logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Sam De Rijcke

Sam De Rijcke

donderdag 05 april 2018 02:00

Both Sides Of The Sky

Om te beginnen willen we dit even duidelijk stellen : Jimi Hendrix is de Eddy Merckx van de elektrische gitaar. Geen mens de er aan twijfelt dat hij de grootste aller tijden was en er zal nooit een betere opstaan.
Maar wij fronsen toch altijd een beetje de wenkbrauwen als men komt opzetten met alweer een ‘nieuw’ Jimi Hendrix album. Je mag niet vergeten dat Hendrix in zijn korte leven amper drie platen heeft uitgebracht. Met alle postume releases kan je ondertussen wel al een hele platenwinkel vullen, liefst in een ruimte met uitbreidingsmogelijkheden.
Een mens mag dus terecht vrezen dat er 48 jaar na de dood van Hendrix enkel maar wat kruimels zouden overblijven. Maar dat is buiten Eddie Kramer gerekend. De geluidstechnicus heeft destijds uren, dagen, nachten, maanden met Jimi in de studio gesleten en hij weet perfect in welke schuif welke opname ligt. Jimi Hendrix blijkt nu eenmaal een artiest te zijn geweest die quasi alles opnam wat hij deed, enkel toen hij moest kakken werd de bandopnemer even afgezet.
Dus, releasen die handel, dacht Eddie Kramer dan maar, iemand zal er wel beter van worden.
Naar ons weten heeft Hendrix nergens nog directe erfgenamen rondlopen, Kramer zal hier dus ongetwijfeld zelf wel een aardige stuiver aan overhouden.

O
ok onze platenkast puilt uit van de postume releases, maar we vragen ons nu toch stilaan af of de schatkist ondertussen nog niet tot op de bodem is leeggeroofd. Op ‘Both Sides Of The Sky’ is het gitaargenie Hendrix immers nog maar eens in volle glorie te bewonderen, maar een pak van dat met veel poeha aangekondigde ‘nieuwe’ materiaal hebben we toch al wel eens eerder gehoord.
Wat ben je eigenlijk met de 37 ste versie van “Hear My Train Coming” ?, natuurlijk een fantastische song, maar de versie op ‘Both Sides Of The Sky’ voegt bitter weinig toe aan al deze die er zijn aan voorafgegaan. “Power Of Soul” is ook weer typisch zo’n take die weinig verschilt van alle andere uitvoeringen. Vertrouwde songs als “Lover Man”, “Steppin’ Stone” en de Muddy Waters cover “Mannish Boy” krijgen hier versnelde interpretaties mee, best wel leuk, maar echt onmisbaar zouden we die niet noemen.
Toch valt hier heus wel wat te rapen, zelfs voor de doorwinterde Hendrix fan die dacht dat ie alles al in huis had. Jimi had immers wel eens bezoek in de studio en de passanten mochten geregeld een potje komen mee jammen, en natuurlijk mocht alles op tape. Stephen Stills zingt aardig en speelt een fijn staaltje hammond orgel op zowel “$20 Fine” als op Joni Mitchell’s “Woodstock”, waarop Jimi trouwens de basgitaar beroert. Johnny Winter komt zijn gitaartrukendoos bovenhalen op “Things I Used To Do”, een straffe bluestrack en één van de redenen waarom je moet overgaan tot het aanschaffen van dit album. Met “Georgia Blues” komt er nog zo’n knappe trage blues aan met de bekoorlijke soulvolle vocals van Lonnie Youngblood.

