AB, Brussel programmatie + infootjes

AB, Brussel programmatie + infootjes Concerten 2024 16-09-24 – Blackberry smoke (Org: Live Nation) 17-09-24 – Arno: rock’n’roll godverdomme @cinema palace 18-09-24 – The Rock Orchestra (the candlelight rock band) (Org: Festival of the dead ltd) 19-09-24 – The…

logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 14 + 15-09 Klassiek en route (nazomeren met klassieke muziek) : BRYGGEN, Aglica Trio, Sofie Vanden Eynde & Shahab Azinmehr, GLOW Collective en Bieke Michiel @Sint-Denijs Zwevegem + Zonnebeke) 18-09 Ozric…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14589 Items)

Lokerse Feesten 2007: dag 8: Audio Bullys en The Prodigy

Geschreven door
De Lokerse Feesten trok vanavond de kaart van een rockend dansconcept, waarvan het Britse Prodigy zich nog steeds wist te onderscheiden tav de huidige sliert bands in z’n genre.

Audio Bullys
, zanger Simon Franks en DJ Tom Dinsdale, concerteren tav hun vorige tournee, nu met een full band. Het duo bracht een mix van dance, hiphop en funk. Het is bemoedigend hoe de neuzelende vertelzang van Simon Franks zich een weg baande door de beats van Tom Dinsdale, wat refereerde aan Mike Skinners The Streets.
Het Londens duo speelde geen denderende set. Net als in FeestInHetPark, Oudenaarde, vorig jaar,  was er sprake van een onverschillige houding en een monotone, saaie, inspiratieloze set. Af en toe was er een opflakkering, zoals op “We don’ care, “Shot you down/bang bang” en “The things”. Dit was beslist geen goede promo voor de te verschijnen nieuwe plaat, en was een bewijs te meer dat het gezelschap er live serieus op achteruit gaat.  

Ed & Kim
sleuren al een tijdje hun platenkoffer mee van festival naar festival. Hun trukendoos zat vol  electro, house, disco en funk. Zij waren de ideale aanzet naar The Prodigy.

Een afgeladen Grote Kaai was er voor het Britse rockdance trio The Prodigy, die met ‘Music for the jilted generation’ een baanbrekend album uitbracht. Ruim 15 jaar zijn ze samen met Underworld en The Chemical Brothers de inspiratie voor de huidige sliert (dance) bands en DJ’s. Onder het muzikale brein van Liam Howlett en de MC’s Maxim Reality en danser/zanger Keith Flint zorgde Prodigy voor een totaalspektakel. Ze trokken al meteen de aandacht met “Breathe”, een eerste vroeg hoogtepunt die iedereen tot dansen aanzette. Een ‘best of’ hoorden we met “Firestarter”, Spitfire” en “Voodoo People”, de ideale stroomstoot die het plein letterlijk in vuur en vlam zette.
Prodigy was Brood & Spelen: een partysfeer op “Poison, “ Smack my bitch up” en “Out of Space”. Het waren net die nummers die het publiek schreeuwde en geserveerd kreeg!
Dat ze één van succesvolste dance-acts van de jaren ’90 waren,  bewezen ze nog maar eens door deze passage in ons land.

Organisatie: VZW Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2007: dag 7: Garland Jeffreys, Gabriel Rios en Bryan Ferry

Geschreven door

Garland Jeffreys is niet bepaald de meest productieve artiest.  De man heeft in de laatste 25 jaar amper 4 platen gemaak en geeft ook maar met mondjesmaat optredens weg. In Lokeren bracht hij een mengeling van rock, soul, reggae en blues.  Jeffreys is zelf al een man van respectabele leeftijd, zijn band daarentegen bestond uit jonge kerels die geweldig goed overweg konden met hun instrumenten. We zagen vooral een schitterende gitarist die zich voor twee mooie bluesparels met Garland Jeffreys afzonderde en daarna overschakelde op een aanstekelijk reggaeritme, alsof het niets was. Verrassing van de avond was toen tijdens “Hail hail rock’n’roll”, één van de zeldzame hits die Garland Jeffreys scoorde,  plots Lou Reed uit de coulissen kwam opduiken om op zijn eigenste coole manier een stukje te komen meezingen, nou ja, zingen, zeg maar mompelen. Jeffreys daarentegen kon een pak beter zingen dan zijn buddy en is gezegend met een krachtige soulvolle stem waarmee hij alle genres die hij verwerkt in zijn muziek perfect aankan. Een geslaagde set van een respectabele ouwe knar.

Van Gabriel Rios hadden we niet echt veel verwacht. De man is in Vlaanderen meer bekend omwille van zijn mooie smoeltje dan om zijn muziek. Want het dient gezegd, afgaande op zijn twee cd’s die variëren van matig tot zelfs lauw en slap, hadden we nog geen reden tot juichen. Maar kijk, de man wist ons aangenaam te verrassen met een levendig, gevarieerd en swingend optreden. Ook de uitstekende band was daar verantwoordelijk voor. Rios wisselde Engelstalige en Spaanstalige songs met elkaar af en zorgde zo voor een optreden die niet één minuut verveelde. Het is alsof alles wat mank loopt in de studio hier binnen zijn plooien valt. De songs zijn live vooral harder, zwoeler, heter, intenser en feller dan de  lauwe versies op Rios zijn platen.  Hij sloot de set in zijn eentje af op een prachtige manier met een schitterende versie van “Voodoo Chile” op akoestische gitaar. Respect.  Als hij de vitaliteit van zijn live optredens naar de studio kan vertalen, dan zit er toch nog een schitterende Gabriel Rios plaat aan te komen.

Ook Bryan Ferry had zich omringd met een stelletje klassemuzikanten en een paar dikbilnegerinnen voorzien van een flink stel stembanden. Bryan Ferry heeft nog steeds de stijl en de klasse van de oude dagen, zijn stem en danspasjes zijn er geenszins op achteruitgegaan.  Ferry putte rijkelijk uit zijn laatste cd ‘Dylanesque’.  Zijn interpretatie van klassieke Dylan songs werkt echt wel, hij geeft de songs een eigen schwung en doet ze veel meer ‘Ferry’ dan ‘Dylan’ klinken.  Zo een achttal Dylan songs passeerden de revue waaruit we als hoogtepunten “All along the watchtower” en een intiem en prachtig “Make you feel my love” pikken.  Roxy fans bleven die avond wel een beetje op hun honger zitten en konden enkel bij de bisnummers “Love is the drug” en “Lets stick together” even de beentjes uitslaan.
Een mens kan zich inderdaad afvragen waarom een artiest van dit kaliber met een repertoire prachtsongs waarmee hij makkelijk drie optredens van twee uur kan volmaken meer dan de helft van zijn optreden met Dylan songs vult. Toch zal dit concert ons bijblijven als één van de allerbeste van deze editie van de Lokerse Feesten.

