logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14582 Items)

Justice

Cross

Geschreven door

Justice is de nieuwe Franse danssensatie na Daft Punk en Cassuis. Het duo Gaspard Augé en Xavier de Rosnazy vielen voor de eerste maal op in 2003 toen ze Simians “Never be alone” remixten. In hun dance concept integreert het duo een pak invloeden en hakken ze het door de mallemolen. 
De mosterd werd gehaald uit de 2 Many DJ’s en Daft Punk stal: er is het DJ-en, de disco en vettige, schurende basses, de chemical breakbeats en bleeps, de Princefunk, de drum’n’bass van Rush/Optical/Grooverider, een vleugje punkfunk, electro, trance en ronkende noise. Door de dansnummers flitsen verder Mylo, Groove Armada, Air en de Britse new-rave rage van bands als The Klaxons en Shitdisco door ons hoofd. Het Franse duo maakt er een party van.
Ze reizen de wereld rond met een groot oplichtend wit kruis, dat op het podium achter hun draaitafels en computers wordt opgesteld. 
Op ‘Cross’ hoor je een resem danskrakers: “D.A.N.C.E.”, waarop ze beroep deden op de zangeres van The Go!Team, “Dvno” en “Phantom” (wat een mooie uitloper!) is stampende funk en dance, “Tthhee ppaarrttyy” wordt bepaald door een verbeten vrouwelijke rapzang, totally weirdo klinkt het pompende “Stress” en tenslotte is er “Waters of Nazareth”, de meest lawaaierige song met ronkende noise!
Het toepasselijke “Genesis” leidt de cd in met drum’n’bass, electro, funk en trance; het is een donker dreigende opener, die als het ware een nieuwe soundtrack kan zijn voor Battlestar Galactica; “Let there be light” lijkt wel een overstuurde Air on speed. “Valentine” is een aangename verfrissing, een sfeervol rustpunt! En het afsluitende “One minute to midnight” knipoogt naar de Eric Prydz bewerking van Pink Floyd.
Kortom, Justice is,  samen met Digitalism en Simian Mobile Disco, de nieuwe wind in techno en electro land! Let there be Justicerock.

Seventh Calling

Monuments

Geschreven door

Dat deze band uit Amerika afkomstig is, hoor je al snel aan het gitaarspel, dat bij momenten erg rauw klinkt en de wat ruwere zanglijnen van één van beide zangers. Toch steekt Seventh Calling ook zijn bewondering voor de oude NWOBHM bands als Judas Priest, niet onder stoelen of banken. Vooral hun voorliefde voor gitaartandems laten dit uitschijnen.
Lange en Handel vullen elkaar op muzikaal vlak erg goed aan en klinken alsof ze al jaren samenspelen. Toch valt op muzikaal vlak niet veel bijzonders te vermelden. Elk nummer is van een hoogstaand niveau zonder echt uit te schieten. Er wordt voldoende afgewisseld tussen tragere en snellere, rauwere en meer gepolijste stukken, …wat ervoor zorgt dat het album vlot beluisterd kan worden. Toch lukt het mij niet echt om mij dieper in de nummers in te leven. Waarschijnlijk zijn de vocale prestaties van Lange en Handel hier deels voor verantwoordelijk. Vooral wanneer men hoger probeert te zingen komt het nogal houterig over. Misschien zouden de heren er beter aandoen, om zich in het vervolg te beperken tot hun gitaartandem en het zingen over te laten aan een zanger met wat meer ervaring. De afwisselende rauwere zanglijnen mogen wat mij betreft wel behouden blijven. Deze zorgen namelijk voor een aangename afwisseling.

Beyond Fallen

Mindfire

Geschreven door

Het Amerikaanse Beyond Fallen is met ‘Mindfire’ toe aan zijn tweede langspeler. Ik moet eerlijk toegeven, dat dit het eerste is wat ik van deze band hoor. Laat ons hopen dat dit dan ook niet het laatste zal zijn. De mannen brengen namelijk meer dan voortreffelijke Power Metal met ballen, waarbij de invloeden eerder uit de Thrash scene komen.
Wie bij het woord Power Metal al gaat wegdromen van opgeblonken zanglijnen met hoge uithalen, in de lijn van Blind Guardian en Hammerfall (met alle respect voor beide bands), zal waarschijnlijk ontgoocheld zijn, door de ruwe en heldhaftige vocals van Joe Karavis, die in beperkte mate doen denken aan Stephen Frederick (Ex-Firewind). Voor wie het al eens wat steviger mag, zal dit een uitstekende plaat zijn.
Muzikaal beukt Beyond fallen er lekker op los. Hierbij meen ik regelmatig invloeden van Slayer te horen doorklinken, voornamelijk in “Act Of War” en “Blood On The Ice”. De afwisseling tussen galopperende riffs en rustigere arrangementen, doet mij dan weer denken aan de US Power Metal Goden van Iced Earth. Toch vallen deze bands nauwelijks met elkaar te vergelijken door de combinatie met andere invloeden en de eigen originele inbreng van Beyond Fallen.
’Mindfire’ blijft van het begin tot het einde boeien, door de afwisseling van razendsnelle, hakkende en bij momenten beukende riffs met scherpe en melodieuze solo’s. Het instrumentale “Fields of Honor” met daarbij aansluitend titeltrack “Mindfire”, kunnen hierbij als uitstekend voorbeeld dienen.
Hoewel het volledige album een hoog niveau aanhoudt, springt de combinatie van deze nummers er toch nog net uit. Fans van het genre zullen deze plaat zonder twijfel met open armen ontvangen. Wie echter niet zo vertrouwd is met het genre, gunt de plaat best een luisterbeurt alvorens tot het kopen ervan over te gaan.