Verder is het uiteraard alom smullen van Jimi’s gitaarvernuft. Een hoogtepunt is “Send My Love To Linda” dat heel breekbaar en fluisterend begint om dan halverwege over te gaan in een soort Blue Cheer jam. Afsluiter “Cherokee Mist” is ook absoluut de moeite, Jimi trekt hier met een vliegend tapijt naar het Oosten en laat zijn gitaar heerlijk psychedelisch uitfreaken. Deze was al eens eerder op plaat gezet, wij vinden hem terug in onze vierdelige box ‘The Jimi Hendrix Experience’ uit 2009, maar die versie had duidelijk minder tijd in de papavervelden doorgebracht.
Een pluspunt is dat al deze opnames van onberispelijke studiokwaliteit zijn, een pluim die we ook weer mogen steken op Eddie Kramer’s hoed. Iets heel anders bijvoorbeeld dan al die krakkemikkige en halfslachtige opnames die we kennen van generatiegenoten The Stooges of The Velvet Underground. Uiteraard ook steengoede muziek, maar het leek soms wel of al die tracks met een aftands cassetterecordertje waren opgenomen in de kelder van het plaatselijke wassalon.
Natuurlijk zullen de fans deze ‘Both Sides Of The Sky’ aanschaffen, hun collectie zou wel eens onvolledig kunnen zijn. Maar aan zij die Jimi Hendrix nog moeten ontdekken en niet echt weten waar te beginnen zouden wij de simpele raad geven : koop gewoon de drie studio albums waar Hendrix zelf in levende lijve bij betrokken was (‘Are You Experienced’, ‘Axis : Bold As Love’ en ‘Electric Ladyland’) en stort u nadien desgewenst op al dat formidabele live materiaal.

Voor de fans, Kramer laat weten dat het nog niet gedaan is. Het studio materiaal is zo goed als op, maar er zou nog een hele hoop live shit klaar liggen.

donderdag 05 april 2018 02:00

Nihilistic Glamour Shots

Beetje vreemd, dit moet doorgaan voor het zogenaamde debuutalbum van Cabbage, maar de band heeft in de afgelopen drie jaar el een pak EP’s en singles uitgebracht met in totaal zo een slordige 30 songs, dat zijn zowat drie albums als je ’t ons vraagt. Al die tracks maakten trouwens duidelijk dat Cabbage niet zomaar in één hokje is onder te brengen, dit is een bandje die er deugd in vindt om de mensen herhaaldelijk op een verkeerd been te zetten.
Cabbage brengt hun eigenwijze rock met rebelse trekjes en een typische zweem van Britse arrogantie, het presenteert zich als een dwarse kroegentocht doorheen de afgelegen steegjes van de meest eigenzinnige Britse pop, punk en postrock. Cabbage ontgint er grond waar een hoop bekende en minder bekende goden hen zijn voor geweest zoals The Fall, Arctic Monkeys, Virgin Prunes, Black Grape, Fat White Family, Future Of The Left en Idles.
Met het begin van “Preach To The Converted” zou je denken dat de nieuwe Ho99o9 of Death Grips is aangekomen, maar dan helt de song over naar wilde en tegendraadse rock met weerhaken.
We herkennen de humor en spitsvondigheid van het ons zeer genegen Future Of The Left in prikkelende songs als “Obligatory Castration” en “Molotov Alcopop”. “Postmodernist Caligula” is een dol punkertje waar The Buzzcocks in rondhangen en “Celebration Of A Disease” is dan weer je reinste garage-rock met een gestoord sixties orgeltje in de gelederen. “Subhuman 2-0” is een semi akoestische afsluiter waarmee Cabbage er uit gaat met flair in nonchalante Doherty stijl.
Elke track op dit album heeft zo zijn sterktes, er staan geen vullertjes op dit album.
Er valt dus heel wat te ontdekken op deze ‘Nihilistic Glamour Shots’, een rijk en gediversifieerd album met geregeld een hoek af.

zondag 08 april 2018 02:00

Suuns - Geleidelijk onder narcose


Het Canadese Suuns heeft met het nieuwe album ‘Felt’ niet voor de makkelijke weg gekozen. De plaat klinkt donkerder, vreemder en nog meer experimenteel dan zijn voorgangers, en dat waren ook al geen wandelingetjes in het park.

