Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks

Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks Concerten 2024 - Scott Bradlee’s Postmodern Jukebox, 10Y, op 18 mei 2024, La Madeleine, Brussel + 10 oktober 2024, OM, Luik - The The op 19 september 2024, Ancienne Belgique, Brussel - Noordkaap kondigt…

logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 14 + 15-09 Klassiek en route (nazomeren met klassieke muziek) : BRYGGEN, Aglica Trio, Sofie Vanden Eynde & Shahab Azinmehr, GLOW Collective en Bieke Michiel @Sint-Denijs Zwevegem + Zonnebeke) 18-09 Ozric…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Sam De Rijcke

Sam De Rijcke

donderdag 28 februari 2008 01:00

Pistola

‘Pistola’ is een typische Willy Deville plaat geworden. Wat betekent een mengeling van blues, roots, tex-mex, mardi grass en ingehouden maar oprechte rock. Deville is oud genoeg om het allemaal onder de knie te hebben en er een onderhoudende plaat mee te brouwen. Nieuwe fans zal hij er niet  bij krijgen, de bestaande  zullen hiermee evenwel niet ontgoocheld zijn.
Wily Deville is nog steeds een boeiend  verteller en intrigerend zanger. Zijn songs zijn met gevoel op de wereld gebracht, ze zijn simpel en efficiënt. Deville heeft op ‘Pistola’ gewoon gedaan waar hij goed in is, en dat is zijn eigen muziek maken zonder zich iets van de huidige trends aan te trekken. Het zal hem geen moer uitmaken hoeveel mensen daadwerkelijk zijn nieuwe plaat kopen, als hij er maar plezier aan beleeft en zichzelf niet verloochent. En dat is ook zo, Pistola is niet wereldschokkend maar is gewoon een oerdegelijke Willy Deville plaat met de typische ingrediënten. Niet meer, maar ook niet minder.

donderdag 21 februari 2008 01:00

Brighter than creation’s dark

Als we de betere Britse muziekpers moeten geloven, en dan bedoelen we bladen als Uncut en Mojo en niet de omhooggevallen hype jagers van NME, dan is dit veruit het beste album van DBT tot dusver, een absoluut meesterwerk, zo vernemen wij. Extreem hoge verwachtingen brengt dit met zich mee, want wij kunnen helemaal niet geloven dat DBT hun piece de resistance ‘Southern rock opera’ uit 2000 ooit nog zouden kunnen overtreffen. Met ‘The Dirty South’ (2004), een gemene rocker met scherpe tanden, kwamen ze aardig in de buurt maar ‘A blessing and a curse’ uit 2006 vonden wij toch iets te lauw voor zo’n sterke band.
Met de nieuwe ‘Brighter than creation’s dark’ is de band weer zeer ambitieus, maar liefst 19 songs, in goeie ouwe vinyl tijden zou dit een kwieke dubbelaar geweest zijn. En het is inderdaad een ijzersterk album geworden, mede door de diversiteit in stijlen (country, roots, stevige rock en americana) en door maar liefst drie verschillende zangers waarbij bassiste Shonna Tucker de meer rootsy country nummers voor zich neemt. De sterkte van dit album zit hem vooral in de kwaliteit van de songs, de country nummers zijn nooit melig, de rockers zijn nergens banaal, de songs hebben allen een verhaal en een doorleefde sound, vooral wanneer ze van vocals voorzien zijn door Patterson Hood die, hoezeer de anderen ook hun best doen, de meest authentieke en diepgravende stem heeft . 19 songs en geen enkele overbodige ertussen, weinig artiesten kunnen dezer dagen dergelijk rapport voorleggen. De plaat is iets geraffineerder en bevat minder wilde rock dan bvb ‘The Dirty South’ en ‘Southern rock opera’, alhoewel het er bij momenten toch nog wel hevig aan toe gaat. ‘Brighter than creation’s dark’ is vooral sterk als geheel en is niet zomaar een collectie van een hoop knappe songs, het is zo een album waarbij je goesting krijgt om met een pick-up truck via de route 66 de USA te doorkruisen, de plaat ademt gewoon dat Amerikaanse southern gevoel zonder daarbij naar macho gedoe of ongepast patriottisme te stinken. Alle songs zijn een onmisbare schakel in een prachtig totaalstuk. Onbegonnen werk dus om hier hoogtepunten uit te halen omdat het album in zijn geheel staat als een huis, of een ranch is misschien toepasselijker.
Drive By Truckers is een van de interessantste en meest geloofwaardige Amerikaanse rockbands van dit moment  en hebben met deze plaat een geweldig visitekaartje afgegeven waardoor ze nu hopelijk ook in Europa de nodige erkenning zullen krijgen. Of dit hun beste tot op heden is laten wij nog open, want een mijlpaal als ‘Southern rock Opera’ stoot je zomaar niet van de troon.