Organisatie: VZW Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2007: dag 6: The Van Jets, Zornik en Pink

Geschreven door
Er was een pak volk afgezakt naar Lokeren, en dat was hoofdzakelijk te wijten aan Pink.
Niet zo’n makkelijke opgave dus voor The Van Jets om voor dergelijk publiek als enige echte rock’n’roll act van de avond de boel op te warmen. The Van Jets trokken zich er niets van aan en deden vol overgave hun ding. Luide, strakke rock’n’roll zonder omwegen. Qua gitaargroepen is dit zowat het beste wat België vandaag te bieden heeft, een heel stuk energieker dan over het paar getilde bands als Sioen, Admiral Freebee en uiteraard Zornik.

Zornik speelde krek hetzelfde optreden als vorig jaar. Waarmee we bedoelen: even lawaaierig, vervelend en bombastisch en in de verste verte geen song te bespeuren. Opgezwollen lucht. Muse is nog ver, heel ver.

De ster van de avond was natuurlijk Pink, toch wel een grote naam die kan worden bijgevoegd in de analen van de Lokerse Feesten. Toch met enige terughoudendheid het optreden afgewacht, want het zou de eerste keer niet zijn dat vedetten van dat allure live volledig door de mand vallen. Niet dus.
In tegenstelling tot veel van die r&b trutten is Pink wel degelijk een fel mokkel die af en toe flink rockt en het niet moet hebben van slijmerige MTV pop met bijbehorend kontschudden. Pink heeft namelijk présence en een stem die er mag zijn, een beetje rauw en dat komt de muziek alleen maar goede. De drive zat er ook meteen al in, de hits volgden elkaar in sneltempo op, want hits heeft ze genoeg om een ganse set mee te vullen. Hoogtepunten waren “Last to know” en een bijzonder fel “Get the party started”. Gas werd teruggenomen met het akoestische “Dear Mr President”, bijzonder gesmaakt door het enthousiaste publiek. Met een cover van “What’s up”, de wereldhit van one hit wonder The 4 Non Blondes (weet u nog wel!) kreeg ze het volledige terrein aan het zingen. Pink had zich omringd met een pak uitmuntende muzikanten waaronder een gitarist die zich soms wel eens in een hardrock band waande.
Ze speelde een goed geoliede set die wel heel Amerikaans klonk maar toch nooit verveelde of over the top was. Waarmee we willen zeggen, ook wie niet echt Pink fan is kon hier echt wel van genieten.

Organisatie: VZW Lokerse Feesten, Lokeren

Lokerse Feesten 2007: dag 3: Tom Helsen, Suzanne Vega en Hooverphonic

Geschreven door
Singer-songwriter Tom Helsen uit Leuven timmert al enkele jaren aan zijn weg in het muzieklandschap. Met zijn vierde album ‘Hilite Hotel’ lijkt dat ook écht te lukken. Met als gevolg behalve op Studio Brussel ook de nodige airplay op andere radiozenders. Voldoende om de zanger uit Leuven te inspireren tot een karaktervolle set met een goed evenwicht tussen up-tempo en tragere nummers. “Rocket” swingde als vanouds en ook de nieuwe nummers klonken bijzonder fris. Eerste hoogtepunten waren “Slowly”, (wat blijft dat een briljant nummer in al zijn eenvoud), de pakkende nieuwe single “Easy”, naadloos opgevolgd door het gekende “Change yourself”.
Toen had Helsen het publiek al op zijn hand en maakte hij met een gezonde dosis arrogantie (“op scherm zie ik er echt niet goed uit”) het werk af met een poppy-versie van “Sun in her eyes” en gaf hij bij slotnummer “More than gold” de muzikanten de eer om het werk in stijl af te ronden. Klassewerk van een songsmid die wij bij elk optreden beter zien worden.

De rode loper was dan ook uitgerold voor levende muzieklegende Suzanne Vega. De New-Yorkse singer-songwriter heeft er ondertussen al een carrière van meer dan 20 jaar op zitten en bracht dit jaar met ‘Beauty & Crime’ opnieuw een album uit. Starten deed ze evenwel met ‘Marlene on the wall’. Naar eigen zeggen om de spanning en angst bij het publiek weg te nemen, zodat ze op dat nummer alvast niet hoefde te wachten. In alle eenvoud, die de dame siert, bracht Vega daarna een mengeling van oude en nieuwe nummers. Ouder werk als het jazzy “Caramel” en een akoestische versie van “Left of centre” deden de ondertussen talrijk opgekomen menigte heupwiegen. Maar ook nieuwe nummers als “Frank & Ava” (over de relatie Frank Sinatra en Ava Gardner) en “New York is a woman” konden de menigte bekoren.
Toch kwam het nooit tot de vonk zoals we die kenden van de doorkomsten van Vega in Werchter. Daarvoor bleef het publiek iets te afwachtend en was de akoestische aanpak van de vorige optredens van Vega toegankelijker voor een breed publiek. Met haar hits “Luka” en “Tom’s dinner” sloot Vega af met de hits waar de menigte al een heel optreden op wachtte. Puik optreden van een klassedame.

Voor Hooverphonic van frontman Alex Callier (uit Sint-Niklaas) waren de Lokerse Feesten gewoon een thuismatch die niet kon fout lopen. Bovendien zijn Alex, Geike en co aan het touren met hun ‘greatest hits’. Zodat herkenning ook geen probleem kon zijn. Maar Hooverphonic startte flauw. Tijdens de eerste nummers was alleen het korte rokje van zangeres Geike Arnaert het enige adembenemende dat er te beleven viel.
Ook hits als “Eden” en “World is mine” werden iets te routineus gespeeld en zonder heel veel bezieling gebracht. Naar het einde ging het al een stuk beter met hits als “Mad about you” en “You hurt me”.
Maar het was pas echt prijs toen Alex Callier zichzelf even in de schijnwerpers zette en zich tijdens het eerste bisnummer samen met alle andere muzikanten een tien minuten durende muzikaal intermezzo permitteerde. Toen Geike Arnaert daarna nog nieuw materiaal bracht van het nieuwe album dat we tegen de herfst mogen verwachten (wat spatte daar plots veel speelvreugde van af!) en andere hits als “The last thing I need is you” en “Sometimes” bracht, was de massa helemaal overwonnen en klaar voor nog een spetterend feestje met Discobar Galaxie.

Organisatie: VZW Lokerse Feesten, Lokeren

Folkdranouter 2007: zondag 5 augustus

Geschreven door

ManManMan (Palace) Comedy en cabaret werden het afgelopen weekend sterk ontvangen. Het cabaresque duo ManManMan stond het ganse weekend met hun oude woonwagen opgesteld aan de ingang van Folkdranouter, waar een dertigtal mensen telkens hun voorstellingen konden bijwonen. Op zondag was het hoogdag en trok het duo naar de grote Palace tent.
Het duo trok de kaart van de ambiance door kolder, sketches en een aaneenschakeling van liedjes op akoestische gitaar, accordeon en contrabas. Ontspannend, leuk en spitsvondig, wat kon rekenen op heel wat respons, denk maar op ‘Hun bed van rozen’ en ‘Wij zijn niet mooi, maar wij bestaan’. 

