Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks

Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks Concerten 2024 - Noordkaap kondigt Winterthur aan, van 20 september 2024 t-m 15 februari 2025 - Barbara Pravi, twee concerten in oktober 2024, op 3 oktober 2024, La Madeleine, Brussel en op 24 oktober 2024, De…

logo_musiczine_nl

Cactus Club, Brugge - concerts

Cactus Club, Brugge - concerts 2024 02-10 Breaking waves: Kevin Garrett 03-10 Ao, Helena Casella 04-10 Amok: Kokoko!, Black flower, Sicaria (ism Kaap) 05-10 Lean back (ism Do vzw) 09-10 Newmoon 09-10 Sectormoment Brugse muziekscene 11-10 Etienne de Crécy,…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Sam De Rijcke

Sam De Rijcke

Er zijn nog zekerheden in het leven. Je kan er je huis op verwedden dat een concert van George Thorogood & The Destroyers nooit zal tegenvallen. Waarom ? Klasse en jarenlange ervaring in de rock’n’roll business is het antwoord. Natuurlijk is alles zeer voorspelbaar en daardoor weinig verrassend (wie op voorhand een setlist durfde samenstellen zat er geen vijf nummers naast). So what ? Iedereen is hierheen gekomen voor een portie potige rock’n’roll, niet voor de nieuwste experimentele trendy geluidjes. En het publiek kreeg wat het wilde, strakke rock en blues, waarvan de wortels bij John Lee Hooker, Howlin’ Wolf en vooral Bo Diddley liggen, door George en zijn Destroyers voorzien van een extra pak elektriciteit.

Thorogood, die er op zijn 58 ste nog behoorlijk vitaal uitziet, is in tegenstelling tot het beeld van bad guy en dronkelap die hij in zijn songs opvoert een echte professional, en een ervaren entertainer ook. Het publiek ophitsen kan hij als geen ander en ook al is het allemaal een beetje te Amerikaans, hij komt er mee weg. Op het podium is hij duidelijk de baas maar is er zich terdege van bewust dat er een ijzersterke band achter hem staat. The Destroyers zijn ervaren rotten die hun boss al jaren hondstrouw volgen en die op vandaag nog altijd de pan uit swingen. Typerend voor het Destroyers geluid is steeds die swingende sax die lekker doorheen de nummers rolt, onmisbaar en ongeëvenaard. Thorogood zelf steelt natuurlijk de show met zijn vlijmscherp rockende gitaar, doch achter hem heeft hij met Jim Suhler ook nog een begenadigd gitarist staan, die zich weliswaar moet inhouden in functie van de baas (we hebben die kerel ooit in Peer nog met zijn eigen band bezig gezien en geloof ons vrij, ’t was behoorlijk indrukwekkend).
De band speelde naar goede gewoonte een verzameling van hun beste songs als de Bo Diddley klassieker “Who do you love”, de ultieme krakers “Bad to the bone” (een gemene motherfucker van een song, hier nog maar eens een beresterk hoogtepunt), “I drink alone” , “Move it on over”, “Night time” en natuurlijk de onvermijdelijke John Lee Hooker boogie “One bourbon, one scotch, one beer”, een song die inmiddels een statement geworden is voor het imago van de band. De drive en het tempo zaten gans het optreden strak in hun vel, er waren geen storende lange solo’s of uitgesponnen songs, alleen maar bruisende rock’n’roll en stomende boogie, anderhalf uur lang. De groep beloonde een uitverkochte AB (voor een groot deel gevuld met ouwe rockers met gezonde bierbuiken) op een splijtend en wervelend slot met “Madison blues”, nog zo een klassieker van het eerste uur. U ziet het, weinig of geen nieuwe songs, geen kat die daar om maalde want niemand was daarvoor gekomen.

George Thorogood & The Destroyers waren in de AB nergens verrassend, maar altijd fantastisch, energiek en barstend van de klasse. Kortom, een band die zonder omwegen doet waar ze het best in zijn : Rocken !

