Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025

Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025 events 2024 22 + 23-09 Selah Sue 24-09 The Kiffness 25-09 Real estate 26-09 Ladysmith Black Mambazo 26-09 45toeren voorronde 30-09 Itches 03-10 Willem Ardui 04-10 Dub unit 08-10 Trixie Whitley 10-10 Rauw: Hiphop…

logo_musiczine_nl

Trix, Antwerpen - events

Trix, Antwerpen - events 2024 - 21 sept: 20 jaar Trix met o.m. Brorlab, 59 boys, Piffy, School is cool; The Go Find, VHS, Youniss, Hellraiser, Track east, Chapp de mic, Miss angel, Toxic shock, Ila, Bluai, Shaka Shams, …(+ friends) - 24 sept: Northlane,…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14589 Items)

Dourfestival Dour 2007: vrijdag 13 juli

Geschreven door
Voor het eerst in z’n negentienjarig bestaan mocht Dour dit jaar op voorhand het bordje ‘uitverkocht’ plaatsen. De avontuurlijk muzikale formule en de sfeer van het vierdaags ‘alternative music event’ wordt door de festivalganger geapprecieerd. De Vlamingen kennen sinds een paar jaar de weg naar Henegouwen. 
In totaal waren er op Dour 144000 mensen, waarvan dagelijks 32000 bezoekers op de camping, die getrakteerd werden op toffe belevenissen. Dour gaf je de kans een pak nieuwe groepen en alternatieve bands te leren ontdekken. 
Dour plaatste zich meteen als derde groot festival in ons land. Verdiend!
Een woord van lof aan de organisatie, die erin slaagde ruim 200 acts over zes podia op tijd te laten spelen.  Puik werk, gasten. 
Door werkomstandigheden konden we maar een kleine drie dagen het festival bijwonen.

Dag 2: vrijdag 13 juli
Na een helse werkweek konden we pas Dour 2007 ’s avonds aanvatten.
Meteen werden we ondergedompeld in de rammelende garage punk/rock’n’roll sound van het Britse The Horrors (Dance Hall), die invloeden aanhaalden van The Stooges, Killing Joke, The Cramps, Jesus & Mary Chain, Jon Spencer, Misfits en Joy Division. Het vijftal debuteerde in het voorjaar met ‘Strange houses’. De Britpunkers openden met “No love lost” van Joy Division (of was het toen Warsaw). Ze trokken een muur op van noise en fuzz en er was een haast onverstaanbare, onvaste schreeuwzang. The Horrors speelden een luid en potig setje. 

Een hels tempo werd behouden door de NYse hardcore veteranen Sick Of It All (Eastpak Core Stage), live nog niks ingeboet aan dynamiek. “Step down”, doorbraak van de hardcore naar een breder publiek, een kleine vijftien jaar terug, was al vroeg een hoogtepunt; ze putten uit hun rijkelijk gevuld oeuvre en speelden een handvol songs van het recente ‘Death to tyrants’. Opzwepende songs in een snelvaart tempo! Geen band op retour dus. Op ouderdom staat geen sleet. 

Het Nederlandse duo zZz (Dance Hall) biedt op z’n beurt een puike mix van zompige rock’n’roll, psychedelica en donkere jaren ’70 wave/elektronica. Weirdo dope rock’n’roll suicide = de sound van zZz, gelinkt aan het Vega/Rev duo Suicide. Een stomend setje waarbij ze fel tekeer gingen op toetsen en drums onder een rauwe, soms galmende zang. “Ecstasy” en “Sweet sex” klonken hallucinant en “Soul” werd bepaald een dreunend repeterend orgeltje.

Clap Your Hands Say Yeah
(The Last Arena) bracht de psychedelica terug naar popnormen. De band is sterk ontvangen door onze Franstalige vrienden, remember hun optreden in de AB (februari laatstleden). CYHSY kon het opgezette feestje van de AB niet herhalen. De band speelde slordig en rommelig. Het waren “Over & over again”, “Upon this tidal wave of young blood” en “The skin of my yellow country teeth” van hun klasse debuut, die inwerkten op de dansspieren, onder de neuzelende zang van Gunworth. “In this home on ice” klonk strak en stevig. Met “Satan said dance”, de klassieker van hun tweede cd,  konden ze de set nog redden; op het podium bouwden ze een feestje met de leden van The Rapture. Knap amusant, maar CYHSY kon zich nu niet onderscheiden.

Bright Eyes
(The Red Frequency Stage) is het muzikale project van singer/songwriter Conor Oberst uit Nashville. Live is Bright Eyes momenteel een uitgebreid ensemble: twee drums, viool, toetsen, steelpedal en strijkersarrangementen vullen aan. De meeslepende, pakkende americana/ country/folkpop op het recente ‘Casadaga’ kan de doorbraak betekenen naar een breder publiek. Ze speelden, met Oberst als dirigent, een subtiel uitgewerkte en stijlvolle afwisselende set, wat deed denken aan de Devandra Banhart freefolk stijl. We waren onder de indruk van oudere songs als “First day of my life”, die de band fijn aanpaste. Ze putten rijkelijk uit de recente cd met o.a. “Soul singer in a session band” (toepasselijk in deze bezetting!) en “Four winds”. De ‘open mind’ troubadour onderhield een nauw contact met z’n publiek, wat sterk werd geapprecieerd. Uitstekende overtuigende liveset! 

Het Britse duo Simian Mobile Disco (Eastpak Core Stage) maakt met bands als The Klaxons en Shitdisco deel uit van de nu-rave. Het tweetal houdt het op de elektronica van beats, grooves, trance en dance.  De tent barstte bijna uit z’n voegen met “It’s the beat” en “I believe”. 

De oude Britse ‘rave’ ratten Zion Train (La Petite Maison dans la Prairie) intrigeerde vorig jaar nog op Krakrock te Avelgem. Hun dancehall/dubreggae en de op elkaar aanvullende rapzang, zorgde opnieuw voor een dampend feestje. Op plaat soberder, live venijnig en dansbaar. Puik werk van deze veertigers! 

Digitalism
en Blackstrobe konden de nacht besluiten in de Dance Hall en in de Eastpak Core Stage. Het Duitse Digitalism combineert rock, dance en elektro. Een aanstekelijk, opzwepende set, terwijl Blackstrobe het hield op trance en beats, wat inwerkte op de dansspieren.

Organisatie: Dourfestival, Dour

Steely Dan

Steely Dan: perfectie op het podium

Geschreven door
De muziekliefhebber die verlekkerd is op funk, soul en vooral jazz beleeft momenteel ongetwijfeld erg drukke tijden. Zo vindt er niet alleen op het terrein van de Gentse Bijloke voor de 6de maal het Blue Note Records Festival plaats, alwaar tussen 6 en 17 juli nagenoeg elke avond een uitgebreid aanbod aan nieuwe en gevestigde namen in het genre voorgeschoteld wordt, maar bovendien stond op 9 juli in Vorst Nationaal ook nog eens het gereputeerde Steely Dan geprogrammeerd; een groep die uitblinkt in verfijnde jazzy nummers doorspekt met R&B, rock, pop, funk en soul. Gelukkig hield men in Gent net die dag de deuren gesloten zodat er op dat vlak geen moeilijke keuzes gemaakt dienden te worden. Want dat zou erg jammer geweest zijn, temeer daar de mogelijkheden om Steely Dan live aan het werk te zien, niet dik gezaaid zijn.

Als opwarmer van de muzikale avond fungeerde het Sam Yahel Organ Trio. Sam Yahel mag als Hammond B-3 orgelspeler op dat vlak als één van de meest besproken artiesten van de huidige jazz scène beschouwd worden. Sinds hij in 1990 verhuisd is naar New York, heeft hij met een brede waaier aan artiesten gespeeld, zoals onder meer met saxofonisten Maceo Parker en Joshua Redman, gitarist Bill Frisell, alsook met Madeleine Peyroux, Norah Jones en Lizz Wright. Maar ook als componist en muzikant van eigen werk heeft hij intussen de nodige erkenning gekregen, getuige het feit dat hij het voorprogramma van nagenoeg het volledige Amerikaanse en Europese luik van de tour van Steely Dan mag verzorgen. In Vorst stelde hij begeleid door de Amerikaanse drummer Gregory Hutchinson en de Nederlandse gitarist Jesse Van Ruller, in de eerste plaats enkele nummers van zijn zopas verschenen vierde album ‘Truth And Beauty’ voor. Zo kwamen het gelijknamige titelnummer, "Band The Leaves" en als afsluiter het opzwepende "Saba" aan bod. Het aanwezige publiek kon dit wel appreciëren maar was toch vooral aan het wachten op wat komen zou, namelijk het feit dat na 7 jaar afwezigheid Steely Dan nog eens een concert op Belgische bodem zou geven.
En dat is al een bijzonderheid op zich omdat ondanks het feit dat de twee spilfiguren van Steely Dan, Walter Becker (57) en Donald Fagen (59), al 40 jaar ‘partners in crime’ zijn, het debuutalbum van Steely Dan 35 jaar geleden werd uitgebracht en er diverse hits werden geschoord, zij pas voor de 3de maal ons land aandeden. De verwachtingen waren dan ook hoog gespannen vooral ook omdat de Heavy Rollers Tour 2007 aangekondigd werd als zowat het meest prestigieuze wat zij tot nu toe hadden gedaan. De groep had namelijk een 10 koppige begeleidingsband meegebracht en reeds vanaf de instrumentale intro was duidelijk dat dit een belangrijke factor zou worden tijdens het concert.

