logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Zara Larsson 25...
frank_carter_an...
Administrator

Administrator

Tony Hadley - 40 th anniversary tour - Tony solo meets Spandau Ballet
Frank Gevaert

Eindelijk, eindelijk. Na 2 jaar van wachten was het voor mij ook terug tijd om nog eens een concert bij te wonen. Ditmaal was het Tony Hadley, de Engelse singer-songwriter die naam maakte als lead zanger van Spandau Ballet. Ze waren in de jaren ’80 alomtegenwoordig met aardig wat hits. Mij zal deze band  me altijd doen denken aan een reis door Indonesië in 1995 waar ‘The best of Spandau Ballet’ onophoudelijk werd afgespeeld op de walkman. Het waren duidelijk andere tijden.

Het concert van Tony Hadley stond geprogrammeerd als exclusief. Het was inderdaad een eenmalig concert in België. Hij is namelijk bezig aan zijn ‘40th Anniversary tour’ waarbij hij voornamelijk in Engeland zal optreden. Maar nu in Oostende dus. De zaal was voor dit concert voor ¾ gevuld.
Hij kwam op met een 7 koppige band. Adam Wakeman was de toetsenist. Hij is de zoon van Rick die bij de legendarische groep Yes speelde. Verder viel ook nog op : Lily Gonzalez. Deze percussioniste/zangeres verbaasde ons meermaals. Ze bleek goede maatjes met Tony want tijdens de nummers ging hij haar meermaals opzoeken. Samen zongen ze “Through the Barricades”. Lily blijkt over een fenomenale stem te beschikken. Voorafgaand aan dit nummer stond Tony even stil bij de situatie in Oekraïne. Met de onvermijdelijke Jack (Daniels Whiskey) wenste hij ons allemaal een goede gezondheid.
In het Kursaal bracht hij een mix van oude nummers, solo materiaal en enkele covers. Zoals “Somebody to love” van Queen. Als jonge zanger had hij veel advies gekregen van Freddy Mercury en beschouwde hem als een vriend met een geweldige stem.
Het concert werd begonnen met een nummer uit 1981 “To Cut a Long Story Short” uit het debuutalbum ‘Journeys to Glory’ van Spandau Ballet. Je voelde dat sommigen in het publiek bij dit nummer niet helemaal mee waren. Zoals zo vaak komen de meesten voor de hits en ze werden niet ontgoocheld.” Only when you leave” “True” “Gold”. Ze ontbraken niet.
Na 45 minuten was het reeds pauze. Hij raadde iedereen aan om iets te gaan drinken en “pissed” terug te komen. Hij ging dit ook doen voornamelijk door het drinken van zijn vriend “Jack”. Wat natuurlijk niet kon als je nog een tweede helft van een concert moet afwerken.
Dit werd ingezet met “Instinction” nog een Spandau Ballet song. Daarna het opzwepende “Chant No1”. “Because of you” , een eigen song, werd voor de eerste maal in België gespeeld. Zo werd naar het einde toegewerkt met “Lifeline”, “True” om te eindigen met “Gold”. Bij de laatste drie nummers kwam het publiek uit de stoelen en werd het nog een feestje.

Op 2 juni wordt hij 62. Maar zijn stem is nog steeds fenomenaal en hij haalt nog steeds de hoge noten. Voor wie hem gemist heeft en wil zien … Er is een optreden op 27 augustus op het W-Festival in Oostende. Hij vermeldde dit ook en hoopte ons er allemaal terug te zien. Een aanrader.

Setlist:

  1. To Cut a Long Story Short (Spandau Ballet song)
  2. Highly Strung (Spandau Ballet song)
  3. Only when you leave (Spandau Ballet song)
  4. Round and Round (Spandau Ballet song)
  5. I’ll fly for you (Spandau Ballet song)
  6. Tonight belongs to us
  7. Communication (Spandau Ballet song)
  8. Mad about you
  9. Be free with your love

Pauze

  1. Instinction (Spandau Ballet song)
  2. Chant No. 1 ( I Don’t need This Pressure On) (Spandau Ballet song)
  3. Soul boy (Spandau Ballet song)
  4. Because of you
  5. Through the Barricades (Spandau Ballet song)
  6. Somebody to love (Queen cover)
  7. Every time
  8. Lifeline (Spandau Ballet song)
  9. True (Spandau Ballet song)
  10. Gold (Spandau Ballet song)

Organisatie: Pm live-events ism Kursaal, Oostende

Paaspop 2022 - Gezellig en allesomvattend, meer dan zomaar wat … muziek
Paaspop 2022
Festivalterrein
Schijndel (Nederland)
2022-04-15 t-m 2022-04-17
Hans De Lee

Wat een fantastisch weerzien met Paaspop! Samen met vele anderen was het enorm uitkijken naar dit event, zeker na die uiterst vervelende en gedwongen festivalstilte van bijna 2 jaar.
Uiteraard was ook deze editie lang vooraf helemaal uitverkocht.  En al stonden er misschien iets minder ‘grote’ namen op de affiche, het kon de pret op geen enkel moment bederven, integendeel.  De zon was van de partij, de mensen waren uitgelaten en de bands deden hun stinkende best om van hun eerste live optreden sinds lang een onvergetelijke belevenis te maken.  Nog nooit zoveel enthousiasme voor het podium en spelplezier op het podium gezien op 1 dag.

Paaspop is wat mij betreft by far het meest gezellige en allesomvattende festival van de Benelux en zorgt binnen dat grondgebied steevast voor een geslaagd startschot van een lange festivalzomer.  De heerlijk diversiteit aan muziekstijlen die aanbod komen, de bonte mengelmoes aan randactiviteiten en de waanzinnig mooie aankleding en verlichting van de festivaltenten en het immense festivalterrein tout court, zijn vrij uniek.  De catering en het overvloedige aanbod aan spijs en drank zijn al even divers en smakelijk.  Van reuzerefter, over een heus cosy ingericht restaurant tot een mega foodmarket, het is niet te verzinnen wat je hier zoal aantreft aan snacks en allerlei koude en warme happen.
Genoeg nu over het randgebeuren.  Music maestro!  Want dat is uiteindelijk de hoofdreden van ons bezoek aan Schijndel : bands live aan het werk zien en liefst zoveel mogelijk.  Ook hier is het aanbod buitengewoon divers  en soms verrassend te noemen maar daarom net zo interessant.  Van schlagermuziek tot metal, van disco tot garagerock en van new wave tot hip hop, het galmt netjes naast elkaar uit één of andere tent op Paaspop.

We waren aanwezig op dag drie van het event - zondag 17 april 2022
Blood Red Shoes uit Brighton (UK) trokken meteen stevig van leer in de Jack Daniels tent.  Hun  indierock klonk heel vet, zeker als je weet dat ze slechts met 2 op het podium stonden.  Ze beloofden later op het jaar terug te komen met meer muzikanten en met meer nummers uit hun recentste album ‘Ghosts on tape’.  Door de minimale bezetting konden ze immers slechts 1 nummer uit dat album live brengen op Paaspop.

