Het Depot Leuven - concertinfo 2025

Het Depot Leuven - concertinfo 2025 events 25 + 26 + 27-02 De Volksjury 28-02 Johannes Genard 02-03 Lia Van Bekhoven (over leven en lijden met de Britten) 03-03 Milo Meskens 04-03 Sloper, Pelican dealer 08-03 Oldskool Leuven 09-03 Lutan Fyah, Jah Mason, Droop…

logo_musiczine_nl

Trix, Antwerpen - events

Trix, Antwerpen - events - 01 febr: Dewolff, Boogie Beasts - 05 febr: High Vis - 05 febr: The Chameleons, West Wickhams - 07 + 08 febr: We Are Open 2025 met o.m. Bobbi Lu, Cesar Quinn, Crackups, CRC, Eosine, Laryssa Kim, Maria Iskariot, Sunchaser, The Rats,…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14515 Items)

Gabriel Rios

Gabriel Rios, Jef Neve en Kobe Proesmans: drie hoofdrolspelers aan het werk

Geschreven door

De Belgische Puertoricaan Gabriel Rios is de voorbije jaren uitgegroeid tot een publiekslieveling door z’n knuffelbeerpersoontje, sympathieke uitstraling en z’n broeierige, aanstekelijke sound van pop, latino, salsa, soul en hiphop. Na de twee platen ‘Ghostboy’ en ‘Angelhead’, heeft hij een mooi initiatief klaar, het akoestische ‘Morehead’, met piano/jazzvirtuoos Jef Neve en percussionist Kobe Proesmans. Sommige Rios’ songs werden ontkleed, en kregen een alternatieve, sobere aanpak. Een intrigerende kruisbestuiving, die een brug slaat met modern klassiek en jazz, gedragen door de warme stem van Rios; het toont net de vele levens aan van z’n nummers! Een klein anderhalf uur zagen we niet één (Rios), maar drie hoofdrolspelers aan het werk tijdens deze theatertournee!
“Baby lone star” vatte de set aan en was onder een minimale instrumentatie een fluistersong. De elegante, sfeervolle aanpak van een pianotoets, vioolgetokkel en akoestische gitaar zetten de drie verder op “For the wolves” en “Angelhead”. Pakkend en spitsvondig! De dreigende latino op “Raton” neigde naar The Gotan Project en “Rumba” dompelden ze onder in een tango met handgeklap. Rios kwam op “I’m gonna die tonight” en “Wish” even op het voorplan. Daarna was het tijd voor Neve’s beheerste pianospel. Vloeiend en moeiteloos ging hij van ingehouden, meeslepend naar snel en krachtig, een muzikale driehoek van jazz, klassiek en pop; hij werd af en toe ondersteund door Rios’ gitaar en Proesmans’ drums. Het dromerige “Stay”, de recentste single van Rios, bracht ons terug naar de pop, en werd zelfs heftig, als een voorbijrazende trein, besloten.
In een regelrechte 50’s stijl speelden ze “Ain’t no use” en de definitieve afsluiter “Diamond” balanceerde tussen rock’n’roll en jazz.

In de grote Blauwe Zaal werd de avontuurlijke aanpak en het samenspel van het trio sterk onthaald; de Zuiderse latinosoulpop van Rios overleefde zonder problemen het aangepaste alternatieve kleedje.
Een tip zijn voor de komende festivals?

Organisatie: Petrolclub, Antwerpen

Arid

Comeback Arid: band moet nog wat op dreef komen

Geschreven door
De comeback van Arid kon niet beter zijn dan op de eigen Gentse thuisbasis. Het was een ‘alive & kicking’ band en een happy weerzien van beide kanten;  Jasper en z’n crew hebben nu pas de derde cd uit ‘All things come in waves’, de langverwachte opvolger na ‘All is quiet now’ (’02). Redenen waren te zoeken in de solo uitstap van de zanger en diens langdurig herstel van toxoplasmose.
De derde cd ligt in het verlengde van de twee vorige, met name melodieus emotievolle poprock en weemoedige ballads, gedragen door de hemels hoge, heldere, soms vrouwelijk aandoende stem van Jasper; doch in de live set, door de stembeperktheid klinkt ze ietwat vervelend na zo’n anderhalf uur!.
De klemtoon kwam uiteraard op de onlangs verschenen cd, poprock en een uiterst sfeervolle sound door de rijkelijk gearrangeerde toetsen en piano.
Jasper en z’n band wisten nog steeds de meisjesharten te breken; op de eerste twintig rijen vond je praktisch geen enkele jonge gast. Arid equals romantische zieltjespop!

Het kwintet had er alvast zin in en begon met twee nieuwe uptempo songs “When it’s over, it’s over” en “Tied to the hand”. De zanger liep in het begin veel heen en weer, en betrok al snel z’n fans bij de songs. En toch …lieten ze een ietwat verkrampte indruk na: te lang geleden dat ze nog samen op een podium stonden? Of podiumvrees?…Who knows.
”Too late tonight” zat al vroeg in de set, werd mooi uitgesponnen, en was de aanzet voor sfeervoller werk als “Wintertime” en “Words”. De band had een afwisselende playlist want “Right this time” en oudjes “Body of you” (waarin Marvin Gaye’s “Sexual healing” in weerklonk) en “You are” waren broeierig, hadden een spannende opbouw en klonken iets krachtiger dan vroeger.
”In praise of”, “Why do you run” volgden; “Life” was de meest avontuurlijke song waarin gitarist Du Pré op steelpedal een hoofdrol innam. Een ingetogen “Lost stories” (run away from you) kwam tot stand toen Jasper op You Tube een clip van Stereophonics zag, en zat aangenaam vervat binnen de drie rocksongs.
Arid zag dat ze nog niet godvergeten waren en trakteerden het publiek na een uur op een uitgebreide bis, waarbij Jasper twee intieme songs speelde, gedragen door z’n hemelse stem. “If you go”, “Me & my melody” en “Dearly departed” waren een rockende finalereeks van een band die er alles aan doet om het succes van vroeger te kunnen evenaren toen hun debuut ‘Little things of Venom’ verscheen.

Slotsom van het ‘late evening’ concert van Arid: goede set, présence, en voldoende variatie tussen rock en ballad, doch de band moet enkele onwennigheden overwinnen.

Organisatie: Live Nation


Eels

Een intens bezwerend avondje van twee protagonisten, E en The Chet

Geschreven door
De begenadigde singer/songwriter, Mark ‘E’ Oliver Everett, schrijft materiaal alsof het een koud kunstje is; met de eindejaarsperiode gooide hij zomaar drie cd’s te grabbel: ‘Meet The Eels – Essential Eels (vol 1 1996 – 2006)’ en de dubbelaar, met liefst vijftig songs ‘Useless trinkets’ (b sides, soundtracks, rarities en unreleased material). Deze platen volgen de 2cd ‘Blinking lights & other revelations’ op van 2005. Daarnaast schreef dear Mr E een boek met talrijke indrukken en ontmoetingen tijdens zijn tournee. Een bezige bij dus!
Wie de optredens van Eels volgt, ziet bij elke plaat een nieuwe perfomance; in 2005 trad hij met aan een strijkerensemble en op Werchter , in oranje overallplunje, gaf hij een rauwe, ongepolijste rock’n’roll show. Wat een clevere, dirty boy toch!