Iets over half tien en bij het inzetten van "Time Out Of Mind" verschenen Walter Becker en Donald Fagen elk langs één kant op het podium en kon de bijna twee uur durende tocht door hun klasrijke catalogus aanvangen.  
Tijdens de set werd minimaal een nummer uit nagenoeg alle 9 uitgebrachte studioalbums, gaande van ‘Can’t Buy A Thrill' (1972) tot en met ‘Everything Must Go’ (2003), gebracht. Enkel het meesterwerk ‘Pretzel Logic’ (1974) werd jammer genoeg ongemoeid gelaten, wat betekent dat nummers zoals - het nochtans perfect in de avond passende - "Duke Ellington’s ‘East St. Louis Toodle-oo" of de top tien hit "Rikki Don’t Lose That Number" niet aan bod kwamen.
Maar Steely Dan heeft geen nood aan hits om haar waarde aan te tonen. Het ouder (en tevens meest essentiële) werk werd net als de recentere nummers, zoals "Godwhacker" en "Two Against Nature", op het podium immers steeds perfect klinkend ingekleed. 
Donald Fagen die keyboards en zang voor zijn rekening nam en de subtiele gitaar spelende Walter Becker konden daarvoor rekenen op een uitstekende begeleidingsgroep. Af en toe mochten de muzikanten individueel en ook letterlijk in de schijnwerpers staan zoals tijdens "Peg" (gitarist John Herington), "Dirty Work" (vocaal gebracht door de zangeressen Carolyn Leonhart-Escoffery en Cindy Mizelle) en het uitgesponnen, van tempowisselingen voorziene "Aja" (drummer Keith Carlock). Maar het moet gezegd dat alle tien de muzikanten collectief routineus en op een even hoog niveau stonden te spelen, volledig passend bij de superhoge standaardnorm die Walter Becker en Donald Fagen opleggen voor hun studioalbums. 
Vreemd echter dat Walter Becker voor zichzelf een uitzondering op die regel maakte want hij slaagde er in om het enige door hem gezongen nummer, "Haitian Divorce" door zijn onvaste stem te doen kapseizen. Het vormde dan ook de enige smet op de avond.
Ondertussen werden echter ijzersterke versies van "Babylon Sisters" en "Deacon Blues" gebracht en toen "Kid Charlemagne" het eerste deel van de set afsloot, werd de groep op een staande ovatie getrakteerd.
Er was ruimte voor twee bisnummers: "F.M. (No Static At All)", een bijdrage van Steely Dan aan de gelijknamige bioscoopfilm uit 1978, en afsluiter "My Old School". Intussen hadden diverse fans hun klapstoel al verlaten en zich richting podium begeven. Een tweede staande ovatie viel de groep te beurt. 

“What a night” zei Donald Fagen. Inderdaad. Prachtig concert! 

Setlist Steely Dan : Jeri (Jazz Intro), Time Out Of Mind, Godwhacker, Bad Sneakers, Two Against Nature, Hey Nineteen, Haitian Divorce, Peg, Babylon Sisters, Green Earrings, Dirty Work, Josie, Deacon Blues, Aja, Kid Charlemagne, F.M. (No Static At All), My Old School, Carolyn (Jazz Outro).

Organisatie: Live Nation

Cactusfestival Brugge 2007: zondag 8 juli

Geschreven door
De Spaanse elfkoppige bende van Ojos De Brujo bracht een zeer aanstekelijke cocktail van rap, flamenco en wereldmuziek.  Met een DJ en een rapper in de rangen weten ze ook wat te doen om hip te blijven. Het geheel was zeer ritmisch en dansbaar en de Spaanse bende had er kennelijk wel zin tot grote vreugde van het publiek.  De minpuntjes van hun set zijn de te talrijke solo uitstapjes van de bandleden. Die muzikale hoogstandjes zijn best allemaal wel leuk,  maar het haalde toch enigszins een beetje de vaart uit hun optreden en dat was des te jammer. Maar toch, het eindrapport voor deze broeierige Spaanse act is overwegend positief.

Met de rootsreggae groep  The Congos gingen we terug naar de generatie van Lee Scratch Perry en Bob Marley. The Congos zijn 4 ouwe makkers die in hun leven al tonnen joints moeten gerookt hebben, want ze zagen er toch allemaal niet te normaal meer uit. De vier hielden het bij vocale prestaties terwijl ze ondersteund werden door een veel jongere begeleidingsband die een fris potje reggae en dub speelden zoals die moet klinken, met lekker stekelige gitaren, een loodzware en diepe bas en roffelende drums en percussie. The Congos waren aangenaam vertier voor het zonnige cactus en verveelden geen moment, wat anders wel eens het geval kan zijn met reggae optredens.

Om de verscheidenheid van een festival als Cactus nog wat meer in de verf te zetten kregen we hierna iets heel anders met de gitaarrock van Buffalo Tom, die hier voor het tweede jaar op rij stonden, maar nu met een nieuw album, het eerste in tien jaar tijd. De set van Buffalo Tom was even scherp, potig en fris als die van vorig jaar. Al van bij de openingssong, het bruisende “Velvet roof” wisten we dat het goed zat. Het drietal ging ongestoord door met klassiekers als “Mineral”,”Taillights Fade”, “Summers gone”, “Tangerine”,  en “I’m allowed”  die allen nog even fris klinken als destijds. De nieuwe songs uit het overigens voortreffelijke ‘Three easy pieces’ konden de concurrentie met de oudjes aan.  Opmerkelijk en lekker stevig was de Rolling Stones cover “Stray cat blues” in de bisronde.  Een zinderend optreden van een band die aan een nieuw leven is begonnen.

Met de neerslachtige muziek van Tom Mc Rae ging de temperatuur alvast een stuk naar beneden. Fuiven was er hoegenaamd niet bij, luisteren naar zijn breekbare liedjes wel.  Mc Rae had enkel een pianist en een cellist meegebracht. Doe daarbij zijn hemelse stem en een stel sublieme songs en je hebt voldoende ingrediënten om het festival in vervoering te brengen. Dat deed Tom Mc Rae dan ook. Met dergelijke donkere muziek op een zonnige weide toch de aandacht van een ganse weide vasthouden, je moet het maar doen (in tegenstelling tot wat een getormenteerde zielenpoot als Rufus Wainwright hier vorig jaar stond te doen, had u ons toen een geweer gegeven, wij hadden die janker meteen uit zijn lijden verlost).

Gabriel Rios hebben we aan ons laten voorbijgaan. Je hoort niets anders dan dat dit een hele mooie jongen is (’t zal wel zeker) maar niemand heeft het over zijn muziek. Dus echt onvergetelijk zal het wel niet zijn, ook zijn twee plaatjes zijn bij ons niet blijven hangen.

Absolute hoogtepunt van de avond was natuurlijk The Flaming Lips. Zelden zo iets indrukwekkends gezien. De aanvang van hun set staat in ons geheugen gegrift. Tientallen grote ballonnen het volk in, tonnen confetti en papierslingers die met een kanon de weide werden ingeblazen en halve zot Wayne Coyne die in een reuzengrote ballon in het publiek ging crowdsurfen. Dat allemaal als intro van de eerste song, het prijsbeest “Race for the prize”. Van dan af kon het niet meer kapot, en dat was ook zo. The Flaming Lips bleven ons verrassen met hun energieke en avontuurlijke set met showelementen waar ze bij Pink Floyd stikjaloers van zijn. Die gelijkenissen met Pink Floyd zijn helemaal zo gek niet, want dit is Pink Floyd na een reanimatiekuur van vodka, buskruit  en de meeste vreemde plantenextracten. The Flaming Lips puurden vooral uit hun laatste drie albums, gingen geregeld een geflipte psychedelische toer op, maakten het publiek al even gek als ze zelf zijn en zorgden voor het meest indrukwekkende totaalspektakel dat we de laatste jaren gezien hebben. Je moet er bij geweest zijn om het te geloven. Een fantastische afsluiter voor Cactus 2007. Dit zal ons nog lang bijblijven.

Tracklist: race for the prize – free radicals – yoshimi battles the pink robots I & II – vein of stars – the yeah yeah yeah song – in the morning of the magicians – the wand – cow/duck jam – the spark that bled – she don’t use jelly - do you realize

Björk

Volta

Geschreven door

Björk mengt sfeervolle, toegankelijke pop met geluidskunst onder haar frêle, ijle en hemelse zang, die een dosis experiment en avontuur bevat.  Het is de richting die sinds ‘Vespertine’ definitief is ingeslagen. ‘Medulla’ van drie jaar terug, liet een minimum aan instrumentatie horen en een maximum aan stemmen.
Björk deed beroep op vaste waarde en elektronicaspecialist Mark Bell (ex LFO). Op ‘Volta’ zijn er talrijke samenwerkingen: Timbaland (o.a. de single “Earth intruders”), Antony (van The Johnsons ) op “The dull flame of desire”, één van de hoogtepunten van de cd,  koraspeler Toumani Diabeté (“Hope”) en de Afrikaanse groep Konono n°1.
’red is the color’ van de hoes, en binnenin staat Björk kleurrijk afgebeeld. Ze effent een pad van een avontuurlijk, intrigerend geluid en sfeervolle pop, met slepende beats, bevreemdende elektronica en een blaasorkest.
Ze staat op eenzame hoogte tav andere vrouwelijke songwriters. Een aparte dame!

Tinariwen

Aman Iman

Geschreven door

Aan het nomadengezelschap Tinariwen (wat staat voor lege plekken) gaat een stukje geschiedenis vooraf: ze zijn ontstaan in de rebellenkampen van Khadaffi, leiden een nomadenbestaan en vanuit de onderdrukking speelden ze ‘de tishoumaren’ (= muziek van de werklozen), een soort worldpop, die militant werd ervaren. Daardoor kon het uitgebreide gezelschap zich, na talrijke cassettes te hebben uitgebracht, pas vanaf 2000 naar Europa oriënteren.
Een traditioneel instrumentarium werd ingeruild voor een rockend concept, waarbij we opzwepende Afrikaanse ritmes, reggae, dub en blues in een typisch Arabische zang horen. Het is een verademing binnen de worldpop, na Amadou & Mariam en Toumani Diabeté.
“Cler achel”, “Toumast”, “Imidiwan winakalin” en “Tamatant tilay” zijn frisse songs van hun nieuwe plaat ‘Aman Iman’, die een Europese doorbraak kan betekenen.

The Decemberists

The Crane Wife

Geschreven door

The Decemberists uit Portland, Oregon, onder zanger/songschrijver Colin Meloy, hangt muzikaal ergens tussen Belle & Sebastian, Arcade Fire en Sons & Daughters. Dwz broeierige, fijne pop! 
De vorige cd ‘Picaresque’ betekende de doorbraak in Europa. Al snel was de opvolger klaar. ‘The Crane Wife’ is de vertolking van een oude Japanse volksvertelling over een gewonde kraanvogel, die verandert in een bloedmooie vrouw. Meloys verhaal van ‘The Crane Wife’ wordt verteld in een muzikaal popfolk drieluik (ongeveer 15 minuten). Tweede drieluik is “The island - come and see - the landlord’s daughter” (twaalf minuten lang), een combinatie van pop, freefolk en progrock. De twee avontuurlijke nummers lijken het fundament voor een kortfilmpje. 
Meloy heeft een zwak om songs te schrijven over tragische figuren, ondersteund door een breed instrumentarium.
The Decemberists hebben een overtuigende, uiterst genietbare nieuwe cd uit van  knap gearrangeerd songmateriaal met een intense opbouw.

