Rock Werchter 2024 – Vier dagen muziekbeleving – Meer dan Goed – Op naar Goud!
Rock Werchter 2024
Festivalterrein
Werchter
2024-07-04 t-m 2024-07-07
Johan Meurisse
Rock Werchter brengt verschillende generaties samen, danst, popt en rockt. Rock Werchter heeft aandacht voor de gerespecteerde waarden, artiesten, opkomend talent en Eigen Werk. De oudjes waren hier op deze editie goed vertegenwoordigd en dingen nog steeds mee met het opkomend talent. Ook was er voldoende aandacht naar ladiespop. Een mooi evenwicht. Een topjaar en met Foo Fighters als gedroomde headliner van deze vierdaagse. Rock zondermeer, waarvoor Rock Werchter staat!
Het festival klinkt vertrouwd, leuk, gezellig, aangenaam en spannend. Het is en blijft Vlaanderens meest prestigieuze festival.
Rock Werchter is en blijft een festival van alle leeftijden, jong en oud houden er hun eigen bands en stijl op na. Een gevarieerde affiche, een tevreden publiek dus!
Vier dagen muziekbeleving in al z’n aspecten. Liefde en Muziek, het maakt het festival universeel, streven naar gelijkheid, gelijkwaardigheid, samenhorigheid en respect.
Quality time en beleving op een festival … Een dikke 10 voor gezelligheid en sfeer. Iedereen moet zich comfortabel voelen met bankjes, zitjes, shelters, eet- en bar gelegenheden, mooi aangepast qua inrichting, inkleuring …Meer dan muziek, ook comfort, rust- en genietplek.
De muziek won na die vier dagen. De brede diversiteit aan headliners waren op post en elk op zich gingen ze er gemotiveerd, enthousiast tegenaan.
Rock Werchter was een rimpelloze editie met 155000 unieke bezoekers.
Keuzes moeten worden gemaakt … Festival meer dan ooit … Meer groepen, meer terrein, meer ruimte voor bezoekers, meer mooie momenten …De Klub, de Barn, de Slope werden geupgraded in een prachtige outfit. Sjiek. Voor iedereen een totaalbeleven dus.
Rock Werchter 2025 is er van 3 tot 6 juli 2025. Het wordt een feesteditie want het festival wordt 50!
Summers starts here - Een overzicht van ons parcours - Cheers
dag 1 – donderdag 4 juli 2024 - waardig ouder wordende bands en artiesten overheersen. De instrumenten blijven letterlijk ingeplugd door de gitaarsoli en salvo’s!
Het Britse Stone is uitermate geliefd in ons landje en heeft enkele singles uit die de rocklijsten delen. “Money (hope ain’t gone)” zat middenin de set van dit Liverpoolse kwartet. Ze brengen stevige, snedige, meeslepende, gruizige rock die voldoende friste en groove in zich in heeft. Het eerste deel van de set wist de aandacht te trekken met enkele overtuigende songs als “Waste”, “I got a feeling” en “If you wanna”, daarna zakte het wat ineen om dan overtuigend te eindigen, letterlijk in ‘t publiek met “Leave it out”. De band wist hier in de clubs z’n potentieel te tonen met een debuut in ‘t verschiet , maar de mainstage op Werchter is toch nog iets anders. Band met groeipotentieel. In het oog te houden en in najaar opnieuw te zien in de Trix!
Het Limburgse Peuk is toe aan z’n tweede plaat ‘Escape somehow’. Het drietal bestaat uit restanten van Evil superstars en Heisa, en wordt aangevuld met frontvrouw Nele Janssen. Zij neemt de vocals op zich, zang en schreeuwzang gaan moeiteloos met elkaar. Hun bruisende, noisy, punky rocksound, niet vies van experimentjes, behoudt de melodie goed. Een link is gauw gemaakt naar Hole, The Breeders , het oude PJ Harvey en Pixies. In de half uur durende set hadden we enkele scherpe sterkhouders als “Bokkenpaleis”, “Rudy” en “Inconvenient”.
The Gaslight Anthem uit New Jersey is onmiskenbaar met Bruce ‘the boss’ verbonden, want ze komen uit dezelfde staat en kunnen beiden rocken. Met zes staan ze op het podium, de band rond Brian Fallon. Ze zijn er opnieuw na een goed tien jaar stilstand, een ‘re-born to run’. Toegegeven, ‘History books’ klinkt niet meer zo compact, spannend, bedreven dan het vroegere materiaal, want in ‘hun gaslight’ nemen ze wat gas terug. Het zijn dus vooral kleppers als “45”, “American slang”, de openers en verder “Mulholland drive”, “Great expectations” en “The 59sound” , die hun kenmerkende puur, onversneden rock’n’roll/rockabilly onderschrijven, zonder franjes. Dit was een soort ‘on the highway motorcycle muziek’. Het zijn ruwe bolsters met een blanke pit , de lichamen vol tattoes, en een Fallon die imponeert, hier als een Jim James van My Morning Jacket met de lange haren, baard en de paar kilo’s erbij. Een tweetal covers gooiden ze er tegen aan, “Ocean eyes” (Billie Eilish) en Mother Love Bone’s “Chloe dancer”, die jong en oud samenbrengen. Hier droop het spelplezier er van af, wat zorgde voor een overtuigende set van deze Amerikanen.
