Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025

Het Depot Leuven - concertinfo 2024 - 2025 events 2024 01-11 Monto space 02-11 Frank Boeijen 04-11 COOL presents Fred Wesley Generation 05-11 Zimmerman 07-11 Meltheads 08-11 New wave night: Fehlfarben 10-11 Protoje & Tippy I 11-11 Cool presents The Sugarman 3…

logo_musiczine_nl

Cactus Club, Brugge - concerts

Cactus Club, Brugge - concerts 2024 20-11 Owen Pallett 21-11 Nouvelle vague , Marine Quéméré 22 + 23-11 Compact Disk Dummies, Soft analog 24-11 Remembered for a while – the days of Nick Drake (ism Cultuurcentrum Brugge) 28-11 Aaron Blommaert , Rosann (Org:…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Johan Meurisse

Johan Meurisse

dinsdag 31 juli 2007 02:00

An end has a start

Editors, een kwartet uit Birmingham, onder zanger/songschrijver Tom Smith, viel al twee jaar terug op met ‘The Back Room’. Ze halen invloeden uit de huidige postpunk en ‘80’s wave van Joy Division, Echo & the Bunnymen en The Chameleons. Smith zelf noemt Michael Stipe als z’n voornaamste inspiratiebron. Whatever, de tweede cd is een toegankelijk album: het gejaagde tempo, de donker dreigende en beklemende sfeer is geraffineerd en subtieler. Poprockwave dus!
Het is een boeiende, afwisselende plaat geworden. Enkele songs refereren naar het debuut: de single “Smokers outside the hospital doors”, “Bones” en “Escape the nest”. Het tempo is omlaag geschroefd op volgende songs, die inderdaad aan R.E.M. refereren: “The weight of the world”, “The racing rats” en “Push your head towards the air”. “Well worn hand” is een pianoballad en sluit in schoonheid de plaat af. Onderliggend zijn er Coldplay trekjes.
De plaattitel ‘An end has a start’ kan geassocieerd worden met Joy Divisions ‘A means to an end’.
Het is een kwalitatief sterke plaat geworden van een band die een boeiende koers is ingeslagen en een schitterende toekomst tegemoet gaat.

dinsdag 31 juli 2007 02:00

Ex Drummer OST

Ex Drummer is één van de bekende werken uit het omvangrijke oeuvre van Herman Brusselmans, een verhaal over de wereld van de rock’n’roll, ver van de glitter en de glamour. Koen Mortier is de regisseur van de film, en verrast eveneens met de soundtrack, waarbij enkele bekende Vlaamse artiesten als Arno, Kowlier en Millionaire het hef in handen nemen; ze zorgen voor een paar originele tracks: Arno “Een boeket met pisseblommen”, Kowlier met de stoner’killer’song “De grotste lul van ’t stad” en Millionaire met de Devo cover “Mongoloid”.
Het is een soundtrack van noisy gitaarwerk (Lightning Bolt, Blutch en Millionaire), postrock (Madensuyu en Mogwai), donkere dreigende muziek (Isis), punk/hardcore (Funeral Dress), vettige rockabilly (Experimental Tropic Blues Band) en sfeervolle pop (An Pierlé & White Velvet en The Tritones). 
Op de soundtrack zijn dus een pak schreeuwerige songs te vinden, de link met  de film en Brusselmans’ persoonlijkheid?!

dinsdag 24 juli 2007 02:00

We know about the need (2)

Bracken is het muzikale project van de helft van het Britse indiecollectief Hood, Chris Adams. De muziek van Bracken knoopt aan Hood: sfeervolle, dromerige grillige pop, trancy beats en psychedelica klanken onder een zweverige (fluister)zang. Muzikale sfeerstukken horen we op “Fight or flight”, “Evil teeth” (de ideale zondagsmis) en afsluiter “Back on the calder line”. In die nummers doet Bracken aan Liars denken, en bengelen ze tussen toegankelijkheid en avontuur; een gematigder aanpak horen we kernachtige songs als “Safe safe safe” en “Four thousand style”. “Athroll slains” en “Heatens” schuwen knisperende elektronica en een dosis experiment niet.
‘We know about the need’ is een fijn gewaagd plaatje van Adams.