Noisettes

What's the time Mr Wolf?

Geschreven door

“ London’s answer to the Yeah Yeah Yeahs” lettert de NME, en ze zitten er recht op. Niet dat dit zomaar een imitatiegroepje is, maar de gelijkenissen zijn er wel. Een zangeres met ballen, de bevallige zwarte dame Shingai Shoniwa, achternagezeten door een mannenduo die de gitaren en drums geselen en hierbij welgemikte stoten van songs afvuren. We denken ook een beetje aan Be your own pet, maar dan iets minder gestoord, of zelfs aan The Dresden Dolls, met onthouding van het theatrale. Er staan hier verduiveld goeie nummers op om te kunnen spreken van een beloftevolle band met een sterke eigen sound. Noisettes zijn niet vies van een flinke streep punkrock (“Sister Rosetta” en “Nothing to dread”) en evenmin van een welgeplaatste vuile gitaarsolo. In “Mind the gap” gaan ze alle richtingen uit, het klinkt als The Dresden Dolls met wilde gitaren of The Fiery Furnaces na een atoomontploffing. Die diversiteit merken we in meerdere songs, Noisettes pompen verschillende ideeën in één song en toch blijft alles mooi aan elkaar hangen en spatten er geregeld vonken uit. De bij momenten soulvolle stem van de wilde Shingain Shoniwa jaagt de songs op en doet soms denken aan het beste van Skunk Anansie (met het beste van Skunk Anansie bedoelen we dan die enkele goede songs die op hun debuutplaat stonden, want voor de rest was deze band volledig te verwaarlozen). Ook aan Lisa Kekaula en haar The Bellrays denken we wel eens, garage-rock met soul. Alleen dit, Noisettes bieden meer verscheidenheid en zijn niet in één hokje te steken.
Dit is gevarieerde, wilde en strakke rock van een trio die vol verrassingen zit.
Een verdomd fijn plaatje, als je ’t ons vraagt.

Hippoman

Reunite

Geschreven door

Hippoman is een vierkoppige band, die frisse, sprankelende en sfeervolle pop speelt, bepaald door de helder emotievolle stem van Didier Steenhout. De groep kreeg al een eervolle vermelding in de Provincieprijs van Oost-Vlaanderen 2006. 
De twee songs “Reunite” en “Live your life” zijn melodieuze broeierige gitaarpopsongs, ondersteund door piano en toetsen. ‘Spread happiness, build a better world’ is alvast het motto van een band, die leunt aan de sound van Joost Zweegers, Keane, The Fray en Sioen. Beloftevol kwartet!
Info op  www.hippoman.be

Cactusfestival Brugge 2007: zaterdag 7 juli

Geschreven door
Archie Bronson Outfit is een graag geziene band in de Cactus Club. Het Londens drietal kwam al twee keer langs in een goed jaar tijd. Geen ‘Britse lookalike, maar mannen met baarden, lijkend op Grandaddy. Jon Spencer, The Kills en 16 Horsepower zijn referenties. Hun rauw, rammelende opzwepende rock’n’roll werd sterk ontvangen op het vroege middaguur. "Cherry lips", "Dead funny" en "Dart for my sweetheart" klonken stomend, pittig, bedreven en messcherp. Archie Bronson Outfit liet de muziek voor zich spreken. En meteen goed voor een bis! 

iLiKETRAINS verwerkt de ‘80’s wave van Joy Division en The Chameleons, en verbinden dit aan het netwerk van Interpol en de postrock van Explosions in the Sky en Mogwai. Ze debuteerden vorig jaar met ‘Progress-Reform’:  repetitief opbouwende songs, die aanzwellen door feedbackgeraas, bepaald door de bariton zang van David Martin.
“We bring dark music for happy people”. Ze startten als een traag op gang komende locomotief (trouwens de heren hadden oude spoorweghemdjes aan), maar kwamen op dreef met het herkenbare “A rook house from Bobby”.  Nieuwe songs als “We go hunting” en “Death of an idealist” en het afsluitende, lang uitgesponnen - met effectbejag - “Spencer Perceval”  maakten ons nieuwsgierig naar de binnenkort te verschijnen tweede cd. 

The Rakes, ook uit Londen trouwens, vat post in de tweede linie postpunkbands. Het recente ‘Ten New Messages’ klinkt geraffineerder en kan onvoldoende tippen aan het strakke debuut ‘Capture/Release’. Live zat de band verveeld met hetzelfde probleem. Een stevige start was er met “Terror”, “Retreat” en het herkenbare  “We danced together”. Na een matig middendeel klonken The Rakes strakker en krachtiger op  “22 grand job”, “Violent” en “Strasbourg”.  “Work work work” en “The world was a mess” hielden de band op dreef en gaven een fijne finale. 
De hoekige armbewegingen en de (veel te) grote zonnebril van de zanger deden denken aan Jarvis Cocker van Pulp. 

Horace Andy  & The Dub Asante Band: Horace Andy kennen we van z'n vocale bijdrages bij Massive Attack. Mans eigen werk is te situeren binnen een zomerse, relaxte sound van dub, reggae en pop; alvast een aangename verfrissing binnen het alternatief rockaanbod van de dag.

Mogwai
zijn één van de voornaamste exponenten van de postrock. Eerst werd Explosions in the Sky geopteerd, maar de band moest z'n tournee noodgedwongen tijdens de zomer afzeggen door familiale omstandigheden. Met Mogwai had de Cactus Club de peetvader kunnen strikken. Hun instrumentale, filmische sound wordt bepaald door een repetitief opbouwend ritme en opzwepende percussie: van lieflijke, beheerste tot fel uithalende, overwaaiende gitaarpartijen, met feedbackgeraas. Na enkele sfeervolle platen klinkt het recente 'Mr Beast' iets krachtiger. 
De band koos live voor een evenwichtige aanpak: sfeer en  intimiteit zoals op "Friends of the night" en "I know UR" met pianodeuntje en vocodervocals. Gaandeweg dreef Mogwai het tempo op, maar op "Hunted by a freak" liep het vroegtijdig mis; de band had wat tijd nodig om te herstellen, wat pas kon gebeuren met " 2 rights make 1 wrong". "Glasglow mega-snake" en "We're no here" waren een schitterende apotheose met een dosis fuzz, noise en distortion, waarbij de pedaaleffecten stevig waren ingedrukt. Mogwai begon langzaam, klonk wat moeizaam, doch eindigde pakkend en huiveringwekkend!

Het Franse Gotan Project zorgt voor een uniek geluid van Argentijse tango - elektronica. Twee cd's intrigeerden al: 'La revancha del tango' en 'Lunatico'. Deze muzikale formule klinkt loungy, zwoel, warm, aanstekelijk en dansbaar. De band speelde een overtuigende herhalingsoefening van hun twee sets in de AB, vorig jaar. Voor wie hen nog niet aan het werk zag, was dit alvast de moeite waard: tien personen op het podium (bandoneon, piano, strijkerkwartet, gitaar, een DJ en een elektronicatechneut), mooi uitgedost in witte avondkledij of in kostuum. De meeste songs werden door Cristina Villalonga gezongen, die met haar Zuiderse stem de warme partysfeer elan gaf. Op het achterplan waren talrijke projecties te zien en op de koop toe zagen we de leden van Calexico ("Amor Porteno")en de rappers van Koxmoz ("Mi confesion") op het scherm. Gotan Project kon rekenen op een sterke respons, wat hen alvast deugd deed. Gaandeweg klonk de elektronica forser en waren er meer beats: "Santa Maria", "Criminal" en het afsluitende "Triptico". op "El Norte" was er zelfs een vleugje afro, door de dubbele percussie.
Gotan Project speelde een groovy en innemende stijlvolle set. 

Ozark Henry mocht de tweede avond besluiten. De in het zwart geklede heren onder zanger/songschrijver en elektronicawonder Piet Goddaer brak definitief door in 2001 met de cd 'Birthmarks'. Vorig jaar verscheen de derde cd 'The soft machine' in deze rij, die de brug sloeg tussen pop, soul, elektro, triphop en soundscapes in een dromerig jasje.
De band deed de statische sets van vroeger vergeten en was deze avond in topvorm; we hoorden een meer swingende aanpak van beats en elektronica op de instrumentale opener "Echo as metaphor" en van het sfeervolle "Sun dance" op plaat. "Rescue me" liet elektronica en opzwepende percussie voor zich spreken! Goddaer maakte een pak dansbewegingen. Ze speelden een sfeervol middenstuk met gekende songs als "Sweet instigator", "Vespertine" en "Weekenders". "These days" en "Indian summer" dreven het tempo op, en ze dompelden "Intersexual" en "At sea" onder in dansbare grooves. Goddaer gaf de aanzet voor de after party met "La donna é mobile", wat een regelrechte Underworld stamper werd door z'n trancegeichte technobeats,  en "Word up", die de band uitwuifde. Ozark Henry koos na al die jaren uiteindelijk eens voor een verfrissende festivalaanpak.

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Rock Zottegem 2007: succes verzekerd

Geschreven door
Voor de 14e maal op rij is er na het week-end van Rock Werchter afspraak in Zottegem voor Rock Zottegem. Wat in 1994 begon als een plaatselijk festivalletje is uitgegroeid tot een begrip in de regio. Met als hoofdact Madness op vrijdag en The Sisters of Mercy op zaterdag was succes terug verzekerd in Zottegem.

The Van Jets
, onder de broers Verschaeve, brachten in februari hun 2e album 'Electric Soldiers' uit. Kort maar krachtig was hun passage in de tent van Rock Zottegem. Snedige gitaar rock’n roll met toch de nodige aandacht voor melodie. Hoogtepunten vonden we terug bij hun hitsingle “Electric Soldiers”, “Ricochet”, “ Our Love = Strong” en “Johny Winter”. Hun 1e volwaardige plaat lijkt een schot in de roos te zijn. Één ding staat als een paal boven water, vervelen doen ze nooit.

