Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025

Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025 events 18-01 Los Callejeros 24-01 Mosselen om half twee (Xander De Rijcke – Jelle De Beule) 25-01 Mustii (Org: FKP Scorpio) 28-01 Bwana , Eosine (Court-Circuit & Clubcircuit) 29-01 Kleine Crack & Slagter 30-01 Boogie…

logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14781 Items)

Tim Vanhamel

Welcome to the blue house

Geschreven door

Tim Vanhamel, frontman van Millionaire, stuurt iets fully completely diffrent op op ons af. In afwachting van nieuw werk van z’n eigen band, bracht hij een eerste soloplaat uit.
Hij profileert zich als een jonge V.U.-der met sfeervol, dromerig materiaal; z’n schreeuwzang maakte zelfs plaats voor ‘real singing’. Luister maar naar “Living the way you should”, “Bed river” en “Sometimes I wanna run”. “Until I found you” en “It’s not the drug” zijn de popsongs op de plaat.
Vanhamel schuwt enig bombast niet door strijkers toe te voegen (“Like a fire” en “Garden of weeds”). Pure melancholie horen we op “Saviour” en “A return to love”, verhalen over z’n verloren liefde …Enkel “Tell me” en “Which of us” zijn de felle, avontuurlijk rocksongs, die een vleugje noise en experiment bevatten, wat neigt aan Vanhamel’s oorspronkelijke werk.
’Welcome to the blue house’ is een toegankelijke, gevarieerde popplaat geworden, waarbij we een andere, oprechte kant horen van Tim Vanhamel. Wat trouwens z’n singer/songschrijverschap onderstreept.

Triggerfinger

What grabs ya?

Geschreven door

Het rock‘n’roll trio Triggerfinger (Ruben Block, Mario Goossens, Paul Van Bruystegem) verbaasde al in 2004 met hun titelloos debuut. Vier jaar later brengen de drie heren in maatpak een overtuigende opvolger. De vaart zit er meteen in met “Short term memory love”, een regelrechte ZZ Top song, 25 jaar na datum.
Het is heerlijk luisteren naar hun tien zinderende garage retrorock’n’roll -ers, die stoner en bluesslides bevatten. Triggerfinger is een sterk op elkaar ingespeeld drietal. Een geoliede machine.
”First taste”, “Soon”, het lang uitgesponnen “Lines” en de titelsong denderen over ons heen. Op “Scream” komen de bluesslides op het voorplan.En op het intiem rauwe “No teasin’around” zijn we onder de indruk van Block’s begeesterende gitaarspel.
Triggerfinger staat garant voor knallende, rockende songs met een sterke melodie. En By the way drummer Goossens tekende voor het debuut van het jonge retroduo The Black Box Revelation!

Blood Red Shoes

Box of Secrets

Geschreven door

Een handvol man/vrouw duo’s onderscheiden zich de laatste tien jaar met een back-to-the-bone sound. Dit jonge Brits duo uit Brighton mag daar zeker worden onder geplaatst! Ze meten zich aan The Kills en overtreffen The Raveonettes en The White Stripes met hun rauwe, energieke, opzwepende melodieuze indiepunkrock.
De (schreeuw)zang van Laura –May Carter (zang/gitaar) en Steven Ansell (zang/drums) is op elkaar afgestemd in deze elf overtuigende frisse, strakke , harde, bondige nummers. De vaart blijft behouden en de sound steekt op geen enkel moment tegen! Onstuimig, doch beheerst en doordacht.
De eerste helft van de cd is gewoonweg subliem met songs als “Doesn’t matter much”, “You bring me down”, “Try harder”, “Say something, say anything” en “I wish I was someone better”. Het duo bereikt een schitterende finale met “Forgive nothing” en “Hope you’re holding up”. Geen enkele song moet onderdoen.
’Box of Secrets’ overspoelt de luisteraar en straalt vlammende energie uit. Meteen een beloftevolle band voor 2008. Je bent gewaarschuwd.

Kelly Clarkson

Kelly Clarkson trakteerde het jonge publiek op een onvergetelijk avondje

Geschreven door

Het kan soms fijn zijn je opgroeiende dochters en vriendinnetjes te begeleiden naar een optreden. En inderdaad, Kelly Clarkson was een uitgelezen kans en ligt erg goed in de markt bij onze vrouwelijke tieners. Ze heeft al drie cd’s en een pak singles onder de hand, waarvan we vooral ‘Breakaway’ en het recentste ‘My december’ onthouden.
In 2002 won ze de eerste American Idol: the search of a superstar. Sindsdien waren de Idool wedstrijden over Europa en de VS niet meer weg te denken!

