Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks

Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks Concerten 2024 - Scott Bradlee’s Postmodern Jukebox, 10Y, op 18 mei 2024, La Madeleine, Brussel + 10 oktober 2024, OM, Luik - Luz Casal op 13 september 2024, Koninklijk Circus, Brussel - The The op 19 september…

logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Search results (14590 Items)

Cold War Kids

Robbers & Cowards

Geschreven door
Cold War Kids is een beloftevolle band uit LA. Het smaakte naar meer toen een tweetal maand geleden de EP `We used to vacatio verscheen, een handvol songs van de getalenteerde zanger/songschrijver Nathan Willet. Het waren melodieus broeierige songs die de aandacht trokken door diverse tempowisselingen, een opzwepende percussie, sfeervolle en bedreven piano- en gitaarpartijen en een overtuigende zang.

De debuutcd ligt alvast in het verlengde. De nummers klinken subtiel, voelen fris en hyperkinetisch aan en balanceren tussen intimiteit en dynamiek. Rode draad blijft de sterke opbouw. Cold War Kids ligt ergens tussen Cave, Starsailor, Ben Folds en Gomez.

?We used to vacation?, ?Hang me up to dry? en ?Hair down? zijn de meest krachtige songs. Intiem en sfeervoller en intiem klinken ?Passing the hat?, ?Saint John?, ?Pregnant?, ?Red wine, succes!? en ?Rubidoux?. ?God, make up your mind? ruikt het sterkst naar Nick Cave. ?Tell me in the morning? en Hospital beds? lijken me de sterkste songs.

Op `Robbers & Cowards' toont het gezelschap z'n kunde. De cd bevat mooi afwisselend materiaal.

The Frames

Boeiende band

Geschreven door
The Frames zijn een Ierse band onder zanger/gitarist en componist Glenn Hansard, een gevoelig man die fantasierijke, soms gruwel aandoende verhalen en eigen indrukken over dagdagelijkse zaken, aan het publiek wist te vertellen. The Frames balanceren tussen indierock, folk, postrock en slowcore.

Ze bieden sfeervolle, dromerige songs, waarin een mate van dramatiek is verwerkt, live mooi uitgediept, en directer, krachtiger en noisier konden klinken. Een eerste kennismaking gebeurde al op het Cactusfestival; de band kon openlucht onvoldoende de aandacht trekken; in zaal bleek duidelijk dat ze tot hun volle recht kwamen.

The Frames speelden ruim twee uur een uiterst afwisselende, boeiende set en onderstreepten een sterk samenspel van gitaar, bas, viool en drums. Zelfs een vermanende houding naar één van de fans deed Hansard niet van z'n voetstuk brengen; een assertief man die z'n mening weergeeft.

Het vijftal bracht met de jaarwisseling een nieuwe cd `The Cost' uit; in de lange set stelde de band z'n vijftienjarige carrière voor, en putten regelmatig uit hun recente plaat.

Een instrumentale postrockopener leidde de titelsong in van het recentste album, wat muzikaal garant stond voor de ganse avond: intens, meeslepend materiaal, dat een sterke opbouw en diverse tempowisselingen had, mooi kon aanzwellen en fijnzinnig, subtiel én forser, vitaler kon klinken?Candlelight music met een forse windbries! De groep deed denken aan de live reputatie van Greg Dulli's Afghan Whigs of Twilight Singers.

?Keepsake?, ?Rise?, ?God bless? en ?What happens? lagen in dezelfde lijn, waarbij Hansard voor elke songs een verhaal of indruk klaar had. ?Stars are underground? , ?Finally? en ?Revelate? waren de meer felle, krachtige songs;

Er waren intieme songs, maar het vijftal gaf ze een snedige tint. Het was enkel bij ?Hard way out? en ?Friends en foe?, en in de bisronde, dat de band spaarzamer en soberder speelde en zelfs z'n voorliefde aan Will Oldham prees.

Naar het eind toe werd het tempo terug aangescherpt: meeslepende, bedreven songs die mooi werden uitgesponnen: ?Fake? werd gekoppeld aan Johnny Cashs ?Ring of fire? en onder een donkere rode Valentijngloed speelden ze ?Sante Maria?.

In de lange bis was er eerst ruimte voor de virtuositeit van violist Colm Mac An Iomaire. De klemtoon kwam op ingetogen songs waaronder ?Lay me down? en ?Sad songs?, bepaald door het gitaargetokkel, het vioolspel en de pakkende stem van Hansard. Hij liet het publiek het refrein en talrijke `oohoohs' meezingen. In ?Mighty sword? was de ganse band opnieuw present en met een Will Oldham song (hoe kon het anders) besloten ze de twee uur durende set.

Het sympathieke The Frames speelde een afwisselende set, hield het publiek in z'n greep had en balancerende tussen een beklemmend, pakkend sfeertje en extravertie.

Als support act trad Bell x 1 aan, die ik al aan het werk zag met Starsailor, een paar jaar geleden. De groep, die maar geen armslag kent, verzorgde met z'n drieën een semi-akoestische, intieme, emotievolle set: een subtiel, fijn gitaarspel en drie sterke stemmen. Een `Lazy Sunday' evening gevoel. Ze klonken op het eind feller en speelden als een ontketende Luka Bloom op hun gitaren. Depeche Mode's ?Enjoy the silence? pakten ze uiterst origineel aan. En nu maar hopen dat de groep niet steeds aan het publiek voorbijgaat?

