Het Depot Leuven - concertinfo 2025

Het Depot Leuven - concertinfo 2025 events16-10 Overdrive: indoorfestival Belgisch talent – info zie site 18-10 Over the rainbow (internationale waacking- en queer dance community) 20-10 Sad boys klub 21-10 Black leather jacket 23-10 Hef 25-10 Monto space 27…

logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2025 16-10 Metal Molly 30Y ‘surgery for zebra’, Cheap cult 17-10 Legends of rock: tribute tour roadhouse: Eagles, Fleetwood Mac, Johnny Cash 18-10 Icoon ‘man in the mirror’ (nillies popfeestje) 19-10 Goya concert,…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (15006 Items)

De La Vega

De exotische Pasen van De La Vega en Sweet Coffee

Geschreven door

Twee beloftevolle bands Sweet Coffee en De La Vega, binnen de warme soulpop, serveerden het talrijk opgekomen publiek een zwoele, exotische Pasen, en deden even het winterweer van de avond vergeten.

Sweet Coffee debuteerde in 2004 en heeft totnutoe drie cd’s uit. De band nestelt zich een eigen weg tussen Sade, Everything but the Girl en De La Vega. De zomers sensuele popdance van het trio, onder de zang van de mooi ogende Raffaele Brescia, kan onvoldoende rekenen op airplay op de radio.
Live is het een heuse band (met zes!), elektronica-apparatuur, percussie, sax, klarinet en hobo, geruggensteund door de soulstem van Raffaele, een backing vocaliste en een rapper.
Ze speelden ongeveer een uurtje een uiterst genietbare, groovende set; de zalvende beats klonken af en toe krachtiger zoals op de sterke opener “Say hey yeah”, “Downtown”, “Friends” en “Keep on running”, die naadloos in elkaar overgingen. Doch Sweet Coffee liet het publiek opgaan en dromen in een seksueel prikkelende fantasiewereld door enkele sfeervolle loungy songs, “Ghost in your head” en “Lost in tears”. Postcoïtale muziek door de sensuele beats, een sax, een softe percussie en de zwoele vocals van de dames. Sweet Coffee flirtte met de stijlen jazz, soul, hiphop, house en funk. Op “What’s up with that” klonk de band directer door de raps van Mista. “Saxolude” liet een herboren Kelis horen en de opzwepende “New day”, “Memory lane” en “Perfect storm” waren een puike finale waarin ‘80’s disco/funk was verwerkt.

De La Vega debuteerde drie jaar terug met ‘Falling into place’. Hun broeierige, sfeervolle soulpop (met een jazzy tint) is op de langverwachte opvolger ‘The day after’ zowel op plaat als live directer geworden. De stem van Elke Bruyneel, die Lize Accoe vervangt, is beperkter en klinkt minder warm en doorleefd.
Het collectief klonk eenduidiger en speelde een aanstekelijke, snedige set, gaande van de rockende instrumentale opener “La derniere gitare”, naar “Once in a lifetime” en “On my mind”, tot het sfeervol, dromerige “Rescue me” en “Little clouds”. De toetsen, blazers en de dubbele percussie kwamen naar het eind meer op het voorplan met het freakende “Speedboy” en “Move on up”.
De La Vega bekoorde en speelde een afgewerkte set, doch de songs misten de vroegere sensualiteit, zoals op hun  afsluitende “Surely”, waarop de nacht kon worden ingezet met de ‘70’s soul, disco funk party!

Organisatie: Petrolclub, Antwerpen

Sweet Coffee

De exotische Pasen van Sweet Coffee en De La Vega

Geschreven door

Twee beloftevolle bands Sweet Coffee en De La Vega, binnen de warme soulpop, serveerden het talrijk opgekomen publiek een zwoele, exotische Pasen, en deden even het winterweer van de avond vergeten.

Sweet Coffee debuteerde in 2004 en heeft totnutoe drie cd’s uit. De band nestelt zich een eigen weg tussen Sade, Everything but the Girl en De La Vega. De zomers sensuele popdance van het trio, onder de zang van de mooi ogende Raffaele Brescia, kan onvoldoende rekenen op airplay op de radio.
Live is het een heuse band (met zes!), elektronica-apparatuur, percussie, sax, klarinet en hobo, geruggensteund door de soulstem van Raffaele, een backing vocaliste en een rapper.
Ze speelden ongeveer een uurtje een uiterst genietbare, groovende set; de zalvende beats klonken af en toe krachtiger zoals op de sterke opener “Say hey yeah”, “Downtown”, “Friends” en “Keep on running”, die naadloos in elkaar overgingen. Doch Sweet Coffee liet het publiek opgaan en dromen in een seksueel prikkelende fantasiewereld door enkele sfeervolle loungy songs, “Ghost in your head” en “Lost in tears”. Postcoïtale muziek door de sensuele beats, een sax, een softe percussie en de zwoele vocals van de dames. Sweet Coffee flirtte met de stijlen jazz, soul, hiphop, house en funk. Op “What’s up with that” klonk de band directer door de raps van Mista. “Saxolude” liet een herboren Kelis horen en de opzwepende “New day”, “Memory lane” en “Perfect storm” waren een puike finale waarin ‘80’s disco/funk was verwerkt.

De La Vega debuteerde drie jaar terug met ‘Falling into place’. Hun broeierige, sfeervolle soulpop (met een jazzy tint) is op de langverwachte opvolger ‘The day after’ zowel op plaat als live directer geworden. De stem van Elke Bruyneel, die Lize Accoe vervangt, is beperkter en klinkt minder warm en doorleefd.
Het collectief klonk eenduidiger en speelde een aanstekelijke, snedige set, gaande van de rockende instrumentale opener “La derniere gitare”, naar “Once in a lifetime” en “On my mind”, tot het sfeervol, dromerige “Rescue me” en “Little clouds”. De toetsen, blazers en de dubbele percussie kwamen naar het eind meer op het voorplan met het freakende “Speedboy” en “Move on up”.
De La Vega bekoorde en speelde een afgewerkte set, doch de songs misten de vroegere sensualiteit, zoals op hun  afsluitende “Surely”, waarop de nacht kon worden ingezet met de ‘70’s soul, disco funk party!

Organisatie: Petrolclub, Antwerpen

Les Ogres De Barback

Van feeststemming tot ontroering met Les Ogres de Barback

Geschreven door

Een goed bewaard geheim voor elke Vlaming is het Franse zigeunercollectief Les Ogres de Barback, die vorig jaar hun tienjarig bestaan vierden. Deze populaire broers en zussen Burguière uit Frankrijk worden sterk ontvangen in Brussel en Wallonië.
We leerden het kwartet vorig jaar kennen op het Dourfestival, die het publiek in feeststemming, maar ook in ontroering brachten met hun amalgaan aan stijlen.

Ze kwamen voor een triplette naar Brussel: in de Botanique, in het Théâtre 140 en in de AB, waar ze een twee en een half uur durende show opzetten van muziek en cabaret met een vleugje maatschappijkritiek.
Hun mix van zigeunerpop, folk, Balkan, hoempapa, kleinkunst en chanson brachten  ze met een ongelofelijk arsenaal aan instrumenten: naast gitaar, contrabas en drumkit, speelden ze op cello, klarinet, hobo, dwarsfluit, viool, accordeon, toetsen en blazers. De instrumenten hingen aan een stelling; boven aan de stelling was door kabels nog een deel percussie gebonden.
Les Ogres leunt aan Taraf de Haïdouks, Les Negresses Vertes, Think Of One en onze Vlaamse De Nieuwe Snaar. Een must om eens aan het werk te zien.