De twintigjarige Clarkson is de laatste jaren een goed uit de kluiten gewassen jongedame geworden, en zorgde voor een uitgekiende en afgewerkte show van frisse dynamische soulpoprockers (waarin een vleugje country was) en innemende gospel ballads; ze zong helder en overtuigend. Het jonge volkje betrok ze maar al te graag bij de nummers; af en toe wierpen jongeren een bloempje, een beertje of kreeg ze een complimentje.
Clarkson beschikte over een goed op elkaar afgestemde band en twee backing vocalistes, die de sound kracht bijzetten.
Gillende keelgaatjes en zwaaiende armpjes gingen al meteen de lucht in bij “One minute” die de bijna anderhalf uur durende set opende. Eerst hoorden we toegankelijke, aanstekelijke, hapklare popsongs als “Hazel eyes”, “Gone” en het meezingbare “Never again”. Ook het nieuwe “Don’t waste your time” klonk sterk. Clarkson en haar band, voor de eerste maal in ons landje nota bene, kon rekenen op een enthousiast publiek.
De semi-akoestische en intimistische aanpak van het rustiger werk - haar lievelingssong “Addicted”, haar doorbraaksingle “Because of you”, de gospel getinte cover “Up to the mountain” (Lennon/McCarthy) en “Beautiful disaster”, waren de te koesteren knuffelrock momenten.
Ze verdwenen achter een groots wit gordijn, en als schimmen op een doek traden ze opnieuw aan op “Miss Independant”, een regelrechte Pinks, waarbij rock, hiphop en soul hand in hand gingen.
Het entertainmentgehalte steeg met “How I feel”, de dromerige single “Breakaway,” die vele tienerhartjes sneller deed slaan, en het ophitsende “Walkaway”.
Clarkson gaf een ‘positive vibe’ gevoel, wat nog drie songs in de bis opleverde nl. het broeierig opbouwende “Sober”, het ingetogen “Chivas” en het springerige “Since you been gone”, dat luidkeels werd meegezongen.

Kelly Clarkson deed me meteen ruim twintig jaar terugtuimelen qua leeftijd. Het was leuk om de jongeren zo uit hun dak te zien gaan. Clarkson zag dat het goed was en dat de jeugd zo’n een ontspannend avondje kon beleven.

Support was de piepjonge Jasper Erkins, tweede op de 30ste Humo’s Rock Rally; deze 15 jarige krullenbol bleef meer dan overeind in de Lotto Arena met z’n subtiele en bedreven akoestische gitaarsongs, doordrongen van z’n doorleefde stem. Ergens tussen Helsen, Rice en The Kooks, met songs over verliefdheden. Een talentrijke singer/songwriter, die attent en gevat uit de hoek kwam om z’n spannende songs aan elkaar te praten. En we kregen een praktisch onherkenbare “Crazy” van Gnarls Barkley als toemaatje.

Organisatie: Live Nation

Tom Pintens

De andere kant van Tom Pintens

Geschreven door

Multi instrumentalist Tom Pintens zal Zita Swoon verlaten na de komende ‘BandinaBox tour. Tom zal een hoofdstuk van meer dan 15 jaar besluiten met Stef Camil Carlens. Hij bracht vorig jaar een eerste titelloze plaat uit en zal z’n solocarrière verder trachten uit te bouwen. Hij speelt ingetogen, warme Nederlandstalige luisterliedjes op akoestische gitaar, piano en toetsen en wordt begeleid door twee kennissen. Het was eventjes wennen om Tom op die manier te horen.

Een interessante gelegenheid was het om de man aan het werk te zien in het kader van The Lazy Friday concertenreeks te Deinze (4 concerten , 1x per maand in het voorjaar op een vrijdag!). Het uitgangspunt van dit initiatief is het publiek te trakteren op rustige, sfeervolle pop in een aangepast kader.

De set had een rustige aanvang, waarbij een dromerige, weemoedige sound te horen was met “Stanley” en “Al die tijd”. “Exit don Quichote” en “Winter” klonken rauw en steviger, en deden terecht mijmeren naar de tijd van de onvolprezen Vlaamse songschrijver Bert De Coninck uit de ’70iger jaren. Toen Tom op toetsen speelde, trok het trio de kaart van de intiem, sfeervolle pop: “K”, “Camping Kobalt” en “Wijzer. “Kosmopolitan”, “Lola” en “Gewoonte” refereerden aan het songmateriaal van troubadour Kowlier of de Nederlandse songschrijvers The Lau en Spinvis. En “De eerste sneeuw” van  Jan De Wilde klonk uiterst fijn en mooi.
De integere melodieuze Nederlandstalige pop van Pintens kon rekenen op een sterk onthaal, wat in de bis nog twee songs opleverde: “De nieuwe Tarzan” en het onlangs geschreven “Simonneke”.

Het plaatselijke Jazz Palace uit Deinze opende de avond. Het heuse gelegenheidcollectief met blazers, dwarsfluit, piano, toetsen en twee zangeressen speelde aanstekelijke, broeierige, zonnige swingjazzpop, met een vleugje bossanova. Dit was ‘Midnightsummerdream music’ van een goed op elkaar ingespeelde Brass Band, die een paar opvallende, overtuigende covers speelde als “Sweet Georgia Brown”, “Summertime” en “Cantaloop”.

Organisatie: Cultuurschock Deinze ikv Lazy Friday concerten

Kaizers Orchestra

De gekke live bende van Kaizers Orchestra

Geschreven door

Kaizers Orchestra is back! De nieuwe vierde plaat ‘Maskineri’ klinkt tav de vorige plaat ‘Maestro’ dynamisch en zwierig. Het zeskoppig gezelschap uit Noorwegen, onder zanger Janove Ottesen, brengt een soort zigeunermuziek, een combinatie van pop en hoempapa met een Balkanswing, gespeeld dooreen niet voor de hand liggend instrumentarium naast de basis: contrabas, (kermis)orgel, twee olievaten, wielschijven en ander (afbraak)materiaal.