Met het jonge gitaartalent Scott MC Keon (UK) was de avond al op een aangename manier ingezet. Mc Keon en zijn band (trio) speelden bij vlagen felle blues en rock met een swingend soul-en funkrandje en meerdere fijne gitaarhoogstandjes (denk even in de richting van Chris Duarte en Rorry Gallagher). Wij hoorden een handvol sterke songs en verwachten dat we in de komende jaren hier nog zullen van horen.

Organisatie: Live Nation

Stephen Mc Bean houdt het liever niet bij één bandje. Als Black Mountain kan doorgaan voor zijn eigenste Black Sabbath, dan is Pink Mountaintops zijn Velvet Underground. Terwijl hij met Black Mountain meer op een seventies spoor zit, schuilen in Pink Mountaintops de sixties.

In de Rotonde van de Botanique kwamen Pink Mountaintops hun nieuwste cd ‘Outside love’ voorstellen. In tegenstelling tot de lange groovy stukken van de eerste platen opteert de band nu meer voor songs met een kop en een staart. De set van één uur kwam wat moeilijk op dreef, Mc Bean maakte in het begin een beetje een verveelde indruk, maar naarmate de band zich meer intens in hun songs worstelde werd er heviger en meer gedreven gemusiceerd. Een sixties orgel beklemtoonde het sixties karakter van de nummers en een zwevende viool zette de VU invloeden nog sterker in de verf. Wij liepen vooral warm van de tweede helft van dit optreden toen de band volledig losgekomen was, maar vertellen er graag bij dat we Mc Bean toch liever aan the werk zien met Black Mountain, omdat die gasten op een podium een stuk meer ronken en bruisen. Wij zullen namelijk nooit vergeten wat Black Mountain anderhalf jaar geleden in de Antwerpse Trix presteerde, helemaal paf stonden wij van die heerlijk geschifte psychedelische stoner-rock. Nu was dit niet het geval, maar toch waren we getuige van een meer dan behoorlijk optreden met knappe nieuwe nummers. Een mooie afwisseling ook tussen de ingehouden songs en een paar stevige brokken opborrelende rock.

Verrassing van de avond was echter Sleepy Sun, een bende jonge gasten uit California wiens optreden we jammer genoeg voor de helft moesten missen door het pokkeweer onderweg en de vervelende Brusselse files. Maar wat we zagen en vooral hoorden was behoorlijk indrukwekkend. Psychedelische spacey blues vermengd met bedwelmende rock, ergens tussen The Doors, The Black Angels, Zen Guerilla, de Velvets (alweer) en vroege Pink Floyd. Een gedreven zanger (Jim Morrison hing in de lucht), kosmische gitaren en een handvol knappe songs zorgden voor een begeesterend totaalgeluid.
Smaakt duidelijk naar meer. Sleepy Sun, onthou die naam en zoek hun debuutplaat ‘Embrace’.

Organisatie: Botanique, Brussel (ikv Les Nuits Botanique 2009)

zondag 03 mei 2009 03:00

Labadoux 2009: zaterdag 2 mei 2009

Op een sympathiek festivalletje als Labadoux, zeg maar Dranouter in ’t klein, wil men het liefst kleinschalig houden. De optredende acts zijn een beetje ondergeschikt aan het totaalgebeuren, waarmee we willen zeggen dat de mensen sowieso toch komen opdagen los van wie er op de affiche staat. Niet allen muziek, met de nadruk dan op folk, is hier geprogrammeerd, ook de liefhebbers van dans, cabaret en comedy vinden hier hun gading, en dit alles in een los sfeertje van “alles mag, niets moet”.  Best wel leuk.