Maar wat Suuns met al dat bevreemdende materiaal live aanvangt , is wel zeer indrukwekkend. Hun eigengereide mengelmoes van indie-rock, kraut-rock en ondergedompelde techno komt op een live podium bijzonder goed tot zijn recht. Dit is een band die de kunst van het inhouden prachtig beheerst. Een beetje treiterend neigen ze om hun songs naar een climax te brengen, maar onderweg houden ze dan steeds bewust het gaspedaal in. Dit kat- en muisspel blijkt nu net de sterkte te zijn van deze band, en live al zeker. Het ontploft nooit, maar blijft altijd danig smeulen en nazinderen. In hun voortdurende drang naar een spanningsboog laten ze knarsende indie-gitaren hand in hand gaan met bedwelmende beats en elektronica, en ondertussen roffelt een schitterende drummer de eindjes aan elkaar.
Suuns flirt met Suicide en Neu! die samen met Pink Floyd naar de techno club gaan. Ze versmelten het in een geheel eigen sound die, hoe dwars die ook klinkt, het publiek een klein anderhalf uur weet mee te zuigen. Het nieuwe “Watch You Watch Me” is zo een songs die een mens volledig in de zone brengt, het slorpt je op en drijft je mee naar een dansvloer die in de trance-modus staat. Ook “X-ALT” en het minimalistische “Peace and Love”, nog twee hoogvliegers van die nieuwe plaat, hebben zo een verslavende werking.
Suuns zoekt ook geregeld de extremen op, na een portie lome beats kunnen ze zich plots in een schurend noise-tapijt gaan wentelen, zoals in het jachtige “Daydream”. “Translate” drijft dan weer op tintelende gitaartjes en claustrofobische vocals en wordt steeds psychotischer naar het einde toe. Iets wat je ook kan zeggen van “2020” dat ondertussen is uitgegroeid tot dé Suuns klassieker, de perfecte symbiose tussen verslavende beats en prikkelende gitaartjes.

Zo is dit Suuns concert in die zalige Orangerie een buitengewone ervaring. Wat op plaat misschien een beetje te kunstzinnig en te vergezocht lijkt groeit live uit tot een gepassioneerde totaalbeleving. Een boeiende interactie tussen elekronica, beats en gitaren die een publiek geleidelijk onder narcose brengt.

Organisatie: Botanique, Brussel

donderdag 05 april 2018 02:00

Earthless - Supersonische heavy gitaarrock

Earthless - Supersonische heavy gitaarrock
Earthless
Kreun
Kortrijk
2018-04-03
Sam De Rijcke

Het Canadese Comet Control zet de avond gepast in met geestverruimende psychedelische rock met een noise- en shoegaze randje. Een half uurtje volstaat om de zaal een eerste keer te bedwelmen. Fijne set, ideale opwarmer voor de gitaareruptie die er op zal volgen.

Earthless heeft met ‘Black Heaven’ een denderende nieuwe plaat uit met daarop zes tracks waarvan geen enkele boven de 10 minuten uitkomt. Uiterst ongewoon voor een band die doorgaans instrumentale monstertracks van ruim meer dan 20 minuten aflevert. Bovendien wordt er op drie songs zelfs gezongen. Nooit eerder gehoord bij Earthless, maar het werkt.