Organisatie: Botanique Brussel

The Decemberists

Van alle markten thuis

Geschreven door
Lavender Diamond, een viertal uit LA, nestelt zich ergens tussen Bjork, Joanna Newsom, Cat Power en CocoRosie. Zangeres Becky Stark, in een onschuldig kleedje en bloemetjes in het haar, bewoog zich als een ballerina of als een nymf over het water. Het viertal bracht sfeervol dromerige freefolk/elektronica popsongs, af en toe forser en feller, gedragen door de hemels, hoge, breekbare stem van Becky. Het deed me denken aan XTC's ?Grass??looking at the blue sky. De onschuldige flowerpop verraste en werd sterk onthaald.

The Decemberists uit Portland, Oregon, onder de charismatische zanger/gitarist Colin Meloy en Jenny Conlee op toetsen/accordeon, is een uitgebreid gezelschap, dat al voor de twee maal halt hield in de Botanique. Vorig jaar kwamen ze langs voor de doorbraakcd `Picaresque', en onlangs verscheen `The crane wife'.

Deze Amerikaanse tegenhanger van Belle & Sebastian en Arcade Fire leveren de ideale soundtrack bij bizarre verhalen, legendes en dichtbundels; in hun knap gearrangeerde, sfeervolle en broeierige pop zit een Keltische folky ondertoon. Ze verwerken zelfs `70's psychedelica van Pink Floyd en Focus. Het songmateriaal is boeiend door de avontuurlijke aanpak, heeft een opzwepend ritme en krijgt kleur door een uitgebreid instrumentarium als staande bas, accordeon, draailier, viool en steel pedal.



The Decemberists boden een fijne, subtiele afwisselende set, betrokken en animeerden het publiek door leuke interventies, verhalen en anekdotes. Een knus en gezellige show van een goed anderhalf uur, waar de klemtoon lag op de recente twee cd's. In een musicalsfeertje vatte het zestal de set aan. Eén van de drie ?The crane wifes?, mooi uitgesponnen, opende de set, gekenmerkt door een spannende opbouw, een intrigerend psychedelisch klinkend orgeltje en een folky inslag. ?The island? en ?Billy? klonken innemender. Een ELO refererende ?We both go down together? klonk broeierig. ?The engine driver? (wat een psychedelica intro!) speelden ze uiterst sfeervol bepaald door fijne gitaargetokkel en toetsen. ?Shankill? werd spaarzaam begeleid, gedragen door accordeon, gitaarspel en Meloys overtuigende stem. Een niet terug te vinden track ?Culling?, was freaky, met de zanger als podiumbeest in een hoofdrol. Na het poppy ?Oh Valencia? jamden ze, op verzoek, ?Breakfast in America? van Supertramp. Plezierig! ?16 military wives? vormde alvast de apotheose: Meloy verdeelde de Bota in vier en liet het publiek in kano `meeoohhen'. Het meeslepende ?Sons & Daughters?, samen met de leden van Lavender Diamond, kreeg een tof tintje: folky/gospel door draailier, accordeon, een meezinggehalte en handgeklap.

De bis werd aanvankelijk sfeervol ingezet met ?Angels & Angels? en ?Eli, the barrow boy?. ?July July?, een snedige poprocksong van hun debuut uit 2002, werd aardig gekruid door een dosis fuzz en distortion; drummer Holbrook waagde een weirdo danspas en Meloy jamde een drumpartijtje, wat het einde van de set betekende.

We beleefden met het sympathieke zestal een fijn avondje speelplezier en animatie. De ideale aanzet voor een zware zaterdagnacht?

Organisatie: Botanique, Brussel

John Cale

Eigenwijze John Cale wisselt solide rock af met gedurfd experiment

Geschreven door
Met zijn live set paste John Cale zowat dezelfde formule toe als op zijn laatste voortreffelijke album `Black Acetate', een mix van solide rocksongs en lekker tegendraadse experimentele uitstapjes.

Om het weinig talrijke publiek warm te krijgen liet Cale geheel eigenwijs een kwartier drone en distortion door de zaal galmen om daarna in te zetten met een compleet vervormd en bijna onherkenbaar ?Heartbreak Hotel?. Van een gedurfde opener gesproken. Cale gordde daarna algauw de gitaar om en gooide een paar felle en smaakvolle rockers in de zaal, waaronder een indrukwekkend ?Helen of Troy? en de betere stevige nummers van zijn laatste plaat ?Turn the lights on? en ?Perfect?. Af en toe waagde John Cale zich vanachter zijn keyboard aan wat meer experimentele songs en soundscapes, maar in tegenstelling tot het zootje dat hij er soms van maakte te Tourcoing (Grand Mix) vorig jaar, haalde hij deze keer niet de vaart uit zijn eigen optreden. De experimentele partijen waren iets minder nadrukkelijk aanwezig en kwamen nu wel op de juiste momenten.

Géén Velvet songs deze keer, beetje jammer misschien, maar Cale's solo repertoire is op zich al indrukwekkend genoeg om vijf live sets te vullen. Cale weet dat zelf ook wel en wist de wensen van zijn fans in te willigen via enkele niet kapot te krijgen klassiekers als daar waren een kolkend ?Dirty ass rock'n'roll?, een prachtig ?Cable hogue? en de ingehouden parels als ?Chinese Envoy? en uiteraard ?Close watch?. Absoluut hoogtepunt was nog maar eens het neurotische ?Fear?, hier zeer kort maar bijzonder fel, intens en krachtig.