Terwijl in de Loco Royale tent het hilarische WK schuifelen aan de gang was, zorgde de plaatselijke wereldster Snelle (aka Lars Bos) voor een uitbundig feest op het hoofdpodium in Apollo.  Hoewel hij vooral bekend staat als Nederlandstalige rapper scoorde hij in de nokvolle tent ondermeer met een spijkerharde versie van, echt waar, ‘Killing in the name’ van RATM, inclusief pyrotechnics. 

Een andere binnenlandse held, Ronnie Flex, bracht dan weer in Phoenix de ganse tent aan het meezingen tijdens het aanstekelijke ‘Energie’ en tal van gelijkaardige nederhop deuntjes.

Op weg naar de Theatre tent, stopten we even in the Pinball club om op een resem flipperkasten van AC/DC, Metallica en andere legendarische rockbands een poging te ondernemen de highscore aan te vallen.  De aanval mislukte grandioos maar katapulteerde ons moeiteloos terug naar onze jeugdjaren waar dergelijke kasten nog deel uitmaakten van het vast meubilair in menige donkere kroegen en lunaparken.

Iets voor 19u maakte Alex Agnew zijn opwachting in het theater, dat voor de gelegenheid gevuld was met honderden stoeltjes en met veel sfeer en gevoel voor gezelligheid was verlicht en ingericht.  De band die voor Agnew de tent onder stoom moest brengen was Zoutmus, een bende ongeregeld die in het Nederlands een soort van fanfarerock brachten met als hoofdthema een banaan, inclusief bananenmutsen, opblaasbananen en teksten over die gele kromme vrucht. Hilarisch, althans toch voor even.
Alex deed op Paaspop een try-out van zijn upcoming comedyshow en bracht het er, ondanks zijn mindere status in Nederland, heel goed vanaf.  Als vanouds nam hij geen blad voor de mond, was hij bijwijlen heel grof en ging hij geen enkel gevoelig onderwerp of taboe uit de weg.  Hij haalde meedogenloos uit naar Poetin en Trump, spuwde op talrijke corona toestanden, maakte fietsers en steprijders met de grond gelijk, braakte een paar Jodenmoppen uit en nam tenslotte een aantal (trans)genders op de korrel.  Maar door toevoeging van de nodige zelfspot (luister naar de hilarische avonturen met zijn hond Sherlock) , zijn gekende imitatiegeluiden en de gave om heel af en toe ook eens een seconde ernstig te zijn en kort stil te staan bij bepaalde onderwerpen, kon hij op veel bijval rekenen vanuit de zaal en wist hij een zeer geslaagd optreden neer te zetten.  Dat belooft voor het echte werk in Vlaamse zalen later op het jaar.

Naast Agnew werd België ook nog op andere Paaspop podia met verve vertegenwoordigd .  We vingen een glimp op van het concert van Whispering Sons en stelden vast dat de band sinds hun debuut enkele jaren terug enorm matuur is geworden.  Alleen kunnen ze in Nederland nog lang niet terugvallen op de bekendheid en status die ze in eigen land gestaag opbouwden en nu permanent genieten.  Het optreden stond als een huis maar de tent was helaas niet helemaal volgelopen voor dit talentrijk vijftal.  Een gemiste kans voor heel wat festivalgangers als je het ons vraagt.

Een eervolle vermelding gunnen we ook aan The Vipers die met hun show ’50 jaar queen’ de iets oudere festivalbezoekers massaal naar het theatre lokten, waar intussen alle stoelen netjes aan de kant werden geschoven.  De tribute band uit Italië brengt op meesterlijke wijze alle hits van Queen weer tot leven en zanger Guiseppe Maggioni (ooit finalist van The Voice Italy) zet een verbluffende imitatie van Freddy Mercury neer.  Hoedje af voor deze topmuzikanten die in de zomer trouwens ook op de affiche staan van Graspop te Dessel.

White Lies is een band die eigenlijk nooit teleurstelt.  Akkoord ze geven misschien niet meteen de meest opwindende shows weg (tenzij je papiersnippers het einde vindt) maar laten gewoon de songs hun werk doen en die formule is prima.  Frontman Harry McVeigh en zijn collega’s kunnen dan ook putten uit een indrukwekkende reeks van hits en zeer herkenbare nummers die bij de fans altijd op heel wat bijval kunnen rekenen.  Het klinkt allemaal zo verdomd professioneel en goed : ‘Big TV’, ‘Bigger than us’, ‘Farewell tot he Fairground’, ‘To Lose my life’,enz.   Een warme portie indiewaverock die bij vlagen doet denken aan Joy Division of, meer recent, Editors maar intussen toch al bewezen heeft over een perfecte eigen sound te beschikken.  Deze witte leugens vervelen nog lang niet!

Op het einde van de geslaagde festivaldag stonden heel wat gekende en minder gekende Nederlandse rockbands  geprogrammeerd in de Jack Daniels tent en in het kleinere Thunder Alley.  En het moet gezegd, ze haalden stuk voor stuk een heel hoog niveau en bewezen dat de toekomst van de Nederlandse rock’n’roll best veelbelovend klinkt.
Persoonlijk was ik het meest onder de indruk van Fire Horse.  Een recente band die rauwe en smerige maar catchy (garage)rock brengt en op het podium van de eerste tot de laatste minuut kon boeien.  Geen wonder als je weet dat de leden al jarenlang meedraaien in de NL rockscene en eerder al veel strepen verdienden in bands als Peter Pan Speedrock en Birth Of Joy.  Nummers als ‘Fire Horse’ en ‘Don’t Care’ klinken erg volwassen en blijven meteen hangen in het geheugen.  Uitkijken naar de debuutplaat van deze heren die nog dit jaar zou uitgebracht worden.

Paceshifters van de gebroeders Dokman staan voor iets minder toegankelijke alternatieve rock en timmeren sinds 2008 met veel overgave aan hun muzikale carrière.  Ze hebben intussen meerdere albums uit en speelden ondermeer met succes op Pinkpop en Zwarte Cross.  Het klinkt allemaal zeer oprecht, intens en hard maar steeds met oog voor melodie en veel gevoel.  Absoluut een erg geslaagd no nonsense concert.

Tenslotte mag Tusky uit Utrecht een goed gevulde Thunder Alley afsluiten met hun aanstekelijke punkrock.  Ook deze heren leveren een prima set af, al is het even wennen aan de nieuwe bandleden en vooral het toch wel andere stemgeluid van zanger Quirin Wijgers die gelukkig op een heel energieke wijze de vroegere frontman Alfred vervangt en zijn eigen twist geeft aan de nieuwe Tuskysound anno 2022. 

