Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025

Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025 events 2024 01-11 Monto space 02-11 Frank Boeijen 04-11 COOL presents Fred Wesley Generation 05-11 Zimmerman 07-11 Meltheads 08-11 New wave night: Fehlfarben 10-11 Protoje & Tippy I 11-11 Cool presents The Sugarman 3…

logo_musiczine_nl

Democrazy Gent - events

Democrazy Gent - events Concerten 2024 Steam: DLR, Voltage, Whatuonabout, Club Wintercircus, Gent op 16 november 2024 Nadine Shah + DJ Nadiem Shah, Club Wintercircus, Gent op 19 november 2024 Meridian Brothers, Compro Oro, Muziekclub Wintercircus, Gent op 20…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Johan Meurisse

Johan Meurisse

Vanavond trok de organisatie de kaart van punkrock, folk en grunge. Bands die pit en bedrevenheid combineren met een boodschap: De Heideroosjes, The Lemonheads en The Pogues (…met Shane MacGowan!). Hoewel, … de boodschap van de laatste twee bands namen we na de optredens met een korreltje zout, want de artiesten behoorden op het podium niet echt meer tot deze wereld.
Een ludieke, fijne afsluiter van de tiendaagse Lokerse Feesten, die zo’n 100.000 bezoekers aan de Grote Kaai mocht begroeten.

De Heideroosjes, onder Marco Roelofs,  zijn al van ’89 bezig en gaven als vanouds een stevige, stomende  set. Ze staan in voor melodieuze punkrock en hardcore onder diverse tempowisselingen, afwisselend in het Engels en het Nederlands, met maatschappijkritische bindteksten en het hart op de juiste plaats. Een punkattitude en een visie.
De Heideroosjes brachten in het voorjaar een nieuwe cd uit ‘Chapter eight golden state’ en toeren uitgebreid. Op de Lokerse Feesten hielden ze de vuist en middelvinger omhoog. “We’re all fucked up”, “Iedereen is gek behalve jij”, “Time is ticking away”, “Scapegoat revolution” en “Damclub hooligan” waren de meezingers. “I’m not deaf, I’m just ignoring you” was het lijflied.
Continu betrok Roelofs en z’n band het publiek bij de songs. Uit de nieuwe cd speelden ze “My funeral”, “I don’t wanna wake up” en het intieme “Ik zie je later”; Toch vreemd aandoend, Heideroosjes goes intiem. Met de “Johnny & Marina’s” blikten ze terug naar hun begindagen en Johnny Cashs “Ring of Fire” jaagden ze in een sneltempo erdoor. Sympathieke band.

Het was lang wachten op The Lemonheads, want eerst was er het vuurwerk, die in het centrum de Feesten besloot.

The Lemonheads, van songwriter/gitarist en zanger Evan Dando, doken  vorig jaar terug op met de titelloze comebackplaat. The Lemonheads herleefden na ruim tien jaar. Na ‘Car button cloth’ ging Dando spijtig genoeg roemloos ten onder door drank- en drugmisbruik.
The Lemonheads waren een belangrijke pijler in de grungepop van uit de Dinosaur Jr stal; Dando kon de meisjesharten sneller doen slaan door z’n lieflijke uitstraling en pakkende melancholische stem.
Hun comeback liet het beste vermoeden, maar Dando maakte er een potje ontregeld, rammelend potje van, met de pedaaleffecten op het verkeerde moment en een onvaste, soms vals klinkende stem. Een muzikale warboel die na een klein half uur z’n charme begon te krijgen. Een band die op het podium van de LF z’n repetities en gitaarjam rustig aan verder zette; Dando liet het niet nauw aan z’n hart komen. De subtiele songs (“It’s a shame about Ray” en “It’s about time”) uit de succesvolle platen ‘It’s a shame about Ray’ en ‘Come on Feel The Lemonheads’ lieten een beginnende band horen. “Rick James style (I don’t wanna get stoned)” en “My drug buddy” waren op het lijf gespeelde nummers vanavond! Recenter waren “No backbone” en “Poughkeepsie”, leunend aan Dinosaur.
Na een klein uur hielden Dando en de zijnen het voorbekeken; ‘Thank you, good night” schreeuwden ze kinderlijk. Een leuke boel was het daar vooraan! Toen Dando solo nog een paar nummers wou spelen, hadden ze vooraan al de versterkers uitgeplugd. Een verbaasde Dando, die op wat boegeroep werd getrakteerd en werd genoodzaakt af te druipen. Een spijtig voorval, maar wel een memorabel moment!

