logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

opeth_motoculto...
Sleaford Mods -...
Filip Van der Linden

Filip Van der Linden

donderdag 22 maart 2018 01:00

Aliens (single)

De Zweedse Linnea Vikström is de dochter van Thomas Vikström, vast bandlid van de metalband Therion. Linnea zingt al een tijdje bij als gastzangeres bij Therion, zowel live als bij opnames. Maar ze kan het ook zonder hulp van papa: ze zong ook reeds live bij Kamelot en bij opnames van o.m. Dynatzty. Met drie leden van Dynazty vormde ze zopas de nieuwe band Quantum Field Theory. Die band bracht zopas “Aliens” uit als eerste single.

Het groepsgeluid van Quantum Field Theory ligt op deze single niet helemaal in het verlengde van wat Linnea Vikström doet bij Therion of Kamelot en ook van Dynazty is het een heel eind verwijderd. Het is een stuk minder symfonisch dan Therion, maar nog wel bombastisch en met veel power. De krachtige, heldere van Vikström staat mooi centraal. Het thema van de lyrics van deze single is sci-fi, maar dan op een jaren ’50 en ’60-manier. Het veelbelovende “Aliens” is de voorloper van het album ‘Live in Space’, dat in mei wordt uitgebracht.

https://open.spotify.com/album/2YhNiURMFiEEQ74acjOgcW?si=XiGIR631TpGmz3xOW73aLw

donderdag 15 maart 2018 01:00

Shadow In The Well (EP)

De oudere metalheads kennen Tommy Stewart misschien nog van Hallows Eve, de Amerikaanse thrashband die in de jaren ’80 o.m. Drie albums uitbracht op Metal Blade Records. Sindsdien gaat het Stewart minder voor de wind.
Met Tommy Stewart’s Dyerwulf zit de Amerikaan ook op een ander spoor dan dat van de thrash. Dit startte als eenmansproject, maar werd na de eerste release aangevuld met drummer Eric Vogt van Armed Chaos. De single “Shadow In The Well” is de voorbode van het tweede album van Tommy Stewart’s Dyerwulf, dat pas in november zal uitgebracht worden. Het duo brengt hierop slepende doom met cleane vocalen. Het ritme van drum en bas heeft het iets van postmetal, al had het ook stoner of sludge kunnen zijn, maar de vocalen en gitaren duwen het toch een andere richting uit, meer naar het atmosferische.
Ook best te genieten voor wie niet elke dag een plak doom tussen zijn boterhammen legt.
https://tommystewartsdyerwulf.bandcamp.com/

 

 

donderdag 15 maart 2018 01:00

Invaders

Voor wie heimwee heeft naar de soundtracks bij films als Top Gun, Ghostbusters, Fame of Flashdance kunnen we ‘Invaders’ van Hollywood Burns aanbevelen. Dit project van Parijzenaar Emeric Levardon recycleert de meest verguisde elementen uit de cinematografische disco met synthwave en eurodance. Het is onvoorwaardelijk dansbaar, bijzonder aanstekelijk en het klinkt alsof je de hele tijd op een ‘foute’ party staat.
Zelf zegt hij de mosterd te halen bij films als ‘Psycho’ en ‘Alien’, maar creepy wordt het nergens. Voor wie op zijn Facebookpagina zegt dat hij Dimmu Borgir goed vindt, had het allemaal wat extremer mogen klinken. Dan klinkt dit toch eerder als Harold Faltermeyer, Jean-Michel Jarre, John Williams of Giorgio Moroder.
Een beetje jammer dat hij voor zijn retro-elektro bijna nergens afwijkt van zijn standaard-formule. Zo zijn bijna alle tracks instrumentaal, behalve “Came To Annihilate” (met een stemvervormer die weinig heel laat van de vocalen) en een sample van een stem op “Revenge Of The Black Saucers”.  De enige echt als dusdanig herkenbare vocale bijdrage staat op “Survivor”, meteen ook de beste track van dit album. Het niet-echt overtuigende Engels nemen we er dan graag bij.
Een paar gastzangers of zangeressen had dit project naar een veel hoger niveau kunnen tillen. Of een of andere metalgitarist die een stevige solo komt geven. Levardon kent zijn klassiekers en zijn formule om die te recycleren tot iets nieuws is buitengewoon efficiënt. Maar zonder goede vocalen blijft het wat hangen in vrijblijvend slaapkamergeknutsel.
Voor fans van Perturbator en Dan Terminus en voor fans van soundtracks uit de jaren ’70 en ’80.
https://www.youtube.com/watch?v=fR4sOLWlJ_Y&feature=youtu.be

