logo_musiczine_nl

Cactus Club - MaZ Brugge - concerts

Cactus Club - MaZ Brugge - concerts 2023 09-03 Ghost woman, Jimmy Diamond 10-03 School is cool, Nona Problemo 15-03 Mooneye, Forester 18-03 Willy High Voltage (DJs) 23-03 Adja 24-03 Clubsteppin: Sicaria Sound, Alia, DJ Friendzone 25-03 Brutus, The Christian…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Sam De Rijcke

Sam De Rijcke

De immer bedrijvige Ty Segall wordt wel eens de wonderboy van de garage-rock genoemd. Met die wonderboy gaan we volledig akkoord, maar garage-rock is een veel te eng begrip voor dit veelzijdige talent. Segall waagt zich immers evenzeer met de vingers in de neus aan hard-rock, psychrock, stoner of zelfs Beatlesque pop, en telkens komt er magie uit. De bands waarin hij de laatste tien jaren speelde , zijn veel te talrijk om op te noemen, en dan zwijgen we nog over zijn werk als producer. Ty is een genie, maar bovenal een muzikant die overloopt van de goesting en altijd en overal de pannen van het dak wil spelen. Eigenschappen die steevast terugkomen bij al zijn bands zijn spontaniteit, onbezonnenheid en tonnen speelplezier.

Een knap staaltje daarvan kregen we in l’Aeronef, waar Ty Segall en zijn opgehitste Freedom Band voor een werkelijk waanzinnig concert zorgden. Eentje waar we nog niet helemaal van bekomen zijn. Dit was uitzinnig, wild, chaotisch, luid, smerig, noisy, onstuimig, punky, uitgelaten, ruig en heavy. Kortom, fantastisch !

In het laatste album zit er behoorlijk wat variatie en zijn er zelfs pure poppareltjes te bespeuren, maar op het podium vertaalde dat zich toch naar een heuse wervelstorm met uit de bocht vliegende gitaren, uitfreakende keyboards, heavy baslijnen en ontspoorde drums. Ty Segall gaf zijn songs een dubbele adrenaline-injectie en zette er nog eens extra 1000 Volt op. The Freedom Band ging vaak helemaal loos en volgde hun frontman in vaak luide jams en improvisaties. Het was wel duidelijk dat dit een band is die je er niet zal op betrappen dat ze iedere dag dezelfde show brengen. De muzikanten wisten soms nog niet bij de aanvang van een song waar die uiteindelijk zou uitkomen. Extatische songs als “Warm Hands” en de moordende Groundhogs cover “Cherry Red” mondden uit in lange snoeiharde noise-explosies waarin de gitaren in volle razernij tegen elkaar op soleerden. Het kwam de spontaniteit van het concert alleen maar ten goede, dit was bij momenten zeer chaotisch, maar wel altijd verdomd spannend.

Na al dat onstuimig geweld mocht het toch even iets rustiger, zoals in het Beatlesque “Goodby Bread” of “My Lady’s On Fire”, maar ook aan deze songs zat een ruig en onbesuisd kantje. Ook “Alta” begon nog als een zuivere popsong maar groeide algauw uit tot een heetgebakerde hardrocker die uit al zijn voegen tegelijkertijd barste. En met de pokkenluide afsluiters “Love Fuzz” en “Girlfriend” kwam het gezelschap als een dolgedraaide punkband de boel nog eens keertje volledig op zijn kop zetten. Er kwam stoom uit.

Het enige zweempje van kritiek waarop u ons kan op betrappen is dat Ty Segall onze twee absolute favorieten uit die laatste plaat achterwege liet, met name “She” en “And Goodnight”. Doorgaans speelt hij die twee wonderlijke krakers wel. Hadden wij even pech.

Organisatie: Aéronef, Lille

 

Monster Magnet is nog zo een goeie ouwe band waarbij de rock’n’roll uit alle poriën spat. Ze hebben na al die jaren nog steeds de looks, de attitude én de strakke sound, en ze geven van jetje als een bende jonge wolven die gulzig aan de spacecake hebben gezeten. Bovendien trekken ze zich niks aan van de huidige muzikale trends, er is met name op de nieuwe plaat ‘Mindfucker’ weinig of niks veranderd aan de simpele maar uiterst efficiënte retro-rock formule. Waarom zouden ze, er zit hoegenaamd nog geen sleet op. Op ‘Mindfucker’ stuift Monster Magnet immer stevig door met een portie vuile stoner-, garage- en hardrock met hier en daar een psychedelisch randje.