Na dit optreden konden we van Shane MacGowan en The Pogues ook nog wat verwachten. The Pogues waren één van de bepalende bands, die de folk medio de jaren ’80 een vooraanstaande plaats gaven in de poprock. ‘Rum, Sodomy & The Lash’, ‘If I should fall from grace with God’ en ‘Hell’s ditch’ waren drie puike platen van het Londense collectief. Creatieve spil Shane kon met z’n doorleefde, grauwe, melancholische Engelse dialectvocals de songs elan geven. Nadeel: Shane slaagde er niet meer in om de sets tijdens hun succesperiode te beëindigen door het overmatig drinken van whisky en cocktails, waardoor hij tenslotte uit de groep werd gezet (’91). Na het wisselvallig avontuur onder The Popes hoorden we een kleine tien jaar niks meer van hem  en The Pogues… en kijk, momenteel trekken The Pogues …met Shane op tournee!
Ze speelden een ‘best of’, waar de klemtoon kwam op de zwierige en speelse folkpop, waarbij Shane op en van het podium strompelde, als een Lanegan zich vastklampte aan z’n microstatief, een glas gin in de hand had, af en toe zwaaide naar z’n publiek en …de songs tekstvast bleek te zingen. Het was een prestatie meer dan waard om de ruim anderhalve uur durende set te vervolmaken. 
“Streams of whiskey”, uit hun debuut ‘Red roses for me’ opende de set, meteen gevolgd door “If I shoulfd fall from grace with God” en “Broad majestic Shannon”. De banjo, accordeon en tin whistle  gaven kleur aan de songs. Ze speelden op hun ‘best’ met “A pair of brown eyes”  “Kitty”, “Sayonara”, “Sunnyside of the street” en “Bottle of the smoke”; de klassieker “Dirty old town” werd luidkeels meegezongen, wat het enthousiaste publiek uit de bol deed gaan. “Tuesday Morning” werd vocaal aangepakt door Spider Stacey en “Young ned of the hill” door Terry Woods. “Sickbed of Cuchulainn” besloot de set.
De groep speelde nog een uitgebreide bis met de traditional “The star of the county down”, het sfeervolle “Rainy night in Soho” en de  feestelijke afsluiter “Fiesta”.

Er werd geschiedenis geschreven op de Lokerse Feesten: was Dando stoned en Shane dronken, de tweede kon tenminste een evenwichtige set bieden aan z’n publiek.

Organisatie: VZW Lokerse Feesten, Lokeren

dinsdag 14 augustus 2007 02:00

Make Another World

‘Hope is important’ (’99) was de debuutplaat van deze Schotse band, onder songschrijver Roddy Woomble. Het vijftal onderscheidde zich met vaardige en snedige gitaarrock door de fris, sprankelende emotievolle aanpak en een goede melodie. Het recente ‘Make Another World’ doet het ingetogen doch tegenvallende ‘Warnings/Promises’ vergeten en refereert aan het debuut en ‘100 broken windows’. Er zijn invloeden te horen van U2,  R.E.M., The Frames en een afgelijnde Guided By Voices. 
Meteen zit de vaart erin: een stevig, venijnig tempo op “Competition for the worst time” en “Everything as it moves”, die een mooi refrein en gedoseerde gitaarsoli hebben. Ze houden dit aan met “No emotion”, “If it takes you home” en “A ghost in the arcade”. De band klinkt geraffineerd en subtiel op de afsluitende track “Finished it remains” en de titelsong.
Woomble is een songschrijvertalent: “Future works”, “You and I are both away” en “Once in your life” zijn sfeervol en broeierig en hebben een puike opbouw. In de songs verloochent de band z’n folkroots niet, met als gevolg dat ‘Make Another World’ een gevarieerde poppy plaat is geworden.

dinsdag 14 augustus 2007 02:00

120 Days

Een aangename kennismaking gebeurde met de Noorse band 120 Days, die een combinatie bieden van pop, ‘80’s wave, dance, psychedelica, galm, fuzz en noise. 120 Days is een muzikale ontmoeting van Suicide, Joy Division, The Cure, My Bloody Valentine, Orbital, BRMC, Primal Scream en Archive.
De Noren maken er een intrigerende, filmische, donker dreigende brij van. Opener “Come Out, Come Down”, “Fade out” en “Be gone”  tonen al meteen wat de band in z’n mars heeft; muziek en stroboscoop effects. Een heerlijk groovend geluid hoor je op “Be mine” en  “Sleepwalking”. Hoogtepunten naast de opmerkelijke opener zijn “Get away” en “I’ve lost my vision”, gekenmerkt door een schitterende opbouw en eindigend in huiveringwekkende donkere distortion dance. Het instrumentale “Sleepless night” is een verademing.
De bonus cd heeft twee bewerkingen van songs in verschillende remixen, die er nog maar op duiden in welk een dansconcept 120 Days zich probeert te plaatsen.
Het Noorse band heeft een fris spannend debuut uit, waarin talrijke invloeden zijn te horen in een gepaste groove. Fijn debuut!