Het Britse Bombay Bicycle Club rond Jack Steadman, met het onschuldige studentebrilletje, moet hier in ons landje voor z’n plaats knokken . Nochtans valt er in hun dromerige indie voldoende positieve energie, vibe en groove te rapen; de band straalt het uit en de backing vocaliste is zeker een meerwaarde . Het overgrote deel van het materiaal van hun handvol platen bevatte die wegdromende, deels opgewekte tunes, en moest het publiek warm krijgen. “Shuffle” en “Eat, sleep wake (nothing but you)” kregen hier duidelijk een heupwieg en beweging door het fris, sprankelende gitaarspel, keys en percussie; “Evening/morning” rockte en tot slot “Carry me” en “Always like this” wisten ons met een goed gevoel de Klub te verlaten. Goed maar ook niet meer dan dat …
Het Zweedse The Hives, een combo strak in het pak, brengen even strakke, vette garage rock’n’roll, al zo’n dertig jaar lang .Hun materiaal trekt de kaart van een opwindend sfeertje en ambiance. Frontman Pelle weet op elke song het publiek bij de kraag te houden. Het moet rocken , screamen-shouten, circlepitten op hun punkrock, welk nummer ook wordt gespeeld . Dat ze nieuw werk uithebben , niemand maalt erom , het zijn de knallers, met talrijke salvo’s om de oren, die ‘t em doen door het intense, hoog aangehouden tempo. O.m. “Bogus operandi”, “Main offender”, “Hate to say I told you so”, “Come on” en “Tick tick boom”. The Hives blijven zondermeer The Hives, altijd goed voor een feestje …
De grote Johnny Marr is een graag geziene artiest in ons land. De gitarist, die samen met Morrissey de 80s Smiths groot heeft gemaakt, moet het live wel hebben van de handvol klassiekers die hij mee schreef. Terecht worden ze meegezongen en sterk onthaald, nl. “Panic”, “This charming man”, in het begin van de set, verderop “How soon is now” alsook “There’s a light that never goes uit”, die de set besloot. Britpop op z’n best, vooraleer het woord kon worden uitgesproken, door de broeierige, intense spanning, emotie, groove en het kenmerkende frisse, melancholische gitaarspel. Hij koppelt het aan z’n gebundelde werk ‘Spirit power’ (met o.a. “µSpirit power & soul”) en aan z’n zijproject Electronic, met Bernard Sumner (New Order) met het mooi uitgewerkte “Getting away with it”. Het wordt allemaal begeesterend gespeeld. We kregen er zelfs nog een Iggy klassieker bovenop ‘The passenger’. Ondanks de coole uitstraling van de band, hadden we hier een stralende, sympathieke, ontroerde Marr, ook al een jaartje ouder wordend, in het rijtje van het programma vandaag, die genoot van de warme respons.
Terecht zijn The Black Pumas een break-out , zoals ze het in hun eigen VS land omschrijven . Het draait rond het tweetal Eric Burton en Adrian Quesada, die live een uitgebreid collectief zijn met een backing vocaliste. Op een paar jaar tijd wordt hun mishmash van soul, r&b, hippop, psychedelica en gospel ferm gesmaakt; ze hebben nog maar twee albums uit, hun titelloos debuut en ‘Chronicles of a diamond’; het brachten hen al naar Vorst, nu stonden ze hier voor een volle Barn en wisten ze moeiteloos het publiek in te palmen met hun warme, bezwerende , meeslepende , groovy, dansbare songs. En Burton, met z’n indringende vocals, entertaint, charmeert. Marvin Gaye , P-funker George Clinton en retrospecialist Jimi Hendrix zouden hier wel hun duim opsteken.
Het publiek wordt opgezweept, opgejut door de band, z’n frontman en de beweeglijkheid op het podium. De keys en de bijkomende percussie waren zeker een meerwaarde en maakten het plaatje compleet. We werden meegezogen in “Know you better”, “More than a love song”, “Angel” en het schitterende “Rockandroll”,die solliciteerde voor een plaatsje op de soundtrack van een Tarantino film. Het afsluitende opbouwende “Colors” was een sfeervolle smaakmaker.
Op de achtergrond zagen we twee wilde, zwarte panters met witte ogen en tanden, die bijtend elkaar aankeken. Muzikaal wisten deze twee ons te omarmen met hun warme, sfeervolle, broeierige lounge en opwindend materiaal.
Het Britse Slowdive stond mee aan de wieg van die dromerige shoegazepop en kunnen dus ook al gerekend worden onder de ouderdomdekens van het festival. Na een stilte van twintig jaar werd de draad heropgenomen , en eerlijkheidshalve, ze maken de brug en tekenen voor de verderzetting van dat geluid, al klinkt het iets sfeervoller. Ze waren onlangs nog in Lille en in Brussel , uitgestelde concerten (nav een overlijden in de familie van één van de leden) die het vorig jaar verschenen ‘Everything is alive’ in de spotlight plaatste. De visuals, de lichteffects en de projecties bepalen het concept mee van hun wisselende, repetitief ingenomen, slepende, broeierige, opbouwende, exploderende sound, die postrock, wave ademt met die kenmerkende pedaaleffects en reverb. Ze houden het boeiend met gekende oudjes “Catch the breeze”, “Souvlaki”, “Alison” tegenover het nieuwere “Chained to a cloud”, “Sugar for the pill” en “Kisses”, die het totaalplaatje maakten. De rauwere mannelijke en de hemelse vrouwelijke zangpartijen zweven over het etherische materiaal. “When the sun hits” en “Golden hair”, een buiging naar Syd Barret’s Pink Floyd, besloot overtuigend hun uur durende set.
PJ Harvey is er ook eentje die per plaat tekent voor een concert op Rock Werchter. Deze 90s artieste weet sinds de tennies in een andere gedaante muziek uit te brengen. Vorig jaar verscheen ‘I inside the old year dying’, die in een mythologie wordt ondergedompeld van de oude Britse folk, gothic en pop, gelinkt aan een Fairport Convention en iets meeheeft van het trippoppende karakter van Beth Gibbons.
Multi-instrumentalist en producer John Parish is vaste waarde bij haar. Met vijf op het podium staan ze , het eerste deel boeit door mystiek en theatraliteit in haar performance en act van bewegingen en mime. Het bepaalt mee het plaatje en brengt een intense spanning en een donkere, betoverende sfeer in coolness samen, met songs als “The glorious land”, “Let England shake” en de titelsong van de nieuwe plaat. Een sfeervolle, semi-akoestische aanpak van gitaren, sobere drums, elektronica en vioolpartijen.
In het tweede deel omgordt Polly (Jean) haar gitaar of autoharp, ze intrigeert met haar gekende, vroegere materiaal, aangepast aan de tand des tijds, minder sober, spaarzaam, meer pit, snedig, rauw, en die een zekere dreiging van weleer behouden. O.m. “To send his love to me”, “50ft queenie”, “Man size”, “Dress” , “Down by the water” en “To bring you my love”. Een mooi overtuigende afwisseling tussen de oude en de nieuwe beeldvorming van PJ Harvey.
De vorige keer dat we Greta Van Vleet zagen op het Werchter podium, waren we meer gekluisterd aan hun bezwerende, gedreven gitaasoli en de wisselende zangpartijen die hoog konden uithalen. 70s retro, hardrock, blues en soul nestelen zich in dit Amerikaanse Greta Van Vleet. Led Zeppelin, Thin Lizzy, ACDC en Jack White zijn mooie referenties. Op de nieuwe plaat ‘Starcather’ gaat hun muziek over de grens, té overdreven, waardoor het echt niet meer aangenaam klinkt.
Live hadden we hetzelfde gevoel, met alle respect van hun kunde en talent; het concert enerveerde zelfs door de overdreven soli in gitaar, drums en de krijsende, jodelende vocals.