dag 2: zaterdag 2 mei 2009
Zaterdag waren wij naar Ingelmunster afgezakt voor de muziek, zoals bijvoorbeeld de blues…. De blues van Watermelon Slim & The Workers had Labadoux toch één van de bluessensaties van de laatste twee jaar geprogrammeerd. Watermelon Slim is een bleekscheet die de blues in al zijn bloedvaten lopen heeft, de man is al niet meer van de jongste en had bovendien zijn gebit achtergelaten wat hem dikwijls, en dan vooral in zijn ongetwijfeld goedbedoelde bindteksten, hopeloos onverstaanbaar maakte. So what, hij speelde zijn traditionele blues met vuur , passie en wild enthousiasme, en dit van achter zijn slide gitaar waaruit hij snedige bluessongs puurde. Ook uit zijn mondharmonica haalde hij vuurwerk en zo kreeg hij een aardige respons van het zittende publiek. Als je ’t ons vraagt, verdiende de man overduidelijk een staand publiek. Nu bleef het immers bij een weliswaar gemeend enthousiast applaus, maar op menig ander festival (Peer, bijvoorbeeld, iemand ?) had hij wel enige beentjes aan het dansen gekregen.

Maggie Riley heeft als belangrijkste wapenfeit op haar CV staan dat zij de engelenstem verzorgde op Mike Oldfield’s “Moonlight shadow” (hier uiteraard ook van de partij, de song dan, niet Mike Oldfield, of wat had u gedacht ?), voor de rest hadden wij eerlijk gezegd ook nog nooit van het mens gehoord. Ze stond een beetje onwennig op het podium en leek behoorlijk content met de opkomst en de positieve respons. Haar songs, pop met een traditioneel randje, klonken een beetje te gewoontjes maar een puike gitarist zorgde toch wel voor wat opmerkelijke momenten. Zullen we het maar houden op onderhoudend optreden, maar nooit spetterend.

Sensatie van de avond waren, en dat hadden wij op voorhand al stiekem een beetje verwacht, de Easy Star All Stars. Een bont allegaartje muzikanten, ontsproten in New York, die er niets beters hebben op gevonden dan een dub/reggae versie te maken van klassieke albums als ‘Dark side of the moon’ (Pink Floyd), ‘OK Computer ‘(Radiohead) en ‘Sergeant Pepper’s lonely hearts club band ‘(Beatles). En wat op hun versies van die platen als een origineel en knap idee klinkt, werkte ook heel aanstekelijk op een podium. Inmiddels waren in de concerttent ook de stoeltjes wat naar achter geschoven waardoor de bruisende reggae/dub cocktail van deze gezellige groovy bende voor een uitbundig feestje zorgde. Bij het publiek zat er nu wel leven in de brouwerij, kon ook niet anders met die frisse en ritmische versies van ondermeer “Paranoid Android”, “Karma Police”, “Lucy in the sky with diamonds”, “With a little help from my friends” en “Money”. Die songs hadden hier stuk voor stuk een wel heel interessante wending gekregen en de verbluffende muzikanten en dito zangeres (die iets heel moois deed met Pink Floyds “A great gig in the sky”) vertolkten deze klassiekers met het nodige respect. De Easy Stars All Stars zijn dus geen grap, wel een van de beste reggae bands die we de laatste jaren hebben gehoord.