In het KC zagen we op het podium een pak instrumenten, een muziekwinkel waardig. Een afgeladen KC, bestaande uit die hard ‘E’ freaks, genoten van een gezellig ‘E’ avondje van twee multi-instrumentalisten, The Chet en Mr E, die grossierden in het uitgebreide oeuvre; ze stopten de songs, op heerlijk, verrassende wijze, in een sobere, minimale, uitgeklede , soms korte, versie. Ontroering, oprechtheid, zelfspot en ironie waren de thema’s. E werd toegesproken door een stem uit de hemel (was het een goddelijke stem? Of de stem van z’n pa? Of  was het symbolisch de stem van onze onlangs verloren medewerker Jim, die Eels in het hart droeg?) bij de aanvang en het einde van de anderhalf uur durende set: In ieder geval, treffende woorden van De Stem, “This is your life” en “You’ve done good, kid”.

Een reportage van de BBC ‘Paralel Words, Paralel Lives’ over E’s uitstappen, optredens en familiaal leven leidden de set in.
De twee protagonisten speelden twintig nummers; ze volgden elkaar nogal redelijk snel op. Twee keer werd het publiek aangenaam vermaakt toen The Chet, op verzoek van E, met de nodige zelfrelativering, uit E’s boek voorlas en fanmail en positieve en negatieve reviews aanhaalde. Een spitsvondigheid, die de zwaarmoedigheid van de songs opving.

E begon solo, “Grace Kelly blues” en “Ugly love”, elektrische gitaar, piano en mans melancholisch krakende stem.Vanaf het derde “Strawberry blonde” kwam The Chet E vervoegen. In een rijkelijk gekleurd instrumentarium als klokkenspel; zingende zaag, (speelgoed)piano, toetsen, gitaargetokkel en drums, hoorden we aangename emotievolle nummers, als “In the yard, behind the church”, “Last stop: this town” en “Flyswatter”, in een jam gegoten én hoogtepunt in de set: piano en drums werden tot tweemaal toe onderling geruild, zonder dat het publiek maar iets miste; naadloos ging het over naar “Bus stop boxer”. Meesterlijk aangepakt en overtuigende klasse! “Souljacker”, “Dog’s life”, “My beloved monster” en een oerdemoversie van “Novocaïne for the soul” klonken rauwer en krachtiger. “I want to protect you” refereerde aan de bezwerende ‘80’s gitaarrock van The Feelies. “Good times, bad times (led Zeppelin)” werd door The Chet gezongen , en de twee de part van “Souljacker” besloot de set na een goed uur.
Het tweetal werd sterk onthaald, en eerder onverwachts kregen we maar twee encores te horen: “I’m going to stop pretending that I didn’t break your heart” en “You rock my world”, twee sfeervolle songs, waarbij E z’n knie boog voor z’n ‘beloved’ begeleidingsinstrumentalist The Chet, en hem een ruiker bloemen overhandigde

Eels slaagt er telkens in z’n nummers op boeiende wijze aan te passen en te spelen; wie dacht hem nog eens terug te zien als de zaallichten aanfloepten, was eraan voor de moeite. Die tijd lijkt voor eeuwig voorbij. Maar Eels, de muzikale kameleon, dragen we in ons muzikaal hartje!

Organisatie: Live Nation

Tegan & Sara

The Con

Geschreven door

Tegan & Sara is een Canadese tweeling die al enkele jaren in het circuit dwalen van de semi-akoestische folkpop. De zusjes komen in de belangstelling met de vierde cd ‘The Con’, geproduced door Chris Walla van Death Cab For Cutie. Hun eerste single “Back in your head” is niet meer weg te denken op de radio en laat de eenvoudige songopbouw (gitaargetokkel en toetsen) en de stemmenpracht van de op elkaar afgestemde (samen)zang horen van het vrouwelijk singer/ songrwitersduo. De dertien –resterende- korte, sfeervolle, intens broeierige songs liggen in het verlengde en doen refereren aan het werk van Indigo Girls, Michelle Shocked, Ani Difranco, Pinback…en ,jawel, Melissa Etheridge. Op een handvol nummers (“Hop a place”, “Nineteen”, “Floorplan” en de titelsong) komt de klemtoon op de poprock. Op “Are you ten years ago”  laten de ‘twins’ zelfs een vleugje elektronica beats doorklinken. Een experimentje die aangenaam verrast binnen deze consistente plaat.
’The Con’ heeft alle troef in handen om in Europa door te breken!

Sheryl Crow

Detours

Geschreven door

Voor wie een beetje de muziekgeschiedenis onder de knie heeft zal Sheryl Crow zeker geen onbekende zijn. Haar debuutalbum uit 1993 'Tuesday Night Music Club' ging in de jaren negentig meer dan 8 miljoen keer over de toonbank. Crow kreeg er in 1995 ook drie Grammy Awards voor. De successingles: "Leaving Las Vegas", "Run Baby Run" en vooral "All I Wanna Do" zijn vrijwel door iedereen gekend.
'Wildflower' uit 2005 was haar laatste wapenfeit en klonk doorgaans wat flauw. Verder kwam Crow vooral in het nieuws toen de breuk met wielergod Lance Armstrong een feit was. Nog in 2006 kreeg Crow borstkanker om maar te zeggen dat La Crow een erg donkere tijd doormaakte.
Maar nu is Sheryl Suzanne Crow helemaal terug met haar zesde studioalbum 'Detours'. Deze Amerikaanse Blues Rock zangeres, gitariste, bassiste, pianiste en songwriter laat op haar nieuwe plaat een bevrijdend geluid horen. Het album werd opgenomen in Crow's studio te Nashville . De eerste single en tweede song uit het album “Shine Over Babylon” is typisch Crow en snijdt meteen een heikel maatschappelijke vraagstuk aan.
Globalisering, wereldvrede, klimaatopwarming zijn de thema's op dit album maar verder haalt Crow ook inspiratie uit persoonlijke ervaringen: “Diamond Ring” (verbroken relatie), “Make It Go Away (Radiation Song)” (het gevecht tegen de kanker) en “Lullaby For Wyatt” (over de adoptie van haar zoontje Wyatt) zijn enkele van haar intiemste songs.
Mooie popsongs, af en toe een beetje rockend, wat folk, wat country….kortom een zeer gevarieerde mooie luisterplaat met bijzonder snijdende teksten. Bovendien geproduceerd door Bill Botrell (die ook tekende voor de productie van haar eerste album 'Tuesday Night Music Club') die de sfeer van haar gouden debuut in deze 'Detours' weet te importeren. Klasse album!