De glamrock mag er gerust wezen, maar de bombast, de kostuumwissels, het vuurwerk, de gimmick, het kwam het geheel niet ten goede.
Ze werden wel ontvangen als de ideale warming-up van Lenny met die verschillende elementen, wijzelf werden er deze keer onvoldoende warm van, ondanks de sterkte van “Safari song”, “The archer”, “Highway tune” en “Runway blues”.
Jane’s addiction zagen we onlangs nog in de AB, Brussel en het is altijd heerlijk, bands waarmee je opgegroeid bent, dertig jaar later terug te zien. Nostalgie dus! Een uitzonderlijk nieuw samen-moment in 2024 was er nu met dit kwartet uit LA , in de originele bezetting rond Perry Farrell. Net als in de AB, kunnen we zeggen ‘In grote doen, Wat een emotionele rockvibe’.
Verdienstelijk, zinderend, overtuigend klonk het ouder opgestofte werk uit die early 90s. Een broeierig, opwindende symfo-art rock set dus, die wat stroop en kitsch kon verdragen, maar hoedanook ferme kopstoten toediende. Hun cultstatus werd dik onderstreept. Straf wat deze (bijna) zestigers nog konden.
Lees gerust de live in de AB (juni 2024)
Jane’s Addiction – Nostalgie: In grote doen, wat een emotionele rockvibe (musiczine.net)
The Clockworks, van Ierland naar Londen verhuisd, brengen bands als Franz Ferdinand, het oude Arctic Monkeys en Fontaines DC samen in een rits indie-, punky en gitaarrockandrollende songs, die gedreven, opwindend, melodieus zijn. Hier sierden enkele begeesterende gitaarsoli. Met sterke songs als “The future is not what it is” en “Enough Isabelle never enough”. Niet echt iets nieuws muzikaal , maar hun gekende gruizige, boeiende aanpak was de moeite.
Lenny Kravitz is na bijna tien jaar terug van partij op Rock Werchter zelf. Dat betekent dat liefde, samenhorigheid een warm rock’n’roll hart toebedeeld krijgen. Hij heeft een nieuwe plaat uit ‘Blue electric light’ en dat brengt hem terug on tour.
Hij is nog steeds geliefd, onze publieksmenner, - trekker en knuffelbeer, de rock’n’roll profeet, die met het afsluitende langgerekte (te lang steeds, ruim 15 min!) “Let love rule” de ganse wei laat mee neuriën, - zingen in een ‘unite gevoel’.
De afgetrainde krachtpatser met z’n kenmerkende grote ovale zonnebril, dreadlocks, lederen vestje-broek en z’n kronkelende, sensuele bewegingen aan de microfoon, zuigt ons een twee uur lang in z’n 35 jaar uitgebreide oeuvre.
“Are you gonna go my way” was de ideale geleider van onze wei-Werchter specialist. Hier niet teveel allerhande technisch vernuft als closing act. Hij heeft een sterke en erg goed op elkaar ingespeelde band, de drumster gaat als een animal tekeer , gitaarsolo’s vliegen, hier gepast, om de oren , de diepe bas funkt, en een gevatte blazerssectie en 70s (Hammond) keys doen hun werk.
Retro, rock, soul, funk, blues vinden elkaar moeiteloos bij Lenny, strak, scherp, romantisch, emotievol.
De eerste nummers, “Minister of rock’n’roll’, de huidige single “TK421”, met z’n funkende Prince groove en “I’m a believer” deden ons luchtgitaar spelen. Ze werden uitgediept, maar nergens te ver. Het onderstreepte de kunde en het talent van Lenny en z’n band.
Het publiek werd hoedanook op z’n wenken bediend met een ‘Lenny best of’. Hartkloppingen kreeg je op het Intieme “I belong to you”. “Believe” en “Fear” boeiden door de tempowissels en deden donkere gevoelens wegsmelten . Een warm hart voor iedereen, dat is zijn ‘message to us’, en de liefdeswoordjes waaiden over ons heen op “It ain’t over till it’s over” en “Again”. “Paralyzed”, “Always on the run”, “American woman” (Guess Who cover btw!) en “Fly away” trokken nog eens alle registers open. Er waren zelfs discotunes te bespeuren op de voorstelling van de band en “Human” combineerde dansbare grooves met rock’n’roll. Op die manier sloot een oude rot in het vak dag 1 af.
Waardig ouder wordende bands en artiesten stonden vandaag centraal, wisten van zich af te bijten en ontgoochelden niet. Alsof we terug in de begindagen stonden van Rock Torhout en Rock Werchter. Mooi!
dag 2 – vrijdag 5 juli 2024 - Jeugdige uitbundigheid versus waardige standvastige oudjes
Al snel op deze middag weet Loverman aka James de Graef, respect en erkenning af te dwingen. Muzikaal zat het al snor met z’n debuut ‘Lovesongs’, live brengt hij het solo nog beter. De cluboptredens waren vol lof van z’n performance dito muziek, die het klassieke verbindt met experiment en een theatrale act.
Op de muziek van Jimi’s “Loverman” komt hij tussen de security op het podium , maakt een half veredelde pirouette, zet zich op zijn hobbelpaard, doet wat gepingel op gitaar, piano en blaast enkele verdwaalde tunes. Hij brabbelt, zingt, schreeuwt om zich heen.
Hij zet dan “Call me your loverman” in , het lijkt een soort katharsis. Verder muzikaal akoestisch gitaargetokkel, gedragen door z’n indringende , declamerende diepe baritonstem.
Van “Tinderly” en “Would right in front of your eyes” maakt hij er iets aparts, unieks en schitterends van. Hij is op het podium, hotst heen en weer, staat op de boxen, wisselt pijlsnel van instrument, start voorgeprogrammeerde sounds en is in het publiek, alsof de gekte in zich toeslaat. Het jazzy “Limbo we’ll meet again” huivert en zorgt voor kippenvel door de gitaargeseling.
Hij is een ‘do-it-all’, die een cinematografisch concept biedt in z’n paar nummers. Hij doet het publiek ondergaan. Hij interacteert als een Zappa (hij omschrijft het als ‘audience participation time’) met z’n publiek op het afsluitende “Differences aside” met het refrein “come along for the ride, sing a song tonight” . Het wordt ontrafeld om dan terug in een ietwat vastere songstructuur te worden gegoten. Hij verdwijnt hier overdag in de Barn als een dief in de nacht, huppelend met z’n blaasinstrument. De aanwezigen waren met open mond verbaasd. Dit was totally weirdo, maar wat een inspiratie heeft deze jonge gast. Nog niet veel gezien!