A Brand
: Drie jaar terug maakten we kennis met het Antwerpse vijftal A Brand. “Riding your ghost” en “I do as I please” waren de smaakmakers van hun debuutalbum '45RPM' (2005). Ze bleven gestadig groeien en lang was het niet wachten op de opvolger van '45RPM'. 'Hammerhead' bleek een voltreffer te zijn, wat de band nog steeds doet touren. Door hun combinatie van zang, drum en gitaar gemengd tot altijd boeiende pop-rocksongs werd hun halte ten zeerste geaprecieerd in Zottegem. "Beauty Booty”, “ A perfect habitat for foxes” en als afsluiter “Hammerhead”. Opmerkelijk hoe deze band zich heeft weten handhaven tussen, laat ons zeggen, Blur en Queens of the Stone Age.

Gorki
: Gorki lijkt een vast klant te zijn op Rock Zottegem. Dit jaar was het immers de 4e maal dat Luc De Vos en co te gast waren in Zottegem. En het werd al snel duidelijk dat het niet de laatste keer zal worden. Gorki met ‘troetelbeer’ Luc De Vos heeft duidelijk ook in Zottegem een trouwe aanhang. Het leek alsof Luc De Vos blindelings zijn playlist had gekozen. Het werd een mengeling van meer dan vijftien jaar Gorki(y). Een rustig begin met “Schaduw in de schemering” gevolgd door “Molly” en “Joeri” om ons uiteindelijk bij “Anja” te brengen. En dan weet je dat het gaat komen maar de vraag is wanneer. Het was wachten tot het einde om af te sluiten met de meezingers: “Lieve kleine Piranha” en “Mia”. Melodieuze gitaar pop-rock zoals we die gewoon zijn van Gorki.

The Datsuns
: Het viertal uit Niew-Zeeland lijkt wel van België te houden. Met al een optreden achter de kiezen vroeger op de middag in Luik (Les Ardentes Festival) en met Rock Herk in het verschiet zullen de woordjes “Dank u wel” nog van pas komen. Een mengeling werd het uit hun debuutalbum 'The Datsuns' en hun 3e album 'Smoke and Mirrors'. “Girls best friend” was zowat het enige uit hun iets mindere 2e album 'Outta Site/ Outta Mind'. Verder is het verwonderlijk dat de tent er na het optreden nog stond. Het concept is gekend, rechttoe rechtaan, gedreven soms noisy gitaarwerk en een krachtige zang. De superhit van weleer “MF From Hell” leek een beetje te verkommeren tussen de andere songs. Een bevestiging voor wat we zagen bij hun debuut in 2003 maar daar bleef het bij.

Admiral Freebee
na een heuse theatertournee is den Admiraal terug klaar voor het groene gras van de festivalwei. In 2005 was Tom van Laere al onverwachts te gast in Zottegem toen hoofdact Möterhead cancelde. Twee jaar later en een nieuw album ('Wild dreams of new beginnings') verder is den Admiraal er terug bij. Het was weliswaar lang wachten om iets te horen van zijn 3e langspeler: “All True the Night”, “Living For the Weekend” allebei accapella, en
“Perfect Town”.  Verder hoorden we “ Lucky One”, "Recipe for Disaster”, "Einstein Brain” en “Oh Darkness”. Een uitgelaten Admiraal op het podium en het opjutten van het publiek hoort bij deze Brasschatenaar. Tot 5 maal toe wist hij ons te vertellen dat het concert begonnen was, maar na ruim 75 minuten werd hem in de oren gefluisterd dat er nog een band aankwam.

Sisters of Mercy: ruim 25 jaar nu hun debuut staan ze nog eens op een Belgisch festival. Het trio uit Leeds mag je uniek noemen in hun genre. Als eerste slaagden ze erin de drumcomputer te beheersen en stonden ze aan de wieg van de new wave muziek. Met “Alice” en “Temple of love” brachten de Sisters ons terug naar hun glorietijd toen ze nog de hitlijst konden domineren. De tent van Rock Zottegem domineren was een koud kunstje. Nadat de gemiddelde leeftijd was opgetrokken kregen we regelmatig een klassieker. Bij het 2e nummer was het al raak met “First & Last & Always”, even later  “FLOOD 1”, “Alice”, “Temple of Love” en als laatste “Vision things”. The Sisters of Murcy vallen en staan met de lage, donkere stem van Andrew Eldritch, die de aandacht van het publeik behield.

Organisatie: Rock Zottegem

Cactusfestival Brugge 2007: vrijdag 6 juli

Geschreven door
Het Cactusfestival te Brugge was aan z'n 26ste editie toe. Het blijft één van de gezelligste festivals in één van de mooiste parken. Eén podium, diverse stijlen van muziek, heerlijk spijzen, animatie en ...sfeer, gemoedelijkheid.  Hear, See, Feel the world' luidt hun credo: een kleurrijk en multicultureel volksfeest en de versmelting tussen jonge en oudere bands.
Op vrijdag  kwam het festival maar echt op gang met de afsluitende band The Waterboys. Op zaterdag kwam de alternative rockliefhebber aan bod door Mogwai, was er het muzikaal tango-dans avontuur van het Franse Gotan Project en zette Ozark Henry de party doodleuk verder. Tenslotte was er op zondag nog het meest kleur in de affiche met het swingende Ojos De Brujo, het rockende Buffalo Tom, de zwoele meisjescocktail van Gabriel Rios en van de psychedelica weirdos The Flaming Lips. Wat een variëteit.

Dag 1: vrijdag 6 juli 2007

Mintzkov: traditiegetrouw opent een Belgische band het Cactusfestival te Brugge. De eer was dit jaar voor Mintzkov, die met de nieuwe cd 360° een strakker geluid biedt en op die manier nauw leunt aan de dEUSsound van broeierig bedreven gitaarpop. De band liet een goede en frisse indruk na. De winnaar van HRR, een paar jaar terug, was goed op elkaar ingespeeld en viel op met songs als  “Return & smile”, “One equals a lot” en de puike afsluiter “Hitman”.

José Gonzalez is een Zweedse singer/songwriter die met "Heartbeats” van The Knife z’n debuut plaat ‘Veneer’ glans gaf. Breekbare melancholische pop, bepaald door mans gitaarspel/-getokkel en stem. “Crosses” , “Heartbeats”, “Lovestain” en een uitmuntende versie van Joy Divisions “Love will tear us apart” waren de sfeermakers als Minnewaterdecor. In september verschijnt de nieuwe plaat ‘In our nature', en de paar nieuwe songs maakten ons nieuwsgierig. 

Soulsavers feat. Mark Lanegan
was één van de opvallendste samenwerkingsprojecten van het voorjaar: een combinatie van rock, soul, triphop en gospel. Het elektronicacollectief Soulsavers (Machin/Glover) deed beroep op Mark Lanegan die met z’n donker, grauwe stem kippenvelmuziek bezorgde. Lanegan verroerde geen vin op het podium, hij was a.h.w. vastgeroest aan z’n microstatief en keek schichtig om zich heen. Voor wie de man nog niet aan het werk zag met z’n eigen band of bij de projecten met Isobel Campbell en QOSA was het even schrikken. “Ghost of you & me” en “Revival” waren hoogtepunten. Ze dompelden ons onder in een leefwereld van een treurmis en zetten ons met één been aan de hellepoort! Maar na Lanegans vertrek op het podium na een goed half uur, was de kous ook af, wat een koude douche betekende. Een instrumental van het collectief besloot de set voortijdig. Een onverwachtse domper!

Het Amerikaanse collectief Cake, onder de charismatische songwriter John McCrea, brak midden de jaren ’90 door met de plaat ‘Fashion Nugget’: aanstekelijke groovy grungepop, door trompet en toetsen kleur gegeven. De laatste jaren dobberde de band muzikaal wat rond. 
“We are here to serve U” leidde entertainer McCrea de set in, maar was het nu door z’n gebroken rib of door de jetlag, ze speelden grotendeels een rustige, voortkabbelende, sfeervolle set, waarbij swing en dynamiek uitbleef! Grootse songs als "The distance", "Perhaps perhaps" en "I will survive" lieten ze links. De songs vielen live zwak uit, wat resulteerde in een (f)lauwe set, dito onthaal. Soms leken ze een loungy boombal band. Het waren “Never there “en de covers “Excuse Me”en “War pigs” die het vroegere venijn in de band naar boven haalden! 

The Waterboys,
onder Mike Scott, zijn in ons landje een geliefde band. Ze staan garant voor warm aandoende, sfeervolle en broeierige folkpoprock, bepaald door viool, dwarsfluit en Scotts fijne gitaarspel en z’n hese overtuigende stem. Onlangs verscheen ‘The book of lightning’, waarbij ze voorzichtig enkele nummers voorstelden waaronder “The crash of angel wings”. Het klikte alvast tussen Scott en het publiek; het was genieten van prachtsongs als "Glastonbury song", "When will we be married" en "The whole of the moon";  een snedige "Medicine bow" en "Fisherman’s blues" ontbraken niet! Deze jaren ’80 band slaagde er nog steeds in een bedreven emotievolle set te spelen.

Organisatie: Cactus Club, Brugge

Arctic Monkeys

Favoriete nachtmerrie: Arctic Monkeys

Geschreven door

De wereldberoemde jonge melkmuilen van Arctic Monkeys uit Sheffield behoeven eigenlijk geen introductie meer. Tenzij u vorig jaar onder de grond heeft doorgebracht weet u dat deze band ‘de’ hype was van 2006. Hun debuutalbum ‘Whatever people say I am, That’s what I’m not’ dat uitkwam in januari 2006 staat genoteerd als het best verkopende debuutalbum ooit in het Verenigd Koninkrijk. 
De songs op hun nieuwe album ‘Favourite Worst Nightmare’ klinken niet zo rauw als hun debuut maar de harde nummers rocken als geen ander en zijn doorspekt met leuke effecten. Arctic Monkeys doorstaan met verve de ‘second album fever’ met een overdonderende tweede klasseplaat die toch iets complexer en rommeliger klinkt dan dun debuut.