Wanneer we moe maar voldaan besluiten de auto op te zoeken horen we in de verte The Chainsmokers nog een laatste keer het hele festivalterrein op zijn kop zetten.

Neem gerust een kijkje naar de pics van de drie dagen
https://www.musiczine.net/nl/photos/category/966-paaspop-2022

Organisatie: Paaspop  

Psychonaut - Belgische metal in volle glorie
Divided, H I R O, Cobra The Impaler en Psychonaut
Stan Vanhecke en Astrid De Maertelaere

Wie zichzelf een West-Vlaamse metalfan noemt, moest afgelopen weekend in het zonovergoten Leffinge zijn. Daar verschansten we ons samen met andere langharigen en bleekscheten in De Zwerver, dat voor de gelegenheid tot ware metalcave was omgetoverd.

Divided is een vierkoppige West-Vlaamse band die in hun muziek een mooi evenwicht brengt tussen genres als post-rock, hardcore en sludge-metal. De jonkies onder leiding van zanger én drummer Pepijn Vandaele stelden hun versgeperste debuut-EP ‘Riser’ voor. Een goed opgebouwde plaat met zowel psychedelisch als strak gitaarspel. Songs als “Neverending” en “Slumberland” komen telkens tot een heerlijke explosie. Bewondering ook voor de live performance met unieke podiumopstelling, al zullen de Kortrijkzanen wellicht nog eens nadenken over de rol van Pepijn. Zelfs rastalenten moeten af en toe eens ademen.

Met H I R O stond er zelfs een debuutoptreden op het programma. Met kraakverse plaat ‘H I R O’ en een band die glansde als net uit de verpakking - inclusief fluo kabels - zorgde het Oostends/Brugs metalcollectief voor een paar songs die de monden deden openvallen. Ze kwamen af met een eclectische sound, die het midden hield tussen melodieuze metal en psychedelische rock. Zet er een zanger met een klok van een stem bij en je merkt onmiddellijk dat deze mannen er zijn om te blijven. “Polarize” laat je even dromen met zweverige riedels om je dan als een vuile goederentrein omver te denderen: what’s in a name?
Dat de twee gitaristen respectievelijk hun sleutelbeen en pols hadden gebroken, waardoor de try-out in De Kelk van vorige week nog werd uitgesteld, maakte deze volwassen set des te indrukwekkender.
Met “Cyclothymia” bracht de band een heel toegankelijke progrock song die in je kop kan blijven hangen. Een krachtig nummer vol emotie, goeie riffs en prima drumwerk. Dat de frontman nog wat onhandig met de armen wiekte, zien we graag door de vingers. (Check zeker ook eens de coole clip met passend artwork!)

Cobra The Impaler met Tace DC steelt graag de show. En dat deden ze dan maar. Klootzakken. Even dachten we: die fluokabels zijn in. Bleek dat de bassist zijn gerief gestolen werd en hij z’n materiaal moest lenen bij H I R O. Toch brachten ze een geluid dat we nog niet eerder hoorden die avond. Het was harder en dynamischer, maar ook iets meer stoner metal. Mastodon fans zullen blij zijn met deze band. Met “Colossal Gods” toonden ze al in het begin van hun set gitaarwerk van heel erg hoog niveau. Manuel Remmerie zong eroverheen als een maniak en liet zijn micro vieren als het aan de muzikanten was, zoals tijdens “Mountains”. Toch lieten zelfs zij je oren af en toe rusten met wat harmonie tijdens een nummer als “Demigods”. Daarna kregen we een momentje van bezinning. Maar niet lang. Het publiek smulde van de gitaarsolo van Tace tijdens “Scorched Earth”, waarna Cobra dat trucje nog enkele keren herhaalde. De band liet het publiek uit de hand eten en voor we het wisten sprongen de zanger en gitarist James Falck van het podium af.
Cobra The Impaler sloot hun meeslepende set af met “Tempest Rising” waarna iedereen smachtte naar meer.

De sterkte van de vorige bands zorgde ervoor dat we bij Psychonaut toch ietwat op onze honger bleven zitten, al zagen we ook wel wat headbangende jonge gasten. Het geluid was vaak clean, de show wat sober. “The Story of Your Enslavement” was wel lekker dreunend. In het heel lange “Psychedelic Mammoth” zaten we even onder water, kregen we psychedelische klanken en fantastisch geschreeuw.
Het instrumentale “All I Saw as a Huge Monkey” klonk dan weer mistig en werd ingezet met een soort didgeridoolawaai. Het uitdagend gitaarspel had een Oosterse vibe door het tokkelen op de hals van de gitaar. Bij “Sananda” waanden we ons op de begrafenis van een vikingkoning en ging zanger Thomas Michiels een pisje doen. Of beeldden we ons dat in? We waren er niet steeds bij met onze gedachten na 4 uur metal aan een stuk. In “Kabuddah” hoorden we nog een sterke samenzang waarmee Psychonaut toonde dat het niet voor niets als headliner van de avond werd geprogrammeerd.

Toch bleef achteraf vooral H I R O (Cyclothymia!) en Cobra The Impaler in onze hoofden hangen. Misschien bestaat er toch zoiets als te veel metal op één avond. Of was het net dat tikkeltje te weinig op het eind?

Neem gerust een kijkje naar de pics

Cobra The Impaler
H I R O
 


Organisatie: VZW De Zwerver - Leffingeleuren, Leffinge

Cobra The Impaler - Laagje op laagje tot het geheel uit z’n voegen barst
Turpentine Valley - Hippotraktor - Cobra The Impaler
Hans Devriendt

Wat een interessante avond met drie bands, Turpentine Valley - Hippotraktor - Cobra The Impaler, die tekenden voor een interessant avondje post/progressive/american (heavy) metal …

Turpentine Valley*** was present als voorprogramma van deze twee bands. Met hun gelaagde, gevarieerde en gevoelsmatige songs wisten ze zeker menig post-metal liefhebber te raken. De band ontstond in 2016 en bracht reeds vier platen uit. Hun laatste langspeler, ‘Alder’, is nog maar twee maand jong. Maar ook live maakten de nieuwe songs duidelijk dat Turpentine Valley intussen een volwassen band is geworden. Hier en daar kon het geluid nog wat bijgeschaafd worden, maar dit wist de sfeer niet te bederven. Hier en daar invloeden hoorbaar van Pelican en zelfs van And So I Watch You From Afar, maar dit vond ik dik oké.