Dat zet zich ook over op het podium. In de Vooruit bolt Monster Magnet op zijn doel af als een goed geoliede F1 bolide met een hevig ronkende motor en een op hol geslagen knalpot. Van een opwarmingsronde is er geen sprake, al vanaf minuut nummer één ligt het gevaarte met de klassieker ‘Dopes To Infinty’ op kruissnelheid. Daarna raast Monster Magnet door met een snerend trio uit die nieuwste plaat. “Rocket Freak”, “Soul” en “Mindfucker” zijn stuk voor stuk hete lavabrokken die de kenmerkende power, de gedrevenheid en de tomeloze energie van dit zwaar rockende gezelschap meer dan ooit uitstralen.

Er zit serieus wat vaart in de set, er worden nauwelijks pauzes genomen tussen de songs, de trein dendert stevig door en ballads zijn even ver te zoeken als goudvissen in de Nevada woestijn. De loden riffs waarop het geweldige oudje “Look To Your Orb For The Warning” voortdrijft brengen de heavyness enkele graden naar boven, en het monster graaft zelfs nog wat dieper in het verleden met een smerig “Dinosaur Vacume” uit ‘Superjudge’, een album dat onlangs 25 kaarsjes mocht uitflikkeren.

De slopende jaren lijken trouwens al bij al nog niet zo een vat te hebben gehad op de band. David Wyndorf heeft al een zwaar leven achter de rug, met onder meer overmatig drankgebruik en een gebeurlijke overdosis medicijnen, maar op zijn zestigste ziet de charismatische frontman er nog bijzonder rock’n’roll uit en lijkt hij de tijd van zijn leven te hebben. Wat trouwens ook geldt voor de voltallige band, die gasten hebben er echt goesting in.

Nog zo een klepper uit de nieuwe plaat is het wilde “When The Hammer Comes Down” dat de ideale springplank is naar de onsterfelijke beestjes als “Negasonic Teenage Warhead” en de publiekslieveling en ondertussen Monster Magnet’s ultieme lijfsong “Space Lord”, waarin de motherfuckers met honderden tegelijk de lucht invliegen.

Een bisronde kan niet uitblijven, en ook deze is uitmuntend, ruig en wild. Het nieuwe “Ejection” vliegt er snel en hard tegenaan en klinkt een stuk feller dan op plaat. Wat volgt is een verbluffend en majestueus “End Of Time”, niet meteen Monster Magnet’s bekendste song, maar wel een formidabele retro hardrocker die zich manifesteert tot één van de hoogtepunten van de avond. Als ultieme toetje mag het publiek op de tonen van een vlammend  “Powertrip” een laatste keer uit de bol gaan.

De Vooruit kan een zoveelste legendarische concertje in de boeken registreren.

Organisatie: Democrazy, Gent

 

donderdag 17 mei 2018 02:00

Eat The Elephant

Het is nu al jaren dat wij vol ongeduld zitten te wachten op nieuw werk van het weergaloze Tool. Op heden is de band op tournee door de USA, ze leven dus nog, maar wij moeten het hier voorlopig stellen met vage of valse geruchten. Of, zoals recent nog, met enkele stuiptrekkingen van frontman Maynard James Keenan, meer bepaald diens hobbyclubje Puscifer, het elektro uitstapje waar wij onze pap echt niet kunnen mee koelen.
Nu tracht men ons te paaien met nieuw werk van A Perfect Circle, dat andere zijprojectje van Keenan dat ondertussen ook al 15 jaar in de diepvries heeft gezeten. Het is alweer een doekje tegen het bloeden.
Destijds werd A Perfect Circle in het leven geroepen als een soort spin-off van Tool, het was het nieuwe speeltje van Maynard James Keenan en Billy Howerdel. De platen ‘Mer de Noms’ en ‘Thirteenth Step’ hadden ongetwijfeld hun sterktes, maar toch hadden wij altijd de indruk dat A Perfect Circle een soort Tool-light was, het kleine en brave broertje dat altijd in veiligheid gebracht werd éénmaal de grote jongens echt het gevaar gingen opzoeken.
Ook met ‘Eat The Elephant’ stoten we op een netjes geproducete plaat met fraaie prog-rock en enkele knappe songs, maar we missen de kwaadheid, het hellevuur en de brute kracht van de grote broer.
Maynard James Keenan houdt zijn demonen te sterk onder controle en staat overal vrij clean te zingen. Hij wordt nergens echt kwaad, en dat is jammer. Ook de band (met o.a. voormalig Smashing Pumpkins gitartist James Iha in de rangen) speelt hier meer dan voortreffelijk maar doet dat overal wel heel keurig binnen de lijntjes. We onthouden desondanks toch een stel fijne songs die het bestaansrecht van A Perfect Circle in ere houden, zoals “Disillusioned”, “The Doomed” en “Hourglass”, maar we zijn niet overdonderd.