Sergent Garcia (Kayam tent)
‘Sergent’ Bruno Garcia is van Spaanse origine, maar leeft in Frankrijk. Hij brengt een zomerse cocktail van pop, rock, reggae, salsa, ska, afro en Caribische klanken. Sergent Garcia  straalt de energie uit van Manu Chao’s Radio Bemba Sound System.
Een uitgebreid gezelschap, die swing en dynamiek brachten door toetsen, blazers en accordeon, opgezweept door dubbele percussie, sensuele danspassen en heupbewegingen, onder een spervuur aan raps en samenzang. Een exotisch geluid! Dit was ‘fiesta’ zoals folkpunkpopband The Pogues het in één van songs aankondigden.

Tom Pintens (Palace) Een klein half uur hielden we halt bij de intimistische Vlaamstalige pop van Tom Pintens. Al lang speelde het idee bij hem om een Nederlandstalige plaat te maken, die in het voorjaar werd opgenomen. Pintens is één van spilfiguren van Zita Swoon en stond al in voor het werk van Billie King. De muziek had een minimalistische aanpak van piano, gitaar, bas en een sober gehouden percussie, onder de bewerende zegzang van Pintens. Het voelde vreemd aan om Pintens in het Nederlands te horen. Een rustige, sfeervolle set.

The Levellers (Kayam tent) Het Britse punkfolkpopgezelschap uit Brighton, onder de tandem Chadwick/Miles, The Levellers, heeft een nieuwe cd uit. Ze bliezen beginjaren ’90 een verfrissende  wind in de folkrock. Op Folkdranouter was de groep al te zien, na desuccesvolle cd’s ‘Levelling the land’ (’91) en ‘The Levellers’ (’94). Het waren net de songs van deze platen die ervoor zorgden dat The Levellers overtuigden en het nodige enthousiasme in de grote tent brachten. ‘There’s only one way of life and that’s your own’, scandeerde het publiek. Een positieve uitstraling heerste er op “15 years”, “Beautiful day”, “Boatman”, “Dog train”, “Carry on” en “The game”; hoogtepunten waren “The liberty song” en “Riverflow”, bepaald door een begeesterend violist en een ontketende bassist.
Er was heel wat beweging in de tent en op het podium. Wat een ontlading. De mindere nieuwe songs waren een welgekomen rustpunt. 
Ze trakteerden ons nog op “The warning”, “Belaruse (wat refereerde aan Kris Kristoffersons ‘The Convoy’)  en “Devil went down”, wat de zomerse temperaturen in de tent bijna tot een kookpunt bracht. Tav de onverschillige set te Labadoux in 2005, was dit alvast een sterke terugkeer.

Arno (Kayam tent) kon alvast het feestje van The Levellers verder zetten; al 30 jaar is hij bezig en hij is nog maar weinig wilde haren kwijt. Als een Iggy slaagt hij er in om aanstekelijke, frisse en ingetogen funkende rock te bieden. Samen met z’n band beschikt hij over de  ‘jus’ (de box)  om de kaart van de ambiance en meezinggehalte te trekken.
Na het openingsnummer “Enleve” leek het er even op verkeerd te gaan, want de groep werd door een technisch probleem twintig minuten van het podium gehouden; maar de terugkeer was des te venijniger en door enkele zinspelingen vloog Arno er meteen in en leverde een pittig, snedige set af met enkele sfeervolle, ingetogen kippenvelmomenten als “Les yeux de ma mere”.
In het eerste deel grossierde hij in z’n uitgebreid oeuvre met “From Hero to Zero”, “Mourir à plusieurs”, “No job”, “Meet the freaks”, en “I’m not into hiphop”. Vanaf “Ratata” kregen we een Arno als vanouds, die van de ene grootse song naar de andere ging: “Que passa”, “Mon sissoyen”, “Bathroom singer”, “Ooh lala” en uitgesponnen versies van “Putain Putain” en “Les filles du bord de la mer” in de bis …als we nu niet ons volkslied kennen…

Think Of One (Kayam tent) Deze ‘Artist In Residence’ speelde in het weekend  op verschillende locaties op het terrein en kon besluiten in de grootse tent met hun multi-culturele sound van Balkan, world, zigeunermuziek en hoempapa, samen met hun Braziliaanse en Marokkaanse vrienden, wat het feest in de tent nog meer elan gaf. Een dosis avontuur en durf bleef behouden. Zelfs Brahim rapte mee. Alles kan en mag bij Think Of One.

Om middernacht sloot ’t Hof Van Commerce  in de Palace het festival af, die intussen tijd was omgedoopt tot een biertent pur sang. 
De West-Vloamse Izzegemse raps van de twee MC’s Buyse en Kowlier en de beats en sounds van draaitafelspecialist 4T4 blijven iets uniek om te horen. 
We zagen een ‘t Hof aan het werk met live band (bassist/gitarist, toetsenist en een drummer), waarbij zelfs 4T4 hier en daar een baslijntje speelde. ‘Ezoa en niet anders’, hun laatst verschenen plaat, maakte het drietal populairder dan ooit. Ze zetten met hun band het publiek naar hun hand met hiphopschlagers “Slaet ip min gat”, “Kom mor ip”,  “Zonder niet”, “Lop mo doaere”, “Niemand grodder” en “Dommestik en levrancier”. Brahim rapte een woordje West-Vloams mee.  Anderhalf uur leute en plezier, meer moest da nie zijn om Folkdranouter in 2007 in schoonheid te eindigen. Hoe hiphop, pop en folk elkaar kunnen vinden zonder “Totetrekkerie”.

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

Macy Gray

Big

Geschreven door

Macy Gray heeft al een bewogen leven achter de rug. Toen haar debuut ‘On how life is’(’99) verscheen, waren er nogal wilde verhalen van deze beloftevolle souldame; muzikaal counterde ze met freakende soulpop en funk, doorspekt van hiphop en jazz. ‘The id’ (’01) was een logisch vervolg. 
‘The trouble with being myself’  was een volgende stap in haar leven na haar turbulente jaren, een plaat die duidelijk aangaf dat ze rust had gevonden. Het materiaal had een breder concept en de songs waren sfeervol, broeierig en meeslepend. 
Maar vier jaar later heeft Gray haar beëindigde huwelijk te verwerken, en staat ze in voor de zorg aan de kinderen. Het thema wordt in verschillende songs weergegeven: “Strange behaviour” en “Treat me like your money”, waarbij ze niet mals is aan het adres van haar ex-man. 
Muzikaal kan de cd ingedeeld worden in drie stukken: er is de groove op de eerste songs “Shoo be doo”, “Okay” en op de twee songs met gastrollen van Natalie Cole (opener “Finally made me happy”) en Fergie (“Glad you’re here”), het tweede deel is intiem en sfeervol (“One for me” en “Slowly”) en het derde deel is fun, speelsheid en dansplezier door de beats: “Treat me like your money” (dat een vleugje Dead or Alive’s “You spin me round” bevat) en “Everybody”.
De songs worden ondersteund door orkestraties en toetsen, en de vrouwelijke backing vocals geven kleur aan haar gevarieerde soulfunkpop, gedragen door  haar doorleefde, krakerige stem. 
De productie was in handen van Will.I.Am, Ron Fair en Justin Timberlake.