Vier dagen na hun doortocht op Rock Werchter hielden de Arctic Monkeys met hun post-punk halt in de Zénith te Lille. Stilstaan was echter absoluut geen optie, zanger Alex Turner maande aan: Get on your dancing shoes, you sexy little swine’. Het ene na het andere dansbare punkpopnummer werd geserveerd, waaronder de alom gekende prachtnummers als “Brianstorm” en “When The Sun Goes Down”, “I Bet You Look Good on the Dancefloor”, “View from the Afternoon”, “Florescent Adolescent”, “D is for dangerous” (waaruit de albumtitel is ontsproten) en “Teddy Picker”.
Snedige riffs en scherp gespeelde gitaarlijnen in combinatie met soepel doorlopende teksten zorgen voor een hoge rock-‘n’-rollwaarde in het bloed van deze jonge band. We moeten eerlijk blijven: alle lof is meer dan terecht want de muziek die deze groep nu al brengt - ook al zijn de termen leuk, speels, vrolijk en snel meer dan op hun plaats - verklapt allesbehalve hun jeugdbrand!

Arctic Monkeys hebben op een jaar tijd duidelijk progressie en een sprong naar volwassenheid gemaakt. Ook de teksten van Alex Turner zitten stilistisch puik in elkaar. De tomeloze energie, de podiumattitude en de rauwe gitaren die jonge snaken produceerden was wel meer dan overweldigend! De Arctic Monkeys denderen werkelijk over je heen: wat een mooie ‘nachtmerrie’ is dit geworden! Briljant!

The Coral opende de avond maar kon ondanks de bescheiden oorwormpjes “Pass it On” en “Dreaming Of You” maar enkele momenten boeien. We hadden meer verwacht van een groep die nooit het niveau haalde die te horen is op hun debuutplaat ‘Coral’ uit 2002. 

Organisatie: France Leduc Production

Porcupine Tree

Porcupine Tree: hallucinerende trip voor metalheads!

Geschreven door
Nog voor het nieuwe album:‘Fear Of A Blank Planet’ verscheen ging Porcupine Tree al uitgebreid op tournee om het nieuwe materiaal aan de fans voor te stellen. Nu de nieuwe schijf enkele maanden uit is, heeft dit negende studioalbum voor de fans nog weinig geheimen. Opnieuw is het nieuwe Porcupine Tree album een sublieme schijf en verplichte kost voor elke Progressieve Rocker en liefhebber van New Prog en Neo-Psychedelia. Ditmaal mocht ik Porcupine Tree aanschouwen samen met enkele honderden Franse fans in de Rijselse club Le Splendid.  Deze gezellige oude theaterzaal was niet uitverkocht maar zat wel voldoende volgepakt (zo’n 80%) om zoals vanouds de binnenhuistemperatuur er tot verschrikkelijk hoge temperaturen te brengen. 

Opgewarmd (alsof dat nog nodig was) werden we door de Britse band Pure Reason Revolution. Deze jonge Britse band die gevormd werd aan de universiteit van Westminster (Londen) bracht begin dit jaar een erg sterk Prog rock album uit onder de titel ‘The Dark Third’. Live brachten ze een mengeling van Prog Rock, Grunge, Folk & Alternative Rock. Vooral de samenzang tussen de vrouwenstem van bassiste Chloe Alper en die van bandoprichter en multi-instrumentalist James Dobson was bij momenten erg indrukwekkend. Het Franse publiek stuurde de band onder een daverend applaus naar de coulissen. 

Na een vrij korte ‘break’ was het de beurt aan hoofdact Porcupine Tree. De show startte met beklijvende projecties van de Deense filmmaker en grafisch artiest Lasse Hoile waarna de band de titeltrack van het nieuwe album inzette. Het geluid was opnieuw perfect afgeregeld wat nog meer glans gaf aan deze vertoning. Na het nieuwe “Fear Of A Blank Planet” greep de band even terug naar het machtige “Lightbulb Sun” om erna terug uit te pakken met een nieuwe song “My Ashes”. 
Mastermind Steve Wilson liet ons weten dat ook nu het nieuwe album volledig zou gebracht worden, samen met songs uit de backcatalogue die nooit eerder live werden gespeeld. De blootsvoetse Wilson had er erg veel zin in, al hield hij ook u weer de communicatie tot het publiek uiterst beperkt. De energie die deze band live echter uitstraalt is fenomenaal. Sinds 1993 heeft de band een zeer solide bezetting. Naast Wilson vinden we de sterk ondergewaardeerde keyboardist Richard Barbieri (ex-Japan) in de line-up terug, die de Porcupine Tree sound aanvult met subtiele soundscapes en ambient geluiden. De ijzersterke ritmesectie van bassist Colin Edwin en drummer Gavin Harrison (die er pas in 2002 bijkwam) vormt zowat de basis van deze band. En dan is er nog John Wesley die ook pas in 2002 bij de band kwam om Wilson te versterken als tweede gitarist. Op het nieuwe album neemt Wesley trouwens ook heel wat vocale stukken voor zijn rekening, een taak die hij trouwens uitstekend vervult. Het is dan ook een beetje vreemd dat Wesley in ‘de credits’ nog niet als volwaardig bandlid wordt aanzien. 
Terug naar het concert zelf dan waar het 20 minuten durende “Anesthetize” een van de vele hoogtepunten was. Pakkende melodielijnen, stevig gitaarriffs, goed doordachte teksten en hallucinerende visuals. Dit was Porcupine Tree ten top!! “Open Car” uit voorganger ‘Deadwing’ is nog steeds de volmaakte PT song. Al zou deze prijs ook kunnen uitgereikt worden voor het gevoelige, sferische “Sentimental”. Met “Drown With Me” haalde men een song uit de gelimiteerde versie van ‘In Absentia’. Mooi, maar toch een van de mindere songs. Met “Sever” uit ‘Signify’ van 1996 bracht de band voer voor de wat oudere PT fans. “Kenden jullie deze song?, vroeg Wilson”. Menige handen gingen de lucht in. Af en toe vloog de band er behoorlijk stevig in. 
Ik had zo de indruk dat het Franse publiek wel erg genoot van die Trashy Metal avonturen. Tot slot kregen we nog twee songs over “Escape” (zoals Steve de songs aankondigde). “Way Out Of Here” en “Sleep Together” vormden de finale van dit briljante optreden. Of toch niet, want de band kwam terug om nogmaals hard toe te slaan met het wondermooie “Even Less”, de Rush geïnspireerde instrumentale metaltrip “Mother & Child Divided” en het immer fascinerende “Halo”.
 
Porcupine Tree is momenteel één van de allerbeste live groepen. Dit optreden versterkte deze status nogmaals. Niets dan respect voor Wilson & co die mijn metalhead gedurende bijna twee uur onderdompelden in een hallucinerende trip van progressieve rock en stevige metal.

Pictures op http://www.pixagogo.be/6927534110

Organisatie: Agauchedelalune, Lille

Rock Werchter 2007: zondag 1 juli

Geschreven door
!!! (Pyramid Marquee) , een uitgebreid Amerikaans collectief, trad al twee keer op te Hasselt-Kiewit. Ze waren in het voorjaar te zien op het Dominofestival in de AB. Telkens konden we hun !!!feestje ondergaan van aanstekelijke en stomende punkfunk door een live instrumentarium van twee opzwepende drumstellen, fijne gitaarloops, diepe bas, blazers en elektronica onder de bezwerende zang van Nic Offer en weirdo percussionist Pugh.
Het !!! feestje te Werchter leek nog iets te vroeg. Vanaf het derde nummer kwam de band op dreef en in het enthousiasme vloog de microstaander van Offer op een security lid. Offer bezocht de man na het optreden. “Heart of hearts”, “Must be the moon” en “Pardon my frededom” blijven in het geheugen gegrift. !!! paste beter in de Marquee. Volgend jaar te bekijken?!

Cold War Kids (Pyramid Marquee)
intrigeerde als supports van Two Gallants en Clap Your Hands Say Yeah. Het hyperkinetische collectief uit LA ligt muzikaal ergens tussen Starsailor, Ben Folds, Gomez en Cave. Hun debuut ‘Robbers & Cowards’ bevat aanstekelijke, frisse pop, balancerend tussen intimiteit en dynamiek. De groep had het deze keer iets lastiger en was minder snedig dan tijdens de clubconcerten (door het vroege uur?). Overtuigend klonken “We used to vacation”, “Tell me in the morning”, “Hospital beds” en het ingetogen “Saint John”. Er was ruimte voor enkele nieuwe intieme songs.

Maxïmo Park (Pyramid Marquee)
is een beloftevol vijftal uit Newcastle, onder de sympathieke zanger/songschrijver Paul Smith. Deze postpunkband heeft twee cd’s uit en beschikt over een befaamde live reputatie, bepaald door de podiumprésence en dynamiek van Smith. De band gaf al een overtuigende set in de Botanique en deed dit nog eens doodleuk over in de Pyramid Marquee! 
“Girls who play guitar”, “Our velocity”, “Graffiti” en “Apply some pressure”, het waren frisse, springerige (Smith interpreteert dit letterlijk!) nummers, onder een huppelend ritme en intrigerende synthi. Het helse tempo nam wat af met de fijner geraffineerd materiaal als “Book from boxes” en “By the monument”. De band bewees veel in hun mars te hebben!

De jonge Britse twintigers The Kooks (Main Stage) bleken vorig jaar in de Marquee één van de ontdekkingen. “Naïeve” en “She moves in her own way” werden hits, het levende bewijs van een grootse band in wording. Maar ze lieten op het hoofdpodium een vermoeide indruk na, wat zorgde voor een Lazy Sunday Afernoon gevoel. Hun aanstekelijke melodieuze gitaarpoprock miste drive en dynamiek en boeide onvoldoende, waardoor enkel de singles op herkenningsapplaus konden rekenen. “Seaside”, “Eddie’s gun” en “Do you wanna” konden de rest niet redden. 

Het New Yorkse Interpol (Main Stage) kwam (onverwacht) sterk voor de dag. Hun venijnige, broeierige gitaarrock met donkere ‘80’s wave, die knipoogt naar bands als Echo & The Bunnymen, The Smiths, The Chameleons en natuurlijk Joy Division kreeg meermaals een stevig uptemop zwart jasje. Zij blazen deze muzikale stijl, samen met Sophia, We Are Scientists en Editors, nieuw leven in. Zanger/gitarist Paul Banks had iets mee van  Dave Eugene Edwards van Woven Hand. Ze speelden een hechte set door een fris tintelende gitaarspel, diepe bas en een bezwerende percussie: “Slow hands”, “Narc”, “Evil” en “Not even jail” toonden een gretige live band aan.
Af en toe werd een tipje van de sluier gelicht van de te verschijnen derde cd ‘Our love to admire’. “Pioneer to the falls” was de sfeervolle opener en we hoorden ook de fijne, broeierige single “The heinrich maneuver”. Intens sterke set!