Co-headliner Hippotraktor**** was als volgende aan de beurt. En om eerlijk te zijn, voor hen speciaal zakte ik vanavond af naar de Handelsbeurs. Het progressive metal collectief, met leden van Psychonaut, Before He Shot Her en L’Itch bracht hun debuutplaat ‘Meridian’ uit in oktober 2021, onder het invloedrijke label Pelagic Records. Ondanks gitarist/zanger Sander Rom geen versterking kon geven op gitaar (door een probleem met z’n enkel), werd met het meedogenloze nummer “Manifest the Mountain” de toon voor een verpletterende set meteen gezet. Het gitaarwerk van Chairan Verheyden klonk strak, perfect getimed en gewoonweg virtuoos. In “Mover of the Skies” zorgde een eerste grote breakdown met hellegeschreeuw van zanger/percussionist Stefan De Graef ervoor dat het publiek losbrak. Hun snelle, complexe, poly-ritmische songs volgden elkaar in ijl tempo op en wat moet dat dan niet geven mèt versterking van hun tweede gitarist erbij? Hippotraktor wist mij compleet omver te blazen.

Uiteindelijk was het aan de heren van Cobra The Impaler**** om de avond af te sluiten. Met hun ‘American Heavy Metal’- sound drukken ze misschien nog maar sinds kort hun eigen stempel in de omvangrijke Belgische metalscene, maar aan relevante ervaring en muzikale expertise hoeven de leden van dit collectief alleszins niet in te boeten.  Cobra The Impaler is het geesteskind van Thijs De Cloedt (ex-Aborted, Hæster, Horses on Fire), die wordt bijgestaan door niemand minder dan Megadeth drummer Dirk Verbeuren en andere leden die o.a. actief zijn in BEAR, Soul Grip en Arson.
Van zodra het eerste nummer van wal stak klonk het alsof we gewurgd werden door een grote boa, neen… Cobra constrictor. De gitaren van James Falck en Tace (Thijs De Cloedt) beukten erop los en hun assortiment van sterke riffs en solo’s leek onvermoeibaar te zijn.
De band stond met ongelooflijk veel goesting op het podium en met hun single “Fall of The Forgotten” werd het publiek ook razend enthousiast. Cobra The Impaler kwam, zag en overwon. Check hun debuutplaat ‘Colossal Gods’ zeker uit!

 

Organisatie: Democrazy, Gent

Texas - Texas forever ‘Southside’ akoustisch + Texas ‘elektrisch’ forever!
Vincent Govaert

De banner van het doorbraakalbum ‘Southside’ van Texas stond achter de drumset … Je wist dus wat je te wachten stond, met name de 30ste verjaardag van dit album …met 2,5 jaar uitstel weliswaar door  … je weet naderhand wel …

De CD werd integraal gebracht op een ietwat ingetogen manier, beetje als een huiskamer concert. Bijgevolg, iedereen bleef zitten, publiek als band. Sharleen zong de volledige CD met gitaar in de hand, zonder van haar stoel te komen. Tussendoor maakte ze grapjes over haar Schots accent, dat ze vaak onverstaanbaar is, dat het publiek zo rustig was, tja, precies een meditatie sessie, dat zij het voorprogramma verzorgden van de groep die straks kwam en dat die leadzangeres een verschrikkelijke, onmogelijke 'bitch' was ....
Ze had het ook over het producen van de CD, wie daar wel en niet aan meewerkte, er waren drie pogingen nodig alvorens die op tape kon staan, enz. Verder dat ze in Amerika enkele hits hadden, maar dat niemand hen kende en zeker toen ze zeiden dat ze Schotten waren, schrokken ze .
Mooie verhalen dus om te delen. Indien Sharleen Spiteri geen zangeres was geworden, dan kon ze de wereld rondgereisd hebben als stand-up comediante.
We kregen dus een eerste deel met tien nummers in die prachtzaal, het Koninklijk Circus, uitermate gedurfd en geslaagd. Van “I Don’t Want a Lover” over “Every Day Now”, naar “Faith”, “Thrill has Gone”, “Fool for Love”, “One Choice”, om dit eerste luik af te werken met “Future Is Promises”.
Er volgde hierna een pauze van 20 minuten en iedereen kwam vol goesting terug de mooie ronde zaal in.
En nu is het dan ook gedaan met zitten: “Do you like to party? Noooo, I’ve never seen a party sitting on asses” en hup iedereen recht; mijn buurvrouw werd een beetje ongelukkig, want de lieve dame wou liever blijven zitten en ziet nu niets meer …
Het was van mij geleden van Phil Collins in de Expo Gent, dat er nog eens een artiest een nummer van vooraf aan herbegint. Sharleen dus ook, ze is duidelijk niet gelukkig met het geluid als ze “Summer Son” inzetten; ze herbeginnen, ze geeft ons nog mee dat we zeer verrast zullen zijn met welk nummer ze het tweede deel van de avond zullen starten… Het was niet verkeerd om te starten met een nummer uit hun vijfde plaat ‘The Hush’, hun best verkochte plaat ooit.
We krijgen nog mee dat Texas de eerste keer speelde buiten de UK op … Torhout/Werchter, samen met The Pixies, REM, Robert Cray Band, en dan met hulp uit de zaal , nog met Lou Reed!
We worden nu meegenomen voor een tiental nummers, “Halo” gevolgd door “Hi”, titeltrack uit de laatste plaat, en “In Our Lifetime” tevens uit die vijfde plaat ‘The Hush’.
Op “Mr Haze” moet Brussel dansen, "common I wanna see proper dancing”, gevolgd door “Let’s Work It Out/Rip It Up”.
Als ze start met “When We Are Together”, geeft ze ons nog mee dat ze zich in een oude Griekse arena voelt waar de mensen boven gevaarlijk hoog zitten. Voor “Unbelievable” zet ze alle zorgmedewerkers, voedingswaren-medewerkers, enzovoort in de bloemen want die hebben echt hun leven geriskeerd voor ons. “In Demand” van hun ‘Greatest Hits’ album volgt nu, en is één van de drie nieuwe nummers toen op dat album. Plots is het Koninklijk Circus verlicht door de gsmlichtjes. Net voor “The Conversation” krijgt ze uit het publiek een geschenk in een zakje, een paar sokken, blijkbaar is ze daar heel op gesteld en een brief, die ze voorleest. Het is blijkbaar een goed doel uit Roubaix om de slachtoffers en families in Oekraïne te steunen. Zo is ze dan ook, ze leest heel de brief voor en dan zingt ze vooral en praat niet meer. “Inner Smile” volgt nu, samen met “Say What You Want” van de comeback-plaat van ’97 ‘White On Blonde’, waar ze in de clip een Elvis imitatie doet; later zullen we nog zien dat Texas enorm Elvis fan zijn.
We kunnen zo zeggen dat deel twee hiermee is afgesloten, maar ze geeft al mee dat als we braaf zijn ze nog terugkomen voor ‘one’, ‘two’, ‘three’ nummers.
“I don’t Want a Lover” en “Black Eyed Boy” zijn de laatst eigen nummers en dan, we hoorden het al dikwijls, sloten ze af met “Suspicious Minds” van Elvis himself!
Beetje bizar wat we zien op het podium bij de leden, twee dragen een hoed, iemand een pet en dat voor een band die als frontvrouw een kapster heeft …

Een heel geslaagde avond kregen we . Er was nog een tweede concert in ons landje, Kursaal, Oostende en dan hop naar Amsterdam om dan verder op tournee te trekken. Texas Forever!