dinsdag 24 juli 2007 02:00

The bird of music

Au Revoir Simone, drie jonge deernes uit Brooklyn, debuteerden met de EP ‘Verses of Comfort, Assurance and Salvation’. Stemmige (indie)popelektronica, die veel aan de verbeelding overlaat door de romantisch sfeervolle klanken en de lieflijke meerstemmige zang. ‘The bird of music’ is een vervolgverhaal van de wegdromende muziek van de dames. Af en toe klinkt de drumbeat iets forser en meer uptempo, als op “A violent yet flammable world”, “Dark halls” en “Night majestic”. 
Voor wie houdt van de dames van Electrelane en Stereolab, Björk, Laïka, Mum  en Kings Of Convenience is dit een aanschaf meer dan waard.
dinsdag 24 juli 2007 02:00

Ma Fleur

The Cinematic Orchestra is een Britse band uit Londen onder Jason Swinscoe. Ze staan garant voor een sound van elegante schoonheid en sentimentaliteit. Ze graven een eigen weg binnen de intieme trippop, die af en toe iets krachtiger klinkt.
Het zijn dromerige, sfeervolle soms breekbare songs die in een filmisch decor passen. Trouwens, de kennismaking met deze band gebeurde met de soundtrack ‘Man without the moviecamera’ (een Russische stomme film in 2003).
Vijf jaar na ‘Every day’ heeft  Cinematic Orchestra  met ‘Ma Fleur’ het muzikale script klaar van een nog af te werken film…
Er zijn enkele gastrollen: Patrick Watson (“That home”, “Music box”), die doet denken aan Antony & The Johnsons, Lou Rhodes zingt op “Time & space”,  wat refereert aan het rustige werk van Lamb en haar vorig jaar verschenen soloplaat, en er is de soul van Fontella Bass.
‘Ma Fleur’ is een fijne, heerlijke sfeerplaat.
Te bezien op 9 oktober in een organisatie van Jazztronaut in de AB, Brussel.
woensdag 18 juli 2007 02:00

Dourfestival Dour 2007: zaterdag 14 juli

Het Franse Dirty Fonzy (The Last Arena) zegt invloeden te hebben van The Clash en Rancid, maar deed eerder denken aan onze eigen Janez Detd met hun melodieus onschuldige snedige punkrock/hardcore. Ze speelden een  pittig verzorgd optreden. 

Smaakmaker op het vroege uur was een ander Frans gezelschap Gomm (The Red Frequency Stage), die al een pak jaren bezig zijn, maar nog maar toe zijn aan een tweede plaat. Het viertal, waaronder een man - vrouw zang (drums - toetsen), verbaasde met hun weirdo postpunk, noiserock en psychedelica; Gomm situeert zich tussen de Yeah Yeah Yeahs,  Sonic Youth en de huidige sliert postpunkbands. Twee cd’s hebben ze tot nu toe uit: ‘Destroyed to perfection’ en ‘4’. Hun songs waren opzwepend, hadden onverwachtse wendingen en ondergingen diverse tempowisselingen, ondersteund door een afwisselende zang of een samenzang. De band verraste aangenaam met hun boeiende, ijzersterke set, en er was de zangeres, die totaal loos ging op haar keyboards en deed beddromen met haar gepassioneerde, sensuele zang. Beloftevolle band of waren ze dit al niet?!

Ben Westbeech (Clubcircuit Marquee) leek een herboren Johnny Hates Jazz figuur, en bracht een aanstekelijke mix van soul, funk en pop. Gaandeweg had hij het publiek in z’n greep door de groovende sound. “So good today”, “Dance with me” en “Beauty” zorgden voor een fijn setje. ‘Welcome to the best years of your life’ is de debuutcd, een titel die hij live onderstreepte. Z’n sympathieke uitstraling was als de nieuwe Mick ‘Red’ Hucknall van Simply Red.

