logo_musiczine_nl

Cactus Club, Brugge - concerts

Cactus Club, Brugge - concerts 2024 08-09 Hotwknd: Zinger (ism Brugge Plus) 16-09 Hollow coves, Teun 21-09 Senses fail, Saves the day, Youth foutain (ism Eye spy) 25-09 Equal idiots (try-out) 28-09 Dub revolution: Channel one with Ras Sherby, Indica dubs…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Korn - Lokerse ...
Concertreviews

Vitalic

Vitalic - Tout droit, tout dance

Geschreven door

Show your discomoves, baby ! Dat denkt de Franse dj Vitalic voortaan hardop. Vroeger scherp en strak, nu met het hemd een paar extra knopen open en een arsenaal aan  vintage trucs, en dat smaakt naar meer. Ontmoet de Vitalic nouveau style op het Brusselse podium, het plezier van het dansfeest blijft intact.

Eerst is het huiswerkverbetertijd voor de jonkies van Contrefaçon. Frans, piepjong en klungelig scheuren ze door hun optreden met een constant hoog tempo, de ene harde drop na de andere. Hier en daar een vlaag van originele scherpzinnigheid, meer nog een oefening uit de handboeken van de vroege Daft Punk en Justice. Heel veel maakt het niet los bij het wachtende publiek. Het duo in sportkledij verdwijnt snel na hun set met een beleefd applaus achter het gordijn, de spieren zijn nog niet warm gedanst.

Bij de eerste noot die de producer/dj neerpoot spitsen de oren zich. Vitalic, een ijkpunt als het gaat over optredens barstensvol inventiviteit, vertrekt uit de startblokken zoals we gewend zijn van hem en zijn vorige albums. Pompen en dreunen met een lichte punksignatuur, het publiek is klaar voor de spurt. Het werk van de eerste drie worpen “Ok Cowboy”, “Flashmob” en “Rave age” wordt gretig opgepikt en de nieuwelingen van het net verschenen ‘Voyager’ gaan vlotjes mee in het verhaal van de avond.
De aimabele performer toont na een paar minuten al zijn dankbaarheid, bijna verlegen. Verlicht in rood neon kijkt hij vertederd de zaal in.
Dat dat rode neon zich ontpopt en uitgroeit tot een hoofdpersonage naast Vitalic, is een blije verrassing. Concerten van dance-artiesten bewijzen in vlug stijgende lijn het talent van hele ladingen lichtingenieurs. De installaties eisen met branie hun bestaansrecht op het podium op. Het fijnzinnig visueel vernuft van deze show overstijgt echter de bijna groteske concerten vol knallend vuurwerk van de wereldtop van de DJ MAG-artiesten.
Hoe een concert van dik 90 minuten met 5 in mekaar passende simpele lichtvierkanten ontelbaar veel varianten aan kleur, vorm en beweging uit de hoed tovert, daar kijk je met de mond open naar toe.

Gewoon omhoog springen en zweten bij Vitalic ? Volmondig neen ! Voeg in je dance moves bij een Vitalicoptreden anno 2017 ook heupwiegen en een eerste bescheiden choreografie er aan toe. Moroder en italodisco krijgen een nieuwe vertaling bij Vitalic. Het werkuniform van de dj is nog altijd zwart en streng en zijn mars ter plaatse achter zijn batterij van synthesizers en laptops blijft bestaan, hij grijpt nu echter ook gretig naar een ferme brok flamboyantie. De oude getrouwen “La Rock 01” en “My friend Dario” krijgen een zwierig pakje aan en de afsluiter “Stamina” toont een breed lachende en genietende dj.

Neem gerust een kijkje naar de pics

http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/vitalic-26-01-2017/


Organisatie: Live Nation

Kaleo

Kaleo - Een happy meal, maar zonder speeltje

Geschreven door

Intro - IJsland heeft een mooie waslijst aan topartiesten. Zo kennen we Björk, Sigur Rós, Of Monsters and Men, Ólafur Arnalds, … En sinds kort is er een nieuwe speler op de markt die een plaats op deze lijst probeert te veroveren. Ik heb het over Kaleo, een vierkoppige rock groep wiens muziek reikt van garage rock met een vleugje country tot indie rock met een streepje folk. Met hun 2de album ‘A/B’, gereleased 10 juni 2016, scoorde Kaleo een hit met de track “Way Down We Go”. Een meeslepend nummer met een donker kantje. Ik ben benieuwd of Kaleo dit donker kantje gaat tonen, tijdens hun debuut optreden in België.

Voorprogramma - Belgische klasse! Dat kan je zeggen over Jacle Bow. De kerels die we zagen in de ‘Nieuwe Lichting’ zijn ondertussen geëvolueerd in echte podiumbeesten. Jacle Bow staat vanavond in stijl op het podium en weet de AB warm te krijgen voor de IJslanders.

Er is maar één God - Kaleo verschijnt als een team op het podium, maar al snel is het een ‘one man show’. Zoals een actueel thema ons zegt ‘er is maar één God’ en dat is vanavond JJ Julius Son (gitaar/zang). De rol van frontman vervult hij op een timide manier.  Zo bedankt hij regelmatig het publiek en vraagt hij om mee te klappen en te zingen. Een heel optreden lang is hij het middelpunt van de belangstelling en staat enkel hij in de spotlight. Af en toe krijgt zijn collega, Rubin Pollock (gitaar), ook een beetje licht wanneer hij soleert. Maar de echte ‘God’, in mijn ogen, staat vanavond niet in die spotlight. Het is de bassist, Daniel Kristjansson, die in het donker het beste van zichzelf geeft. Continu moedigt hij het publiek aan en zelf staat hij geen seconde stil. Vanavond zag ik geen band op het podium, maar eerder vier individuen.