Live trekt de band de kaart van opwindend entertainment en klinken ze als een stoomtrein, waardoor het een ‘must’ is deze band aan het werk te zien als ze ergens optreden. Frontman Ottesen ontbindt live alle duivels, in tegenstelling tot z’n solowerk, dat uiterst ingetogen en intimistisch is.
De vroegere roadie in Elvis plunje bleef deze maal thuis, maar het drukte de pret niet. Aanstekelijk groovy materiaal met een puike opbouw, intrigerende orgelpartijen, snedig gitaarspel, een diepe repetitieve bas, een bedreven drumspel en een percussie op olievaten en wielschijven. Origineel, avontuurlijk, gewaagd en smaakvol.
In het eerste half uur stelden ze nieuw materiaal voor en was hun sound stevig gekruid met rock’n’roll, country en ‘70’s psychedelica: “Maskineri”, die de set opende, “9mm”, “Bastard sönn” en “Moment”.
De twee gitaristen en Ottesen sprongen soms op de vaten, maakten synchrone pasjes, gaven het showgehalte kleur en deden de temperatuur in de VK stijgen. Ruimte was er voor ouder werk: “Bon fra helvete” kreeg onverwachtse wendingen door de slagen op de olievaten en de stroboscoop effects. “Blitzregen baby” had een Russisch meezinggehalte en “Kontrol pa kontinentet” klonk fris, strak en bezwerend.
Kaizers Orchestra sprak op“KGB” en “Resistansen” de dansspieren aan. “Apokalyps meg” liet de rock’n’roll doorklinken en “Maestro”, ingeleid op accordeon, was een schitterende apotheose.
Door de sterke respons haalde Ottesen aan dat ’The Show not over yet was!”, “Sigöynerblod” en “Bak et halllelujah” hadden een polkaswing en gaven een Zorba gevoel.

Kaizers Orchestra was live een gekke bende , anderhalf uur lang feestelijke muziek, gecontroleerde chaos, wat door het publiek werd gewaardeerd!

Support was de sympathieke Canadese singer/songwriter Geoff Berner, die solo op accordeon  indruk maakte. De man hield vijftien minuten lang z’n publiek in de ban door het spelen met woorden en z’n maatschappijkritische teksten een leuke, humoristische wending te geven.

Organisatie: VK Sint-Jans Molenbeek

Kate Nash

Een nieuwe Chrissie Hynde leek herboren onder Kate Nash

Geschreven door

Jong charismatisch madammeke bracht in het najaar van 2007 een interessante debuut uit ‘Made of bricks’, waarbij ze meteen kon rekenen op een jonge horde vrouwelijke fans. Volgende zaken vielen op: haar intens pianospel, haar breekbare, zachte stem en haar praatzang. De jonge Melanie lookalike van de ‘60’s, stak Ani Difranco en Tori Amos naar de kroon. Haar jeugdige onbezonnen muziek laveert ergens tussen de new acoustic movement en de freefolk, en bezorgt relaxte, broeierige, zonnige popsongs.
Haar debuut verkoopt als een trein en met haar vierkoppige band waren de optredens op Pukkelpop en in de Bota een groots succes. Het verwonderde niet dat het concert in de Vooruit al een tijdje uitverkocht was.

Het jonge kwartet The Mystery Jets, goede vrienden van Nash, openden en speelden een goed half uur. Het Brits enthousiaste gezelschap beschikte over twee zangers en bracht een gezellig potje rammelende, dromerige indiepop en een vleugje ‘80’s electro, die na een tijdje z’n intenties verloor; de soms tegenstrijdige (samen)zang was mee verantwoordelijk. Trouwens, één van de zangers leek vervaarlijk op een jonge Blixa Bargeld. De band was een Thomas Dolby en Anthony & The Johnsons on speed. Goed, maar niks meer!

De set van Kate Nash werd ingeleid door de ‘60s Motown music van vrouwelijke artiesten. Diana Ross & The Supremes vormden de rode draad in de (te) lange soundcheck. Toen plots de neonlichten ‘Kate Nash’ toverden, kon het beginnen. En meteen sloeg het vuur in de pan met “Pumpkin soup”, een sterk groovy, dansbaar popnummer. Nash zette haar pianospel kracht bij door als een An Pierlé recht te veren. De vrolijke, swingende popsongs volgden elkaar in een sneltempo op : “Shit song”, “Stitching legging” en “We get on”, die telkens getrakteerd werden op een warm onthaal .
Toen ze de akoestisch gitaar omarmde, en de eerste tonen liet horen van het intieme “Birds”, reageerde het jonge publiek onverwachts uitgelaten. Ze was sterk onder de indruk! Een lach en traan naar het publiek maakte de song nog intenser en emotievoller. Trouwens, door haar onnavolgbare praatzang (soms wel een miauwzang) in dit nummer, refereerde ze sterk aan Difranco. Het publiek neuriede mee!
De gevarieerde aanpak hield aan : elektrisch en akoestisch gitaargetokkel op “Nicest things”, die ook op de nieuwe “Seagulls” en “Pick pocket” te horen was. Het semi –akoestisch werk prikkelde alvast voor de volgende plaat. “Paris” op z’n beurt overtuigde door de krachtige percussieslagen.
Een schitterende finalereeks speelden ze met het aanstekelijke “Skeleton song”, het opbouwende “Mariella” en de huidige singles “Mouthwash” en “Foundations”, die al bij de eerste pianotoets uitzinnig werden onthaald.
In afwachting van de bis vlogen papieren verzoekjes op het podium. Toen ze terugkwam, kregen de eerste rijen versnaperingen. Het benadrukte de feelgood/flowerpop van Nash en haar band. “Don’t you want to share the guilt” en “Merry happy” ondersteunden de frisse aanpak.