Vive La Fête

Jour De Chance

Geschreven door

Het muzikale echtpaar Danny Mommens en Els Pynoo was na ‘Grand Prix’ (’05) op vele festivals te zien en maakte er een feestelijke boel van met hun aanstekelijke groovy no-nonsense electro’kitsch’pop; luchtige, dansbare en genietbare electropop, in het verlengde van vroeger werk  ‘Nuit Blanche’ en ‘Attaque Surprise’. Ze zijn de Belgische Jane Birkin en Serge Gainsbourg door de hitsige en zwoele (hijg/krijs) vocals van Els en de brabbelende zang van Danny. 
Op ‘Jour De Chance’ klinkt het duo gevarieerd, breder en meer rockgetint; een verademing: de kitsch van de voorbije cd’s is op het achterplan, wat inhoudt dat er real good gearrangeerde electropopsongs te horen zijn, onder Els’ verleidelijke stem, af en toe ondersteund door Mommens’ gebrabbel. 
“Aventures fictives”, “Mais”, “Tout va continuer” en “Stupid femme” verwijzen naar de ‘80’s wave van The Cure, DAF, Suicide en Psychedelic Furs. Deze keer horen we een paar ingetogen songs, die een sterke indruk nalaten: “La route” en de afsluiter “Love me, please love me” (oorspronkelijk van D. Polnareff, wat heel origineel gebracht is!).  “Tout fou”, “Une par une” en “Je suis fâchée” zijn de ideale Vive La Fête feestnummers. “Quatsch”, door Mommens alleen gezongen, refereert aan de ‘80’s Neue Deutsche Welle. 
Vive La Fête is geëvolueerd, klinkt rijper en heeft op die manier z’n meest  consistente plaat uit.

Justice

Cross

Geschreven door

Justice is de nieuwe Franse danssensatie na Daft Punk en Cassuis. Het duo Gaspard Augé en Xavier de Rosnazy vielen voor de eerste maal op in 2003 toen ze Simians “Never be alone” remixten. In hun dance concept integreert het duo een pak invloeden en hakken ze het door de mallemolen. 
De mosterd werd gehaald uit de 2 Many DJ’s en Daft Punk stal: er is het DJ-en, de disco en vettige, schurende basses, de chemical breakbeats en bleeps, de Princefunk, de drum’n’bass van Rush/Optical/Grooverider, een vleugje punkfunk, electro, trance en ronkende noise. Door de dansnummers flitsen verder Mylo, Groove Armada, Air en de Britse new-rave rage van bands als The Klaxons en Shitdisco door ons hoofd. Het Franse duo maakt er een party van.
Ze reizen de wereld rond met een groot oplichtend wit kruis, dat op het podium achter hun draaitafels en computers wordt opgesteld. 
Op ‘Cross’ hoor je een resem danskrakers: “D.A.N.C.E.”, waarop ze beroep deden op de zangeres van The Go!Team, “Dvno” en “Phantom” (wat een mooie uitloper!) is stampende funk en dance, “Tthhee ppaarrttyy” wordt bepaald door een verbeten vrouwelijke rapzang, totally weirdo klinkt het pompende “Stress” en tenslotte is er “Waters of Nazareth”, de meest lawaaierige song met ronkende noise!
Het toepasselijke “Genesis” leidt de cd in met drum’n’bass, electro, funk en trance; het is een donker dreigende opener, die als het ware een nieuwe soundtrack kan zijn voor Battlestar Galactica; “Let there be light” lijkt wel een overstuurde Air on speed. “Valentine” is een aangename verfrissing, een sfeervol rustpunt! En het afsluitende “One minute to midnight” knipoogt naar de Eric Prydz bewerking van Pink Floyd.
Kortom, Justice is,  samen met Digitalism en Simian Mobile Disco, de nieuwe wind in techno en electro land! Let there be Justicerock.

Seventh Calling

Monuments

Geschreven door

Dat deze band uit Amerika afkomstig is, hoor je al snel aan het gitaarspel, dat bij momenten erg rauw klinkt en de wat ruwere zanglijnen van één van beide zangers. Toch steekt Seventh Calling ook zijn bewondering voor de oude NWOBHM bands als Judas Priest, niet onder stoelen of banken. Vooral hun voorliefde voor gitaartandems laten dit uitschijnen.
Lange en Handel vullen elkaar op muzikaal vlak erg goed aan en klinken alsof ze al jaren samenspelen. Toch valt op muzikaal vlak niet veel bijzonders te vermelden. Elk nummer is van een hoogstaand niveau zonder echt uit te schieten. Er wordt voldoende afgewisseld tussen tragere en snellere, rauwere en meer gepolijste stukken, …wat ervoor zorgt dat het album vlot beluisterd kan worden. Toch lukt het mij niet echt om mij dieper in de nummers in te leven. Waarschijnlijk zijn de vocale prestaties van Lange en Handel hier deels voor verantwoordelijk. Vooral wanneer men hoger probeert te zingen komt het nogal houterig over. Misschien zouden de heren er beter aandoen, om zich in het vervolg te beperken tot hun gitaartandem en het zingen over te laten aan een zanger met wat meer ervaring. De afwisselende rauwere zanglijnen mogen wat mij betreft wel behouden blijven. Deze zorgen namelijk voor een aangename afwisseling.

Beyond Fallen

Mindfire

Geschreven door

Het Amerikaanse Beyond Fallen is met ‘Mindfire’ toe aan zijn tweede langspeler. Ik moet eerlijk toegeven, dat dit het eerste is wat ik van deze band hoor. Laat ons hopen dat dit dan ook niet het laatste zal zijn. De mannen brengen namelijk meer dan voortreffelijke Power Metal met ballen, waarbij de invloeden eerder uit de Thrash scene komen.
Wie bij het woord Power Metal al gaat wegdromen van opgeblonken zanglijnen met hoge uithalen, in de lijn van Blind Guardian en Hammerfall (met alle respect voor beide bands), zal waarschijnlijk ontgoocheld zijn, door de ruwe en heldhaftige vocals van Joe Karavis, die in beperkte mate doen denken aan Stephen Frederick (Ex-Firewind). Voor wie het al eens wat steviger mag, zal dit een uitstekende plaat zijn.
Muzikaal beukt Beyond fallen er lekker op los. Hierbij meen ik regelmatig invloeden van Slayer te horen doorklinken, voornamelijk in “Act Of War” en “Blood On The Ice”. De afwisseling tussen galopperende riffs en rustigere arrangementen, doet mij dan weer denken aan de US Power Metal Goden van Iced Earth. Toch vallen deze bands nauwelijks met elkaar te vergelijken door de combinatie met andere invloeden en de eigen originele inbreng van Beyond Fallen.
’Mindfire’ blijft van het begin tot het einde boeien, door de afwisseling van razendsnelle, hakkende en bij momenten beukende riffs met scherpe en melodieuze solo’s. Het instrumentale “Fields of Honor” met daarbij aansluitend titeltrack “Mindfire”, kunnen hierbij als uitstekend voorbeeld dienen.
Hoewel het volledige album een hoog niveau aanhoudt, springt de combinatie van deze nummers er toch nog net uit. Fans van het genre zullen deze plaat zonder twijfel met open armen ontvangen. Wie echter niet zo vertrouwd is met het genre, gunt de plaat best een luisterbeurt alvorens tot het kopen ervan over te gaan.