Folkdranouter 2007: zaterdag 4 augustus

Geschreven door

Een gretige Absynthe Minded (Kayam tent) speelde een pittig, bedreven, gevarieerde set. De band, onder Bert Ostyn, bracht in het voorjaar hun derde cd ‘There is nothing’ uit, een combinatie van subtiel, uitgewerkte gitaarpopsongs, Balkanpop en grillige avontuurlijke pop, die onverwachtse wendingen kunnen ondergaan. Een hoofdrol was weggelegd voor de fors klinkende vioolpartijen van Renaud Ghilbert. 
Het vijftal legde de klemtoon op de recente cd met het fijne “On a plane”, een stevige “Stuck in reverse” en een avontuurlijk klinkende titelsong. Ouder werk was er met “To the boredoms dying slowly”, “I like you when you’re sad”, “Substitute” en het intiem, pakkende op “Mia” geënte “My heroics, part one”. Ze gooiden er een vleugje Balkan tegenaan op “The great height” en “I am a fan”.

Think of One
kwamen we tegen op de festivalweide. De ‘Artist In Reverse’  speelden op hun automobiel fanfare, hoempapa en zigeunermuziek, wat door de  voorbijgangers ferm werd gesmaakt.

Isobel Campbell & Mark Lanegan (Kayam tent), vergezeld van vier muzikanten, waren toch wel de vreemde eend in de bijt op Folkdranouter.  Onder het ‘Beauty & the Beast’ imago refereerden ze aan Nancy Sinatra & Lee Hazelwood en Nick Cave & Kylie Minogue: intieme luisterliedjes door een huiveringwekkende, dreigende sound door de engelen-/elfenzang van de Schotse Campbell en de grauwe, doorleefde vocals van Lanegan.
Een bruidspaar onstage, maar één van elkaar geen blik gunnen: Lanegan ratelde op coole wijze z’n teksten, ook wanneer Campbell giechelde toen ze op het eind van één van de songs haar tekst kwijt was.
De donker, lieflijke songs “Revolver”, “Deus ibi est” en “The false husband” werden mooi uitgebalanceerd en hadden een perfecte samenzang. Lanegan nam een hoofdrol op “I ll take care of you” (controverse naar Campbell?!), “Circus is leaving town” en “Little Sadie”; Campbell op haar beurt deed het op  “Saturday’s gone” en “Do you wanna come walk with me”. “Come on over” was een veelbelovende nieuwe song. Het duo besloot met het bluesy bebopachtige “Ramblin’ man” van Hank Williams. 
Lanegan & Campbell: twee verschillende werelden, met tussen hen een denkbeeldig ijzeren gordijn, hebben elkaar ontmoet op het podium.

Toumani Diabaté & the Symmetric Orchestra (Kayam tent) kon rekenen op erkenning door de samenwerking met Ali Farka Touré en Gorillaz. Ze zijn met Tinariwen en Amadou & Mariam de muzikale verademing binnen de afroworld pop. Samen met z’n twaalfkoppig gezelschap trekt de band uit Mali door Europa.
Diabaté werd aangekondigd als de Jimi Hendrickx van de kora, een speciaal snaarinstrument. De worldpop kreeg kleur door de dans en zang, opgezweept door een begeesterende djembé speler. De songs werden op die manier mooi uitgesponnen. Minpunt: de ietwat te lange vocale voordracht van Diabaté over z’n snaarinstrument.

Teitur (Flamundo) was één van de eerste artiesten uit de Faroer-eilanden die te Dranouter concerteerde. Fijnzinnige, pakkende singer/songwriterpop met een etno tintje, die aan de Ijslandse pop van Sigur Ros en Mum deed denken. 

Admiral Freebee (Kayam tent) treedt op in verschillende muzikale gedaantes. Tom Van Laere, in grunge plunje met houthakkershemd, had Bjork Erikson, een op Murph (van Dinosaur Jr.) lijkende drummer en zangeres Nina Babet mee. Op Dranouter kozen ze voor een semi-akoestische aanpak, maar de huiskamerpop klonk gaandeweg krachtiger en kon worden aanzien als een rock’n’roll tuinfeest. 
In een sober aangepast kleedje begonnen ze met “Admiral for preseident”, “Recipe for disaster”,  “Ever present” en “Oh darkness”. Enkele evergreens en meezingers als “Breath in, breath out” en “Hope alone” schroefden het tempo omhoog. Het was de aanzet van een finalereeks van een real rock’n’roll/americana feestje: “Living for the weekend”, “Einstein brain”, “Lucky one” en “Rags’n’run”. Glansrol had Nina Babet op “Boy you never found”.
Gelimiteerd of niet: het resultaat was een ontketende zanger en een uitgelaten publiek!

Sinead O’Connor (Kayam tent) zagen we twee jaar geleden aan het werk met de dubreagge techneuten Sly & Robby, in het kader van de cd  ‘Throw down your arms’. ‘Theology’ is haar nieuwe cd met sfeervolle en ingetogen religieuze songs, de leefwereld die de priesteres na ‘Universal mother’ (’94) er op nahoudt.
Ze speelde een afwisselende set solo en met haar band, die haar 20 jarige carrière overbrugde, gedragen door haar helder, emotievolle stem. 
Ze putte uit haar succesvolle platen ‘I do not want what I haven’t got’ , ‘Universal mother’ en ‘Faith & Courage’, in combinatie met een handvol nummers uit ‘Theology’.
Maar de set dito stem gingen wat de mist in door een erbarmelijke versterking,  wat een domper was om volledig te kunnen opgaan in haar muzikaal concept. De intieme songs “Healing room”, “Black boys on mopeds” en “Junkie lies”, gedragen door haar stem en akoestische gitaar, kwamen onvoldoende tot hun recht, wat een teneur was! Maar ze was goedlachs en onder de indruk van de respons. “Emperor new clothes”, “Stretched on your grave” en “Lamb’s book of live” waren een goede start. “Throw down your arms”  was de meest groovy, dansbare song met reggae tunes.  Naar een hoogtepunt ging het met “Nothing’s compares to U”, “Thank you for hearing me” en “In this heart”, haar lofbetuigingen aan God. “Something beautiful” en “If you had a vineyard”, uit ‘theology’, waren de mindere songs van de set.
Ze eindigde alvast in schoonheid met “The last days of our acquaintance”, “We people” en “Rivers of Babylon”, de spiritual, groots gemaakt door Boney M.   Sinead O’Connor: een uniek zangtalent, doch haar muzikaal religieus pad was effen, als de ‘goddamned’ geluidsversterking beter kon worden afgestemd…