De eerste rijen waren vooral jonge meisjes die opkeken naar hun idool: zwart gemaskeerde ogen, lang krullend haar, een fleurig jurkje of t-shirt. Het leek erop dat Chrissie Hyndes van The Pretenders was herboren.
We hoorden een afwisselend boeiende en zwierige set, waarbij Nash zich ontpopte als een openhartige dame, met leuke, ontspannende, luchtige en innemende songs.

Organisatie: Live Nation

The Germans

Elf shot lame witch

Geschreven door

Het Gentse The Germans kwamen anderhalf jaar terug in de aandacht met de EP ‘The next superstar’, waarbij de groep refereerde aan Pixies en Millionaire. De groep werd toen onterecht links gelaten in een volgende selectie voor Humo’s Rock Rally.
Geen nood, het kwartet heeft ondertussen hard gewerkt en bracht onlangs een indrukwekkende debuutplaat uit, die zich kan meten aan het werk van dEUS, Pavement, Future of the Left en natuurlijk Millionaire. Op het lang uitgesponnen “Dog” kijkt Pink Floyd om de hoek.
’Elf shot lame witch’ laat twee kanten van deze frisse band horen:
° noisepop, waarbij ze ruimte creëren voor een avontuurlijke aanpak; rauw, ongepolijst, met onverwachtse wendingen op songs als “Waiting for the band”, “Lame”, “Witch” en “Carolife daisy”.
° een sfeervolle, subtiele en verfijnde aanpak horen we op “Bones”, “1000 years” en “Pornographic blue”.
’Elf shot lame witch’ is een gevarieerde debuutplaat van een band, die gaat van een lieflijke naar een gewaagde bedreven sound. De paar instrumentals misstaan niet in het geheel. Jakob Ampe zingt, schreeuwt en krijst de songs aaneen en is niet bang om z’n vocals overstuurd te laten klinken.
Kortom, niks dan lovende woorden voor de muzikale gekte en schoonheid van dit kwartet, die voor hun debuut beroep deden op Pascal Deweze (Sukilove)

Info: www.thegermans.be

The River Curls Around The Town

More than a break

Geschreven door

The river curls around the town, (wat en titel!) is het muzikale studio project van twee leden van de rockgroep Yearn’s uit Tienen, Bart Bekker en Jan Van Winckel. Een elektronisch tapijt, zalvende beats en verloren gewaand gitaargetokkel en een pianotoets, soms onder een praatzang, die iets Keltisch lijkt, stralen een sleepy shorts sfeertje uit (vooral de tweede helft van de cd) of kan doorgaan als een soundtrack voor een David Lynch film, een beeld oproepend ’s nachts verloren te zijn gelopen in de woestijn.
Op de cd ‘More than a break’ horen we de eigenzinnige cover van one hit wonder Black “It’s a wonderful life”.
Het duo zorgde voor een afwisselend plaatje met spannend dreigende songs, die een repetitieve opbouw hebben.
Een muzikale wereld van soundscapes, postrock en minimalisme. Fijn debuut of tussendoortje …
Info op www.therivercurlsaroundthetown.com

Kawada

Shaving your beard on a nice white cloud

Geschreven door

De uit Merchtem afkomstige Kawada (met zes!) brachten anderhalf jaar terug al een beloftevol EPtje uit. De band brengt door een kleurrijk instrumentarium als toetsen/piano,blazers, viool en xylofoon poprock ‘met kantjes’ zoals ze zelf omschrijven.We interpreteren het als broeierige, sfeervolle, dromerige pop, waarbij de band zelfs een vleugje hoempapa en Moondog Jr’s filmische ‘Sunrise’ durft aan te halen in “Ukelele song” en “Fake license”.
Spil is zanger/componist/pianist Joeri Cnapelinckx, die vocaal leunt aan Bent Van Looy van Das Pop.Samen met Absynthe Minded zijn ze invloedrijk op dit jonge gezelschap, maar in een song als “Frozen frames” is dEUS om de hoek, en op “Black spider” horen we de indie van Yo La Tengo door de toetsen en het repetitieve ritme.
Kawada toont met dit debuut aan veel in hun mars te hebben, het songschrijven te beheersen en boeiende, broeierige gevarieerde pop aan te bieden.
Ze kunnen zich in de kijker spelen en terecht zijn ze een talent die een breed publiek verdient

Info: www.kawada.be

Hot Chip

Made in the dark

Geschreven door

Het Britse kwintet Hot Chip, onder de tandem Alexis Taylor en Joe Goddard, braken twee jaar terug definitief door met de singletjes “And I was a boy from school” en “Over & over” uit de cd ‘The warning’. Hun popelektronica, met een pak bleeps en geluidjes, werd smaakvol ontvangen.
Op de derde cd gaan ze nog een stapje verder, want ‘Made in the dark’ klinkt zowel toegankelijk door de dromerige pop en de sfeervolle, zalvende dansbare beats op “Ready for the floor en “Hold on”, als ingenieus en ingewikkeld door de vreemde wendingen en onverwachtse melodielijnen, die de luisteraar durven op het verkeerde been te zetten (“Shake a fist” en “Don’t dance”). En het ontgaat hen niet ingetogen prachtsongs te spelen als “We’re looking for a lot of love”, “Wrestless”, “Whistle for will” en de titelsong.
Wat betekent dat we met een uiterst gevarieerde plaat te maken hebben. Het kwintet getuigt van originaliteit en variëteit. Misschien niet steeds even geslaagd maar het resulteert uiteindelijk wel in een boeiende plaat binnen de popelektronica door de beats, dwarrelende geluidjes, ‘70’s psychedelica, ‘80’s wave; drum’n’bass en postpunk.

