Na zijn overigens sublieme passage enkele jaren geleden in de Handelsbeurs in Gent verwachtte ik veel van onze Jools. Hij heeft alle verwachtingen overtroffen.
We kregen als voorgerechtje ene Sarrah Perri voorgeschoteld. Deze Vlaamse Italiaanse had voor de gelegenheid haar zeskoppig bandje niet meegebracht, maar wel haar zus als tweede stem en een gitarist Jan die zichzelf her en der ‘loopte’. Sarrah heeft een heel mooie stem (denk aan een betere Dani Klein versie), zingt ook in die richting. Het geheel heeft echter een ‘arty farty’ sfeertje en zou niet misstaan in een of andere jazzkroeg, bevolkt door een Knacklezend pseudo-intellectueel publiekje. In Brugge mocht ze slecht enkele beleefdheidsapplausjes ontvangen.
Stipt op tijd werd door de puike organisatie het grote feest aangekondigd. Jools Holland and his rhythm and blues orchestra hebben maar een boodschap: Muziek is feest. Punt. Jools had naast enkele gastzangeressen een slordige negentien muzikanten mee van alle rassen, leeftijden en kledingstijlen. Wat op het eerste zicht overkomt als een bont allegaartje, blijkt dan wel een stel stuk voor stuk professionele muzikanten te zijn: 12 blazers, 2 toetsenisten (Jools incluis), 1 drum (Gilson Lavis), 1 bassist, 1 gitarist en 2 besjes van zangeresjes.
Het hoeft geen betoog dat deze band er meteen invloog met een heerlijke boogie woogie en het overigens zeer verscheiden publiek meteen volgde en na enkele nummers uiteraard niet meer kon stilzitten. Wat kan die Jools spelen, man! ‘Eat your heart out Jerry en co’. En wat zo heerlijk is: het warm water wordt niet heruitgevonden en speelplezier troef. In die mate dat Jools blijkbaar niets verkeerd kan doen en dat zelfs zijn scheten worden onthaald op applaus.
Met het derde nummer, Muddy Waters’ “Mojo”, kwam de eerste gastzangeres Rosin May ons kippenvel bezorgen met een bloedstollende versie. Vervolgens alweer een portie van wat Jools voor de gelegenheid “Bruges Woogie” noemde, waarbij iedereen eens mocht tonen hoe goed ze wel konden spelen. Resultaat: Het publiek begint zowat aan het plafond te hangen.
Jools schuift zich dan achter zijn Fender Rhodes en laat ons met onvervalste jaren vijftig blues met tweede gastzangeres Louise Marchal gedurende een drie tal nummers de nekharen rijzen. Dan trakteert de waanzinnige drummer Lavis (Squeeze) ons zo maar even op een drumsolo zoals het hoort: perfect, niet te veel en retestrak. De prettig gestoorde schuiftrompettist Rico Rodrigues maakt van “What A Wonderfull World” een loepzuivere reggae.
Onze Jules kan ook een aardig handje weg met de gitaar en zorgt ervoor dat blijven zitten (toch jammer dat er stoelen stonden) onmogelijk blijkt. Tijd dan maar voor de ultieme gast. Een brok (ook letterlijk) Boogie Woogie Queen: Ruby Turner. Deze rondborstige uiteraard zwarte lady heeft meer soul, blues en boogie woogie in haar kleine teen dan haar naamgenote Tina. CC rider “Cry me a river en een handvol andere klassiekers passeren door deze misthoorn.
En zo gaat het feest lekker stomend door tot de obligate climax in de bisronde. Is er dan geen enkele kritische noot? Neen. Ze spelen inderdaad reeds geschreven nummers, soms eigen nummers, we horen her en der van die clichés – je weet wel: “Do you feel ok?’, ‘oh my soul!” – en de obligate solo’s waarbij iedereen eens zijn ding mag doen, bijster origineel zijn ze niet, maar alles gebeurt met zo’n enthousiasme en ongeforceerd speelplezier. Ze voelen zich geen gram beter dan hun publiek, en dat is het hem nu net wat zo aanstekelijk werkt. Vijf sterren dus.
Cultuurcentrum Brugge, Brugge