donderdag 21 februari 2008 01:00

Geniale instrumentale gekte met The Dirty Three

Mogen wij u om te beginnen een gouden tip geven. Wanneer u een concert wil bijwonen in Frankrijk, kom dan liefst nooit op tijd, anders moet  u steevast als voorprogramma een afgrijselijke Franse lokale band doorstaan en dat is helemaal niet goed voor uw gezondheid.

Wij waren helaas niet laat genoeg  en moesten het Franse Première Partie ondergaan, een duo die een soort folkmuziek voor vastgeroeste suïcidale hippies speelde. En wij in Vlaanderen die dachten dat we hier bij ons de grenzen van het ergerlijke gemekker al hadden bereikt met An Pierlé. Die Fransen gingen nog wat verder. Het gekir van de zangeres, een soort pygmee van een meter twintig, deed me denken aan de geluiden die mijn cavia maakt nadat hij 5 dagen niet gegeten heeft (by the way, mijn cavia heet Lemmy, de naam is niet gekozen omwille van zijn zangcapaciteiten,wel omwille van zijn wilde looks. Doch dit volledig terzijde). Om gauw te vergeten.

Warren Ellis is al jaren in vaste loondienst bij Nick Cave and The Bad Seeds en is daar vooral onmisbaar. Toch gaat de man ook al eens met zijn eigen band The Dirty Three de hort op en daar waar hij zich bij Cave wel een beetje moet inhouden, kan hij hier de teugels heel wat losser laten. Het is tenslotte zijn band en hij doet wat hij wil. Volgens ons is Ellis een geschoold violist en heeft hij alles wat hij op de muziekschool leerde wel op een heel eigen manier geïnterpreteerd. Ellis doet met zijn viool wat Hendrix in de sixties met zijn gitaar deed: het ding ontstemmen, geselen, binnenste buiten keren, er 600 volt opsteken, in een vat zwavelzuur dompelen en het dan bespelen met een bezetenheid die we bij geen enkele andere violist terugvinden. Ellis, die er uitziet als een holbewoner die na drie jaar uit zijn grot is gekropen, geeft zich volledig, hij stort zich met een krankzinnige gulzigheid op zijn instrument en gaat er af en toe zelfs bij liggen.
Zijn band, bestaande uit een drummer en een gitarist, beperkt zich tot het volgen van de viooluitspattingen van hun frontman. De heren doen dit weliswaar op een sublieme wijze, want een halve zot als Warren Ellis volg je niet zomaar, de man speelt immers niet volgens het boekje en kleurt meermaals gretig buiten de lijntjes. De songs zijn volledig instrumentaal, toch weet Ellis bij elk van hen een verhaal te vertellen. Hij zingt dus niet, maar zijn bindteksten zijn uiterst aangenaam, het zijn fijne tussenpozen in een volledig instrumentale set. Bovendien spreekt  Ellis ook een aardig mondje Frans en ontpopt hij zich tot een gevatte entertainer. Er wacht hem zowaar nog een carrière als stand up comedian.
Uiteraard vinden we Nick Cave terug in de sound van The Dirty Three, of eerder omgekeerd want het is Warren Ellis die voor een groot deel de sound bepaalt op de laatste platen van Nick Cave, inclusief de laatste bom van Grinderman. Mogen wij u in dit verband ook ten zeerste de soundtrack “The assassination of Jesse James” aanraden, een sublieme plaat die Cave en Ellis met zijn tweetjes bij mekaar hebben gepend.
Tonnen respect hebben wij voor een groep als The Dirty Three, een publiek anderhalf uur weten te begeesteren met enkel een viool, een wel heel sober drumstel en een gitaar, hierbij geen noot zingen en weinig toegankelijke songs die je nooit of te nimmer op welk radiostation dan ook zult horen, dat is pure klasse.