John Cale mag dan al zestig zijn, hij heeft nog niet aan drive, kracht en credibility ingeboet en verrast de wereld nog altijd met zijn steeds originele albums en live sets. Alleen maar jammer dat weinig dat doorhebben, voortgaande op de magere publieke opkomst van de avond. De fans van weleer mogen allicht het huis niet meer uit (behalve wij dan) en voor nieuwe fans is de eigenwijze muziek van Cale niet hip genoeg. Dat zal ons een zorg wezen, kwaliteit overleeft altijd de hypes.

Organisatie: Aéronef, Lille

Clap Your Hands Say Yeah

Band doet naam alle eer aan

Geschreven door
Clap your hands say yeah is een New Yorks vijftal dat op geen mum van tijd een cultstatus ontwikkelde. Ze waren aangenaam verrast dat hun begin vorig jaar verschenen debuut op zoveel respons kon rekenen. CYHSY brengt een aanstekelijke en broeierige mix van `70's retrorock, psychedelica en americana (ergens tussen The Feelies, Grandaddy, Mercury Rev en Arcade Fire), op een losse en speelse wijze gespeeld, onder die zeurderige, melancholische zang van Alec Gunworth, die op het podium verzonken is in z'n eigen leuke leefwereld.



Live gaven ze de songs een freakend en steviger karakter, soms uitgesponnen door de repetitieve opbouw en subtiele ritmes, wat vooraan een party sfeer creëerde. CYHSY bouwde z'n set zorgvuldig op. De titelsong van de tweede cd ?Some loud thunder? opende. Meteen kwam band en publiek op dreef met het uiterst groovy en dansbare ?Satan said dance?, één van de sterkste songs, fijn uitgewerkt, die de dansspieren prikkelde; snedige gitaarlicks, psychedelische elektronicatunes, een diepe bas en een opzwepende percussie, onder die bezwerende vocals.

?Is this love? klonk iets gematigd en leidde enkele sfeervolle nummers in ?Love song 7? en ?Details of the war?, wat de vaart in de set afnam, maar een aangename afwisseling en variëteit betekende.

In het tweede deel hield de band het publiek in z'n greep met een prachtkeuze: ?In this home on ice?, klonk strak en emotievol, ?Yankee go home? speelden ze krachtiger, ?Over & over again? en ?Upon this tidal wave of young blood? (dit leek de reünie van The Feelies wel!) waren alvast de ambiance/smaakmakers. De nieuwe ?She smiles? begon intiem, bouwde op en werkte naar een climax door blazersectie en Gunworth op megafoon. Spannend!

Tweemaal kwamen ze terug, waarbij het dansbare tempo eerst werd aangehouden met ?The skin of my yellow country teeth?, dan pakten ze Neil Youngs ?Helpless? origineel aan en ?Heavy metal? mocht fors en een krachtig de set besluiten.

CYHSY zorgde voor een afwisselende, genietbare set, die opvallend het Franstalig landsgedeelte optrommelde. Het was heupwiegen en dansen op de meeslepende, broeierige groovy sound. Ze waren zelf onder de indruk en beleefden een tof avondje speelplezier met een uitgelaten menigte. CYHSY deed z'n naam alle eer aan.

Cold War Kids is een beloftevolle band uit L.A., die we al aan het werk zagen met Two Gallants te Tourcoing. Het viertal heeft invloeden van Starsailor, Ben Folds, Nick Cave en Gomez. Hun songs zitten melodieus en subtiel in elkaar, zijn soms hyperkinetisch en balanceren tussen intimiteit en dynamiek. Na hun EP, vorig jaar, verscheen onlangs het debuut `Robbers & Cowards'. ?Hang me up to dry? en ?We used to vacation? injecteerde de band tot ups & downs op het podium. ?God, make up your mind? en ?Hospital beds? hadden een goede drive. Cold War Kids was een fijn bandje; ze gaan een mooie toekomst tegemoet.

Organisatie: Live Nation

Clap Your Hands Say Yeah

Some loud thunder

Geschreven door
CYHSY is een New Yorks vijftal dat vorig jaar totaal onverwachts in de belangstellig kwam. Ze brachten eerst in eigen beheer hun titelloos debuut uit, zorgden voor de release en promotie, verkregen een pak respons, wat resulteerde in een platencontract bij Wichita. Hun groovy, aanstekelijke, broeierige en innemende sound werd enthousiast onthaald, een geheel van `70's retrorock, psychedelica en americana.onder die melancholisch zeurderige zang van Alec Gunsworth. Live klonk de band wat slordig, maar dit gaf net het spontane, ongedwongen muzikale karakter weer van de band.

`Some loud thunder', hun tweede cd, is een afwisselend plaatje, groovy en freakend, directer (met een felle, scherpe zang) of intens dromerig. ?Upon Encountering the Crippled Elephant? en ?Arm & Hammer? zijn aanzetjes tot volwaardige songs. De groep behoudt op die manier een rauw, ongepolijst en onafgewerkt karakter in z'n songs.

CYHSY blijft garant voor een intrigerend meeslepende en spannende sound, waarbij de songs een repetitieve opbouw hebben. V.U., Talking Heads en Grandaddy zijn oude referenties, Arcade Fire en Broken Social Scene zijn bandgenoten.