Kaizers Orchestra

Maskineri

Geschreven door

Het Noorse ensemble Kaizers Orchestra, onder Janove Ottesen, heeft opnieuw de juiste drive op plaat te pakken. Live heeft de band een ander verhaal, een feestband eerste klasse. De vorige cd ‘Maestro’ boeide minder door de stuurloze intimiteit.
Hun zigeunermuziek , een combinatie van pop en hoempapa met een Balkan swing, wordt gespeeld door een niet voor de hand liggend instrumentarium. De uitstapjes naar de rock’n’roll, country, elektro en ‘70’s psychedelica vallen op hun plooi binnen het songstructuur van hun aanstekelijk broeierig materiaal. Het tempo wordt strak gehouden. De xylofoon en de pianoriedels op songs als “Moment”, “Den andre er meg”, “9mm” en “Enden av november’ geven kleur. De titelsong biedt de meeste variatie.De band zocht maar twee rustpunten op: “Med en gong eg nar bann” en de afsluiter “Ond cirkel”.
Kaizers Orchestra brengt muzikaal entertainment op het fris klinkende ‘Maskineri’, wat we maar kunnen toejuichen!

The Storm

Where the storm meets the ground

Geschreven door

Nee, dit is geen nieuwe release van de bejubelde formatie The Storm uit San Francisco. Deze band met Kevin Chalfant en (ex-)Journey-leden werd al een tijdje geleden opgedoekt.
Deze The Storm is echter een nieuwe band uit Denemarken. In principe gaat het om het vrolijke duo Pernille Rosendahl en Johan Wohlert die met ‘Where The Storm Meets The Ground’ een zeer geslaagde debuutplaat hebben afgeleverd. Opener "Drops In The Ocean" zet meteen de juiste toon. Na de bombastische intro maken we meteen kennis met de mooie poppy stem van mevrouw Rosendahl. Een mooie openingssong en een uitstekende keuze als eerste single. Daarna krijgen we met "Lullaby" een leuke meezinger met een hoog A.O.R. gehalte. Even steviger en wat progressiever wordt het in "Friendly Advise", maar over de ganse lijn blijft dit een erg radiovriendelijke, veilige plaat. De titeltrack "Where The Storm Meets The Ground" is een wat te zoete ballade en afsluiter "Lay Down Your Head" is één van de mindere composities.
Naast de tien reguliere songs zijn er ook nog twee bonustracks die zich niet onderscheiden van de rest van de albumsongs. Wie vrouwelijke leadvocalen weet te appreciëren en houdt van bombastische radiovriendelijke poprock moet dit album zeker eens beluisteren.
Ons oordeel is dat deze eerste The Storm Denmark plaat net iets te weinig avontuurlijk is om van begin tot eind te boeien, maar wel enkele lekkere songs bevat. Geproduceerd door Roy Thomas Baker (Queen, Smashing Pumpkins).

Winter's Verge

Eternal Damnation

Geschreven door

Winter’s Verge werd in 2003 opgericht door zanger George Charalambous en keyboardist Stefanos Psillides. De exotisch klinkende namen doen reeds vermoeden, dat de band afkomstig is uit een zuiders land. Nu blijken deze heren afkomstig te zijn uit het kleine Cyprus. Aangezien de metalscene daar niet bepaald groot te noemen is, lokte deze CD al snel mijn interesse…

Toch moet ik eerlijk toegeven, dat deze CD volledig onterecht, na een eerste luisterbeurt onderaan een stapel, te beluisteren CD’s belandde. De voornaamste reden hiervoor zou ik kunnen toeschrijven aan de productie, waar bij momenten wel wat schort en de uitgeputte toestand, waarin ik voor het eerst dit album door mijn boksen liet knallen.
Gelukkig kwam er ook een einde aan de stapel, waardoor ik het album aan een grondigere luisterbeurt kon onderwerpen. Hierbij viel mij al snel op, dat er achter de matige productie een sublieme plaat verscholen zat. Nog voor ik het goed en wel besefte, had ik de plaat al drie maal na elkaar laten spelen en bleef ik nog steeds verwonderd. Sympfonische Power Metal wordt ons wel meermaals voorgeschoteld. De kwaliteit en vooral de originaliteit ervan zijn vaak de grootste stoorzenders in het geheel.
Op de productie na, die ook niet erbarmelijk is, levert Winter’s Verge met ‘Eternal Damnation’ een schitterend debuut af. Afgaand op de sublieme melodielijnen, die zowel de krachtige passages als de rustgevende stukken perfect tot uiting doen komen, zou je absoluut niet verwachten dat dit een debuut-CD is, waarop compleet onbekenden binnen de metalwereld te horen zijn. “A Secret Once Forgotten” is hiervan een prachtig voorbeeld, waarin beide aspecten duidelijk te horen zijn. Ook zanger George Charalambous overstijgt de cliché’s binnen het genre met zijn gevarieerde zangpartijen.
Toen ik na het optreden van Conquest of Steel ‘Eternal Da            mnation’ in mijn CD-lader schoof, viel het mij op hoe aanstekelijk de nummers overkwamen. Ik kreeg meteen zin om een optreden van hen bij te wonen en de magie te ervaren, zoals ik die bij de oude Conquest of Steel Nummers kan ervaren. De energie die beide bands in zich dragen, zijn ondanks de muzikale verschillen, sterk op elkaar gelijkend. Naast de energie en de spelvreugde, die in de nummers doorklinkt, creëert ook de opbouw van de nummers heel wat mogelijkheden om er live een spektakel van te maken. De stevige up-tempo riffs, zoals in “My Winter Sun”, rustige en klassieke arrangementen als in “Goodbye” en refreinen die snel in het hoofd kruipen (vb.: Spring of Life), zorgen ervoor dat het geheel van het begin tot het einde blijft boeien, waardoor je met enthousiasme naar het album blijft luisteren.