Sioen (The Red Frequency Stage) bracht heel wat Vlamingen vooraan. Ook onze Waalse vrienden, waren te vinden voor de ‘jonge-meisjes-hartenbreker’; vakkundig gearrangeerde, indringende songs, gekenmerkt door een broeierige opbouw en gedragen door z’n warme, melancholische lichthese stem. “Too good to be true” was een muzikaal gevecht tussen violist Jeroen Baert en pianist Sioen. Sioen speelde een erg afwisselende set van emotievolle poprock, die op geen enkel moment verveelde: “Ready for your love” als eerste herkenningspunt, “Ease your mind” en “Who stole my band” de rockers, “Wild wild west” klonk grillig en avontuurlijk en “No conspiracy at all” was het intieme moment.

Joe Lally (
La Petite Maison dans la Prairie) maakte deel uit van de hardcore pioniers Fugazi, momenteel op non actief. Het solowerk van de bassist klinkt rustig. De band refereert nauw aan Morphine door Lally’s bas en een aan Dana Colley denkende sax. Een spannend, broeierige sound, met een dosis experiment en begeesterende saxpartijen.

The Frames (The Red Frequency Stage) komen graag naar ons landje. In het voorjaar speelden ze een drietal clubconcerten en ook op festivals zijn ze er bij (Dour/Boomtownlive). De Ierse band onder zangschrijver Glen Hansard spelen sfeervolle, dromerige songs, waarin een mate van dramatiek is verwerkt; live klonk het af en toe krachtiger. Luistersongs die soms aanzwollen, “Keepsake” en “God bless”, “Finally” klonk snedig en er was de uiterst sfeervolle aanpak, zoals op “Friends + Foe”. A good time gevoel hielden we over aan de broeierige set van de Ierse band.

Part Chimp (
La Petite Maison dans la Prairie) was muzikaal geënt op de stonerrock en grunge. Het drietal in houthakkershemden refereerden aan  Mudhoney, Kyuss en Sonic Youth: een pletwals van sluimerende stevige noisepop, doordrenkt van distortion, fuzz en een onverstaanbare zang. Een fel verbeten sound en noise uitbarstingen door de pedaaleffecten en in de rustige momenten zacht ingetogen.

Nicole Willis and The Soul Investigators (Clubcirquit Marquee) deed de temperatuur nog toenemen met haar warme, groovende soul/jazzypop. De echtgenote van Jimi Tenor deed ons herleven in de Motown sound van eind de jaren ’60. Ze stond garant voor een uiterst aangename, smaakvolle set. Gaandeweg was er meer swing in het optreden, kleur gegeven door een blazersectie, opzwepende percussie, intrigerende ‘70’s toetsen en de prachtig heldere soulstem van Willis. Puike set.

Het Amerikaanse tweetal Two Gallants (The Red Frequency Stage) ging van rauwe garage rock/blues, van gitaar, mondharmonica en drums, tot kippenvelmomenten door slides en soli. ‘What the toll tells’ was een meesterwerk vorig jaar. Live voelde het grootse podium misschien wat onwennig aan, wat niet belemmerde een snedig concert te geven; “Long summer day” en “Las cruces jazy” waren hoogtepunten. De handvol nieuwe nummers maakten ons nieuwsgierig naar de binnenkort te verschijnen nieuwe titelloze cd.

Michael Gira (
La Petite Maison dans la Prairie) lag aan de grondslag van de avantgarde/noise industrial sound die hij met Swans medio de jaren ’80 produceerde; met de jaren klonk Swans toegankelijk en introspectief. In ’97 werd Swans opgeheven en werkte Gira verder aan z’n record label Young God Rec. en z’n project Angels Of Light. Live hoorden we een voorsmaakje van nieuw solowerk; akoestische gitaar en z’n huiveringwekkende bariton stem droegen de intiem, broze songs. Af en toe refereerde hij naar de Swansperiode. Only for fans bleek het, want in de tent waren hoogstens een honderdtal aanwezigen. Emotievolle set.