woensdag 08 augustus 2007 02:00

Folkdranouter 2007: zondag 5 augustus

ManManMan (Palace) Comedy en cabaret werden het afgelopen weekend sterk ontvangen. Het cabaresque duo ManManMan stond het ganse weekend met hun oude woonwagen opgesteld aan de ingang van Folkdranouter, waar een dertigtal mensen telkens hun voorstellingen konden bijwonen. Op zondag was het hoogdag en trok het duo naar de grote Palace tent.
Het duo trok de kaart van de ambiance door kolder, sketches en een aaneenschakeling van liedjes op akoestische gitaar, accordeon en contrabas. Ontspannend, leuk en spitsvondig, wat kon rekenen op heel wat respons, denk maar op ‘Hun bed van rozen’ en ‘Wij zijn niet mooi, maar wij bestaan’. 

Sergent Garcia (Kayam tent)
‘Sergent’ Bruno Garcia is van Spaanse origine, maar leeft in Frankrijk. Hij brengt een zomerse cocktail van pop, rock, reggae, salsa, ska, afro en Caribische klanken. Sergent Garcia  straalt de energie uit van Manu Chao’s Radio Bemba Sound System.
Een uitgebreid gezelschap, die swing en dynamiek brachten door toetsen, blazers en accordeon, opgezweept door dubbele percussie, sensuele danspassen en heupbewegingen, onder een spervuur aan raps en samenzang. Een exotisch geluid! Dit was ‘fiesta’ zoals folkpunkpopband The Pogues het in één van songs aankondigden.

Tom Pintens (Palace) Een klein half uur hielden we halt bij de intimistische Vlaamstalige pop van Tom Pintens. Al lang speelde het idee bij hem om een Nederlandstalige plaat te maken, die in het voorjaar werd opgenomen. Pintens is één van spilfiguren van Zita Swoon en stond al in voor het werk van Billie King. De muziek had een minimalistische aanpak van piano, gitaar, bas en een sober gehouden percussie, onder de bewerende zegzang van Pintens. Het voelde vreemd aan om Pintens in het Nederlands te horen. Een rustige, sfeervolle set.

The Levellers (Kayam tent) Het Britse punkfolkpopgezelschap uit Brighton, onder de tandem Chadwick/Miles, The Levellers, heeft een nieuwe cd uit. Ze bliezen beginjaren ’90 een verfrissende  wind in de folkrock. Op Folkdranouter was de groep al te zien, na desuccesvolle cd’s ‘Levelling the land’ (’91) en ‘The Levellers’ (’94). Het waren net de songs van deze platen die ervoor zorgden dat The Levellers overtuigden en het nodige enthousiasme in de grote tent brachten. ‘There’s only one way of life and that’s your own’, scandeerde het publiek. Een positieve uitstraling heerste er op “15 years”, “Beautiful day”, “Boatman”, “Dog train”, “Carry on” en “The game”; hoogtepunten waren “The liberty song” en “Riverflow”, bepaald door een begeesterend violist en een ontketende bassist.
Er was heel wat beweging in de tent en op het podium. Wat een ontlading. De mindere nieuwe songs waren een welgekomen rustpunt. 
Ze trakteerden ons nog op “The warning”, “Belaruse (wat refereerde aan Kris Kristoffersons ‘The Convoy’)  en “Devil went down”, wat de zomerse temperaturen in de tent bijna tot een kookpunt bracht. Tav de onverschillige set te Labadoux in 2005, was dit alvast een sterke terugkeer.

Arno (Kayam tent) kon alvast het feestje van The Levellers verder zetten; al 30 jaar is hij bezig en hij is nog maar weinig wilde haren kwijt. Als een Iggy slaagt hij er in om aanstekelijke, frisse en ingetogen funkende rock te bieden. Samen met z’n band beschikt hij over de  ‘jus’ (de box)  om de kaart van de ambiance en meezinggehalte te trekken.
Na het openingsnummer “Enleve” leek het er even op verkeerd te gaan, want de groep werd door een technisch probleem twintig minuten van het podium gehouden; maar de terugkeer was des te venijniger en door enkele zinspelingen vloog Arno er meteen in en leverde een pittig, snedige set af met enkele sfeervolle, ingetogen kippenvelmomenten als “Les yeux de ma mere”.
In het eerste deel grossierde hij in z’n uitgebreid oeuvre met “From Hero to Zero”, “Mourir à plusieurs”, “No job”, “Meet the freaks”, en “I’m not into hiphop”. Vanaf “Ratata” kregen we een Arno als vanouds, die van de ene grootse song naar de andere ging: “Que passa”, “Mon sissoyen”, “Bathroom singer”, “Ooh lala” en uitgesponnen versies van “Putain Putain” en “Les filles du bord de la mer” in de bis …als we nu niet ons volkslied kennen…

Think Of One (Kayam tent) Deze ‘Artist In Residence’ speelde in het weekend  op verschillende locaties op het terrein en kon besluiten in de grootse tent met hun multi-culturele sound van Balkan, world, zigeunermuziek en hoempapa, samen met hun Braziliaanse en Marokkaanse vrienden, wat het feest in de tent nog meer elan gaf. Een dosis avontuur en durf bleef behouden. Zelfs Brahim rapte mee. Alles kan en mag bij Think Of One.