Als er één ding is die deze ‘Eat The Elephant’ bij ons teweegbrengt, dan is het dat onze honger naar een nieuwe Tool terug wat meer is aangewakkerd, en het was al niet meer te houden.
A Perfect Circle staat trouwens op Graspop en in december zelfs in de Lotto Arena. Van Tool geen spoor.

donderdag 17 mei 2018 02:00

Tranquility Base Hotel & Casino

Alex Turner heeft vanuit zijn nieuwe stekje in het zonnige LA een soloplaat gemaakt. Voor alle zekerheid heeft hij er toch maar de groepsnaam Arctic Monkeys onder gezet. Verkoopt beter.
Bent u liefhebber van de extatische en opwindende indierock van die eerste twee Monkeys platen ? Sorry, U bent er helemaal aan voor de moeite.
Houdt van Turners zijprojectje The Last Shadow Puppets ? Dan kan u hier misschien wel iets mee aanvangen, hoewel er in dat hobbyclubje van Turner en Miles Kane toch heel wat meer dynamiek zat.
Turner slaat nu aan het croonen, zit met zijn kop in dromenland en waant zich regelmatig in de cinema. Referenties zijn deze keer Barry Adamson, Richard Hawley, Curtis Mayfield, Burt Bacharach en David Bowie. Op zich allemaal indrukwekkende namen, daar niet van, het probleem is echter dat Turner in de meeste gevallen niet tot aan hun enkels reikt. Zijn band redt het ook niet, die zijn trouwens gedegradeerd tot sessiemuzikanten die alles braafjes mogen inspelen. Als schoothondjes volgen ze blindelings hun baasje richting nieuwe bestemmingen, en dat zijn heel dikwijls doodlopende straatjes. Heel de plaat kabbelt zo verder op Turners luilekkertempo zonder dat er ook maar iets spannends gebeurt, het lijkt wel hangmatmuziek. De titel is in ieder geval goed gekozen, dit is muziek bestemd voor de hotellounge, rock’n’roll gehalte 0%.
Wij waren ook al geen fan van het zwaar overschatte ‘AM’, maar daarop stonden tenminste nog een paar tracks waarin enige opwinding sluimerde. Deze keer is elke vorm van commotie volledig in de kiem gesmoord.
Laat ons hopen dat de plaat niet al te zeer in de spotlights komt te staan op de aanstormende zomerconcerten. De songs van ‘Tranquility Base Hotel & Casino’ zal u op Rock Werchter of op Best Kept Secret makkelijk van de rest kunnen onderscheiden, het zijn deze die telkenmale de vaart uit de set halen.

Wijsneuzen noemen dit album een verrassende en moedige stap, andere betweters vinden het een fantastische zet van een band die evolueert en vernieuwt. Voorlopig durft bijna niemand het aan om dit een ronduit zwak en futloos album te noemen. Want ja, dit zijn immers de ongenaakbare Arctic Monkeys, dit kan toch niet anders dan goed zijn ?
Wat in dergelijke dubieuze gevallen ook altijd een dooddoener is : ’t is een groeiplaat.
My ass, groeiplaat. In ons biotoop zal dit onding nooit groeien. Stof vergaren, dat wel.
Kutplaat.