Organisatie: Labadoux, Ingelmunster

donderdag 26 maart 2009 02:00

Roll On

JJ Cale, speciaal voor hem is de term laid-back uitgevonden. De man was een inspiratiebron voor Eric Clapton (die “After midnight” en “Cocaine” coverde en die songs op slag wereldberoemd maakte) en vooral Mark Knopfler (het debuutalbum van Dire Straits is over gans de lijn schatplichtig aan JJ Cale, en laat dit ook nou net toevallig hun allerbeste album zijn). In 1971 kwam Cale met zijn eerste plaat uit. Deze nieuwe ‘Roll on’ is pas zijn zestiende, en dat op de gezegende leeftijd van 71. Alles is op ’t gemak bij JJ Cale. Relax, baby, relax. En zo klinkt het ook, alsof Cale af en toe eens vanuit zijn hangmat komt om zich naar de studio te begeven  -biertje tussendoor-  en daar vanop zijn barkruk alweer een knappe song op tape te zetten.
Nieuwe fans zullen er niet bijkomen met deze plaat maar de bestaande fans (waaronder ene Tom Barman die zelfs zijn debuutfilm naar de JJ Cale song “Anyway the wind blows” noemde) zullen opgetogen zijn.
‘Roll On’ is zo’n typisch JJ Cale album geworden : gezapig, relaxed, bluesy en met lekker voortkabbelende ritmes. De sterke songs zorgen er voor dat dit zelfs een van zijn betere werkstukjes is geworden. In zijn geheel eigen stijl stoeit JJ Cale met country, blues, jazz, rock’n’roll en americana, zijn gitaar laat hij heerlijk drijven op de golven van de zomerse songs, zijn stem volgt gewoon steeds in dezelfde toonaard. De man weet als geen ander zijn vocale beperkingen in te passen in de muziek.
Zoals gewoonlijk laat Cale zich omringen met rasmuzikanten die zich volledig onderdanig maken aan de sound en de sfeer van zijn songs. Op de titelsong mag zelfs Mijnheer Clapton nog eens meedoen, het nummer is een opgewekte rocker, een meer dan geslaagde samenwerking van twee ouwe rotten. Al even vrolijk is het Zuiders klinkende” Fonda-Lina” en ook bij “Oh Mary” beginnen onze beentjes gewillig mee te schudden. Het akoestische “Leavin in the morning” gaat dan weer volop de Dylan toer op.
Zowat alles wat Cale op ‘Roll on’ doet stemt ons welgezind en roept onze goesting op om lekker te kuieren met een biertje bij de hand. Waar is mijn hangmat ?

zaterdag 28 maart 2009 02:00

Spierballenrock en entertainment

De Zweedse Backyard Babies mogen vanavond openen. Hun muziek getuigt niet bepaald van originaliteit en ligt ergens tussen garagerockland en hardrock city, maar het klinkt allemaal best wel cool en sympathiek. Denk aan geestesgenoten als The Hellacopters en je komt al aardig in de buurt (alhoewel de onvolprezen en helaas inmiddels begraven Hellacopters toch nog een afdeling hoger spelen). Best wel een aangename opwarmer.

Danko Jones is een rasperformer, een krak in het opzwepen van zijn publiek, een showman die overloopt van de goesting in rock’n’roll. Zijn publiek entertainen is minstens even belangrijk als het spelen van zijn gespierde energieke rocksongs. De man heeft humor, présence en een rock’n’roll hart. Die combinatie van entertainment en stomende no-nonsens rock is wat een Danko Jones optreden zo uniek maakt. De sound is strak, luid en hard, de songs zijn simpel maar efficiënt en gaan van hard-rock tot een enkele keer bijna speed-metal (een ontploffend “Sleep is the enemy” helemaal op het einde).
Danko’s gitaar heeft een hoop potige riffs in huis, zijn stem varieert van helder tot schreeuwend en de retestrakke drums en de soms zware distortion bass vormen de perfecte onderbouw voor de gevatte spierballenrock.
In de uitverkochte Handelsbeurs speelt het trio de gemeenste powersongs uit hun vier albums, met als hoogtepunten stampers als  “Play the blues”, “First date” en “Invisible” . De tracks uit de nieuwste “Never too loud” klinken op plaat soms net iets te braafjes, maar hier laten ze zich van hun gemeenste kant zien.
Danko Jones weet het op een podium altijd net iets heftiger, sneller en giftiger en te brengen, daarom is Danko Jones live oppermachtig. Waarvan akte.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