Zoals eerder al aangegeven, valt er op de matige productie na, niets aan te merken op deze release. Laat dit dan ook geen reden zijn om het album te negeren in de winkelrekken. Eens je door de minder professionele productie heen bent, zul je er zeker van genieten. Dit is zeker voer voor liefhebbers van een kwaliteitsvolle pot underground metal, met heel wat potentieel. Laat ons hopen, dat we deze band snel aan het werk zullen zien op de Belgische podia. Ik heb er alvast zin in.

Flip Kowlier

De man van 31

Geschreven door

De derde cd van onze West –Vlaamse troubadour is een intieme, rustige melancholische plaat geworden; de zachte, traditionele nummers hebben elk hun specificiteit en nestelen zich als een ‘Bijstje in ons uoft’: van “Eindelijk”, “Elikopter” naar “Idderkji ipnieuw” en “Meiske”, om te komen tot de rust zelve in de titelsong. De dertig voorbij betekent een symbolische kaap. Moderne sfeervolle kleinkunstpop van elf sterk onderhouden songs! De speelsheid en de ambiance komt naar boven drijven op “Donderdagnacht”, “El mundo kapotio” en “Niemand”.
Relaxt plaatje van deze getalenteerde dertigjarige singer/songschrijver.

The Rifles

The Rifles: ongevaarlijk en weinig revolutionair

Geschreven door

The Rifles uit Noord Oost Londen ontleenden hun groepsnaam aan het nummer “Eton Rifles” van The Jam. Ze werden naar eigen zeggen beïnvloed door Britse klassiekers als The Who, The Kinks en The Clash en klinken heel erg als… The Jam. The Rifles zijn net als heel veel (gehypte) bands van over het kanaal schatplichtig aan de seventiespunk. In 2006 bracht de groep hun al bij al gesmaakte debuutplaat ‘No Love Lost’ uit waarvan ook bij ons “She’s got standards” en “Peace and Quiet” uitgroeiden tot catchy radiohitjes. Wij waren benieuwd naar hun nieuwe materiaal dat er stilaan zit aan te komen en hoe zich dit samen met de betrekkelijk goed in het oor liggende nummers van hun debuut zou vertalen op het podium van een gezellig volgelopen Trix.

The Rifles gingen van start met “Talking”, een nieuw nummer waarmee de groep meteen de toon zette van een korte maar tamelijk aangename set vol overgave en merkbaar spelplezier. Het aanstekelijk dansbare hitje “She’s got standards”, gekenmerkt door een strakke drum, kreeg meteen het opgekomen publiek mee. The Rifles hielden ook met “One Night Stand”, “She’s The Only One” en “Home Town Blues” de nummers kort en het tempo, bijna als een rotvaart, bijzonder hoog. Een eerste - en moeilijker verteerbaar - rustpunt was er met het nieuwe nummer “Toe Rag” en het semi-akoestische “Spend a Lifetime” waarmee de band met beide voeten op het rempedaal ging gaan staan. Het publiek werd gelukkig terug wakker geschud met het bijzonder aanstekelijke “Peace and Quiet” (door de band in de playlist opgenomen als “Piss and Quiet”). Nieuwe nummers “Fool to Borrow”, “Great Escape” en “I could never lie” ontgoochelden en haalden niet het niveau van de nummers die we kennen vanop ‘No Love Lost’. Gelukkig wrongen op het einde de korte energieke bommetjes “Repeated Offender” en de sterk aan Libertines refererende “Robin Hood” en “Local Boy” de set alsnog in de juiste plooi.

The Rifles speelden drie kwartier waarbij de beter in het gehoor liggende singles/songs “Peace and Quiet”, “She’s got standards”, “Repeated Offender” en “Local Boy” netjes over de set verdeeld werden. De nieuwe songs konden ons echter (nog) niet helemaal overtuigen. Luidop stellen we ons de vraag of The Rifles ooit verder zullen geraken dan waar ze nu staan en of een grote internationale doorbraak ooit hun deel zal zijn…

‘Way’, onlangs nog te zien in de finale van Humo’s Rock Rally in de AB, deed ons muzikaal nu en dan wat denken aan Arctic Monkeys. Uitstekende zang maar misschien net iets te veel franjes en onterechte arrogantie…

Organisatie: Trix, Antwerpen

The National Bank

The National Bank: melodieuze veelzijdigheid uit Noorwegen

Geschreven door

Met The National Bank en het bijhorende voorprogramma Erlend Ropstad was de Rotonde in de Botanique afgelopen zondag op muzikaal vlak integraal Noors gekleurd.

