AB, Brussel programmatie + infootjes

AB, Brussel programmatie + infootjes Concerten 2024 16-09-24 – Blackberry smoke (Org: Live Nation) 17-09-24 – Arno: rock’n’roll godverdomme @cinema palace 18-09-24 – The Rock Orchestra (the candlelight rock band) (Org: Festival of the dead ltd) 19-09-24 – The…

logo_musiczine_nl

Cactus Club, Brugge - concerts

Cactus Club, Brugge - concerts 2024 08-09 Hotwknd: Zinger (ism Brugge Plus) 16-09 Hollow coves, Teun 21-09 Senses fail, Saves the day, Youth foutain (ism Eye spy) 25-09 Equal idiots (try-out) 28-09 Dub revolution: Channel one with Ras Sherby, Indica dubs…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

suicidal_tenden...
Sleaford Mods -...
Concertreviews

The Rakes

Shitdisco kaapt de prijs weg als beste groep van de avond

Geschreven door
Grand Island is een Noors vijftal, die muzikaal maar weinig affiniteit heeft met Scandinavië; ze haalden invloeden aan van Jeffrey Lee Pierce 's The Gun Club en Kyuss. Een klein half uur lang boeiende rommelige en onstuimige gitaarrock'n'roll. Dit smaakte naar meer. Een toffe kennismaking. Hun debuut `Say no tin sin' is er alvast ééntje om op de kop te tikken!

Snedige en broeierige retrogitaarrock, waarin blues is verwerkt, kregen we van het Nederlandse gezelschap Alamo Race Track. Het viertal speelde in het begin een behoorlijk aantal interessante nummers, maar vervielen naar het eind naar minder spannende melodieuze gitaarpop, wat de aandacht deed verslappen.

Shitdisco wordt geplaatst binnen de `new rave beweging' van beloftevolle bands als The Klaxons. Muzikaal profileert Shitdisco zich ergens tussen Radio 4, The Rapture , de `70s punk van The Clash en The Stranglers, en de `80's golf van Talking Heads en Gang Of Four.

Springerige en levendige postpunkfunk onder een pompend beatje, fris, aanstekelijk en opzwepend. De songs van `Kingdom of Fear' speelden ze in een sneltempo. Hoogtepunten waren ?OK? en Prodigy's ?No good?. De fel, stevige, dynamische aanpak plaveit de weg naar een grootse toekomst! Verdiend een sterke respons.

The Rakes zijn een Londens kwartet, dat in de tweede linie staat van bands als The Futureheads, Franz Ferdinand en Maxïmo Park., d.w.z. frisse, energieke gitaarrock binnen de huidige postpunkbeweging.

De band, onder zanger Alan Donohoe, heeft tot nu toe twee cd's uit nl. `Capture /Release' en `Ten New Messages'. De tweede cd heeft een subtiele, meer gematigde aanpak dan hun strak kernachtig debuut. De hoekige armbewegingen van Donohoe refereerden aan Ian Curtis (Joy Division) en Paul Smith (Maxïmo Park).

De groep begon stevig en gebald met de rauw rammelende ?Terror? en ?Retreat? van de eerste plaat. De huidige single ?We dance together? kreeg kleur door een intrigerend orgeltje.

De songs volgden elkaar snel op: ?We are all animal?, ?Down with moonlight? en ?When Tom Cruz cries?. ?Binary love? was het meest sfeervolle nummer van de set, en had een schitterende finale door z'n spannende opbouw, gelinkt aan Bloc Party. De groep krikte het tempo op en bood een fijne apotheose met het memorabele ?22 Grand Job?, ?Violent? en ?Strasbourg?.

In een goede 45 minuten hadden ze een 13 tal songs gespeeld; ze hielden het tempo strak met vier songs in de bis, waarvan drie klasse songs: ?Little superstitions?, ?Work Work Work? en ?The world was a mess??; bruisende songs die een pak andere verbleekten.

The Rakes leverde een goede pittige en dynamische set af; maar sommige nummers hadden net niet genoeg draagwijdte om een uur lang de aandacht te behouden. Waardoor Shitdisco met de pluimen ging lopen als de meest overtuigende band van de avond.