Om middernacht sloot ’t Hof Van Commerce  in de Palace het festival af, die intussen tijd was omgedoopt tot een biertent pur sang. 
De West-Vloamse Izzegemse raps van de twee MC’s Buyse en Kowlier en de beats en sounds van draaitafelspecialist 4T4 blijven iets uniek om te horen. 
We zagen een ‘t Hof aan het werk met live band (bassist/gitarist, toetsenist en een drummer), waarbij zelfs 4T4 hier en daar een baslijntje speelde. ‘Ezoa en niet anders’, hun laatst verschenen plaat, maakte het drietal populairder dan ooit. Ze zetten met hun band het publiek naar hun hand met hiphopschlagers “Slaet ip min gat”, “Kom mor ip”,  “Zonder niet”, “Lop mo doaere”, “Niemand grodder” en “Dommestik en levrancier”. Brahim rapte een woordje West-Vloams mee.  Anderhalf uur leute en plezier, meer moest da nie zijn om Folkdranouter in 2007 in schoonheid te eindigen. Hoe hiphop, pop en folk elkaar kunnen vinden zonder “Totetrekkerie”.

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

dinsdag 07 augustus 2007 02:00

Folkdranouter 2007: zaterdag 4 augustus

Een gretige Absynthe Minded (Kayam tent) speelde een pittig, bedreven, gevarieerde set. De band, onder Bert Ostyn, bracht in het voorjaar hun derde cd ‘There is nothing’ uit, een combinatie van subtiel, uitgewerkte gitaarpopsongs, Balkanpop en grillige avontuurlijke pop, die onverwachtse wendingen kunnen ondergaan. Een hoofdrol was weggelegd voor de fors klinkende vioolpartijen van Renaud Ghilbert. 
Het vijftal legde de klemtoon op de recente cd met het fijne “On a plane”, een stevige “Stuck in reverse” en een avontuurlijk klinkende titelsong. Ouder werk was er met “To the boredoms dying slowly”, “I like you when you’re sad”, “Substitute” en het intiem, pakkende op “Mia” geënte “My heroics, part one”. Ze gooiden er een vleugje Balkan tegenaan op “The great height” en “I am a fan”.

Think of One
kwamen we tegen op de festivalweide. De ‘Artist In Reverse’  speelden op hun automobiel fanfare, hoempapa en zigeunermuziek, wat door de  voorbijgangers ferm werd gesmaakt.

Isobel Campbell & Mark Lanegan (Kayam tent), vergezeld van vier muzikanten, waren toch wel de vreemde eend in de bijt op Folkdranouter.  Onder het ‘Beauty & the Beast’ imago refereerden ze aan Nancy Sinatra & Lee Hazelwood en Nick Cave & Kylie Minogue: intieme luisterliedjes door een huiveringwekkende, dreigende sound door de engelen-/elfenzang van de Schotse Campbell en de grauwe, doorleefde vocals van Lanegan.
Een bruidspaar onstage, maar één van elkaar geen blik gunnen: Lanegan ratelde op coole wijze z’n teksten, ook wanneer Campbell giechelde toen ze op het eind van één van de songs haar tekst kwijt was.
De donker, lieflijke songs “Revolver”, “Deus ibi est” en “The false husband” werden mooi uitgebalanceerd en hadden een perfecte samenzang. Lanegan nam een hoofdrol op “I ll take care of you” (controverse naar Campbell?!), “Circus is leaving town” en “Little Sadie”; Campbell op haar beurt deed het op  “Saturday’s gone” en “Do you wanna come walk with me”. “Come on over” was een veelbelovende nieuwe song. Het duo besloot met het bluesy bebopachtige “Ramblin’ man” van Hank Williams. 
Lanegan & Campbell: twee verschillende werelden, met tussen hen een denkbeeldig ijzeren gordijn, hebben elkaar ontmoet op het podium.

Toumani Diabaté & the Symmetric Orchestra (Kayam tent) kon rekenen op erkenning door de samenwerking met Ali Farka Touré en Gorillaz. Ze zijn met Tinariwen en Amadou & Mariam de muzikale verademing binnen de afroworld pop. Samen met z’n twaalfkoppig gezelschap trekt de band uit Mali door Europa.
Diabaté werd aangekondigd als de Jimi Hendrickx van de kora, een speciaal snaarinstrument. De worldpop kreeg kleur door de dans en zang, opgezweept door een begeesterende djembé speler. De songs werden op die manier mooi uitgesponnen. Minpunt: de ietwat te lange vocale voordracht van Diabaté over z’n snaarinstrument.