donderdag 17 mei 2018 02:00

Birthmarks

Op ‘Birthmarks’ graaft Teen Creeps zichzelf een weg tussen de felle nineties gitaarrock van Dinosaur Jr, Superchunk, Sonic Youth en de hedendaagse gruizige klanken van Traams en vooral Cloud Nothings. Met zo een referenties mag je best wel buitenkomen, me dunkt.
Teen Creeps doet het bovendien met een stel gedreven en opgejaagde songs waarbij de gitaren al eens lekker mogen doorscheuren. De voornaamste kleppers zitten vooraan. Met “Sidenote”, “Hindsight” en “Mercury” heeft Teen Creeps een stel potige songs in huis die lekker doorrazen en uitnodigen tot meerdere bedieningen van de repeat toets. Het gaat meestal recht vooruit, enkel op “Good Intentions” wordt een beetje gas teruggenomen. Onze gedachten dwalen hier terug af richting nineties, meer bepaald tot bij die fijne gitaarrock-ballads van Buffalo Tom.
Voor de rest rammen de jongens naarstig door en met amper 9 songs hebben ze zich wijselijk ook niet bezondigd aan overdaad. Dit is met name een beloftevolle gitaarband die gedurende een dikke 35 minuten op scherp staat te spelen. Moet ook live vonken geven.

woensdag 26 december 2018 20:54

Shame - Een uurtje zinderende Britse postpunk

Shame - Een uurtje zinderende Britse postpunk
Shame
Botanique (Rotonde)
Brussel
2018-05-22
Sam De Rijcke

Begin dit jaar kwam het debuut ‘Songs Of Praise’ uit de UK overgewaaid en dat is tot op heden het meest opwindende Britse exportproduct van het jaar.

Dat Shame dit pittige debuut ook op een podium kan doen spetteren, is een feit. In de eerste plaats is dat al voor een groot stuk te danken aan het charisma van zanger Charlie Steen, een kerel die zichzelf in een mum van tijd ontpopt als publiekslieveling en zijn publiek perfect weet op te naaien richting onvergetelijk concertje. Het lijkt alsof Steen met zijn energie geen blijf weet, hij zeult constant met de monitors op het podium, stort zichzelf om de haverklap het publiek in en moffelt zijn microfoon geregeld in het gezicht van de fans, die het uiteraard allemaal geweldig vinden. Daarachter staat een uiterst daadkrachtige band te spelen, met vooral een overijverige bassist die verwoede pogingen onderneemt om het wereldrecord ‘allermeeste kilometers afzeulen op een compact podium’ op zijn naam te zetten. Geen idee waar die gasten op trippen, maar het zijn alleszins geen downers.
Shame blijkt vooral een furieuze bende lefgozers te zijn die alle lof die ze vooraf kregen toebedeeld wel degelijk verdienen. Dat hebben ze te danken aan zichzelf, hun acte de présence, hun goesting en natuurlijk hun ijzersterke songs. Quasi dat ganse debuutalbum wordt er met ongebreideld enthousiasme doorgejaagd. Als knetterende postpunk-bommetjes zetten weergaloze dingen als “Dust On Trial”, “One Rizla”, “Lampoon” en “Gold Hole” het kot in lichtelaaie.

Shame steekt op een klein uurtje de Rotonde in hun binnenzak, en dat is volgens ons nog maar het begin van de storm. Eind dit jaar wacht al de AB. Het gaat vooruit.

Organisatie: Botanique, Brussel

King Buffalo + Elder - Stoner, psych en gelaagde hard rock
King Buffalo + Elder
Ancienne Belgique (AB Club)
Brussel
2018-05-07
Sam De Rijcke

Eerder dit jaar waren wij sterk onder de indruk van ‘Repeater’, de nieuwe plaat van King Buffalo die bij ons een licht verslavende werking had dankzij de meeslepende psych rock die lekker voortdrijft op de stonergitaar van frontman Sean McVay. Dat effect wordt ook op het podium bereikt, het begint soms rustig kabbelend om dan stevig uit te freaken middels een stel scheurende riffs en een overstuurde leadgitaar. De drie songs van ‘Repeater’ passeren allen de revue en de titelsong van ongeveer een kwartier lang is daarbij het absolute hoogtepunt. Een song die typerend is voor de sound van King Buffalo, het boeltje komt zeer geleidelijk aan onder stoom, maar eens het trio op dreef is wordt er wel één en ander gesloopt. Een beetje zoals ook Colour Haze dat kan.
Fijne live kennismaking, sterke band en ideale opwarmer voor de gelaagde metal van Elder.