Het gemotiveerde, aangename kwartet speelde een gevarieerde set, waarbij ze rijkelijk grossierden in hun oeuvre en het recente ‘Du simple au Néant’ voorop stelden; Spil Fred stelde de songs voor met lappen tekst, die voor een (eenzame) Vlaming binnen dit publiek moeilijk te begrijpen was. Maar geen nood, we ondergingen met plezier hun emotievolle, innemende en aanstekelijke - op de dansspieren inwerkende -plattelandsmuziek, gaande van “Ma fille”, “Contes”, “Marée basse” naar “l’Arménienne”, “Jérome” tot “Les voyageurs”, “Grand-mère” en “Grosse tortue”.
Op een scherm zagen we folklore, natuurlandschappen en grauwe stadsbeelden, een perfecte soundtrack, refererend aan Moondog Jr’s ‘Sunrise’, en verbonden aan chansonniers als Brel en Piaf.
In de goed opgebouwde en afwisselende set kregen we na goed anderhalf uur een portie elektronica-experiment en trakteerden ze op een Ferre Grignard song.
In de lange bis bleef het kwartet van stijl en instrumenten wisselen, met songs als “Tequeno”, “Ni dieu” en “Monsier perdu…”, en eindigden ze als straattheater met poppen die een instrumentje bespeelden.

Originaliteit, spitsvondigheid, avontuur en variatie zijn woorden meer dan verdiend op hun plaats voor dit kwartet; een doorbraak is hen van harte gegund naar ons ‘plat pays’ Vlaanderen.

Organisatie: Ubu concerts

Gorki

Gorki speelt voor de jeugd van 10 tot 50 jaar

Geschreven door

De cd voorstelling van de nieuwe cd ‘Voor rijpere jeugd’ gebeurde in de thuisstad Gent voor Gorki. Een kleine twee uur lang kon het publiek genieten van het nieuwe materiaal, enkele oudere songs en klassiekers van het wonderschone debuut. Trouwens, de cd doet z’n titel alle eer aan, want de fans van Gorki gaan van 10 tot 50 jarigen …

Gorki brengt eenvoudig mooie, meeslepende, broeierige Vlaamstalige gitaarpoprock. De opwindende gitaarriffs onderstreepten een rockende Gorki, zonder sterallures. Zanger/tekstschrijver/volksmens/entertainer Luc Devos maakte er een toffe scouts/chirofuif van, praatte de songs luchtig en vrolijk aan elkaar met stopwoordjes als “Yeah baby” en “Superwijs liedje” en ging gretig in op de reacties van het publiek.
Het spelplezier droop er vanaf. Gorki stak meteen van wal met “Veronica komt naar je toe”, (single met hitpotentie), gevolgd door nieuwtjes “Surfer Billy” en “Ik kan nooit meer naar huis”.
Zoals hij zelf zei smeerden de glaasjes wijn z’n stembanden en ging hij van een ‘merel’ naar een ‘nachtegalen’zang! De fijn subtiele, sfeervolle “Stotteraars aller landen”, “Driekoningen” en “Surfen op de golven” klonken sterker en meer overtuigend dan “Naaktgeboren” en “Asfalt en beton”.
Het nieuwe materiaal paste mooi tussen “Monstertje” -die nogmaals het schrijverstalent van Devos beklemtoonde door z’n intens broeierige opbouw -, “Joeri” (binnen het Gorki repertoire een klassieker), en de superoudjes “Wie zal er voor de kinderen zorgen”, “Soms vraagt een mens zich af”, “Lieve kleine piranha” (wat een mondharmonicaspel van toetsenist Heyvaerts) en “Anja”. “Billy lag te slapen”, overstelpt door een portie elektronicabeats in een “Valerie/Call on me” sampletje, besloot een eerste keer de set.
Het publiek droeg Gorki op handen en kreeg waar voor z’n geld. Een uitgebreide bis hoorden we met het emotievolle “Een schaduw in de schemering”, een aan NIN refererende “United Kashmir” en een uitgesponnen, uit volle borst meegezongen, intieme “Mia” (pakkend pianospel!). Ondertussen stond Devos in ontbloot bovenlijf en trakteerde hij ons een tweede keer op “’Veronica komt naar je toe”, waarbij een jong meisje Devos mocht vastpakken en een zoen geven.
Tenslotte, speelde hij solo een huiveringwekkende Nick Drake cover op elektrische gitaar, en het kwartet besloot definitief met het meeslepende “Ooit was ik een soldaat”.

”Dankjewel voor jullie aanwezigheid, liefde en spontaniteit” zei Vos. Hij kreeg er enthousiaste reacties voor terug. Rock’n’roll rules, baby!

Organisatie: Live Nation

Gossip

La Musicale en Tournée: Een avondje potig rauw rammelende garagerock’n’roll van The Kills en The Gossip

Geschreven door

The Blakes, een jong trio uit Seattle, ging vooraf. Net als The Pigeon Detectives en Five O’Clock Heroes behoren ze tot een nieuwe frisse wind van punkrockende retro rock’n’roll bands. Ze debuteerden vorig jaar met een titelloze plaat en speelden gretig de ene na de andere strakke song. De drie gemotiveerde ‘leren jekkers guys’ gaven een gezonde dosis rock’n’roll vertier van drie minuten songs, die soms deden denken aan The Strokes. “Two times”, “Don’t bother me” en “Modern man” onthielden we vast.

De garagerockabillyblues van het Brits/Amerikaanse duo, Jamie ‘Hotel’ Hince (gitaar/zang) en Alison ‘VV’ Mosshart (zang) van The Kills boeide, maar een veeg uit de pan bleef uit. Het rudimentair grommende doch verfijnde gitaarspel/riffs van Hince en de doorleefde, verbeten, soms krijsende zang van Alison zijn het handelsmerk, ondersteund door de op voorhand opgenomen drumbeats en elektronica. Een vleugje White Stripes, The Cramps, PJ Harvey, Gun Club, V.U en Beefheart is te horen . Ze zijn toe aan hun derde cd ‘Midnight Boom’.
Puur oprechte rock’n’roll, waarbij Hince de strijd aanging met z’n gitaar en Alison met haar microfoon en –staander. Ze kronkelde over het podium, en stond gejaagd of lieflijk recht tegenover Hince.
De ‘One girl- One boy’ duo was rauw, direct, broeierig, dreigend, sfeervol en innemend. Naast opnames als “Black rooster”, “Pull a U”, “The good ones”, “Kissy kissy” en “Wait” werd nieuw materiaal voorgesteld, waaronder “U.R.A fever”, “Cheap & Cheerful” en “Sour Cherry” .