donderdag 15 maart 2018 01:00

Whistle Down The Wind

‘Whistle Down The Wind’ is het eerste studio-album sinds ‘Day After Tomorrow’ uit 2008 van de legendarische Amerikaanse folkzangeres, songwriter en activiste Joan Baez. Ze heeft aangekondigd dat dit tevens haar laatste album is. Bij het album hoort ook een afscheidstournee die haar twee maal naar België brengt.
Op 77-jarige leeftijd en na meer dan 50 jaar in de business is het tijd voor rust en warmte in het hart van Baez. Ze heeft lang genoeg op de barricaden gestaan en dit album mag ook nog eens gewoon in het teken van de muziek staan. Het afscheidsalbum werd geproduceerd door Joe Henry en bevat covers van Tom Waits (twee), Josh Ritter, Anohni, Joe Henry, Mary Chapin Carpenter, Zoe Mulford, Eliza Gilkyson, Tim Eriksen en Richard Thompson.
Producer Henry schildert spaarzaam met akoestische instrumenten rond die kenmerkende stem. Het zijn allemaal warme, helende klanken met o.a. borsteldrums en piano.
De tijd heeft duidelijk sporen nagelaten op de stem van Baez, maar dat voegt eigenlijk nog iets toe aan het geheel. Het maakt dat je als luisteraar uitkijkt naar elk woord. De teksten zijn voor Baez duidelijk belangrijker dan haar eigen vocale prestatie, ook al roept niet elke song op tot revolutie. Die revolutie is Baez wel nooit ontgroeid.
Het moet Baez zwaar vallen om onder Donald Trump afscheid te moeten nemen van haar publiek. Liever dan hem rechtstreeks aan te vallen, geeft ze op ‘Whistle Down The Wind’ nieuwe zuurstof aan de oude idealen waar ze al die tijd voor gevochten heeft.
“I am the last leaf on the tree” (uit “Last Leaf”) vat het mooi samen.

donderdag 15 maart 2018 01:00

Teabag

Beech, het Aalsterse trio rond Kristof Souvagie, heeft een eerste album uit. ‘Teabag’ komt uit op het Belgische cassettelabel Gazer Tapes, maar is ook gewoon als download  te krijgen. Het universum van Beech bestaat uit zomerse, rammelende slackerpop. Denk aan Pavement, Dinosaur Jr, Weezer, de Lemonheads en Eels.

Het absolute prijsbeest op ‘Teabag’ is “Fifteen Years”. Die loopt over van bedrieglijke eenvoud en die schijnbaar-verveelde zanglijnen. Dat kunstje herhalen die van Beech nog een paar keer, op “Overlooked” en “Vultures”. “Heaven” is van een andere orde. Op die track zitten ook de lo-fi-gitaarsolo’s heel raak in de songopbouw en dat zorgt voor een extra dimensie. Dat hadden ze ook in de andere songs wat meer aan bod mogen laten komen.

“In My Hands” is een beetje de vreemde eend in de bijt. Hier geen slackerpop, maar dankzij die akoestische gitaar eerder iets tussen de Wolf Banes en The Jam in. Het is ook veruit het vrolijkste en meest zomerse nummer van dit album.

Mooi dat een band uitzonderlijk eens voor slacker kiest, en er dan toch nog zijn eigen ding mee doet.

 

donderdag 01 maart 2018 01:00

It’s Not Me, The Horse Is Not Me - Part 1

De Nederlanders van Claw Boys Claw scoorden hun grootste hit in Vlaanderen met “Rosie”. Dat was in 1992. Het waren de hoogdagen van de eigenzinnige Nederlandse gitaarrock met o.a. Fatal Flowers, Julia P. Herscheimer, Daryll-Ann en Bettie Serveert. Daarna ebde de aandacht voor Claw Boys Claw in Vlaanderen langzaam weg. Ondertussen zijn we 26 jaar verder en de band bestaat nog steeds. Peter Te Bos is nog steeds de zanger van de band, John Cameron is nog steeds de gitarist. Drummer Jeroen Kleijn (o.a. Daryll-An, Spinvis) kwam er pas bij in 2013.

