The Libertines - Standvastige set van speels, ongedwongen Britse garagerock’n’roll
Een leuk, ontspannend, evenwichtig concert zagen we van de Britse Libertines , rond Peter Doherty en Carl Barât, toe aan hun tweede reünie in hun 25 jarige carrière. We kregen van deze vier veertigers speels, ongedwongen garagerock’n’roll te horen, die elkaar terug vonden en nu (uit)eindelijk op hun best en sterkst speelden!
Apart bandje toch, die Libertines, uit de Britscene; in een soort ‘je m’en fou’ reizen ze muzikaal doorheen de Engelse rijke muziekhistorie; ze gingen op de koffie bij The Jam, Ian Dury, Buzzcocks, The Clash en keken op naar een Supergrass, net vóór hen.
Kenmerkend voor Libertines zijn songs die soms nooit echt helemaal afgewerkt klinken, maar altijd bijzonder catchy, fris en spontaan klinken; rudimentaire, rauwe, venijnige rockers of prachtig sfeervol, rommelig, licht weemoedige nummers.
Ook vanavond kregen we anderhalf uur lang een backcatalogue die de bredere aanpak onderstreepte van een band die nu live goed voor de dag kwam, en gretig, gedreven, gemotiveerd speelde, genoot van elkaar en van de respons. Het was ooit anders, waarbij ze nogal wisselend, gedesinteresseerd bezig waren, zeker met de vroegere historiek van Pete, de spanningen met Barât enz. ; zelfs vorig jaar nog, toen ze één van de avonden op Cactusfestival beetje erbarmelijk afsloten.
Vier platen hebben we van deze ‘Young ones’, zo waren ze eigenlijk wel te zien op het podium vanavond, Pete als een gentlemen, Carl als de doorleefde rocker James Dean vs Sid Vicious, bassist Hassall met open bedrukt hemd de punkscene uitstralend, en tot slot Powell, die als het ware net terug was van een loopwedstrijd met z’n felle gele sportieve kledij.
Muzikaal nu … Er werd afwisselend geput uit die twee opzienbarende platen uit de nillies ‘Up the bracket’ en ‘Libertines’ en het binnenkort te verwachten ‘All quiet on the eastern esplanade’, die hun tweede reünie inluidt, en ons al wist te intrigeren met drie singles “Run run run”, “Shiver” en “Night of the hunter”. Sporadisch werd de set aangevuld met eentje uit 2015, hun eerste comeback met de plaat ‘Anthems for doomed youth’. Voldoende interessant muzikaal voer dus …
Barât en Doherty, hun sympathieke rommeligheid siert een beetje een rebelse punkspirit; het rockte, rolde, het kraakte, rammelde, het raakte, een aanpak van een ruwe bolster met een blanke pit, twinkelend, sprankelend, spaarzaam, sober, elegant en bovenal heerlijk genietbaar door het elektrische, akoestische tokkelende gitaarspel, de diepe, ronkende bas en de opzwepende, zwierige en zalvende drums.
Met doorbraaknummer “Up the bracket”, als opener, knalde het meteen, het Libertines credo bij uitstek, ruim twintig jaar backintime; overtuigend ging het verder met de garagerock’n’rollende “Vertigo”, “Run run run” en “What became of the likely lads”. De zang van Doherty moest eerst nog wat z’n weg vinden, deze van Barât was direct ok. De zangpartijen vulden elkaar aan of wisselden elkaar af.
Het zat allemaal wel goed in elkaar en tekende een homogeen, evenwichtig optreden. De huidige single “Night of the hunter”, ondersteund van een tweede gitarist en weliswaar zonder die Morricone inslag, klonk zalvend, sfeervol.
Libertines hadden dus een fijne keuze gemaakt in hun materiaal en bleven bij de leest. Het recentere “Shiver”, “Mustangs”, “Heart of the matter” meten zich met oudjes “The boy looked at Johnny”, “The delaney” en “What a waster”. De akoestische gitaar en mondharmonica konden af en toe eens worden bovengehaald op een “Music when the lights go out”, “Can’t stand me now” als op “Night of the hunter; onafgewerkt ruw, rammelend vs afgewerkt, subtiel melodieus; broeierig, extravert, ingenomen, zacht.
Al snel was op die manier het eerste uur voorbij. Het publiek was enthousiasmerend en dit straalde op het kwartet af, die hun publiek steeds hoffelijk dankte .
Er mag al veel gezegd en geschreven zijn over Doherty-Barât na al die chaos en spanning, het zijn twee muzikale genieën die elkaar hebben teruggevonden en met z’n vier vormen zij nu een hechte band.
De band is hier populair, de Fransen dragen ze op handen, misschien wel omdat Doherty, die sinds zijn Franse Puta Madres (met Frédéric Lo) avontuur (na Babyshambles en solo) zich momenteel in Normandië heeft gevestigd.
Het integer rockende “France” van Barât werd sterk onthaald in de bis, het spannende “Gunga din” volgde en met “The good old days”, opgewarmd door een ferme drumsolo en “Don’t look back into the sun”, kregen we twee kopstoten in doel.
Hier stond een Libertines op scherp en op hun best; de jaren op de teller zorgden voor spontaniteit, speelsheid, homogeniteit en standvastigheid. Dit was er eentje om te onthouden en in te kaderen van deze Libertines!
Organisatie: Aéronef, Lille