PIL - Muzikaal Tijdloos (K)Rakend
Public Image Ltd (PiL), The Rats
Het excentrieke enfant terrible van de 70s punk, John Lydon, weet met regelmaat de stekker in te pluggen met z’n PiL, nu na een kleine tien jaar met het onlangs verschenen ‘The end of the world’, die elegante schoonheid, grimmigheid, weemoed van het alternatieve met het luchtige verbindt. Een 45 jaar muzikale carrière, anderhalf uur geperst in een intrigerende, boeiende, ingehouden spannende set, die het roemrijke, leerrijke, creatieve, avontuurlijke linkt aan het aangename, toegankelijke met de wijsvinger vooruit en de middelvinger omhoog. Tijdloos dus, die vooral het sterke muzikale verleden naar het hier & nu brengt.
Er sijpelt dus nog af en toe werk door van PiL, het gezelschap rond John Lydon, die de Sex Pistols-punk omboog naar een avant-gardistisch (post) punkgeluid. De band opereert in z’n meest stabiele bezetting en zet zelden een roze bril op in z’n kijk op de wereld. Lydon en C° worden nog steeds sterk gewaardeerd voor hun kunde. Onlangs had hij nog het verlies van z’n vrouw Nora te verteren door de ziekte van Alzheimer.
In die bezetting van vier hebben we drummer Bruce Smith(Pop Group, Rip, Rig & Panic), Lu Edmonds (The Damned, Shriekback), Scott Firth (Little Axe, Elvis Costello) en haantje-de-voorste, Lydon, die als punknar met een weelderige bos bloemen aan z’n pak, de tekstvellen voor zich, het geheel dirigeerde en delegeerde.
De heren weten als geen ander de postpunk te combineren met dub/tribal/elektronicaritmes, in een repeterende, mooi opbouwende, toegankelijke als weirdo, grimmige, bezwerende hypnotiserende groove.
“Penge” van het recente album, opende de set en bracht ons op gemoedelijke, ontspannende wijze in die aparte, unieke PiL sfeer; een ietwat theatraal nummer, gedragen door de punky vocals en fijne samenzang. We kregen er iets later nog van “Being stupid again”, die leuk maatschappijkritisch klonk.
‘The Metal Box (second edition)’ van PiL uit 79 was er eentje om in te lijsten en hieruit kregen we drie puike, overtuigende nummers te horen . “Albatross” , ruim tien minuten lang , door die -in alle variaties -declamerende zegzang, vast en onvast, de repetitieve opbouw , de donkere groove en de adrenalinestoten, bepaald door die diepe, ronkende basstunes (als vanouds Jah Wobble!), de scherpe gitaarcapriolen en de bezwerende percussie, met een zwevende elektronicatune bovenop. Verderop “Poptunes” , die opviel met z’n kronkelende bas en gitaar, die de indiescene kon uitvinden, en in het laatste deel van de set “Memories” , eentje die ons linkt aan het TC Matic avontuur , door de messcherpe gitaar en het diep dubbend, funkend basritme. Tja ver z’n tijd vooruit waren deze songs, als je ze qua sound nu terug hoort.
Een ‘wow’ effect hadden we hier, een ‘Waardig Ouder Worden’ misschien , ook al mocht het eens kraken in ons gestel; de oude nummers hielden meer dan stand en wisten ons nog steeds te verbazen; ze mogen dan een wat slower, lomer tempo hebben , omgeven van allerhande worldgrooves zijn ze nog relevant, aangenaam , irritant, spannend; de doorbraak “This is not a love song” en “Death disco” werden aangepast in de kenmerkende stijl en muzikale ervaring van de bandleden.
Als een hogepriester stond hij te zwaaien op de muzikale experimentjes en onverwachtse wendingen van” Flowers of romance” , eentje die in de muzikale gekte past van Suicide of Swans .Wat een zondagse hoogmis beleefden we.
Ademruimte en luchtigheid was naar het eind met een “The body” en “Warrior” (van plaatwerk ‘Happy’ en ‘9’), die ergens op hun beurt de hand reikten met The Bollock Brothers van toen.
In een ‘The Young Ones’- stijl, wist Pil ons te raken , de vijftigers en zestigers als publiek , die één van hun favoriete bands en artiesten van weleer konden terugzien . Lydon en C° konden steeds rekenen op een welgemeend, beleefd applaus.
De dansspieren en de heupbewegingen werden optimaal aangesproken in de radiovriendelijke bis van “This is Pil” , “Open up” (remember Leftfield’s versie ), minder heftig, pompend, maar nu meer met een psychedelische groove en op “Rise (van ‘The album’), met een meezinggehalte door ‘anger is my energy’; iets waar Channel Zero zich later op vastpinde.
Van jeugdig idealisme naar kritisch realisme tot ‘leef zoals het komt’ … Muzikaal Tijdloos (k)rakend en Cultureel Erfgoed, die eind 70s – mid 80s toonaangevend waren, en nu zondermeer aantonen dat het oude met het nieuwe verenigbaar klinkt. ‘That was then , this is now’ … PiL …
Support was het Gentse The Rats , groepsnaam ontleend aan die garagepunk van de Amerikaanse naamgenoot uit de 70s. Die (oude) garagepunk met hun Britse postpunk en wave vindt hun weg in een handvol snedige, gebalde, gedreven , expressieve, rollende gitaarsongs, met Emile (vroegere recensent Musiczine btw!) , die met z’n indringende blik en ogen en op z’n Libertines/Doherty’, de songs vuurkracht biedt.
Ook hier maatschappijkritiek van het kwintet in nodige frustratie , die veel overlaat aan onze verbeelding. Leuk Imponerend , rake klappen uitdelend, en muzikaal als een Meltheads, gelinkt aan de huidige Britse postpunkscene.
Deze jonge gasten konden rekenen op een warme respons van het oudere publiek en hun eigen jonge fans. Het deed hen deugd en ze waren hoedanook uitermate content dat ze hier als support konden staan van één van hun idolen.
Organisatie: Democrazy, Gent