Org: Botanique Brussel - Les Nuits Botanique

Kinney Kevn

Staande ovatie voor singer/songwriter Kevn Kinney

Geschreven door
Tot diep in de jaren `90 was Kevn Kinney muzikaal actief als frontman van Drivin' n' Cryin', een groep die met haar combinatie van powerrock en folk weliswaar een trouwe schare fans voor zich wist te winnen doch echter nooit aansluiting heeft gevonden bij de toenmalig populaire grungescene. Een aantal van die fans kwamen afgelopen zaterdagavond ongetwijfeld ook afgezakt naar de Ha' alwaar Kinney een tweede keer op korte tijd aantrad, doch deze maal vergezeld van een volledige begeleidingsband. Parallel aan zijn D'n'C periode heeft Kinney ondertussen een al bijna even indrukwekkende solo carrière uitgebouwd, waarbij hij schijnbaar moeiteloos laveert tussen folk, country, blues en southern rock..

?Welcome to the Sun Tangled Angel Revival? uit het gelijknamige album uit 2004 leek meteen de perfecte opener. Kinney's nasale stem steeg nog net uit boven de 12-string folkchords, de gitaaruithalen van zijn jonge gitarist en de strakke ritmesectie: velen hadden meteen het gevoel dat dit een memorabele avond zou worden. Voor het samenstellen van de (overigens onvindbare) playlist werd voornamelijk geput uit Kinney's laatste twee solo albums, doch hier en daar werden de trouwe fans bedankt met a trip down memory lane zoals tijdens ?MacDougal Blues? uit diens eerste solo-album (1990) en ?When You Come Back?, een zeldzaam D'n'C nummer in de set uit hun ronduit stevigste album `Smoke' (1993). En wat dan te denken van de ruim 10 minuten durende medley die plots opdook in het midden van de set? Naast Kinney bleken plots ook de rijzige dreadlock bassist en de lijkbleke tengere drummer over vocaal talent te beschikken, en werd muzikaal eerbetoon gebracht aan achtereenvolgens John Lennon (?Working Class Hero?), The Monkees (?Steppin' Stone?) en Nirvana (?All Apologies?). Het siert Kinney dat hij ook nummers eerder ver verwijderd van zijn muzikale roots in een nieuw kleedje wil steken, maar even later verschafte hij toch tekst en uitleg over een ontmoeting met zijn ware muzikale held Johnny Cash aan wie ?The Country Song? uit Kinney's recentste album `Comin' round again' werd opgedragen. Ook Dylan en Guthrie bleven niet afzijdig tijdens het handvol akoestische nummers die Kinney solo voor de bissen speelde, en waarvan we vooral ?This town? onthouden. Kinney en band werden uiteraard voor een encore teruggeschreeuwd. De lang uitgesponnen countrytune ?This Train Don't Stop at the Millworks Anymore? werd door Kinney zelf aangekondigd als zachtaardige maatschappijkritiek, maar pas met een stomende versie van ?I Shall be Released? verdiende het optreden van Kinney & band het etiket `memorabel'. Tijdens dit laatste nummer mocht ook Mick Hart even komen meejammen, en heel even hadden we zelfs de indruk middenin een jamsessie van wijlen The Allman Brothers te zijn terechtgekomen.

Net toen iedereen, de groep incluis, dacht dat het optreden afgelopen was dook Kinney beleefd doch vastberaden het publiek in om zijn allerlaatste troef uit te spelen. Spaarzaam begeleid door mondharmonica, gitaar en handgeklap van het publiek werd een traditioneel kampvuurlied vol levenswijsheid ingezet. Kinney kreeg hiervoor een `staande ovatie' van het publiek, en knikte even later goedkeurend toen zijn gesigneerde CD schijfjes gretig van eigenaar verwisselden. Tot volgend jaar, Kevn?

In het voorprogramma stond de sympathieke Australische singer-songwriter Mick Hart die zijn zopas verschenen, mooie nieuwe plaat `Finding Home' kwam voorstellen. Ondanks het feit dat hij de voorbije jaren het voorprogramma mocht verzorgen van onder meer Bob Dylan, Coldplay, Sting, Paul Weller, Zwan, The Pretenders en The John Butler Trio, verscheen hij duidelijk zenuwachtig en onder de indruk op het podium. Maar dit belette hem echter niet om vergezeld van louter een akoestische gitaar, lapsteel en mondharmonica, in zijn eentje het publiek warm en stil te maken voor zijn mix van folk, pop, roots en blues. Zijn manier van zingen en spelen roept vooral een vergelijking op met Vic Chesnutt en Ben Harper (trouwens een goede vriend van Mick), terwijl zijn coverversie van één van zijn favoriete nummers, ?Mad World? van Tears For Fears, erg dicht aanleunde bij die van Gary Jules.