Teitur (Flamundo) was één van de eerste artiesten uit de Faroer-eilanden die te Dranouter concerteerde. Fijnzinnige, pakkende singer/songwriterpop met een etno tintje, die aan de Ijslandse pop van Sigur Ros en Mum deed denken. 

Admiral Freebee (Kayam tent) treedt op in verschillende muzikale gedaantes. Tom Van Laere, in grunge plunje met houthakkershemd, had Bjork Erikson, een op Murph (van Dinosaur Jr.) lijkende drummer en zangeres Nina Babet mee. Op Dranouter kozen ze voor een semi-akoestische aanpak, maar de huiskamerpop klonk gaandeweg krachtiger en kon worden aanzien als een rock’n’roll tuinfeest. 
In een sober aangepast kleedje begonnen ze met “Admiral for preseident”, “Recipe for disaster”,  “Ever present” en “Oh darkness”. Enkele evergreens en meezingers als “Breath in, breath out” en “Hope alone” schroefden het tempo omhoog. Het was de aanzet van een finalereeks van een real rock’n’roll/americana feestje: “Living for the weekend”, “Einstein brain”, “Lucky one” en “Rags’n’run”. Glansrol had Nina Babet op “Boy you never found”.
Gelimiteerd of niet: het resultaat was een ontketende zanger en een uitgelaten publiek!

Sinead O’Connor (Kayam tent) zagen we twee jaar geleden aan het werk met de dubreagge techneuten Sly & Robby, in het kader van de cd  ‘Throw down your arms’. ‘Theology’ is haar nieuwe cd met sfeervolle en ingetogen religieuze songs, de leefwereld die de priesteres na ‘Universal mother’ (’94) er op nahoudt.
Ze speelde een afwisselende set solo en met haar band, die haar 20 jarige carrière overbrugde, gedragen door haar helder, emotievolle stem. 
Ze putte uit haar succesvolle platen ‘I do not want what I haven’t got’ , ‘Universal mother’ en ‘Faith & Courage’, in combinatie met een handvol nummers uit ‘Theology’.
Maar de set dito stem gingen wat de mist in door een erbarmelijke versterking,  wat een domper was om volledig te kunnen opgaan in haar muzikaal concept. De intieme songs “Healing room”, “Black boys on mopeds” en “Junkie lies”, gedragen door haar stem en akoestische gitaar, kwamen onvoldoende tot hun recht, wat een teneur was! Maar ze was goedlachs en onder de indruk van de respons. “Emperor new clothes”, “Stretched on your grave” en “Lamb’s book of live” waren een goede start. “Throw down your arms”  was de meest groovy, dansbare song met reggae tunes.  Naar een hoogtepunt ging het met “Nothing’s compares to U”, “Thank you for hearing me” en “In this heart”, haar lofbetuigingen aan God. “Something beautiful” en “If you had a vineyard”, uit ‘theology’, waren de mindere songs van de set.
Ze eindigde alvast in schoonheid met “The last days of our acquaintance”, “We people” en “Rivers of Babylon”, de spiritual, groots gemaakt door Boney M.   Sinead O’Connor: een uniek zangtalent, doch haar muzikaal religieus pad was effen, als de ‘goddamned’ geluidsversterking beter kon worden afgestemd…

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

maandag 06 augustus 2007 02:00

Folkdranouter 2007: vrijdag 3 augustus

De voorzichtige verhuis naar het nieuwe stuk terrein tijdens de vorige editie, werd positief ervaren. Het volledige festivalterrein bracht de organisatie naar één zijde van de weg, die samen met enkele pleintjes, de vele kraampjes en animatie acts een prachtig decor opleverde. 
Er was geen Clubtent of Cirque deze maal. Ze werden omgedoopt tot de Flamundo, de Palace en de Kring.
Folkdranouter bewandelt nieuwe artistieke paden, ‘the new tradition’, wat een ontdekkingstocht is van een rijke en gevarieerde programmatie.
De 33e editie van Folkdranouter was een groots succes met ruim 5000 meer bezoekers dan vorig jaar, 77000 in totaal.
Folkdranouter kon als vanouds rekenen op een zonovergoten, stralende driedaagse. Naast de muziek was de factor ven een leuke, ontspannende sfeer en gezelligheid de voornaamste troef.
Op vrijdag zette Bart Peeters de tent op z’n kop; wat een entertainer. Axelle Red mocht ingetogen de nacht besluiten. Op zaterdag waren Isobel Campbell & Mark Lanegan de vreemde eend in de bijt en had Sinead O’Connor te kampen met een erbarmelijk geluid, wat haar set deels de mist deed ingaan. Op zondag toonde Arno aan dat hij nog maar weinig wilde haren kwijt was, maakten The Levellers de brug tussen folk en poprock., en mocht Think Of One, ‘the artist in residence’, na ettelijke locaties op het terrein,  in de Kayam tent een feestje bouwen met hun multi-culturele sound.