Erlend Ropstad beklom aanvankelijk aarzelend en verlegen het podium om solo en vergezeld van louter zijn akoestische gitaar enkele nummers te brengen uit zijn vorig jaar verschenen, eerste volwaardige album ‘Bright Late Nights’. Maar tijdens de zeven liedjes bleek nog maar eens dat schijn kan bedriegen. Want hoewel Erlend pas enkele jaren terug besloot om muziek te spelen en op te nemen, werd gaandeweg duidelijk waarom hij in zijn thuisland al op heel wat aandacht kan rekenen (zo vroeg die andere bekende Noorse Erlend (
Æye) hem zelfs tevergeefs om deel uit te maken van Kings Of Convenience).
Aan de hand van humoristische bindteksten ontpopte deze zanger/liedjesschrijver zich namelijk tot entertainer van formaat met daarenboven sterk songmateriaal zoals “The Great CD Robbery” (een nummer waarin hij zijn frustratie uit over vrouwen die geen oog hebben voor de alfabetische rangschikking van een cd-collectie), “Winona And I” (een ode aan Winona Ryder), “My Third Cup” en “Six Months Till X-Mas”. Voor al wie houdt van bijvoorbeeld Kurt Wagner of Jack Johnson, is deze zeker een naam om te ontdekken.

Ook The National Bank klinkt u misschien niet bekend in de oren maar als we vermelden dat dit vijftal is samengesteld uit niemand minder dan Lars en Martin Horntveth (Jaga Jazzist), Morten Qvenild (Suzanna & The Magical Orchestra), Nikolai Haengsle Eilertsen (ex-Bigbang) en zanger Thomas Dybdahl, kan hier terecht gesproken worden van een Noorse supergroep.
Zopas bracht de groep vier jaar na hun – in hun thuisland uiterst succesvol - debuut een tweede album ‘Come On Over To The Other Side’ uit en hierop wordt onder meer pop, rock, jazz en soul op subtiele wijze gemengd met wat elektronica. Met alle redenen vertoeft deze plaat dan ook al geruime tijd in onze cd-speler, mede gelet op het feit dat de bijkomende troef daarbij steeds de zang van Thomas Dybdahl is, één van de mooiste stemmen uit Noorwegen aldus de broers Horntveth.
Dat dit niet een uit de lucht gegrepen uitspraak is, getuigen zijn soloplaten en de vorige concerten waar we de man met zijn eigen werk zagen aantreden. En ook afgelopen zondag bleek dit via zijn bijdrage in The National Bank te kloppen. Of de nummers ingetogen dan wel up-tempo werden gebracht, het was een plezier om naar zijn warme stem te luisteren. Ook de synergie tussen de groepsleden was er, en dit ondanks hun verschillende muzikale achtergrond.
Tijdens het anderhalve uur werd afwisselend geput uit de twee albums en de catchy,  melodieuze nummers werden duidelijk veel strakker en krachtiger gespeeld dan op plaat. Vaak werden ze vergezeld van nog een extra hoeveelheid elektronica, waarbij Morten Qvenild volledig zijn ding kon doen. “What Is Left?” en “Some Paper On The Bedroom Floor” kregen aldus een analoge intro mee waarbij vooral in het eerste geval dit ons deed denken aan het werk van Geir Jenssen (nog een Noor) en het sowieso al straffe “Styrofoam” werd omgevormd tot een song die zo van de hand van Radiohead kon zijn.
De set was gevarieerd en gedreven, met als hoogtepunten “Family” en “Let Go”, de  twee toch wel eighties klinkende singles uit het nieuwe tweede album (en allebei hits in Noorwegen), “Tolerate” (mooie folktronica verweven met soul), “Look Twice” (met het op het einde heel wat funk en fusion) en de afsluiter “Make It Burn”, op plaat ietwat gepolijst maar live erg swingend en strak.

The National Bank is en blijft een vorm van hobbyproject voor het vijftal maar met dit concert hebben zij er ongetwijfeld weer een paar zieltjes mee gewonnen.

Setlist : Home ? A Recorder In Red Plastic, Cubicle Man, Family, Let Go, Blue As We Like It, What Is Left ?, Tolerate, Styrofoam, Something New, Some Paper On The Bedroom Floor, Look Twice, I Hear The Sparrow Sing, Taste Of Me, Make It Burn

Organisaitie: Botanique, Brussel

The Subs

Massive Clubdance met The Subs

Geschreven door

We ondergingen een avondje ‘massive clubdance’ en konden outfreaken op de hipste Belgische muziek van The Subs, Bodyspasm en Plastic Operator in de bunker van de Nijdrop.

Het Gentse The Subs timmert al een tijdje aan de weg binnen de dancefloor; Starsky & Tonic (van de Culture Club) en Papillon van Foxylane zijn uitgegroeid tot de switch resident dj’s van StuBru, en slagen er definitief in door te breken met de instant club klassieker “Kiss my trance”.In de voetsporen van The Glimmers en 2 Many DJ’s haalden ze sterk uit naar de huidige trends van  Shameboy, Justice, Blackstrobe en Dada Life, zonder dat The Chemical Brothers over het hoofd konden worden gezien!
Een klein uur lang genoten we van hun opzwepende, neurotische (vervormde sounds), 80’s electro, trance, techno, housebeats en ‘chemical’ breakbeats, waarbij ze af en toe  samples van rock en wave klassiekers moeiteloos inpasten (Dire Straits, Nirvana, Fad Gadget, Human League, …). Songs als “Substracktion”, “Subs minimix”, “When the dogs bite”en “You make me spill!” zorgden voor talrijke zwevende handjes en werkten aanstekelijk op de dansspieren. “Kiss my trance”, in het midden van de set, was een absoluut hoogtepunt …Dance music for happy people!