Dankzij Warren Ellis is de viool een rock’n’roll instrument. Waarvan akte.

Organisatie: Grand Mix, Tourcoing

donderdag 14 februari 2008 01:00

In the future

Ik weet het, het jaar is nog pril, maar toch zouden we hier wel eens met het album van het jaar te kunnen maken hebben. ‘In the future’ is, beste mensen, een beest van een plaat, een briljante trip doorheen een woestijn van stoner rock, psychedelica, alt rock, folk en americana. Het is een plaat die zijn fantastische titelloze voorganger zelfs overtreft. Na Black Mountain hun weergaloze passage in de Trix te Antwerpen konden wij al niet meer wachten tot de release van de nieuwe plaat, en nu blijkt dat onze stoutste verwachtingen nog zijn overtroffen. De term stoner rock is te nauw om deze bende hun sound te omvatten. Het is veel meer dan dat. Uiteraard is het retro, maar zeker geen oubollige rock.  Het is Led Zeppelin, Black Sabbath, Hawkwind, vroege Pink Floyd, Velvet Underground, Jefferson Airplane en Neil Young, het varieert van sonische space rock (“Queens will play”) tot mooie akoestische folk rock (“Stay free”).
Maar denk in geen geval dat we hier met een stel ouwe hippies te doen hebben. Black Mountain brouwt een eigen sound uit het beste van vroeger en nu en geeft er een formidabele lap op. Lange songs als het machtige “Tyrant” kolken en broeien op een laag van loodzware gitaren en slepende keyboards. De verdeelde zangpartijen van Amber Webber en Stephen Mc Bean vormen een mooi contrast, de ijle stem van Webber vult de eerder stonede vocals van Mc Bean goed aan.
De moordende gitaarrifs van Mc Bean doen songs als “Stormy high” en “Evil ways” volledig openscheuren en de volop aanwezige ‘70’s klinkende keyboards zetten de retro sound nog een stuk meer in de verf. Een korte folk- rock song als “Wild wind” zweemt naar Bowie.
En dan is er de 16 minuten lang durende trip “Bright lights”, een song die alles in zich heeft, bezwerende vocals, sluimerende psychedelica, openbarstende gitaren, hevige acid stoner rock. Op het einde van de song worden nog eens alle registers opengetrokken, wij blijven compleet murw achter.
’In the future’ is een moordplaat, donker, hard, stomend en onheilspellend.

Zullen we de korte set van The Sadies misschien in enkele trefwoorden samenvatten : country, surf, Tarantino, psychedelica, The Byrds, John Wayne, Link Wray, rock’n’roll, Morricone, supercool,  Johnny Cash, Dick Dale.
Misschien kan u zich hier wel iets bij inbeelden. Wij vonden het in ieder geval fantastisch. Even nog dit meegeven, check the Sadies op hun laatste voortreffelijk album ‘New seasons’ en vooral op de vitale live dubbelaar ‘The Sadies in concert’.

The Sadies speelden hier eigenlijk hun eigen voorprogramma want na een half uurtje kwamen zij gewoon terug als de begeleidingsband van het duo Heavy Trash, meer bepaald de fenomenale Jon Spencer en Matt Verta Rey. Niet verwonderlijk, want The Sadies speelden ook mee op de laatste plaat ‘Going way out with Heavy Trash’. Zo kregen we bij momenten een wel heel stevig gitaargeluid op het podium van deze oude maar best wel aangename en sympathieke concertzaal. Kan ook niet anders met vier gitaristen op het podium.
Het bonte gezelschap bracht een heerlijk vette pot rock’n’roll en rockabilly, enorm aanstekelijk, rollend als een kudde opgejaagde bizons op acid, wervelend als een zandstorm aan 100 km per uur. Ook al is Heavy Trash eigenlijk het kindje van het duo Jon Spencer en Matt Verta Ray, het is live toch vooral  “The Jon Spencer rock’n’roll show”.
Podiumbeest Spencer is nog steeds één van de beste en meest vinnige live performers van dit heelal en kan het dan ook niet nalaten om met zijn typische “Elvis in overdrive” allure de boel op te hitsen. Geen mens die het beter kan dan hem, de rock’n’roll zit hem in het bloed, het hart en de nieren, en vooral ook in de onderbuik en nog een tandje lager. Matt Verta Ray, met passende vetkuif, is een verbluffend gitarist en stond heel cool zijn ding te doen, hij hield het boeltje perfect in een uitmuntend rock’n’roll kleedje terwijl Spencer op zijn eigenste uitzinnige manier loos mocht gaan. En dan waren er ook nog die duivelse Sadies.