donderdag 12 maart 2009 01:00

Glasvegas

In het kielzog van het succesverhaal van The Editors zijn er nu hele nieuwe lichting nieuwe bands die zweren bij het geluid van de jaren tachtig. We denken niet in het minst aan White Lies, maar ook aan The Airborne Toxic Event en GlasVegas. Deze laatste komen uit Schotland en zijn heel even de nieuwste hype geweest bij de Britse pers. GlasVegas zoekt het op hun gelijknamige debuutplaat in een epische en grootse sound waarmee ze eerder lijken te mikken op grote concertzalen en stadions dan op het clubcircuit. Hun combinatie van sterke melodieën met heldere vocals doet ons wel eens aan The Sheila Divine denken. Ik weet niet of dit voor GlasVegas een compliment  is. Artistiek misschien wel, maar commercieel is het immers nooit iets geworden met de inmiddels ter ziele gegane Sheila Divine, goeie platen , dat wel, maar geen mens kocht ze.
Knappe songs als “Geraldine” en “It’s my own cheating heart” bewijzen dat er potentieel zit in Glasvegas maar het is toch vooral nog vechten om er bovenuit te steken in een wereld waar de ene nieuwe band steeds de andere komt verdringen. En met deze debuutplaat zal die strijd nog iets te moeilijk zijn. Lang niet alle songs zijn even goed, naar het einde toe van deze toch vrij korte plaat ging onze aandacht wat verslappen, en dat zou niet echt mogen bij een schijfje waar maar 10 nummers op staan. Toch is dit een groepje om in de gaten te houden, een tweede plaat zal meer klaarheid moeten brengen.

zaterdag 07 maart 2009 01:00

The Wall terug tot leven gebracht - APFS

Omdat de originele Floyd wellicht nooit meer zal optreden  (één groepslid is onlangs naar de eeuwige filistijnen vertrokken en de rest lusten elkaar rauw) moeten we het stellen met een covergroep, maar wat voor één ! Een bende toegewijde Australiërs hebben zich sedert ’88 al op het repertoire van Pink Floyd gestort met als resultaat dat ze de songs beter onder de knie hebben dan Floyd zelf. Ze zijn ook verstandig genoeg geweest om de zwakke Pink Floyd periode, met name alles wat zich heeft afgespeeld na ‘The Wall’, links te laten liggen.
The Australian Pink Floyd Show heeft met het integraal vertolken van ‘The Wall’ ook niet bepaald voor de meest makkelijke opdracht gekozen, want het gaat hier niet alleen om één van de beste Floyd albums, maar ook om één van de meest grillige (met uitzondering van ‘Umma Gumma’ dan). Doch, het moet gezegd, hun interpretatie van dit legendarische album was ronduit indrukwekkend. Alles klopte, het instrumentarium, de imposante sound, het theatrale schouwspel, de gitaarsolo’s en de animaties. Deze laatste waren een creatieve aussie-bewerking van de originele filmprent en werden op een groot scherm achter de groep geprojecteerd. Dit zorgde voor een verbluffend schouwspel.
’The Wall’ was goed voor een totaalspektakel van twee uur en was in alle opzichten overtuigend, sterk en bijzonder geloofwaardig. Alsof het nog eens duidelijk moest gesteld worden hoe geweldig dit album wel is.
En daarna was het nog niet gedaan. Als bis speelden de Australiërs ook nog eens een foutloze uitvoering van de ultieme Pink Floyd song “Shine on your crazy diamonds”, wondermooi, net als “Wish you were here”. Drie dames zorgden voor adembenemende backing vocals en brachten tevens een mooie hulde aan overleden Floyd keyboard speler Rik Wright.
Aan de koppige Pink Floyd fans die het vertikken om deze band te gaan aanschouwen omdat het niet ‘the real thing’ is: dichter bij het origineel zal je nooit meer komen.