Tot in de puntjes - Kaleo live is hetzelfde als Kaleo op CD. De sound is opperbest en JJ Julius Son zijn stem klinkt grauw, ruw en donker zoals het hoort. Werkelijk een prachtige stem die hij juist weet te gebruiken. De show is tot in de puntjes verzorgd! Ook mijn complimenten aan de man van het licht!
Hoogtepunten - Een cover van “Bang Bang” die melodramatisch wordt ingezet, maar beetje bij beetje uitdraait in geschreeuw van gitaren, was voor mij het hoogtepunt. Dit nummer liet je haren eerst rechtop staan en daarna meebewegen met het geschud van je hoofd. Voor het publiek was ook “Way Down We Go” en feitelijk alle nummers van de nieuwe plaat een schot in de roos.

Een happy meal, maar zonder speeltje - Kaleo stelt zijn publiek niet teleur. De groep geeft waarvoor de fans betaalt hebben. Een mooie show, goede klank en hun beste nummers. Ben je een grote fan? Dan moedig ik je zeker aan om ze te gaan kijken. Maar ik mis toch iets. Het element van verrassing of eerder spontaniteit? Beiden heb ik niet ervaren tijdens de show. Het leek wel een happy meal, maar zonder speeltje.

Neem gerust een kijkje naar de pics
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/kaleo-25-01-2017/
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/jacle-bow-25-01-2017/

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Big Thief

Big Thief - Een introverte verzameling levenservaringen

Geschreven door

Over het debuutalbum Masterpiece van de New Yorkse band Big Thief zijn vorig jaar veel lovende woorden geschreven. Hun lo-fi rock veroverde vooral veel harten in Amerika, terwijl ze in Europa iets meer onder de radar bleven. Dat maakte het een gedroomde band om in de Witloof Bar in de Botanique te spelen. Een locatie waar we al vaker van te ontdekken topacts kunnen genieten.

De zaal zat goed vol en er heerste een ontspannen sfeer. Een gevoel dat zich voorttrok vanaf dat de band subtiel en met weinig allures het podium op kwam. Het optreden ging niet van start met een knaller, maar trok je langzaam de wereld van Big Thief binnen. Met een klein, intiem nummer dat de zangeres solo bracht voelde je meteen dat dit een band is die een verhaal vertelt. Tekst won het vaak van instrumentatie. Het waren stuk tot stuk levenservaringen die ze ons trachten te vertellen doorheen hun songs.
Vervolgens kwam het concert meer op gang met enkele hoogtepunten uit hun album. Nummers zoals “Vegas” brachten een goede flow: melodieën die lekker vlot doorlopen terwijl de band goed volgt en nog eens die extra push geeft. De instrumentatie was soms wat slordig, wat alleen maar charme ten goede kwam. Toch bleef de kern nog steeds de zang. De weemoed in de vocalen en teksten van Adrianne Lenker maakten het publiek zacht en stemden tot wegdromen. Je zag aan de muzikanten dat ze volledig opgingen in de muziek, wat het contact met de zaal wat minder vlot maakte. Dit werd echter gecompenseerd door de grote vertelkracht in de liedjes.
Daarentegen vroegen we ons af of het niet allemaal iets te introvert was. Niet elk nummer was even goed of werd overtuigend gebracht. Op bepaalde momenten durfden de minder boeiende stukken redelijk lang aan te slepen. Big Thief probeerde om er af en toe een andere vorm van energie in te steken. Eerst was er de magistrale single “Real Love”, het ruwste en luidste nummer op hun album. Het steekt er met kop en schouders bovenuit met gitaarsolo’s die vol expressie van het pad gingen. Dit geanticipeerd moment kwam echter redelijk vroeg en de climax zat er toch flink naast. Hij werd uitgesteld en ingehouden. Deze slechte timing zorgde ervoor dat ze te vroeg met het beste kruit geschoten hebben. Op een later moment verraste de gitarist ons met wel een heel merkwaardig a capella nummer. Een lied dat zo uit de lijn lag met de set, maar toch ironisch genoeg wel het hoogtepunt was van het concert. Toch waren het niet deze keuzes die de set bijeen hielden, maar de grote hoeveelheid ijzersterke singles die hun debuut Masterpiece te bieden heeft.
De bisronde zorgde nog voor extra verrassingen. Het eerste nummer werd abrupt afgebroken door de zangeres. Ze had het idee om een nummertje te spelen dat ze al heel lang niet meer gebracht hadden. Daarna vertelde ze hoe het haar deed denken aan de tijden dat ze nog niet op de andere kant van de wereldbol speelden. Ten slotte was het tijd voor het allerlaatste liedje, waar Adrianne eerst de volledige songtekst citeerde voordat de band het nummer begon te spelen. Beide songs in de bisronde illustreerden hoe de muzikanten van Big Thief een beetje dromerig zijn, maar vooral heel warme en inhoudsvolle karakters zijn.

Big Thief pootte een gevoelig optreden neer, maar soms nog met wat gaten en slepende momenten. De vele hoogtepunten toonden echter dat dit een groep is die je in de gaten wil houden. We zijn er alvast van overtuigd dat het de volgende keer net dat ietsje meer zal zijn.

