘Marbles’ wat licht uit. Het progressieve karakter uit de sound is quasi volledig verdwenen. Daartegenover staat een vernieuwend geluid dat modern, fris en romantisch klinkt. Complexe progressieve songstructuren hebben plaats gemaakt voor rustige, opbouwende, dromerige popsongs. Slechts 10 songs staan op dit album. Slechts enkele songs zijn pareltjes.
Meesterlijk is het opzwepende titelnummer (dat erg doet denken aan “Afraid Of Sunlight”), alsook het simpele “A Voice From The Past”. Deze laatste song moet het hebben van zijn repetitief karakter en van het schitterende solowerk van Steve Rothery. Overigens wordt er vrij geremd gesoleerd. Alles staat ten dienste van de song, waarbij de stem van Steve Hogarth (wat een stembereik heeft die man toch!) steeds centraal staat. “Faith” is een mooie afsluiter à la “Made Again”.
Kortom ‘Somewhere Else’ is een mooie doch onopvallende relaxte popplaat geworden. Wel is het een beetje gek dat in het cd-boekje reeds promotie gemaakt wordt voor een volgend, vijftiende album……alsof deze ‘Somewhere Else’ niet de moeite waard zou zijn om te ontdekken.

Pagina 451 van 461