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

Folkdranouter 2007: vrijdag 3 augustus

Geschreven door

De voorzichtige verhuis naar het nieuwe stuk terrein tijdens de vorige editie, werd positief ervaren. Het volledige festivalterrein bracht de organisatie naar één zijde van de weg, die samen met enkele pleintjes, de vele kraampjes en animatie acts een prachtig decor opleverde. 
Er was geen Clubtent of Cirque deze maal. Ze werden omgedoopt tot de Flamundo, de Palace en de Kring.
Folkdranouter bewandelt nieuwe artistieke paden, ‘the new tradition’, wat een ontdekkingstocht is van een rijke en gevarieerde programmatie.
De 33e editie van Folkdranouter was een groots succes met ruim 5000 meer bezoekers dan vorig jaar, 77000 in totaal.
Folkdranouter kon als vanouds rekenen op een zonovergoten, stralende driedaagse. Naast de muziek was de factor ven een leuke, ontspannende sfeer en gezelligheid de voornaamste troef.
Op vrijdag zette Bart Peeters de tent op z’n kop; wat een entertainer. Axelle Red mocht ingetogen de nacht besluiten. Op zaterdag waren Isobel Campbell & Mark Lanegan de vreemde eend in de bijt en had Sinead O’Connor te kampen met een erbarmelijk geluid, wat haar set deels de mist deed ingaan. Op zondag toonde Arno aan dat hij nog maar weinig wilde haren kwijt was, maakten The Levellers de brug tussen folk en poprock., en mocht Think Of One, ‘the artist in residence’, na ettelijke locaties op het terrein,  in de Kayam tent een feestje bouwen met hun multi-culturele sound.

Kadril (Kayam tent)
, onder de broers Libbrecht, zijn al zo’n kleine dertig jaar bezig en maakten al een evolutie door van folk, folkrock en luisterpop. Kadril is een niet te onderschatten band die het pad effenden voor de carrière van Patrick Riguelle en Eva De Roovere. Marilien Boussemaere is de nieuwe zangeres. ‘Mariage’ is het nieuwe muzikale project van dit uitgebreid gezelschap. Kadril speelde instrumentale als gezongen ingetogen en ietwat forser klinkende traditionele folkpop. De gepaste aftrap van het driedaagse Folkfestival.

The Tellers (Flamundo) is een Waals bandje die met de vorig jaar verschenen EP ‘More’ zich al onderscheidde. Het jonge viertal speelde een sober gehouden set van  sfeervolle, broeierige gitaarpop. De semi-akoestische aanpak werd sterk geapprecieerd, want de groep kon rekenen op een sterke respons in de behoorlijk gevulde (kleine) tent. Later op de avond waren ze nog te zien in De Kring.

Altan (Kayam tent) is een graag geziene band op het festival. De Ierse band rond Frankie Kennedy en Mairéad Ni Mhaonaigh (de vioolspelers van de groep) zakte al voor de vierde maal af naar Dranouter, en speelde een gevarieerde set van opzwepende en intimistische folk. Hun instrumentarium van accordeon, violen, akoestische gitaar en trom maakten hen de vaandeldragers van de Ierse folk, waarbij elke song z’n eigen verhaal heeft. De gezongen songs van Mairméad zijn sfeervol en de instrumentals waren aanstekelijk en werkten in op de dansspieren.

The Bony King Of Nowhere (Flamundo) zijn net als The Tellers een veelbelovend bandje van ingetogen, melancholische pop, waarbij de songs sober en minimalistisch gehouden werden. De verstilde pop, de overwaaiende vocals en de keyboards waren intrigerend. De Gentse band rond Bram Van Parys refereerde aan Low en Bonnie Prince Billy.

Bart Peeters (Kayam tent) zette de vorige keer de Kleine Concerttent op z’n kop. Bart Peeters is bezig aan een muzikale veroveringstocht van z’n ‘Slimmer dan de Zanger’ tournee; we waren sterk onder de indruk wat hij met z’n begeleidingsband presteerde. Een instrumentarium van viool, accordeon, gitaarspel en derboeké (een variant op de djembé) leverde een ambiancegeluid op van pop, rock, folk, jazz, balkan en wereldmuziek. Hij entertainde het publiek en zorgde voor een waar volksfeest! De Nederlandstalige songs met opzwepende bindteksten hadden een meezinggehalte en gingen erin als zoetekoek. Meteen was er een swingende start met de titelsong “Slimmer dan de zanger”,  “Ik wil je” en “Poolijs”. “Allemaal door jou” kreeg zelfs een André Hazes gestalte.
Hij bracht gastvocalisten Djarnel (een vleugje world op “Messias”) en buikdanseres Hadise (backing vocals op “De weg naar je hart”) mee. Dit was ‘sensualiteit’ boven de Axelle Red norm. Absolute hoogtepunt was “Liefde is alles”, toen Bart in het publiek sprong en de liefdesbetuiging van een jong koppeltje in de verf zette; vreugde en emotie… hand in hand samen.
Het tempo hielden ze hoog met een aangepaste versie van “I’m into folk” en “Heist aan zee”, waarin een hoofdrol was weggelegd voor violist/gitarist Emiel, die z’n danskunst tentoon spreidde. Bart eindigde in schoonheid met het fuifnummer “Aaaaa”: een feestje tussen de band, de guestvocalisten en het uitzinnige publiek. Geweldig tot wat deze volksmenner allemaal in staat was! De smaakmaker van het driedaagse festival!