Organisatie: Live Nation

Ons Belgenlandje ligt Luka Bloom nauw aan het hart. Speciaal voor zijn Belgische fans is de man voor één dag komen overvliegen vanuit Dublin om in zijn favoriete Belgische zaal voor een uniek concertje te zorgen. Uniek in die zin dat dit het allereerste optreden was dat hij met een band kwam spelen in België. De immer sympathieke Luka Bloom speelde in de AB ook nog eens zijn eigen voorprogramma via een akoestisch halfuurtje. In zijn eentje zorgde hij alweer voor mooie momenten in een muisstille zaal, zoals bij zijn prachtige adaptatie van de Dylan song “Make you feel my love”, of bij het zinderende “The acoustic motorbike”. Op zijn best tijdens het solo gedeelte was Luka Bloom met een hemels “Exploring the blue” waaraan hij een prachtige gitaarintermezzo breidde. Dit was Luka Blom op zijn best, zoals we hem kennen.

Na de pauze kwam hij terug met zijn band. Bedreven maar niet opdringerige muzikanten gaven de songs soms een extra impuls mee. Niet dat die songs dat echt nodig hebben, maar de drums, bas en strijkers zaten nergens in de weg, alles had nog steeds die intieme warme sfeer die we kennen van Bloom zijn solo performances. De warmte en romantiek zaten er met name nog steeds in. Eén keertje mocht de fluitist zich even volledig laten gaan in een opgewekte folk instrumental waarop hij prompt met een daverend applaus werd onthaald, waarop Bloom ludiek repliceerde met “I thaught him everything he knows”. Diezelfde kerel zorgde ook nog voor wat extra schwung bij de klepper “You couldn’t have come at a better time”, één van die zeldzame momenten waaruit bleek dat een band toch enige toegevoegde waarde bleek te zijn voor Luka Bloom.
Verder was de sound  echter even warm en hartig als bij een doorgaans Luka Bloom solo optreden, zodat we hier niet echt van een verassend concert konden spreken, wel van een aangenaam.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

dinsdag 03 maart 2009 18:57

Springlevende AC/DC na al die jaren!

Het mogen dan al rockers op leeftijd zijn, AC/DC is anno 2009 springlevend. Ze zijn op vandaag populairder dan ooit, ook al is hun sound in al die jaren geen zak veranderd. Bij vele bands is verandering een zegen, bij AC/DC zou het een regelrechte zonde zijn. Hun handelsmerk is keiharde rock’n’roll die schittert in al zijn eenvoud en die zich vertaalt in onsterfelijke hard-rock songs. Natuurlijk is een AC/DC concert voorspelbaar, so what, ons hoorde u vanavond zeker niet klagen, samen met die 18.000 andere fans aanwezig in de zaal. Zij kregen wat ze verwachtten: Harde rock’n’roll, decibels, power, snedige gitaarsolo’s en potige riffs. Alles nog even strak en fenomenaal als vroeger, we hadden ook niet minder verwacht.

Klokslag 21.00u werd de “rock’n’roll trein” op het spoor gezet met die verbluffende eerste single uit dat oerdegelijke laatste album ‘Black ICe’, twee uur later werd de aftocht geblazen met de oorverdovende kanonnen van “For those about to rock”. De show werd gedragen door de scherpe strot van Brian Johnson en, uiteraard, het schitterende gitaarspel en de truukjes van Angus Young die in “Let there be rock”, wat ons betreft nog steeds de ultieme AC/CD song, helemaal loos mocht gaan. De man speelde trouwens zoals steeds het hele concert uit met dezelfde gitaar (effectenpedalen zijn hem helemaal vreemd), gewoon vooruit met de geit. De vuile blues van het onmisbare “She’s got the jack” was alweer geweldig, heel eventjes dachten we hoe dit zou moeten geklonken hebben als Bon Scott nog onder ons zou geweest zijn, maar die Brian Johnson is toch ook een schatje. Natuurlijk waren de andere klassiekers ook van de partij, “Highway to hell”, “Whole lotta Rosie”, “Hells Bells”, “Back in black”, “Thunderstruck”, “Dirty deeds” ,heel de reutemeteut, met zijn allen werden ze er briljant doorgeramd. Een vijftal nieuwe songs werd er netjes tussenin geweven en deze moesten niet blozen tussen hun grote broertjes, ze klonken stevig, gebald en gingen er lekker in bij het uitzinnige publiek.
Natuurlijk hadden wij ook nog graag “High Voltage”, “Jailbreak”, “Riff raff”,  “Rocker”, “Rock’n’roll damnation”  of “Problem child “ gehoord, drie uur AC/DC was nog beter geweest, maar ja, een mens kan niet alles krijgen. Nooit content, zeker ? Maar hetgeen we kregen was verbluffend.