Elder
gewoon als metalband omschrijven is trouwens een beetje een te enge benadering. De Amerikanen bedrijven een soort stevige en zeer avontuurlijke stoner rock die af en toe flirt met prog rock en old school hardrock en die bovendien van een psychedelisch randje is voorzien. Als u een band als vergelijkingspunt wil, zoek het dan in de richting van Motorpsycho, de Noorse klasbakken die ook al niet in één hokje zijn onder te brengen.
Elder presenteert hun imposante hard rock in lange songs die nogal wat richtingen uitgaan en daarbij altijd de spanning er in houden. Zeven songs in anderhalf uur, per stuk komen we dus ruim boven de 10 minuten uit, en daarin gebeurt telkens heel wat. De hoge vocals komen er misschien niet altijd loepzuiver uit, maar dit is dan ook maar bijzaak bij deze band. Hier primeren de muzikale hoogstandjes, de loden riffs, de glooiende gitaarsolo’s, de zweverige middenstukken en de vele tempowisselingen.
De songs zijn van voldoende keerpunten voorzien om er voor te zorgen dat het nergens langdradig wordt. Integendeel, met twee gitaristen in de rangen houdt Elder het constant boeiend en zorgt op die manier voor een volle en meeslepende sound.
Elke song is een trip op zich die steevast verre horizonten opzoekt. Via epische stukken als “Sanctuary”, “Dead Roots Stirring”, “Blind” en “Compendium” geraken band en publiek in hogere sferen. Met een kolossaal “Gemini” als finale wordt alles nog wat heftiger, harder en volumineuzer. Een climax, heet dat dan. Maar ’t was al dik prijs van in het begin, als je ’t ons vraagt.

Wij waren eerder al zeer lovend over het laatste album ‘Reflections Of A Floating World’, nu weten we ook dat Elder die imposante sound met glans en klasse live kan neerzetten.

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/king-buffalo-07-05-2018-2/
http://www.musiczine.net/nl/fotos/elder-07-05-18-2/
Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

 

Les Nuits Botanique 2018 - Fontaines DC, Idles  en Metz - Briesende punk en briljante teringherrie
Les Nuits Botanique 2018
Botanique (Orangerie)
Brussel
2018-05-04
Sam De Rijcke

Fontaines DC is de nobele onbekende van de avond. Ze komen uit Dublin en hebben nog maar 2 EP’s uit, maar ze klinken fris, furieus en veelbelovend. Gejaagde post-punk met flink wat opwinding en een lichte zweem van arrogantie, wat altijd welkom is bij dit soort bandjes. Dat één van hun invloeden de band is die hier direct na komt, is geen toeval. Er hangt hier al evenzeer elektriciteit in de lucht en een punky vibe is nooit ver te zoeken. Bovendien heeft Fontaines DC in hun nog beperkte repertoire al een stel ferme kopstoten van songs in de aanbieding, met als voornaamste hoogvliegers “Chequeless Reckless”, “Hurricane Laughter” en “Boys In The Better Land”. Het is maar een kwestie van tijd tegen dat dit energieke bandje de Orangerie op zijn eentje zal komen vullen.

Voor wie er nog mocht aan twijfelen, Idles is één van de heetste revelaties die de laatste twee jaar uit de UK zijn overgewaaid. Een band die in een mum van tijd een concertzaal volledig onder stoom zet, een lefgozer van een gitarist die om de haverklap het wilde publiek in springt, een zanger die ondanks een afzichtelijk hawai-hemdje steeds zijn cool behoudt en in punk gedrenkte songs die bruisen van vitaliteit. In hun korte bestaan zijn ze uitgegroeid tot heuse publiekslievelingen en hebben ze een live reputatie opgebouwd waarbij grote jongens als Libertines en Arctic Monkeys zodanig verbleken dat het lijkt alsof ze twee dagen in de kookwas hebben gezeten. Idles’ felste kopstoten heten “Faith In The City”, “1049 Gotho”, “Divide & Conquer” , “White Privilege” en “Well Done”, met zijn allen razen ze voorbij en beuken ze op de zaal in tot iedereen over de rooie gaat. Wij wisten het al langer, maar voor de slechte verstaanders herhalen we het nog een keer :  Idles is geweldig !