Exciter

Thrash speed burn

Geschreven door

Een goeie pot ouderwetse speedmetal gaat er altijd in. Daar moeten de heren van Exciter zeker niet van worden overtuigd. Trouw blijvend aan hun roots, werkte men het voorbije jaar aan ‘Thrash Speed Burn’, dat sinds 22 februari in de rekken ligt.
Wie de band reeds kent en de vorige albums wist te smaken, zal ik wellicht niet veel nieuws kunnen bijbrengen en raad ik dan ook aan om onmiddellijk naar de winkel te lopen. Een blinde aankoop zal jullie niet ontgoochelen. Wie nog nooit van deze Canadese band heeft kan zich met deze laatste release van de band verwachten aan een lekkere pot snedige oldschool metal.
Buiten de nieuwe zanger klinkt de band nog steeds als bij de start in de jaren ’80 en laat dit nu een compliment zijn. Zelfs met de nieuwste productietechnieken slagen ze er nog steeds in om hun eigen typische sobere geluid te kunnen blijven produceren.
Openingstrack “Massacre Mountain” zet meteen al de toon voor de rest van het album. Razendsnelle en snedige speedmetal aangevuld met de ruwe schreeuw/zangpartijen van nieuwkomer “Winter”, die er niet van terugschrikt om hier en daar een accent te leggen met een hoge uithaal. Zoals we reeds van Exciter gewend zijn, laten ze niet alleen zien hoe snel ze hun instrumenten kunnen bespelen, maar vooral ook dat ze wel degelijk over de nodige vaardigheden beschikken.
Titeltrack “Thrash Speed Burn” legt het tempo nog iets hoger en laat duidelijk blijken dat men met “Winter” op zang een waardige vervanger voor Jacques Bélanger heeft kunnen strikken. Hoewel Winter technisch zeer sterk is, mis ik toch het extra tikkeltje charisma van Bélanger. Het unieke gevoel, dat Bélanger kon teweegbrengen, komt helaas zelden voor op dit album. Al blijkt dit ook niet nodig te zijn om een schitterend product af te kunnen leveren.
Het tempo van het album daalt zelden, maar in het 6 minuten durende “Crucifixion” laat men zich toch van een wat rustigere kant zien. Naar het einde van het nummer toe wordt een dreigende sfeer geschept waarbij Winter het brullen benaderd. Genoeg rust moeten ze gedacht hebben, “Demon’s Gate” wordt opnieuw stevig ingezet en kenmerkt zich vooral door een prachtige snedige solo van John Ricci. Door het hoge meebrulgehalte, kan dit nummer uitgroeien tot een stevig live-nummer.
Na “Hangman” wordt opnieuw een rustmoment ingelast met het bijna zes minuten durende “Evil Omen”. Ondanks het lagere tempo gaat dit nummer op geen enkel moment vervelen. Integendeel zelfs, het nodigt eerder uit om uit volle borst te gaan meezingen en te genieten van de technische vaardigheden van de Canadezen.
Met “Betrayal”, “The Punisher” en “Rot The Devil King” wordt het album stevig afgesloten. Vooral “The Punisher” verdient nog een eervolle vermelding en blijkt tot één van de betere van het album te horen. Voor zover er echt nummers bovenuit steken.
Speedmetal ten top. De ‘Heavy Metal Maniacs’ zijn nog niet vergeten waar ze voor staan en daar zijn we zeer blij om. Wie beslist om naar de winkel te snellen om dit album kan kiezen voor de gewone CD, maar kan ook kiezen om zich in de oldschool sfeer te gooien en de LP aan te kopen. Gelijk welke keuze je maakt, genieten zul je doen! Daar ben ik zo goed als zeker van.

Metalium

Incubus: Chapter Seven

Geschreven door

Sinds 1999 werkt het Duitse Metalium aan zijn eigen verhaal. 9 jaar na het ontstaan van de band, brengen deze sympathiek Duitsers hun zevende hoofdstuk uit. Het werkje kreeg bij zijn doop de naam ‘Incubus’ mee.
Met 7 albums, 2 DVD’s en zelfs een stripverhaal op hun palmares in een kleine 9 jaar tijd, zal Metalium wellicht één van de productievere bands zijn. Dit kan tot twee mogelijkheden leiden. Ofwel brengt men onafgewerkte producten uit van lage kwaliteit, ofwel hebben de heren een onuitputtende inspiratiebron, die hen blijft voorzien van stukken.
Bij het beluisteren van ‘Incubus’, wordt al snel duidelijk dat we niet met een onafgewerkt product te maken hebben. Het laatste wat ik van deze band gehoord is was hoofdstuk vijf in de serie, getiteld ‘Demons of Insanity’. Hoewel dit album zeker niet slecht was, bleek het toch niet meer indruk op mij na te laten dan een doorsnee powermetalband. ‘Incubus’ laat bij mij een meer volwassen indruk na.
Metalium opent het album met “Trust”. Deze intro kenmerkt zich door een ritmisch drumpatroon ondersteund door een rustige melodie, die tegelijk dreigend en rustgevend klinkt klinkt. Zanger “Henning Basse” ondersteunt deze sfeer door op een mysterieuze dreigende manier al zingend het vertrouwen probeert te winnen. Meteen na de sfeervolle intro wordt een stevige powerriff voorgeschoteld. Van zodra Basse zijn zangpartijen begint, valt het ritme echter terug en wordt de sfeer van de intro teruggehaald. Geleidelijk aan wordt het tempo terug opgedreven. Deze tempowisselingen worden regelmatig doorgevoerd en bezorgen het album een absolute meerwaarde.
Alles op ‘Incubus’ lijkt te kloppen als een bus en het ongeveer drie kwartier gaat erin alsof het niets is. Op geen enkel ogenblik slaat de verveling toe. De melodische elementen en de ritmesecties vloeien vlot in elkaar over. Ook op de productie valt niets aan te merken. De ritmische stukken klinken krachtig en de melodische teder en sfeervol.
Met ‘Incubus’ laat Metalium duidelijk zien wat ze in huis hebben. Met dit album onderscheiden ze zich namelijk van de doorsnee power-metalband en dit voornamelijk door voldoende tijd te nemen om sfeervolle melodieën en verhalende intro’s in het album toe te laten. De nummers “Gates” en “Take me Higher” groeien grotendeels omwille van deze redenen uit tot de toppers van het album. “At Armageddon” en “Resurrection” moeten het dan weer van andere elementen hebben. “At Armageddon” kenmerkt zich vooral door het hoge meezinggehalte en de vocale prestaties van “Basse”. “Resurrection” haalt zijn sterkte uit de prachtige combinatie van melodie met pure powerriffs.
Mede door deze afwisselingen is ‘Incubus’ toegankelijk voor verschillende situaties. Zo zorgde het al voor de nodige ontspanning tijdens het werken, een krachtige pauze of een genietende luisterbeurt net voor het slapengaan.
Zonder enige twijfel kan ik stellen dat ‘Incubus’ één van de toppers op vlak van powermetal zal worden in 2008. Er zouden namelijk al heel wat bands origineel uit de hoek moeten komen om deze release te overtreffen.