Hebben we hier dan met een ernstige koerswijziging te maken ? Neen, toch niet, dit is nog steeds die typische Earthless sound met eindeloze supersonische solo’s op een bedje van zwaar groovende stoner-rock. En live komen er sowieso nog meer vonken uit. Frontman Isaiah Mitchell slaat van in het begin aan het soleren en stopt eigenlijk nooit gedurende een uur en een kwart.
Een optreden van Earthless is infeite één lange gitaarsolo waarin de gitaar van Mitchell freewheelt door het hele universum. Maar tussen het soleren door blijkt Isaiah Mitchell toch nog een aardig potje te kunnen zingen. Dat hij daar niet eerder opgekomen was, zijn stem leent zich gewoon perfect voor dit soort heavy rock met seventies-allures. Het brengt extra drijfkracht in hun set, zo presenteren “Electric Flame” en “Gifted By The Wind” zich als twee kloeke retro hard-rock songs die met de haren in de wind door de atmosfeer zoeven. En op het einde van de set geeft Mitchell nog een geslaagde interpretatie van de Led Zeppelin song “Communication Breakdown”, een wilde cover van een sowieso al opwindende hard-rock klassieker.
Natuurlijk zijn er ook die mokerslagen van instrumentals als “Uluru Rock” en het machtige nieuwe “Black Heaven”, heavy space-rocksongs die minutenlang door de ruimte scheuren. Overdaad schaadt, zou een mens dan wel eens durven denken, maar niet bij Earthless. Hier gaan de ellenlange gitaaruitspattingen nooit vervelen. Voor een stuk is dit te danken aan de bijzonder strakke ritmesectie van Mario Rubalcaba (drums) en Mike Ensington (bas), twee bedreven heren die de perfecte moddervette onderbouw vormen voor de royale gitaarkunsten van Mitchell. Denk een beetje aan Jimi Hendrix en zijn fantastische Experience-trawanten Mitch Mitchell en Noel Redding.
En hoewel The Jimi Hendrix Experience een terechte referentie is, moeten we Earthless toch aanschouwen als een overrompelend powertrio dat een unieke eigen sound heeft gecreëerd. Noem het voor ons part psychedelische jam-space-stoner-rock, Earthless brengt er in ieder geval het publiek mee in hogere sferen. Iedereen smult van de gitaarsololawine.

We hebben nog nooit eerder een band gezien die het genre zo intens bedrijft en die met zo een gigantische overkill aan gitaarsolo’s toch een constante spanning weet aan te houden.

Als u meer van dat wil dan gaat u best toch ook even checken bij Colour Haze (Muziekodroom, 25/05) en Samsarah Blues Experiment (Magasin 4, 17/11).

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/earthless-03-04-2018/
http://www.musiczine.net/nl/fotos/comet-control-03-04-2018/

Organisatie: Wilde Westen, Kortrijk

donderdag 22 maart 2018 01:00

Dream Wife

Een nieuwe meidenband als Dream Wife is altijd welkom. Wij hebben een zwak voor kwade punkpop female bands die in het voetspoor treden van Bikini Kill, Sleater Kinney, Bleached of Savages, allemaal groepjes waarbij het niet om de looks maar wel om de muziek draait. Die dames hebben immers iets te vertellen en verdienen daarom veel meer uw aandacht dan al die gepimpte r&b diva’s als Beyoncé of Lady Gaga, omhooggevallen trutten die kakken op gouden wc’s en die voor elk optreden zes uur in de zwaar bewaakte schminkkamer zitten.
Dream Wife is een trio uit London die op hun debuutalbum op een uiterst frisse en spontane manier pop, bubblegum, punk en indie bij mekaar brengt. Aanstekelijke songs als “Let’s Make Out”, “Fire” en “Kids” blijven in onze kop nazinderen, en dat kan allen maar een goed teken zijn. Vooral het fel opgejaagde “Hey Heartbreaker” is een voltreffer, een punky bommetje dat door de kamer knalt als The Yeah Yeah Yeahs in hun onstuimige beginperiode.
Voor de rest vindt je hier ook pure pop die gehuld is in een strak pakje zonder veel franjes (“Somebody”, “Taste”) en de ad rem vocals van Rakel Mjoll zijn tegelijkertijd charmant en snedig. Altered Images in een punkkleedje, zo iets.
Het plaatje eindigt met een welgemeende opgestoken middelvinger “F.U.U” (oftewel Fuck You Up), een rake punch in the face die zijn doel niet mist.
Straffe meiden, pittig plaatje.