Ook het Britse Yard Act moest niet onderdoen. Zij vallen evenzeer op met hun weirde muziek en act. Zij staan nu al met zeven op het podium, met twee backing vocalistes, danseressen en zijn toe aan hun tweede album. Frontman is James Smith, die ons volledig meesleept in z’n muzikaal verhaal van stekelige, weerbarstige indie, pop, postpunk en punkfunk. Hij heeft nu toevallig dezelfde achternaam als wijlen Mark E Smith van The Fall. Deze band mag je gerust refereren aan Talking Heads en LCD Soundsystem.
Verdomd het zit goed in elkaar en hun wisselend groovy songmateriaal krijgt kleur door hoekige, strakke ritmes, de keys en een verdwaalde jazzy blazer; de danseressen/backing vocalistes en de praatzang en act van Smith doen de rest. Het podium wordt dus ten volle benut door elk groepslid. Het zorgt ervoor dat deze band zich duidelijk onderscheidt.
Onlangs overdonderden ze nog op Les Nuits Bota. Elke song heeft wel een eigen invalshoek door de verrassende wendingen en tempo’s. Al goed in die sfeer kwamen we met “We make hits”. “Dream job” , “The overload” en “100% endurance” zijn prima nummers, die live perfect tot hun recht kwamen.
Totaal uit z’n voegen barst het combo op “The trench coat museum”, op plaat al een sterkhouder, live overladen van verschillende instrumenten, de ritmes, de loops, het knopgefreak, de gekke danspasjes en de weirde zangpartijen.
Yard act deed beroep onze energie, onze verbeelding om in hun muzikaal verhaal te stappen. Een heerlijk genietbare, uitzinnige show!
De vier good looking ladies van het Canadese The Beaches, al een tiental jaar bezig, heeft het voor de wind; een doorbraak in Europa nu met die single “Blame Brett”, de breuk die frontdame Jordan Miller had.
Muzikaal onschuldige, melodieuze gitaarpoprock, ondanks het verhaal, dat intrigeert door de opborrelende, sprankelende ritmes, de positieve energie en de smileys. Een uurtje gelijkklinkende ladies pop dus; o.m. ”Everything is boring” en “Edge of the earth”. We ervaren een aangenaam, leuk, ontspannend sfeertje, het klinkt spontaan, losweg met de glimlach. Het is allemaal wel goed ingestudeerd, gelikt, die muziek, act en de synchrone, zwierige danspasjes.
Niks nieuws eigenlijk, maar bij het jonge (dames) publiek worden ze op handen gedragen.
Ambiance en sfeer hadden we zeker met het Ierse The Rumjacks. Het combo brengt folkpunk in de beste traditie van Dropkick Murphys, Flogging Molly, Whiskey Priests en traditionals The Dubliners en The Pogues. Met deze namen als fijne referentie, sierde het door de verbeten zangpartijen en bijhorende instrumentatie van accordeon, whistle en mandoline. De dansspieren werden geprikkeld en er zat swing in. Het tempo werd hoog gehouden en het klonk plezierig goed. Alle songs zaten een beetje onder diezelfde noemer, de kaart van een feestje werd getrokken!
Gary Cark Jr is een Amerikaans gitaarvirtuoos, die gelinkt wordt aan het werk van Jimi Hendrix. Hij heeft momenteel een goed geoliede band achter zich, met een tweede gitarist, keys en backing vocals. Er werden hier enkele fenomenale, schitterende gitaarsoli getoverd van de beide gitaristen in hun opbouwende, broeierige, snedige nummers. De kenmerkende soulfulle, bluesy, psychedelische gitaarrock’n’roll mag op de recentste plaat, ‘JPEG RAW’ wat lauwtjes aandoen, live zat er dynamiek, levendigheid in en voelden we de juiste drive, o.m. op opener “Maktub”, oudje “Bright lights” en het afsluitende “Habits”. Die aanwezige gitaarerupties waren meer dan voldoende om ons te overtuigen van een weldegelijke set.
Een onuitputtelijke sfeermaker is Glints, het alter-ego van de Antwerpse Jan Maarschalk. Een glimp zagen we van deze zanger/rapper, die een rits artiesten had uitgenodigd (Blu Samu, Yung Yello) onder het credo Glintsal. Hij is erg populair, een volle Klub ging ervoor. Hoogtepunt was er met Daan, die de gitaar omgorde (om er af en toe een noot uit slaan) op “Not a housewife” , die Glints voor de gelegenheid had herwerkt in een hardere knallende versie. Het weerhield de rapper niet met z’n arm heen en weer te zwaaien, die in het gips zat na een val van het paard toen hij een promospot opnam voor z’n set op Werchter. Euforie troef dus!
De Brit Tom Odell kennen we natuurlijk van die instant klassieker “Another love”, intussen al tien jaar oud en in het hart gedragen tijdens de Warmste Week van StuBru . Hoedanook blijft dit het muzikaal uitgangsbord van deze sing/sonwriter, die zich heeft ontpopt als een groots pianovirtuoos in de beste traditie van Elton John . Hij heeft een heuse band rond zich, die zijn pianonummers dragen, met blazers, viool, steelpedal en backing vocals.
Uiterst genietbaar klinkt het op de Mainstage. Het volk geniet en er zijn de rustig keuvelende babbels op die dromerige , aanzwellende, licht opzwepende pianopop. “Best day of my life” en “Fighting fire with fire” wisten zich naast z’n onmiskenbare hitsingle en Elton Johns “Your song” te onderscheiden, net voldoende om ‘goed’ te zijn.
De maatschappijkritiek is en blijft verweven in de indie van de Brit Declan McKenna. Hij is toe aan z’n derde plaat en brengt er wat meer luchtigheid in. Ook live had dit z’n weerslag waardoor het dromerige op plaat én het niet altijd even toegankelijke materiaal een stevige punch kreeg door de tempowissels, de gitaarsoli en de keys. Swingende indiepoprock, waarbij Mckenna z’n publiek bij de leest houdt, entertaint en hen weet op te zwepen. Eerst moest het nog wat op dreef komen met “The key to life on earth”, “Nothing works” om dan op “Isombard”, “British bombs en “Brazil” te ontploffen. Met jasje en bril af, huppelend op het podium, werd die groeiende extraverte aanpak ferm gewaardeerd wat Mckenna en Co deugd deed.