Vijf jaar na het bij het Belgische label Play It Again Sam uitgebrachte album ‘Hammer’ komt de iconische Nederlandse band nu met het splinternieuwe album ‘It’s Not Me, The Horse Is Not Me - Part 1’ bij Butler Records.

'It's Not Me, The Horse Is Not Me - Part 1' is inmiddels de twaalfde langspeler van de band. Het is een herkenbaar Claw Boys Claw-album waarin de garagerock van de jaren ’60 en ’70  nog eens heruitgevonden wordt. Dat wordt dan gekoppeld aan een hoop heerlijke weerbarstigheid waarvan we dachten dat wij er in de Vlaamse rock het patent op hadden.

Single “Polly Maggoo” start als een retestrakke indierocksong zoals we die in de jaren ’90 kenden, verzandt dan in wat psychedelica en neemt een tweede, akoestische start. Het nummer maakt duidelijk dat Claw Boys Claw nog steeds en meer dan ooit de band is van Peter Te Bos. In alles van deze song merk je zijn hand en zijn uit duizend herkenbare stem draagt de song volledig.

Neem alle muziek weg en met enkel zijn stem weet Te Bos je aandacht nog steeds vast te houden. Hij valt grofweg te vergelijken met Jeffrey Lee Pierce van The Gun Club, maar ook met een jonge Roland Van Campenhout of een norse versie van Dirk Dhaenens van Derek & The Dirt.

Niet alle tracks op ‘It’s Not Me, The Horse Is Not Me - Part 1’zijn zo sterk als “Polly Maggoo”. De titeltrack is een gejaagde rocker, maar over de betekenis achter de bizarre titel word je geen haar wijzer. Dat hoeft ook niet. “Red Letter” en het gejaagde “Suck Up the Mountain” hebben vaag iets van Midnight Oil en de Tragically Hip. Op “Throw Me A Bone” kruipt Te Bos een beetje meer in de schaduw en mag Cameron iets meer op de voorgrond, maar voorts zijn de rollen duidelijk verdeeld.

Een nieuwe “Rosie” staat er niet op ‘It’s Not Me, The Horse Is Not Me - Part 1’, maar daar zaten we misschien ook niet op te wachten. Toch is dit één van de beste gitaarrockalbums van het moment. Degelijk zoals ze dat in de jaren ’90 deden.

Hopelijk wil Vlaanderen Claw Boys Claw opnieuw in de armen sluiten, want voorlopig laten ze ons links liggen voor optredens.

 

donderdag 15 februari 2018 01:00

Go To The Devil

Dee Calhoun, of voluit Screaming Mad Dee Calhoun, heeft zopas zijn tweede solo-album uitgebracht. Daarvoor kreeg hij opnieuw de hulp van bassist Louis Strachan, zijn maatje van bij de legendarische Amerikaanse doommetalband Iron Man. Na het recente overlijden van Iron Man-bezieler Al Morris III zijn Calhoun en Strachan meer dan ooit op elkaar aangewezen. ‘Go To The Devil’ is dan een mooie doorstart. Binnenkort komt het duo naar Europa voor een reeks optredens.

Op dit album krijg je donkere folk met Calhoun die zingt, gitaar speelt en wat zuinige percussie en mondharmonica aanbrengt. Strachan beperkt zich tot de bas. Al had Calhoun ook dat instrument voor zijn rekening kunnen nemen, want in zijn eerste bandjes was hij steevast de bassist. Maar dan zou het echt een solo-album geworden zijn.

Dee Calhoun staat uiteraard centraal als zanger, maar is ook een uitstekend songschrijver die alleen al vocaal een song echt kan dragen en die met een beperkte bezetting toch een volle sound kan neerzetten.