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

 

65daysofstatic

65daysofstatic : van lieflijk tot verbeten explosief

Geschreven door

65daysofstatic groeit uit tot een cultband binnen het postrockgenre. Een bijna volle MaZ te Brugge voor een band die maar een matige respons krijgt op de radio, maar een pak fans op de been brengt door z’n opwindende en overweldigende sound, emotievol, fris, avontuurlijk en overdonderend. Het viertal uit Noord-Engeland blaast de postrock nieuw leven in.

 Ze combineerden een fors, krachtig, fors geluid met een sfeervolle aanpak. Het recentste ‘The destruction of small ideas’ is de snedige weergave van hoe ze het  voorbije jaar live klonken: een instrumentaal filmisch dreigende sound, die gaat van lieflijk tot verbeten explosief, van muzikale chaos, botsingen tot een gecoördineerd geheel, geruggensteund door laptop voorgeprogrammeerde elektronica en piano.

In het eerste deel van de set was er veel arm-, hoofd- en gitaargezwaai op songs als “Await rescue” en “A failsafe”. De repetitieve pianotune en de elektronica boden een meerwaarde in de overwaaiende distortion gitaren en in de dynamische, opzwepende en strakke percussie. “Retreat retreat” was het enige rustige sfeervolle nummer van het goed uur durend optreden.

65daysofstatic speelde een fijne finale: “Wax futures” (wat een gitaarbrij en percussie), “Radio protector” (repeterend pianospel) en de subtiel opbouwende, “65doesn’t understand you” en “These things you can’t unlearn”.

 Ze speelden een overtuigend bezielde set, die ons even de punkpopgroepjes uit hun eigen streek deden vergeten.

 Transit, een viertal uit het Gentse, profileert zich eveneens binnen de postrockscene van Toman en Madensuyu, maar trekken niet zo fel van leer. Ze brachten vorig jaar de EP ‘Broadleaves vs conifers’ uit: zacht, intiem, sfeervol, dromerig en af en toe ietwat donkerder. Hun muzikaal decor  was alvast mooi meegenomen. Naar het eind vervoegde Chantal Acda de band: door haar breekbare stem en haar bijdrages op piano en percussie werd de emotievol, intens broeierige sound meer opengetrokken.

 

Organisatie: Cactus Club Brugge

Kaiser Chiefs

Opwindende Kaiser Chiefs

Geschreven door

In 2005 maakten we kennis met een pak nieuwe band binnen de Britse postpunk. Samen met Franz Ferdinand debuteerde Kaiser Chiefs. ‘Employment’ klonk fris, speels en dynamisch; een toonbeeld van compromisloze melodieuze gitaarpop.

De opvolger ‘Yours truly, angry mob’ klinkt geraffineerder en is minder verrassend.

 Live heeft de band uit Leeds, onder de hyperkinetische zanger Ricky Wilson, niks ingeboet aan levendigheid. Het blijft een fuifband bij uitstek, die z’n publiek vermaakt en een fijne rock’n’roll show biedt. Kaiser Chiefs gingen op het podium fel tekeer en speelden een korte, krachtige en plezierige set.

De groep begon alvast stevig met enkele vaardige en opzwepende nummers, “Everyday I love you less and less”, “Heat dies down” en “Ruby”; Wilson werd vocaal bijgestaan door drummer Nick Hodgson. Ze lieten het publiek luidkeels meezingen en brullen op het refreinen.  “Thank you very much” (wat een  toestenpartij!) en “Na na na na na naa” behielden het frisse, speelse karakter. Ze namen gas terug op het sfeervolle “I can do without you”. “Modern way” leidden  ze in door handgeklap; het was de aanzet van een bruisend tweede deel: “Everything is average nowadays” (nieuwe single), “Highroyds”, “I predict a riot” en het oude “Take my temperature”; Wilson dook het publiek in en werd tot op de toog aan de andere kant van de zaal gedragen, dronk er een pintje en was op geen mum van tijd terug op het podium. “Retirement” refereerde door de synthi partijen naar de ‘70’s Earth & Fire en besloot de set. In de bis speelden ze nog twee opbouwende aanstekelijke songs “The angry mob” en het mooi uitgesponnen “Oh My God”, de traditionele afsluiter van de band.