Folkdranouter 2007: zaterdag 4 augustus

Geschreven door

Een gretige Absynthe Minded (Kayam tent) speelde een pittig, bedreven, gevarieerde set. De band, onder Bert Ostyn, bracht in het voorjaar hun derde cd ‘There is nothing’ uit, een combinatie van subtiel, uitgewerkte gitaarpopsongs, Balkanpop en grillige avontuurlijke pop, die onverwachtse wendingen kunnen ondergaan. Een hoofdrol was weggelegd voor de fors klinkende vioolpartijen van Renaud Ghilbert. 
Het vijftal legde de klemtoon op de recente cd met het fijne “On a plane”, een stevige “Stuck in reverse” en een avontuurlijk klinkende titelsong. Ouder werk was er met “To the boredoms dying slowly”, “I like you when you’re sad”, “Substitute” en het intiem, pakkende op “Mia” geënte “My heroics, part one”. Ze gooiden er een vleugje Balkan tegenaan op “The great height” en “I am a fan”.

Think of One
kwamen we tegen op de festivalweide. De ‘Artist In Reverse’  speelden op hun automobiel fanfare, hoempapa en zigeunermuziek, wat door de  voorbijgangers ferm werd gesmaakt.

Isobel Campbell & Mark Lanegan (Kayam tent), vergezeld van vier muzikanten, waren toch wel de vreemde eend in de bijt op Folkdranouter.  Onder het ‘Beauty & the Beast’ imago refereerden ze aan Nancy Sinatra & Lee Hazelwood en Nick Cave & Kylie Minogue: intieme luisterliedjes door een huiveringwekkende, dreigende sound door de engelen-/elfenzang van de Schotse Campbell en de grauwe, doorleefde vocals van Lanegan.
Een bruidspaar onstage, maar één van elkaar geen blik gunnen: Lanegan ratelde op coole wijze z’n teksten, ook wanneer Campbell giechelde toen ze op het eind van één van de songs haar tekst kwijt was.
De donker, lieflijke songs “Revolver”, “Deus ibi est” en “The false husband” werden mooi uitgebalanceerd en hadden een perfecte samenzang. Lanegan nam een hoofdrol op “I ll take care of you” (controverse naar Campbell?!), “Circus is leaving town” en “Little Sadie”; Campbell op haar beurt deed het op  “Saturday’s gone” en “Do you wanna come walk with me”. “Come on over” was een veelbelovende nieuwe song. Het duo besloot met het bluesy bebopachtige “Ramblin’ man” van Hank Williams. 
Lanegan & Campbell: twee verschillende werelden, met tussen hen een denkbeeldig ijzeren gordijn, hebben elkaar ontmoet op het podium.

Toumani Diabaté & the Symmetric Orchestra (Kayam tent) kon rekenen op erkenning door de samenwerking met Ali Farka Touré en Gorillaz. Ze zijn met Tinariwen en Amadou & Mariam de muzikale verademing binnen de afroworld pop. Samen met z’n twaalfkoppig gezelschap trekt de band uit Mali door Europa.
Diabaté werd aangekondigd als de Jimi Hendrickx van de kora, een speciaal snaarinstrument. De worldpop kreeg kleur door de dans en zang, opgezweept door een begeesterende djembé speler. De songs werden op die manier mooi uitgesponnen. Minpunt: de ietwat te lange vocale voordracht van Diabaté over z’n snaarinstrument.

Teitur (Flamundo) was één van de eerste artiesten uit de Faroer-eilanden die te Dranouter concerteerde. Fijnzinnige, pakkende singer/songwriterpop met een etno tintje, die aan de Ijslandse pop van Sigur Ros en Mum deed denken. 

Admiral Freebee (Kayam tent) treedt op in verschillende muzikale gedaantes. Tom Van Laere, in grunge plunje met houthakkershemd, had Bjork Erikson, een op Murph (van Dinosaur Jr.) lijkende drummer en zangeres Nina Babet mee. Op Dranouter kozen ze voor een semi-akoestische aanpak, maar de huiskamerpop klonk gaandeweg krachtiger en kon worden aanzien als een rock’n’roll tuinfeest. 
In een sober aangepast kleedje begonnen ze met “Admiral for preseident”, “Recipe for disaster”,  “Ever present” en “Oh darkness”. Enkele evergreens en meezingers als “Breath in, breath out” en “Hope alone” schroefden het tempo omhoog. Het was de aanzet van een finalereeks van een real rock’n’roll/americana feestje: “Living for the weekend”, “Einstein brain”, “Lucky one” en “Rags’n’run”. Glansrol had Nina Babet op “Boy you never found”.
Gelimiteerd of niet: het resultaat was een ontketende zanger en een uitgelaten publiek!

Sinead O’Connor (Kayam tent) zagen we twee jaar geleden aan het werk met de dubreagge techneuten Sly & Robby, in het kader van de cd  ‘Throw down your arms’. ‘Theology’ is haar nieuwe cd met sfeervolle en ingetogen religieuze songs, de leefwereld die de priesteres na ‘Universal mother’ (’94) er op nahoudt.
Ze speelde een afwisselende set solo en met haar band, die haar 20 jarige carrière overbrugde, gedragen door haar helder, emotievolle stem. 
Ze putte uit haar succesvolle platen ‘I do not want what I haven’t got’ , ‘Universal mother’ en ‘Faith & Courage’, in combinatie met een handvol nummers uit ‘Theology’.
Maar de set dito stem gingen wat de mist in door een erbarmelijke versterking,  wat een domper was om volledig te kunnen opgaan in haar muzikaal concept. De intieme songs “Healing room”, “Black boys on mopeds” en “Junkie lies”, gedragen door haar stem en akoestische gitaar, kwamen onvoldoende tot hun recht, wat een teneur was! Maar ze was goedlachs en onder de indruk van de respons. “Emperor new clothes”, “Stretched on your grave” en “Lamb’s book of live” waren een goede start. “Throw down your arms”  was de meest groovy, dansbare song met reggae tunes.  Naar een hoogtepunt ging het met “Nothing’s compares to U”, “Thank you for hearing me” en “In this heart”, haar lofbetuigingen aan God. “Something beautiful” en “If you had a vineyard”, uit ‘theology’, waren de mindere songs van de set.
Ze eindigde alvast in schoonheid met “The last days of our acquaintance”, “We people” en “Rivers of Babylon”, de spiritual, groots gemaakt door Boney M.   Sinead O’Connor: een uniek zangtalent, doch haar muzikaal religieus pad was effen, als de ‘goddamned’ geluidsversterking beter kon worden afgestemd…