Milow

Coming Of Age

Geschreven door

Milow's debuutalbum 'The Bigger Picture' uit 2006 werd onlangs overladen met prijzen. De Leuvense singer-songwriter ging begin februari lopen met drie MIA's (Music Industry Awards). Vooral de single: "You Don't Know" bleek zowel voor het Afrekening publiek van Studio Brussel alsook voor luisteraars van Radio 1 en Radio Donna een erg genietbaar plaatje. Zowat op alle radiostations kreeg Milow dus heel wat airplay (ook bij onze Noorderburen), wat resulteerde in een gouden debuutplaat. Buiten de single vond ik 'The Bigger Picture' nochtans niet zo'n baanbrekende plaat. Het album klonk niet bijster origineel en de man begaf zich toch wel erg dicht in het vaarwater van die andere Belgische singer-songwriter Tom Helsen.
Na het forse succes van het debuut is er nu de tweede plaat van Jonathan Vandenbroeck: 'Coming Of Age'. Het up-tempo nummer "Dreamers And Renegades" werd als eerste single gelanceerd maar werd in Vlaanderen niet echt een hit. 'Coming Of Age' klinkt toch iets anders dan zijn voorganger. Hoewel het album nog steeds steevast kiest voor pure melancholie is er af en toe toch ook een vrolijke noot te horen. Opener "Canada" is bijzonder grappig, al doet Milow hier toch een beetje aan zelfoverschatting. Leuk, maar bovenal een sterke song. Nog meer dan de moeite waard zijn de songs die echt een verhaal vertellen, "Stephanie" (waarin Milow zingt over de moord op Stephanie De Mulder) en vooral "Herald Of Free Enterprise (ja…over de ramp!!) zijn ware pareltjes!
Een meerwaarde op de plaat is zeker de samenwerking met de Britse zangeres Nina Babet. Hun samenzang is bij momenten erg ontroerend. De eenvoudige songs krijgen ditmaal een iets breder arrangement waardoor de plaat aan maturiteit wint. Dit tweede album kan als bevestiging tellen maar toch had ik het net iets avontuurlijk gewild. Voor liefhebbers van grootheden zoals Neil Young, Bruce Springsteen, Damien Rice…maar ook Tom Helsen en Racoon is dit album een hebbedingetje.

Mint (Belgium)

Hinterland

Geschreven door

Het Limburgse Mint kwam twee jaar geleden in de belangstelling met de cd ‘Magnetism’, en scoorde een paar aardige hits als “Your shopping lists are poetry” en “The magnetism of pure gold”. Pure pop met een psychedelisch randje.
De band onder zanger/gitarist Erwin Marcisz deed opnieuw beroep op poducer John MorlanD, bekend van werk  voor Sparklehorse en Cardigans. We hebben te maken met een uiterst gevarieerd plaatje ,waarbij de band trouw zweert aan dromerige, sfeervolle pop. Luister maar naar “White line” en “Meet me at the Moresko”. Mint klinkt orkestraal op “The more I…” en  “Commuters Untite!” , en ze kunnen er een stevige rocker doorheen halen (“Medicine” en “I save my smiles”). Opener en single “Brand new toy” is alvast een schot in de roos (met kinderkoortje!) en kan een definitieve doorbraak betekenen. Titelsong en afsluiter is gekenmerkt door een sterke opbouw. Tof plaatje van een niet te onderschatten bandje!

Queens of the Stone Age

Belgium smiles above Queens of the Stone Age

Geschreven door

Queens of the Stone Age toonden op het Werchter festival van vorig jaar aan dat ze op scherp stonden. De band rondom Josh Homme speelde een strakke, krachtige en dynamische grungerocksetje. We zagen één brok energie op het podium!
In de Lotto Arena was het niet anders en termen als ruig, ruw, rauw, ongepolijst en beuken waren op hun plaats en toch…net als een ruwe bolster met blanke pit klonk het geheel doordacht, melodieus, gedoseerd, broeierig, spannend, meeslepend, bedreven en energiek door de sterke opbouw.
QOSA heeft iets met ons landje; ze hebben dEUS en Millionaire als vrienden, en kunnen rekenen op een sterke aanhang. Trouwens, tijdens hun Europese tournee was het enkel in België dat ze in zo’n grote zaal optraden, wat de wederzijdse band en liefde hechter maakte. “Belgium smiles above me”, zei Homme die avond nog.

In hun anderhalf uur durende set speelden ze vooral songs uit het recente ‘Era Vulgaris’ (die het ietwat ontgoochelende ‘Lullabies to Paralyze’ opving) en ‘Songs for the deaf’ , de succesplaat uit 2002. Band en publiek beleefden hun avondje wel, ondanks de beschouwende, koele blik van Homme. Hij was alvast onder de indruk toen een crowdsurfer erin slaagde langs de security het publiek in te diven. “Rock’n’roll shit, I like it”, was Homme’s reply!
We zagen een ontketende drummer Castillo, die z’n lichaam en z’n drumstel liet afzien, het diepe basspel van de moeilijk in te tomen Schuman, en het snedige gitaarspel van het duo Van Leeuwen/Homme. Een toetsenist heeft sinds de vorige cd de band vervoegd. In een lichtdecor van kroonlusters dompelden ze ons onder in een stevige portie grungerock..
Na de broeierige opener “You think I ain’t worth a dollar, but I feel like a millionaire”, die door de korte stops ophitsend werkte, waren de eerste 45 minuten in een moordend tempo: “Do it again”, “3’s & 7’s”, “Feel good hit of the summer” (gelinkt aan “ A hard day’s night” van The Beatles), “Go with the flow”, “Hangin’ tree” en “Little sister”. Vóór de hippe sensuele single “Make it with chu” – this one goes out to the ladies-, trakteerden ze ons op enkele beklijvende, bezwerende versies van  “Misfit love”, “In the fade” en “Burn the witch”.
Na het welgekomen, sfeervolle rustpunt hielde het gesmeerde kwintet het publiek in z’n greep, met prachtig gesoleer van gitaar, bas en drums, ondersteund door psychedelica toetsen: “Someone’s in the wolf”, “You can’t quit me baby” en de single “Sick sick sick” vormden een meeslepende, broeierige drie-eenheid, en besloten de set. Een schitterende finale!
Prijsbeesten “No one knows” en “Song for the dead” klonken opzwepend en bedreven, een versmelting van de stoner- en grungerock; twee toegiften om U tegen te zeggen. Dit was ‘Fxx damned beautiful’!