`Some loud thunder' is een fijn plaatje van het vijftal met volgende prachtsongs: ?Mama?, ?Won't you keep them castles??, ?Satan said dance?, ?Underwater (you & me)? en ?Five easy pieces?. Muziek die kille winteravonden doorbreekt.

The Van Jets

Electric Soldiers

Geschreven door
The Van Jets wonnen in 2004 de Humo's Rock Rally. Een EP verscheen een jaartje later: Melodieuze retrogitaarrock'n'roll met vette, snedige gitaarlicks en

-soli, een opzwepende percussie en een overtuigende zang. ?Ricochet? was het uitgangsbord. Ze pakten zelfs ?Honey white? van Morphine avontuurlijk aan. The Van Jets refereerden aan The Datsuns en Iggy & The Stooges.

De debuutcd `Electric Soldiers' laat een viertal horen dat duidelijk is gegroeid. De sound is verfijnd, breder en rijker, luister maar naar songs als ?What's going on? , ?My love is dead? en de titelsong: doorleefd, broeierig, spannend en emotievol. ?I don't know why? en ?You!? openen de cd als ware rock'n'roll songs.

The Van Jets houden van een puur oprechte rocksound: dynamisch, subtiel en intens. Ze laten hun instrumenten spreken. Een vleugje QOSA en Millionaire stoort niet in hun melodieuze snedige sound. Smaakmaker is ?Run'n hide?, gekenmerkt door een schitterende opbouw, en die mooi is uitgewerkt met piano- en gitaarpartijen.

De plaat werd co-geproduced door Pascal Deweze en Aaron Prellwitz. `Electric Soldiers' wint per beluistering aan zeggingskracht. We hebben er een tof bandje band bij.

Ozark Henry

Uitgebalanceerde set

Geschreven door
In Oudenaarde (FeestinhetPark, eind augustus vorig jaar) bracht de band rond de Kortrijkse Piet Goddaer al een voorproefje van `The soft machine', die verscheen op 11 september ll. Het vijftal, zonder background/soulzangeressen, speelde sommige van hun sfeervolle, dromerige songs in een groovy, dansbaar of in een intiemer kleedje.

Ozark Henry heeft het met een perfect op elkaar ingespeelde band ver gebracht: medio de jaren `90 stelden ze nog hun debuut voor in de Kreunzaal te Bissegem, thuishaven van Goddaer; de band groeide vanaf 2001 met `Birthmarks'. Hij sloeg de brug tussen pop, soul, elektro, triphop en soundscapes. Een doorbraak van formaat! De in het zwart geklede heren ondernamen in 2004 een heuse clubtournee van `The sailor not the sea' en waren op elk zomerfestival te zien, wat de respons deed toenemen. `The soft machine', derde in de reeks, bevestigde.

Als een Stef Camil Carlens bewoog Goddaer over het podium; zijn lichaamstaal (de (spastische) danspassen/armbewegingen en z'n glimlach) was enkel het contactmoment met het publiek, want meer dan een (welgemeende) `Merci' kregen we niet, maar elke doorwinterde Ozark fan weet dat dit eigenlijk meer dan genoeg is.

Alles was perfect op elkaar afgestemd: de sound, de stem en de spotlights, wat de intieme sfeer in deze grootse zaal ondersteunde, en met Goddaer in een hoofdrol als performer, zanger en op toetsen.

Live kwam de klemtoon op de voorbije twee cd's. Hij zweepte meteen het publiek op met een stevig instrumentale opener ?Echo as metaphor?. Kurkdroge drumslagen gaven dynamiek. Sfeervolle nummers volgden: ?Sweet instigator?, ?Christine?, ?Morpheus?, ?Vespertine?, ?Weekenders? en ?Play Politics?. Ozark Henry creëerde ruimte voor enkele diepe bastunes, snedige gitaarslides en fantastische drums.

?Talk to me? en ?These days? klonken krachtig en forser, en gaven vaart in de set. ?Indian summer? ging al kanten op: ingeleid door de fijne zinsnede ?Tsjak?, Tsjak?, en muzikaal afwisselend van rustig, ingetogen tot pittig, gedreven. ?Intersexual? en ?At sea? hadden een sterke opbouw en een dansbare groove. Een mooie aanpak, wat kon rekenen op een sterke bijval.

Na ruim een uur werd de set beëindigd; Ozark Henry verzorgde een ruime bis met een intieme ?Give yourself a chance with me?, bepaald door piano en Goddaers heldere melancholische stem, ?La donna é mobile? werd een regelrechte Underworld stamper en ?Word up?, luidkeels meegezongen, was de soulpopdanssong bij uitstek, waarbij Goddaer definitief werd uitgezwaaid.

`The soft machine' realiseerde Goddaers droom: een groots optreden te Vorst, wat meteen de platentrilogie besluit. Ze hebben alle troeven op dit optreden gezet, dat mooi uitgebalanceerd was, maar geen vonken kende.

Organisatie: Live Nation

The Magic Numbers

Magical Magic Numbers

Geschreven door
The Magic Numbers werden ingeleid door de Brusselse singer/songwriter William Street, die met voorgeprogrammeerde instrumenten z'n intieme akoestische gitaarsongs breder van opzet liet klinken.