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

Folkdranouter 2007: vrijdag 3 augustus

Geschreven door

De voorzichtige verhuis naar het nieuwe stuk terrein tijdens de vorige editie, werd positief ervaren. Het volledige festivalterrein bracht de organisatie naar één zijde van de weg, die samen met enkele pleintjes, de vele kraampjes en animatie acts een prachtig decor opleverde. 
Er was geen Clubtent of Cirque deze maal. Ze werden omgedoopt tot de Flamundo, de Palace en de Kring.
Folkdranouter bewandelt nieuwe artistieke paden, ‘the new tradition’, wat een ontdekkingstocht is van een rijke en gevarieerde programmatie.
De 33e editie van Folkdranouter was een groots succes met ruim 5000 meer bezoekers dan vorig jaar, 77000 in totaal.
Folkdranouter kon als vanouds rekenen op een zonovergoten, stralende driedaagse. Naast de muziek was de factor ven een leuke, ontspannende sfeer en gezelligheid de voornaamste troef.
Op vrijdag zette Bart Peeters de tent op z’n kop; wat een entertainer. Axelle Red mocht ingetogen de nacht besluiten. Op zaterdag waren Isobel Campbell & Mark Lanegan de vreemde eend in de bijt en had Sinead O’Connor te kampen met een erbarmelijk geluid, wat haar set deels de mist deed ingaan. Op zondag toonde Arno aan dat hij nog maar weinig wilde haren kwijt was, maakten The Levellers de brug tussen folk en poprock., en mocht Think Of One, ‘the artist in residence’, na ettelijke locaties op het terrein,  in de Kayam tent een feestje bouwen met hun multi-culturele sound.

Kadril (Kayam tent)
, onder de broers Libbrecht, zijn al zo’n kleine dertig jaar bezig en maakten al een evolutie door van folk, folkrock en luisterpop. Kadril is een niet te onderschatten band die het pad effenden voor de carrière van Patrick Riguelle en Eva De Roovere. Marilien Boussemaere is de nieuwe zangeres. ‘Mariage’ is het nieuwe muzikale project van dit uitgebreid gezelschap. Kadril speelde instrumentale als gezongen ingetogen en ietwat forser klinkende traditionele folkpop. De gepaste aftrap van het driedaagse Folkfestival.

The Tellers (Flamundo) is een Waals bandje die met de vorig jaar verschenen EP ‘More’ zich al onderscheidde. Het jonge viertal speelde een sober gehouden set van  sfeervolle, broeierige gitaarpop. De semi-akoestische aanpak werd sterk geapprecieerd, want de groep kon rekenen op een sterke respons in de behoorlijk gevulde (kleine) tent. Later op de avond waren ze nog te zien in De Kring.

Altan (Kayam tent) is een graag geziene band op het festival. De Ierse band rond Frankie Kennedy en Mairéad Ni Mhaonaigh (de vioolspelers van de groep) zakte al voor de vierde maal af naar Dranouter, en speelde een gevarieerde set van opzwepende en intimistische folk. Hun instrumentarium van accordeon, violen, akoestische gitaar en trom maakten hen de vaandeldragers van de Ierse folk, waarbij elke song z’n eigen verhaal heeft. De gezongen songs van Mairméad zijn sfeervol en de instrumentals waren aanstekelijk en werkten in op de dansspieren.

The Bony King Of Nowhere (Flamundo) zijn net als The Tellers een veelbelovend bandje van ingetogen, melancholische pop, waarbij de songs sober en minimalistisch gehouden werden. De verstilde pop, de overwaaiende vocals en de keyboards waren intrigerend. De Gentse band rond Bram Van Parys refereerde aan Low en Bonnie Prince Billy.

Bart Peeters (Kayam tent) zette de vorige keer de Kleine Concerttent op z’n kop. Bart Peeters is bezig aan een muzikale veroveringstocht van z’n ‘Slimmer dan de Zanger’ tournee; we waren sterk onder de indruk wat hij met z’n begeleidingsband presteerde. Een instrumentarium van viool, accordeon, gitaarspel en derboeké (een variant op de djembé) leverde een ambiancegeluid op van pop, rock, folk, jazz, balkan en wereldmuziek. Hij entertainde het publiek en zorgde voor een waar volksfeest! De Nederlandstalige songs met opzwepende bindteksten hadden een meezinggehalte en gingen erin als zoetekoek. Meteen was er een swingende start met de titelsong “Slimmer dan de zanger”,  “Ik wil je” en “Poolijs”. “Allemaal door jou” kreeg zelfs een André Hazes gestalte.
Hij bracht gastvocalisten Djarnel (een vleugje world op “Messias”) en buikdanseres Hadise (backing vocals op “De weg naar je hart”) mee. Dit was ‘sensualiteit’ boven de Axelle Red norm. Absolute hoogtepunt was “Liefde is alles”, toen Bart in het publiek sprong en de liefdesbetuiging van een jong koppeltje in de verf zette; vreugde en emotie… hand in hand samen.
Het tempo hielden ze hoog met een aangepaste versie van “I’m into folk” en “Heist aan zee”, waarin een hoofdrol was weggelegd voor violist/gitarist Emiel, die z’n danskunst tentoon spreidde. Bart eindigde in schoonheid met het fuifnummer “Aaaaa”: een feestje tussen de band, de guestvocalisten en het uitzinnige publiek. Geweldig tot wat deze volksmenner allemaal in staat was! De smaakmaker van het driedaagse festival!

Het Britse Starsailor (Kayam tent), de sympathieke band onder zanger/gitarist James Walsch, is telkens op de afspraak sinds de vorige cd ‘Silence is easy’. Een band zonder pretentie, die z’n opdracht volbracht van fijne melodieuze poprock. Een geslaagde set. Het waren vooral de oudere emotievolle songs als “Misguided fool”, “Alcoholic”, “Fever”, “Love is here” en “Good souls”, die het haalden van de recenter krachtige songs “In my blood” en “Counterfeit life”.
Walsch speelde een Stones song solo, en bekoorde  jonge meisjesharten met “Some of us”. “4 to the floor” lieten ze uitmonden in hun succesvolle beatversie. “Silence is easy”, waarin een “Dancing queen” ABBA-deuntje was verwerkt, besloot definitief het optreden. Starsailor stond garant voor een goed uur subtiele gitaarrock.

Het zigeunercollectief Think Of One (Flamundo), rond David Bouvée (de man met de NAFT pet) en Tomas de Smet, was elke dag te zien op een andere locatie op de festivalweide. Totaal onaangekondigd openden ze in de Palace het festival voor geopend. Die avond traden ze dan op in de Flamundo tent. Een muzikaal reisverhaal van aanstekelijke balkanpop, world, hoempapa en fanfaremuziek door blazers en percussie, wat een dampende party opleverde.

Axelle Red (Kayam tent) is al een kleine vijftien jaar bezig. Haar sfeervolle Franstalig klinkende pop, doorspekt van een soul en funky groove, wordt gedragen door haar breekbare, sensuele stem.
Op het podium stond een groot oud tv toestel met schotelantenne, refererend aan de eerste BRT beelden. De begeleidingsband kwam bijna regelrecht uit de ‘Memphis’ soul stal. “Sensuality” opende de anderhalf uur durende set. Haar recentste cd ‘Jardin secret’ kwam uitgebreid aan bod met intieme songs als  “Naive”, “Temps pour nous”, “Perles de pluie”, “Ce don’t le monde a besoin” en “Fruit defendu”. Het oude, bekende werk had meer vaart, waaronder “Le monde tourne mal” en “I had a dream”. “Je t’attends” was het kippenvelmoment.
Axelle Red trok de kaart van een uiterst sfeervolle set, wat een voorbeeld was van het brede concept van ‘the new tradition’ van Folkdranouter. 