Een bezielde QOSA bracht op hun dooie gemak een hels, verschroeiende set; ze werden op handen gedragen. Ondanks het minder geluid als enig minpunt tekende de band bij een volgend concert voor een nog grotere zaal…, wat verdiend zou zijn.
 
Support was het Schotse Biffy Clyro die we al eens aan het werk zagen met Bloc Party; hun sound ligt ergens tussen de ‘70’s retrorock en de grungerock van Nirvana, Fu Manchu, Foo Fighters. De groep speelde een strakke set, soms ingehouden, soms explosief, maar kampte vooral met te weinig goede snedige songs-met-ballen!

Organisatie: Live Nation

Roni Size feat Reprazent

Roni Size feat Reprazent is Back Again! ‘Re-Forms’

Geschreven door

Het Britse Roni Size en z’n Reprazent uit Bristol hadden in ’97 meer in petto dan louter jungle en drum’n’bass. Bristol, die een paar jaar eerder al de broeihaard was van de triphop van een Portishead en Tricky, trakteerde ons op een nieuw avontuur door dit gezelschap. Ze speelden een toegankelijker geluid, waarin soul, jazz, funk, hiphop en sferische trancegerichte beats waren vermengd. Twee cd’s , ‘New forms’ en ‘In the mode’, waren met volgende songs  “Brown paper bag”, “Heroes”, “Watching windows” en “Dirty beats” spraakmakend. Net als Goldie tilden ze de drum’n’bass op een hoger niveau. Het brede concept was grensverleggend en had meer te betekenen dan enkele de loeiharde, pompende, donkere en harde beats van een Grooverider of van een Rush/Optical
In 2001 werd de samenwerking tussen Size, MC Dynamite, soulzangeres Onallee en de leden DJ Die en Krust stopgezet en ging elk eerder hun eigen weg.
Maar kijk, tien jaar na ‘New forms’ is het gezelschap herenigd voor een heuse ‘Re-forms‘tournee !, en in het kader van VW Spring Sessions waren ze te gast in de Petrolclub te Antwerpen.

De dansspieren werden opgewarmd door de Murdock/Millennium Kru. Iedereen kwam in de juiste stemming om middernacht, en bijgevolg was het een piece of cake voor elektronicafreak Size en z’n Reprazent. MC Dynamite omschreef het als volgt: “It will be hard, slow, low, high and smokey”. En inderdaad, het waren de correcte termen om anderhalf uur hun gevarieerde set van aanstekelijke, dansbaar, avontuurlijk en zalvend materiaal te ondergaan. Een pak elektronica, deejayen, een double bass, drums en de  soulfulle vocals van Onallee en de verbeten raps van MC Dynamite waren hiervoor verantwoordelijk. Van de “Railing” instrumentals ging het naar een harder hiphopgeluid van “Dirty beats” en “Who told you” , voegden ze probleemloos een zalvende “Heroes” toe of zorgden ze voor een mishmash met “Digital” en “Brown paper bag”.
Ook stelden ze enkele nieuwe songs voor, wat kan wijzen op een langverwachte opvolger. En middenin de set hoorden we ‘real’ junglebeats, wat het tempo fors en krachtig verhoogde, zoals op “Snapshot”. Op het gepaste moment schakelden ze over naar de trance van “Share the fall”, en met songs als “Trust me” en “Jazz” boden ze een breder concept.

Roni Size feat Reprazent is back! Tien jaar na ‘New forms’  hebben ze  nog maar weinig ingeboet aan dynamiek. Ze trokken de jungle/drum’n’bass open en slaagden in een overtuigend, intrigerend setje.

Organisatie: Petrolclub, Antwerpen

Air Traffic

Air Traffic: grootse band in wording

Geschreven door

De Britse wolven van Air Traffic debuteerden vorig jaar met een schitterende plaat ‘Fractured life’. In geen mum van tijd veroverden ze tienerharten met puike singles als “Charlotte”, “Shooting star” en “No more running away”. En deze tieners waren hoe dan ook op de afspraak om hun favoriete band aan het werk te zien.
Air Traffic liet te Werchter al een frisse indruk na, ze onderscheidden zich als een upcoming band, wat ze in oktober ll doodleuk kwamen overdoen in de ABBox.

De vier jonge gasten werden uitbundig onthaald. Het jonge publiekje zong de refreinen mee en zorgde telkens voor een oorverdovend applaus. Sommige taferelen tipten aan de Tokio Hotel mania.Het kwartet genoot er van en op eind van hun set sprongen de zanger en de gitarist letterlijk hun fans tegemoet!
Fijn bandje met pit en dynamiek.
In hun set van een klein uur lieten ze een paar nieuwe nummers horen die tot op zekere hoogte dezelfde lijn behielden van hun melodieus opgebouwde poprock, doch subtieler, rijper en donkerder, onder het uitgelaten pianospel en zang van componist Chris Wall, die als een Bellamy (Muse) of Smith (Editors) tekeer ging. Jeugdig enthousiasme die beloond werd!
Een stevige knaller opende de set “Take your hands off me”, een nieuw nummer. “Just abuse me” behield ditzelfde tempo. De band heeft de kunst van het songschrijven; songs met een sterke spannende opbouw volgden: “Can’t go back” (nieuw), “I can’t understand”, “Time goes by” en “I like that”. Door de helder, overtuigende zang en het intense pianospel gaf Chris Wall gevoel aan de songs, wat de set aangenaam kleurde. Hij stal alvast de show . De groep ging moeiteloos over naar enkele sfeervolle songs als het nieuwe “End to all our problems”, en linkte het aan “No more running away”, wat op een plaat van Muse kon staan. Luidkeels werd het refrein meegezongen. Na “Come on” begon Air Traffic aan ronde twee om de boel op z’n kop te zetten. Een bedreven “Charlotte” was de aanzet om zich in het publiek te gooien.
Het was eventjes uitblazen na 50 volle minuten en tijd voor een intens pakkende, breekbare song “Empty space”: een sfeerlamp, minimaal pianogetokkel en Walls stem. Schitterend rustpunt! En tenslotte speelde het kwartet de finale met “Shooting stars”, door iedereen meegebruld. Op die manier eindigde alles met drie!

De korte, felle, snedige set toonde aan dat het bezielde Air Traffic een grootse band in wording is; waarvan het dynamisme er van af droop.

Ooh ja, ons eigen beloftevolle Mint was de support en stelde een handvol songs voor uit de nieuwe cd ‘Hinterland’, waaronder “Brand new toy”, maar het waren momenteel nog de oudjes “Your shopping lists are poetry” en “The magnetism of pure gold” die op herkenningsapplaus konden rekenen. Op dit optreden was het duidelijk dat het publiek kwam voor een andere jonge band …Air Traffic!

