Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks

Greenhouse Talent, Gent - volgende concertreeks Concerten 2024 - Noordkaap kondigt Winterthur aan, van 20 september 2024 t-m 15 februari 2025 - Clouseau van 20 december 2024 – 18 januari 2025, Sportpaleis, Antwerpen (125ste concert!) (+ extra concert op 19…

logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 18 + 19-12 DIRK. (allerlaatste show) 22-12 Spectra ensemble ism In Heaven @Kerk Sint-Denijs 2025 19-01 Scarbo ‘time unfolded’ 23-01 Jazz cats: Julien Tassin (double bill) (solo + Tassin/Hermia/Joris)…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Filip Van der Linden

Filip Van der Linden

donderdag 31 januari 2019 14:56

The Grave Brothers

The Grave Brothers, uit Gent en Antwerpen, bestaan reeds twaalf jaar en zijn nu pas toe aan hun eerste volledige album. Er waren al wel een split-album met ‘Adios Pantalones’ in 2013 en een EP in 2009, maar voor het overige moesten de fans het stellen met de liveshows. Dat er zo weinig output is voor een band met een puike reputatie heeft er natuurlijk mee te maken dat de leden van The Grave Brothers tegelijk in tal van andere bands spelen, zoals Fifty Foot Combo, The Mudmen, Demented Scumcats en Speedball Jr.
Het genre dat The Grave Brothers brengen, laat zich nog het best omschrijven als cowpunkabilly. Het cow-element komt daarbij van de op alle tracks aanwezige banjo van Tijl Van Buuren die nu eens melodie en dan weer lead of solo’s toebedeeld krijgt. Om maar te zeggen dat die banjo echt wel tot het DNA van de band behoort en dat het niet even snel een sample of een gastrolletje is. Aansluitend komt er nog wat cowboy-pathos om de hoek loeren dankzij stoere drinkliederen (“Drunk” en “Blood, Beer & Fire”). Psychobilly is ook niet echt ver af (“Death Is A Gift” en “The Crow Road”) en de resterende gaten worden gevuld met flinke dosissen punk, garage, bluegrass en rockabilly.
Het moet gezegd dat deze Gents-Antwerpse band heel zorgvuldig tewerk is gegaan. Het geluid klinkt op elk moment perfect, elk instrument zit op de juiste plek in de mix en elke song heeft inzake songopbouw en lyrics meer dan voldoende vlees aan het been. Hoogtepunten daarin zijn “Snake Struck”, “Under Locks Key” en “From The Hills Up North”.
Het is dan op het eerste zicht jammer dat er ook twee covers aan boord worden gehesen, vooral als er eentje bijzit van de (softe) countryrocker Dwight Yoakam. Toch is de versie van The Grave Brothers van Yoakam’s “This Drinking Will Kill Me” inzake sfeer één van de hoogtepunten van het album. Wat ze doen met “Mother Of Earth” van The Gun Club is dan weer iets minder spectaculair, toch krijgen ze nog een pluim om die band even uit de vergeetput van de muziekgeschiedenis te halen.
Dit album is zo sterk dat het ook te genieten is voor wie doorgaans een hekel heeft aan bluegrass of psychobilly.  

donderdag 31 januari 2019 14:37

Massa -single-

Derek & The Dirt verraste ons vorig jaar nog met een fijn comebackalbum (‘All Todays Words’). Dit jaar is er alweer een nieuwe single. “Massa” is geen Nederlandstalige song, de titel verwijst eerder naar de verbastering van ‘master’. En dan krijgt het een heel andere betekenis, natuurlijk. Want deze track werd geproduced door Vito Dhaenens, zoon van Dirt-frontman Dirk Dhaenens en zanger bij de Gentse rockband Vito. De lyrics gaan dan ook over het doorgeven van de muziekmicrobe.
“Massa” begint met een Afrikaans/tribal-intro die we niet gewoon zijn van deze Gentse rockband. Maar het vloekt ook niet met The Dirt 2.0, al is het maar nipt. Ook op ‘All Todays Words’ schuwde de band het experiment niet. Al snel komen de vertrouwde gitaarlicks van Pim De Wolf de overhand nemen. Gemeen, bluesy, vuil, schurend, en dan weet je dat je toch helemaal aan het juiste adres bent.
Derek & The Dirt gaat dit jaar op clubtour. Het zou mooi zijn om vader en zoon eens samen op een podium te hebben.