Het Belgische Pieter van Dessel en de Canadees Mathieu Gendreau vormen samen Plastic Operator. Op hun elektronica-apparatuur speelden ze fijne dynamische muziek, verwerkten een vleugje psychedelica en klonken zelfs filmisch, onder een dromerige zang. Hun plaat ‘Different places’ van vorig jaar kan de doorbraak betekenen naar een breder dansminnend publiek!

En de after party kon worden ingezet met de broers Pieter en Sebastiaan Steeno van Bodyspasm, die onlangs de Brabantse editie Rockvonk in Het Depot te Leuven wonnen. Zij staan klaar om zich binnen de clubs te manifesteren met hun concept, waarin invloeden te horen waren van Aphex Twin, Justice, Digitalism en Simian Mobile Disco. Ze klonken heviger dan Plastic Operator en hun neurotisch pompende trance, grooves en beats overtuigden sterk! Eén van hun songs “Feel the beat” bleek het motto om de nacht in te zetten …

Organisatie: Nijdrop, Opwijk

Lenny Kravitz

It’s time for a love revolution

Geschreven door

Lenny Kravitz heeft een indrukwekkend palmares. Hij deelde o.a. het bed met Lisa Bonet, Kylie Minogue, Natalie Imbruglia, Penelope Cruz, Nicole Kidman en Vanessa Paradis.
Maar natuurlijk ook muzikaal is hij met meer dan 30 miljoen verkochte platen wereldwijd een van de allergrootsten.We waren de man eigenlijk volledig vergeten na tegenvallende albums: 'Lenny' (2001) & 'Baptism' (2004). Maar met deze 'It's Time For A Love Revolution' zit onze Love-men terug op het juiste spoor. U leest het goed: LOVE is nog steeds de boodschap om alle onheil uit de wereld te bannen. Al moet gezegd dat deze Give Peace A Chance-boodschap soms tekstueel wat te zoetsappig overkomt. Gelukkig worden de soms wat flauwe teksten kracht bij gezet door mooie, leuke composities.
Bij opener "Love Revolution" heb je nochtans het gevoel de song wel al eens eerder gehoord te hebben. Nee, erg origineel klinkt deze nieuwe plaat ook weer niet. Wel klinkt de zanger-gitarist lekker ouderwets en nog steeds even sexy. De sound doet denken aan wat Lenny op 'Circus' (1995) en 'Let Love Rule' (1989) deed en dat zijn toch twee van zijn beste albums. In "Will You Marry Me" klinkt Lenny funkier dan ooit. Naast de funkrockers staan er op dit album ook terug heel wat ballades. Soms pittig soms wat vervelend.
Persoonlijk zal ik nooit een echte grote Kravitz worden, zijn seventies funkrock klinkt me net ietsje te glad. Doch de vaste fanbasis, alsook fans die de laatste jaren afhaakten, zullen erg opgetogen zijn met deze nieuwe plaat van hun sexy God.

Chikinki

Brace, Brace

Geschreven door

Chikinki, een Brits viertal uit Bristol, wist twee jaar geleden met “Either radio” een aardig hitje te scoren. De nieuwe plaat laat een eenduidige indruk na en bevat weinig verrassingen binnen hun popelektronica geluid. De songs op ‘Brace, Brace’ muntten niet uit, en het lijkt er sterk op dat ze eerder een live band zijn, die z’n aanstekelijke sound en energie op het podium kwijt kan. Meevallers zijn: de stevige opener “Sunrise”, het orkestrale “You make it look easy”, het elektronicagestoei op “2 possible worlds” en het dromerige “Hello hello” …en daarmee zijn we rond betreffende ‘Brace Brace’.

Alec Empire

The golden foretaste of heaven

Geschreven door

Alec Empire was de vroegere frontman van Atari Teenage Riot. Ze bliezen letterlijk, ruim tien jaar terug, de electro nieuw leven in met de ‘digital hardcore’ stijl, een mix van industrial, mitrailleursalvo’s aan beats en scherpe gitaren onder een gillende schreeuwzang.
Atari Teenage Riot is opgeborgen en onze Berlijner bracht al een paar soloplaten uit. ‘The golden foretaste of heaven’ is alvast een afwisselende, toegankelijke, evenwichtige plaat geworden, die fors en krachtig kan klinken door pompende beats en industrial “Down Satan Down “, “On fire” en “Death trap in 3d”; de wave van Suicide, Gary Newman en Neon Judgement horen  we op “Ice (as if she could steal a piece of my glamour)”, “Robot L.O.V.E.” en “Bug on my windshield”. “New man” en “If you live or die” zijn binnen dit concept het meest aanstekelijk en poppy. En Empire bergt alle duivels op in de rustige afsluiter “No/why/New York”, misschien wel de aanzet voor een volgende soloplaat!

Pagina 459 van 477