Waarlijk een stomend rock’n’roll feestje.

Organisatie: Depot, Leuven

donderdag 24 januari 2008 01:00

Great vengeance and furious fire

Een geslaagde hedendaagse combinatie van soul en rock op het hippe Ninja Tune label. Een stem die leentje buur is gaan spelen bij Curtis Mayfield en een sound die familie is van Gnarls Barkley maar ook al eens in een rokerig stonerrock hol gaat kruipen. Alles zit verpakt in 10 vrij korte songs die nogal vele kanten opgaan, van ‘70’s rock naar triphop tot soul, en die altijd even groovy en dansbaar blijven. Stomend plaatje voorzien van de nodige punch en humor. 2 Many DJ’s zouden hier wel raad mee weten.

woensdag 16 januari 2008 01:00

Babyshambles: briljant potje rommel

Het was van 2002 geleden dat we Pete Doherty voor de eerste keer aan het werk zagen in de kelder van de Brusselse Botanique, toen nog met The Libertines. De man zelf was toen zo stoned dat ie nooit heeft geweten dat hij op het podium stond, maar bij ons staat het concert in ons geheugen gegrift bij de afdeling “legendarisch”. Dus nu terug met volle goesting er op af, er ons terdege van bewust zijn dat het concert van Babyshambles op de laatste snik kon afgelast worden, want met Doherty weet je nooit. We hadden geluk, Pete was er, en hoe ?

Er zijn mensen die Doherty een omhooggevallen talentloze junk vinden, maar zij dwalen. Doherty is een begenadigd musicus en songschrijver en vanavond bewees hij daarbovenop ook nog eens een geweldig performer te zijn. Dat hij geregeld van alles spuit, slikt, rookt of opdrinkt weet het kleinste kind maar in l’Aéronef troffen we hem verrassend fris en nuchter aan. Hij raasde met volle overgave en zonder veel commentaar doorheen een korte, uiterst opwindende set. Amper een uurtje heeft het geduurd. Een wervelend uurtje trouwens, gevuld met puntige, rammelende songs en hitsige gitaarlicks. Zijn songs klonken op het podium nog een stuk feller dan op zijn platen en de ingetogen nummers werden thuis gelaten.
Dit optreden baadde volledig in een punksfeer, punk zoals die in 1977 oorspronkelijk bedoeld was : kort, krachtig, energiek, rommelig en altijd rechtdoor. De formidabele kopstoot van een single “Delivery” zat al heel vroeg in de set en bracht de temperatuur in de zaal meteen in het rood. De thermometer zou voor de rest van het optreden niet meer omlaag gaan en dit was ondermeer te wijten aan een hoop overenthousiaste jonge meisjes in het publiek. Sedert dat Doherty de wandelende tak Kate Moss aan de deur heeft gezet, is hij blijkbaar weer fel gegeerd bij de jonge kippetjes. Pete stoorde er zich niet aan en stormde gewoon door via knallers als “Side of the road”, een lel van een punksong die al gedaan was voor ie goed begonnen was, maar wat een kanjer. Andere adrenalinestoten waren een opgehitst “Pipedown” en de spetterende afsluiter “Fuck forever”.