Neem gerust een kijkje naar de pics
https://www.musiczine.net/nl/photos/category/1926-texas-18-04-2022
Organisatie: Live Nation

Venus Fly Trap - Alex Novak, founding member and vocalist with Venus Fly Trap

Can you give a brief history of Venus Fly Trap - I had been in a band called Attrition who were based in London at the time, I had done an album and toured Holland/UK with them. Decided to move back to my native Northampton famous for Bauhaus, Alan Moore and the film Kinky Boots, hooked up with my brother John Novak (Isaws, Where’s Lisse) and Tony Booker an ex art school student, I had also studied at art school. The line up has changed many times over the years, Andy Denton joined via a local band Crowman, initially as the drummer and ended up playing guitar and has done for many years.

Your new album Time Lapse collects tracks from three albums Totem, Pandora’s Box and Luna Tide. What was your reasoning for a three-in-one rather than individual releases?
It was basically the time it would take to release individual albums, to promote those        albums, and the costs, it just seemed to make more sense, if someone else would like to re-issue everything in one go in the future then that’s fine. It gave me an opportunity to pick tracks and create an alternative album for this alternate reality.

You’ve talked about VFTs albums as existing in triptychs. How do these three albums relate to each other?
Well, two came out on Danceteria, the line-up was pretty consistent with the core       members being present, I would say Luna Tide was a transition album with members who had joined at the time of Pandora’s Box being retained, so shifts in line-up rather than   seismic changes. But generally it was a band line-up with the usual drums, guitar, bass and keys which kept it within certain parameters but with some experimenting in the      studio.

There was quite a sonic shift from the post punk of Totem to more organic Luna Tide. Why the constant evolution?
As new members join they add their influences to the pot, also we replaced electronic drum pads with a real drummer (on Mars we had a drum machine) and sequencers with an analogue keyboard player so that will effect the feel.

Despite this they remain easily identifiable as VFT. What’s the aesthetic holding them together?
I guess one thing would be myself: I have been the only constant in all the line ups and I want the sound to fit certain parameters, Luna Tide was at the edge of those parameters and i didn’t want to continue in that particular direction for Dark Amour but that’s another story.

Certainly not a metal album Luna Tide nevertheless got a glowing review in the metal bible Kerrang!. What was the crossover appeal?
I think at that time the magazine was covering a lot wider musical tastes not just the       traditional stuff but also grunge, alternative rock and goth so we fitted within that brief.

How did you decide what tracks to include on Time Lapse?
Tried to get tracks to fit together and get a flow going, changed the order on some of the tracks from Luna Tide as they seemed to fit together better.

Fans have a special relationship with songs. Were you worried about omitting someone’s favourite when assembling Time Lapse?
This is an alternative album for an alternate reality, those albums don’t exist in this reality, another time and another place the dice would fall differently.

Time Lapse seems a pretty apt title for these strange times
Time has been changed are we going forward or are we in limbo?

How will you promote the album in the midst of a pandemic?
Via the net, magazines, radio and whatever portals and wormholes are open to transmit  information.

“Without music, life would be a Mistake”, dixit Friedrich Nietzsche. Het valt in twijfel te trekken of de man het werkelijk heeft gezegd, maar de woorden zelf, daar bestaat er geen twijfel over. Live-muziek kan een drijfveer zijn, een motivator, dat extra duwtje in de rug. Laat dat nu net zijn wat we in deze bizarre tijden missen. Gelukkig is er het initiatief ‘Sound of Ghent’ , die de Gentse muziekscene letterlijk een podium geven.

Ook Wolker krijgt de eer om zich te vestigen in het arsenaal dat o.m. Democrazy voor ons in petto heeft en de eer is wederzijds. Dit duo werd in oktober nog tweede in de Humo’s Rock Rally en mocht al in Belgiës mooiste concertzaal ‘De AB’ spelen als voorprogramma van ‘High Hi’.
Getokkel op de bongo’s en handgeklap geven het startschot van “Follie douce” en een optreden vol van energie, want dit is wat Wolker zo goed maakt: slim gebruik van loopstations, heerlijk melancholische zangstem, solide drums. Dit alles resulteert in een sferische opbouw van jewelste. Femke en Gert-Jan doen je aan hun lippen hangen en hunkeren naar meer. Ze nemen je mee in een droomwereld waar je op wolken (of beter op ‘Wolker’ *) lijkt te lopen en halen je dan zacht doch zeer effectief neer met hun climax.
Het summum van deze weemoed (in de meest positieve zin) wordt in je gezicht gesmeten met persoonlijke favoriet “Dream state”. Het engelengezang als backing vocals in combinatie met de zachte woorden van de frontman zorgen voor een ervaring gelijkaardig met een openbaring: “Juist. Dit. Is. Muziek.”
Afsluiten doen ze met 2 kleppers, “Talking minds” is wat er in het woordenboek staat bij het trefwoord perfecte opbouw. Het hele nummer doet je smachten naar, om het in termen van In De Gloria te zeggen, de ontploffing. Net wanneer je denkt ‘Hier gaan we’, eindigt het nummer. Een gedurfde, maar een geniale keuze.
Wanneer “Situations” losbarst in een gitaarsolo, wordt de eindspurt ingezet. Nog een keer alles geven.
Na 6 nummes bereikt Wolker de eindmeet. Wij hebben er enorm van genoten, we hopen zij ook. Ik kijk er alvast naar uit om ze nog eens live te zien. Met publiek. Met nog meer sfeer. En hopelijk met een debuutalbum.

(*Excuses voor deze slechte mop. Corona got me like…)
Setlist: Folie Douce, Trenches, Dream State, All Nighter, Talking Minds, Situations

Organisatie: Democrazy, Gent

W-Festival 2019 - van donderdag 15 augustus t-m 18 augustus 2019 - Een overzicht
W-Festival 2019
Expo
Waregem
2019-08-15 t-m 2019-08-18

Team: Filip Van der Linden, Joost Vandoorne, Corina Baekeland, Wim Guillemyn, Joeri Cardon en Hans De Lee

Waregem Expo was vijf dagen lang het toneel voor het W-Festival. Dat brengt het beste van de jaren ’80, aangevuld met recentere elektronische muziek. Na de start in Wortegem-Petegem en een tussenstop in Amougies lijkt deze organisatie zijn definitieve stek gevonden te hebben in Waregem. De expohallen zijn iets minder zomerfestival-achtig dan de vroegere tenten, maar infrastructureel bieden ze tal van voordelen. Er was online wat gemor over de kostprijzen van tickets, eten en drinken, maar noem mij één festival dat elk jaar zijn ticketprijzen verlaagt of waar je niet te veel betaalt voor eten en drinken.
Bovendien heeft W-Fest een ploeg die uit elke opmerking wil leren en bereid is om dingen aan te passen. Dat alle festivaldagen zo goed als uitverkocht waren, wijst al zeker op de kracht van dit festivalconcept. Op een enkeling na ontgoochelde geen enkele headliner en in de namiddag waren er heel wat bands te ontdekken of te herontdekken