Met dank aan Dansende Beren www.dansendeberen.be

Organisatie: Botanique, Brussel

James Leg

James Leg - Nog steeds in bloedvorm

Geschreven door

James Leg - Nog steeds in bloedvorm
James Leg
Bar Live
Roubaix
2016-01-24
Ollie Nollet

Er diende voor dit optreden in allerijl een nieuwe locatie gezocht te worden daar El Diablo, waar James Leg oorspronkelijk ging spelen, enkele dagen voordien op politiebevel werd gesloten. Gelukkig vond men de Bar Live (voorheen le 301) bereid om hun deuren hiervoor open te stellen. Een zaaltje met een perfecte klank waar ik vroeger al eens Black Diamond Heavies aan het werk zag.

Wat kan ik nog schrijven over James Leg? Ik ben intussen al lang de tel kwijt geraakt hoeveel keer ik hem zag. Dat de Black Diamond Heavies nu toch tot een wel zeer ver verleden behoren? Slechts één song bleef er nog over : “Fever in my blood”, dat pas als allerlaatste bis werd prijsgegeven. Dat ook de gezondheidsproblemen definitief van de baan zijn? Onze held bleek in uitstekende conditie ondanks het eindeloze touren. Net als zijn ‘nieuwe’ Fender Rhodes piano trouwens, wat ooit anders is geweest. Of dat Mat Gaz, van nature uit een hardrock drummer, zich steeds beter weet in te leven in deze unieke mix van garagerock, gospel, blues en country?
De set bestond voor de helft uit nummers van de nieuwe plaat, ‘Blood on the keys’, en die klonken verrassend stuk voor stuk behoorlijk straf. Veel beter dan op de plaat, die ik trouwens erg teleurstellend vind. En dan zijn ze die songs nog ten volle aan het leren, aldus de man zelf, wat mijn vermoeden bevestigt dat ze veel te vroeg op plaat zijn gekwakt. Hier klonk alles zoveel strakker en meer vintage James Leg terwijl het op vinyl rammelt langs alle kanten.
Naast dat nieuwe geweld hoorden we onder andere nog het geweldig stompende “Do how you wanna” (te vinden op zijn eerste soloplaat) en gesmaakte covers van The Gories (“Can’t stop thinking about it”) en The Cure (“A forest). Ja, zelfs met dat laatste kon ik me verzoenen. Maar het hoogtepunt van de avond vond ik “Drink it away”, een feestelijk klinkende countryrocker, oorspronkelijk van ene Larry Doug Bales. Na wat gegoogle kwam ik te weten dat het hier gaat om een nummer van het mij totaal onbekende Uncle Lightnin’ (Bales is de drummer), een band uit Chattanooga, Tennessee, tevens de thuisstad van James Leg. Beiden werkten overigens ooit wel eens samen terwijl die Bales ook nog eens bijkluste bij Mark ‘Porkshop’ Holder van wie er één dezer dagen een plaat (‘Let it slide’) op Alive Naturalsound Records verschijnt en dat is echt iets om naar uit te zien.

Maar ik had het over James Leg in Roubaix. Wel, hij ‘stond’ er, net als in zijn hoogdagen en dat voor een uitgebreide, dolenthousiaste schare fans!

PUP

Pup – Poppunkrock in your face!

Geschreven door

Pup – Poppunkrock in your face!
Pup – Newmoon
Trix
Antwerpen
2017-01-23
Didier Becu

Barrières doorbreken, daar draait het hem om. Het siert de jongens uit Toronto, Canada  dat hokjesdenken niet in hun woordenschat zit. Hoewel ze zelf de kaart van de pretpunk trekken, kozen ze de Belgische Newmoon uit voor hun Europese toer uit.

Een wat moeilijke start die eerste dag, want de vijf jongens van
Newmoon bleken ziek, niet dat je gesnotter kan horen door een zee van gitaren. Met een speelse blik keek zanger Bert Cannaerts het publiek aan. Hij wist ook wel dat de meeste hardcorepunkfans niet zaten te wachten op shoegaze, maar toch hoe groot het contrast tussen de twee muziekstijlen ook is, bleek alles aardig te lukken in de Trix.
Ergens logisch ook, want hoewel hun debuut ‘Space’ (uit op PIAS) wat draaibeurten vergt vooraleer de verslavingsfactor in werking treedt, is Newmoon een bom op het podium. Niet visueel, shoegazebands staren nu eenmaal graag naar de grond (en Newmoon is daar geen uitzondering op), maar het uitgebreide gamma aan gitaareffecten gekoppeld aan de mokerslagen van drummer Stef Gouwkens en de iewat ijle, dromerige stem van Bert zorgt voor melodische soundscapes waardoor het bijna Pink Floyd met shoegazegitaren wordt. Want jawel, kon je een halfuur later de teksten van Pup meebrullen (ten minste als je de teksten kent, maar dat deden de fans) dan kon je op Newmoon gewoon je ogen sluiten en wegdromen op een lawaaierig gitarentapijt.

Dat het een contrast ging worden, wisten we op voorhand en dat voelden we bij de eerste elleboog die vanaf de eerste noot de lucht in ging. Maar net zoals zanger Stefan Babcock kozen we voor een open muzikale geest!
Het gaat sinds kort vrij hard voor
Pup. Stonden ze twee jaar geleden nog in de Charlatan als het voorprogramma van Psycho 44, kunnen ze nu op hun eentje probleemloos de Trix uitverkopen.
Het deed de kerels deugd, net zoals de fans die er een wild feestje van maakten. Tussen de catchy poppunksongs die wat weg hadden van Green Day (en zodoende ondergetekende niet over de streep kon krijgen) en meestal uit hun recente tweede album ‘The Dream Is Over’ kwamen, ook al zit er een stevige laag noise in verwerkt (zelfs geregeld met wat Fugazi-streken!) waardoor Pup uiteindelijk meer wordt dan de zoveelste punkband.
Simpele rock in your face, afgewisseld met grappige anekdotes over the Belgian way of pissing (die urinoirs dus!), op een vliegtuig spacecakes veroberen tijdens de vertoning van een Tom Hanks-film of de magneet van spot voor de komende vier jaar (Trump dus). Da’s punk dus!