Terecht mocht dEUS, nationaal muzikaal erfgoed, terug aantreden op Werchter zelf. Sinds vorig jaar zijn zij ‘back in the race’ met een nieuwe plaat ‘How to replace it’, tien jaar na vorig werk. En in eigen land zijn ze na 35 jaar verre van godvergeten. Nee , een volle Barn genoot van een fris, spannend, meeslepend, opwindend concert, rauw en lieflijk. Gepassioneerd, scherp en gretig gaan ze te werk. Vier op een rij , de drums iets achter, Barman als rode draad, laat dEUS de muziek voor zich spreken met een puike ‘best of festival set’, die pure klasse ademde.
Strak, stekelig klonk het met de openers “How to replace it”, “4 mains” en “The architect”, onder die grauwe (zeg)zang van Barman, die in de zangpartij door de anderen werd aangevuld. De sfeervolle “Instant street” en “Little arithmetics” zijn niet vies van enkele uppercuts en klinken live weerbarstiger in de outtro. Een goed geoliede machine dus, door de diep grommende bas, de intense, zwierige vioolpartijen, de zwevende elektronica, de snerpende bleeps, de bezwerende, snedige, scherpe gitaarriffs, zeker van Mauro en de ritmisch opzwepende drums.
Het publiek werd bij de kraag gehouden tot het eind, dEUS piekte hoog met songs als “Fell of the floor man”, “Sun ra”, “Bad timing” en de steeds weerkerende afsluiter “Suds & soda”, met de nodige singalongs. Nog niet op pensioen, zoveel is zeker!
Het Londense Archive, ook al zo’n dertig jaar bezig, heeft zich genesteld in Parijs en wordt door onze Franstalige vrienden op handen gedragen. Zij hebben een unieke mix van elektronica en gitaren, waarin wave, krautrock, trippop zich weten te kronkelen. De nummers zijn apocalyptisch, cinematografisch, beeldrijk, hebben een repeterende ritmiek, bouwen crescendo-gewijs op, zijn omgeven van distortion, exploderen met salvo’s elektronica en gitaarvertier, hebben iets donkers, mysterieus, huiverends, mystiek en pendelen tussen zalige rust en jagende onrust, ergens tussen Pink Floyd en Massive Attack in.
De wisselende zangpartijen, man-vrouw-gewijs als de samenzang, eist ook z’n plaatsje in die opbouwende, dynamisch pompende sound. “Lights”, “Fuck U”, ”The skies collapsing onto us”, “Again” en “Bullets” , check gerust die nummers! Live iets unieks en verdiend staan ze volgend jaar in de spotlights met twee opeenvolgende concerten in Brussel.
Het Schotse Snow Patrol van Gary Lightbody is en blijft de vriendelijkheid zelve. De band is hier groot geworden en vieren volgend jaar hun twintigjarig bestaan, eentje die wel niet zonder slag of stoot was. De eerste tien jaar wisten zij de hits aan elkaar te rijgen met hun melodramatische, betoverende ‘feelgood’ poprock, mooi omfloerst van keys en pianoloops.
Ondanks de return in 2018 moeten zij het nog steeds hebben van die classics. We voelden het ook zo aan in de volle Barn, wat de amicale, praatlustige frontman zeker goed wist te onderschrijven. Af en toe liet hij met z’n band iets recenter horen o.m. uit het onlangs verschenen ‘The forest is the path’, met “The beginning” en “All” die moesten optornen tegen de kwalitatief sterke en subtiele, fijnzinnige poprock van “You’re all I have”, “Take back the city”, “Crack the shutters”, “Run” en verder “Shut your eyes”, “Chasing cars” en “Just say yes”.
Snow Patrol speelde een hartverwarmende ‘best of 10 years’ (ipv 20Y). Benieuwd hoe het verder zal gaan en dat besefte Lightbody maar al te goed …
Het gaat hard met de carrière van het Italiaanse Maneskin. In vier jaar tijd, sinds ze het Eurovisiesongfestival wonnen, zijn zij het muzikale exportproduct van jeugdige uitbundigheid en spreken zij een nieuwe generatie aan. Net kregen we het bericht dat hun 80s icoon Pino d’Angio kwam te overlijden (remember ”Ma quale idea”).
Snoeiharde gitaarmuziek, omschreven als schurend heet en lekker vuil. Alle vier staan ze in de spotlights, voorop zanger Damiano David (lookalike Perry Farrell) en bassiste Victoria de Angelis, met haar verleidelijke blik en ‘x-jes’ op de borsten.
Ze kunnen spelen op hun instrumenten, zondermeer, er is heel wat dynamiek op het podium met het heen en weer hotsen en de gitaar-drumsalvo’s. Anderhalf uur lang is er geen sprake van standvastige rustigheid, nee, duracell konijnen zijn het, die geen minuut stilstaan …
Hoofdpodium of niet, ze zijn één met hun publiek, hun fans en nodigen hen uit mee te feesten op het podium, o.m. op het afsluitende “Kool kids”!
Een set vol toegankelijk materiaal, hitwerk met een meezinggehalte, van “Zitti e buoni” (winnaarsnummer), de recente single “Honey are U coming”, de cover “Beggin’”, “I wanna be your slave”, “Mammamia” en “Blalblabla”. Een festivalband bij uitstek in deze ‘20ies’ , die zich niet au te serieux neemt …
Jeugdige uitbundigheid meette zich vandaag met waardige standvastige oudjes. Mooi om deze te verweven in elkaar!
dag 3 –zaterdag 6 juli 2024 – Hey, Ladies, de dames ten top!
Onze twee Kempenaars Thibault en Pieter hebben goed nagedacht over hun set op Rock Werchter. Equal Idiots speelde een festivalset waarbij enkele nieuwtjes van de binnenkort te verschijnen titelloze derde plaat te horen waren. De twee rockten, rammelden, geselden hun gitaar en drums in de beste traditie van Black Box Revelation en White Stripes. Ze trekken de kaart van energiek, opwindend, wat zeker belangrijk is als opener op de Mainstage. “I am the light” en “Barcode” lieten ze los als kennismaking van het nieuwe. Wat volgde was herkenning met singles “16” en “What you gonna say”. De twee speelden rechttoe-rechtaan, zonder al te veel blabla. Een goed contact met het publiek injecteerde hen om te dansen vooraan. Ervoor gaan was de opdracht, en die was geslaagd. Na “Shoot” mochten de zwierige “Adolescence blues” en “Put my head in the ground” het rockfeestje besluiten.
Het Australische The Southern River Band zit ergens tussen ACDC, The Darkness en Black Crowes in. Hun naam hebben ze niet gestolen, een broeierige 70s rootsrockende, hardrockende sound hoorden we van dit amicale collectief die gezwind hun set speelde.