Volgend jaar komt W-Fest alvast opnieuw naar Waregem, maar dan in het verlengde weekend van 21 tot 24 mei. Voor volgend jaar staan voor de Synth Stage reeds op de affiche: The Original Alan Parsons Band, Big Country, Kim Wilde, Matt Bianco, Praga Khan, SX, The Magic Numbers, Visage, A Split Second, Snap!, Technotronic, Cock Robin, Dead Man Ray, Dr & The Medics, Ellen Foley, Fuzzbox, Glen Matlock (van de Sex Pistols), Roland Gift (van de Fine Young Cannibals), The Christians, The Telescopes en Wang Chung.
Op het podium van de Wave Cave staan in 2020 o.m. Leæther Strip, Diary Of Dreams, Fields Of The Nephilim, And Also The Trees, KMFDM, Test Department, Enzo Kreft, The Arch en Vomito Negro.
In december worden nog vier ‘grote’ namen aangekondigd.

dag 1 - donderdag 15 augustus 2019 (Joost Vandoorne, Corina Baekeland en Filip Van der Linden)
De Synth Stage was op donderdag een mix van vrolijke en donkere pop, met aan het uiteinde van het ene spectrum de Time Bandits en aan het andere Echo & The Bunnymen. Op andere dagen en edities is die tweespalt eerder verdeeld tussen de Synth Stage en de Wave Cave, maar zoals het op donderdag gebeurde, werkt het ook. Natuurlijk ook al omdat de twee podia gewoon naast elkaar stonden.
Over de twee hoofdpodia kon je grofweg dezelfde conclusies trekken als vorig jaar: bij de Wave Cave was de sfeer (uiteraard) donkerder, werd meer aandacht besteed aan het visuele, hadden de hits net iets minder belang en werden de concerten intenser beleefd, zowel op als voor het podium. Op de Synth Stage zagen de bandleden er doorgaans uit alsof ze net een gezapige strandwandeling hadden gemaakt en was het telkens uitkijken of en hoe ze de hits zouden brengen.

Empathy Test mocht  openen op de Synth Stage. De band, live aangevuld tot een trio, bracht onderkoelde pop. Niet donker, maar ook net niet dansbaar. Daarvoor missen de songs wat vaart. Voor het publiek maakt het niet uit, dat geniet met volle teugen van deze synthpop die twijfelt tussen retro en modern. De band begon zelf wat lauw aan de set, maar excuseert zich daarvoor als “Vampire Town” verkeerd wordt ingezet en moet hernomen worden. “We moeten heel snel veel bekender worden, dan kunnen we later op de dag optreden en zullen we lichamelijk en geestelijk beter bij de les zijn”, belooft de zanger. Er zaten wel meer knipogen in de set van deze Britten. Ze informeren naar wie de grootste afstand heeft afgelegd om het festival bij te wonen en komen uit bij een Australiër. Hij krijgt daarvoor een T-shirt en de opmerking dat hij alvast niet met lege handen moet terugkeren, waarna de band hun track “Empty Handed” inzet.
Vooraf bedacht of niet, Empathy Test doorstaat met die Britse humor de lakmoesproef om als openingsband toch meteen het publiek mee te krijgen. Op het einde van hun set, het is dan nog steeds middag, staan enkele honderden fans mee te klappen op het ritme van “Here Is The Place”. Mission accomplished.

Der Klinke mocht de Wave Cave openen. Mocht je gedacht hebben dat ze voor een lege zaal zouden openen , dan kwam je bedrogen uit want er was veel volk afgezakt om deze Oostendenaars aan het werk te zien. Opener “Our Dance In Darkness” werd meteen goed onthaald. “Curtains” uit hun laatste album ‘Decade’ was sterk. Ze vierden onlangs hun tienjarig bestaan en zanger Chesko smeet enkele T-shirts als cadeau in het publiek. We zagen een strakke en gedreven set en gelukkig werd dit niet verstoord door het klein technische oponthoud. Chesko wist dit goed op te vangen. Op “Bridges” werd er vrij veel gedanst maar de echte climax was er met hun culthit “The Doll” dat een prima concert afsloot.

Signal Aout 42 was een net iets moeilijker verhaal. Deze Waalse band heeft wel een degelijke reputatie in de underground, maar geen hits die bij het brede publiek bekend zijn. Een stek op het Wave Cave-podium zou minstens net zo terecht geweest zijn, maar ook op de Synth Stage kwam hun EBM/industrial-noise-act goed tot zijn recht. De band bestaat reeds sinds begin de jaren ’80 en bracht dit jaar nog het album ‘Insurrection’ uit. Daarvan speelden ze in Waregem “Welcome To Reality” en “Can You Hear My Rage”. Uit de oude doos haalden ze o.m. “Dead Is Calling”, met een beetje new beat-invloeden. SA42 bracht zijn set met veel panache en bravoure, maar voor het publiek was het nog te vroeg om al massaal mee te dansen. Het is mooi dat deze band een plaats kreeg op dit festival, maar ze hadden nog net iets hoger op de affiche mogen staan.

De Duitse electroband In Strict Confidence draait al wat langer mee. Sedert 1992 om precies te zijn. Visueel was het heel aantrekkelijk en goed afgestemd op de intense en meeslepende muziek. Op een gegeven moment kwam de gitariste het podium op met lichtgevende vleugels aan. De nieuwe single “Mercy” is een beetje een stijlbreuk maar deed het live goed. Ook “Zauber Schloss” was erg genietbaar. Ze speelden over de gehele lijn een goeie set.

Na het overdonderende van SA42 bracht Tristesse Contemporaine opnieuw rust op de Synth Stage. Hun synthpop is modern en dansbaar, maar de band mist vooral bekendheid in ons land. Muzikaal was deze internationale band (met leden uit Japan, de UK en Zweden en opererend vanuit Frankrijk) vrij klassiek. Het is met name zanger Malik die er half rappend, half zingend een moderne toets aan geeft, met een beetje een Faithless-vibe. Hij wil wel een praatje maken voor het publiek, maar wordt dan afgeblokt door de rest van de band die gewoon meteen al het volgende nummer inzet. Dat gebrek aan interactie maakt dat deze band geen onvergetelijke indruk maakt. Met zoveel bands op de affiche kan/moet het niet altijd raak zijn.