Kadril (Kayam tent)
, onder de broers Libbrecht, zijn al zo’n kleine dertig jaar bezig en maakten al een evolutie door van folk, folkrock en luisterpop. Kadril is een niet te onderschatten band die het pad effenden voor de carrière van Patrick Riguelle en Eva De Roovere. Marilien Boussemaere is de nieuwe zangeres. ‘Mariage’ is het nieuwe muzikale project van dit uitgebreid gezelschap. Kadril speelde instrumentale als gezongen ingetogen en ietwat forser klinkende traditionele folkpop. De gepaste aftrap van het driedaagse Folkfestival.

The Tellers (Flamundo) is een Waals bandje die met de vorig jaar verschenen EP ‘More’ zich al onderscheidde. Het jonge viertal speelde een sober gehouden set van  sfeervolle, broeierige gitaarpop. De semi-akoestische aanpak werd sterk geapprecieerd, want de groep kon rekenen op een sterke respons in de behoorlijk gevulde (kleine) tent. Later op de avond waren ze nog te zien in De Kring.

Altan (Kayam tent) is een graag geziene band op het festival. De Ierse band rond Frankie Kennedy en Mairéad Ni Mhaonaigh (de vioolspelers van de groep) zakte al voor de vierde maal af naar Dranouter, en speelde een gevarieerde set van opzwepende en intimistische folk. Hun instrumentarium van accordeon, violen, akoestische gitaar en trom maakten hen de vaandeldragers van de Ierse folk, waarbij elke song z’n eigen verhaal heeft. De gezongen songs van Mairméad zijn sfeervol en de instrumentals waren aanstekelijk en werkten in op de dansspieren.

The Bony King Of Nowhere (Flamundo) zijn net als The Tellers een veelbelovend bandje van ingetogen, melancholische pop, waarbij de songs sober en minimalistisch gehouden werden. De verstilde pop, de overwaaiende vocals en de keyboards waren intrigerend. De Gentse band rond Bram Van Parys refereerde aan Low en Bonnie Prince Billy.

Bart Peeters (Kayam tent) zette de vorige keer de Kleine Concerttent op z’n kop. Bart Peeters is bezig aan een muzikale veroveringstocht van z’n ‘Slimmer dan de Zanger’ tournee; we waren sterk onder de indruk wat hij met z’n begeleidingsband presteerde. Een instrumentarium van viool, accordeon, gitaarspel en derboeké (een variant op de djembé) leverde een ambiancegeluid op van pop, rock, folk, jazz, balkan en wereldmuziek. Hij entertainde het publiek en zorgde voor een waar volksfeest! De Nederlandstalige songs met opzwepende bindteksten hadden een meezinggehalte en gingen erin als zoetekoek. Meteen was er een swingende start met de titelsong “Slimmer dan de zanger”,  “Ik wil je” en “Poolijs”. “Allemaal door jou” kreeg zelfs een André Hazes gestalte.
Hij bracht gastvocalisten Djarnel (een vleugje world op “Messias”) en buikdanseres Hadise (backing vocals op “De weg naar je hart”) mee. Dit was ‘sensualiteit’ boven de Axelle Red norm. Absolute hoogtepunt was “Liefde is alles”, toen Bart in het publiek sprong en de liefdesbetuiging van een jong koppeltje in de verf zette; vreugde en emotie… hand in hand samen.
Het tempo hielden ze hoog met een aangepaste versie van “I’m into folk” en “Heist aan zee”, waarin een hoofdrol was weggelegd voor violist/gitarist Emiel, die z’n danskunst tentoon spreidde. Bart eindigde in schoonheid met het fuifnummer “Aaaaa”: een feestje tussen de band, de guestvocalisten en het uitzinnige publiek. Geweldig tot wat deze volksmenner allemaal in staat was! De smaakmaker van het driedaagse festival!

Het Britse Starsailor (Kayam tent), de sympathieke band onder zanger/gitarist James Walsch, is telkens op de afspraak sinds de vorige cd ‘Silence is easy’. Een band zonder pretentie, die z’n opdracht volbracht van fijne melodieuze poprock. Een geslaagde set. Het waren vooral de oudere emotievolle songs als “Misguided fool”, “Alcoholic”, “Fever”, “Love is here” en “Good souls”, die het haalden van de recenter krachtige songs “In my blood” en “Counterfeit life”.
Walsch speelde een Stones song solo, en bekoorde  jonge meisjesharten met “Some of us”. “4 to the floor” lieten ze uitmonden in hun succesvolle beatversie. “Silence is easy”, waarin een “Dancing queen” ABBA-deuntje was verwerkt, besloot definitief het optreden. Starsailor stond garant voor een goed uur subtiele gitaarrock.