Griots and Gods feat. The Young Gods & Dälek
(
La Petite Maison de la Prairie) zagen nog net voor hen één van de peetvaders van de industrial scene, Michael Gira.
Hun samenwerking was een avontuurlijke combinatie van donker dreigende (soms traag opbouwend) elektronische soundsapes en hiphop. Een intens, broeierige sound, die qua bezwerende, zwevende zang van Treichler en Däleks spervuur aan raps goed samen paste. Voor herhaling vatbaar!

Het Noorse trio Motorpsycho (The Red Frequency Stage) stonden als een Neil Young & The Crazy Horse opgesteld. Ze kregen ruim de tijd (bijna twee uur) om hun noise/postrock aan een breder publiek voor te stellen. Het drietal ging ervoor, stelde de recente dubbelaar ‘Black Hole/Blank Canvas’ voorop en blikte terug naar hun jaren ’80 muziek. De songs werden lang uitgesponnen, en er waren de begeesterende, bij het nekvel grijpende, gitaar- en drumsoli: zacht ingetogen of fel en scherp met gierende gitaren. Een kunstje beheerste, ontregelde en ontspoorde virtuositeit.

Notwist (
La Petite Maison dans la Prairie) was duidelijk geïnspireerd door de live set van Motorpsycho, want zij  gaven hun anders zo sfeervolle indie (elektronica)rock een stevige, harde tik. Het Duitse vijftal, onder de broers Acher, lieten songs als “Chemicals”, “Pilot” en “Pick up the phone” aanzwellen; Radiohead meets Tool en Pink Floyd? Door de donkere dreigende sound, noise en soundscapes viel dit te herkennen. Na ruim vijf jaar bleek de band er duidelijk zin in te hebben, klonken ze gretig en stonden ze op scherp. Benieuwd hoe hun nieuw materiaal zal klinken…

Girls In Hawaii (The Red Frequency Stage) is de populairste Waalse band. Het zestal uit Nijvel heeft nog maar één plaat ‘From here to there’ uit, en zal in februari klaar zijn met de opvolger. Meeslepende, broeierige en dromerige gitaarpop (soms met drie gitaren), sfeervolle toetsen en een zalvende stem. “Found the ground” en “The fog” gingen er in als zoetenkoek bij onze Franstalige vrienden en het handvol nieuwe nummers waren veelbelovend. De dEUS van Wallonië?!

Voor het alternatieve dansaanbod pendelden we heen en weer tussen Autechre (
La Petite Maison dans la Prairie),  Justice (Eastpak Core Stage) en Venetian Snares (La Petite Maison dans la Prairie).
Met een groot oplichtend kruis achteraan het podium maakte het Franse duo Justice een pompende mix van ‘80’s kitschdisco, breakbeats en drum’n’bass, waarbij tracks van bekende artiesten netjes werden verbouwd; het publiek was te vinden voor dit arty dansconcept
Autechre op z’n beurt bracht abstracte (knisperende) elektronica, bleeps en soundscapes. Een niet toegankelijk geluid, waarbij het Duitse duo binnen de dance nog steeds geen enkele toegeving heeft gedaan.
Venetian Snares, het alter ego van de Canadees Aaron Funk, slaagde erin op twee jaar tijd een vijftal platen uit te brengen van elektronisch vernuft, drum’n’bass, breakbeats, hardcore  en klassiek. Een staaltje experiment voor de ‘die hards’ onder ons!

Organisatie: Dourfestival, Dour

Archie Bronson Outfit is een graag geziene band in de Cactus Club. Het Londens drietal kwam al twee keer langs in een goed jaar tijd. Geen ‘Britse lookalike, maar mannen met baarden, lijkend op Grandaddy. Jon Spencer, The Kills en 16 Horsepower zijn referenties. Hun rauw, rammelende opzwepende rock’n’roll werd sterk ontvangen op het vroege middaguur. "Cherry lips", "Dead funny" en "Dart for my sweetheart" klonken stomend, pittig, bedreven en messcherp. Archie Bronson Outfit liet de muziek voor zich spreken. En meteen goed voor een bis! 