donderdag 22 maart 2018 01:00

Album

Idiote groepsnaam en albumtitel (PIL heeft het hen al eens voorgedaan, de grap is dus al af), goeie plaat. Gitaren zijn de baas, en ze hoeven niet persé perfect gestemd te zijn. De vaak gruizige indierock van dirk. heeft duidelijk in de nineties rock zitten graaien maar is gelukkig niet onder dat grunge juk gaan hangen. Er wordt wat met noise en punk gegoocheld maar de songs blijven overeind, en die komen al eens bij Pavement uit, zoals afsluiter “Fuckup”.
Onze favorieten zijn de tracks waar flink wordt doorgescheurd en de gitaren geheid uit de bocht kronkelen, check “Waste” en “Hide”. Songs als “Sick’n Tired” en “Toothpick” hebben heel wat Cloud Nothings in zich, en dat zint ons wel. Iets als “Milk” leunt dan weer dicht aan tegen de huidige lichting energieke Belgische bandjes als Hypochristmutreefuzz en The Guru Guru.
Er is duidelijk iets fris en opwindends aan de gang in de Belgische rock, gitaren zijn niet langer taboe, zie ook Equal Idiots, Fornet en Sons.

Fleddy Melculy - Retestrakke metal met humor
Fleddy Melculy
Vooruit (Balzaal)
Gent
2018-03-29
Sam De Rijcke

Fleddy Melculy is geen parodie. Het is eerder een band die een beetje de draak steekt met metal maar tegelijkertijd enorm veel respect betuigt voor het genre en de fans.
Nog waar weinig bands hebben het aangedurfd om hun metal in het Nederlands te brengen, waarschijnlijk uit angst om een beetje potsierlijk over te komen. Bij Fleddy Melculy echter lukt het wonderwel, en dat omdat de band zichzelf niet te serieus neemt en een flinke portie humor in de songs en de act steekt. Zanger Jeroen Camerlynck en de helft van zijn band zijn qua Nederlandstalige rock natuurlijk niet aan hun proefstuk toe, met De Fanfaar draaien ze al jaren mee in het circuit en hebben ze al een viertal platen op hun conto. De Fanfaar toerde ook al regelmatig als begeleidingsband van Urbanus, dus vanwaar de humor komt , moeten we ook niet ver gaan zoeken. De Fanfaar is echter nooit echt doorgebroken, en toen men aanvankelijk voor de grap het metal combo Fleddy Melculy in het leven riep en de single “T-Shirt van Metallica” lanceerde is alles in een stroomversnelling gekomen.

Bij Fleddie Melculy draait het om de fun. De mensen moet zich amuseren, stoom aflaten, er is al genoeg kommer en kwel in de wereld. Doch het moet gezegd, dit is niet zomaar een fase waarin men efkes wat metal wil bedrijven om daarna weer gewoon te doen. Die gasten hebben de metal in de genen en in het bloed en lijken er mee te zijn opgegroeid. Het is met passie en vuur dat ze het genre beheersen. Ze gaan snoeihard, lanceren de ene monsterriff na de andere en hebben de tijd van hun leven. De beukende metal van Fleddy Melculy is hoegenaamd niet voor doetjes, dit is geen hair-metal of AOR rock, het neigt veel meer naar bands als Pantera, Madball of Hatebreed, allemaal geen softies.
Qua ambiancefactor is de combinatie Nederlandstalige metal en mokerslagen van riffs een win-win situatie voor zowel band als publiek. Het is immers mooi meegenomen dat er tijdens de moshpits lekker kan meegebruld worden op anthems als “Feestje In Uw Huisje”, “2 Dagen Te Laat”, “668”, “Apu Van De Nightshop”, “Geen vlees Wel Vis” en natuurlijk “T-Shirt Van Metallica”.

Live zorgt Fleddy Melculy dus voor een dijk van een feestje, en dit met retestrakke en loeiharde metal. Al headbangend stoom aflaten. Hiervoor hulde aan Fleddy Melculy.  