Het lijvig vriendelijke gezelschap The Magic Numbers van de familie Stodard (twee broers en zus: Romeo (zang/gitaar), Sean (drums) en Michele (zang/bas)) en Angelo Gannon (toetsen/melodica/tamboerijn) uit Londen, hebben momenteel twee `feel good' klinkende cd's uitgebracht. Een gevarieerde sound met enerzijds rustige, dromerige en sfeervolle songs, anderzijds fris, dynamische en luchtige songs.

Live behielden ze alvast die afwisseling, wat garant stond voor een vaardig aangename, ontspannende set. Een boeiend, broeierige, pakkende retrosound die overtuigde! Een twee uur durende set, die op geen enkele moment verveelde en waarbij Romeo ruimte bood voor de aanvullende zang van zus Michele en Angelo. Naar het eind had het viertal zelfs zoveel speelplezier dat ze de twee roadies erbij haalden om een paar `on-the-road-country' songs te spelen en te jammen. Door de vriendelijke uitstraling en hun handgeklap, werd het publiek nauw betrokken tot de band.

Ze speelden uit de twee cd's en begonnen snedig met ?This is a song?, ?Forever lost?, ?The mule? en ?You never had it?. Het zijn melodieus subtiele songs met een sterke opbouw, ondersteund door de vrouwelijke backing vocals. ?Love's a game?, ?Undecided? en ?Slow down? - vrouwelijke zang op het voorplan -, waren knus, sfeervol en dromerig; ?Slow down? werd zelfs geouttro-ed door Kate Bush's ?Running up that hill?. In ?Keep it in the pocket? zongen Romeo en Angelo alsof het nummerde haperde.

?I see you, you see me? klonk zowel intiem als uptempo. ?Runnin out? was alvast één van de stevigste nummers in de set.

De band bracht een paar nieuwe songs nl. het intieme ?New song? en ?Anima sola?, een ideale kampvuursong, hun vakantienummer bij uitstek als ze in Mexico zijn. ?Love me like you? besloot na anderhalf uur de set.

Maar deze Mama's & Papa's van het jaar 2007 beleefden een fijne tijd in Le Grand Mix en trakteerden op een half uur jam- en speelplezier met een pakkende ?Hymn to her?, bepaald door xylofoon. In ?Take me or leave me? lag de klemtoon op de breekbare zang van bassiste Michele. Na een tweetal gejamde countryroad/ freefolk songs (by the way samen met hun roadie en PA man), en een schitterend uitgesponnen ?Beard? namen ze definitief afscheid.

?Had everybody a good time?? vroegen ze?luidkeels werd dit positief beantwoord. Magic Voices, Magic Music, Magistral Magic Numbers?wat konden we ons meer wensen?

Org: Grand Mix Tourcoing

Beirut

Gulag Orkestar

Geschreven door
Beirut is het muzikale gezelschap rond de jonge componist Zach Condon, uit Albuquerque, New Mexico. Hij haalt muzikaal de mosterd uit de cultuur van z'n Oost-Europese voorvaderen. Een talentvolle songschrijver met een melancholisch dwarrelende stem. Op `Gulag Orkestar' brengt hij een combinatie van zigeunermuziek, (Balkan)pop, indiefolk, en americana. Een tof origineel geluid dat sfeervol, broeierig, groovy en swingend klinkt. Een instrumentarium van trompet, ukelele, mandoline, accordeon, conga's, orgel, piano, klarinet en tamboerijn kleuren de sound.

`Gulag Orkestar' is een plaat die de Balkan van Kaizers Orchestra en het zuiders exotisme van Les Negresses Vertes samenbrengt. De blazersectie wakkert `Once Upon A Time in the West' aan.

Het eerste deel van de cd klinkt aanstekelijk en dansbaar met songs als ?Prenzlauerberg?, ?Brandenburg?, ?Postcards from Italy?, ?Mount Wroclai (Idle days)? en de titelsong. Het tweede deel is innemend, dromerig en weemoedig door songs als ?Rhineland?, ?Scenic world? en ?The bunker?. ?Bratislava? en vooral het afsluitende ?After the curtains? krikken het tempo terug op en zorgen voor een mooie afwisseling.

Een waan(fijn)zinnig plaatje dat per beluistering intrigeert!

Buzzcocks

Flat-pack philosophy

Geschreven door
Nog maar eens een reünie van ouwe punks. U zat er misschien niet op te wachten, maar volgens ons hebben ze best een leuk plaatje gemaakt.

Net als vroeger weten de Buzzcocks de perfecte harmonie te vinden tussen pop en punk. De songs op deze meer dan behoorlijke comeback cd zijn typisch Brits, catchy en levendig. Het is vermakelijke feelgood poppunk zonder daarom te klinken als de vele nep-punkers die dezer dagen zenders als TMF en MTV onveilig maken. Natuurlijk is het allemaal niet meer zo grensverleggend als in de hoogdagen van de punk eind jaren zeventig en de impact van deze plaat op het hedendaagse muziekgebeuren zal uiteraard nul komma nul zijn, we moeten ons géén illusies maken, maar toch heeft deze fijne en eerlijke `Flat-pack philosophy' op vandaag zeker bestaansrecht als je ziet welke rotzooi er dezer dagen allemaal op ons afkomt.