Een ander Amerikaans gezelschap The Gossip uit Portland mocht de avond besluiten. Ze waren alvast de  meest opwindende en succesvolle band, die de voorbije twee jaar de vruchten plukt van de cd ‘Standing in the way of control’: opzwepende rock’n’roll/soul sound,onder de helder overtuigende zang van de vlezige Beth Ditto. Hun bedreven, speelse, groovy songs hebben een dance-injectie, wat een rock’n’roll feestje opleverde.
Ze huppelde met haar kilo’s op het podium en het zweet parelde haar op het voorhoofd! Op het podium mochten jonge fans vrijuit dansen met Ditto, haar zelfs vastpakken en een zoen geven. Entertainment verzekerd.
Ze speelden een gevarieerde set van stevige krakers als “Eyes open” en “Your mangled heart”, minderden vaart op “Jason’s Basement”, “(don’t make) Waves” en “Aaliyah” en gaven een aanstekelijk slotstuk met “Fire/sign” en “Listen up”,waarin we Talking Heads “Psycho killer” hoorden. Hince kwam een nootje bijspelen op “Yest.news”. Het hek was helemaal van de dam op die wonderbaarlijke single “Standing in the way of control”, waarbij iedereen op het podium mocht. Wat een explosief einde!
Het was verbazingwekkend wat het trio simpelweg serveerde op gitaar en drumkit (en soms met een vierde man op bas!). De groeiende respons is hen van harte gegund.

Organisatie : Fnac de Lille/Aéronef

The Kills

La Musicale en Tournée: Een avondje potig rauw rammelende garagerock’n’roll van The Kills en The Gossip

Geschreven door

The Blakes, een jong trio uit Seattle, ging vooraf. Net als The Pigeon Detectives en Five O’Clock Heroes behoren ze tot een nieuwe frisse wind van punkrockende retro rock’n’roll bands. Ze debuteerden vorig jaar met een titelloze plaat en speelden gretig de ene na de andere strakke song. De drie gemotiveerde ‘leren jekkers guys’ gaven een gezonde dosis rock’n’roll vertier van drie minuten songs, die soms deden denken aan The Strokes. “Two times”, “Don’t bother me” en “Modern man” onthielden we vast.

De garagerockabillyblues van het Brits/Amerikaanse duo, Jamie ‘Hotel’ Hince (gitaar/zang) en Alison ‘VV’ Mosshart (zang) van The Kills boeide, maar een veeg uit de pan bleef uit. Het rudimentair grommende doch verfijnde gitaarspel/riffs van Hince en de doorleefde, verbeten, soms krijsende zang van Alison zijn het handelsmerk, ondersteund door de op voorhand opgenomen drumbeats en elektronica. Een vleugje White Stripes, The Cramps, PJ Harvey, Gun Club, V.U en Beefheart is te horen . Ze zijn toe aan hun derde cd ‘Midnight Boom’.
Puur oprechte rock’n’roll, waarbij Hince de strijd aanging met z’n gitaar en Alison met haar microfoon en –staander. Ze kronkelde over het podium, en stond gejaagd of lieflijk recht tegenover Hince.
De ‘One girl- One boy’ duo was rauw, direct, broeierig, dreigend, sfeervol en innemend. Naast opnames als “Black rooster”, “Pull a U”, “The good ones”, “Kissy kissy” en “Wait” werd nieuw materiaal voorgesteld, waaronder “U.R.A fever”, “Cheap & Cheerful” en “Sour Cherry” .

Een ander Amerikaans gezelschap The Gossip uit Portland mocht de avond besluiten. Ze waren alvast de  meest opwindende en succesvolle band, die de voorbije twee jaar de vruchten plukt van de cd ‘Standing in the way of control’: opzwepende rock’n’roll/soul sound,onder de helder overtuigende zang van de vlezige Beth Ditto. Hun bedreven, speelse, groovy songs hebben een dance-injectie, wat een rock’n’roll feestje opleverde.
Ze huppelde met haar kilo’s op het podium en het zweet parelde haar op het voorhoofd! Op het podium mochten jonge fans vrijuit dansen met Ditto, haar zelfs vastpakken en een zoen geven. Entertainment verzekerd.
Ze speelden een gevarieerde set van stevige krakers als “Eyes open” en “Your mangled heart”, minderden vaart op “Jason’s Basement”, “(don’t make) Waves” en “Aaliyah” en gaven een aanstekelijk slotstuk met “Fire/sign” en “Listen up”,waarin we Talking Heads “Psycho killer” hoorden. Hince kwam een nootje bijspelen op “Yest.news”. Het hek was helemaal van de dam op die wonderbaarlijke single “Standing in the way of control”, waarbij iedereen op het podium mocht. Wat een explosief einde!
Het was verbazingwekkend wat het trio simpelweg serveerde op gitaar en drumkit (en soms met een vierde man op bas!). De groeiende respons is hen van harte gegund.

Organisatie : Fnac de Lille/Aéronef

Saint Deamon

In shadows lost from the brave

Geschreven door

Nog meer metalgeweld komt er uit de Frontiers stal die met een aantal nieuwe releases aan het begin van het nieuwe jaar duidelijk andere horizonten exploreert. Neem nu deze debuutplaat van het Zweeds/Noorse Saint Deamon. Toch iets anders dan de A.O.R. / Melodic Rock die tot op heden vooral door Frontiers werd uitgebracht. Dat deze heren hun debuut mogen uitbrengen bij Frontiers hebben ze vooral te danken aan hun sterke melodieuze metalsound.
'In Shadows From The Brave' klinkt echter niet bijster origineel. Meestal heb je indruk dat je het allemaal wel ergens eens eerder hebt gehoord. Daarnaast kan je wel stellen dat er duidelijk hard aan dit debuut is gewerkt, wat resulteert in erg leuke, sterke composities. Vooral de Noorse zanger Jan Thore Grefstad is bijzonder sterk bezig. Wat eens strot! De man kan behoorlijk hoog uithalen zonder dat hij ergens gaat schreeuwen. De plaat is hoofdzakelijk up-tempo. Eenmaal gaat de band echter door de bocht. Het commerciële "My Heart" is dan ook een beetje een buitenbeentje en allesbehalve representatief voor de rest van het album. Conclusie: deze debuutplaat van Saint Deamon verdient zeker de nodige aandacht. Veelbelovend kijk ik uit naar de verdere toekomst van deze band. Helaas is er tijdens deze eerste maanden van dit jaar een beetje een overaanbod aan Melodieuze Metalplaten en zijn er sterkere albums (o.a. Leverage, Avantasia) die dit album overklassen. Maar als debuut kan dit wel tellen!

American Music Club

The golden age

Geschreven door

We leerden een kleine twintig jaar terug de Californische band AMC, onder zanger/gitarist en singer/songwriter Mark Eitzel, kennen met ‘United Kingdom/California’. Eigenwijs baanden ze zich een weg binnen de weemoedige indie/americana pop, waarbij Eitzel over een inktzwarte pen beschikte. Latere albums als ‘Mercury’ leverde de band een cultstatus op.
Doch in ’95 liet Eitzel z’n AMC voor wat het was en ging op solopad. En kijk, in 2004 kwam hij met een nieuwe AMC plaat ‘Love songs for patriots’, samen met z’n vaste gitarist Vudi.
Eitzel verloor door de jaren niks van z’n tristesse, maar deze ‘The golden age’ laat toch een handvol lichtvoetige, zelfs luchtige songs horen. Hoop dringt zich op, naast een dosis melancholie en wanhoop. Luister maar eens “Decibels and little pills” en “I know that’s not really you”. Andere nummers als “One step ahead”, “The windows on the world en “On my way “ schuwen een vleugje gitaarnoise niet en klinken ietwat forser dan de doorsnee AMC song. Voor de rest horen we druilerige ‘on the road’ songs, die rustig voortkabbelen, een sfeervolle opbouw hebben, of donker, ingetogen zijn door een semi –akoestische aanpak, waaronder “All my love”, “The John Berchman Victory Choir” en de afsluitende track “The grand duchess of San Francisco”.
Onderhuids refereert de plaat aan de intieme kant van Prefab Sprout en Lemonheads. Maar door de gevarieerde sound en het toegankelijk karakter lukt het hen misschien wel deze keer een breder publiek aan te spreken …