Frank Black (Pyramid Marquee)
Na de korte reünie van The Pixies en het uitblijven van een nieuwe samenwerking dito cd, deed Black Francis - Frank Black - besluiten z’n solocarrière her op te nemen, die hij na The Pixies in ’93 begon. Hij heeft al talloze soloplaten uit met een handvol goede nummers. 
’Wolffather’ liet zich omringen door een jonge begeleidingsband en speelde een strakke, stevige en fel verbeten puike set, waar een pak songs de revue passeerden. De sound van The Pixies herleefde, mede door z’n  brullende – als een gekeeld varken – schreeuwerige stem. “Los Angeles” greep naar het begin van z’n solocarrière, er was een ode aan Fatboy Slim en a-capella zong hij over de drie cijfers 666 van de duivel. Frank Black beet van zich af en dat was lang geleden, naast het muzikaal avontuur met The Pixies.

Om het dan maar over Los Angeles te hebben, speelde Incubus (Main Stage), onder Brandon Boyd (lookalike op Chris Cornell), op de Main Stage. Incubus is geëvolueerd van een donker bedreven, spannende crossover naar melodieuze poprock. Ze braken in Europa door met de cd ‘Morning View’ (zes jaar terug!) en ‘A crow left of the murder’. Het recente ‘Light grenades’ klonk flauwtjes, wat de band live deed grijpen naar “Nice to know you”, “Drive”, “Megalomaniac” en “Are you in”, songs die af en toe ondersteund werden van elektronica en scratches.  De groep speelde een afgelijnde set, maar onderscheidde zich niet!

Damien Rice (Pyramid Marquee),
 een Ierse singer/songwriter, heeft op drie jaar tijd twee klassecd’s uit. “9 crimes”, opener van de tweede cd ‘9’ en van de set, betekende de definitieve doorbraak; vocaal kon hij niet ondersteund worden door second voice Lisa Hannigan, die afhaakte tijdens de clubtournee. In een ‘troubadour mentality’ speelde hij ontroerende, breekbare en melancholische songs doordrenkt van (Ierse ) freefolk: een spannende opbouw, snedig, gebald of intiem, gedragen door z’n zalvende, soms overstuurde, stem. De semi-akoestische gitaar- en pianonummers, waaronder “Volcano” en “Coconut skins”, kregen elan door z’n sterke begeleidingsband, met een glansrol voor celliste Vyvienne Long. Intiem was “Me, my joke & I”. Hij liet citaten horen van Nancy Sinatra’s “My baby shots me down (bang bang)” en Radioheads “Creep” in de eigen songs “Canonball”, “I remember” en “The blowers daughter”.
Wat een performance! Om kippenvel van te krijgen! Ook hij was er eentje om Folkdranouter te besluiten…

Metallica (Main Stage)
de headliners voor Rock Werchter 2007 zijn vaste waarden. Hetfield/Ulrichs Metallica kwam voor de vijfde maal en kon ruim twee en een half uur beschikken uit love and respect for the fans.
Metallica was een band op scherp met puike gitaarsoli en drumpartijen. Kortom, het viertal speelde een frisse, afgewerkte set.
Hun ‘Sick of the Studio tour’  blikte spijtig genoeg terug naar oud ‘vertrouwd’ materiaal en liet niks horen wat ze al in de studio verwezenlijkt hebben. Ook ‘St Anger’ lieten ze volledig links. “Creeping death”, “From whom the bells toll”, “Sanitarium”, “And justice for all” en “Master of puppets”, ze zijn in het geheugen van Metallica én van elke fan gegrift. Vuurwerk was er voor de songs van ‘The black album’, ooit hun definitieve doorbraak naar een breder publiek, met “Sad but true”, “Nothing else matters”, “One” en “Enter Sandman”. Met het krachtige, gebalde ‘oi oi’ meezingbare “Seek and Destroy” eindigden ze.

Faithless (Main Stage)
Het Britse Faithless, onder toetsenwonder Sister Bliss en love, peace en untiy predikant Maxi Jazz, slaagden er nog steeds in een hele wei in beroering te brengen, ook al werd het recente ‘To all new arrivals’ lauw ontvangen. De publiekslieveling van de nineties speelde een vertrouwde set van hun hits, maar liet ruimte voor een handvol nieuwe songs met second voice Harry Collier of zangeres Cass Fox. (“Hope & Glory”, “Music matters”). Faithless ging van “Insomnia”, naar “God is a DJ” tot “We come One”, onder de zegrap van Maxi Jazz. Wat een samenhorigheidsgevoel! Sfeervoller klonken “I want my family back”, “everything allright” en “I want more”. Enkele instrumentals leidden de groovende “Mass destruction” en “Bombs” in. “Muhammed Ali” en “Salva mae” (die hun muzikaal avontuur ooit startte!) besloten Rock Werchter 2007 en verve. Faithless was tav Depeche Mode vorig jaar een volwaardige afsluiter van dit beste festival van Europa!

Organisatie: Rock Werchter 2007 (Live Nation)


Eerste film van Joost Wynant

Geschreven door

Vandaag draait de eerste film van Joost Wynant in de zalen, 'De laatste zomer', over vier jongeren die hun vakantie in hun kleine dorp doorbrengen. Gisteren was er een première-feestje in de Culture Club in Gent, met onder andere DJ Sioen.

Rock Werchter 2007: zaterdag 30 juni

Geschreven door
The Bravery (Pyramid Marquee) uit New York opende een paar jaar terug Rock Werchter. Ze hebben momenteel hun tweede album uit ‘The sun and the moon’ dat subtieler en meer afgelijnd klinkt. De tweede lijn linie van Interpol en Editors waren een goede warming up voor de derde dag.  Ze putten afwisselend uit de twee cd’s met enkele puike recente songs als “Believe”, “Bad sun”, en “Fearless” en “An honest mistake” van hun debuut. Ze eindigden sterk met “No brakes” en “Unconditionel”.

The Hold Steady (Pyramid Marquee)
verbaasde in het voorjaar met de nieuwe cd ‘Boys and Girls in America’. Ze  zijn voor het eerst op tournee in Europa. Het Amerikaanse vijftal speelde fijne, potige en dynamische ‘on the roadsongs’ ergens tussen Soul Asylum, The Replacements, Kings of Léon en Randy Newman. Trouwens, de zanger lijkt wel een jonge ‘lookalike’ van Randy. De groep speelde een gretige set en hadden de uitstraling van Weezer en Fountains Of Wayne. Frisse highschool rock, waarbij de leden onder de indruk waren van de respons.

Amy Winehouse (Main Stage)
is een veelbesproken frêle jongedame die er al een zwaar leventje opzitten heeft van fors drank-, druggebruik en gekdoenerij ivm haar huwelijk. De graatmagere Amy kwam al een kwartier te laat op het podium, waardoor de set noodgedwongen moest worden ingekort.
Met haar intrigerende Motown black soul jazz sound en haar diepe, warme doorleefde stem waanden we ons  regelrecht in de ‘50’s. Haar mooi gekostumeerde (bijna volledige) zwarte begeleidingsband en het decor van grote nachtlampen beklemtoonden deze indruk. Tijdens de set liet de souljazzdiva een onverschillige indruk. Als een duivelin bekeek ze haar publiek, dronk een tweetal longdrinks, en vanaf het midden van de set was het hek helemaal van de dam want telkens bevroeg ze welke songs ze nu het best zou zingen. “Back to black”, “You know I’m no good”,  “Rehab”, “Me and Mr Jones” en Sam Cooke’s “Cupid” waren het onthouden waard. Matige set.

Anders ging het er aan toe in de Pyramid Marquee toen The Klaxons optraden. Hun plaat ‘Myths of the near future’ luidde een frisse wind in van Britpop, postpunk en dansbare wave…new rave/art partymusic wordt het omschreven, ergens tussen de oude rave van The Happy Mondays en The Stone Roses en de postpunk van Franz Ferdinand en Bloc Party. 
In de eerste songs, waaronder “The bouncer”, trok het viertal fel van leer en refereerde aan de punkrocks van The Beastie Boys: kort, krachtig en snel op elkaar volgend. Ze klonken geraffineerder vanaf de single “Golden skanz”, wat meer groove en psychedelica bood; tenslotte drukten ze het gaspedaal opnieuw in met als apotheose “Four horsemen”.

Het Schotse collectief Snow Patrol (Main Stage), onder de sympathieke Gary Lightbody, zit het écht niet mee om op tournee te gaan: op Pukkelpop vorig jaar bleven hun instrumenten achter, in Tourcoing mochten ze de luchthaven niet uit en deze maal was hun persoonlijke bagage niet mee. Hun melodieus dromerige, emotievolle gitaarpop boeide en werd ferm gesmaakt.  Songs van de voorbije twee cd’s ‘The final straw’ en ‘Eyes open’ passeerden de revue: “Spitting games”, “Shut your eyes”, “Chasing cars” en “You’re all I have”.  Snow Patrol speelde een sfeervolle set; tav geestesgenoten Starsailor vorig jaar klonken zij  minder krachtig.

Goose (Pyramid Marquee)
won vijf jaar terug de HRR. Het duurde tot vorig jaar vooraleer hun debuut ‘Bring it on’ verscheen. Het viertal uit Kortrijk heeft hard gewerkt en plukt nu de vruchten. Goose  is de nieuw Soulwax Nite Versions, LCD Soundsystem en !!!. Het zijn pompende songs door (gierend) elektronicagefreak en beats, opgezweept door drums, fijne gitaarloops en ondersteund door de zang van Mikael Karkousse. Goose zijn graag geziene gasten op festivals en zetten de Marquee op z’n kop vanaf het eerste “Black gloves”. Een uitgelaten dansende menigte ging totaal loos op o.a.. “British mode” en “Good times”. “Modern vision “ was het meest songgericht. Goose was de  ideale afternoon party pil! Grootse Belgische band in wording… verdiend!