Solar Fake brengt melodische en originele electro. ‘Another Manic Period’ en hun laatste album ‘You Win. Who Cares?’ werden algemeen goed onthaald. Terecht en ook live zijn ze de moeite waard. In Duitsland verkopen ze de zalen uit maar het was de eerste keer dat ze ons land aandeden. Zanger Sven Friedrich heeft live een goeie en aangename zangstem. De nummers waren goed gekend door het publiek en werden bij momenten uit volle borst meegezongen. Toen op een gegeven moment het licht en de visuals uitvielen trok het publiek hen mee en ze speelden gewoon verder tot het euvel verholpen was. Om af te sluiten brachten ze een geslaagde cover van “Papillion” van The Editors.  Aan Solar Fake was niets fake, we zagen een goed optreden en veel enthousiasme.

Daarna volgden de Blow Monkeys op de Synth Stage, die van podium verwisselden met The Primitives. Dat The Primitives naar het veel kleinere en afgelegen buitenpodium gestuurd werden en de Blow Monkeys vandaar naar het ‘hoofdpodium’ gehaald werden, was een zet die de organisatie al van bij het begin had kunnen maken. Deze Monkeys horen met hun vlotte soulpop meer thuis op het binnenpodium. Ze brachten puike, lang uitgerokken versies van hun twee eighties-hits: “Digging Your Scene” en “It Doesn’t Have To Be This Way”. Zo smooth en gelikt als toen klonken die synthpophits in Waregem niet, maar aan het enthousiasme van het publiek te merken, heeft iedereen ze wel meteen herkend. De band hengelde ook nog naar positieve reacties voor de songs van hun jongste album ‘The Wild River’, met puike songs als “Cry For The Moon” en titeltrack “The Wild River”, maar daarvoor zijn die misschien toch wat te doorsnee. Het publiek was blij deze band eens terug te zien op een Belgisch podium, maar het nieuwe werk sluit te weinig aan op het oude.

The Primitives speelden buiten, op de Olivier Daout-stage, voor een vol plein en druk bezette tribune. Misschien niet zoveel mensen als in de zaal, maar ze stonden wel allemaal geboeid te luisteren.

De Britse electroband The Cassandra Complex ontstond al in de vroege jaren ‘80. Gedurende die jaren tot aan 1993 waren ze heel actief en brachten ze zeven albums uit. Daarna hadden ze het moeilijk en kregen we tot dusver enkel in 2000 nog nieuw werk van hen. Heden ten dage staan ze op het podium in originele bezetting aangevuld met Volker  Zaccharias. We kregen een degelijk concert te horen. We kregen eerst “Theme From The Invisibles” gevolgd door “Nightfall”. Er werd uit elk album minstens één nummer gespeeld maar de nadruk lag toch meer op hun vroeg werk zoals “Too Stupid To Sin”, “Moscow, Idaho” en “Second Shot”. Tijdens “Moscow Idaho” moesten ze het nummer herstarten omdat de zanger zijn cue mistte. Iets wat hij tijdens die 5.000 andere keren nog nooit had voorgehad, zei hij. Voor de rest niets op aan te merken.

De Time Bandits moeten dit jaar zowat de enige Nederlandse band op de affiche geweest zijn op W-Fest. De band rond frontman Alides Hidding was heel bekend in het begin van de jaren ’80, maar hun ster deemsterde daarna wat weg. Hun set met vrolijke en catchy eurodisco was muzikaal ook de meest kitscherige op de donkere affiche van de donderdag, maar het publiek kon het wel smaken. De band musiceerde op hoog niveau, alleen bleek dat de hits het niet altijd ook in België goed gedaan hebben. “I’m Specialized In You” heeft het goed gedaan in Frankrijk en “Endless Road” in Australië, maar bij de Vlaamse fans deden ze - net als “I’m Only Shooting Love” maar vaag een belletje rinkelen. Hun cover van “Purple Rain” was misschien wat overbodig, maar leverde ook geen strafpunten op. De song die Vlaanderen wel meteen herkende, was “Listen To The Man With The Golden Voice”. Wie ouder is dan 40 en dat lied opzoekt op YouTube, krijgt het de volgende dagen niet meer uit zijn hoofd. Echt ‘golden’ zoals in de jaren ’80 kun je de stem van Hidding nu niet meer noemen, maar met de hulp van twee uitstekende achtergrondzangeressen zetten de Time Bandits hier toch een prima versie neer. Deze band krijgen we niet vaak te zien in België, maar ze mogen zeker nog eens langskomen op W-Fest.

Het was de laatste passage voor de goth rockers van de Merciful Nuns  want Arthaud trekt in het najaar de stekker uit dit toch succesvolle project. Zal hij een nieuw project uit de grond stampen of smijt hij zich ten volle in NEO (met Ashley Dayour)? Het is nog koffiedik kijken op dit moment. Na een donkere intro die de sfeer van de groep als occulte gothicrockgroep in de verf zette , werd er meteen stevig van wal gestoken met “Neo Alpha Genesis” om daarna over te schakelen naar “Cremation”.  Met “Blue Lodge”, “Body of Light” en “Karma Inn” werd er strak en energiek verder verdergegaan. Dit werd wel  door het publiek gesmaakt.  “Black Halo” de single van de laatste nog te verschijnen EP deed het live heel goed. Het voorlaatste nummer van de set was het uitstekende “The Passing Bell” maar het was wat te lang uitgesponnen en te traag waardoor de boel wat in een zak viel. Jammer. Maar tijdens afsluiter “Thelema” kwam het enthousiasme bij het publiek terug en werd er hier en daar gepogoogd. Na hun passage hier vroegen velen zich af waarom ze in godsnaam ermee ophouden, vooral dan de Belgian Nunhood (fanclub) die met vlag en al op de eerste rij stond.

Echo & The Bunnymen was in de jaren ’80 misschien net zo groot als U2 en The Cure, vandaag staan ze daar mijlenver vandaan. De oude hits hebben nog niets aan kracht ingeboet, maar het nieuwe materiaal kan maar weinig muziekfans nog warm maken. Dat ze klassiekers in overvloed hebben, bewezen de Bunnymen in Waregem zonder problemen, maar het was zanger Ian McCulloch die ze allemaal de nek omdraaide. Hij kon het ritme van zijn band niet volgen, miste de juiste toon en had er schijnbaar geen idee van op welke planeet hij zich bevond. Bindteksten waren er niet en dat was nog het beste. Een beetje zoals Shane McGowan zich lange tijd gedroeg bij The Pogues. Gelukkig zijn de fans al wel wat gewoon en waren ze al blij dat ze zelf konden meezingen waar McCulloch de steken liet vallen. De set was mooi opgebouwd met “Rescue” en “Seven Seas” netjes in het begin, dan wat minder bekend werk als “Villiers Terrace”, “The Somnabulist”, “Over The Wall” en “Never Stop” en dan de finale met onverwoestbare klassiekers als “Bring On The Dancing Horses”,  “The Cutter”, “Killing Moon” en “Lips Like Sugar”. De band speelde foutloos en het publiek genoot met volle teugen, maar McCulloch was een schim van zichzelf.