donderdag 24 januari 2019 14:58

Legends Of The Grail

De Franse folkmetalband Fenrir heeft met ‘Legends Of The Grail’ zijn tweede full-album uitgebracht. De band mixt opnieuw agressieve gitaren met violen en hoge vrouwenstemmen. Zoals de titel al weggeeft is dit tweede album een conceptalbum over Koning Arthur en de ridders van de Graal. Met dat thema zijn deze Fransen niet bijster origineel, vooral niet in de folkmetal, maar je kan soms beter terugvallen op bestaande thema’s die werken dan zelf een halfbakken nieuwe wereld te creëren die dan toch maar een flauw afkooksel van een bekend verhaal blijkt te zijn.
Vooral de violen van Elsa en Bruno krijgen een hoofdrol op dit album. Anders dan bij veel folkmetalbands spelen ze hier echt de ‘eerste viool’ en vervangen ze de vioolstukken de leadgitaar (thema’s en solo’s). In die mate dat ze vaak de zang naar de tweede plaats duwen.  Niet iedereen zal meteen mee zijn met hoge, ijle zang van frontvrouw Elsa. Die komt soms wat geforceerd over en is moeilijk te volgen zonder het tekstvel. Deze Franse band krijgt wel bonuspunten voor het nagenoeg foutloos Engels, zelfs met de juiste accenten en klemtonen. En nog eens extra bonuspunten voor de song in het oud-Frans (“Morgane” en “Dame Du Lac”. Heerlijk, dat taaltje.
Fenrir heeft een paar kleine minpunten: de meeste songs missen een pakkend, meezingbaar refrein, wat we toch wel verwachten in folkmetal. Het drumwerk is strak, maar mist de complexe structuren die de violen en gitaren wel hebben. Voorts mist dit album de strenge hand van een externe producer. Die zou bijvoorbeeld meer evenwicht kunnen brengen hebben in de gemiddeld tijdsduur van de songs. Folkmetal kan het wel hebben dat je een song oprekt tot vijf of zes minuten, maar dan kan je dat het best counteren met een paar compacte songs die slechts de helft zo lang duren. Hier heeft het iets van het overdadig uitmelken van elk muzikaal thema. Op het instrumentale “Brocéliande” zal je je daar nog het meest aan ergeren, tenzij je een onvoorwaardelijke fan bent van prog-folk.
We gaan niet enkel slaan, maar ook zalven: Fenrir blijft op dit album muzikaal ver weg van de clichés in het genre, wat op zich al een niet-geringe prestatie is. Niets lijkt zo hard op een folkmetalband als de volgende folkmetalband, maar niet Fenrir. Zij hebben prachtige en originele arrangementen en een songopbouw die hen als band herkenbaar maakt. Ze durven daarbij risico’s nemen op deze ‘Legends Of The Grail’ en meestal schieten ze daarmee in de roos (of toch maar net niet).  De beste songs zitten in het begin: ”A Red Sun Rises” en “Camelot”.