Het zigeunercollectief Think Of One (Flamundo), rond David Bouvée (de man met de NAFT pet) en Tomas de Smet, was elke dag te zien op een andere locatie op de festivalweide. Totaal onaangekondigd openden ze in de Palace het festival voor geopend. Die avond traden ze dan op in de Flamundo tent. Een muzikaal reisverhaal van aanstekelijke balkanpop, world, hoempapa en fanfaremuziek door blazers en percussie, wat een dampende party opleverde.

Axelle Red (Kayam tent) is al een kleine vijftien jaar bezig. Haar sfeervolle Franstalig klinkende pop, doorspekt van een soul en funky groove, wordt gedragen door haar breekbare, sensuele stem.
Op het podium stond een groot oud tv toestel met schotelantenne, refererend aan de eerste BRT beelden. De begeleidingsband kwam bijna regelrecht uit de ‘Memphis’ soul stal. “Sensuality” opende de anderhalf uur durende set. Haar recentste cd ‘Jardin secret’ kwam uitgebreid aan bod met intieme songs als  “Naive”, “Temps pour nous”, “Perles de pluie”, “Ce don’t le monde a besoin” en “Fruit defendu”. Het oude, bekende werk had meer vaart, waaronder “Le monde tourne mal” en “I had a dream”. “Je t’attends” was het kippenvelmoment.
Axelle Red trok de kaart van een uiterst sfeervolle set, wat een voorbeeld was van het brede concept van ‘the new tradition’ van Folkdranouter. 

Organisatie: Folkdranouter, Dranouter

dinsdag 07 augustus 2007 02:00

Cross

Justice is de nieuwe Franse danssensatie na Daft Punk en Cassuis. Het duo Gaspard Augé en Xavier de Rosnazy vielen voor de eerste maal op in 2003 toen ze Simians “Never be alone” remixten. In hun dance concept integreert het duo een pak invloeden en hakken ze het door de mallemolen. 
De mosterd werd gehaald uit de 2 Many DJ’s en Daft Punk stal: er is het DJ-en, de disco en vettige, schurende basses, de chemical breakbeats en bleeps, de Princefunk, de drum’n’bass van Rush/Optical/Grooverider, een vleugje punkfunk, electro, trance en ronkende noise. Door de dansnummers flitsen verder Mylo, Groove Armada, Air en de Britse new-rave rage van bands als The Klaxons en Shitdisco door ons hoofd. Het Franse duo maakt er een party van.
Ze reizen de wereld rond met een groot oplichtend wit kruis, dat op het podium achter hun draaitafels en computers wordt opgesteld. 
Op ‘Cross’ hoor je een resem danskrakers: “D.A.N.C.E.”, waarop ze beroep deden op de zangeres van The Go!Team, “Dvno” en “Phantom” (wat een mooie uitloper!) is stampende funk en dance, “Tthhee ppaarrttyy” wordt bepaald door een verbeten vrouwelijke rapzang, totally weirdo klinkt het pompende “Stress” en tenslotte is er “Waters of Nazareth”, de meest lawaaierige song met ronkende noise!
Het toepasselijke “Genesis” leidt de cd in met drum’n’bass, electro, funk en trance; het is een donker dreigende opener, die als het ware een nieuwe soundtrack kan zijn voor Battlestar Galactica; “Let there be light” lijkt wel een overstuurde Air on speed. “Valentine” is een aangename verfrissing, een sfeervol rustpunt! En het afsluitende “One minute to midnight” knipoogt naar de Eric Prydz bewerking van Pink Floyd.
Kortom, Justice is,  samen met Digitalism en Simian Mobile Disco, de nieuwe wind in techno en electro land! Let there be Justicerock.

dinsdag 07 augustus 2007 02:00

Jour De Chance

Het muzikale echtpaar Danny Mommens en Els Pynoo was na ‘Grand Prix’ (’05) op vele festivals te zien en maakte er een feestelijke boel van met hun aanstekelijke groovy no-nonsense electro’kitsch’pop; luchtige, dansbare en genietbare electropop, in het verlengde van vroeger werk  ‘Nuit Blanche’ en ‘Attaque Surprise’. Ze zijn de Belgische Jane Birkin en Serge Gainsbourg door de hitsige en zwoele (hijg/krijs) vocals van Els en de brabbelende zang van Danny. 
Op ‘Jour De Chance’ klinkt het duo gevarieerd, breder en meer rockgetint; een verademing: de kitsch van de voorbije cd’s is op het achterplan, wat inhoudt dat er real good gearrangeerde electropopsongs te horen zijn, onder Els’ verleidelijke stem, af en toe ondersteund door Mommens’ gebrabbel. 
“Aventures fictives”, “Mais”, “Tout va continuer” en “Stupid femme” verwijzen naar de ‘80’s wave van The Cure, DAF, Suicide en Psychedelic Furs. Deze keer horen we een paar ingetogen songs, die een sterke indruk nalaten: “La route” en de afsluiter “Love me, please love me” (oorspronkelijk van D. Polnareff, wat heel origineel gebracht is!).  “Tout fou”, “Une par une” en “Je suis fâchée” zijn de ideale Vive La Fête feestnummers. “Quatsch”, door Mommens alleen gezongen, refereert aan de ‘80’s Neue Deutsche Welle. 
Vive La Fête is geëvolueerd, klinkt rijper en heeft op die manier z’n meest  consistente plaat uit.