Kaiser Chiefs onderscheidde zich als een bruisende wervelende live groep. Fijn avondje zo, dankjewel.

 Good Shoes maakt eveneens deel uit van de postpunk beweging. ‘Think before you speak’ is hun debuut. Ze zitten ergens tussen ‘70’s Buzzzcocks en Maxïmo Park. Het viertal had een VS laatstejaarsstudenten uitstraling en speelden een aan Weezer en Fountains Of Wayne denkende set.

 Org: FLP, Lille

 

 

Monza

Monza warming up nieuw materiaal

Geschreven door

Monza is de band rond Stijn Meuris; met Noordkaap leverden ze in de jaren ’90 fijne poprock hits als “Arme Joe”, “Satelliet Suzy”, “Panamarenko”, “Wat is kunst” en “Ik hou van U”. Monza debuteerde in 2001, in het verlengde van Noordkaap: emotievolle gitaarpop, mooi uitgediept en gekenmerkt door een sterke tekstinhoud. De opvolger ‘Grand’ (’05) was intenser en had een ‘80’s wave tint, waarbij Meuris de dramatische gebeurtenissen van z’n vriendin moest afschrijven.

Vorig jaar ondernam Monza een heuse theatertournee, die in première ging in de Arenbergschouwburg en op dvd werd gezet. In dezelfde Arenberg was er vanavond een voorsmaakje van de nieuwe cd, die pas na de zomer zal verschijnen.

 Live was Monza dynamisch en bedreven, leefde de band zich uit, en vertoefde Meuris in een andere leefwereld; een strak spelende bezielde band. Ze gaven de indruk van een optreden van een band-in-a-box of op tv, door het sobere lichtdecor van witte lampen, laag hangend over het podium. 

Anderhalf uur lang speelde het vijftal een afwisselende set van de voorbije cd’s, en maakten we kennis met enkele veelbelovende nieuwe songs. Ze openden met “Solaris” en “Tanken in Luxemburg”, twee subtiele rockers van de komende cd. “Satelliet Suzy” refereerde naar de Noordkaap periode. Meuris stoeide met de microfoon, ging in op reacties van het publiek en maakte er een tof, ontspannend avondje van.

“Hulp via India”, “Alles half” en “Rijkdom” hadden een spannend broeierige opbouw en onderstreepten Monza’s muzikale kwaliteit. De vorige single “Dood aan alle meisjes” ging naar een climax en het nieuwe “Daisy Bell” (lees Deci-Bell), een meeslepende rocker, reflecteerde aan de gehoorsproblemen van Meuris.  “Vertrouwd hart” was één van de hoogtepunten: van een bezwerend naar een feller bedreven toon, een donker dreigende ‘80’s tint en een noisy gitaarpartij. “Als ze swingt” klonk als een Arno’s “Mon sissoyen”. In de finale van de set waren er “Als techniek faalt”, bepaald door handgeklap en een uitgesponnen “Van God Los”, die kon rekenen op een sterke respons.

De groep behield de swing in de bis met het groovy  opzwepende “Alleen te zijn en er mee om te gaan” en “De schuld van de deejay”.

 Monza toonde aan een goed geoliede rockende machine te zijn, die ons nieuwsgierig heeft gemaakt naar de nieuwe cd. Een geslaagde ‘warming-up’ in de Arenberg!

 Organisatie: Arenbergschouwburg, Antwerpen

 

Orchestral Manœuvres in The Dark (OMD)

Fijn nostalgisch avondje met OMD

Geschreven door

Orchestral Manoeuvres in the Dark, Andy McCluskey en Paul Humphreys, waren samen met bands als The Human League, Soft Cell, The Simple Minds, Ultravox, Gary Numann en Pet Shop Boys één van de smaakmakers van de ‘80’s synthi/electropop.  Begin ‘80’s hits “Electricity”, “Enola Gay” en de plaat ‘Architecture & Morality’ uit ’81 zorgden ervoor dat de band in verschillende top honderden aller tijden kwam te staan.