iLiKETRAINS verwerkt de ‘80’s wave van Joy Division en The Chameleons, en verbinden dit aan het netwerk van Interpol en de postrock van Explosions in the Sky en Mogwai. Ze debuteerden vorig jaar met ‘Progress-Reform’:  repetitief opbouwende songs, die aanzwellen door feedbackgeraas, bepaald door de bariton zang van David Martin.
“We bring dark music for happy people”. Ze startten als een traag op gang komende locomotief (trouwens de heren hadden oude spoorweghemdjes aan), maar kwamen op dreef met het herkenbare “A rook house from Bobby”.  Nieuwe songs als “We go hunting” en “Death of an idealist” en het afsluitende, lang uitgesponnen - met effectbejag - “Spencer Perceval”  maakten ons nieuwsgierig naar de binnenkort te verschijnen tweede cd. 

The Rakes, ook uit Londen trouwens, vat post in de tweede linie postpunkbands. Het recente ‘Ten New Messages’ klinkt geraffineerder en kan onvoldoende tippen aan het strakke debuut ‘Capture/Release’. Live zat de band verveeld met hetzelfde probleem. Een stevige start was er met “Terror”, “Retreat” en het herkenbare  “We danced together”. Na een matig middendeel klonken The Rakes strakker en krachtiger op  “22 grand job”, “Violent” en “Strasbourg”.  “Work work work” en “The world was a mess” hielden de band op dreef en gaven een fijne finale. 
De hoekige armbewegingen en de (veel te) grote zonnebril van de zanger deden denken aan Jarvis Cocker van Pulp. 

Horace Andy  & The Dub Asante Band: Horace Andy kennen we van z'n vocale bijdrages bij Massive Attack. Mans eigen werk is te situeren binnen een zomerse, relaxte sound van dub, reggae en pop; alvast een aangename verfrissing binnen het alternatief rockaanbod van de dag.

Mogwai
zijn één van de voornaamste exponenten van de postrock. Eerst werd Explosions in the Sky geopteerd, maar de band moest z'n tournee noodgedwongen tijdens de zomer afzeggen door familiale omstandigheden. Met Mogwai had de Cactus Club de peetvader kunnen strikken. Hun instrumentale, filmische sound wordt bepaald door een repetitief opbouwend ritme en opzwepende percussie: van lieflijke, beheerste tot fel uithalende, overwaaiende gitaarpartijen, met feedbackgeraas. Na enkele sfeervolle platen klinkt het recente 'Mr Beast' iets krachtiger. 
De band koos live voor een evenwichtige aanpak: sfeer en  intimiteit zoals op "Friends of the night" en "I know UR" met pianodeuntje en vocodervocals. Gaandeweg dreef Mogwai het tempo op, maar op "Hunted by a freak" liep het vroegtijdig mis; de band had wat tijd nodig om te herstellen, wat pas kon gebeuren met " 2 rights make 1 wrong". "Glasglow mega-snake" en "We're no here" waren een schitterende apotheose met een dosis fuzz, noise en distortion, waarbij de pedaaleffecten stevig waren ingedrukt. Mogwai begon langzaam, klonk wat moeizaam, doch eindigde pakkend en huiveringwekkend!

Het Franse Gotan Project zorgt voor een uniek geluid van Argentijse tango - elektronica. Twee cd's intrigeerden al: 'La revancha del tango' en 'Lunatico'. Deze muzikale formule klinkt loungy, zwoel, warm, aanstekelijk en dansbaar. De band speelde een overtuigende herhalingsoefening van hun twee sets in de AB, vorig jaar. Voor wie hen nog niet aan het werk zag, was dit alvast de moeite waard: tien personen op het podium (bandoneon, piano, strijkerkwartet, gitaar, een DJ en een elektronicatechneut), mooi uitgedost in witte avondkledij of in kostuum. De meeste songs werden door Cristina Villalonga gezongen, die met haar Zuiderse stem de warme partysfeer elan gaf. Op het achterplan waren talrijke projecties te zien en op de koop toe zagen we de leden van Calexico ("Amor Porteno")en de rappers van Koxmoz ("Mi confesion") op het scherm. Gotan Project kon rekenen op een sterke respons, wat hen alvast deugd deed. Gaandeweg klonk de elektronica forser en waren er meer beats: "Santa Maria", "Criminal" en het afsluitende "Triptico". op "El Norte" was er zelfs een vleugje afro, door de dubbele percussie.
Gotan Project speelde een groovy en innemende stijlvolle set. 