Het Britse Starsailor (Kayam tent), de sympathieke band onder zanger/gitarist James Walsch, is telkens op de afspraak sinds de vorige cd ‘Silence is easy’. Een band zonder pretentie, die z’n opdracht volbracht van fijne melodieuze poprock. Een geslaagde set. Het waren vooral de oudere emotievolle songs als “Misguided fool”, “Alcoholic”, “Fever”, “Love is here” en “Good souls”, die het haalden van de recenter krachtige songs “In my blood” en “Counterfeit life”.
Walsch speelde een Stones song solo, en bekoorde  jonge meisjesharten met “Some of us”. “4 to the floor” lieten ze uitmonden in hun succesvolle beatversie. “Silence is easy”, waarin een “Dancing queen” ABBA-deuntje was verwerkt, besloot definitief het optreden. Starsailor stond garant voor een goed uur subtiele gitaarrock.

Het zigeunercollectief Think Of One (Flamundo), rond David Bouvée (de man met de NAFT pet) en Tomas de Smet, was elke dag te zien op een andere locatie op de festivalweide. Totaal onaangekondigd openden ze in de Palace het festival voor geopend. Die avond traden ze dan op in de Flamundo tent. Een muzikaal reisverhaal van aanstekelijke balkanpop, world, hoempapa en fanfaremuziek door blazers en percussie, wat een dampende party opleverde.

Axelle Red (Kayam tent) is al een kleine vijftien jaar bezig. Haar sfeervolle Franstalig klinkende pop, doorspekt van een soul en funky groove, wordt gedragen door haar breekbare, sensuele stem.
Op het podium stond een groot oud tv toestel met schotelantenne, refererend aan de eerste BRT beelden. De begeleidingsband kwam bijna regelrecht uit de ‘Memphis’ soul stal. “Sensuality” opende de anderhalf uur durende set. Haar recentste cd ‘Jardin secret’ kwam uitgebreid aan bod met intieme songs als  “Naive”, “Temps pour nous”, “Perles de pluie”, “Ce don’t le monde a besoin” en “Fruit defendu”. Het oude, bekende werk had meer vaart, waaronder “Le monde tourne mal” en “I had a dream”. “Je t’attends” was het kippenvelmoment.
Axelle Red trok de kaart van een uiterst sfeervolle set, wat een voorbeeld was van het brede concept van ‘the new tradition’ van Folkdranouter. 

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

Tori Amos

American Doll Posse

Geschreven door
Na een korte time- out met de geboorte van haar dochter Natashya in 2000,  heeft Tori Amos momenteel drie veelzijdige albums uit, die een lange tijdsduur hebben: ‘A scarlet’s walk’ (’02) (18 songs),  ‘The beekeeper’ (’05) met 19 songs en tenslotte het onlangs verschenen ’American Doll Posse’ met maar liefst 23 nummers. Songs die een bewijs zijn van Amos’ artistiek of die te interpreteren zijn als een handig tussendoortje. Was de voorbije plaat in het teken van zes verschillende tuinen, dan is ‘American Doll Posse’ een concept van vijf Amos’ alter ego’s die op de cd staan afgebeeld. Ze wil de verschillende kanten van een vrouw, gebaseerd op karakters van de Griekse mythologie, zichtbaar maken, waaronder de carrièrevrouw, de vriendin en de minnares. 
Amos geeft dit weer in muzikale diversiteit, de ene maal met intiem pakkende songs (“Yo George”,“Father’s son”, “Code red”, “Mr Bad Man”, “Roosterspur bridge” en “Beauty of speed”), gedragen door haar emotievolle stem en haar begeesterend pianospel, andere zijn sfeervoller (“Big wheel”, “Digital ghost”, “Dark side of the sun” en “Posse bonus”), ondersteund door een softe percussie; er is ook sprake van poprocksongs (de single “Bouncing off clouds”, “You can bring your dog”  en “Secret spell”) en avontuurlijk zijn “Teenage hustling” en “Smokey Joe”; we horen zelfs een rockende Amos op “Fat slut” en “Body & Soul”. Van creativiteit gesproken! 
Niet alle nummers zijn even sterk, maar ‘American Doll Posse’ is een plaat van boeiende luistersongs, een bewijs van Amos’ songwriterschap.

Buffalo Tom

Three Easy Pieces

Geschreven door

Na het laatste album ‘Smitten’ (’97) is het sympathieke trio uit Boston een kleine tien jaar later opnieuw bij elkaar. En het is alsof de tijd is blijven stilstaan bij het trio Janovitz/Colbourn/Maginnis. ‘Three Easy Pieces’ is een vervolgverhaal op de puike platen ‘Let me come over’ (’92) en ‘Big red letter day’ (’93): meeslepende en intens bedreven emotievolle gitaarpopsongs. 
Het spelplezier druipt er vanaf. Het trio heeft nog steeds de magie om sterke songs af te leveren, onder de afwisselende leadzang Janovitz/Colbourn. 
“Bord phone call”, “Bottom of the rain”, “Good girl”, “September shirt” en de titelsong zijn snedige songs;  “You’ll never catch him”, “Lost downtown”, “Renovating en  “CC and Callas” hebben een spannende, broeierige opbouw en nummers als “Pendletow”, “Gravity”  en de afsluiter “Thrown” zijn sfeervoller door toetsen en steelpedal.
Kortom, Buffalo Tom staat er opnieuw en speelt frisse Amerikaanse gitaarrock op z’n best.