Met dank aan Luminous
dash.com www.luminousdash.com

Organisatie: Trix, Antwerpen

José Gonzales

José Gonzalez & Göteborg String Theory - Leren doseren

Geschreven door

José Gonzalez & Göteborg String Theory - Leren doseren
José Gonzalez
Koninklijk Circus
Brussel
2017-01-22
Jasper Verfaillie

Als advertenties ons ooit iets echt belangrijks hebben opgeleverd, dan is het wel dat de Sony Bravia reclame ons in 2005 introduceerde aan José Gonzalez. Wereldwijd zullen er wellicht meer zieltjes dan televisies verkocht zijn aan de sympathieke Zweed. Dat “Heartbeats” dan ook fungeerde als hoogtepunt in zijn set was niet meer dan normaal. Zelfs twaalf jaar later zit er nog geen smet op Gonzalez’ recept van intieme folknummers op een Spaanse gitaar, dit keer bijgestaan van het twintigkoppig Göteborg String Theory orkest.

Een kwartiertje te laat stapte Gonzalez samen met het volledige orkest het podium op. Het luide en enthousiaste applaus maakte toen plaats voor stilte. Een minuut lang. Het publiek schuifelde wat ongemakkelijk op hun stoelen, maar eens het orkest inzette, smolt dat gevoel weg en kwam er bewondering voor in de plaats. De instrumentale en gevoelige intro ging naadloos over in “Every Age”, niet toevallig de eerste single van zijn ‘nieuwe’ plaar ‘Vestiges & Claws’, die ondertussen ook al meer dan een jaar oud is.
Enkele jaren geleden (in 2011 meer bepaald) trok de Spaans klinkende Zweed al eens op tournee met The Göteborg String Theory en wie ze toen zag, kan eigenlijk net zo goed de recensie van dat optreden eens herlezen. Enig verschil met toen is dat er ondertussen heel wat nieuwe nummers in een barok jasje zijn gegoten. Toch werden de meeste uptempo nummers gespaard voor de bisronde. En als je “Leaf Off/The Cave”, “Let It Carry You” en “Stories We Build, Stories We Tell” na elkaar hoort, kun je niet anders dan gelijkenissen horen. Zelfde handgeklap, zelfde groove en lyrics die eigenlijk onderling inwisselbaar zijn. Voor sfeer en gezelligheid een dikke 9, maar het mocht wat ons betreft wel wat meer zijn.
Toch viel er tussendoor heel wat te genieten. De strijkers en blazers van String Theory namen af en toe de spotlights af van Gonzalez en probeerden het publiek te imponeren met barokke en experimentele stukken. Dat lukte maar half want het orkest was veel effectiever wanneer het zich ondergeschikt stelde aan de Zweed en de gevoelige nummers met gepaste arrangementen inkleurde. Zo kreeg het al prachtige “Cycling Trivialities” er nog een gevoelige streep strijkers bovenop en verzorgde het orkest “Teardrop” van een nodige extra scheut punch. Helaas verdronk “Crosses” dan weer in wat te veel pathos en hadden die experimentele percussie stukjes ook niet echt gehoeven.

Leren doseren lijkt zo de belangrijkste les die Gonzalez en zijn orkest nog moeten leren. Ten gepaste tijde het gas pedaal indrukken en op tijd weer eens wat afremmen. Desondanks wist hij wel dik anderhalf uur te boeien. José Gonzalez is van nature geen charismatische zanger: zijn stem is wat nasaal en monotoon en zijn nummers durven nogal eens vaak over hetzelfde te gaan. Dat het Koninklijk Circus wakker bleef, was haast een mirakel.
Alhoewel, een groot deel van het publiek was wellicht fan en dan doen bovenstaande argumenten er allemaal weinig toe. Het Koninklijk Circus was niet uitverkocht, maar het scheelde niet veel. Het publiek dat duchtig meeklapte op “Leaf Off/The Cave” en zich liet ontroeren tijdens “Heartbeats” trok er zich weinig van aan. José Gonzalez deed dat ook, bedankte het publiek een paar keer en mocht toen samen met zijn orkest een staande ovatie in ontvangst nemen. Iedereen gelukkig, al is er nog veel plaats voor verbetering.

Setlist: Intro/Every Age/Down The Line/How Low/The Forest/Cycling Trivialities/Broken Arrows/Crosses/Abram/What Will/Heartbeats/Percussie/Teardrop//Leaf Off / The Cave/Let It Carry You/Molder/Stories We Build, Stories We Tell//

Met dank aan Dansende Beren http://www.dansendeberen.be

Organisatie: Botanique, Brussel

Promised Land Sound

Promised Land Sound - Sprankelende country –en rootsrock

Geschreven door

Promised Land Sound - Sprankelende country – en rootsrock
Promised Land Sound
café de Zwerver
Leffinge
2017-01-21
Ollie Nollet

Opener van dienst was Nemo, de jongeman uit Zwevezele die vorig jaar Westtalent, die wedstrijd waar ook The Glücks eens de hoofdvogel afschoten, won. Moederziel alleen op het podium, totaal onbekend en dan nog in een voorprogramma en toch wist deze sympathieke kerel alle aandacht naar zich toe te zuigen. Niet onbelangrijk daarbij waren zijn ietwat onbeholpen bindteksten waarin hij zichzelf voortdurend relativeerde en zich voor alles en nog wat excuseerde (zowat iedere zin bevatte een “sorry”). Helemaal hilarisch werd het toen een luidruchtige tante aan de toog zei “je moet daar niet naar kijken, enkel luisteren” en hij dat nog eens met een verwonderde blik herhaalde. Maar ook muzikaal had Nicolas Vlaeminck (zo heet hij) wel wat te bieden. Deze eigentijdse singer-songwriter bracht zijn songs met een hoge, breekbare, ‘dreampop’ stem en een fraaie fingerpicking gitaar terwijl hij ook één keer zijn mondharmonica bovenhaalde. Niet alle nummers konden me evenveel bekoren maar dat hij talent heeft, laat daar geen twijfel over bestaan. En mocht het dan toch niet lukken in de muziek kan hij het nog altijd proberen als stand-up comedian.