The Killers (Main Stage)
uit Las Vegas zijn samen met Bloc Party en Kaiser Chiefs één van de meest hippe bands van het moment. Er was veel te zien: een podium als een countryhouse, een keyboard met het gewei van een rendier als versiering, bloemen op de instrumenten en de heren gekleed in een moderne outfit van Henry Fonda’s ‘Once Upon A Time’. 
The Killers hebben tot nu toe twee cd’s uit (‘Hot Fuss’ en ‘Sam’s Town’) en hebben alle troeven om een grootse band te worden; ze gaven al een schitterend cluboptreden en te Werchter deden ze het doodleuk over! Zanger Brandon Flowers entertainde het publiek en bood met z’n band stevige en fijn uitgewerkte gitaarpoprock, kleur gegeven door piano en keyboards: “Enterlude (we hope you enjoy your show)” opende, gevolgd door een hitbox van “When you were young”, “Bones”, “Somebody told me”, “When you read my mind”, “Mr Brightside” en “For reasons unkown”. The Killers = grootse festivalband live op dreef.

Peter Gabriel (Main Stage)
In de jaren ‘80 en  beginjaren ’90 zagen we Gabriel verschillende malen. Hij serveerde uiterst sfeervolle sets, waar z’n belangrijke hits niet ontbraken. De laatste keer liet hij zich omringen met strijkers en backing vocalisten, wat de sound verruimde. 
Nu, vijftien jaar later…en vijftien jaar ouder (57) leek het erop dat hij z’n eigen Real World studio van elektronica apparatuur had meegebracht. Er was z’n band van leeftijdsgenoten (Tony Levin en David Rhodes) en z’n dochter Melanie speelde piano en was backing vocaliste. 
Het jonge volkje liet Gabriel links, waardoor het rustig was op het hoofdpodium. “Blood of Eden” en “Family snapshot” (de inspiratie voor Taxi Driver) ontroerden in het eerste halfuur, gevolgd door “Big time”. Oude hits als “Solzbury hill” (hij wou het eens spelen!) en “Sledgehammer” haalde hij uit de kast, waarbij Gabriel en de zijnen een paar synchrone danspasjes waagden. Een paar sfeervolle nummers volgden om tenslotte, traditiegetrouw,  “Biko” op ons los te laten, wat luidkeels werd meegezongen. Voor de jongeren was Peter Gabriel een nobele onbekende, voor de TW Classics onder ons vervroegde de afspraak!

The Good, The Bad & The Queen (Pyramid Marquee)
is het muzikale project van Damon Albarn (Blur/Gorillaz), Tony Allen (afrobeatlegende), veteraan Paul Simenon (bassist van ex The Clash) en Simon Tong  (gitarist The Verve). Een bandje van grootse artiesten,  aangevuld met een strijkerensemble. Het gezelschap flitste ons in de vorige eeuw: het stadsgezicht op de achtergrond, de kostuums, de hoge hoeden en door de spotlights, een soort straatverlichting  (door de voetlichten en witte lampen naast de groepsleden). In het voorjaar verscheen hun rustige, sfeervolle plaat, wat paste in dit decor. Live kregen sommige nummers een lichte groove, ging Simenon een imaginair gevecht aan met z’n bas en was er Albarns zalvende stem. De sound werd breder door toetsen, strijkers en melodica.
Met plezier ondergingen we hun donkere sfeervolle trip: “History song”, “Northern whaler”, “Kingdom of doom”, de single “Herculean”, “Green fields”, “Mr Whippy” en “The good, the bad & the queen”waren mooie voorbeelden.

Het Britse trio Keane (Main Stage) brengt fijne, dromerige en sfeervolle songs, bepaald door een begeesterend pianospel, meeslepende drums en een emotievolle zang. Het was niet het beste jaar van de charismatische zanger Tom Chaplin. Hij kwam op een afdeling terecht om van z’n verslaving aan porto af te geraken, waardoor een deel van de clubtournee in het najaar van 2006 werd afgelast. Hun optreden op Pukkelpop (vorig jaar) was goed, maar de groep onderscheidde zich niet. Momenteel is hij tiptop in orde. 
Keane heeft nog maar twee cd’s uit, maar zoals verschillende ‘jonge Britse’ bands staan ze al ’s avonds geprogrammeerd op de grootse festivals. Op Werchter speelde het trio een vertrouwde, puike set: “Crystal ball”, “Everybody’s changing”, “Bend & break”, “This is the last time”, “Somewhere only we know”,  “Isn’t it any wonder” en vaste afsluiter “Bedshaped”. Jonge meisjesharten braken voor de zanger op de intieme songs “Your eyes open”, “Hamburg song” en “Fly to me”.

The Chemical Brothers (Main Stage)
zijn de vaste waarde geworden om een avond in Werchter te besluiten. Bij elke nieuwe plaat zijn Ed Simons en Tom Rowlands op de afspraak en zien we hen als een schim achter hun immense elektronica apparatuur. Hun sound, beats en visuals werken aanstekelijk in op de dansspieren. Twee jaar terug herinnerden we ons een dansende menigte in de gutsende regen.
Hun ‘push the button’ clubdance, breakbeats en technotrance konden we deze keer beter ondergaan. De songs werden deels aangepast; in het eerste deel was de herkenbaarheidfactor hoog met “Galvanize”, “Do it again”, “Hey boy hey girl”, “Out of control” en “Star guitar”. In het tweede deel werden  songs als “Believe” en “Golden path” afgewisseld met ‘80’s trancegerichte nummers, waaronder twee nieuwe “All rights reserved” en  “We are the night”. Maar ze besloten groots met  de ‘oudjes’ “Chemical beats” en “Private psychedelic reel”. Onder hun motto ‘love us all’ maakten ze er een dansfestijn van!

Organisatie: Rock Werchter (Live Nation)


Bright Eyes

Cassadaga

Geschreven door
Bright Eyes het muzikale project van singer/songschrijver Conor Oberst. Hij bracht in 2005 zelfs twee cd’s uit, waarvan ‘I’m wide awake it’s morning’ ons sterk bijblijft. De inmiddels 27 jarige Oberst uit Nebraska stapte met de plaat ‘Cassadaga’ over naar een major label: melodieus fijne en subtiele, meeslepende, pakkende americana/country/folkpop. Hij zorgt voor een sfeervolle muzikale variëteit van gitaar, steelpedal, piano, toetsen en strijkersarrangementen onder een soft bezwerende percussie en diens emotievolle stem. Gastrollen zijn weggelegd voor M. Ward en Gillian Welch.
Creativiteit en stijlvariatie is te horen op de ingetogen “If the breakman turns my way” en “Soul singer in a session band”,  er zijn het intieme “Middleman”, het sfeervolle “Classic cars” en het dromerige “No one would riot for less”. Hij laat folkpop klinken op “Hot knives” en op “Cleanse song” en “Coat check dream song”  treedt ‘geluid’ in de brede zin van het woord op het voorplan. Kortom, 'Cassadaga' is opnieuw een uitstekende plaat van een 'open mind troubadour'.

John Cale

Circus live

Geschreven door
In de lange carrière van John Cale is dit zijn derde live album na het denderende en ruige ‘Sabotage’ uit 1979  en het eerder makke ‘Comes alive’ uit 1984. Deze keer is het wel een dubbellaar geworden, en voor de freaks is er ook nog eens een DVD bijgevoegd.  Cale, die met de jaren laveert tussen rockmuziek, soundtrack en puur klassiek heeft zich met dit live album terug toegespitst op zijn rockperiode en zorgt hier voor een eerder willekeurig overzicht van zijn repertoire aangevuld met een handvol songs uit zijn laatste twee platen ‘Hobo sapiens’ en ‘Black Acetate’.
Ook zijn VU verleden komt aan bod met een mooi “Venus in furs” als opener van de plaat, maar hetgeen hij iets verder met “Femme fatale” aanvangt is heiligschennis. Wat normaal een prachtige emotionele songs is verwordt hier tot een vervelende en eentonige elektronica trip.
Uit Cales omvangrijke solo catalogus noteren we een fel rockend “Helen of troy” en dito “Dirty ass rock’n’roll”. De bandleden spelen strak en vooral gitarist Dustin Boyer laat zich verschillende keren van zijn beste kant horen. Ook de Rufus Thomas klassieker ‘Walking the dog’ is nog steeds één van Cale’s favorieten en krijgt een sterke freaky versie mee. Mooie rustpunten zijn “Zen” en “Buffalo ballet”.
Maar helaas loopt het ook geregeld helemaal mis. Cale slaat op cd 2 te veel aan het experimenteren en verneukt zijn eigen en andermans songs. “Gun” duurt maar liefst dertien minuten en dat zijn er op zijn minst elf te veel, “Mercenaries” dat zo ruig en agressief klinkt op ‘Sabotage’ is hier een monotoon elektronisch zootje, “Style it takes” is onbegrijpelijk flauw en slap en “Heartbreak hotel”, op een Cale concert normaal altijd een intens kippenvelmoment, is compleet ondermaats, veel te lang en wekt géén greintje emotie los. ‘Pablo Picasso/Mary Lou’ is dan wel weer een schot in de roos, het klinkt bijzonder ruig en spannend en is met zijn 12 minuten nog géén seconde te lang.

Cale heeft de fout begaan te veel aan zijn eigen songs te willen prutsen. Wat meer eliminatie en zelfkritiek hadden wonderen kunnen doen. John Cale had hier één geweldige live plaat kunnen uit puren, maar op dit dubbelalbum staat te veel kaf tussen het koren.
Het betere live album van John Cale is met voorsprong nog steeds het briljante, ruige en gedurfde ‘Sabotage’. Koop die.


Deerhoof

Friend Opportunity

Geschreven door
Uit het onbeminde landschap van de indiepop maakte ik kennis met Deerhoof uit San Francisco, al tien jaar actief en aan hun negende plaat toe. ‘Friend Opportunity’  een dromerige, sfeervolle plaat, onder de frêle hemelse vocals van de Japanse Satomi Matsuzaki, doet muzikaal denken aan de sound van Stereolab, Blonde Redhead en Electrelane. De songs worden bepaald door elektronica, repetitief opbouwende gitaarlijnen, een bezwerende percussie en een dosis experiment. 
De band biedt een pak contrasten door de onverwachtse wendingen en balanceert tussen breekbare pop en avantgarde, luister maar naar “The perfect me”, “+81” en “Believe e.s.p.” Het gezelschap klinkt krachtiger op “Cast off crown” en “Matchbook seeks maniac” lijkt het ideale popnummer. Het ruim tien minuten durend afsluitende avontuurlijke “Look away” is een vingeroefening in gitaarlijnen.
Origineel doordacht plaatje!