Sinds ’84 nam het duo meer afstand van de ‘new-wave’ en kwam de klemtoon op kitsch en discotunes binnen hun electropop, wat originaliteit en avontuur deed afnemen.OMD werd resoluut een hitmachine.

OMD werd geprikkeld door de voorbije elektronicarevival. Een uitverkochte AB met veel dertig- en veertigers, die zich meteen in de jaren ‘80 waanden. Trouwens, OMD was de eerste band die ik ooit live zag (Brielpoort, Deinze; zucht, waar is de tijd?!), als pogoënde tiener.

 De set werd opgedeeld met de plaat ‘Architecture & Morality’ en ander hitwerk. In een kleine twee uur speelden ze een twintigtal songs; zowel McCluskey als Humphreys hadden vocaal nog niks aan helderheid en intensiteit ingeboet. Ze waren alvast sterk onder de indruk van de respons. Een emotioneel en een happy weerzien na twintig jaar! Fijne reünie.

Een gewaagde start met het instrumentale “Architecture & Morality”, gevolgd door “Sealand” en “New stone age”. De traag meeslepende, dromerige, donker dreigende nummers en hun soundscapes/bleeps deed me stilstaan bij  ‘90’s (ambient)elektronicabands als The Orb, Orbital, The Black Dog, …Ze haalden de mosterd bij een OMD. De projecties kleurden het geheel mooi in.

“Georgia” was het eerste uptempo nummer. “She’s leaving” en “Souvenir” (Humphreys on vocals!) zorgden voor een sfeervol lentegeluid. “Joan Of Arc” en “Maid Of Orleans” waren hoogtepunten, door de herkenbare tunes, de Joan Of Arc projecties, de kruisbeelden, het lichtdecor en de stroboscoopeffects. Trouwens, de 47 jarige McCluskey demonstreerde z’n aloude pogobewegingen, waarvan hij even moest recupereren. “The beginning and the end” sloot het eerste muzikale hoofdstuk af.

“En nu tijd voor popsongs” haalde hij aan; de OMD hitmachine was een feit, origineel op gang getrokken door “Messages” uit ’79. We konden genieten van  fijne, dromerige en zorgeloze popsongs als “Forever live & die”, “If you leave” en “Talking loud & clear”, met een bloementapijt op het achterplan.

“So in love” en “The locomotion” waren samen met “Tesla girls” de meezingers en discostampers. “Sailing on the seven seas”, één van de laatste singles die ze uitbrachten (’91), leidde een vernieuwende OMD in , maar was ook meteen het muzikale einde van de band. De klassieker “Enola Gay” besloot de set; aangrijpend waren de  woorden op het scherm “Now I become death, the destroyer of the world”.

In de bis werden we getrakteerd op een OMD schlager “Walking on the milky way”; de andere instant klassieker “Electricity” volgde en definitief beëindigden ze met het traag opbouwende “Romance”. Enkel “Genetic Engineering” en “Telegraph”, twee voorname creatieve songs, misten we.

 We beleefden net als de band een fijn nostalgisch avondje. ‘The good times’ van de synthipop zijn nog niet vervlogen.

 Organisatie: Live Nation

 

Slint

Slint performs ‘Spiderland’

Geschreven door

Slint, uit Louisville, Kentucky, werd in ’87 opgericht en bracht met de tweede cd ‘Spiderland’ (’91) , als ik even de recensie van toen nakijk, een mysterieuze plaat uit van fijn doordachte, breed uitgesponnen composities, die repetitief opbouwend waren, soms onverwachtse wendingen ondergingen en een noise injectie kregen: spannend, bedreven, donker en beeldrijk. Het Amerikaanse viertal had lang aan de cd gewerkt, en net toen deze undergroundband door z’n muzikale creativiteit kon doorbreken, hielden ze op te bestaan. De band lag aan de oorsprong van de huidige postrock, die momenteel met groepen als Mogwai, Explosions In The Sky en 65daysofstatic door een alternatief minded luisterpubliek sterk wordt onthaald.

Slint: Brian McMahan (gitaar/zang), Britt Walford (drums/zang), David Pajo (gitaar) en Todd Brashear (bas), live aangevuld met een extra gitarist, waren na de split actief in bands als King Kong, The For Carnation, Tortoise en Will Oldham. Trouwens, den Will stond in voor de fotosessie op de hoes van Slint.