Het titelloze debuut van Promised Land Sound uit 2013 beschouw ik nog steeds als een klein meesterwerkje. Het plaatje staat vol opwindende rootsrock met als grootste troef de adembenemende samenzang. Dat dit kwartet uit Nashville mijn hooggespannen verwachtingen niet volledig kon inlossen had dan ook alles te maken met het feit dat ze die plaat bijna compleet negeerden, enkel “Make it through the fall” werd me gegund.
Zo goed als alles kwam dus uit hun tweede plaat, “For use and delight”, die me vooraf onbekend was en waarop ze het roer volledig omgooiden. Er kwam een tweede gitarist, Peter Stringer-Hye, de gelederen versterken terwijl pianist Mitch Jones die er op de laatste plaat nog bij is intussen blijkbaar de groep heeft verlaten. Vreemd genoeg leidde die extra gitaar hen naar veel ingetogener songs.
Maar als die gitaren dan eens van de ketting mochten zorgde dat toch voor de meest begeesterende momenten. Zoals tijdens het eerste nummer, “Push and pull (all the time”) toen gitarist Sean Thompson een snaar brak, de drie anderen bijzonder intelligent verder improviseerden om uiteindelijk met een herstelde gitaar tot een heerlijke apotheose te komen. Wat een schitterende start.
Nadien bleef ik soms wat op mijn honger zitten en dat kwam vooral door de te ingehouden en zelfs ietwat bedeesde zang. Wat op hun debuut nog voor vuurwerk zorgde , bleek hier een klein pijnpuntje. Desondanks bleef er ruim genoeg over om hier met volle teugen van te genieten. Knappe songs bijvoorbeeld die me achtereenvolgens deden denken aan The Band, Crosby, Stills, Nash & Young, Syd Barrett, The Byrds en een recentere naam als Israel Nash. Vernieuwend kon je dit bezwaarlijk noemen en toch klonk het bijzonder fris. Hoogtepunt vond ik “Golden Child”, een uptempo song met een geweldige gitaarbreak die zo op een plaat van The Who had kunnen staan.
Eén cover ook en dat was er verrassend genoeg geen uit de jaren zestig of zeventig maar eentje van een paar jaar teug : “Easy ridin’” van de mij totaal onbekende The Avery Rose Band, een groep uit Los Angeles.

Mooi concertje, benieuwd of ze bij een derde plaat opnieuw voor een andere invalshoek zullen kiezen.

Organisatie: VZW De Zwerver – Leffingeleuren, Leffinge

UK Subs

UK Subs, TV Smith, Contingent - Tot volgend jaar is punk nog niet dood

Geschreven door

UK Subs, TV Smith, Contingent - Tot volgend jaar is punk nog niet dood
UK Subs, TV Smith, Contingent
Magasin 4
Brussel
2017-01-19
Filip Van Der Linden

Het avondje old school punk in Magasin 4 begon met Contingent, de heropgestane Brusselse punkband die reeds in 1979 het licht zag en er in 1981 reeds de stekker uit trok. Onder impuls van de Britse bassist van Contingent, John Baine of Attila The Stockbroker, werkt de band sinds 2011 aan een comeback. Met het overlijden van gitarist Eric Lemaître leek ook dat verhaal vroegtijdig te stoppen, maar mee door toedoen van de ploeg van Magasin 4 wordt een nieuwe gitarist gevonden en vindt Contingent zijn derde adem.
De band speelt in Brussel dus een thuismatch, maar dat is er bij het begin van de show niet aan te merken. Contingent moet reeds om 19.20 u. het podium op voor een nagenoeg lege zaal. De Brusselse punkscene heeft er zo vroeg op de avond nog geen zin in. Ze hebben evenwel ongelijk. Contingent brengt een spervuur van gebalde punkrock, een beetje in de stijl van hun Vlaamse tegenhangers van The Kids maar dan met uitsluitend Franstalige teksten. De set is een doorsnee van hun carrière, met vooral oud werk en een paar nieuwe nummers, zoals “La Bêtise”.  Van bij opener “Bruxelles” gooien de bandleden alles in de strijd en als ze hun finale inzetten met “Poupée Plastique” en “Police Control” is het publiek helemaal mee met Contingent. Zanger Bob Seytor bedankt het publiek uitvoerig, ook kort in het Nederlands, en belooft meer nieuw materiaal bij volgende shows.