AC/DC is een band die zijn gelijke niet kent, oerdegelijke no-nonsens stampende rock’n’roll van een stelletje geroutineerde ouwe kwajongens die doen waar ze het best in zijn : rocken als de beesten. De clichés namen we er dan ook graag bij.

Organisatie: Live Nation

donderdag 19 februari 2009 01:00

It’s all good met Seasick Steve

Seasick Steve, een laatbloeier en bluesman in hart en nieren, geniet nu met volle teugen van het succes dat hem te beurt valt na zijn legendarische passage bij Jools Holland, zo’n kleine twee jaar geleden. De man maakt handig gebruik van de aloude idee dat de blues moet verkondigd worden door lui die met niks op zak het hele land hebben doorgereisd en daarbij een hoop ellende hebben meegemaakt. In Steve zijn geval is dat ook geen beetje overdreven, hij verliet het ouderlijke huis toen hij veertien was, trok de wilde wereld in en verdiende de kost met allerhande vuile jobs en met gitaar spelen. De titel van zijn laatste plaat luidt niet voor niks ‘Started out with nothing and still got most of it left’. Maar het geluk is aan zijn kant komen staan op zijn ouwe dag. Vroeger speelde hij voor twee man en een paardenkop, nu voor uitverkochte concertzalen. Het kan verkeren. Nochtans is zijn sound geen moer veranderd en speelt hij nog steeds op tot op de draad versleten gitaren. Gewoon geluk gehad. We gunnen het hem.

Naar de AB was ook nog een drummer mee afgezakt die de doorleefde blues en boogie van Steve voorzag van een stevige onderbouw. Seasick Steve begon al direct met vuurwerk in “Thunderbird”, prijsbeest van de laatste plaat, en zette zo de toon voor anderhalf uur potige blues, tot hij eindigde in een climax met de absolute kraker “Dog house boogie”, de motherfucker van een song waarmee de hele hype rond zijn persoon in gang werd gestoken. Wat daar tussenin zat was een aaneenschakeling van venijnige en primitieve roots- en bluessongs met een ziel en met de nodige brokken emotie. Seasick Steve ontpopte zich op het podium tot een ware entertainer die zijn publiek wist te vermaken met tragi-komische verhalen over zijn hond en zijn asshole van een vader.
De man is tevens voorzien van een doorleefde bluesstem en zijn sound leunt nog het dichtst aan bij John Lee Hooker, maar dan iets feller en meer verbeten. Steve’s gitaren (de ene was het inmiddels gekende vehikel met amper drie snaren, de ander een omgebouwde sigarenkist) mochten net iets meer huilen en janken. Met een prachtige lovesong “Walking man” wist Seasick Steve tevens de gevoelige snaar te beroeren, een bevallige jonge dame mocht zelfs even het podium op om vlak naast Steve te komen genieten van deze mooie song.

Anderhalf uur was het publiek, dat lang niet alleen uit bluesliefhebbers bestond, in de ban van deze rasperformer. Of hoe simpele, eerlijke en primitieve rootsmuziek zo een kracht kan uitstralen. Thank you, Steve.

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Pagina 95 van 107