Built To Spill

Built to Spill

Geschreven door

Built to Spill is één van de best bewaarde Amerikaanse underground grunge/indie gitaarbands onder zanger/gitarist Doug Martsch. Platen als ‘Perfect from now on’ (’97) en ‘Keep it like a secret’ (’99) beantwoorden aan het werk van Neil Young & Crazy Horse, Pavement en Dinosaur Jr. De nieuwe cd ‘You In Reverse’ doet de lauwe voorganger van 2001 ‘Ancient melodies of the future’ vergeten. 
‘You In Reverse’ is al vorig jaar verschenen in de VS, maar is pas nu in Europa beschikbaar. Trouwens, de band heeft een Europese tournee gepland, en dat was van ’99 geleden!
Tien songs zijn terug te vinden, waarvan meer dan helft zes minuten klokken. Da’s nu net Built to Spills muzikale formule: intens bedreven en sfeervol dromerige (grunge/indie)gitaarrock, door lang uitgesponnen gitaarlagen, een repetitieve bas en een bezwerende drums, onder Martsch zweverige, zalvende onvaste stem.
Opener “Goin’ against your mind” zet meteen de juiste toon op de cd en is een klasse song zonder meer van meer dan acht minuten. “Conventional wisdom” komt regelrecht uit de Dinosaur stal en met “Just a habit” is er een vervolg klaar op ‘80’s band The Feelies. “Mess with time” flirt met Jello Biafra’s Dead Kennedys en “Traces”, “Liar”, “Wherever you go” en afsluiter “The wait” zijn de sfeermakers op de plaat. 
Martsch ontpopte zich door de jaren als een fervent politicus en kunstliefhebber: zie maar de tekening op de cover en z’n moraalfilosofie van anarchie op een sociaal verantwoordelijke, coöperatieve wijze is in ons hart gegrift!

Various Artists

Ex Drummer OST

Geschreven door

Ex Drummer is één van de bekende werken uit het omvangrijke oeuvre van Herman Brusselmans, een verhaal over de wereld van de rock’n’roll, ver van de glitter en de glamour. Koen Mortier is de regisseur van de film, en verrast eveneens met de soundtrack, waarbij enkele bekende Vlaamse artiesten als Arno, Kowlier en Millionaire het hef in handen nemen; ze zorgen voor een paar originele tracks: Arno “Een boeket met pisseblommen”, Kowlier met de stoner’killer’song “De grotste lul van ’t stad” en Millionaire met de Devo cover “Mongoloid”.
Het is een soundtrack van noisy gitaarwerk (Lightning Bolt, Blutch en Millionaire), postrock (Madensuyu en Mogwai), donkere dreigende muziek (Isis), punk/hardcore (Funeral Dress), vettige rockabilly (Experimental Tropic Blues Band) en sfeervolle pop (An Pierlé & White Velvet en The Tritones). 
Op de soundtrack zijn dus een pak schreeuwerige songs te vinden, de link met  de film en Brusselmans’ persoonlijkheid?!

Editors

An end has a start

Geschreven door

Editors, een kwartet uit Birmingham, onder zanger/songschrijver Tom Smith, viel al twee jaar terug op met ‘The Back Room’. Ze halen invloeden uit de huidige postpunk en ‘80’s wave van Joy Division, Echo & the Bunnymen en The Chameleons. Smith zelf noemt Michael Stipe als z’n voornaamste inspiratiebron. Whatever, de tweede cd is een toegankelijk album: het gejaagde tempo, de donker dreigende en beklemende sfeer is geraffineerd en subtieler. Poprockwave dus!
Het is een boeiende, afwisselende plaat geworden. Enkele songs refereren naar het debuut: de single “Smokers outside the hospital doors”, “Bones” en “Escape the nest”. Het tempo is omlaag geschroefd op volgende songs, die inderdaad aan R.E.M. refereren: “The weight of the world”, “The racing rats” en “Push your head towards the air”. “Well worn hand” is een pianoballad en sluit in schoonheid de plaat af. Onderliggend zijn er Coldplay trekjes.
De plaattitel ‘An end has a start’ kan geassocieerd worden met Joy Divisions ‘A means to an end’.
Het is een kwalitatief sterke plaat geworden van een band die een boeiende koers is ingeslagen en een schitterende toekomst tegemoet gaat.

Sinead O’Connor

Theology

Geschreven door
Sinead O’Connor bracht twee jaar terug een popreggeaplaat uit ‘Throw down your arms’, die ze opname met Sly & Robby. Het resultaat was een freakende, groovy, broeierige religieuze sound. Haar optreden met Sly & Robby, gekoppeld aan de plaat, bleek de ideale gospel zondagsmis!
Sinds ‘Universal Mother’ (’94)  wuifde O’Connor grotendeels de muziekindustrie vaarwel, legde zich toe op religie en trok zich terug in een klooster. Haar liefde tot God en spirituele beleving leverde nog puik platenwerk af als ‘Faith & Courage’ (’00), een fijne popplaat, ‘The Gospel Oak EP’ en ‘Sean-Nos Nua’, geworteld in haar Ierse folkroots; ze bevatten naast eigen songs, originele bewerkingen van andermans materiaal. 
Ook de huidige cd ‘Theology’ is opnieuw zo’n voorbeeld van religieus getinte nummers. Het is een dubbelcd waarbij al het materiaal twee keer werd opgenomen, zowel met een volledige begeleidingsband (The London Sessions), als akoestisch (The Dublin Sessions).
The Dublin Sessions komt het sterkst uit de verf: intiem pakkende songs, gedragen door haar mooie, warme stem. Huiveringwekkend. Om kippenvel van te krijgen! Luister maar een naar “Something beautiful”, “Out of the dephts”, “Dark I am yet lovely”, “If you had a vineyard”, “33” en “The Glory of Jah”.
The London Sessions is een logisch vervolg op ‘Faith & Courage’, geraffineerde sfeervolle popsongs, die subtiel uitgewerkt zijn. Geslaagd, maar niet steeds overtuigend!
Haar bewerkingen van Curtis Mayfield “We people who are darker than blue”, de uit Jesus Christ Superstar gehaalde “I don’t know how to love him” en de door Boney M tot hit gemaakte spiritual “Rivers of Babylon” zijn op beide cd’s écht sterk en emotievol.
Hoe dan ook, we zijn en blijven onder de indruk van het zangtalent en de aanpak van Sinead die haar eigen ‘muzikaal religieus pad‘ kiest en bewandelt.