Ladies pop is in , eerder deden The Beaches de hartjes al sneller slaan, even zeemzoeterig kwam het Britse The Last Dinner Party voor de dag, die in een mum van tijd grote zalen weet te trekken. Het kwintet van dames, met een drummer on the background, zwiert zich door de set heen. De band brengt dromerige, aanstekelijke pop , met een theatraal, bombast, barok, orkestraal kantje.
Ergens roept het Abba, Miranda sex garden en Florence op. Een paar van de jonge dames zijn dan ook in die glam en glitter gekleed. Zangeres Abigail Morris floreert als een elfje, een vlinder of een nachtegaal zonder vleugels rond de band heen en weet het publiek in de volle Barn te charmeren. De songs zijn wat stroperig door de synthpoppy grooves en zangpartijen, maar op “Burn alive” en de afsluitende tracks “My lady of mercy” en de single “Nothing matters”, hun credo bij uitstek, overtuigden door de verrassende wendingen en de krachtig wordende aanpak. Ook de cover “Wicked game” van Chris Isaak brachten de dames op sobere elegante wijze. Dat ze gehypet worden is misschien wat overdreven, maar dat ze een positive vibe , energie realiseren en de temperatuur doen stijgen, kunnen we begrijpen …
Een interessant undergroundbandje, die ook in ons landje ferm gerespecteerd wordt, is Deadletter, die al succesvol werden onthaald in onze clubs. Deadletter, uit Londen , kweekt in het nest van Yard Act en we horen hier even aangename referenties naar de punk van CRASS, The Fall (opnieuw) en LCD Soundsystem. Ook hier horen we een verdwaalde sax in die melodieus dwarse en ritmisch groovende indiepunkrock. “Credit to treason”, “Fit for work”, “Mere mortal”, “It flies” en “Zeitgeist” zijn alvast splinterbommetjes die de dansspieren prikkelden en ons deden heupwiegen.
The Kooks op hun beurt gaan Snow Patrol achterna in die zin dat ze het moeten hebben van hun classics vóór 2010. Hun Britpop popt en rockt gemoedelijk melodieus en is aangenaam op de festivals op een zaterdagnamiddag. We houden nog steeds van die band met een “Ooh la”, “She moves in her own way”, “Seaside” en verderop “Do you wanna”, “Matchbox”, “Hammy, junk of the heart” en “Naïve”, die het spannend houden en het publiek doen meezingen en in beweging krijgt. Tussenin verslapte het toch wel door het minder degelijk songmateriaal, wat maakte dat de definitieve aansluiting uitblijft. Op zich goed, maar ook niet meer dan dat …
Door omstandigheid moesten we hier persoonlijk de muzikale draad loslaten en houden we volgende bands in memory: de psycherock van Psychedelic porn crumpets, de perfecte rock van Nothing But Thieves de donkere elektronicagrooves van The Blaze en de wegdromende beachsound van het Texaanse Khruangbin .
Toch nog even deze in de opvolging
- De killing moves en punkrock van Bob Vylan (zie hun verslag op Jera On Air de week voordien Jera On Air 2024 – 30 ste editie - Een parel van een jubileumeditie (musiczine.net) )
- De grooves van de tripdisco van Roisin Murphy die net als in de AB, Brussel een fijne set speelde en haar muzikale kronkels in een heupwieg en danspas samenspande. Lees gerust
Roisín Murphy – Magie en talent ineen van een ware legende (musiczine.net)
- Leuk meegenomen was Davis Smith (DJ) in de Aperol Spritz bar, één van de meer intieme locaties op het festivalterrein. Het was een verfrissende afwisseling van de grote, drukke podia en zorgde voor een meer persoonlijke en directe muziekervaring. Een perfecte setting voor een vooravond aperitiefmuziek. De comfortabele zitplaatsen, de verfrissende drankjes en het vriendelijke personeel droegen allemaal bij tot de aangename ervaring.
Davis Smith bracht een set die dus mooi aansloot bij de relaxte sfeer van deze bar. Zijn muzikale stijl, een mix van dromerige house met herkenbare lyrics, paste uitstekend bij de zonnige, zorgeloze ambiance van de bar.
Al met al was het akoestische optreden van Davis Smith goed, verrassend, intiem, uiterst genietbaar en hoogstaand.
- Avril Lavigne kon ons maar matig bekoren, zonder al te veel verrassingen. Het pop-punk icoon bracht een mix van haar grootste hits en nieuwere nummers. Een nostalgische sfeer overheerste. Er viel energie, enthousiasme te noteren in klassiekers als "Complicated" en "Sk8er Boi". Deze songs hebben nog steeds een sterke impact, zo te horen!
Lavigne's stem klonk sterk en haar band speelde strak, hoewel er dus zwakkere momenten waren. Het publiek genoot van het ouder materiaal, terwijl de nieuwere nummers lauw en minder werden onthaald. Ondanks het solide karakter, zorgde het voor een onevenwichtige set.
Een hoogtepunt was haar uitvoering van "I'm with You", de emotie was duidelijk voelbaar en het publiek zong luidkeels mee.
Avril Lavigne probeert nog aan te tonen dat ze een krachtige performster is die een groot publiek kan boeien. Aangename nostalgische show, maar niet meer dan dat …
- Dua Lipa betrad het podium in een indrukwekkende mix van energie, stijl en charisma. De setlist was een zorgvuldig samengestelde reis doorheen haar discografie, met hoogtepunten uit albums ‘Dua Lipa’ en ‘Future Nostalgia’, en enkele nieuwe nummers.
Het concert begon knallend met haar nieuwste hit ‘Training Season” waarbij de opzwepende beats en Lipa's krachtige vocalen het publiek meteen in beweging brachten. Verder impressionant "One kiss" en "Break my Heart", de dansbare ritmes toverden de festivalweide om tot een gigantische dansvloer en alles werd meegezongen.
Dua Lipa straalde zelfvertrouwen uit op het podium. Haar choreografie was strak en dynamisch, ze bewoog zich moeiteloos tussen de dansers en de bandleden. Haar outfit, een mix van futuristische en retro-elementen, pasten perfect op de visuele esthetiek van de show.
Tijdens het concert nam ze zelfs de tijd om met het publiek te praten, wat een persoonlijk tintje aan de show gaf. Ze bedankte iedereen voor de support en hun enthousiasme; ze deelde haar vreugde om te kunnen spelen op één van de grootste festivals van Europa. Door deze interacties kwam de performance ook hartverwarmend.
De visuele productie van het concert was verbluffend, een combinatie van een kleurrijke lichtshow, indrukwekkende projecties en een perfect afgestemde geluidsmix. Wat een visueel spektakel.