Verwacht geen vrolijke kampvuur-folk, eerder neerslachtige blues-folk met subtiel nog wat southern rock en americana erdoor. De onderwerpen lijken zo geplukt uit het Bible Belt/Redneck-platteland van de Verenigde Staten. God en de duivel spelen vaak een hoofdrol en de ondertoon is die van de economische teloorgang van het Amerikaanse platteland. Veel geluk in de liefde blijkt deze bebaarde Amerikaan ook al niet gevonden te hebben. Het album heeft iets van een biecht of een rituele zuivering.

Wie uit is op een folk-heruitgave van de doommetal van Iron Man, is eraan voor de moeite. Donker is het album zeker, maar doom of nog maar metal komt er niet aan te pas. Eerder een lo-fi-versie van The Black Crowes.

Vervelen doet het album geen moment. Calhoun’s krachtige stem sleurt je mee in zijn moeras van liefdesverdriet, uitzichtloosheid en wanhoop en laat je niet meer los voor zijn ziel van al zijn ellende gezuiverd is.

Fans van WhiskeyDick, Seasick Steve of misschien zelfs Rag ‘n’ Bone Man zullen dit wel kunnen smaken.

http://www.screamingmaddee.com

 

donderdag 08 februari 2018 01:00

Alma-Baltica (EP)

De Franse band Dirge onderging een hele metamorfose. Ze begonnen in 1994 met het maken van industrial metal en evolueerden via een meer atmosferisch geluid naar postmetal. Op de EP ‘Alma-Baltica’ gaat die evolutie nog een paar stappen verder.

Deze EP toont in een kleine 40 minuten Dirge in zijn meest uitgesproken ambient-vorm. Openingstrack “Alma” is nog meer atmosferisch en nog meer naar gericht op drone-achtige elementen dan alles wat ze eerder uitbrachten. Ze goochelen met geluiden, loops en andere herhalingen en effectjes en vormen zo een instrumentale, maar poreuze wall of sound op. Er gaat geen dreiging van uit en postmetal-elementen zijn hier niet langer tastbaar aanwezig.

De vijf nummers van deze EP stralen zeker ook geen vrolijkheid uit, eerder melancholie. Op “Red Dawn Tibesti” ontwaar je nog de echo van elektrische gitaren tussen de lagen elektronica, maar daar houden de verwijzingen naar het vroegere werk op.

“Black Shore” en “Baltica” schuren o.m. dankzij een paar heel eenvoudige gitaarakkoorden wel nog voorzichtig tegen de postmetal aan. “Pure” zet het slotakkoord met dan toch een beetje dreiging en bijna een aanzet naar de sludgemetal van de begindagen, maar het nummer verzandt al gauw in luchtige ambient en verstilde noise.

Hypnotiserend, esoterisch en meditatief, soms een beetje in de lijn van het meer experimentele werk van Tangerine Dream. Denk ook aan Treha Sektori, aan het traagste van Russian Circles en aan sommige nummers van onze eigen Turpentine Valley.

 

donderdag 08 februari 2018 01:00

Tox Populi

De Nederlandse punkers van Disturbance opereren ergens op de grens tussen Oi-, street- en anarcho-punk. Veel (anti)politiek, veel energie en altijd makkelijk mee te brullen. Denk aan de oude Britse oerpunkbands als Sham 69, UK Subs, The Exploited, The Damned en Cockney Rejects, of dichter bij huis: Funeral Dress, The Agitators en Discipline. Ze stonden reeds op Oilst Omploft, een festival waar metal en punk naast elkaar geprogrammeerd worden.

Op hun nieuwe album ‘Tox Populi’ krijgen die van Disturbance vocale bijstand van Sparky Philips van psychobilly-punkband Demented Are Go en van onze landgenoot Bart Raats (The Moe Greene Specials) op trompet. Maar de hoofdmoot is toch snelle punk die aanzet om te pogoën en mee te brullen. Enkel op “The Dark” wordt het gaspedaal niet van bij het begin helemaal ingedrukt en is er even wat ruimte voor nuance, wat meteen één van de sterkste nummers oplevert.

Andere instant-klassiekers zijn ongetwijfeld “The Virus”, “For You”, “Anvil Of Hate” en “Spirits”. Heerlijke old-school-punk met meer vuur en overtuiging dan de meeste nog overlevende Britse oerpunkbands. Live zal deze band nog makkelijker weten te overtuigen, maar ook deze studio-opname is absoluut geen aanrader voor wie bv. geduldig in de dagelijkse file naar Brussel moet staan aanschuiven.