10 Days Off 2007: DAY 10: Tiga & Co

Geschreven door

Voor de 4de keer was Tiga te gast op het indoor festival van 10 Days Off. Een negen uur durende set waarvoor Tiga een aantal van zijn muziekbroeders mee had.

Jori Hulkkonen,
het bewijs dat men in Finland niet alleen ‘Nokia’ en ‘Lordi’ kent, is deze elektronicaDJ. Deze ‘coole’ DJ is beïnvloed door de electro scene van eindjaren ’80 en werkte samen met de juiste mensen, wat hem een gegeerde clubDJ maakte. Techno, electro en trance zijn  een geliefd concept. Jori mocht het publiek opwarmen, wat positief ontvangen werd.

Konrad Black:
lekkere basses en sferische sounds kenmerken Konrad Black. Zijn inspiratie haalde hij uit de hip hop en drum’n’bass. Producties waren de afgelopen jaren minimaal; hij gaf zijn carrière al elan door samenwerkingsverbanden met o.a. Swayzak, Ed Rush, Mark Houle TRoy Pierce en dus ook met Tiga. 

Tiga
heeft er al een pak samenwerkingen opzitten en was voor de 4de keer te gast in De Vooruit. De Vooruit was opnieuw  full house. Met zijn sublieme mix bracht hij de 'B- live room'  in beweging. De Canadees bracht stevige dance en retro ’80’s electro. Op het eerste hoogtepunt, al vroeg in de set, “What else is there” van Röyksopp, ging de fuivende menigte helemaal uit de bol. De aanzet voor een goede twee uur Tiga-dance mix.

Proxy,
live from Moskou. Voor de mensen die zijn gehele naam willen weten en een poging willen doen om hem uit spreken,
Pozharnov Yevgeny Alexandrovich, veel succes!! Hij is de laatste nieuwe man van ‘Turbo Recordings’ (het label van Tiga) en wordt aanzien als een stevige aanwinst. Met zijn toegankelijk opzwepende set liet hij de grote ‘Tiga electro muziek puzzel’ in elkaar passen. 

De 13e editie van 10 Days Off zit erop. Elke dance- en elektronicafreak werd op z’n wenken bediend door de mengeling van techno, house, elektronica, drum ’n’bass, hip hop en trance.Thanx 10 Days Off. Tot in 2008!

Organisatie: 5 voor 12

The Cinematic Orchestra

Ma Fleur

Geschreven door
The Cinematic Orchestra is een Britse band uit Londen onder Jason Swinscoe. Ze staan garant voor een sound van elegante schoonheid en sentimentaliteit. Ze graven een eigen weg binnen de intieme trippop, die af en toe iets krachtiger klinkt.
Het zijn dromerige, sfeervolle soms breekbare songs die in een filmisch decor passen. Trouwens, de kennismaking met deze band gebeurde met de soundtrack ‘Man without the moviecamera’ (een Russische stomme film in 2003).
Vijf jaar na ‘Every day’ heeft  Cinematic Orchestra  met ‘Ma Fleur’ het muzikale script klaar van een nog af te werken film…
Er zijn enkele gastrollen: Patrick Watson (“That home”, “Music box”), die doet denken aan Antony & The Johnsons, Lou Rhodes zingt op “Time & space”,  wat refereert aan het rustige werk van Lamb en haar vorig jaar verschenen soloplaat, en er is de soul van Fontella Bass.
‘Ma Fleur’ is een fijne, heerlijke sfeerplaat.
Te bezien op 9 oktober in een organisatie van Jazztronaut in de AB, Brussel.

Au Revoir Simone

The bird of music

Geschreven door
Au Revoir Simone, drie jonge deernes uit Brooklyn, debuteerden met de EP ‘Verses of Comfort, Assurance and Salvation’. Stemmige (indie)popelektronica, die veel aan de verbeelding overlaat door de romantisch sfeervolle klanken en de lieflijke meerstemmige zang. ‘The bird of music’ is een vervolgverhaal van de wegdromende muziek van de dames. Af en toe klinkt de drumbeat iets forser en meer uptempo, als op “A violent yet flammable world”, “Dark halls” en “Night majestic”. 
Voor wie houdt van de dames van Electrelane en Stereolab, Björk, Laïka, Mum  en Kings Of Convenience is dit een aanschaf meer dan waard.

Bracken

We know about the need (2)

Geschreven door
Bracken is het muzikale project van de helft van het Britse indiecollectief Hood, Chris Adams. De muziek van Bracken knoopt aan Hood: sfeervolle, dromerige grillige pop, trancy beats en psychedelica klanken onder een zweverige (fluister)zang. Muzikale sfeerstukken horen we op “Fight or flight”, “Evil teeth” (de ideale zondagsmis) en afsluiter “Back on the calder line”. In die nummers doet Bracken aan Liars denken, en bengelen ze tussen toegankelijkheid en avontuur; een gematigder aanpak horen we kernachtige songs als “Safe safe safe” en “Four thousand style”. “Athroll slains” en “Heatens” schuwen knisperende elektronica en een dosis experiment niet.
‘We know about the need’ is een fijn gewaagd plaatje van Adams.