donderdag 24 januari 2019 14:45

Village People -single-

StuBru blijft het hardnekkig verkondigen: rock is dood en gitaren zijn passé. Nochtans blijkt telkens uit hun eigen Nieuwe Lichting dat rockbands wel nog populair kunnen zijn. Denk maar aan SONS en Equal Idiots. Eén van de rockbandjes die in 2017 net niet tot winnaar van de Nieuwe Lichting gekroond werden, was Black Leather Jacket. Hun “Troublemaker” van de EP ‘Criminals’ was nochtans catchy, vol vuur, potig en zelfs een beetje geil. Het was anderzijds net iets te klassiek en blijkbaar te veel rock voor de jonge hipsters bij het Stubru-publiek. Die kozen voor Tamino (terecht), the Lighthouse en Kai Wen (Kai Wie?). Wel waren we in die tijd niet helemaal overtuigd van die EP van Black Leather Jacket. Genoeg branie, maar net iets te veel clichés om goed te zijn.
Vandaag zijn we twee jaar verder en staat Black Leather Jacket opnieuw te bonken op de deur naar de grote Rockhemel, nu met met de single “Vilage People”. Die heeft al het goede van ‘Troublemaker’: de branie, het vuur en een overdaad aan testosteron.  Het is opnieuw een compacte, catchy garagerock-stamper in de traditie van The Paranoiacs, The Hives en The Ramones. Daar voegen ze nog aan toe: meer snelheid, een betere en ook net iets modernere songopbouw en een punky-meezingrefrein dat meteen blijft hangen. Een welgemikte ‘whohohohow’, dat werkt altijd.
Als deze “Village People” tot in de Afrekening van StuBru geraakt, is de raket van Black Leather Jacket meteen gelanceerd. Rockliefhebbers in Vlaanderen: U weet wat u te doen staat.

_

donderdag 24 januari 2019 14:37

Nightmares In Red

Het album ‘Nightmares In Red’ zou wel eens de zwanenzang kunnen zijn van de Braziliaanse all-female psychobillyband As Diabatz. Eind vorig jaar werd drumster Clau Sweet Zombie bij een show in Tijuana aangevallen door de zanger van een andere band omdat haar vriend een ‘fout’ T-shirt aanhad. Het was voldoende voor Clau om de hele psychobilly-scene en dus ook haar band op te geven. Waarop de twee resterende bandleden aangeven er ook nog weinig zin in te hebben.
Het zou jammer zijn dat As Diabatz er zou mee ophouden. Als all-female band zijn ze een welkome uitzondering in een toch door mannen gedomineerd genre als de psychobilly. Afgaand op de twee albums die ze uitbrachten bij het Gentse label Drunkabilly Records, behoren ze overigens tot de top in hun genre. ‘Nightmares In Red’ kan zonder blozen zijn plaats opeisen naast dat van pakweg de HorrorPops, Demented Are Go, Mad Sin of Batmobie.
De hoofdrol op dit album is voor zangeres/gitariste Baby Rebbel. Haar stem houdt het midden tussen een Spaanse furie en een onderkoelde grafstem. Vooral die laatste twist van verongelijkte monotonie geeft de lyrics over dood, gevaar, moord en mishandeling nog dat extra zetje om geloofwaardig te zijn. Als ze op het einde van openingstrack “My Nightmares In Red” vraagt om haar uit haar dromen te redden, ben je als luisteraar onmiddellijk bereid om daar op in te gaan.
Hetzelfde verhaal bij “Full-Tilt Boogie” waarin Baby Rebbel in de rol kruipt van een vrouw die haar partner vermoordt. Alleen al de manier waarop ze het zingt, zorgt dat je meer sympathie hebt voor de moordenares dan voor het slachtoffer, nog zonder de argumenten te horen. Benieuwd of we in deze MeToo-tijden net zo veel medeleven zouden hebben met de dader als dat een man zou zijn, maar dat is een ander paar mouwen.
Bassiste Killer Klaw is een zwaard dat aan twee kanten snijdt. Doorgaans legt ze rete-strakke ritmes met haar dubbele bas, maar af en toe verandert ze die naar glooiende, ronde, vrouwelijke baslijnen. Killer Klaw en Clau Sweet Zombie komen, ondanks of net dankzij de gitaarsolo’s van Baby Rebbel, het mooist tot hun recht op het instrumentale “Death Lurks On The Race Track”.
‘Nightmares In Red’ bevat eigenlijk geen enkel dieptepunt of vullertje. Dit trio laat nergens steken vallen. Het niveau van dit album ligt zo hoog dat het ook niet-psychobily-liefhebbers kan bekoren. Fans van punk, garage-rock en metal zullen deze rode nachtmerrie zeker weten te smaken. Wie nog een laatste zetje nodig heeft: As Diabatz sluit dit album af met een vermakelijke cover van Havana Affair van The Ramones.