Organisatie: AB/Live Nation

Zita Swoon

Zita Swoon: sfeerscheppingen in ‘ABandInABox’

Geschreven door

Zita Swoon gaf twee jaar terug de aanzet van een reeks ‘BandInABox’ concerten, die een waar succesverhaal werden. De ‘BandInABox’ optredens hebben de volgende formule: geen podium, optredens in het midden van de zaal, bandleden en instrumenten opeengepakt, een minimale versterking en een nauw contact met het publiek. Het gevolg is genieten van de broeierige, dansbare sound van Zita Swoon, die pop, soul, funk, jazz, latingroove, balkan en cabaret samenbrengt, in een sober gehouden lichtdecor van een warme gloed van witrode spots. Het initiatief is gegroeid uit hun muzikale ervaringen, de talrijke optredens en de vroegere theatertournees. Een bevestiging van Zita Swoon’s creativiteit!

In het kader van ‘Big city’, hun plaat van 2007, startte de tweede reeks ‘BandInABox’. De première was in het Koninklijk Circus. Met z’n acht pakten ze de songs avontuurlijk en elegant aan. Oor en oogstrelend!, waarbij het KC werd omgedoopt tot een knusse, gezellige woonkamer.
Ze speelden een uiterst gevarieerde set : ingetogen, gevoelig, partyswing, alle duivels ontbinden en entertainment.
Een prestatie die enkel en alleen kon geleverd worden door een goed op elkaar ingespeelde band; elk instrument kreeg voldoende ruimte: de dubbele percussie, bas, gitaar, toetsen en elektronica, gedragen door de hese vocals van Stef Camil en de soulfulle zang van de twee bevallige zusjes/backingvocalisten.
De tandem Stef Camil – Tom Pintens stond recht tegenover elkaar. Deze positie raakte ons, want na deze intieme clubtournee, zal Tom na ruim 15 jaar Zita Swoon verlaten en nieuwe paden bewandelen.
Net als bij de clubtournee van ‘Big city’ vorig jaar, kregen we een paar songs voorgeschoteld van Moondog Jr.’s ‘Sunrise’ (die elementen verhaalde van het leven in een grootstad!), gelinkt aan nummers van hun huidige cd. De donker dreigende instrumental “A song of 2 humans” opende. Een sfeervolle aanpak volgde met “Jo’s Wine Song”, “People are like swamming doors” en “She= like meeting Jesus”. De dubbele percussie, de toetsen en de backing vocals namen een voorname plaats in hun huiskamermuziek.
De dames waagden zich aan een eerste danspas op “Thinking about you all of the time”en “I feel alive in the city”. Stef Camil richtte zich meer tot z’n publiek, wat de band ‘closer’ maakte. De opzwepende, groovy sound prikkelde en werkte aanstekelijk.
Moeiteloos stapten ze over naar de  intieme “A song for a death singer” en “Intrigue”. “l’Opaque paradis”, op piano jazzy ingeleid, kreeg een ommezwaai naar Arno’s “Filles du bord de la mer”. On stage werd stevig gedanst!
Tijd voor een drieluik: “People can’t stand the truth”, Jamaïca’s “Walk & don’t look back” van Peter Tosh en “Hot hotter hottest”. Origineel, kleurrijk, broeierig en opwindend! En opnieuw wisselden ze perfect af naar het filmische ‘Sunrise’ met “Could’t she get drowned” en een pittig bedreven “Everything is not the same”. “Pretty girl” en de titelsong “Big city” riepen letterlijk het beeld op van een druilerige dag in de grootstad. Brrr…
Het ritme en het tempo werd forser en krachtiger. De kaart van een partysfeer werd getrokken en zette iedereen aan tot dansen: “Big black TV cat”, “Jintro & the great luna” en “Maria. Rustpunt was “Dare to love”, die door de vingerknips de intimiteit onderstreepte .
“Stamina” lijkt wel de traditionele afsluiter in hun sets: een puike opbouw, mooi uitgesponnen, alle muzikale stijlen van funk, pop, soul en gospel bijeen, en eindigend met feedbackgeraas.

Zita Swoon speelde een origineel, afwisselend, kwalitatief overtuigend concert. In de ‘BandInABox’ speelden ze met muziekstijlen, sfeerscheppingen, ritmes en tempowisselingen, wat terecht sterk werd geapprecieerd!

Organisatie; Botanique, Brussel

Arid

All things come in waves

Geschreven door

Het Gentse Arid heeft zes jaar op zich laten wachten voor nieuw werk. Redenen zijn te zoeken in de solo uitstap van de zanger Jasper Steverlinck, maar ook diens langdurig herstel van toxoplasmose.
‘All things come in waves’ is de opvolger van ‘Little things of Venom’(’99) en van ‘All is quiet now’(02).
Muzikaal zijn er geen verrassingen. Het is een goede cd van melodieus emotievolle pop en weemoedige ballads, bepaald door die hoge; soms vrouwelijk aandoende, vocals van Jasper. Het is een evenwichtige, gevarieerde plaat: soms klinkt de band directer als op “I hear voices” en “In praise of”; of is de factor sfeervolle pop hoog (zoals op “Words” en “Why do you run”). “I don’t know where I’m going”, een intieme pianoballad, is het meest breekbare nummer van de plaat. De overige songs zijn rijkelijk gearrangeerd door toetsen, strijkers en piano.
’ All things come in waves’ is een happy terugkeer van Jasper en David en zet de muzikale leest van romantische zieltjespop rustig verder.

The Chemical Brothers

We are the night

Geschreven door

Ed Simons en Tom Rowlands vonden met ‘Push the button’ terug aansluiting met de huidige ontwikkelingen in de dance. Hun chemical (break)beats klinken misschien minder vettig en bonkend, toch onderscheidt het duo zich als geluidstovenaars om pop te mengen met elektro, disco, hiphop, psychedelica en dance. Met als gevolg een bezwerende, groovy dansbare sound met enkele trance/chillout rustpunten; een sound die zich meester maakt van je dansspieren en van je brein.
”Do it again”, “Das spiegel”, “The salmon dance (met Fatlib) en “Burst generator” zijn de sterkste danssongs; de trancegerichte soundscapes en psychedelica als op “Saturate”, “The pills won’t help you now” en de titelsong verbazen. “Battle scars” (met Willy Mason en wat een puike xylo!partij) graaft diep in het roemrijke dansverleden. En beide heren hebben zo hun gedacht omtrent een rustig avondje, luister maar eens “A modern midnight conversation”: een hemels sfeervol nachtnummer met een vleugje disco.
Op ’We are the night’ is de chemische formule van de twee heren nog steeds niet uitgewerkt; integendeel hun positie blijft meer dan behouden binnen de huidige moderne dance/elektronica.