Jarvis Cocker

Jarvis

Geschreven door
Jarvis Cocker was de spil van het Britse Pulp. Pulp bracht subtiele en fijnzinnige pop met elektronica en orkestraties: rockend, sprookjesachtig, sfeervol en dromerig. Vier jaar na het uiteenvallen van Pulp heeft hij niet stilgezeten. Wat een lijst: met Relaxed Muscle op de elektronische toer, gedichten schrijven en vertalen, werken als DJ, het presenteren van radioprogramma's, een song schrijven voor een Harry Potter film, en tenslotte talrijke bijdrages leveren voor andere artiesten.

`Jarvis', zijn eerste soloplaat, ligt in het verlengde van Pulps materiaal. Cocker heeft het songschrijven in de aderen en brengt melodieuze popsongs, die mooi uitgewerkt en rijkelijk georkestreerd zijn. Net zoals bij een Badly Drawn Boy behoren piano, orgel en strijkers tot het instrumentarium. Er zijn sfeervolle, dromerige songs die intiem en sober kunnen zijn (?Heavy weather?, ?I will kill again?, ?Disney time? en ?Tonite?). ?Don't let him waste your time?, ?Black magic? en ?Fat children? zijn de goed rock klinkende popsongs op de cd.

Een afwisselend plaatje!

My Chemical Romance

Three Cheers for the sweet revenge

Geschreven door
`Three Cheers for the sweet revenge' betekende eind vorig jaar een eerste kennismaking met het vijftal uit New Jersey. Ze brachten door de populariteit van de single ?Welcome to The Black Parade?, titelsong van de huidige cd, de vorige cd opnieuw uit; een cd die we onlangs bespraken in afwachting van `The Black Parade'. My Chemical Romance maakt deel uit van een nieuwe lichting emoglampoprockers. Ze staan garant voor stevige, snedige, mooi uitgekiende poprocksongs, deze maal meer georkestreerd, en dichter dan ooit bij de opera van ?Bohemian Rapsody? van Freddie Mercury en Brian Mays Queen.

Het is een afwisselend plaatje met een pak poppy hits in spé als ?Famous last words?, ?I don't love you?, ?Mama?, ?Sleep?, ?Teenagers? en ?Disenchanted?, die een fijne opbouw hebben. Ze leunen nauw aan het stevige werk van de vorige cd met nummers als ?The end?, ?Dead!?, ?This is how I disappear? en ?The sharpest lives?, die de cd openen, met een paar pittige gitaarsoli, een opzwepende percussie en een helder overtuigende zang. ?Cancer?, op piano, is de meest intieme song.

Dit wordt de grote doorbraak voor het vijftal. De emopoppunk zit in de lift en zo'n band als My Chemical Romance kan er maar baat bij hebben, niet?

The Blood Brothers

Staalkaartje voor noisefreakers

Geschreven door
White Circle Crime Club, uit de thuishaven Antwerpen, is al zo'n goede vier jaar bezig en heeft twee cd's uit. Onlangs verscheen `A Present Perfect'. De groep paste alvast binnen het concept van The Blood Brothers van noisy poprock en postpunk. Het viertal liet de instrumenten spreken: lang uitgesponnen nummers, een beperkte zang en een vleugje postrock; de toetsen gaven een psychedelica tint aan hun snedige sound. Live overtuigend!

The Blood Brothers is een vijftal uit Seattle, dat al aan de vijfde cd toe is. `Young machetes' volgt het eigenlijke doorbraakalbum `Crimes' op, met de single ?Love rhymes with hideous car wreck?. Dit is hyperkinetische muzikale rebellie, tegendraadse ritmes, chaos en gekte, zoekend naar een melodie, onder het vocaal schreeuwende duo Jordan Blilie en Johnny Whitney. Muzikaal naamplaatje: scream/ noisepop of emo/postpunk/hardcore. De sound is fel, explosief en gedreven, onder diverse tempowisselingen, waarin af en toe een rustpuntje is.

Live klonk het gezelschap energiek, verbeten, intens en gebald, onder die krijsende zang, ahw een Zack de la Rocha in het kwadraat. Een niet-van-deze-wereld geluid, weirdo, hallucinant, refererend aan At The Drive-In. Er werd fel van leer getrokken met songs als ?Set fire to the face on fire? uit het recente album en ?Teen heat? uit `Crimes'. ?Camouflage, camouflage?, ?Rat rider? en ?We ride skeletal lightings? benaderden de muzikale pijngrens. Een fijn, vaardig dansritme was er alvast door de psychedelica toetsen binnen dit muzikaal concept. Het waren ?Peacock skeleton with crooked feathers? (wat een intrigerend orgeltje!) en ?Love rhymes with hideous car wreck? uit de vorige cd, die het meest melodieus in het gehoor lagen.

Een goed uur hielden ze die neurotische vindingrijke sound aan. ?Giant swan? en ?Cecilia? besloten de hectische sound, die voor een buitenstaander wel totaal ?baahh? kon klinken, maar voor de noisefreaks onder ons bewondering opwekte!

The Blood Brothers blijven alvast een goed bewaard geheim. Een buitenbeentje als The Mars Volta!

Org: Trix, Antwerpen

The Fratellis

Costello Music

Geschreven door
Deze drie Schotten hebben de U.K. al op zijn kop gezet met de singles ?Henrietta?, ?Creepin up the backstairs? en vooral ?Chelsea dagger? en werden op die manier razendsnel uitgeroepen tot the next big thing.