Organisatie: Democrazy, Gent

donderdag 29 maart 2018 02:00

Greta Van Fleet - Back to the seventies

Greta Van Fleet - Back to the seventies
Greta Van Fleet – Birth Of Joy
Ancienne Belgique (AB Club)
Brussel
2018-03-27
Sam De Rijcke

Het Nederlandse Birth Of Joy overtuigt met potige seventies hard-rock die wordt voortgedreven door een groovy hammond orgel. Een kloeke song als “Join The Game” klinkt als Deep Purple op hete kolen. Verder brengt Birth Of Joy stomende hardrock die zich maar al te graag inlaat met vette garage-rock. Er zit flink wat peper, rock’n’roll en vaart in hun set en het is zeer jammer dat dit al na een half uurtje gedaan is. Smaakt absoluut naar meer. Check het nieuwe album ‘Hyper Focus’, een dijk van een plaat.

Als we u moeten berichten over een avondje Greta Van Fleet dan is de vraag : hoeveel keer zullen we de woorden Led en Zeppelin moeten bovenhalen. We zijn daarin heus niet alleen, de nieuwe band uit Michigan USA wordt overal omschreven als de reïncarnatie van de legendarische 70’s helden.
Die stem, jongens toch. Zanger Josh Kiska komt zo akelig dicht in de buurt van de jonge Zep dat het lijkt alsof Robert Plant gewoon werd gekloond. De inmiddels bejaarde Robert Plant kan gewoon zelf nooit meer zo dicht in de buurt komen van zijn eigen jonge uitgave, dus iemand moet het doen.
Probleempje met Josh Kiska is dat hij maar al te goed weet dat zijn stem tot hoog boven de wolken reikt, hij bezondigt zich dan ook meermaals aan vocale overacting. In “Mountain Of The Sun” bijvoorbeeld gaat hij zodanig in overdrive dat het vals en bij momenten irritant klinkt. Het is meteen ook de zwakste song van de avond. Toch maar een beetje opletten met dat hoog zingen, Josh. Zijn sterkte is dus ook een beetje zijn zwakte, daar moet hij nog wat evenwicht in zoeken.
Hoewel de band geen Zep-covers speelt -dat zou het er een beetje te dik op leggen- hangt de geest van Zeppelin rond in zowat elke song, elke drumslag, elke gitaaraanslag en elke stemverheffing. Ook de seventies looks, outfit en haardracht van de bandleden winden er geen doekjes om, dit kan gewoon geen toeval meer zijn.
De enige cover die ze spelen is “Evil” van ouwe bluesman Howlin’ Wolf, maar Greta Van Fleet’s versie leunt veel dichter aan bij de struise uitvoering van Cactus, ook weer niet toevallig een hard-rock band uit de vroege seventies.
Uiteraard hebben de jonge snaken nog lang niet zo veel klassiekers hun valies zitten als hun grote voorbeelden, ze hebben trouwens nog maar één plaatje uit (‘From The Fires’) met daarop amper 8 tracks. Een aardig album, dat wel, maar je hebt maar één hand nodig om de echte krakers er op te tellen. Deze passeren wel allemaal de revue. Opener “Highway Tune” heeft nog wat te kampen met een zoektocht naar het juiste geluid maar blijft wel overeind. Bij “Edge Of Darkness” zit alles wel perfect en de song ontpopt zich meteen tot één van de absolute sterkmakers van de avond, en dat is vooral te danken aan een weergaloze gitaarsolo die de song een ferm stuk boven zijn studioversie doet uitstijgen. Hebben ze naast de nieuwe Robert Plant dan ook al de nieuwe Jimmy Page in huis ?
Die sterke flow kan Greta Van FLeet helaas niet aanhouden, halverwege begint de motor lichtjes te sputteren, en dat ligt voor een groot stuk aan wat minder songmateriaal en een vaak wat rommelige aanpak. Nieuwe songs als “When The Cold Wind Blows” en de lauwe ballad “You’re The One” bewijzen waarom die het nog niet tot een release gebracht hebben.
Naar het einde toe komt er terug volop pit en leven in de zaak. Het nieuwe “Lover Leaver Taker Believer”, Een forse hard-rock song met beide poten stevig gebetonneerd in de seventies, mondt uit in een jam waarin terloops ook nog wat vette blues passeert (“Rollin’ and Tumblin’”). Daar lusten wij wel pap van.
Greta Van Fleet eindigt in volle hevigheid met “Black Smoke Rising” en “Safari Song”, de twee strafste tracks uit ‘From The Fires’, en doet zo de balans zonder twijfel naar de positieve kant overhellen. Iedereen content, en duidelijk te horen ook een zeer enthousiaste uitverkochte AB Club.