Als tweede in de rij mag TV Smith het podium van Magasin 4 op. De Brit stond met zijn The Adverts in 1976 mee aan de wieg van de punk, maar echt doorbreken is nooit gelukt. Sinds het opdoeken van The Adverts tourt hij solo of met gelegenheidsbands de wereld rond. Het is reeds de derde keer in evenveel jaar dat de UK Subs hem meebrengen naar Brussel en dat maakt dat het publiek inmiddels vertrouwd is met zijn werk. TV Smith neemt als Brit de moeite om zijn bindteksten in het Frans te brengen en dat charmeert het Brusselse publiek van bij het begin. Hij start met een paar furieuze Adverts-klassiekers als “No Time To Be 21”, “Poor Teenagers” en “Gary Gilmore’s Eyes”, die ook in zijn solo-uitvoering nog als punk weten te overtuigen. Daarna is het tijd voor twee nieuwe songs met “No Control” en “The Keys To The World”. Daarna volgen nog o.m. “Immortal Rich”, “Generation Y” en – uit zijn voorlopig laatste album – “I Delete”. Voor het einde van de set krijgt TV Smith nog het gezelschap van Attila The Stockbroker (van Contingent) op viool. Samen brengen ze prachtige versies van “The Lion And The Lamb”, “Runaway Train Driver” en “One Chord Wonders”.

De UK Subs hebben dit jaar niet echt iets te vieren. Ze stonden vorig jaar 40 jaar op het podium en dus is hun set er een met zowel oud als nieuw werk.  Het eveneens vorig jaar uitgebrachte ‘Ziezo’ werd aangekondigd als hun afscheidsalbum, maar live kan deze band misschien nog wel tien jaar mee. Opper-Sub Charlie Harper is in Magasin 4 opvallend goed bij stem en in een vrolijke bui. Voor en na het optreden gaat hij gewillig met al zijn fans op de foto en hij drinkt elk biertje op dat hem aangeboden wordt. Hij maakt grapjes over de t-shirts van andere punkbands die hij in het publiek spot en de fans mogen van hem gerust het podium op  om mee te brullen of te stagediven.
De UK Subs openen hun set met “Emotional Blackmail”, “Kicks”, “Don’t Belong”, “Left For Dead” en een eerste hoogtepunt: “Rockers”.  Alvin Gibbs, na Parker het lid dat het langst in de band is, laat zijn bas diep hangen en speelt zoals streetpunk hoort gespeeld te worden: wijdbeens en een beetje nonchalant.
Uit afscheidsalbum ‘Ziezo’ spelen de Subs in Brussel enkel “I’ve Got A Gun” en “City Of The Dead”. Daarna wordt de finale ingezet met “Tomorrow’s Girls”, “Teenage”, “Party in Paris”, het luid meegezongen “Warhead”, “Riot”, “Stranglehold” en “Disease”.  Voor de bisnummers mag het publiek zijn lievelingsnummers scanderen en dus volgen nog een reeks nummers met “New York State Police” als afsluiter.
Magasin 4 verandert nog een laatste keer in een furieuze draaikolk. Harper neemt afscheid met “See you next year”. Tot volgend jaar is punk niet dood.

Neem gerust een kijkje naar de pics

http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/uk-subs-19-01-2017/
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/tv-smith-19-01-2017/
http://musiczine.lavenir.net/nl/fotos/contingent-19-01-2017/

Organisatie: Magasin 4, Brussel

E

E + FireFang - Vreemde combinatie, weidse schoonheid

Geschreven door

E + FireFang - Vreemde combinatie, weidse schoonheid
E
4AD
Diksmuide
2017-01-13
Ollie Nollet

Nadat FireFang amper een achttal maanden geleden boven de doopvont werd gehouden kwam het Gentse drietal nu al haar eerste cd presenteren. Het moet blijkbaar vooruitgaan. Ergens las ik dat ze hun muziek zelf omschreven als powergrunge. Wat een gruwelijk label is dat! Alsof grunge alleen al niet erg genoeg is.
Anderen meenden dan weer het Gentse antwoord op MC5 in hen te horen wat me dan toch maar deed besluiten om hier niet in een grote boog om heen te wandelen. Gelukkig maar. Firefang bleek te bestaan uit drie stoere, langharige mannen, een imago dat mooi contrasteerde met het drumstel dat teder met lichtjes versierd was en zag ik daar geen konijntje, netjes gedrapeerd op de basdrum? Vanaf het eerste nummer, gezongen door een ouderwetse telefoonhoorn wist FireFang me buiten alle verwachtingen bij de keel te grijpen. Dit was bij momenten snoeiharde rock met inderdaad veel sporen uit de grunge maar ook met genoeg rock-‘n-roll in de poriën en stevige ballen aan het lijf.
Brulboei Steven De Poorter bleef ook tijdens de zachter gezongen passages pal overeind terwijl die oude telefoonhoorn veel meer dan zomaar een gimmick was, maar eerder een welgekomen afwisseling. Op die manier kregen we eigenlijk drie zangers voor de prijs van één. Een frontman ook zoals ik ze erg graag heb, die af en toe, al dan niet gewild, het publiek schoffeerde. Dan zou ik nog bijna vergeten te melden dat hij ook als gitarist tot wonderlijke dingen in staat was, daarbij stevig op de rails gehouden door de onwrikbare ritmetandem : Bram Lesauvage (bas) en Maarten Buyst (drums).
Tijdens een magistrale eerste helft hoorde ik opvallend knappe nummers terwijl ze zelfs met een Alicia Keys cover bijzonder goed wegkwamen. Daarna werd het iets minder, vooral door het teveel terugvallen op het zacht/hard contrast en een overbodige cover van John Lennon’s “God”. Hun onstuitbare geldingsdrang zorgde ervoor dat ze bijna een uur speelden en dat was duidelijk net iets teveel van het goede.