Goldfrapp

Seventh Tree

Geschreven door

Zangeres Alison Goldfrapp en elektronicafreak Will Gregory grijpen met hun vierde plaat ‘Seventh Tree’ grotendeels terug naar het debuut ‘Felt mountain’ uit 2000. Doch de sound van de nieuwe cd is minder ijzig en koel, klinkt warm, sfeervol en dromerig en houdt het op pop, elektronica, folk en psychedelica, soms rijkelijk ondersteund door strijkers. Haar hemels, breekbare stem past ideaal in dit sprookjeskader. Weg is de sensueel zwoele, ‘80’s electro, funk en disco.
Goldfrapp evolueerde van ijskoningin naar een ondeugende sexy queen om nu als een soort ‘maagdelijke fee’ door het leven te gaan.
De stap naar die charmante romantiek is een bewuste keuze om niet te vervallen in de stijl van de twee vorige platen ‘Black cherry’ en ‘Supernature’.
De clip van deze frêle jonge dame in een witte jurk en dansende bomen lijkt alvast de muzikale droomwereld van de ‘Seventh Tree’, die een puik resultaat is door songs als “Clowns”, “Little bird”, “Happiness”, “A &E” en “Cologne cerrone Houdini”.

The Wombats

A guide to love, loss & desperation

Geschreven door

Het Britse trio The Wombats uit Liverpool baant zich een weg naar het succes met de aanstekelijke plaat ‘A guide to love, loss & desperation’. De band is te situeren binnen de postpunk. Het trio brengt op een onbevangen, naïeve wijze opzwepend vaardige, strakke gitaarpoprock. De plaat is in één ruk te beluisteren, door de eenvoudige melodie, dynamiek en meezingrefreintjes. De songs nestelen zich met gemak in je hersenen; huidige grootse bands als Franz Ferdinand en Kaiser Chiefs mogen er een puntje aan zuigen. “Kill the director”, “let’s dance to Joy Division” en “Backfire at the disco” zijn alvast drie potentiële hitsingles. Af en toe minderen ze vaart zoals op “Little miss pipedream” en “Here comes the anxiety”, doch door hun speelsheid hebben we te maken met een prima leuk, geniaal plaatje.

Patrick Watson

Patrick Watson: Canadees talent tussen Radiohead en Buckley

Geschreven door

In het kielzog van The Dears en Arcade Fire wagen de jongste tijd flink wat Canadese artiesten en bands de muzikale oversteek naar het Europese vasteland. Zo stak in verschillende eindejaarslijstjes van 2007 het ongrijpbare ‘Close to Paradise’ van ene Patrick Watson meer dan eens de kop op. Dit album vol sprookjesachtige droompop werd door Canadese journalisten prompt met de Polaris Music Prize bekroond, maar werd jammerlijk genegeerd door de programmasamenstellers van StuBru en Radio 1. Watson, een voormalige koorknaap uit Quebec, heeft een verleden als zanger/toetsenist bij het lokale universiteitsbandje Gangster Politics en richtte in 2002 een modern kamerorkest op dat zijn naam draagt. Tot tweemaal toe misten we een live set van Patrick Watson op Belgische bodem, derde keer goede keer dus afgelopen woensdag in een goed gevulde Grand Mix.

Een hyperkinetische Watson kwam huppelend het podium op om vervolgens vanachter zijn piano en drumcomputer het titelnummer en albumopener “Close to Paradise” in te zetten. Zijn engelachtige stem doet ontegensprekelijk terugdenken aan het fenomenale strot van Jeff Buckley, maar muzikaal gaat die vergelijking veel minder op. Door het gebruik van jazz-achtige percussie, psychedelische samples, live overdubs en een flinke scheut jeugdig experiment kennen de nummers een allesbehalve klassieke opbouw. Ondanks de naamsverwarring krijgen we hierdoor wel degelijk Patrick Watson als een hechte groep te zien eerder dan de solo-artiest Watson met begeleidingsband. De live versies van “Weight of the World”, “Slip into Your Skin”, “The Storm” en “Drifters” klinken merkelijker rauwer en minder sprookjesachtig dan op ‘Close to Paradise’, maar de speelse gedrevenheid van Watson & co zorgen ervoor dat de magische sfeer rond dit album nooit verloren gaat.
Watson charmeerde niet enkel muzikaal op het podium. Door de nummers aan te kondigen in het Frans, zijn tweede moedertaal, kon hij op heel wat sympathie rekenen bij het lokale publiek. De lang uitgesponnen single “Luscious Life” stak helemaal achterin de set en diende als inleider voor wat hét hoogtepunt van de avond zou worden. Watson en gitarist Simon Angell begaven zich naar het midden van de zaal om rechtstaand op twee stoelen en zonder enige geluidsversterking met een semi-acapella versie van “Man Under the Sea” het omringende publiek met verstomming te slaan. Ontdaan van alle samples, bliepjes en echo’s en enkel gewapend met een breekbare stem deed deze parabel over ‘the fish and the sea’ even terugdenken aan de magistrale versie van “I Will be There When You Die” die My Morning Jacket’s Jim James ooit vanuit de coulissen van de Brugse Cactus Club in ons geheugen grifte. Wat ons betrof was dit het ultieme einde van een bevreemdende trip door Watson’s muzikaal universum, maar de jonge Canadees trakteerde nog op twee bisnummers. Hij verscheen een eerste maal alleen terug op het podium voor een donkere versie van “The Great Escape”, waarop de volledige groep haar frontman vervoegde voor een gesmaakte jam sessie die uiteindelijk een try-out bleek voor een nieuw nummer.

Met ‘Close to Paradise’ maakten Watson & co het album dat Radiohead vergat te maken en Jeff Buckley nooit meer zal maken. Benieuwd wat de toekomst brengt voor dit ietwat excentrieke talent, en al even benieuwd of de nationale programmasamenstellers zijn muziek tegen dan al wat radiovriendelijker zullen vinden.

Ok, ok, we waren gewaarschuwd door collega’s recensenten. Franse voorprogramma’s in Le Grand Mix zijn te mijden als een kippenstront op een paasei, maar de timing van onze chauffeur van dienst had daar duidelijk een ander idee over. Vrees niet, over Marie Modiano kunnen we kort zijn: het brave jong miste podium présence, beklijvende songs en een degelijke begeleidingsband. In het vervolg kan U ons vinden in het café rechtover…

Organisatie:Grand Mix, Tourcoing

1990's

1990’s deden een clubconcert alle eer aan

Geschreven door

Een halfvolle Rotonde kon genieten van een setje 1990’s, een jong Schots trio. Een klein uur lang vuurden ze gedreven aanstekelijke gitaarpoprocksongs af. Een rauw rammelende, melodieuze catchy sound, ergens tussen Arctic Monkeys, Hot Hot Heat, Pavement en ‘70’s bands The Clash en The Only Ones: springerig, dynamisch, krachtig en opzwepend.