De goed uur durende set  was een weergave van de plaat, die opende met het donker dreigende “Breadcrumb trial”, onder een diep ronkende bastune en McMahans rauwe fluister(zeg)zang. “Nosferatu man” klonk iets feller. Het bijna instrumentale “Don Aman”, in de verte af en toe een brabbelzang te horen, was gebaseerd op subtiel avontuurlijk gitaargetokkel. “Washer” ging van een traag meeslepende tot een fors, krachtige opbouw, bepaald door de zang van Walford. Het intens spannende repeterende “For dinner” leek een op het lijf geschreven filmsoundtrack song, waar over elke noot was nagedacht. Tenslotte “Good Morning Captain”, was de apotheose en slotstuk: een broeierige opbouw, een snedig klinkende gitaar, een vleugje distortion en noise en een strakke en opzwepende drums, waarbij McMahan eens z’n keelgat kon openzetten. De postrockhyme bij uitstek! De groep stelde nog drie instrumentals voor: “Glenn” en “Rhoda” van vóór ‘Spiderland’, tekenden voor een David Lynch avant la lettre.  Het nieuwe “Kings approach” (nieuw nummer) besloot op een overtuigende manier de reünie: een illustratie van een uitgekiend samenspel gitaar, bas en percussie.

Slint performs ‘Spiderland’ was, zonder dat we er toen bij stilstonden, z’n tijd ver vooruit; hun klasse en creativiteit werd pas een kleine tien jaar later beloond met bands als Mogwai, Tortoise, Trans Am en June Of 44, die definitief het postrocktijdperk inluidden.

Het avontuurlijke  Die! Die! Die! uit Nieuw-Zeeland opende fel en bedreven de avond: rauw snedige noisepop onder een opzwepende percussie en een aan Cedric Bixler referende scherpe zang.

Wovenhand

Donker en innemend…In de ban van David Eugene Edwards

Geschreven door

Het Nederlandse Alamo Race Track had de eer en het genoegen het voorprogamma te mogen spelen van wat later een heugelijke avond zou worden. Het stond in de sterren geschreven dat Wovenhand zijn trouwe schare fans niet in de steek zou laten. En zo geschiedde. Alle goeie pogingen van The Race Track ten spijt moet gezegd dat hun moedige pogingen het onderspit moesten delven voor wat later zou uitgroeien tot een werkelijk schitterend concert. The Track deed soms denken aan A Brand, mooie gitaarmelodieën, tweestemmige zanglijnen, falsetto gitarist, swampy nummers. Kortom, voor Nederlanders: puik werk, al is nog niet gezegd of hun startende tournee in Australië veel zoden aan de dijk zal brengen.

Wovenhand
heeft op zijn dooie gemak de Gentse HA ingepakt. Niet dat dit zo’n makkie is, maar door uit te pakken met een snoeiharde en strakke, anderhalf uur stomende set, werd je meegezogen in een onheil adembenemende vertoning. Als er al duivels in de HA aanwezig waren, dan zijn zij nu voorgoed uitgedreven. In half Gent bovendien ook! David Eugene Edwards is als het ware een religieus fenomeen; zoveel moet gezegd worden. Als sinds zijn vorige doortochten met 16 Horsepower en later met zijn huidige band, heeft hij een trouwe schare fans opgebouwd, die hem op handen dragen. Met een stem als een klaxon, nu eens vervormd, dan eens clean, maar steeds loepzuiver, sneed hij zijn set aan, bijgestaan door zijn muzikanten; een snoeiharde bas en dito leadgitaar, waarvan deze laatste ten gepaste tijde de pianopartijen en andere toebehoren die op cd te horen zijn, geruisloos verving door subtiel gitaarspel. Eugene nota bene, een Gretsch Tennessee Rose in handen hebbende, moest hier niet voor onderdoen, al laat hij het graag wat breed hangen met veel feedback en slidegitaar. Zo creëert hij zijn eigen uniek, bijna religieus geluid. Songs werden steevast ingezet met een tune-momentje (was ook nodig, er werd nogal aan die snaren getrokken!), vergezeld van een kleine redevoering, als was het de zondagsmis met bijhorende preek – maar dan een stuk boeiender!
Een snoeiharde intro “Roma” zette de toon voor wat komen zou. Nummers volgden elkaar op, in een zekere hiërarchie, als was het de logica zelve. “Whiter Shaker”, “Truly Golden” en het prachtige “Whistling girl” uit ‘Mosaic’; “Tin Finger” uit het alom bejubelde ‘Consider the Birds’, en het op verschillende opnames terugkerende “Your Russia”. Afsluiter en dubbele bis “Dirty Blug” uit ‘Puur’ maakte er een strak einde aan.