dinsdag 07 augustus 2007 02:00

Big

Macy Gray heeft al een bewogen leven achter de rug. Toen haar debuut ‘On how life is’(’99) verscheen, waren er nogal wilde verhalen van deze beloftevolle souldame; muzikaal counterde ze met freakende soulpop en funk, doorspekt van hiphop en jazz. ‘The id’ (’01) was een logisch vervolg. 
‘The trouble with being myself’  was een volgende stap in haar leven na haar turbulente jaren, een plaat die duidelijk aangaf dat ze rust had gevonden. Het materiaal had een breder concept en de songs waren sfeervol, broeierig en meeslepend. 
Maar vier jaar later heeft Gray haar beëindigde huwelijk te verwerken, en staat ze in voor de zorg aan de kinderen. Het thema wordt in verschillende songs weergegeven: “Strange behaviour” en “Treat me like your money”, waarbij ze niet mals is aan het adres van haar ex-man. 
Muzikaal kan de cd ingedeeld worden in drie stukken: er is de groove op de eerste songs “Shoo be doo”, “Okay” en op de twee songs met gastrollen van Natalie Cole (opener “Finally made me happy”) en Fergie (“Glad you’re here”), het tweede deel is intiem en sfeervol (“One for me” en “Slowly”) en het derde deel is fun, speelsheid en dansplezier door de beats: “Treat me like your money” (dat een vleugje Dead or Alive’s “You spin me round” bevat) en “Everybody”.
De songs worden ondersteund door orkestraties en toetsen, en de vrouwelijke backing vocals geven kleur aan haar gevarieerde soulfunkpop, gedragen door  haar doorleefde, krakerige stem. 
De productie was in handen van Will.I.Am, Ron Fair en Justin Timberlake.

dinsdag 31 juli 2007 02:00

Theology

Sinead O’Connor bracht twee jaar terug een popreggeaplaat uit ‘Throw down your arms’, die ze opname met Sly & Robby. Het resultaat was een freakende, groovy, broeierige religieuze sound. Haar optreden met Sly & Robby, gekoppeld aan de plaat, bleek de ideale gospel zondagsmis!
Sinds ‘Universal Mother’ (’94)  wuifde O’Connor grotendeels de muziekindustrie vaarwel, legde zich toe op religie en trok zich terug in een klooster. Haar liefde tot God en spirituele beleving leverde nog puik platenwerk af als ‘Faith & Courage’ (’00), een fijne popplaat, ‘The Gospel Oak EP’ en ‘Sean-Nos Nua’, geworteld in haar Ierse folkroots; ze bevatten naast eigen songs, originele bewerkingen van andermans materiaal. 
Ook de huidige cd ‘Theology’ is opnieuw zo’n voorbeeld van religieus getinte nummers. Het is een dubbelcd waarbij al het materiaal twee keer werd opgenomen, zowel met een volledige begeleidingsband (The London Sessions), als akoestisch (The Dublin Sessions).
The Dublin Sessions komt het sterkst uit de verf: intiem pakkende songs, gedragen door haar mooie, warme stem. Huiveringwekkend. Om kippenvel van te krijgen! Luister maar een naar “Something beautiful”, “Out of the dephts”, “Dark I am yet lovely”, “If you had a vineyard”, “33” en “The Glory of Jah”.
The London Sessions is een logisch vervolg op ‘Faith & Courage’, geraffineerde sfeervolle popsongs, die subtiel uitgewerkt zijn. Geslaagd, maar niet steeds overtuigend!
Haar bewerkingen van Curtis Mayfield “We people who are darker than blue”, de uit Jesus Christ Superstar gehaalde “I don’t know how to love him” en de door Boney M tot hit gemaakte spiritual “Rivers of Babylon” zijn op beide cd’s écht sterk en emotievol.
Hoe dan ook, we zijn en blijven onder de indruk van het zangtalent en de aanpak van Sinead die haar eigen ‘muzikaal religieus pad‘ kiest en bewandelt.

Pagina 178 van 180