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

Tori Amos

American Doll Posse

Geschreven door
Na een korte time- out met de geboorte van haar dochter Natashya in 2000,  heeft Tori Amos momenteel drie veelzijdige albums uit, die een lange tijdsduur hebben: ‘A scarlet’s walk’ (’02) (18 songs),  ‘The beekeeper’ (’05) met 19 songs en tenslotte het onlangs verschenen ’American Doll Posse’ met maar liefst 23 nummers. Songs die een bewijs zijn van Amos’ artistiek of die te interpreteren zijn als een handig tussendoortje. Was de voorbije plaat in het teken van zes verschillende tuinen, dan is ‘American Doll Posse’ een concept van vijf Amos’ alter ego’s die op de cd staan afgebeeld. Ze wil de verschillende kanten van een vrouw, gebaseerd op karakters van de Griekse mythologie, zichtbaar maken, waaronder de carrièrevrouw, de vriendin en de minnares. 
Amos geeft dit weer in muzikale diversiteit, de ene maal met intiem pakkende songs (“Yo George”,“Father’s son”, “Code red”, “Mr Bad Man”, “Roosterspur bridge” en “Beauty of speed”), gedragen door haar emotievolle stem en haar begeesterend pianospel, andere zijn sfeervoller (“Big wheel”, “Digital ghost”, “Dark side of the sun” en “Posse bonus”), ondersteund door een softe percussie; er is ook sprake van poprocksongs (de single “Bouncing off clouds”, “You can bring your dog”  en “Secret spell”) en avontuurlijk zijn “Teenage hustling” en “Smokey Joe”; we horen zelfs een rockende Amos op “Fat slut” en “Body & Soul”. Van creativiteit gesproken! 
Niet alle nummers zijn even sterk, maar ‘American Doll Posse’ is een plaat van boeiende luistersongs, een bewijs van Amos’ songwriterschap.

Buffalo Tom

Three Easy Pieces

Geschreven door

Na het laatste album ‘Smitten’ (’97) is het sympathieke trio uit Boston een kleine tien jaar later opnieuw bij elkaar. En het is alsof de tijd is blijven stilstaan bij het trio Janovitz/Colbourn/Maginnis. ‘Three Easy Pieces’ is een vervolgverhaal op de puike platen ‘Let me come over’ (’92) en ‘Big red letter day’ (’93): meeslepende en intens bedreven emotievolle gitaarpopsongs. 
Het spelplezier druipt er vanaf. Het trio heeft nog steeds de magie om sterke songs af te leveren, onder de afwisselende leadzang Janovitz/Colbourn. 
“Bord phone call”, “Bottom of the rain”, “Good girl”, “September shirt” en de titelsong zijn snedige songs;  “You’ll never catch him”, “Lost downtown”, “Renovating en  “CC and Callas” hebben een spannende, broeierige opbouw en nummers als “Pendletow”, “Gravity”  en de afsluiter “Thrown” zijn sfeervoller door toetsen en steelpedal.
Kortom, Buffalo Tom staat er opnieuw en speelt frisse Amerikaanse gitaarrock op z’n best.

Built To Spill

Built to Spill

Geschreven door

Built to Spill is één van de best bewaarde Amerikaanse underground grunge/indie gitaarbands onder zanger/gitarist Doug Martsch. Platen als ‘Perfect from now on’ (’97) en ‘Keep it like a secret’ (’99) beantwoorden aan het werk van Neil Young & Crazy Horse, Pavement en Dinosaur Jr. De nieuwe cd ‘You In Reverse’ doet de lauwe voorganger van 2001 ‘Ancient melodies of the future’ vergeten. 
‘You In Reverse’ is al vorig jaar verschenen in de VS, maar is pas nu in Europa beschikbaar. Trouwens, de band heeft een Europese tournee gepland, en dat was van ’99 geleden!
Tien songs zijn terug te vinden, waarvan meer dan helft zes minuten klokken. Da’s nu net Built to Spills muzikale formule: intens bedreven en sfeervol dromerige (grunge/indie)gitaarrock, door lang uitgesponnen gitaarlagen, een repetitieve bas en een bezwerende drums, onder Martsch zweverige, zalvende onvaste stem.
Opener “Goin’ against your mind” zet meteen de juiste toon op de cd en is een klasse song zonder meer van meer dan acht minuten. “Conventional wisdom” komt regelrecht uit de Dinosaur stal en met “Just a habit” is er een vervolg klaar op ‘80’s band The Feelies. “Mess with time” flirt met Jello Biafra’s Dead Kennedys en “Traces”, “Liar”, “Wherever you go” en afsluiter “The wait” zijn de sfeermakers op de plaat. 
Martsch ontpopte zich door de jaren als een fervent politicus en kunstliefhebber: zie maar de tekening op de cover en z’n moraalfilosofie van anarchie op een sociaal verantwoordelijke, coöperatieve wijze is in ons hart gegrift!

Various Artists

Ex Drummer OST

Geschreven door

Ex Drummer is één van de bekende werken uit het omvangrijke oeuvre van Herman Brusselmans, een verhaal over de wereld van de rock’n’roll, ver van de glitter en de glamour. Koen Mortier is de regisseur van de film, en verrast eveneens met de soundtrack, waarbij enkele bekende Vlaamse artiesten als Arno, Kowlier en Millionaire het hef in handen nemen; ze zorgen voor een paar originele tracks: Arno “Een boeket met pisseblommen”, Kowlier met de stoner’killer’song “De grotste lul van ’t stad” en Millionaire met de Devo cover “Mongoloid”.
Het is een soundtrack van noisy gitaarwerk (Lightning Bolt, Blutch en Millionaire), postrock (Madensuyu en Mogwai), donkere dreigende muziek (Isis), punk/hardcore (Funeral Dress), vettige rockabilly (Experimental Tropic Blues Band) en sfeervolle pop (An Pierlé & White Velvet en The Tritones). 
Op de soundtrack zijn dus een pak schreeuwerige songs te vinden, de link met  de film en Brusselmans’ persoonlijkheid?!

Editors

An end has a start

Geschreven door

Editors, een kwartet uit Birmingham, onder zanger/songschrijver Tom Smith, viel al twee jaar terug op met ‘The Back Room’. Ze halen invloeden uit de huidige postpunk en ‘80’s wave van Joy Division, Echo & the Bunnymen en The Chameleons. Smith zelf noemt Michael Stipe als z’n voornaamste inspiratiebron. Whatever, de tweede cd is een toegankelijk album: het gejaagde tempo, de donker dreigende en beklemende sfeer is geraffineerd en subtieler. Poprockwave dus!
Het is een boeiende, afwisselende plaat geworden. Enkele songs refereren naar het debuut: de single “Smokers outside the hospital doors”, “Bones” en “Escape the nest”. Het tempo is omlaag geschroefd op volgende songs, die inderdaad aan R.E.M. refereren: “The weight of the world”, “The racing rats” en “Push your head towards the air”. “Well worn hand” is een pianoballad en sluit in schoonheid de plaat af. Onderliggend zijn er Coldplay trekjes.
De plaattitel ‘An end has a start’ kan geassocieerd worden met Joy Divisions ‘A means to an end’.
Het is een kwalitatief sterke plaat geworden van een band die een boeiende koers is ingeslagen en een schitterende toekomst tegemoet gaat.