Gèsman

Omplof!

Geschreven door
Gèsman,  een Kortrijks zevental,  zingt in de eigen streektaal op de tweede cd ‘Omplof!’, opvolger van het debuut ‘Slicht van ’t eten’ uit 2004. De tweede cd  is een frisse, luchtige, vrolijke en ontspannende plaat van twaalf nummers. Het ludieke gezelschap deed beroep op Wim Opbrouck (op “www.godchristus.com”) en Isolde Lasoen (drumster bij Daan en Billie King), backing vocals op de openingssong “Puree” en “Marie Hélène”, één van de sterkste songs op de cd. Fijne pop horen we op “Red min vel”, en “Klwotzak”  onderscheidt zich door z’n intrigerende opbouw met strijkersarrangementen.
Gèsman is de muzikale formule van Doe Maar en Kowlier; door de blazersectie, country en wals is er een vleugje Calexico op te merken. 
Gèsman zit op het ‘Mooi’, een sub label van Play Out (zie Arsenal en Billie King) en trok Reinhard Vanbergen van Das Pop aan als producer. 
‘Omplof!’ is een uiterst gevarieerde cd, kleinkunst, pop en rootsrock zijn met elkaar gelinkt.

Rock Werchter 2007: vrijdag 29 juni

Geschreven door
The Van Jets (Main Stage) De winnaar van HRR 2004, onder de broers Verschaeve, lieten een puike indruk na op dit vroege uur in de miezerige regen. Hun retrogitaarrock’n’roll werd smaakvol onthaald. Het viertal, af en toe aangevuld met een toetsenist, speelde een uitgekiende, afwisselende set: de stevige rockers “You”, “Ricochet” en “Electric soldiers”, het sfeervolle “Johnny Winter”, David Bowie’s “Fashion” in een avontuurlijk kleedje en tenslotte twee songs gericht aan hun helden Iggy en Rare Earth nl. Run’n hide” en “Boulevard”. Het was duidelijk dat de ‘70’s diep ingebakken waren bij het jonge bandje.

Jason Mraz (Pyramid Marquee)
was een singer/songwriter die deed denken aan de performances van Xavier Rudd en Jack Savoretti, die op sobere wijze het publiek boeiden door akoestische gitaar en emotievolle vocals. De zanger, met hoed en zonnebril op, geplukt uit de freefolk, pleitte voor ‘Peace & Love’ en bracht een combinatie van pop, folk en hiphop onder z’n zangrap. Fijne ontdekking.

Enter Shikari (Main Stage)
uit Londen zorgde meteen voor wat opwinding met hun niet alledaagse mengeling van metal, grindcore, emocore en house, drum’n bass en trance. ‘Take to the skies’ is hun pas verschenen debuut. De bandleden speelden, dansten en hotsten heen en weer op het podium. Ook al waren niet alle nummers even geslaagd, de performance was een dankbare zonnestraal!

Het uitgebreide Britse collectief Oi Va Voi (Pyramid Marquee) staat garant voor een muzikale smeltkroes van stijlen: het is een zomers exotische cocktail van pop, wereldmuziek en Balkan; naast de afwisselende vrouw- man zang intrigeerde het instrumentarium van viool, melodica en klarinet. Het resultaat was een groovy dansbare set, een gemiste kans voor de organisatie van Folkdranouter.

Kings of Leon (Main Stage)
Het Amerikaans muzikaal familiebedrijfje Followill heeft een nieuwe cd uit ‘Because of the times’, die tav hun vroegere southern/americana rock’n’roll directer en strakker klinkt. 
In het begin voelde het viertal onwennig aan op het podium en waren ze erg geconcentreerd en cool. De bezieling leek wat uit, maar vanaf “The bucket” ging het allemaal losser aan toe. De hees doorleefde, emotievolle zang van gitarist Caleb gaf kleur. “On call” werd sterk onthaald en met “Slow night, so long” en “Trani” bereikten ze een hoogtepunt. Eddie Vedder werd er toen bijgehaald en gaf de song pit door z’n backing vocals en slagen op de tamboerijn.  Een venijnig einde van een goede set. 

Kaiser Chiefs (Main Stage)
is zo één van die festivalbands die van elk optreden een feest maken, door het publiek te betrekken bij hun frisse, opzwepende gitaarpoprock. Zanger Ricky Wilson was de volksmenner van dienst. Meteen zat de swing er in met “Everyday I love you less & less”, “Everything is average nowadays” en “Ruby”. Meezingers en stampers van formaat! Aanstekelijk klonken de subtiele songs “Heat dies down” en “Modern way”. “The angry mob” en “I predict a riot” trokken het tempo opnieuw omhoog. Het uitgesponnen “Oh My God” werd luidkeels meegezongen. De voetbalminnende Kaiser Chiefs behaalden op de wei te Werchter een duidelijke overwinning! 

Het publiek werd getrakteerd op twee hippe bands na elkaar op de Main Stage deze namiddag. Bloc Party was nu aan de beurt. Tijdens de clubtournee in het voorjaar lieten ze te Lille een vermoeide indruk na, maar herstelden de dag nadien in de AB te Brussel. 
Bloc Party klonk fris, aanstekelijk en ontspannen. Zanger/gitarist Kele Okereke was onder de indruk van de belangstelling, lachte z’n witte tanden bloot en gaf een stroomstoot aan de nummers. Een stevig begin met  “Song for Clay”, “Positive tension”, “Hunting for witches” en “Banquet”. Ze namen vaart terug op “I still remember”. “This Modern love”, “The Prayer” en “So here we are” hadden een prachtige opbouw en met ‘oudjes’ “Like eating glass”, “She’s hearing voices” en “Helicopter” besloten ze op schitterende wijze. Het ging allemaal vanzelf deze maal, een geoliede machine! Bloc Party nestelde zich in de voorste rijen van de postpunk. 

We konden nog een paar songs  meepikken van Lily Allen  (Pyramid Marquee). Haar set deed denken aan Leela James vorig jaar: pop, soul, reggae en hiphop waren de muzikale ingrediënten, die een zomerzon bezorgden. De rebelse jonge dame had er duidelijk zin in. Luidkeels zong het publiek “Smile” mee en ze trakteerde ons op enkele geslaagde covers als “Oh My God” (Kaiser Chiefs) en “Heart Of Glass” (Blondie). De halve liters bier en Jägermeister tijdens de set waren haar van harte gegund!

Queens of the Stone Age (Main Stage)
“This is Queen of the God Damned Stone Age” kondigde zanger/gitarist Josh Homme de band aan … en verdomd ze speelden een verbluffende set. Een paar jaar terug dompelden ze songs onder in oeverloze gitaarnoise en fuzz. Deze maal was het strakker en gedoseerd in een sober lichtdecor van witte lampen: een ontketende drummer, een snedig gitaarspel, een diepe bas en een sterke zang zorgden voor een stevig portie gitaargrungerock van het viertal. Homme gaf alvast Amy Winehouse mee op te letten van de combinatie alcohol en pillen. Ze putten afwisselend uit hun rijkelijk gevulde oeuvre: “Little sister”, “Feel good hit of the summer”, “Sick sick sick”, “No one knows” en “Go with the flow”. Tijd om op adem te komen was er niet, want het krachtige tempo hielden ze genadeloos een uur vol.  

Arctic Monkeys (Main Stage)
Vier jonge Britse gasten brengen in een recordtempo twee cd’s uit (‘Whatever people say I am, that’s what I am not’ en ‘Favourite worst nightmare’), zijn de succesvolste band in Engeland momenteel en fel begeerd voor jonge meisjesharten. Hun rauw rammelende melodieuze postpunk klinkt energiek, fris en aanstekelijk. 
Ze jaagden er een pak songs door;  een handvol songs intrigeerden, want het klonk een beetje té veel van hetzelfde. Het contact met hun publiek bleef grotendeels uit. Zanger/gitarist Alex Turner maakt van z’n wegrollende ogen en schichtige blik z’n handelsmerk. “View from the afternoon”, “Brainstorm”, “Dancing shoes”, “Fluorescent adolescent”, “I bet that you look good on the dancefloor”, “Leave before the lights come” en “When the sun comes down” onderscheidden zich.

Pearl Jam (Main Stage)
Vorig jaar in het Sportpaleis te Antwerpen konden we voor het eerst Pearl Jam op Belgische bodem aan het werk zien en wat deed het deugd om hun onversneden gitaar(grunge)rock’n’roll op overtuigende wijze te horen. Geen pretentie, geen sterallures, gewoon rechtdoor.  De groep speelde een gevarieerde set en verbleekten generatiegenoten en huidige postpunkbands! Eén van de topconcerten van 2006!
Te Werchter konden ze nu ook voor de eerste maal optreden; derde maal scheepsrecht! De groep koos voor een stevige aanpak, wat een indrukwekkend resultaat opleverde: “Last exit”, “Animal”, “Brain of J”, “World Wide Suicide” en “Once” om de set aan te vatten. De band stond als een Crazy Horse dicht bij elkaar opgesteld en gaven enkele volleerde soli om U tegen te zeggen. Een glansrol was weggelegd voor Vedder en gitarist Mc Cready.  “Dissident” was het eerste sfeervolle nummer. Maar dan gaven ze opnieuw gas op songs als “Evolution” en “Corduroy”. De Irak oorlog zit Vedder enorm omhoog: Werchter was het afsluitend Europees concert, wat betekende dat ze bij de thuiskomst zullen werken om de ‘garbage in het Witte Huis‘op te kuisen! “Jeremy” sloot aan op z’n woorden en was het eerbetoon voor elk jong strijder in de oorlog!  
Ze behielden een hoogstaand strak tempo: “Why go”, “Even flow” en “Life wasted”, onder die emotievolle stem van Vedder.  De band gaf nog een uitgebreide bis: “No War”, akoestisch toongezet door Vedder en naar een apotheose ging het met “Better man”, “Alive” en The Who’s “Babe O’Riley”, met hulp van Josh Homme, waarbij ze de song eindigden in gecontroleerde noise.
Wat een afgewerkt concert van een superband! Thanx Pearl Jam.

Organisatie: Rock Werchter (Live Nation)
Pagina 465 van 471