En bij wijlen wordt je inderdaad wel wild van dit opzwepende debuut, het refrein van het geweldige ?Chelsea dagger? is helemaal niet meer uit ons hoofd weg te krijgen, het fantastische ?Creepin up the backstairs? is gloeiend heet en heeft een moordende riff in de rangen (van zo een song kunnen ze bij Franz Ferdinand enkel maar dromen) en ?Got ma nuts from a hippy? is even fel en geestig als zijn titel doet vermoeden.

Het warm water hebben de Fratellis niet bepaald uitgevonden, want hier wordt vakkundig gejat uit de voltallige Britse muziekcatalogus. Erg is dat helemaal niet, ze hebben de goeie invloeden er uitgekozen. ?Henrietta? is pure Supergrass, ?Whistle for the choir? en ?Ole black 'n' blue eyes? hebben de Beatles in hun lijf, ?Baby Fratelli? is voor zijn refreintje ten rade geweest bij die gekken van Slade en bij zowat de helft van de overige songs is T-Rex op bezoek. Ook The Kinks en The Faces komen ons wel eens voor de geest. Al deze invloeden hebben de Fratellis opgeslorpt in 44 minuten stomende energie verpakt in 13 buffels van songs.

`Costello Music' is heet als de hel, catchy als een minirokje met een stel moordbenen onder en bruisend als een dozijn dafalgans in een magnus champagnefles.

De zomerfestivals hebben dit groepje gewoon nodig.

Isobel Campbell & Mark Lanegan

The Beauty & The Beast

Geschreven door
De Vooruit ontvangt doorgaans de betere rockband, van trendy tot tijdloos, maar zelden gespeend van decibels. Niet zo afgelopen zaterdagavond dus, toen de Schotse engel Isobel Campbell en de Amerikaanse grunge-survivor Mark Lanegan met hun intieme luisterliedjes in de Gentse rocktempel neerstreken voor een uitverkochte affiche. Pers en publiek zijn het er over eens dat dit gelegenheidsduo met het album ?Ballad of the Broken Seas? verantwoordelijk was voor één van dé muzikale wapenfeiten van 2006. Op dit album laten ze zich spontaan een soort Beauty & The Beast imago aanmeten onder de vorm van een onwaarschijnlijke combinatie van frèle en rauwe vocals die eerder reeds Lee Hazelwood & Nancy Sinatra of Nick Cave & Kylie Minogue (muzikale) hoogtepunten lieten bereiken.

Vergezeld van een vierkoppige begeleidingsband bleek opener ?Revolver? meteen een welgemikt schot in de roos. Ingeleid door spaarzame percussie en desolaat gitaargetokkel zette de gedeclameerde samenzang van de zeer statische Campbell & Lanegan de toon voor de rest van de avond. Tot de andere hoogtepunten waar het etherische engelengezang van Campbell en de door rook en levenspijn doordrongen stem van Lanegan wonderwel samenvloeiden behoorden zeker ook ?Deus ibi est? en ?(Do You Wanna) Come Walk with Me??. Nagenoeg alle nummers op ?Ballad of the Broken Seas? zijn van de hand van Campbell, geen wonder dus dat dit ex-lid van Belle & Sebastian nu en dan zelf de show mocht stelen met ?Black Mountain?, ?Saturday's Gone? of het aan Nick Drake schatplichtige instrumentaaltje ?It's Hard to Kill a Bad Thing?. Op de tonen van ?The Circus is Leaving Town? kreunde Lanegan ?The party's over now, so draw the curtains down?, een passend einde van het eerste deel van het concert. Tijdens de twee bissen werd de gemoedelijke sfeer een ietsje venijniger. Na een klein fysiek opstootje ter hoogte van de bar zetten Campbell & Lanegan passend ?Ramblin' Man? in, een doorleefde cover van een Hank Williams original die van een vuil countryblues randje werd voorzien.

Het was meteen het sluitstuk van een geslaagd anderhalf uur in een onbezwete Vooruit, ondergetekende dook voldaan en stilletjes neuriënd op het refrein van ?Saturday's Gone? de nacht in ...

Left Foot Green

Left Foot Green (EP)

Geschreven door
Left Foot Green zijn een stelletje rockers uit Gent. Op hun vier songsEP zijn er twee stevige, directe en strakke rock'n'roll nummers terug te vinden, ?Bang my universe? en ?Morning ride?, en twee nummers die een broeierige opbouw hebben: ? Television? en ?Ride?.

Een EP'tje dat melodieus, spannend, fris en energiek klinkt.

Left Foot Green onderscheidde zich al op enkele rockconcours en verdient een mate van erkenning.

Info: www.leftfootgreen.be

The Long Winters

Putting the days to bed

Geschreven door
John Roderick is de spil van deze uit Seattle afkomstige band. Een paar jaar geleden op `When I pretend to fall' strikte hij o.a. Peter Buck van R.E.M. en Posies spil Auer/Stringfellow, wat de belangstelling in z'n werk deed toenemen. De sound ligt ergens tussen indie- en americanapop, wat refereert aan Kings Of Léon, Black Crowes, Sparklehorse als aan Grandaddy en Yo La Tengo.

Roderick heeft ander gezelschap rond zich en voorziet z'n materiaal van een sterke melodie en opbouw; per beluistering winnen de nummers aan zeggingskracht: direct en stevig op ?It's a departure?, ?Hindsight? en de openingssong ?Rich wife? of dromerig, sfeervol en rustiger op ?Clouds?, ?Honest? en ?Seven?.