Het grootse podium te Dour was vorig jaar net iets te hoog gegrepen. In de kleine Rotonde deden de 1990’s een clubconcert alle eer aan: puur rockend jaagden ze in een snelvaart tempo er hun felle, strakke korte songs door, van “You made me like it” tot afsluiter “Situation”, die een kroonstuk vormde, door de intrigerende opbouw en de spannende snedige soli.
Het vleugje punkfunk lieten ze volledig links. Zanger/gitarist Jackie McKeown werd vocaal bijgestaan door z’n twee kompanen. Door de meezingrefreinen kon het publiek praktisch bij elk nummer betrokken worden. De paar nieuwe songs (“Vondelpark”, “The box” en “Miss adventure”) misstonden niet en lieten een volwassen indruk na. Hun hitje “See you at the light” zat middenin de set.
Het trio genoot van het enthousiaste publiek, maar door ‘simpelweg niet genoeg songmateriaal’ moesten ze het nogal vlug voor bekeken houden. “You’re supposed to be my friend” was een gevatte afsluiter voor hun fans.

Kortom, The 1990’s stonden garant voor een bedreven, boeiend, plezierig concertje! See you at …

Organisatie: Botanique Brussel

James Blunt

Publiekslover James Blunt

Geschreven door

De Britse singer/songwriter James Blunt, de dertig al voorbij, heeft twee wereldplaten uit ‘Back to Bedlam’ en ‘All the lost souls’. Ruim een uur en drie kwartier lang speelde hij knuffelmateriaal, fijne poprock en een paar stevige uitlopers. Hij onderscheidde zich als een groots performer en entertainer; die de band tussen het publiek en hemzelf in het grootse Vorst Nationaal zo klein mogelijk maakte; hij trakteerde op een knus, zorgeloos avondje, en heel efficiënt deed hij op een groot scherm het publiek stilstaan bij de miserie in de wereld, oorlogsvoeringen en het hangijzer van de opwarming van de aarde, ingeleid door Bowies “Life from Mars”.
We hoorden rustig, innemend materiaal tot gedreven poprock, met in de spotlights twee hoofdrolspelers nl. Blunt en z’n toetsenist, die door een goed geoliede band een evenwichtige set speelden. Centraal stonden akoestische gitaar, piano, toetsen en Blunts emotievolle warme stem. “Give me some love” opende intiem op gitaar en piano, maar toen het doek naar beneden viel, werd door z’n band meteen het tempo opgevoerd.“I really want you”, “Carry you home”en “Annie” hadden een sfeervol broeierige aanpak.
Blunt gaf aan dat sommige songs geschikt waren voor trouwfeesten, verlieservaringen en scheidingen: “I’ll take everything” en “Goobye my lover”, klonken intiem en pakkend. De respons was bijzonder groot bij het handjeszwaaiende publiek, die luidkeels de refreinen meezong, wat Blunt duidelijk ontroerde. Er was een minutenlang applaus voor deze grootse pophits. Iets later deed hij het nog eens over op de pianoballad “You’re beautiful”, kracht bijgezet door z’n band. En z’n band trok zich gang en speelde gedreven op een groovy “Billy” en de poprockers “Shine on” (eerst mooi ingeleid op piano!), “Out of my mind” en “Wiseman”, die niet vies waren van een stevige soli en een felle jam. Blunt zweepte het publiek op en creëerde een intens Night Of The Proms sfeertje. Een harde gongslag na het uitgesponnen “So long Jimmy” beëindigde de show.
Een dolenthousiast publiek droeg Blunt op handen. De bis vatte hij aan met de trage ballads “One of the brightest stars” en “Some mistake”. Naar een climax ging het met de huidige single “1973”.

Deze singer/songwriter slaagde erin de ‘70’s Elton John, Leo Sayer en Gilbert O’Sullivan te verbleken. Ook al is het Nederlands niet aan hem besteed, hij was de ‘publiekslover’, die z’n fans een fantastisch avondje bezorgde.

De Britse support The Hoosiers opende de avond; hun melodieus, toegankelijke vrolijke stadionrock werd smaakvol ontvangen; nummers als “Cops & Robbers” en de single “Goodbye Mr A” vielen te noteren. Ze speelden een kleine 45 minuten een aanstekelijk concert. Hun eerste optreden te België ging niet onopgemerkt voorbij…

Organisatie: Live Nation

American Music Club

AMC: Eitzel & co blijven goed bewaard geheim

Geschreven door

Wie afgelopen zondag de 4AD buiten wandelde zonder enig gevoel van sympathie of medelijden had die avond duidelijk iets gemist. Na een troosteloze rit van honderden kilometers langsheen Duitse en Belgische wegen in een veel te kleine bestelwagen landden frontman Mark Eitzel en diens American Music Club uiteindelijk toch in Diksmuide … om even later te verschijnen voor slechts een handvol trouwe fans. Medelijden ook met de 4AD organisatie die in hun jubileumjaar alweer een cultgroep van formaat wist te strikken, maar met lede ogen moest toezien hoe AMC een maand eerder de AB Club moeiteloos deed vollopen doch in eigen huis slechts op een zeer matige publieksopkomst kon rekenen. Bovendien wordt de jongste AMC worp ‘The Golden Age’ op eerder gemengde gevoelens onthaald bij pers en publiek, zodat het ook voor de selecte aanwezigen afwachten was of en hoe Eitzel & co op het einde van een slopende Europese tour toch een memorabel optreden konden afleveren.

Na Eitzel’s cynische ‘a day in the life’ schets van een rockster op een miezerige zondag werd het innemende “All My Love” ingezet, één van de vele ogenschijnlijk rustig voortkabbelende nummers op ‘The Golden Age’. De zichtbaar vermoeide Eitzel bleek wonderwel uitstekend bij stem, een indruk die al snel werd bevestigd tijdens het onstuimige “Home” uit de come-back CD ‘Love Songs for Patriots’ (‘04). Voor het eerst in de set trad ook gitarist Vudi op de voorgrond, samen met Eitzel het nog enige resterende lid uit de originele AMC line-up. Zijn typerende feedback erupties staan altijd in teken van de song, en monden zelden of nooit uit in oeverloze noise experimenten. De nieuwe ritme tandem Sean Hoffman en Steve Didelo oogde aanvankelijk heel geconcentreerd, maar leek uiteindelijk moeiteloos haar weg te vinden in AMC’s unieke doorleefde mix van rock, folk, country en blues.
Eitzel, zoals steeds met karakteristieke hoed en getooid in versleten bruin maatpak, ontpopte zich gaandeweg als de getormenteerde vertolker van levensverhalen tussen hoop en wanhoop. Door de laidback songs uit ‘The Golden Age’ zoals het opmerkelijke “All the Lost Souls Welcome You to San Francisco” af te wisselen met ouder werk behoedde de groep zich voor een saai en ééntonig optreden. In het nieuwe “Windows on the World” verwijst Eitzel op cynische wijze naar één van zijn voormalige stamkroegen op het dak van de WTC torens, tijdens “Blue and Grey Shirt” uit het meesterlijke ‘California’ (‘88) herinnerde hij zichzelf aan het afscheid van een dierbare AIDS vriend en het up-tempo “Red Light District anthem” ‘Hello Amsterdam’ (‘94) hoefde al helemaal geen introductie. AMC mag dan wel een typische albumgroep zijn, met de single “Johnny Mathis' Feet” uit het gitzwarte ‘Mercury’ (‘93) kregen Eitzel & co begin jaren ’90 eventjes de zo verdiende airplay. Een doorleefde versie van deze AMC classic beëindigde het eerste deel van de set.