donderdag 17 januari 2019 17:10

Prismism

Dave Keuning is de leadgitarist en mede-oprichter van The Killers, met wie hij tot nu toe vijf albums heeft opgenomen. 'Prismism' is zijn debuutalbum als solo-artiest. Toen hij zich opgebrand voelde door het toeren met The Killers begon hij wat muzikale ideeën die hij door de jaren heen had verzameld aan elkaar te koppelen in zijn thuisstudio. De bedoeling was om één song te maken, maar het werd een verzameling van 14 tracks waarbij Keuning alle instrumenten zelf heeft ingespeeld, behalve enkele drumpartijen. Hij is op ‘Prismism’ verantwoordelijk voor alle akoestische en elektrische gitaren en veel keyboards. Hij toont een fascinatie voor elektronische muziek die hij niet helemaal kwijt kan bij The Killers.
Keunings fascinatie voor elektronische muziek kan je in grote lijnen terugvoeren naar de synthpop van de jaren ’80. Niet de vaak gitzwarte undergroundmuziek uit die periode, maar de verhalende, smoothe popmuziek die toen de nationale radio domineerde. Denk aan Scritti Politti, Japan, Godley & Creme, Thomas Dolby, Hall & Oats, Howard Jones, The Psychedelic Furs, Womack & Womack, …
In zijn teksten graaft Keuning iets dieper dan zijn Killers-kompaan Brandon Flowers, maar tegelijk heeft hij het moeilijker om een pakkend refrein te bedenken. Keuning heeft ook niet echt een aaibare stem die je de songs insleurt, maar eerder een zeurderige, dromerige klankkleur. Op titelsong “Prismism” gebruikt hij een stemvervormer, maar dat brengt evenmin zoden aan de dijk.
Keuning kan wel perfect een popsong voor stadions en arena’s in elkaar knutselen. Dat hij dat eerder al deed bij The Killers, blijkt o.m. op “Boat Accident”, “I Ruined You” en “Pretty Faithfull”. Die hebben een duidelijk herkenbare Killers-stempel, al zijn ze net iets minder bombastisch dan volbloed Killers-songs. Het zijn overigens de betere songs van dit album, want als hij de afslag neemt naar de radiovriendelijke retro-synthpop, blijkt dat de kwaliteit eerder middelmatig is.

donderdag 17 januari 2019 16:37

Blue Beard (Or How He Lost His Cock) -single-

BØM’s eerste single (“Harlot”) verdiende op deze site reeds een dikke pluim. Op hun tweede single, “Blue Beard (Or How He Lost His Cock)”, gaan ze nog een paar stappen verder. Het is opnieuw een komen en gaan van potige blues, progrock en stoner, maar deze keer nemen ze daar ruim negen minuten voor. Dat toont dat ze alvast genoeg ambitie hebben (en compleet niet mikken op airplay).
Ze voegen ook nog iets toe aan het recept van “Harlot”. Ergens rond de zes minuten ver in deze track komt de breed uitwaaierende hardrock van Led Zeppelin even langs, die wordt afgelost door – opnieuw – Jimi Hendrix en Josh Homme.
We zijn streng. De ambitie om de volle negen minuten te kunnen boeien, wordt niet ingelost. Vooral aan de nochtans zorgvuldig (en mooi volgens de regels van de progrock) opgebouwde intro hadden die van BØM nog wel een minuut en iets meer kunnen afpitsen zonder aan de kracht en geest van het nummer te raken.
Ook in de productie scoren ze minder dan op “Harlot”, omdat het drumgeluid hier net iets minder zorg en liefde kreeg. Maar dat zijn schoonheidsfoutjes waar we een jonge band niet willen op afrekenen. Onthoud dus toch vooral dat deze “Blue Beard” nog altijd meer dan zeven minuten luistergenot biedt voor alle fans van stoner en prog.