Met wat goeie wil zou men E (de letters waren duidelijk niet in de aanbieding toen ze hun naam kozen) een supergroep kunnen noemen. De drie leden van dit nieuwe project uit Boston hebben allen hun kunnen reeds bewezen bij andere groepen, de ene al succesvoller dan de andere.
‘Grootste’ naam is ongetwijfeld Thalia Zedek die een, intussen al imposante, discografie bij elkaar heeft gesprokkeld met bands als Uzi, Live Skull, Come en de Thalia Zedek Band. Drummer Gavin McCarthy maakte voorheen het mooie weer bij Karate (meerdere malen te gast in de 4AD) terwijl gitarist Jason Sanford actief was bij Neptune, een collectief dat zijn instrumenten zelf maakte uit schroot en die mijn oren schromelijk op de proef stelde zo’n acht jaar geleden in de Pit’s. Ook hier had de man een zelfgebouwde gitaar bij, dit keer een wat lichter exemplaar dat zonder klankkast gevlochten was uit ijzerdraad. Maar ik was vooral benieuwd in welke richting Thalia Zedek het deze keer zou zoeken na haar enkele maanden eerder verschenen en toch wat teleurstellende plaat ‘Eve’.
Dit was het eerste optreden van de tour en het was dan ook niet vreemd dat het optreden wat aarzelend van start ging. En toen la Zedek ook nog eens wanhopig en vergeefs begon te zoeken naar een verloren earplug was ik er plots niet erg gerust meer in. Maar uiteindelijk viel alles op zijn plaats en werd het een concertje om in te kaderen. Nochtans maakten ze het zichzelf niet gemakkelijk. De opstelling (twee gitaren en drums zonder bas) en de minimalistische, repetitieve nummers nodigden niet meteen uit tot dansen.
E moest het meer hebben van de klankkleur en de subtiel opgebouwde spanning. De op het eerste zicht vreemde combinatie van twee gitaren die elk uit een totaal andere wereld kwamen werkte wonderwel. Het hoekige en soms bijzonder vreemde klanken uitstotende exemplaar van Jason Sanford versus de meer rock georiënteerde en niet zelden van een melancholische ondertoon voorziene gitaar van Thalia Zedek : het zorgde voor een geraffineerd klankentapijt. Minstens even belangrijk hierbij was het ronduit schitterende drumwerk van Gavin McCarthy. Alleen de murmelende zang van Sanford (ze zongen alle drie) viel me wat tegen maar dit detail weegt niet op tegen de weidse schoonheid die hier erg bescheiden voor het voetlicht werd gebracht.

Organisatie: 4ad, Diksmuide

 

David Bowie

David Bowie - Radio 1 Bowie Sessies

Geschreven door

David Bowie - Radio 1 Bowie Sessies
David Bowie
Ancienne Belgique
Brussel
2017-01-09
Didier Becu

Tijd is een relatief gegeven. Vandaag is het exact één jaar geleden dat een kille radiostem vertelde dat Bowie zijn weg naar de sterren had gekozen. 366 dagen nadien (het jaar van het noodlot was een schrikkeljaar) voelt het verlies nog even erg aan. De leegte is nog steeds niet opgevuld, iemand die door zijn fans als onsterfelijk werd bestempeld , kan dat ook niet.

2016 was het jaar van de dood. Persoonlijk verloor ik mijn vader, maar het leek wel of iedere maand Magere Hein een popster van de aardbol kwam rukken, zelfs George Michael haalde het niet. Iedere fan kreeg er de krop van in de keel, maar het was starman die de dodendans van 2016 in gang trapte. En hoe kan het ook anders: hij was degene die het met veel stijl deed (ook al moeten we er eerlijkheidshalve aan toe voegen dat hij één van de weinigen was die wist dat zijn uur was gekomen).

Bowie maakte van de dood kunst. Hoe luguber de woorden ook klinken, Bowie gaf sterven een andere dimensie. Niemand die de clip van “Lazarus” kan bekijken zonder een traan weg te pinken, een held op een sterfbed. Niemand die begreep dat op dat moment het perfecte rockidool (hoe zou je Bowie anders omschrijven?) afscheid nam van de wereld, van zichzelf en van zijn fans. De man die altijd een ster wilde worden, maar zelf neerkeek op hun gedrag, liet een muzikaal testament na die niemand zal kunnen evenaren. Toen hij ‘Blackstar’ uitbracht, wist hij maar al te goed dat zijn nieuwe worp een nieuwe ‘Ziggy Stardust’ of ‘Low’ ging worden. Hoewel (ten onrechte) een beetje door zijn recentere platen vergeten (lees het woord genie werd iets minder gebruikt) is Bowie uniek, en hij zal dat altijd blijven.
De woorden die sommige azijnpissers (die zijn er altijd) gebruiken, doen me lachen (en wellicht Bowie nog veel meer), nl. die dat zijn dood misbruikt wordt om zo zijn muziek aan nieuwe fans te slijten. Niets is mooier dan dat zijn muziek aan een nieuwe muziekgeneratie wordt voorgesteld. Om een andere dode te citeren : “Iedereen is van de wereld, de wereld is van iedereen”…Bowie is van iedereen, gewoonweg omdat David Bowie (ook al was het met de hulp van vele anderen) de hele rockwereld veranderde, en die er zonder hem volledig anders zou hebben uitgezien.
Voor iedereen betekent Bowie iets anders, dat bleek zeer uitvoerig toen we rondvraag deden bij bekende en onbekende muziekfanaten. Voor de ene is dat het 80s beeld met zijn spierwitte haar, voor de andere is het Ziggy, anderen zijn dan weer tuk op zijn ‘drum ’n bass’-jaren, en er zijn er ook voor wie Bowie gewoon Jareth de Goblinkoning is. Inderdaad, Bowie is van iedereen.