Ondanks de vermoeidheid bleken Eitzel en Vudi nog niet aan het einde van hun latijn, en werden tot tweemaal toe door het nog zeer wakkere publiek het podium opgetrommeld. Een bloedmooie akoestische versie van “Jesus’ Feet” afkomstig van het klassieke ‘Everclear’ album (’91) vormde hierbij het laatste hoogtepunt van een set die ietwat tragisch werd ingeleid doch na goed anderhalf uur toch triomfantelijk werd afgesloten. Ook na hun doortocht in Diksmuide blijft AMC één van de best bewaarde muzikale geheimen van de jongste 20 jaar. Zolang de 4AD deze geheimen in een uniek clubcircuit kader blijft ontsluieren hoort U ons niet klagen!

De bio van opwarmer Lisa Papineau mag dan indrukwekkend ogen (oprichter van de cult bands Pet en Big Sir, een stekje op de soundtrack van ‘The Crow: City of Angels’ en guest vocals op twee Air albums), op het podium gedraagt deze naar Parijs uitgeweken Amerikaanse zich wat onwennig. Vergezeld van een drummer en een gitarist bracht ze minimale emopop met avontuurlijke uitstapjes naar de triphop, en op één nummer kon Mark Eitzel alvast zijn gekwelde stem smeren in combinatie met Papineau’s ijzige voordracht. Deze eigenzinnige band willen we zeker nog wel eens terug zien, waarom bijvoorbeeld niet in de Pukkelpop Chateau?

Organisatie: 4AD, Diksmuide

Hot Chip

Hot Chip: vous êtes ready for the floor?

Geschreven door

Ieder jaar wordt er wel een dance group gehypet als de sensatie van het moment. Voor 2008 is Hot Chip, één van de namen die gepushet worden, vooral omdat hippe DJs zoals Tiga, Erol Alkan, Soulwax en James Murphy van LCD soundsystem de naam van deze jongens al eens laten vallen (een remix van “Ready for the floor” staat zelfs op de laatste Radio Soulwax pt 2 mix cd).
De derde van Hot Chip, ‘Made in the dark’, weet echter niet over de hele lijn te overtuigen, vooral omdat er te veel ideeën in verwerkt zitten, die allemaal tegen mekaar botsen en de dance groove gebroken wordt door een aantal downtempo nummers.

Het was dan ook bang afwachten wat Hot Chip live zou brengen. Vijf overjaarse fysica studenten betraden het podium, met op de achtergrond een lichtblauwe maan, en ze lieten er geen twijfel over bestaan dat ze een feestje zouden bouwen. Waar op de nieuwe plaat de ideeën tegen elkaar opbotsen en vijfentwintig kanten uitgaan, hield live een strakke groove de boel samen.
Het zat al meteen goed met een prijsbeest van de vorige plaat, “Boy from school”, en het nieuwe “Hold on”, met de slogan “I’m only going to heaven if it tastes like hell”. We waanden ons terug in de jaren negentig, door de acid house bleeps van de Roland 303 die Hot Chip kwistig op dit laatste nummer rondstrooide. Andere opmerkelijke nummers waren het aan de Talking Heads schatplichtige “One pure thought”, en “Over and over”, de single van de vorige CD, dat een trance bewerking kreeg. De handjes van het publiek gingen dan ook de lucht in, en het was even of we in de Fuse of de Petrol zaten.
Naast de strakke electro beats, zit de sterkte van Hot Chip ook in de samenzang. Er was dan ook tijd voor rustige nummers zoals “We’re looking for a lot of love” en het titelnummer “Made in the dark”, dat aan Anthony & the Johnsons doet denken. Na ruim een uur werd afgesloten met een climax: Hot Chip had zijn eigen remix gemaakt van de huidige single, “Ready for the floor” en ze deden dat beter dan Tiga of de Soulwax broertjes.

Chokri mag Hot Chip al zeker in de dance-hall op Pukkelpop zetten, ze zullen er niet misstaan naast een Röyksopp, Tiga of The Knife. Live is Hot Chip zeker een meerwaarde.

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

Band of Horses

Band Of Horses klaar voor het grote publiek op Rock Werchter

Geschreven door

 

Afgelopen zaterdag stond de Amerikaanse indie band Band Of Horses op de planken van de Brusselse Botanique. Naast Band Of Horses zorgden Ramsey Tyler en The Cave Singers voor een avondvullend programma vol opwindende hedendaagse rockmuziek. Vooral de opbouw van de avond was uitermate sterk.


Het begon allemaal erg rustig met een akoestisch setje van Band Of Horses’ nieuwste gitarist Ramsey Tyler. Niet iedereen zal geweten hebben dat deze man tegenwoordig deel uitmaakt van de Band Of Horses line-up want de publiekelijke aanwezigheid was op dit vroege uur niet erg hoog. Jammer, want de man bracht enkele akoestische pareltjes in onvervalste singer-songwriterstijl, plukkend uit het album ‘A Long Dream About Swimming Across The Sea’, dat begin vorig jaar verscheen. Deze mensvriendelijke grizzlybeer vertederde de aandachtige luisteraars met zijn warme stem en aardig in elkaar geknutselde luisterliedjes. Zijn akoestisch gitaarspel werd gekenmerkt door een verbluffend technisch vingergetokkel….mooi om te zien. Zijn blijven hangen: opener “A Long Dream”, het weemoedige “Ships” en het breekbare “Worried”.

Vrijwel aaneensluitend stonden The Cave Singers op het podium. Een folkband uit Seattle die in 2007 het schitterende ‘Invitation Songs’ op de markt gooide. De leden van The Cave Singers hebben hun roots in de punkmuziek maar daar is tegenwoordig in hun sound nog weinig van te merken. The Cave Singers brachten een dik half uur bijzonder leuke en vrij vernieuwend klinkende folkrock. De wat zeurende, unieke stem van Pete Quirk en het bijzonder originele akoestische instrumentarium zorgden voor een zeer intrigerende set. We kregen een soort scouts-gevoel bij de tonen van het aanstekelijke “Seeds Of Night”. Andere composities waren heuse voetstampers. Een puike te korte eerste kennismaking met een trio met heel wat doorgroeimogelijkheden.