De geluidskwaliteit was uitstekend, met een helderheid en kracht die recht deden aan de complexiteit van Lipa's muziek. Haar stem klonk live even sterk en veelzijdig als op de opnames; de band zorgde voor een rijke muzikale basis die de nummers naar een hoger niveau tilde.
De ene grote hit na de andere in 90 minuten spektakel. Het eindigde met “Physical, Don’t Start Now” om tot slot weg te toveren met “Houdini”.
Dua Lipa's optreden was er eentje van triomf van popmuziek en performancekunst. Ze wist het publiek te boeien van begin tot eind, met een show die even visueel betoverend als muzikaal indrukwekkend was. Haar mix van hitgevoelige nummers, strakke choreografie en oprechte interactie met het publiek maakte het een onvergetelijke ervaring.
Of je nu een doorgewinterde fan bent of iemand die haar muziek voor het eerst ontdekte, Dua Lipa bewees dat ze een van de toonaangevende artiesten van haar generatie is. Haar concert hier is in ons geheugen gegrift!
(dank aan Michaël Bultinck)
De dames namen hier het voortouw, de hartjes zagen we langs alle kanten, ze bonkten met het spektakel van Dua Lipa als absoluut hoogtepunt! Ladies ten top.
dag 4 – zondag 7 juli 2024 – Rock’n’roll will never die - Foo Fighters zorgt voor wat Rock Werchter staat, ‘ROCKEN’!
Bluai was één van de vroegere winnaars van de Humo’s Rock Rally. Hun ‘Girl powerrr’ klinkt iets te weinig powerful om als opener het publiek te overdonderen. Ze grijpen terug naar de 90s indiepoprock en ze zagen hier waarschijnlijk één van hun favorieten, The Breeders, verder maken ze een link naar Big Thief (Adrienne Lenker), Courtney Barnett en Wet Leg. Melodieus smaakvolle, dromerige, rammelende gitaarpop, beetje onstuimig, nergens uit de bocht , maar die voldoende weet te raken. “Not the one”, “Dime store”, “My kinda woman” en “In over my head” zijn pareltjes van Catherine Smet en C°, goed ontvangen , maar nog beter in de Klub. Wel talentrijke band.
Brutus was andere koek en staat hier wel verdienstelijk op de Mainstage in deze beginuren. Een eigen geluid, tussen rock en postmetal in, fris, fel gedreven en toch melodieus meeslepend, emotievol. Het trio is sterk op elkaar ingespeeld en het blijft bewonderenswaardig en straf hoe Stefanie intense, bonkende drums en indringende, heldere vocals en schreeuwzang weet te combineren.
De sublieme opener “War” gaf meteen het visitekaartje van de band af. Bruusk, bruut gitaargeweld met enkele rustpunten. Een soundtrackgevoel van een ‘end of the world gevoel’ borrelt op, een beetje op z’n Vikings of Furiosa. Ze pakten tot slot uit met een sterk gebalde “Brave” en “Sugar dragon”. Topband toch?!
Los, ontspannend, relaxt ging het er aan toe bij de zusjes Kim en Kelley Deal van The Breeders. Al de livesets waren op die manier in het verleden, aangenaam rommelig, nu was dat niet anders met hun melodieus dromerige, sfeervolle grungepop, maar de opeenvolging was nu wel vlotter.
‘Last splash’, 30 jaar oud intussen, kon in de spotlight worden geplaatst, de hoes en het artwork, rood-groen, werd groots geprojecteerd achter hen.
Ook zij stonden beter in de Klub, gezien de vaart, de swung in hun materiaal er niet echt inzat. Alles wordt leuk gehouden, met de glimlach, ‘el sympathico dus’, middenin met het tussendoortje “Drivin’ on 9”. Enkele sterkhouders vielen te noteren als “Invisible man”, “Safari”, “No aloha” en singles “Divine hammer”, “Cannonball”, die het gaspedaal durfden in te drukken. Mooi was nog dat Kim’s instant klassieker “Gigantic” van The Pixies werd bovengehaald, minder scherp als vocaal hoog, maar steeds eentje die weet te raken. Plezierig goed, die Breeders …
Het Amerikaanse Scowl rond zangeres Kat Moss zong en schreeuwde er op los als een Rolo Tomassi. We kregen een opwindend, bedreven, fel noisy, punky setje, die op zich niets nieuws bracht qua stijl. Wel jeugdige bedrijvigheid, leuk om aan het werk te zien …
Met die punky style waren we al redelijk opgewarmd voor de Britse sensatie Idles uit Bristol rond Joe Talbot. Het combo, met zes op het podium, hield het publiek en zichzelf onder stoom. Wat wil je met zo’n band en zo’n bonk van een zanger, die je rauw zou oppeuzelen. Maar het zijn ruwe bolsters met een blanke pit, muzikale gekte met een boodschap (over de oorlogen, de statements over immigranten, de assholes die beslissingen nemen over andermans lichaam, enz). Ze willen ons wakker schudden, doen nadenken over wat er gebeurt in deze maatschappij en ons oproepen tot positiviteit en samenhorigheid.
Vijf albums in zeven jaar tijd (de laatste ‘Tangk’ iets minder overweldigend) en elk jaar wel ergens te zien, doe het hen maar na …
Deze postpunkers mogen dan geschift overkomen en klinken , het klinkt goed , het intrigeert, het triggert, het zweept op, het ontploft en zorgt voor opwinding, een mainstage waardig.
Een soort ongecontroleerde orde in de chaos. Losgeslagen buffels. Talbot zingt, roept en schreeuwt om zich heen; de instrumenten staan een uur lang onder spanning en worden gegeseld. De songstructuur wordt ontrafeld om dan terug z’n melodie te zoeken. De tempowissels en explosieve noisy uithalen volgden elkaar op en de moshpits groeiden.
“Colossus”, “Mr motivator” “Car crash” zijn mokerslagen van nummers. “Mother” is een voorbeeld van schreeuwtherapie. “Dancer”, “Danny Nedelko” klinken intens, messcherp, snedig, stevig, hard, onsamenhangend samenhangend. Af en toe is er een sfeervollere benadering en krijgt de elektronica doorgang als op een “Poppoppop”. De verdwaalde blazer is een meerwaarde en geeft kleur. Mariah Careys “Xmas song” werd door de mangel gehaald, de gitarist was met een cimbaal en route en letterlijk wordt er “Rottweiler”(s) gewijs verscheurend besloten.
Idles was geniaal gek, overdonderend! Een no rules mentality. Absoluut hoogtepunt.