Met deze instelling trok ik ook naar de AB om de Radio 1 Sessies van Bowie te zien. Collega Mark had iets meer geluk, hij mocht de première van’Lazarus’ in Londen bijwonen, deze jongen deed het met minder, maar genoot toch. Na afloop herinnerde ik me levend de woorden van moderator van dienst, Stijn Meuris, het moest een feest zijn. En ja, op de één of andere manier was Bowie in de zaal aanwezig. En neen laten we niet onnozel doen, als Bowie toch die ronddwalende ster is, dan zal hij die avond wellicht niet in Brussel neergedaald zijn, wel kon je Bowie horen in de liefde die iedere uitgenodigde artiest voor dit icoon uitstraalde.

Waren er missers? Natuurlijk waren die er (sorry Arno), maar geen enkele artiest had het één seconde gemakkelijk…in de voetsporen staan van de allergrootste en dat voor een publiek dat aan de voeten ligt van deze (muzikale) god. Inderdaad mijnheer, er zijn simpelere dingen in het leven. Samen met een begeleidingsband onder leiding van Serge Feys, coverden Arno, Piet Goddaer (Ozark Henry), Stefanie Callebaut (SX), Stef Kamil Carlens, Stijn Meuris, Johannes Verschaeve (The Van Jets), Noémie Wolfs, Tutu Puoane, BJ Scott. en Compact Disk Dummies de bekendste songs van ‘the thin white duke’.
Men koos inderdaad voor een selectie van de grootste hits (wat ook al geen sinecure is, want uiteindelijk zijn er dat meer dan 80). Hoewel ik het betreurde (weliswaar een tikkeltje voorspelbaar) dat de periode tussen ‘Let’s Dance’ en ’Blackstar’ bijna onaangeroerd bleef, boden de radiosessies een knap overzicht van de kameleon die Bowie was/is.
Iedereen was gewoon zijn eigen Bowie en dat gegeven maakte er een geslaagde versie van. Stijn Meuris mocht openen (en bijna) afsluiten. De Limburger deed dat op een bloedeerlijke manier door een gemeende rock ’n rollversie van “Rebel Rebel” en “Let’s Dance” neer te zetten. Bowie die een generatie(s) leerde wat rock’n’roll was.
Bowie hield van jazz en soul, en we zijn er van overtuigd dat het hart van David Robert Jones zou smelten indien hij de versie van de Zuid-Afrikaanse jazz-zangeres Tutu Puoane van “Wild Is The Wind” zou horen. Sorry voor de voorspelbare woorden, Tutu leek in Brussel op Nina Simone.
Dat Bowie van Ozark Henry hield is ondertussen al lang geen geheim meer. Hoewel ik geen zin heb om te redetwisten met mijn god, ben ik niet tuk op Piet Goddaers versie van “Heroes”, en ook “Boys Keep Swinging” kon me niet boeien, maar kijk: hij ging wel met de beste versie van de avond lopen! (“Suffragette City”). Geen seconde in mijn leven was ik een Ozark Henry-fan, maar als je voor vier minuten Bowie (bijna) kan wegblazen dan ben je een grote mijnheer!
Het stond in de sterren geschreven dat Stefanie Callebaut “Lazarus” zou vertolken. IJzig en kil, zo hoort het ook, de dood heeft niets charmants. Dat charmante heeft Noémie Wolfs wel en zij begaf zich op glad ijs (maar gleed niet uit) door één van de twee beste Bowie-songs ooit te kiezen (“Starman” en “Moonage Daydream”).
De vrouwen deden het gisteren trouwens bijzonder goed, ook  de Texaans-Vlaamse BJ Scott die voor het heerlijke “5:15 The Angels Have Gone” en een zeer eigen interpretatie van “I’m Afraid Of Americans” koos (en natuurlijk weer met Trump als de kop van jut).
Compact Disk Dummies deden het op hun eigen manier: zeg maar het rebellerende. De twee trokken zich geen moer aan van de wetten die een klassiek eerbetoon voorschrijven. Tijdens “Fashion” kon Lennert het niet laten, en dook met gitaar het publiek in. Juist, het zorgde voor heel wat gemengde gevoelens (en het was voor mij niet echt nodig), maar ook de jonge generatie heeft recht op zijn Bowie. En dat was met respect gedaan, bewijs daarvan de elektronische beeps tijdens “Ashes To Ashes” die ondergetekende net niet melancholisch een traantje lieten wegpinken.

Afsluiten met de hoogtepunten van de dag? Behalve Bowie (hij was het genie de songs neerpende) waren zowel Stef Kamil Carlens en Johannes Verschaeve van The Van Jets dat. De waarheid is dat beiden een zeer hoog Bowiegehalte in zich hebben, wat de taak gemakkelijker maakt, maar wat we in de AB van hun zagen was zéér straf! Ze deden het beide op hun manier, en één voor één stonden ze, zonder zich te forceren of flauwe trucs te gebruiken, dichter bij Bowie dan ooit. Johannes Verschaeve zette het theatrale aspect van de held in de verf. “Fame” was grandioos, en “The Man Who Sold The World” grandioos en ooit door Jonas (net zoals bij zo veel jongeren) in zijn kinderjaren als het mooiste Nirvana-liedje ooit beschouwd. En dan was er nog “China Girl”. Het was ongewild, maar zijn versie kwam dichter bij de veel betere versie van Iggy Pops origineel (sorry Bowie).

There’s a starman waiting in the sky
He’s told us not to blow it
‘Cause he knows it’s all worthwhile

Met dank aan Luminousdash.com http://www.luminousdash.com

Organisatie: Radio 1 + Ancienne Belgique, Brussel

Pagina 118 van 305