 

Status Quo is bezig aan een deels elektrische, deels akoestische afscheidstournee zonder de vorig jaar overleden gitarist Rick Parfitt waarbij ze o.m. Suikerrock in Tienen en de Stadsschouwburg in Antwerpen aandoen. Voor deze laatste echte Quo-optredens vliegen de tickets de deur uit. Dat er voor de muziek van Status Quo nog veel fans bestaan, kan je ook afleiden uit het aantal tribute-bands dat de band heeft. Elk land lijkt er minstens één te hebben. Groot-Brittannië heeft de Counterfeit Quo, Nederland heeft Stetus Kwo en België heeft de Belgian Quo Band. Die laatste is aan een drukke zomer bezig, met liefst 20 optredens in juli en augustus. Musiczine legde zijn oor te luisteren bij BQB-drummer Wesley Jacques.

Druk, druk
“Met 20 optredens in twee maanden doen we als hobby-band beter dan heel wat Belgische bands die professioneel bezig zijn, zoals Les Truttes, Cookies and Cream of Stan Van Samang. Bij ons is het natuurlijk ook niet elke keer het niveau van een Rock Werchter, maar wij spelen toch ook al snel voor een paar duizend man per avond. En als je als tribute-band veel in het buitenland kan spelen, dan stel je toch iets voor. Deze zomer spelen we vier keer in Nederland, later dit jaar spelen we daar nog vier keer en regelmatig spelen we al eens in Duitsland of Groot-Brittannië. Niet dat er een soort competitie bestaat met andere Quo-tribute-bands of dat wij ons als de beste willen profileren, maar de erkenning van het publiek in binnen- en buitenland doet wel deugd”, zegt Belgian Quo Band-drummer Wes. Hij heeft het zo druk met de BQB dat hij zijn andere band, Neo Prophet, even on hold heeft gezet. Andere bandleden hebben ook nog wel zijprojecten, maar de tribute-band komt deze zomer toch op de eerste plaats.

Witte Marshall’s
De BQB bestaat reeds tien jaar en de bandleden hopen dat ze, zoals het Britse Quotation, nog twintig jaar op het podium staan voor ze de band opdoeken. “Wij gaan heel ver als tribute van Status Quo. We nemen geen genoegen met het naspelen van de liedjes, wij dragen ook dezelfde kledij als de echte bandleden, spelen op dezelfde gitaren, doen dezelfde danspasjes en moves op het podium en hebben dezelfde back-line met witte Marshall-versterkers op het podium. Toen Status Quo uitpakte met een eigen bier, zijn wij eveneens een eigen bier gaan brouwen. Dat maakt dat we onze gage telkens opnieuw investeren om nog beter te worden. Die aanpak heeft ons al complimentjes opgeleverd van Quo-zanger Francis Rossi en bassist Rhino”, stelt Wes.

Geen competitie
Eigen songs schrijven in de stijl van Status Quo, zoals de Duitse tribute-band Piledriver doet, daar beginnen ze bij de BQB niet aan. “Er is meer dan genoeg origineel Quo-materiaal om een avond te vullen, waarom zou je dan zelf iets gaan verzinnen. Maar elke tribute-band heeft zijn eigen insteek en dat is prima zo. Nogmaals, er is geen onderlinge concurrentie. Wij gaan als band behalve naar de echte Status Quo ook regelmatig naar de andere Quo-tribute-bands kijken en dan is er geen sprake van jaloezie maar gaan we mee met het publiek op in de sfeer van het moment. Wij blijven in de eerste plaats fans van de muziek van Status Quo”, stelt de drummer.

Sportpaleis
De Belgische band heeft in Duitsland al eens mogen invallen voor de echte Status Quo, maar ze hebben nog wel enkele andere dromen. “Het Sportpaleis in Antwerpen vullen of een tournee doorheen Europa, dat zijn de twee zaken die nog op ons verlanglijstje staan. Het zal misschien bij dromen blijven, maar aan de andere kant staan we nu al gigantisch veel verder dan we bij de start van de Belgian Quo Band hadden durven verwachten”, besluit Wesley.

Pagina 103 van 105