Ozark Henry mocht de tweede avond besluiten. De in het zwart geklede heren onder zanger/songschrijver en elektronicawonder Piet Goddaer brak definitief door in 2001 met de cd 'Birthmarks'. Vorig jaar verscheen de derde cd 'The soft machine' in deze rij, die de brug sloeg tussen pop, soul, elektro, triphop en soundscapes in een dromerig jasje.
De band deed de statische sets van vroeger vergeten en was deze avond in topvorm; we hoorden een meer swingende aanpak van beats en elektronica op de instrumentale opener "Echo as metaphor" en van het sfeervolle "Sun dance" op plaat. "Rescue me" liet elektronica en opzwepende percussie voor zich spreken! Goddaer maakte een pak dansbewegingen. Ze speelden een sfeervol middenstuk met gekende songs als "Sweet instigator", "Vespertine" en "Weekenders". "These days" en "Indian summer" dreven het tempo op, en ze dompelden "Intersexual" en "At sea" onder in dansbare grooves. Goddaer gaf de aanzet voor de after party met "La donna é mobile", wat een regelrechte Underworld stamper werd door z'n trancegeichte technobeats,  en "Word up", die de band uitwuifde. Ozark Henry koos na al die jaren uiteindelijk eens voor een verfrissende festivalaanpak.

Organisatie: Cactus Club, Brugge
Het Cactusfestival te Brugge was aan z'n 26ste editie toe. Het blijft één van de gezelligste festivals in één van de mooiste parken. Eén podium, diverse stijlen van muziek, heerlijk spijzen, animatie en ...sfeer, gemoedelijkheid.  Hear, See, Feel the world' luidt hun credo: een kleurrijk en multicultureel volksfeest en de versmelting tussen jonge en oudere bands.
Op vrijdag  kwam het festival maar echt op gang met de afsluitende band The Waterboys. Op zaterdag kwam de alternative rockliefhebber aan bod door Mogwai, was er het muzikaal tango-dans avontuur van het Franse Gotan Project en zette Ozark Henry de party doodleuk verder. Tenslotte was er op zondag nog het meest kleur in de affiche met het swingende Ojos De Brujo, het rockende Buffalo Tom, de zwoele meisjescocktail van Gabriel Rios en van de psychedelica weirdos The Flaming Lips. Wat een variëteit.

Dag 1: vrijdag 6 juli 2007

Mintzkov: traditiegetrouw opent een Belgische band het Cactusfestival te Brugge. De eer was dit jaar voor Mintzkov, die met de nieuwe cd 360° een strakker geluid biedt en op die manier nauw leunt aan de dEUSsound van broeierig bedreven gitaarpop. De band liet een goede en frisse indruk na. De winnaar van HRR, een paar jaar terug, was goed op elkaar ingespeeld en viel op met songs als  “Return & smile”, “One equals a lot” en de puike afsluiter “Hitman”.

José Gonzalez is een Zweedse singer/songwriter die met "Heartbeats” van The Knife z’n debuut plaat ‘Veneer’ glans gaf. Breekbare melancholische pop, bepaald door mans gitaarspel/-getokkel en stem. “Crosses” , “Heartbeats”, “Lovestain” en een uitmuntende versie van Joy Divisions “Love will tear us apart” waren de sfeermakers als Minnewaterdecor. In september verschijnt de nieuwe plaat ‘In our nature', en de paar nieuwe songs maakten ons nieuwsgierig. 