donderdag 10 januari 2019 15:36

Albedo EP

De Nederlandse metalband Shuulak is een fenomeen dat je ook live moet gezien hebben om het hele plaatje te snappen. Muzikaal zit deze band op het kruispunt van Leave’s Eyes en Kamelot met in de mix vooral snelle heavy metal, en ook wel wat prog en thrash. Op ‘Nigredo’, hun EP van vorig jaar, kregen we reeds knappe composities, een sterke zanger met stevige cleane vocalen en het betere, agressieve gitaarwerk voorgeschoteld. Met ‘Albedo’ hebben ze drie nieuwe tracks klaar die ze als single releasen via Bandcamp.

“Hunter’s Moon”, de eerste track, doet me een beetje denken aan een huwelijk van Queensrÿche  en Iced Earth. Hier opnieuw een heel sterke songopbouw, met het betere riffwerk als extraatje. Het mysterie van de bandnaam en logo houden ze nog wat aan in de lyrics. Op “The Meek” voeren een lekkere groove en flink wat melodie de boventoon, in zodat ze hier uitkomen bij moderne, alternatieve heavy metal. Ergens voorbij halfweg komt er nog wat prog-thrash aansluiten. Slotnummer “Albedo”  is een track met enkel piano en de heerlijke cleane vocalen van Bastiën. Deze track klokt af op nauwelijks een minuut en heeft daardoor veel weg van een interlude of een intro.
Shuulak kwam al een paar keer naar Vlaanderen om live te spelen. Hopelijk brengen ze bij één van hun volgende doortochten snel een volledig album mee.  

donderdag 10 januari 2019 15:20

Stand And Fight EP

Dirty Toy Company komt uit Vlaams-Brabant en brengt ons old-school hardrock. Denk aan Guns ’n Roses, Mötley Crüe en Bon Jovi. De band, die pas sinds kort een vijfde bandlid heeft, bracht zopas een EP uit bij Cyran Records.
De EP ‘Stand And Fight’ telt vier songs. Openingsnummer is de potige titeltrack “Stand And Fight”. Dit is meteen het meest rauwe nummer van de vier, met onderhuids een militante punk/hardcore-vibe. Met die pompende, rollende baslijnen zit deze track het dichtste tegen metal aan. Helemaal op het einde komt zelfs een grunt langs. “Over The Horizon” is in de lyrics een opeenstapeling van clichés over onderweg zijn. Maar dat buiten beschouwing gelaten is het een compacte, snedige track.
“Nebula” is een moeilijke. Hier geen clichés, eerder het omgekeerde. Maar of de gemiddelde hardrocker zich iets kan voorstellen bij “I’ll take you to the Nebula”, is nog maar de vraag. Een mooie intro overigens die openlijk hint naar “Paradise City” van Guns ’n Roses, terwijl de rest van de song eerder leunt op Bon Jovi en Aerosmith. Hier valt ook op dat de zanger wat moeite heeft om te overtuigen als het totaalvolume van de band niet op volle kracht staat. 
“I Hear The Wind” is misschien wel het beste nummer van deze EP. In het eerste deel komt er tongbrekend veel tekst langs, maar in de tweede helft kan er – eindelijk – instrumentaal ongeremd en vermoedelijk wijdbeens gesoleerd worden.
Hardrock is wereldwijd en ook in Vlaanderen aan een revival bezig. Deze Dirty Toy Company is één van onze troeven voor de toekomst. Als ze hun tijd nemen om dat eerste volledige album op te nemen, wordt dat vast een knaller.