Na de Britse pletwals is het hoegenaamd nog niet gedaan met striemende punk. Met dank aan het al even fantastische Canadese trio Metz, een band wiens ziedende noise-sound door merg en been snijdt. Het laatste album ‘Strange Peace’ is gefabriceerd in de Albini studio met Steve achter de knoppen, en dat is er aan te horen. Rechtdoor snijden en beuken, Big Black achterna. Weinig tijd om te ademen bij Metz, de band gaat verschroeiend hard, de gitaar van Alex Edkins staat de ganse tijd roodgloeiend en de Orangerie davert constant op haar grondvesten. En in het lawaai rijzen een stel bloedende songs op, briesende mitrailleursalvo’s als “Mess Of Wires”, “Get Off”, “Cellophane” en “Raw Materials”, om er maar enkele te noemen. Haast geen seconde gaat de voet van het gaspedaal, Metz raast dwars door de muren van de Orangerie en het publiek is er dol op. Briljante teringherrie.

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://www.musiczine.net/nl/fotos/metz-04-05-2018/
http://www.musiczine.net/nl/fotos/idles-04-05-2018/
http://www.musiczine.net/nl/fotos/fontaines-dc-04-05-2018/

Pics homepag – Metz

Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Bota 2018)

donderdag 05 april 2018 02:00

Both Sides Of The Sky

Om te beginnen willen we dit even duidelijk stellen : Jimi Hendrix is de Eddy Merckx van de elektrische gitaar. Geen mens de er aan twijfelt dat hij de grootste aller tijden was en er zal nooit een betere opstaan.
Maar wij fronsen toch altijd een beetje de wenkbrauwen als men komt opzetten met alweer een ‘nieuw’ Jimi Hendrix album. Je mag niet vergeten dat Hendrix in zijn korte leven amper drie platen heeft uitgebracht. Met alle postume releases kan je ondertussen wel al een hele platenwinkel vullen, liefst in een ruimte met uitbreidingsmogelijkheden.
Een mens mag dus terecht vrezen dat er 48 jaar na de dood van Hendrix enkel maar wat kruimels zouden overblijven. Maar dat is buiten Eddie Kramer gerekend. De geluidstechnicus heeft destijds uren, dagen, nachten, maanden met Jimi in de studio gesleten en hij weet perfect in welke schuif welke opname ligt. Jimi Hendrix blijkt nu eenmaal een artiest te zijn geweest die quasi alles opnam wat hij deed, enkel toen hij moest kakken werd de bandopnemer even afgezet.
Dus, releasen die handel, dacht Eddie Kramer dan maar, iemand zal er wel beter van worden.
Naar ons weten heeft Hendrix nergens nog directe erfgenamen rondlopen, Kramer zal hier dus ongetwijfeld zelf wel een aardige stuiver aan overhouden.

O
ok onze platenkast puilt uit van de postume releases, maar we vragen ons nu toch stilaan af of de schatkist ondertussen nog niet tot op de bodem is leeggeroofd. Op ‘Both Sides Of The Sky’ is het gitaargenie Hendrix immers nog maar eens in volle glorie te bewonderen, maar een pak van dat met veel poeha aangekondigde ‘nieuwe’ materiaal hebben we toch al wel eens eerder gehoord.
Wat ben je eigenlijk met de 37 ste versie van “Hear My Train Coming” ?, natuurlijk een fantastische song, maar de versie op ‘Both Sides Of The Sky’ voegt bitter weinig toe aan al deze die er zijn aan voorafgegaan. “Power Of Soul” is ook weer typisch zo’n take die weinig verschilt van alle andere uitvoeringen. Vertrouwde songs als “Lover Man”, “Steppin’ Stone” en de Muddy Waters cover “Mannish Boy” krijgen hier versnelde interpretaties mee, best wel leuk, maar echt onmisbaar zouden we die niet noemen.
Toch valt hier heus wel wat te rapen, zelfs voor de doorwinterde Hendrix fan die dacht dat ie alles al in huis had. Jimi had immers wel eens bezoek in de studio en de passanten mochten geregeld een potje komen mee jammen, en natuurlijk mocht alles op tape. Stephen Stills zingt aardig en speelt een fijn staaltje hammond orgel op zowel “$20 Fine” als op Joni Mitchell’s “Woodstock”, waarop Jimi trouwens de basgitaar beroert. Johnny Winter komt zijn gitaartrukendoos bovenhalen op “Things I Used To Do”, een straffe bluestrack en één van de redenen waarom je moet overgaan tot het aanschaffen van dit album. Met “Georgia Blues” komt er nog zo’n knappe trage blues aan met de bekoorlijke soulvolle vocals van Lonnie Youngblood.