Velvet Revolver

Libertad

Geschreven door

Terwijl Axl Rose de naam Guns ’n Roses meegejat heeft, al een decennium bezig is met het langverwachte Chinese democracy, maar zich vooral bezig houdt met het verheerlijken tot buitenaardse proporties van zijn eigen paranoïde ego, timmeren Slash en co met hun Velvet Revolver rustig verder aan de weg en vergasten ze ons weer op een staaltje van pure power. 
In tegenstelling met het toch ietwat tegenvallende weirdness van de herenigde Stooges krijgen we hier behalve Stoogi-aanse riffs, ook nog verzorgde niet geforceerde melodieën, een strakke  sterke zang en een loepzuivere, doch geen gepolijste productie. Ze rapen dus duidelijk de draad op die The Stooges links lieten liggen. Gecombineerd met de grunge invloeden van zanger  Scott Weiland,  resulteert dit in een schijf met de betere harde rock, waar eigenlijk geen enkel zwak nummer op staat. En dit gebeurt niet veel.  Ok, als spooknummer krijgen we een serieuze country in onze strot geramd, maar het is hen met plezier vergeven. Het is niet meer en minder dan het ‘teasen’ van de typische Amerikaanse hokjesmentaliteit. Meteen de beuk erin met “Let it Roll” en het ironische “American Man” kan  nu al een klassieker genoemd worden. De drie ballads, “The last Fight”, “Can’t get it out of my mind” en “Gravedancer”,  zijn heel sterk gecomponeerd zonder enig zweempje van meligheid.
Aanschaffen die handel!

Jef Neve Trio

Nobody is illegal

Geschreven door

Een aangename kennismaking gebeurde met de dertigjarige pianist Jef Neve, die al toe is aan de derde cd ‘Nobody is illegal’, de eerste op een major label, Universal. Z’n vaste muzikanten Piet Verbist (bas) en Teun Verbruggen (drums), hebben al een pak aardige projecten op hun cv: Piet speelde samen met zowat de heel Belgische jazz scene, en Teun speelt in allerlei projecten als Othin’ Spake met Mauro en Flat Earth Society.
Het zijn drie meesters in jazz die met durf en avontuur een brug vormen tussen pop, jazz en klassiek; ze vullen elkaar aan en zijn sterk op elkaar ingespeeld. Hun virtuositeit dwingt respect af.
De songs vloeien in elkaar over door enkele interludes. Per beluistering wint de cd aan zeggingskracht; swing, dynamiek, ontlading en ingetogenheid zijn op hun plaats en doen de cd balanceren tussen subtiliteit (o.a. “Second love”) en  complexiteit (“Nothing but a Casablanca Turtle Slideshow Diner”). Sfeermakers zijn een stel koperblazers, die het geheel een bombastisch tintje geven.
‘Nobody is illegal’ is een spannend, broeierige jazzpopplaat van een beloftevolle jazzgeneratie.

Info: www.jefneve.com of www.jazztronaut.be

10 Days Off 2007: DAY 06: Laurent Garnier

Geschreven door

Laurent Garnier, de Franse housepionier, had aangekondigd de avond op te delen in twee stukken, enerzijds een live, anderzijds een DJ-set. Het eerste anderhalf uur bracht Laurent Garnier een full band mee met gasten op sax,  trompet, trombone en synthesizer. Laurent Garnier, op laptop, zorgde voor een groove zoals bij “The man with the red face”, maar de klemtoon kwam vooral op sfeervolle lounge wat soms te rustige momenten opleverde.
De live set leek ahw een opwarmer voor de DJ set, want dan barste het feest helemaal los. Hij nam plaats achter de draaitafels en in de broeierig hete, uitverkochte Vooruit werd het meer dan drie uur genieten van Garnier-iaans house, techno en drum ’n bass; beats, dance, gefreak en naadloos aan elkaar gemixte songs voor een uitzinnig publiek, maakte de nacht compleet. Moe gedanst keerden we naar huis, met een ‘feel fine’ gevoel. 

Volgende afspraak: de slotavond, DAY 10,  met o.a. Tiga.

Organisatie: 5 voor 12

Boomtownlive Gent 2007: Herman Dune en Fixkes

Geschreven door
Transformatie van de Oude Beestenmarkt

De weersomstandigheden van gisteren indachtig, keken we toch maar even naar boven toen Herman Dune op het podium verscheen en de 4de dag van Boomtown 07 opende. Gelukkig bleek de zon de regen te kunnen verdringen en was het publiek in de mogelijkheid zich rustig te focussen op de vrolijk klinkende pop folk van Herman Dune, een groep die vooral gevormd wordt rond de half Franse, half Zweeds broers David-Ivar en Andre Herman Dune en sinds 2001 ook door Neman Herman Dune. Deze laatste is dan weer van Zwitserland afkomstig.
Ze hebben behalve diverse zijprojecten ook al een aantal lo-fi albums op hun actief staan (als Herman Düne, let op de minieme naamsverandering) maar het is pas met het vorig jaar, op een Frans label uitgebrachte en van iets ruimere arrangementen voorziene album ‘Giant’, dat ze hier enigszins wat bekendheid beginnen te krijgen. 


Op het podium oogt Herman Dune totaal onhip. David-Ivar heeft een onvaste stem die ons ook wel deed denken aan deze van Jonathan Richman, hij weet zich soms niet goed een houding aan te nemen en sommige songs lijken wat met los zand aan elkaar te hangen. En toch: schijn bedriegt. Wat is het allemaal sympathiek, leuk en vooral goed gedaan. Of het nu de huppelende, door trompet ondersteunde, “I Whish That I Could See You Soon” of “Take Him Back To New York City” betreft, dan wel gekozen wordt voor het meer rustige “When The Water Gets Cold & Freezes On The Lake” (alledrie afkomstig van ‘Giant’), het roept telkens een mooi vakantiegevoel op. Het publiek wiegde dan ook ongedwongen mee op de door Herman Dune gebrachte antifolk.
Er werden ook enkele nieuwe nummers zoals “My Baby’s Afraid Of Sharks” en “My Home Is Nowhere Without You” gebracht maar hét moment was misschien wel toen Neman zijn drumstel verliet en “I’d Rather Walk Tan Run” met kleine cimbaaltjes van het nodige ritme voorzag, daarbij dansend als een ballerina.

De band vond het zelf ook allemaal best gezellig en wou maar blijven spelen, ware het niet dat men vanuit de zijkant van het podium teken deed dat de tijd er op zat. Erg jammer, maar er moest plaats gemaakt worden voor het Vlaamse ‘fenomeen’ Fixkes.