Willy DeVille

Pistola

Geschreven door

‘Pistola’ is een typische Willy Deville plaat geworden. Wat betekent een mengeling van blues, roots, tex-mex, mardi grass en ingehouden maar oprechte rock. Deville is oud genoeg om het allemaal onder de knie te hebben en er een onderhoudende plaat mee te brouwen. Nieuwe fans zal hij er niet  bij krijgen, de bestaande  zullen hiermee evenwel niet ontgoocheld zijn.
Wily Deville is nog steeds een boeiend  verteller en intrigerend zanger. Zijn songs zijn met gevoel op de wereld gebracht, ze zijn simpel en efficiënt. Deville heeft op ‘Pistola’ gewoon gedaan waar hij goed in is, en dat is zijn eigen muziek maken zonder zich iets van de huidige trends aan te trekken. Het zal hem geen moer uitmaken hoeveel mensen daadwerkelijk zijn nieuwe plaat kopen, als hij er maar plezier aan beleeft en zichzelf niet verloochent. En dat is ook zo, Pistola is niet wereldschokkend maar is gewoon een oerdegelijke Willy Deville plaat met de typische ingrediënten. Niet meer, maar ook niet minder.

Los Campesinos!

Hold on now, Youngster

Geschreven door

Het jeugdig collectief uit Wales, Los Campesinos, werd met de EP ‘Sticking fingers into Sockets’ al gerekend als één van de beloftes van 2008. Hun bruisende cocktail van gitaarpop en folk is fris, sprankelend, energiek en zwierig, werkt aanstekelijk en is soms meezingbaar door de uptempo melodie. Hun muzikale onbezonnenheid, speelsheid en enthousiasme zorgt voor een overtuigend debuut; ze halen elementen aan van Pavement en zijn een handig alternatief op Polyphonic Spree, Architecture In Helsinki en Broken Social Scene.
Op hun full cd geeft de vier man – drie vrouw band goed gas, maar doseren ze ook, waardoor het geheel dynamisch (“Death to …” en “Drop it doe eyes”) en broeierig (“Broken heartbearts …”, “This is how you spell, …” , “Sweet dreams, sweet chicks”) klinkt. Hun charmante songtitels zijn soms een zin lang.
Ze brengen voldoende variatie aan in hun oorstrelende en feeling good music.

Stuck Mojo

Southern Born Killers

Geschreven door

Crossover metal staat er vermeld op het hoesje van de promo-cd, die eventjes geleden in mijn bus belandde. Meestal heb ik geen problemen met wat invloeden uit andere genres, maar om mij met metal doorspekt met rap te kunnen overtuigen, moet er al heel wat kwaliteit in een band aanwezig zijn.
De snedige agressieve sound van Body Count bijvoorbeeld kan mij perfect blijven boeien. Stuck Mojo daarentegen brengt een mengsel van bij momenten stevige en zwaar klinkende riffs met vaak erg slappen naar de r&b neigende invloeden. Het album opende nochtans sterk met een knallende riff om het album te openen. Helaas brengt de klagerige rap van Lord Nelson hier al snel verandering in. Muzikaal behoort dit nummer tot één van de betere van het album, maar het geheel kan mij absoluut niet bekoren.
”Southern Born Killer” kan er vanwege het enthousiasme nog net mee door, maar wanneer het album zich verder zet met het nummer “The Sky is Falling”, kreeg ik al snel de neiging om het boeltje zo vlug mogelijk uit mijn CD-lader te kegelen. Om het nummer en de rest van het album toch een kans te geven, probeerde ik de verleiding te weerstaan. “The Sky is Falling”, is naar mijn mening, nauwelijks de naam ‘Metal’ waardig. Het refrein zou zo uit één of ander slap pop-nummer kunnen komen.
Vervolgens een nummer als “Metal is Dead” voorgeschoteld krijgen, doet mij al snel vrezen dat ze mij na dit album met gemak zouden kunnen overtuigen dat het inderdaad ook zo is. Toch blijkt het nummer onverwacht nog een meevaller te zijn en zowaar zelfs één van de beter van het album. Hoe de band het in zijn hoofd haalde om na dit nummer het album volledig onderuit te kegelen door een ruim vier minuten durend klacht, waarop niemand zit te wachten, in te lassen, blijft voor mij onbegrijpelijk.
Gelukkig wordt mijn geduld beloond bij het horen van “Open Season”. Het nummer is met Oosterse elementen doorspekt en roept een aparte sfeer bij mij op en doet mij opnieuw hopen op een sterk einde. Tot het nummer voorbij is en “Prelude to Anger” opnieuw een vreselijk irritant gewauwel blijkt te zijn. Gelukkig blijft het deze keer beperkt en wordt al snel “That’s When I Burn” ingezet. Ook bij dit nummer blijft het voor mij allemaal nog iets te braafjes.
“Yoko” en “Home” zijn de afsluiters van het album. Mijn hoop om nog iets te horen waarvan ik onder de indruk zou kunnen raken had ik al lang opgeborgen. “Yoko” bleek dan ook een nummer te zijn waar ik, en wellicht betrekkelijk weinig metalfans, bijlange geen behoefte aan hebben. “Home” blijkt nog net wat positieve elementen toe te voegen aan het album en is ondanks het pop-achtige refrein toch nog de moeite waard om gehoord te hebben en zou het wellicht nog niet slecht doen in een aantal hitlijsten.
Verscheidene luisterbeurten later, is mijn mening nog steeds niet veranderd. Slechts 2 nummers zijn de term ‘Metal’ waardig en nog 2 andere lijken binnen hun genre kwalitatief goede nummers te zijn. De zes over(bod)ige tracks zorgen er enkel voor dat de aandacht van deze vier wordt afgeleid. Helaas niet in de positieve zin. Je moet naar mijn mening toch al heel ruimdenkend zijn om aan dit album een boodschap te hebben.

Roland Van Campenhout

Never Enough

Geschreven door

Niemand en tegelijk iedereen kent deze waarschijnlijk meest onderschatte en meest invloedrijke Belgische artiest. Hij speelde als Roland, Roland Van Campenhout, Roland Campenhout, Roland and his bluesworkshop, met Arno als Charles et les Lulus, met Paul Michielsens, met Raymond, met Jean Blaute, met Rory Gallagher (!) en ik vergeet er zeker nog een tweehonderdtal.
Onder het toeziend oog van Tom Vanlaere van Admiral presenteert Onze Vlaamse Tom Waits met zijn achttiende solo ‘Never Enough’ een exuberant staaltje van pure klasse-blues.
Roland is vooral een live-artiest – denk aan een van zijn legendarische optredens op de Gentse feesten, waar hij doodgemoedereerd het podium afstapte en de flikken belde om na zoveel uur zijn eigen band stil te leggen zodat hij eindelijk kon pitten -  maar op zijn platen weet hij toch altijd mee te evolueren met de geest van de tijd. De stijlen die hij hierbij aanraakt gaan van folk & blues over country, rock'n roll, rhythm & blues tot wereldmuziek.
En het buikgevoel en livegevoel weet Ons Wandelend Wijnvat perfect op zijn cd weer te geven, en weet elk stil of luid moment wel te vullen met de nodige dosis humor.
Zijne Gegroefdheid beheerst ook hier de principes van ‘less is more’ en ‘music is the space between the notes’
Opener “Hissing o' the heath'” is alvast een voltreffer. Het nummer mondt uit in een bezwerend refrein waar menig muzikanten een arm voor veil zouden hebben.  Moddervette riffs ( It all has to do with it) worden met verbazend gemak afgewisseld met de meest ontroerende folkjes, banjo’s, jazzy toontjes etc.
Maar vooral hier bevestigt Onze Nicotinefabriek dat hij behalve podiumbeest en muzikale kameleon vooral een begenadigd songsmid is.
We zitten hier godverdomme in ons apenlandje met een van de grootste talenten op deze aardkloot en we beseffen het niet eens.