Verder is het uiteraard alom smullen van Jimi’s gitaarvernuft. Een hoogtepunt is “Send My Love To Linda” dat heel breekbaar en fluisterend begint om dan halverwege over te gaan in een soort Blue Cheer jam. Afsluiter “Cherokee Mist” is ook absoluut de moeite, Jimi trekt hier met een vliegend tapijt naar het Oosten en laat zijn gitaar heerlijk psychedelisch uitfreaken. Deze was al eens eerder op plaat gezet, wij vinden hem terug in onze vierdelige box ‘The Jimi Hendrix Experience’ uit 2009, maar die versie had duidelijk minder tijd in de papavervelden doorgebracht.
Een pluspunt is dat al deze opnames van onberispelijke studiokwaliteit zijn, een pluim die we ook weer mogen steken op Eddie Kramer’s hoed. Iets heel anders bijvoorbeeld dan al die krakkemikkige en halfslachtige opnames die we kennen van generatiegenoten The Stooges of The Velvet Underground. Uiteraard ook steengoede muziek, maar het leek soms wel of al die tracks met een aftands cassetterecordertje waren opgenomen in de kelder van het plaatselijke wassalon.
Natuurlijk zullen de fans deze ‘Both Sides Of The Sky’ aanschaffen, hun collectie zou wel eens onvolledig kunnen zijn. Maar aan zij die Jimi Hendrix nog moeten ontdekken en niet echt weten waar te beginnen zouden wij de simpele raad geven : koop gewoon de drie studio albums waar Hendrix zelf in levende lijve bij betrokken was (‘Are You Experienced’, ‘Axis : Bold As Love’ en ‘Electric Ladyland’) en stort u nadien desgewenst op al dat formidabele live materiaal.

Voor de fans, Kramer laat weten dat het nog niet gedaan is. Het studio materiaal is zo goed als op, maar er zou nog een hele hoop live shit klaar liggen.

donderdag 05 april 2018 02:00

Nihilistic Glamour Shots

Beetje vreemd, dit moet doorgaan voor het zogenaamde debuutalbum van Cabbage, maar de band heeft in de afgelopen drie jaar el een pak EP’s en singles uitgebracht met in totaal zo een slordige 30 songs, dat zijn zowat drie albums als je ’t ons vraagt. Al die tracks maakten trouwens duidelijk dat Cabbage niet zomaar in één hokje is onder te brengen, dit is een bandje die er deugd in vindt om de mensen herhaaldelijk op een verkeerd been te zetten.
Cabbage brengt hun eigenwijze rock met rebelse trekjes en een typische zweem van Britse arrogantie, het presenteert zich als een dwarse kroegentocht doorheen de afgelegen steegjes van de meest eigenzinnige Britse pop, punk en postrock. Cabbage ontgint er grond waar een hoop bekende en minder bekende goden hen zijn voor geweest zoals The Fall, Arctic Monkeys, Virgin Prunes, Black Grape, Fat White Family, Future Of The Left en Idles.
Met het begin van “Preach To The Converted” zou je denken dat de nieuwe Ho99o9 of Death Grips is aangekomen, maar dan helt de song over naar wilde en tegendraadse rock met weerhaken.
We herkennen de humor en spitsvondigheid van het ons zeer genegen Future Of The Left in prikkelende songs als “Obligatory Castration” en “Molotov Alcopop”. “Postmodernist Caligula” is een dol punkertje waar The Buzzcocks in rondhangen en “Celebration Of A Disease” is dan weer je reinste garage-rock met een gestoord sixties orgeltje in de gelederen. “Subhuman 2-0” is een semi akoestische afsluiter waarmee Cabbage er uit gaat met flair in nonchalante Doherty stijl.
Elke track op dit album heeft zo zijn sterktes, er staan geen vullertjes op dit album.
Er valt dus heel wat te ontdekken op deze ‘Nihilistic Glamour Shots’, een rijk en gediversifieerd album met geregeld een hoek af.

Pagina 10 van 100