Greta Van Fleet lijdt misschien nog aan een paar kinderziektes en heeft een knoert van een Led Zeppelin-fixatie, maar het is een band met klasse en potentieel. Benieuwd wat de toekomst gaat brengen en of ze van onder dat Zep juk zullen vandaan geraken. Als ze dat al willen, tenminste.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

zondag 18 maart 2018 01:00

The Nomads - Garage-nostalgie

We herinneren het ons nog levendig, de wervelende passage van The Nomads op het Futurama festival in 1985. De Zweedse band was toen één van de voortrekkers van de toenmalige garage rock revival, samen met bands als The Cramps, The Gun Club en The Scientists. De sound van The Nomads was lekker vet, smerig en straight tot the edge. In de jaren tachtig resulteerde dit in de legendarische mini albums ‘Where The Wolf Bane Blooms’ en ‘Tempation Pays Double’ (later samengebundeld in ‘Outburst’) en ‘Hardware’. Nadien brouwden The Nomads met een nieuwe bassist en drummer een handvol platen waarop de straight forward rock’n’roll nog wel floreerde maar de magie van de eerste jaren niet meer werd geëvenaard.

Puur uit nostalgie trokken wij naar de 4AD en we mochten er vaststellen dat The Nomads aan hun oorspronkelijke betrachting trouw gebleven waren, namelijk rechttoe rechtaan rock’n’roll spelen op hoog volume.
De setlist mocht van ons gerust nog wat meer gegraaid hebben in de periode tot ’87 en wij misten eerlijk gezegd ook een beetje dat typische sixties orgeltje, maar u gaat ons verder niet horen klagen. We nemen hen niets kwalijk, de overgebleven stichtende leden Nick Vahlberg (zang/gitaar) en Hans Ostlund (leadgitaar) worden nu immers al bijna 30 jaren geruggesteund door dezelfde ritmesectie, het is dus normaal dat het viertal aan de slag ging met de dingen die men in al die jaren samen verwekt heeft.
Spontane rockers uit die latere periode als “I’ve Seen Better”, “House Of Cards” en “Top Alcohol” hakten er lekker in en ook de nieuwe single “Working For The Man” rockte en rolde dat het een lust was.
Het laatste full album dat The Nomads maakten in 2012 heette trouwens ‘Solna’ en het is ons, en waarschijnlijk u ook, volledig ontgaan. De band puurde er nochtans maar liefst 4 songs uit, en ook al konden die misschien niet tippen aan die potige songs van weleer, The Nomads wisten er toch mee het boeltje in vuur en vlam te zetten. Vooral het Ramones-achtige “American Slang” had heel wat buskruit in de tank zitten.
Natuurlijk bruiste het zaakje het meest wanneer de ouwe krakers van de originele Nomads in de jaren tachtig ten tonele kwamen. “Knowledge Comes With Death’s Release” (met Hans Ostlund even als leadzanger), “Where The Wolf Bane Blooms” en een heftig “Lowdown Shakin’ Chills” brachten de power en het venijn van de prille jaren tachtig weer helemaal terug. En op het eind werden “Move It On Over” en een zeer onstuimig “Call Of Your Dogs” uit die ouwe kast gehaald. Het klonk nog even furieus en hondsdol als zo een dikke 30 jaar geleden.


Er stonden nog heel wat songs op ons verlanglijstje die helaas onaangeroerd bleven, maar wij waren geenszins ontgoocheld met de onversneden rock’n’roll die deze legendarische garagerockers hier door de 4AD joegen.