Sinead O’Connor

Theology

Geschreven door
Sinead O’Connor bracht twee jaar terug een popreggeaplaat uit ‘Throw down your arms’, die ze opname met Sly & Robby. Het resultaat was een freakende, groovy, broeierige religieuze sound. Haar optreden met Sly & Robby, gekoppeld aan de plaat, bleek de ideale gospel zondagsmis!
Sinds ‘Universal Mother’ (’94)  wuifde O’Connor grotendeels de muziekindustrie vaarwel, legde zich toe op religie en trok zich terug in een klooster. Haar liefde tot God en spirituele beleving leverde nog puik platenwerk af als ‘Faith & Courage’ (’00), een fijne popplaat, ‘The Gospel Oak EP’ en ‘Sean-Nos Nua’, geworteld in haar Ierse folkroots; ze bevatten naast eigen songs, originele bewerkingen van andermans materiaal. 
Ook de huidige cd ‘Theology’ is opnieuw zo’n voorbeeld van religieus getinte nummers. Het is een dubbelcd waarbij al het materiaal twee keer werd opgenomen, zowel met een volledige begeleidingsband (The London Sessions), als akoestisch (The Dublin Sessions).
The Dublin Sessions komt het sterkst uit de verf: intiem pakkende songs, gedragen door haar mooie, warme stem. Huiveringwekkend. Om kippenvel van te krijgen! Luister maar een naar “Something beautiful”, “Out of the dephts”, “Dark I am yet lovely”, “If you had a vineyard”, “33” en “The Glory of Jah”.
The London Sessions is een logisch vervolg op ‘Faith & Courage’, geraffineerde sfeervolle popsongs, die subtiel uitgewerkt zijn. Geslaagd, maar niet steeds overtuigend!
Haar bewerkingen van Curtis Mayfield “We people who are darker than blue”, de uit Jesus Christ Superstar gehaalde “I don’t know how to love him” en de door Boney M tot hit gemaakte spiritual “Rivers of Babylon” zijn op beide cd’s écht sterk en emotievol.
Hoe dan ook, we zijn en blijven onder de indruk van het zangtalent en de aanpak van Sinead die haar eigen ‘muzikaal religieus pad‘ kiest en bewandelt.

10 Days Off 2007: DAY 10: Tiga & Co

Geschreven door

Voor de 4de keer was Tiga te gast op het indoor festival van 10 Days Off. Een negen uur durende set waarvoor Tiga een aantal van zijn muziekbroeders mee had.

Jori Hulkkonen,
het bewijs dat men in Finland niet alleen ‘Nokia’ en ‘Lordi’ kent, is deze elektronicaDJ. Deze ‘coole’ DJ is beïnvloed door de electro scene van eindjaren ’80 en werkte samen met de juiste mensen, wat hem een gegeerde clubDJ maakte. Techno, electro en trance zijn  een geliefd concept. Jori mocht het publiek opwarmen, wat positief ontvangen werd.

Konrad Black:
lekkere basses en sferische sounds kenmerken Konrad Black. Zijn inspiratie haalde hij uit de hip hop en drum’n’bass. Producties waren de afgelopen jaren minimaal; hij gaf zijn carrière al elan door samenwerkingsverbanden met o.a. Swayzak, Ed Rush, Mark Houle TRoy Pierce en dus ook met Tiga. 

Tiga
heeft er al een pak samenwerkingen opzitten en was voor de 4de keer te gast in De Vooruit. De Vooruit was opnieuw  full house. Met zijn sublieme mix bracht hij de 'B- live room'  in beweging. De Canadees bracht stevige dance en retro ’80’s electro. Op het eerste hoogtepunt, al vroeg in de set, “What else is there” van Röyksopp, ging de fuivende menigte helemaal uit de bol. De aanzet voor een goede twee uur Tiga-dance mix.

Proxy,
live from Moskou. Voor de mensen die zijn gehele naam willen weten en een poging willen doen om hem uit spreken,
Pozharnov Yevgeny Alexandrovich, veel succes!! Hij is de laatste nieuwe man van ‘Turbo Recordings’ (het label van Tiga) en wordt aanzien als een stevige aanwinst. Met zijn toegankelijk opzwepende set liet hij de grote ‘Tiga electro muziek puzzel’ in elkaar passen. 

De 13e editie van 10 Days Off zit erop. Elke dance- en elektronicafreak werd op z’n wenken bediend door de mengeling van techno, house, elektronica, drum ’n’bass, hip hop en trance.Thanx 10 Days Off. Tot in 2008!

Organisatie: 5 voor 12

The Cinematic Orchestra

Ma Fleur

Geschreven door
The Cinematic Orchestra is een Britse band uit Londen onder Jason Swinscoe. Ze staan garant voor een sound van elegante schoonheid en sentimentaliteit. Ze graven een eigen weg binnen de intieme trippop, die af en toe iets krachtiger klinkt.
Het zijn dromerige, sfeervolle soms breekbare songs die in een filmisch decor passen. Trouwens, de kennismaking met deze band gebeurde met de soundtrack ‘Man without the moviecamera’ (een Russische stomme film in 2003).
Vijf jaar na ‘Every day’ heeft  Cinematic Orchestra  met ‘Ma Fleur’ het muzikale script klaar van een nog af te werken film…
Er zijn enkele gastrollen: Patrick Watson (“That home”, “Music box”), die doet denken aan Antony & The Johnsons, Lou Rhodes zingt op “Time & space”,  wat refereert aan het rustige werk van Lamb en haar vorig jaar verschenen soloplaat, en er is de soul van Fontella Bass.
‘Ma Fleur’ is een fijne, heerlijke sfeerplaat.
Te bezien op 9 oktober in een organisatie van Jazztronaut in de AB, Brussel.

Au Revoir Simone

The bird of music

Geschreven door
Au Revoir Simone, drie jonge deernes uit Brooklyn, debuteerden met de EP ‘Verses of Comfort, Assurance and Salvation’. Stemmige (indie)popelektronica, die veel aan de verbeelding overlaat door de romantisch sfeervolle klanken en de lieflijke meerstemmige zang. ‘The bird of music’ is een vervolgverhaal van de wegdromende muziek van de dames. Af en toe klinkt de drumbeat iets forser en meer uptempo, als op “A violent yet flammable world”, “Dark halls” en “Night majestic”. 
Voor wie houdt van de dames van Electrelane en Stereolab, Björk, Laïka, Mum  en Kings Of Convenience is dit een aanschaf meer dan waard.
Pagina 464 van 471