Want inderdaad, het gaat snel, érg snel voor de Stabroekse dialectpoppers. Pas eind november 2005 bezig maar intussen alom op de radio aanwezig met hun van weemoed doordrongen single “Kvraagetaan”, een nummer dat trouwens alle records van de Ultratop heeft gebroken en er toe heeft geleid dat Fixkes de eerste Belgische groep ooit is die getekend wordt door het Nederlandse
Excelsior Recordings.

Het was dan ook niet vreemd dat de Oude Beestenmarkt een grondige transformatie onderging. Het publiek kwam niet alleen in groot aantal naar het festivalterrein afgezakt, ook de samenstelling zag er toch wel helemaal anders uit dan bij het concert van Herman Dune: veel jongeren al dan niet in het gezelschap van familie, scanderende jeugdbewegingen maar vooral verliefde tienermeisjes die zo dicht mogelijk bij het podium wilden postvatten om niks te moeten missen van hun nieuwe idolen.

Toen “de” Sam
Valkenborgh, zanger en liedjesschrijver, op het podium verscheen en akoestisch “(Ik Zen Van) Stabroek” inzette, schoot de lichaamstemperatuur bij velen de hoogte in, zeker ook toen “Liefdesdier” en “Seuzeke” gebracht werden. “Kvraagetaan” werd onmiddellijk daarna op de set geplaatst en of dit een goed idee was, kan betwijfeld worden omdat na afloop diverse mensen weggingen, duidelijk dus gekomen voor dat éne nummer en op zoek naar ander vertier op de Gentse Feesten.
Of de Fixkes nu reggae speelden (“Lepeltje”) of een cover van de Antwerpse hiphopformatie ‘Freestyle Fabrik’ brachten, bij het nog aanwezige publiek – en dat waren er nog heel wat – konden ze niks verkeerd doen.
Natuurlijk konden ze niet anders dan op het einde enkele bissen te spelen en omdat ze zo ‘Kei cheap zijn’, aldus Sam Valkenborgh, werd het enthousiaste publiek ter afsluiting getrakteerd op een ietwat overbodige reggaeversie van – hoe kan het ook anders – “Kvraagetaan”.

Zelf zagen we een gevarieerde set met nadruk op eenvoudige instrumentatie (Peter Deckers voorzag enkele nummers van een meerwaarde via zijn mondharmonica) en we hoorden ook enkele goedgevonden tekstregels. Maar hoewel ongetwijfeld deze mening door het gros van Vlaanderen en omstreken niet gevolgd zal worden (en dat hoeft ook niet), was ondergetekende echter niet onder de indruk. Daarvoor vertoont het huidige songmateriaal nog teveel ongelijke kwaliteiten. Het is echter aan de Fixkes om het tegendeel te bewijzen via hun later dit jaar te verschijnen debuutalbum.

Het zal het aanwezige publiek een zorg zijn. Het kreeg waar het om vroeg, namelijk een concert van Fixkes.

Organisatie: Boomtownlive, Gent


10 Days Off 2007: DAY 04: Grooverider/Fabio

Geschreven door

Grooverider/Fabio, het onafscheidelijke duo uit de UK, was te gast in De Vooruit op de eerste van de twee drum’n’bass avonden. Sinds midden de jaren ’90 is Grooverider prominent aanwezig in de Britse dancescene. Hij wist door te breken met ‘The prototype years’, een spraakmakend album binnen de jungle/drum’n’bass. Als één van de peetvaders, kreeg hij navolging van Ed Rush & Optical, Adam F en Roni Size’s Reprazent.
Op zijn weg sloeg hij de handen in elkaar met Fabio en ze zijn ondertussen een gevestigde waarde geworden.
Een meer geselecteerde doelgroep (euh voornamelijk mannen) was aanwezig dan bij Martin Solveig en Foxylane.
Grooverider en Fabio boden een nachtje lekker harde, neurotische uptempo  beats, onder diverse tempowisselingen, met een vleugje trance en funk; donker, dreigend , groove-riding en dansbaar, wat aanstekelijk klonk en inwerkte op de dansspieren.

Op DAY 06 wordt het uitkijken naar de set Laurent Garnier ons weet voor te schotelen.

Organisatie: 5 voor 12

10 Days Off 2007: DAY 03: Foxylane, Philippe Zdar en Etienne de Crécy

Geschreven door
Foxylane, uit de Leiestad, speelde op maandag een thuismatch in De Vooruit. Gebonden aan het kleine podium van de ‘Mine White Room’, kon het 5-tal zich volledig ontplooien. Het werd één uur lang dansplezier van hun elektronisch sterk gekruide punkfunkset. Het gevoel en passie waarmee ze hun muziek brengen, onderscheidde hen. De gepaste projecties maakte het plaatje geheel. Herkenbaar voor de mensen die Soulwax Nite Versions al aan het werk zagen!

Philippe Zdar
, voor de één zal hij bekend zijn als de helft van Cassius, voor de andere als één van de pijlers van de Franse elektronische muziek.
Hij kwam tonen hoe het eraan toegaat in de wereld van de Franse dance scene en was de ideale warming-up voor zijn collega, Etienne de Crécy. Net zoals Mason en Martin Solveig, zijn Philippe Zdar en Etienne de Crécy twee handen op één buik. Een smaakvolle set.

Etienne de Crécy
is een spraakmakende naam in de Franse elektronische scène. Twee en een half uur kreeg hij een goed gevulde ‘Main Room’ aan het dansen. Het Crécy-menu van de avond: dance doorspekt met vette elektro en een vleugje house. Een set die geproefd en goed bevonden werd door de uitgelaten feestgangers. Opnieuw zorgde de muziek en het gepaste decor voor een ideale dansavond. De apotheose was niet niets, iedereen zong mee toen de Etienne de Crécy “We are friends” door de boxen deed galmen. Overtuigend.

Op naar DAY 04 voor de eerste van de twee drum’n’ bass avonden.

Organisatie: 5 voor 12

 

Pagina 464 van 471