Er zijn nog zekerheden in het leven. Je kan er je huis op verwedden dat een concert van George Thorogood & The Destroyers nooit zal tegenvallen. Waarom ? Klasse en jarenlange ervaring in de rock’n’roll business is het antwoord. Natuurlijk is alles zeer voorspelbaar en daardoor weinig verrassend (wie op voorhand een setlist durfde samenstellen zat er geen vijf nummers naast). So what ? Iedereen is hierheen gekomen voor een portie potige rock’n’roll, niet voor de nieuwste experimentele trendy geluidjes. En het publiek kreeg wat het wilde, strakke rock en blues, waarvan de wortels bij John Lee Hooker, Howlin’ Wolf en vooral Bo Diddley liggen, door George en zijn Destroyers voorzien van een extra pak elektriciteit.
Thorogood, die er op zijn 58 ste nog behoorlijk vitaal uitziet, is in tegenstelling tot het beeld van bad guy en dronkelap die hij in zijn songs opvoert een echte professional, en een ervaren entertainer ook. Het publiek ophitsen kan hij als geen ander en ook al is het allemaal een beetje te Amerikaans, hij komt er mee weg. Op het podium is hij duidelijk de baas maar is er zich terdege van bewust dat er een ijzersterke band achter hem staat. The Destroyers zijn ervaren rotten die hun boss al jaren hondstrouw volgen en die op vandaag nog altijd de pan uit swingen. Typerend voor het Destroyers geluid is steeds die swingende sax die lekker doorheen de nummers rolt, onmisbaar en ongeëvenaard. Thorogood zelf steelt natuurlijk de show met zijn vlijmscherp rockende gitaar, doch achter hem heeft hij met Jim Suhler ook nog een begenadigd gitarist staan, die zich weliswaar moet inhouden in functie van de baas (we hebben die kerel ooit in Peer nog met zijn eigen band bezig gezien en geloof ons vrij, ’t was behoorlijk indrukwekkend).
De band speelde naar goede gewoonte een verzameling van hun beste songs als de Bo Diddley klassieker “Who do you love”, de ultieme krakers “Bad to the bone” (een gemene motherfucker van een song, hier nog maar eens een beresterk hoogtepunt), “I drink alone” , “Move it on over”, “Night time” en natuurlijk de onvermijdelijke John Lee Hooker boogie “One bourbon, one scotch, one beer”, een song die inmiddels een statement geworden is voor het imago van de band. De drive en het tempo zaten gans het optreden strak in hun vel, er waren geen storende lange solo’s of uitgesponnen songs, alleen maar bruisende rock’n’roll en stomende boogie, anderhalf uur lang. De groep beloonde een uitverkochte AB (voor een groot deel gevuld met ouwe rockers met gezonde bierbuiken) op een splijtend en wervelend slot met “Madison blues”, nog zo een klassieker van het eerste uur. U ziet het, weinig of geen nieuwe songs, geen kat die daar om maalde want niemand was daarvoor gekomen.
George Thorogood & The Destroyers waren in de AB nergens verrassend, maar altijd fantastisch, energiek en barstend van de klasse. Kortom, een band die zonder omwegen doet waar ze het best in zijn : Rocken !
Met het jonge gitaartalent Scott MC Keon (UK) was de avond al op een aangename manier ingezet. Mc Keon en zijn band (trio) speelden bij vlagen felle blues en rock met een swingend soul-en funkrandje en meerdere fijne gitaarhoogstandjes (denk even in de richting van Chris Duarte en Rorry Gallagher). Wij hoorden een handvol sterke songs en verwachten dat we in de komende jaren hier nog zullen van horen.
Organisatie: Live Nation