En er is goed nieuws  voor wie nog een keertje extra in dat garagesfeertje wil vertoeven, ook The Scientists komen voor een eenmalig concert naar België. Place To Be : N9 te Eeklo op 05/06, de band treedt er aan in de originele bezetting.


Support acts Tom Holliston – Selina Martin

Neem gerust een kijkje naar de pics

http://www.musiczine.net/nl/fotos/the-nomads-16-03-2018/
http://www.musiczine.net/nl/fotos/tom-holliston-16-03-2018/
http://www.musiczine.net/nl/fotos/selina-matin-16-03-2018/

Organisatie: 4AD, Diksmuide

Dream Wife - Sprankelende Britse girl-rock vs. Deense platte kaas
Dream Wife + Palace Winter
Ancienne Belgique (AB Club)
Brussel
2018-03-18
Sam De Rijcke

Een halve hype in Groot Brittanië en overal lovende recensies in de internationale pers voor de debuutplaat, een mens zou dan toch op zijn minst mogen denken dat de bescheiden AB Club zou vol lopen voor Dream Wife. Niet dus. Bovendien was iemand in een vlaag van zinsverbijstering op het idee gekomen om de nieuwe meidenband als co-headliner op de affiche te zetten met het Deense Palace Winter, een band wiens sound even ver van Dream Wife verwijderd ligt als de Noordpool van de Caraïben. Alsof je pakweg Slayer en Shania Twain samen zou programmeren.

Dream Wife
zijn drie frisse piepjonge meiden aangevuld met een onopvallende drummer. Het prompte gezelschap bracht met veel venijn en spontaniteit quasi hun volledige debuutalbum. Al die puntige songs kregen in hun live versie iets meer peper in het gat waardoor er constant flink wat vaart en snedigheid in de set zat.
Het meest in het oog sprong het lieftallige zangeresje Rakel Mjöll, ze toonde zich een geboren entertainster en kon tegelijk vrolijk en nijdig uit de hoek komen. Doch het waren de twee bedrijvige dames naast haar die voor de okselfrisse stevige punk-pop sound zorgden.
Ze vielen met de deur in huis door met hun sterkste song “Hey Heartbreaker” van wal te steken, waardoor we meteen wakker waren geschud. Zo waren we vertrokken voor 50 minuutjes sprankelende girl-rock in het kielzog van bands als Bikini Kill, Savages, Sleater Kinney, Au Pairs of ja, waarom niet, The Runaways.
Spitse songs als “Spend The Night”, “Love Without Reason” en “Somebody” ontpopten zich als rake bommetjes die recht op doel afgingen. Ze maakten nog maar eens duidelijk dat die debuutplaat een verdomd lekker album is. Het venijn zat ‘m dan nog eens in de staart met gloeiend hete punky kopstoten “FUU” (oftewel “ Fuck You Up”) en “Let’s Make Out”.
Wij waren dus alvast overtuigd van de kracht en frisheid van deze kersverse meidenband. Ze mogen gerust terugkomen, en wel in de grote zaal.

Zeer pijnlijk voor het Deense Palace Winter, maar Dream Wife had blijkbaar 80 % van de aanwezigen naar de AB had gelokt. Met als gevolg dat na de set van Dream Wife de helft van het volk onverbiddelijk afdroop, en de zaal was al maar halfvol. Plichtsbewust als we zijn, waren wij toch maar blijven hangen om de ons ongekende Deense band een kans te geven. Na enkele nummers kozen we wijselijk ook al gauw het hazenpad, want Palace Winter bleek het muzikale equivalent van een pot platte kaas wiens vervaldag al lang overschreden is. Het was country-rock uit de Sarma die ons deed  denken aan Coldplay die zich waagt aan een soort muzakversie van The War On Drugs, of Jackson Browne die moedeloos zit te broeden op een song die het Eurovisiesongfestival moet gaan winnen. Er is een publiek voor dit soort muziek, meer bepaald die 10 arme drommels die vanavond zijn blijven staan. Wie weet werden ze er wel voor betaald.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Pagina 14 van 104