'Putting the days to bed' is een fijnzinnig, aangenaam en interessante cd die als bonus nog de EP `Ultimatum' bijvoegt; vier uiterst geraffineerde songs met strijkers en elektronica. Indie (psychedelica)pop op z'n best.

Archive

Archive op de rand van de doorbraak

Geschreven door
Archive kwam vorig najaar in de belangstelling met de vijfde cd `Lights', een combinatie van `70's psychedelica, trippop, gitaarrock'n'roll en feedbackgeraas. De band uit Londen, onder het duo Darius Keeler en Danny Griffith, trokken drie vocalisten aan nl. Dave Penney, Polard Berrier en Maria Q. In Wallonië werd de band al vóór de zomer opgemerkt. De belangstelling ontstond met die prachtige intieme single ?Veins?. In oktober ll concerteerde Archive al in de AB, dat uitverkocht was. Eergisteren traden ze op in de Vooruit, Gent, ietwat gehavend, want zanger Berrier viel uit door keelontsteking. Een herkansing was er te Lille.

Archive was soms met acht op het podium. Hun songs werden gekenmerkt door een repetitieve opbouw, een swing en groove en een stuwende, forse climax met fuzz en elektronicasoundscapes, afgewisseld met enkele sfeervolle, dromerige werkstukjes, bepaald door de hemels bezwerende zang van Berrier, de directe rauwe zang van Penney of door de soulfulle zang van Maria Q.

Het donkere lichtdecor en de stroboscoopeffecten waren hallucinant; een meerwaarde aan de spannende broeierige sound.

Archive bleek het muzikale gerecht te zijn van volgende ingrediënten: Radiohead, Jesus & Mary Chain, The God Machine, BRMC, Spacemen 3, Massive Attack, Portishead en Pink Floyd.

Archive had er duidelijk zin en klonk fel, verbeten?letterlijk meegezogen in deze muzikale brij, wat een overdonderend concert opleverde van het Londens gezelschap. Archive putte uit de recente cd `Lights', blikte terug naar ouder materiaal en stelde een paar nieuwe songs voor.

De opener ?Lights? hield ons ruim vijftien minuten lang in z'n greep: een langzame start en rustige opbouw met repeterende elektronicasounds, piano en gitaargetokkel. Telkens kwam er een groepslid bij. Naar het eind klonk welig gitaarvertier en een bezwerende percussie, ondersteund door de breekbare zang van Berrier. Berrier observeerde z'n publiek met een indringende blik. Wat een adembenemende aanvang van het concert.

Het tempo hielden ze hoog in ?Noise? en ?Bridge scene?. Het sfeervolle, subtiele ?Veins? zat vroeg in de set, vocaal ondersteund door Maria Q, die een glansrol innam op het broeierige ?You make me feel?. ?Fuck U? was een regelrechte BRMC's ?Whatever happenend to my rock'n'roll?. Een sterke samenzang tussen de hoge zang van Berrier en de zegzang van Penney. Gaandeweg viel er meer te beleven op het podium. De groepsleden gingen totaal op in die muzikale cocktail. Er waren puike prestaties van ?Sane?, dat direct, stevig en dansbaar was, ?Site back down?, opbouwend en opzwepend, waarin het spacey Spacemen 3 was te horen en het dromerige ?Again?, mooi uitgesponnen (ruim tien minuten), van zacht naar stevig, soms gekenmerkt door een schreeuwzang. Het was Maria Q die de set mocht besluiten. Ze deed Portishead en Massive Attack herleven op ?Pulse? en overtuigde en verve in de bis op Portisheads fijne ?Roads?. Tripsoulwavepop op z'n best!

De respons was groot. Na een goed anderhalf uur besloten ze. Ze waren onder de indruk en kwamen maar liefst tweemaal terug met o.a. het swingende ?Programmed? en het rockende ?System?.

Archive gaf tenslotte een twee uur durend optreden; net zoals Interpol vroeger en Editors twee jaar geleden, staan zij op het punt definitief door te breken. Gegund!

Org: Agauchedelalune, Lille

Transit

Broadleaves vs Conifers

Geschreven door
Transit, een viertal uit het Gentse, begon een kleine drie jaar geleden als gitaartrio. Sinds 2005 werden drums toegevoegd. Na de demo `Harmatan' is deze EP uit met vijf instrumentale songs. Transit profileert zich binnen de postrock van Mogwai, 65daysofstatic, Red Sparrowes, Explosions in the Sky en ons eigen Tomàn en Madensuyu.

Een filmisch sound die sfeervol, dromerig en soms donker dreigend kan klinken. De songs hebben een spannende opbouw, kunnen aanzwellen en diverse tempowisselingen ondergaan. Ze balanceren tussen zacht, intiem, sfeervol, lieflijk en fors, krachtiger, doch uiterst beheerst. Ze trekken nog niet zo fel van leer als hun postrockvrienden. Het is een emotievolle, broeierige sound, waarvan de vijf songs elk wel een eigen klemtoon hebben in de songopbouw. ?Matacabras?, het langste nummer, is alvast het sterkste.

` Broadleaves vs Conifers' is een verrassende EP, die boeit en intrigeert. Een puik muzikaal decor van het viertal!

Info: www.transit-band.be

Pagina 471 van 471