Na een korte pauze was het de beurt aan Band Of Horses. Opperhoofd Ben Bridwell had de ganse avond zijn voorprogramma’s bekeken vanuit de coulissen. Hij kwam dan ook als een bijzonder tevreden man op het podium. Bridwell is de enige ‘survivor’ van de originele bandbezetting. De man trok van Seattle terug naar South Carolina waar hij zijn nieuwe bandleden rekruteerde. Het nieuwe Band Of Horses is een zeskoppige band waar ook Ramsey Tyler deel van uit maakt. Naast Bridwell en Tyler is toetsenist Ryan Monroe een sterke aanwinst. Voor aanvang vertelde Bridwell mij dat hij erg vermoeid was van deze korte Europese tournee. De man met de lange baard en de vreselijke tatoeages bleek een bijzonder sympathieke gast te zijn. Doch vanaf de eerste tonen van de verrassende opener “Monster” tot de laatste song “Cigarettes Wedding Bands” zagen we een ijzersterke band aan het werk. Band Of Horses is emotie en gedrevenheid, fijne composities en natuurlijk die stem! De stem van zanger Ben Bridwell klinkt live al even indrukwekkend. Vaak vergeleken met de voice van My Morning Jacket, heeft Bridwell tegenwoordig iets meer ruimte om zich te concentreren op het zingen.
De verfijnde gitaarstukken worden genadeloos overgenomen door vierde gitarist Ramsey Tyler. De vier gitaristen zorgden voor een immense gitaarmuur waardoor de songs live toch iets steviger klonken.
Tijdens de eerste twee songs zat Bridwell op een krukje, zijn slide gitaar bedienend alsof hij David Gilmour was. Zo kwam na het opbouwende “Monsters”, het al even imposante “The First Song”. Daarna zorgde de minimalistische eerste single uit het nieuwe album “Is There A Ghost” voor een aha gevoel in de uitverkochte Orangerie. Af en toe werd het ietsje slordig op het podium (de mannen haalden de setlist door elkaar, het duurde soms wat voor alle gitaren gestemd geraakten,…) doch de speelse hippie gedrevenheid waarmee Band Of Horses hun set met een grote vaart afwerkten deed het publiek inzien dat dit een superband in wording is, de publieke respons was dan ook navenant.
De meeste songs kwamen uit beide studioalbums: ‘Everything All The Time’ (2006) & ‘Cease To Begin’ (2007), aangevuld met een nieuwe song en enkele opmerkelijke covers. De gigantische gitaarmuur werd voor het eerst volledig opgetrokken voor “The Great Salt Lake”. Wat verder stond “Older” op de setlist, nu al een Band Of Horses klassieker in wording. Deze song werd gezongen door toetsenist Monroe. Hier deed de band me denken aan het betere countrypop werk van Poco of de Eagles. Supersong! Daarnaast ook enkele leuke covers zoals “13 Days” van J.J.Cale in een uitvoering die de originele song overtrof. “The Funeral”, “Weed Party” & “The General Specific” zorgden voor een dynamische spetterende finale.
In de bisronde passeerde nog “Mary Song”. Tijdens dit intiem liefdesliedje viel de grote klasse op van het tweestemmen spel tussen Bridwell & Monroe. Hier moet de band in de toekomst ongetwijfeld meer mee doen. Als afscheid kregen we nog de besmettelijke Them Twins cover “Am I A Good Man”.

Bridwell en zijn Band Of Horses zorgden voor bijzonder overtuigend feestje in een uitverkochte Botanique. Alleen tevreden gezichten keerden huiswaarts. Deze band is duidelijk klaar voor het grote publiek deze zomer op Rock Werchter. Ga ze zien, U zal er geen spijt van hebben.

BAND OF HORSES LIVE FOOTAGE:
Video 1: Ramsey Tyler / The Cave Singers / Band Of Horses
http://www.123video.nl/playvideos.asp?MovieID=252363

Video 2:Band Of Horses http://www.123video.nl/playvideos.asp?MovieID=252393
Photoslideshow:
http://www.slide.com/r/uTr8K6ZM5j9wJHVglD2DTSLWX5AXy2sU?previous_view=lt_embedded_url


Organisatie: Botanique, Brussel

 

The Cure

Grasduinen in The Cure’s 4 Tour

Geschreven door
The Cure van zanger/gitarist Robert Smith is al 30 jaar bezig, wat wordt gevierd met de ‘Cure 4 Tour’. Dit jaar mogen we zelfs nieuw werk verwachten; een voorsmaakje liet het kwartet horen met o.a. ”Please project”, ” A boy I never knew” en “Freak Show”, een The Cure van verschillende muzikale gedaantes.

The Cure hield het publiek drie uur lang in hun waveklauwen en het was genieten van hun knap in elkaar gestoken, spannende, gevarieerde set: de atmosferische, sfeervolle slepende treursongs, het strakke soms swingende materiaal, invloedrijk voor jonge bandjes als Interpol en Editors, en een gevarieerde ‘Best of’, waarbij The Cure gretig teruggreep naar hun ‘80’s debuutperiode. Kortom, in de evolutie van hun muzikale aanpak was het grasduinen in de Curehistorie.
Bij de vroegere concerten waren we er al van overtuigd (remember twee keer Rock Werchter en de Lokerse Feesten) dat de band sterk kon uithalen.
Hun optreden in het Sportpaleis bevestigde dat ze na dertig jaar nog niks hebben ingeboet: een intrigerend, meeslepend gitaarspel en –getokkel van Smiths schoonbroer (die zelfs de toetsenpartijen deed vergeten), een bedreven, diep basspel van man-van-het-eerste-uur Simon Gallup en de onderbouwde drumslagen, afhankelijk van het tempo van het nummer, gedragen door Smiths’ onderkoelde, standvastige weemoedige vocals.
De ‘Disintegration’ plaat uit ’89 is duidelijk een mijlplaat in het oeuvre. “Plainsong” opende, gevolgd met dezelfde lijnsongs als “Prayers for rain” en “The end of the world”; af en toe klonk het gitaarspel iets krachtiger en snedig als in “Strange day”. Sfeerschepping alom dus in het eerste deel van de set met “Lovesong”, “To wish impossible things”, een mooi uitgesponnen zalvende “Pictures of you” en een intens meeslepende “From the egde of the deep green sea”. Smith maakte een eerste danspas op “Lullabuy”, wat de voorzet was naar de strakkere pop van “The walk”, “Push” en “Never enough”, gecombineerd met de  swing van “Friday I’m in love”, “In between days” en “Just like heaven”.
Een broeierig “One Hundred years” en een meeslepend, doomy opgebouwde “Disintegration” zorgden na twee uur voor een eerste grootse finale.
In de bis kwam het jaartal 1980 centraal te staan van de platen ‘Seventeen seconds’ en ‘Boys don’t cry’; voor de jongere fans was het kennismaken met de dreigende ‘80’s wavepop, en voor de veertigers onder ons was het plots pure nostalgie: “At Night”, “M”, “Play for today” en “A Forest (juist gedoseerd uitgesponnen, trouwens!) en in de tweede bis “Jumpin’ Someone’s else train”, “Grinding halt”, “10:15 Saturday Night” en de killers “Boys don’t cry” en “Killing an arab” (doch subtiel aangepast!). Met een reeks van vrolijke, poppy uptempo nummertjes besloot The Cure en verve na drie uur: “Freak show”, “Close to me” en “Why can’t I be you”.
Het pogoën uit de vroegere jaren herleefde zelfs ten dele!

The Cure moet niks meer bewijzen; ze boeiden het publiek met een spannende, afwisselende setlist (met klemtoon op een paar baanbrekende platen!) en beschikten nog steeds over een ijzersterke live reputatie!

Het Britse 65daysofstatic ving al vroeg hun set aan; de cultband binnen het postrockgenre hoorden we spijtig genoeg op het achterplan toen we het Sportpaleis binnenkwamen. Hun filmisch dreigende sound galmde in de zaal, en ging van lieflijk tot verbeten explosief; muzikale botsingen die uiteindelijk een gecoördineerd geheel waren. Voor wie hen miste, de groep komt terug voor een clubconert in de Bota!