Soulsavers feat. Mark Lanegan
was één van de opvallendste samenwerkingsprojecten van het voorjaar: een combinatie van rock, soul, triphop en gospel. Het elektronicacollectief Soulsavers (Machin/Glover) deed beroep op Mark Lanegan die met z’n donker, grauwe stem kippenvelmuziek bezorgde. Lanegan verroerde geen vin op het podium, hij was a.h.w. vastgeroest aan z’n microstatief en keek schichtig om zich heen. Voor wie de man nog niet aan het werk zag met z’n eigen band of bij de projecten met Isobel Campbell en QOSA was het even schrikken. “Ghost of you & me” en “Revival” waren hoogtepunten. Ze dompelden ons onder in een leefwereld van een treurmis en zetten ons met één been aan de hellepoort! Maar na Lanegans vertrek op het podium na een goed half uur, was de kous ook af, wat een koude douche betekende. Een instrumental van het collectief besloot de set voortijdig. Een onverwachtse domper!

Het Amerikaanse collectief Cake, onder de charismatische songwriter John McCrea, brak midden de jaren ’90 door met de plaat ‘Fashion Nugget’: aanstekelijke groovy grungepop, door trompet en toetsen kleur gegeven. De laatste jaren dobberde de band muzikaal wat rond. 
“We are here to serve U” leidde entertainer McCrea de set in, maar was het nu door z’n gebroken rib of door de jetlag, ze speelden grotendeels een rustige, voortkabbelende, sfeervolle set, waarbij swing en dynamiek uitbleef! Grootse songs als "The distance", "Perhaps perhaps" en "I will survive" lieten ze links. De songs vielen live zwak uit, wat resulteerde in een (f)lauwe set, dito onthaal. Soms leken ze een loungy boombal band. Het waren “Never there “en de covers “Excuse Me”en “War pigs” die het vroegere venijn in de band naar boven haalden! 

The Waterboys,
onder Mike Scott, zijn in ons landje een geliefde band. Ze staan garant voor warm aandoende, sfeervolle en broeierige folkpoprock, bepaald door viool, dwarsfluit en Scotts fijne gitaarspel en z’n hese overtuigende stem. Onlangs verscheen ‘The book of lightning’, waarbij ze voorzichtig enkele nummers voorstelden waaronder “The crash of angel wings”. Het klikte alvast tussen Scott en het publiek; het was genieten van prachtsongs als "Glastonbury song", "When will we be married" en "The whole of the moon";  een snedige "Medicine bow" en "Fisherman’s blues" ontbraken niet! Deze jaren ’80 band slaagde er nog steeds in een bedreven emotievolle set te spelen.

Organisatie: Cactus Club, Brugge
dinsdag 10 juli 2007 02:00

Reunite

Hippoman is een vierkoppige band, die frisse, sprankelende en sfeervolle pop speelt, bepaald door de helder emotievolle stem van Didier Steenhout. De groep kreeg al een eervolle vermelding in de Provincieprijs van Oost-Vlaanderen 2006. 
De twee songs “Reunite” en “Live your life” zijn melodieuze broeierige gitaarpopsongs, ondersteund door piano en toetsen. ‘Spread happiness, build a better world’ is alvast het motto van een band, die leunt aan de sound van Joost Zweegers, Keane, The Fray en Sioen. Beloftevol kwartet!
Info op  www.hippoman.be

dinsdag 10 juli 2007 02:00

The Crane Wife

The Decemberists uit Portland, Oregon, onder zanger/songschrijver Colin Meloy, hangt muzikaal ergens tussen Belle & Sebastian, Arcade Fire en Sons & Daughters. Dwz broeierige, fijne pop! 
De vorige cd ‘Picaresque’ betekende de doorbraak in Europa. Al snel was de opvolger klaar. ‘The Crane Wife’ is de vertolking van een oude Japanse volksvertelling over een gewonde kraanvogel, die verandert in een bloedmooie vrouw. Meloys verhaal van ‘The Crane Wife’ wordt verteld in een muzikaal popfolk drieluik (ongeveer 15 minuten). Tweede drieluik is “The island - come and see - the landlord’s daughter” (twaalf minuten lang), een combinatie van pop, freefolk en progrock. De twee avontuurlijke nummers lijken het fundament voor een kortfilmpje. 
Meloy heeft een zwak om songs te schrijven over tragische figuren, ondersteund door een breed instrumentarium.
The Decemberists hebben een overtuigende, uiterst genietbare nieuwe cd uit van  knap gearrangeerd songmateriaal met een intense opbouw.

Pagina 179 van 180