Het nakende Pinksterweekend bood met Wovenhand een concert met een strikje errond!

Organisatie: Handelsbeurs, Gent

Shellac

Adembenemende belevenis van de drie-éénheid Shellac

Geschreven door

Shellac, de band van de bekende producer Steve Albini, al zo’n 15 jaar bezig, en nota bene nog maar vier cd’s uitgebracht, is muzikaal een goed bewaard alternatief geheim. Ze zijn gegroeid uit de hardcore/noiserockscene van Big Black (Albini’s eerste groep), No Means No, Black Flag (Henry Rollins), Fugazi, Sonic Youth, Butthole Surfers, Helmet en latere bands The Jesus Lizard en  Barkmarket.

Shellac zette alvast deze muzikale stijl verder: een neurotisch aanstekelijk metaal klinkende gitaar (een ‘prikkeldraadgitaarklank’), een grommende, dreunende, repeterende, diepe bas en gortdroge powerdrums. Shellac, al van in het begin onder de vaste bezetting Albini (zang/gitaar), Bob Weston (bas/zang) en Todd Trainer (drums), weren publiciteit en promo af. Ze besloten een korte Europese tournee in te lassen waarbij ze tweemaal halt hielden te Nederland, De Vooruit te Gent (www.vooruit.be) en Le Grand Mix te Tourcoing, nav de te verschijnen vierde cd ‘Excellent Italian Greyhound’. Fijn om zo’n unieke band in een straal van 250 km vier keren aan het werk te kunnen zien!

Het drietal, dicht bij elkaar opgesteld, beschikt over aluminium (oubollig) lijkende versterkers en een eenvoudig aan Dead Moon denkend drumstel. Het draait ‘em om ‘geluid’ bij Shellac; ze stralen power en oerkracht uit. Intrigerend! Ze boeiden een kleine twee uur lang, waarbij ze putten uit hun oeuvre van vier minutensongs, een paar instrumentale tussendoortjes en soms lang uitgesponnen nummers, gebaseerd op die repetitieve bastune, Albini’s unieke gitaarspel (stevig en snedig, snaren doen afzien en er zelfs z’n tanden inzetten!),  z’n blik op oneindig en z’n rauwe onvaste zegzang, opgezweept door de harde, strakke drumslagen. Verbazingwekkend toch wat het trio aan het uitvoeren was. Albini’s hoofd- of vingerknikje naar de anderen deed een song van tempo  veranderen of zorgde voor een onverwachtse wending. Da’s Shellac live dus. Een greep uit het songmateriaal: “Pull the cup”, “The Black Ass” en “Minute” van ‘At Action Parc’, een prachtig uitgewerkt  “Didn’t we deserve a look at you…” en “Canada” uit ‘Terraform’,  de oudjes “Rambler song”, “Billiard player song” en de dubieuze “Doris” en “Wingwalker”, combineerden ze met een pak ‘1000 Hurt’ songs: “Prayer to God”, “Squirrel Song”, “Mama Gina” en “Shoe Song”. Nieuw waren alvast “Steady as he goes” en “The end of radio”. Afsluiter “Watch song” (opnieuw van ‘1000 Hurts’) mondde uit  op een cymbalenveldslag!
De teksten van Albini zijn soms à l’improviste, en kunnen sarcastisch en bizar zijn zoals de monoloog over kleine meisjes en bejaarde vrouwen (“Mama Gina”) en vogels en vliegtuigen. En dan is er Weston, grappenmaker van het drietal, die een tweetal maal een vragenronde hield: “Are there any intelligent questions that you wanna know ‘bout us?“. Intelligent questions met een vleugje zottigheid!

We hadden te maken met een donker, dreigende noisetrip van drie weirdo’s, die sterk op elkaar waren ingespeeld; de eigenwijze drie-éénheid Shellac was een adembenemende belevenis.

Organisatie: Le Grand Mix, Tourcoing


Pagina 305 van 305