maandag 31 december 2018 18:39

Dirt-A-Gogo neemt afscheid in stijl

Dirt-A-Gogo, de hardrockabillyband uit Amersfoort, speelde zopas zijn afscheidsshow in de Elpee in Deinze. De aankondiging van het opdoeken van de band kwam er enkele dagen voor de benefietshow voor de vrienden van Whiskeydick. Hopelijk gaat de band enkel even de koelkast in en pluggen ze binnen een jaar, of twee, opnieuw de gitaren in de versterkers.

Toen Dirt-A-Gogo zeven jaar geleden begon met hun bandje, kozen ze voor hardrockabilly: rockabilly met flink wat hardrock in de mix. Ongebruikelijk, maar het slaat aan bij een publiek van metalheads en rockabilly-fans. De voorbije zeven jaar veroverde deze Nederlandse band met veel zweten en zwoegen en enkele fraaie albums binnen- en buitenland. Vorige zomer stonden ze op Wacken Open Air. Een fraaie prestatie, maar ook één die de bandleden tot terugkijken, vooruitkijken en bezinning bracht. En daarom gaat de stekker er (even) uit.

Eén van de bevriende bands van Dirt-A-Gogo is het Amerikaanse Whiskeydick. Dat Texaanse duo speelt een akoestische mix van heavymetal en honky tonk-blues. Als Whiskeydick in Europa komt spelen, zijn die van Dirt-A-Gogo altijd wel in de buurt. Elpee is/was een vaste halte voor beide bands. Eén van de leden van Whiskeydick was onlangs wat op de sukkel en daarom zetten ze in de Elpee een Warmste Week/Maand op. Een benefietshow van Dirt-A-Gogo kan dan niet ontbreken en daarom stonden ze op zaterdag 29 december op het podium van de Elpee.

Dirt-A-Gogo zette een moddervette show neer in Deinze. Vooral zanger Youri en gitarist Marco hebben er een memorabele avond van gemaakt en gingen zelfs in op stripteaseverzoekjes van enkele vrouwelijke fans. Bassist John Watermeloen, doorgaans één van de smaakmakers in de shows, stond bij aanvang wat met een lang gezicht op het podium, of was hij helemaal gefocust op zijn staande bas? Naarmate de avond vordert, krijgt hij er alsnog schik in. Hij sleurt dan naar goede gewoonte zijn immense bas alle kanten op en zwaaide die  zelfs even boven z’n hoofd.
“Take You For A Ride” mocht de set in Deinze openen. En of ze het publiek getrakteerd hebben! Het publiek was meteen helemaal mee. Dirt-A-Gogo toonde nog één keer, vol passie en overgave, waar ze zo goed in zijn: stevige, snedige rockabilly, met behalve wat hardrock ook nog wat glampunk erbij. Na “Take You For A Ride” volgden nog  klassiekers als “Goddamned”, “Sick In The Head”, “Gasoline” en “Psycho Fuck”. Het publiek wachtte in de reguliere set tevergeefs op een Whiskeydick-nummer. De band had wel het plan om er een paar op verzoek te brengen, maar in het heetst van de strijd en met het afscheid van de band in zicht verschoof dat plan naar de achtergrond.  Wel kregen we nog vurige versies van “Drinker” en “You Gave Me Nothin”. De klassieke afsluiter, “Kickstart My Heart” van Mötley Crüe, werd gevolgd door nog één toegift: “Go Down”.

Als Dirt-A-Gogo opnieuw bij elkaar komt, zal een afspraak in de Elpee zeker en vast op het programma staan.

Organisatie: Elpee, Deinze

Pagina 96 van 109