Na zo’n stomend concertje was het beduidend rustiger aan de Slope met Soccer Mommy van Sophia Regina Allison. Ze speelden dromerige indiepop en haalden soms fors uit met de pedaaleffects richting shoegaze. Soccer Mommy is zo’n bandje die in één van de kleinere zaaltjes van de Bota goed tot z’n recht zou komen …
Met Pretenders ervaarden we een live gevoel van in de 80ies met Rock Torhout en Rock Werchter, één podium , één rockband, wat keuvelen en dan de volgende band of artiest aan het werk zien.
De pretentieloze rock van de Pretenders rond icoon Chrissie Hynde, de 70 voorbij, hot in de 80ies, zijn ‘back on the chain’ sinds een achttal jaar met albums ‘Alone’, ‘Hate for sale’ en ‘Relentless’, die vorig jaar uitkwam. Ze waren intussen al eens opnieuw te zien op Werchter. Ook nu krijgen we hier melodieus goed in het gehoor liggende pop/rock’n’roll, pur sang , zonder al te veel franjes. Het spelplezier droop er vanaf bij het kwartet en vocaal is Chrissie nog steeds goed bij stem.
Hoewel het recenter materiaal ‘an sich’ goed klinkt, zijn het hier toch de oudjes die ‘t em doen en voor herkenbaarheid zorgen, “Message of love”, “Back on the chain gang”, plakker “I’ll stand by you” en “Middle of the road”. Haar muzikanten kregen voldoende ademruimte in de soli. “Mystery achievement” was een puike afsluiter van een even puike band rond deze rock’n’roll queen …
Michael Kiwanuka, een Brit met Oegandese roots, heeft een pak muzikanten mee en tekent voor de ideale ‘midsummer evening music’ bij ondergaande zon aan zee … Eén nadeel, hij stond in een nokvolle Barn. Nu dit links gelaten, wist z’n retrosoulpop ons opnieuw te triggeren en te ontroeren; zijn gitaarspel, zijn indringende, warme stem, de breder instrumentatie en de backing vocals gaven kleur en diepte. Een betoverend optreden kreeg je en in de sound borrelt ergens grote namen op als Marvin Gaye, Otis Redding, Bill Withers, Stevie Wonder en Jimi Hendrix.
Een goed uur werden we meegezogen in die lounge, bezwerend , meeslepend als energiek. “Hard to say goodbye”, “You ain’t the problem“ en “Rolling” waren binnenkomers in dit genre, net drie van z’n laatste derde ‘Kiwanuka’.
Een evenwicht van een dromerige, kabbelende, hitsige en dynamische aanpak hadden we met “Black man in a white world” en “Hero”. Al de nummers werden gevat gespeeld, zonder al te veel outtro en uitgesponnenheid. Solo nam hij ons in met “Home again” en op piano met “Solid ground”. De afsluitende “Cold little heart” en “Love & hate” boden wat meer muzikale ademruimte.
Het wordt stilaan uitkijken naar enkele nieuwe songs, “Floating parade” was er zo eentje vol soulpop.
Kiwanuka heeft z’n publiek , hij houdt van hen en zij van hem. Een hartverwarmende klik.
Het Londense kwintet High Vis gaat er intens stevig tegen aan en door een maatschappijkritische bril krijgen we een rits hardcore punk nummers, waarbij de nodige ‘fxx’ ons om de oren worden geslingerd en gespuwd.
Met een gebalde vuist crossten en loodsten ze ons doorheen een “Walking wires”, “Fever dream”, “The bastard inside” en “Choose to lose”, onder spanning door die fel verbeten vocals van frontman Graham Sayle. High Vis kon in volle glorie de Slope afsluiten; op hun wijze hadden ze die muzikaal gesloopt …
Natuurlijk was iedereen op post om Foo Fighters te kunnen zien, de eerst aangekondigde headliner; Bijna twee en een halfuur kregen we onversneden rock te horen van een band die ook al zo’n dertig bezig is.
Het zijn graag geziene gasten, Dave Grohl en C°, die nooit ontgoochelen en zich één maken met hun publiek. Het verlies van drummer Taylor Hawkins is echt goed opgevangen met Josh Freeze van NIN. Ook hij mept er als een wild animal op los, om de songs te doen knallen.
Grohl , één van de overlevenden uit de grunge, heeft met Foo Fighters al een pak albums uit en moet het nu meer hebben van goed singlemateriaal; recent verscheen ‘But here we are’. Zij maken met de oudjes de set.
Het zijn Beren, net als Pearl Jam, om geconcentreerd, intens, hard tekeer te gaan. Een juke box van het (meer) stevige FF materiaal, die steeds werd opgebouwd naar een climax toe. Met zes op het podium staan ze, en met keys als toegevoegde waarde.
Grohl is de maestro, de dirigent, hij rockt, zingt, schreeuwt de longen uit zijn lijf, dweept de massa op en tekent dus voor de gedroomde rock’n’roll avond en show die Werchter en zijn publiek maar al te graag wenst! En die een dikke vette streep kan trekken onder zo’n geslaagde vierdaagse.
Ze leggen er de pees op met strakke nummers “All my life”, “No son of mine” , “The pretender”, “Times like these” en “Generator”. Grohl is overal te vinden, links, rechts, midden het podium of bij z’n publiek. Heerlijk zoiets, een band vol overgave met onweerstaanbare, bruisende rocksongs, die het enthousiasme aanwakkeren.
Een solootje van de verschillende leden namen we er bij, want ze verweefden het met enkele classics als “Stairway to heaven, Sabotage en Blitzkrieg pop”.
Een muzikale marathon , lofbetuigingen ten over … “My hero”, sober ingezet, bouwt broeierig op en explodeert crescendo-gewijs. Net als “Learn to fly” of “These days”. Nieuwtje was hier “Nothing at all”.
Een verschroeiend tempo kregen we dan op “This is a call”, “Monkey wrench” en “Best of you” (dedicated to Royal Blood, omdat ze de best muzikaal ruikende rock’n’roll band zijn). Een droomvogel, de vleugels wijd gespreid zagen we op “Aurora”, opgedragen aan Taylor; het bracht die andere emotie los, net als op het mooi uitgediepte, uitgesponnen “The teacher”, eentje voor Dave’s mama. En tot slot, enthousiasmerend met tonnen positieve energie “Everlong”, die definitief deze EU tour en ons als Werchterpubliek uitwuifde.
Een betere respectvolle afsluiter kon Werchter zich niet indenken op deze vierdaagse met de Foo Fighters. Sprakeloos waren we van zo’n moordende set. Fantastisch, schitterend. Rock zondermeer!
Tot volgend jaar!
Organisatie: Live Nation - Rock Werchter