Track list
Hissing o' the heath / Midnight star / Never enough / Male prostitute / In my time / Officer, kiss me please / It all has to do with it / Fire in the morning / Never too soon / Almost home



José Gonzales

José Gonzalez en Vic Chesnutt blijven niet hangen

Geschreven door

Le Grand Mix heeft iets met slechte voorprogramma’s. Vaak hoorden we – zoals vorige week nog – rauwe tot flauwe voorprogramma’s vanuit hun thuisfront. Ok, het siert hen om de lokale bands een forum te geven, maar het moet toch ergens op trekken.

Groot was onze opluchting toen we wisten dat het een buitenlandse band was, namelijk Vic Chesnutt en co, die het genie Gonzalez kwam ondersteunen. Helaas maakte die opluchting snel plaats voor ontgoocheling. Ondanks de fysieke beperktheid heeft Chesnutt voldoende muzikale kwaliteit en heeft hij zeker al kaas gegeten van songwriterschap, maar ik krijg hét van dat arty-farty gedoe en het opzettelijk etaleren van een zogenaamd buikgevoel. Zijn begeleidingsband creëerde op het eerste zicht een lekkere bombastische soundscape, met viooltjes, fuzz en andere nodige geluidjes, maar begon al snel te vervelen door dat in iedere song te herhalen zonder enige zin voor variatie hierop. Bovendien bestonden ze erin om na ruim een uur als afsluiter héél vakkundig “Ruby Tuesday” te verkrachten. Een optreden om snel te vergeten dus.

Gelukkig was er nog onze Gonzalez. Die kerel heeft het gewoon: Alleen met zijn gitaar op het podium. Hij is ten eerste een schitterende singer-songwriter die heel wat pareltjes in petto heeft, ten tweede is hij een begenadigd gitarist: geen vervorming, iedere song een andere tuning en bovendien héél professioneel, beklijvend én warm kunnen spelen: Hij hééft buikgevoel, hij moet het niet creëren of forceren. Ten derde heeft hij een zachte intimistische stem die toch ferm draagt. Tenslotte heeft die mens ook nog eens een van de meest sexiest aura’s op deze planeet (sorry, Lenny).
Het was leuk om nog eens zoveel geile vrouwelijke dertigers vòòr het podium te zien.
En toch, het zal niet blijven hangen…

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Nada Surf

Nada Surf: speels, ontspannend, radiovriendelijk, ontroerend en rockend

Geschreven door

Het New Yorkse trio Nada Surf, onder zanger/componist en gitarist Matthew Caws, bracht onlangs hun vijfde cd uit ‘Lucky’. Het sympathieke, immer enthousiaste trio onderneemt momenteel een heuse clubtournee. Trouwens, ze hebben er een vierde man bij op toetsen, die zorgt voor een breder, sfeervol en warmer geluid op die ‘alternative emotional vier minuten collegerock’ van Nada Surf, die ergens laveert tussen Semisonic, Weezer, Fountains Of  Wayne en Death Cab For Cutie. Spijtig genoeg wordt Nada Surf nog te pas en te onpas gelinkt aan hun wereldhit “Popular” van het debuut ‘High/Low’ (’96).
Het kwartet mag een overwegend jong en (Franssprekend) publiek als fans rekenen, die uitbundig reageerden, en de refreintjes uit volle borst meezongen. Op één van de laatste songs, het stomende “Blankest year” huppelden zelfs een paar jongeren op het podium, wat deed denken aan een typisch Amerikaans schoolbal!

Nada Surf bood een evenwichtige, gevarieerde set van gitaarpop ‘met ballen’, droompop en liefdesliedjes. Caws toverde popsongs uit z’n hand alsof het niks was! Lievelingspaat ‘Let go’ uit 2002 kwam ruimschoots aan bod naast het recenter materiaal.
Een stevige “Hi Speed Soul” opende de bijna twee uur durende set: een melodieus opzwepende rocker, gedragen door de heldere vocals van Matthew . Een paar nieuwe songs volgden: “Authority” en “Weightless” benadrukten duidelijk de sfeervollere aanpak van de band!
De groep bood voldoende afwisseling; van een pittig bedreven “Happy kid” en een broeierige “Killian’s red” - die een sterke opbouw hadden -, ging het naar  enkele weemoedig en ingetogen songs als “Paper boats” en “80 windows”. Beklijvend en pakkend!
De groep ging naar een spannende finale met een swingend “Blizzard of 77” (prachtige gitaarsolo!), hun “Blonde on blonde” breiden ze aan Joy Division’s “Love will tear us apart” (met een typisch ‘80’s wave orgeltje!-) en afsluiter “Blankest year” klonk fris en stevig.
Niet alle (nieuwe) songs waren sterk; de ‘bubblegum’songs  “Ice on the wing”, “Beautiful beat” en “See these bones” werden net voldoende goed opgevangen door dynamische songs en de poppy singles “Like what you say”, “Inside of love”, “Do it again” en “Always love”. Caws zette het publiek aan tot golvende hoofdbewegingen. Leuk alvast.
De groep kon rekenen op een sterke respons. “Popular” mocht niet ontbreken. Het was het laatste nummer, en het viel sterk op dat door de rauwe klank en door Caws’ praatzang het nummer zich heeft afgescheurd van de doorsnee Nada Surf songs.
Speels, ontspannend, radiovriendelijk, ontroerend en stevig rockend zijn de juiste trefwoorden van het avondje Nada Surf, een groep met een eigen gezicht!

Het ander Amerikaans collectief rondom Zach Rogue, Rogue Wave, die nota bene al vijf jaar bezig is en drie cd’s telt (vorig jaar verscheen ‘Asleep at heaven’s gate’) speelde onvervalste dromerige, vaardige en sprankelende indiegitaarpop, bepaald door sfeervolle toetsen en beheerst door een melancholische zang.
Hoogtepunten waren “Like I needed”, “Chicago x 12”  (Matthew was backing vocalist!) en het oude “Keep the heart out”. Ze gooiden er nog een Neil Young song bovenop, uit de plaat ‘After the goldrush’. Besluit: Rogue Wave speelde veertig minuten aanstekelijke gitaarpop.

Organisatie: Botanique, Brussel

Pagina 452 van 469