Bisnummers ? Niets van, Babyshambles waren zo gauw weer weg als ze gekomen waren, ze hadden ons tegen dan toch al compleet omver gespeeld en dan, boef, gedaan. Yep, zoals eerder gezegd, very punk : Stomend, wild en uiterst kort. Meer moet dat niet zijn. Eentje om in te lijsten.
Pas de tweede keer dat we Pete Doherty live mochten bewonderen en alweer legendarisch. En deze keer kon hij er zelf ook nog van genieten, wegens tamelijk clean.

Organisatie: Agauchedelalune/ Aéronef, Lille

donderdag 10 januari 2008 01:00

Every second counts

Nieuwe aflevering in de reeks ‘snotneuzen maken wereldhit maar zijn verder volledig verwaarloosbaar’. Ook U heeft waarschijnlijk al tot vervelens toe de superhit “Hey There Delilah” moeten aanhoren, dus deze song moeten we u niet meer leren kennen en, geloof ons vrij, de rest ook niet.
Plain White T’s is het zoveelste talentloze poppunkbandje van dertien in een dozijn uit de States, genre Fall out Boy en Blink 182. ‘Every seconds counts’ staat vol met plastieken liedjes die zijn weggelopen uit de een of andere Amerikaanse tienerfilm. Dit is het soort slappe kost waar Amerikanen massaal hun geld aan uitgeven en die terug te vinden is in de hoogste regionen van de billboards. Zeer rendabel voor de platenindustrie, complete rotzooi voor de muziekliefhebber.

donderdag 10 januari 2008 01:00

Ash Wednesday

Knappe debuutplaat van deze Amerikaanse singer/songwriter. Perkins begeeft zich in het straatje van de folkpop en laat zich sporadisch bijstaan door een begeleidingsband die met behulp van trompet, vibrafoon en viool voor een mooie sound zorgen ter ondersteuning van diens akoestische gitaar. Elvis Perkins heeft duidelijk de namen van Nick Drake en Leonard Cohen in zijn notaboekje staan. Zijn songs en teksten zijn soms wat neerslachtig maar hebben tot ook steeds een opgewekt en positief tintje. Het is met name niet allemaal kommer en kwel, ook al heeft de man al wat meegemaakt (vader en acteur Anthony Perkins in ‘92 overleden aan aids en moeder overleden bij de 9/11 aanslagen). Mooie songs als “Ash Wednesday”, “Moon woman II” en, “Sleep sandwich” klinken toch hoopvol, en opener “While you were sleeping” is ronduit een prachtsong.
Perkins kan nog net niet het volledige album blijven boeien maar toch is dit een meer dan aangename kennismaking met deze nieuwe naam.

donderdag 10 januari 2008 01:00

Yes, U

Devastations heeft een album gemaakt die zich sluimerend in onze hersenpan nestelt en er hardnekkig blijft hangen. Een donker en bij momenten zeer onheilspellend album, maar o zo mooi. Het begint nog vrij opgewekt met het aan Secret Machines verwante “Black Ice” maar het wordt algauw zwaarbewolkt in het trage “Oh me, oh my” en een onweer dreigt en barst uiteindelijk los in de fuzz en distortion van “Rosa”.
Devastations zijn Australiërs en hebben niet alleen hun nationaliteit gemeen met Nick Cave, de weerbarstige sound doet immers meermaals aan de grootmeester denken. De songs van Devastations dreigen dikwijls om open te breken en doen dit dan uiteindelijk niet,  een spannende koppigheid houdt ze in bedwang. Ook het filmische karakter van het werk van Barry Adamson herkennen we in “The pest” en het instrumentale “As sparks fly upward” zou op zijn beurt niet misstaan op de soundtrack van een Franse film. “The face of love” is een mooie lovesong vanuit het desolate landschap tussen Nick Cave en Leonard Cohen.
Jawel, Devastations weten verdomd goed waar zich te nestelen. “An avalanche of stars” is ook zo’n parel, eentje die in het vaarwater drijft van het schandelijk onderschatte en inmiddels jammerlijk ter ziele gegaan Arab Strap. De prachtige tristesse van “The saddest sound” en van de instrumentale uitwaaier “Misericordia” doen deze plaat in schoonheid eindigen. In dit album willen we gerust verdwalen deze winter, we houden ons wel warm.

Pagina 99 van 106