Organisatie: Live Nation

The Tellers

More (EP)

Geschreven door

Het Waalse The Tellers kwamen in de belangstelling met hun talrijke optredens tijdens de festivalzomer. Ze onderscheidden zich  als een niet te onderschatten jong bandje. Tot onze verbazing hadden ze al een EP ‘More’ en een full cd uit ‘‘Hands full of ink’, in het najaar van 2007 verschenen. Het leek erop dat Wallonië en Vlaanderen mijlen ver uit elkaar lagen !
Het duo Ben Bailleux-Beyon en Charles Blistin (live spelen ze met 4!) spelen semi-akoestische, broeierige en zacht ingehouden pop met een lofi inslag. Een minimale instrumentatie en een melancholische zang brengen ons in beroering; we horen zeven overtuigend pakkende songs , waaronder de sterk uithalende “Second Category” en “More”.
Aanstekelijke muziek, aantrekkelijke band, die samen met Girls In Hawaii  grensvervagend zijn.

Stormwarrior

Heading Northe

Geschreven door

’Heading Northe’, de derde langspeler van het Duitse Stormwarrior, werd op 29 februari de wijde wereld ingestuurd. Zowel de hoes als de titel, doen reeds sterke vermoedens over het album ontstaan. Bij het beluisteren werd al snel duidelijk of we het bij het juiste eind hadden…
Een pot stevige en razende heavy metal zonder compromissen, waarbij de metalcliché’s niet geschuwd worden. Toch onderscheidt Stromwarrior zich van de meeste andere bands binnen dit genre. Net als op de twee voorgaande platen, speelt de band kwalitatief sterke muziek, waarbij zowel het gitaargeluid als de stem van Lars Ramcke niet al te gepolijst klinken. Steekt dit af tegenover het geheel? Bijlange niet, naar mijn mening, zorgt het net voor die unieke onvolmaakte touch waardoor het geheel zo natuurlijk klinkt.
De speelvreugde druipt van de plaat en dat kan enkel de gemoedstoestand van de luisteraar bevorderen. Na de “And the Horde Calleth for Oden”, een sfeer creërende intro, steekt men van wal met één van de toppers van het album. Dubbele bas, flitsende gitaarriffs, een aantrekkelijk klinkend accent in de zanglijnen en een ontzettend snel in het hoofd kruipend refrein. “Heading Northe” heeft met andere woorden alles in huis om het openingsnummer bij uitstek te worden tijdens live-shows. Ook “Metal Legacy” zal het wellicht erg goed doen bij de fans. De titel zegt genoeg om te weten waarover het nummer zou kunnen gaan.
Diepzinnige teksten moet je namelijk niet verwachten op dit album. “Metal Legacy” kan beschouwd worden als een ode aan de fans, zich afspelend in het tijdperk van de vikingen, waarbij de metalwarriors hoogtij vierden. Hoewel Stormwarrior uit Duitsland afkomstig is, zijn ze goed genoeg op de hoogte van de Noorse mythologie, om ook bij deze inspiratiebron hun mosterd te halen. Heldhaftige veldslagen vormen dan ook de grootste basis voor de teksten op ‘Heading Northe’.
Het gebrek aan originele teksten weegt echter niet op tegen de vlotheid waarmee het album wegluistert. Veel tijd krijg je niet om bij de teksten stil te staan. Muzikaal wordt je namelijk voortdurend aangespoord om mee te gaan met de muziek. De zeldzame rustpunten op het album, doen zich voor in de vorm van intro’s, gesproken teksten, het geluid van galopperende paarden of veldslagen, …  De nummers waarop het tempo iets terug geschroefd wordt, “The Revenge of Asa Lande” en “Into the Battle”, lenen zich uitstekend tot meezingen. Waarmee we meteen al aan het derde en vierde nummer zijn gekomen, die hoge verwachtingen spannen voor een komende tour.
Dat het legendarische Manowar, Stormwarrior voor de tweede maal laat aantreden op hun eigen Magic Circle Festival, is dan ook geen toeval. Live staat de band als een huis en met deze nummers, zal het zeker niet anders zijn. En geef toe, hoewel Stormwarrior stukken sneller en ruwer speelt, liggen de verschilpunten tussen beide bands toch niet zover uit elkaar. Onvervalste Heavy Metal-warriors, die zich van cliché’s geen bal aantrekken en op vrolijke wijze hun eigen ding doen… Zo hoort het!

Einstürzende Neubauten

Alles Wieder Offen

Geschreven door

Einstürzende Neubauten brengen zo om de drie jaar een nieuwe plaat uit. De bezielde Duitse band uit Berlijn - spraakmakend binnen de avantgardepop door de staalpercussie -, onder Bargeld/Hacke, zijn al een kleine dertig jaar bezig. Met de plaat ‘Tabula Rasa’ uit ‘93 sloegen ze de weg in van subtiliteit en schoonheid , naast het aspect van experiment.
De songs worden gekenmerkt door een intrigerend broeierige en repetitieve opbouw en een meer melodieuze structuur, krijgen elan door Blixa’s praatzang, en naast gitaar, bas, percussie is er een allegaartje aan verfijnd gedoseerd gebruik van staven en metalen (iron plates), plastic pipes, metal bass spring, metal tank bassdrum, blue bin, housdehold appliances en jet turbine als je er alles op nahoudt.
Het resultaat blijft uniek, want geen band klinkt als Einstürzende Neubauten., Innemend, sfeervol materiaal met een ingehouden spanning sieren het nieuwe werkstuk van de heren. Volgende songs zijn gewoonweg verbluffend binnen hun concept: “Die wellen”, “Von wegen”, “Unvollständigkeit”, “Susej” en “Ich warte”. “Weil weil weil” en de titelsong hebben meer elektronica beats.
Al sinds 2003 is Einstürzende Neubauten gestart met een abonnementsmodel op internet, waarbij ze geld inzamelen om muziek te kunnen componeren om hun kunst te creëren, wat geapprecieerd wordt door hun fans. Ze hebben een puike opvolger klaar op ‘Perpetuum Mobile’.

Dead Meadow

Old Growth

Geschreven door

U houdt van de ‘70’s retrorock van Hendrickx/Sabbath/Zeppelin, je neemt er de  de psychedelica van Spacemen 3/Ozric Tentacles/Spiritualized bij en tensloote is het vleugje indie van Grandaddy, Burning Brides, My Morning Jacket en Band of Horses zeer welkom, dan is Dead Meadow jouw op maat gesneden band. Dead Meadow, de nieuwe retro’blues’rock/psychedelica sensatie die, net als Black Mountain komt overwaaien uit de VS!
’Old Growth’ is al de vijfde cd van het trio, die in 2000 ontstond, en er geestesverruimende long en short trips op nahoudt om van te genieten: van opener “Ain’t got nothing” (7 min) en “The queen of all returns” (6 min), tot de meer dromerige drie minuten songs als “Between me & the ground”, “Down here” en “Keep on walking”, die net als “I’m gone” en ”Seven seens” een semi-akoestische Patti Smith/ ‘Howl’ BRMC indruk nalaten. De zweverige zang van zanger/gitarist Jason Simon (aan BRMC/Charlatans verwant!), z’n gitaarloops en –slides, de bezwerende percussie en de repeterende, rauwe bas zijn een prachtig appetijt in deze sound.
Dead Meadow heeft een verbluffende, overtuigende plaat uit, een doorbraak naar Europa waardig!

Pagina 467 van 485