Onder de aanwezigen op W-Fest was er een beetje discussie over wie nu eigenlijk op donderdag de headliner moest zijn. Echo & The Bunnymen heeft volgens sommige ‘grotere’ hits, terwijl The Stranglers er ‘meer’ hebben en in meer verschillende tijdsvakken. In Waregem speelden The Stranglers die andere band nochtans meteen naar huis. Bassist Jean-Jacques Burnell en gitarist Baz Warne stapten het podium op met een verbeten grimas en een grinta alsof ze persoonlijk het gewauwel van Ian McCulloch zouden rechtzetten. “Toiler On The Sea” was meteen vuurwerk. Daarna kwamen “I’ve Been Wild” en “Get A Grip On Yourself”. Deze Britten baanden zich een weg doorheen punk, postpunk en popmuziek, maar op W-Fest kozen ze voor de ongepolijste punkaanpak: geen gladde intro’s en arrangementen, maar elke song als een vuistslag in het gezicht. Uit hun arty-pop-periode speelden ze “Skin Deep”, “Golden Brown” en “Always The Sun” na elkaar en gingen zo voorbij aan die vierde klassieker in het rijtje: “No Mercy”. De aartsmoeilijke intro van “Golden Brown” rammelde een beetje, maar werd toch op gejuich onthaald. Daarna kregen de punkgitaren weer de hoofdrol in o.m. “Something Better Change”, “Relentless”, “5 Minutes” en “Duchess”. De klassieke afsluitsong bij The Stranglers is al enige tijd “No More Heroes”. Deze band liet geen steken vallen. The Stranglers staan er nog steeds.

The Obscure, de Vlaamse tribute band van The Cure, zorgde voor een ontzettend gaaf optreden in de Olivier Daout tent neerzette. De band is intussen al terecht een vaste waarde geworden in de zwarte scene.

dag 2 - vrijdag 16 augustus 2019 (Wim Guillemyn)
Een overzicht van de Wave Cave
Aansluiting op dag twee hadden we met The Breath of Life. In 2017 bracht deze band, die inmiddels meer dan 30 jaar bestaat, nog een heel puik album uit. Voor diegene die het niet weet: ‘Under The Falling Stars’. Een aanrader. Er werd sfeervol geopend. Sedert enkele jaren hebben ze geen drummer meer en staat alles op pc maar dat was hier geen minpunt. Daarna volgde “Naomina” dat iets toegankelijker was en wat meer energie in het optreden bracht. Elk nummer had zijn aangepaste visuals op het screen. Dat zorgde voor een mooi geheel. Zangeres Isabelle Dekeyzer was goed bij stem. Ze kan mooi overschakelen van een gewone zang naar een hoge stem die naar opera neigt. Iets wat hen als band onderscheidt van de doorsnee wave band trouwens.  Het geluid was trouwens super. Bij deze fragiele zanglijnen is dat wel belangrijk. De inbreng van een viool in sommige nummers maakte de muziek ook wat opzwepender. Een geslaagd optreden.

Het darkwave duo Lebanon Hanover  (Zwitsere en een Brit) kende na hun ontstaan in 2010 een steile opgang met enkele hoog aangeschreven albums zoals ‘Tomb For Two’ en ‘The World Is Getting Colder’. Ze brachten een vrij vinnige set en een mooie lichtshow. Het optreden was goed, maar niet meteen wauw. Ietwat monotoon natuurlijk, maar het geluid was goed en het optreden was meer dan degelijk. Toch lijkt het mij dat ze de laatste jaren wat teveel in cirkels blijven draaien. Misschien moeten ze eens lichtjes afstappen van hun principes en wat nieuwe wind door hun songs laten waaien?

Siglo XX bracht vorig jaar een aantal maxi’s en EP’S uit begin jaren ‘80 opnieuw uit en tourde daarna een jaar lang rond. Met succes. Hier op W-Fest was hun laatste concert vooraleer ze de boeken toe doen. Het werd een memorabele avond met een optreden dat we gemakkelijk als het beste van de ganse dag mogen benoemen. Vanaf het begin tot aan het einde kregen we een gedreven band te horen die de postpunk in het rond smeet. Er werd geopend met een tape met Russische gesprekken en bijpassende screens. Daarna werd er stevig van wal gestoken. Oudje “Until A Day” was al meteen een hoogtepuntje. Er volgden er nog zoals “Dreams Of Pleasure”, “Sister In The Rain” en “Endless Corridor”. Je zag het publiek meedeinen op de muziek. En wat is er passender dan te eindigen met “It’s All Over Now”?
Wat onthou ik van hun optreden? De energie, de goede sound en set. Ze stonden er en konden iedereen overtuigen in de zaal. Achteraf was iedereen het erover eens: dit was sterk. Blij dat we dit hadden meegemaakt.

Helaas was VNV Nation te laat om mee te pikken. Tot 02u00 is wel heel laat.  Het is toch wel jammer dat de laatste afsluiter telkens zo laat was. Ook jammer dat men tussen de voorlaatste en de laatste band op de wave stage eerst 2 bands op de synth stage liet opkomen. Dat zorgde voor een gat op de wave stage. En het was toch voor een deel een ander publiek die de verschillende podiums bezocht.

Voor de rest kan ik zeggen dat het geluid in de expo van Waregem heel goed was. En dat hebben we in het verleden al anders geweten. Het concept met de twee podiums naast elkaar vond ik geslaagd. De dansvloer buiten viel ook bij velen in de smaak. Die derde stage buiten was niet mis, maar ook niet meteen noodzakelijk.

dag 3 - zaterdag 17 augustus 2019 (Joeri Cardon en Hans De Lee)

Het is al behoorlijk druk als we zaterdag rond 15u de festivalsite betreden.  De verantwoordelijken vertellen ons met de nodige trots dat het festival vandaag volledig is uitverkocht.  Zo’n 6.500 muziekliefhebbers zijn afgezakt naar Waregem om hun muzikale jeugd terug te beleven en hun helden van vroeger nog eens live aan het werk te zien.
Het terrein naast de Expohallen ligt volledig bedekt met kleurrijke vierkante reuze vilten tapijten.  Ze vormen een mooi contrast met de overwegend zwarte outfits van het volk dat erop loopt, danst en een pintje drinkt.

Als we de immense zaal betreden is Sigue Sigue Sputnik (UK) net begonnen aan hun set.  “Rocket Miss USA” knalt uit de speakers.  Wat ooit begon als een gimmick in 1982 blijkt anno 2019 nog altijd zo te zijn.  De typische kostuums, de gevederde haartooi van zanger Martin, de opzwepende en commerciële mix van repetitieve electrobeats, pop, rock en punk…komen het best tot uiting in de 2 grootste successen van de band : “21st Century Boy” en “Love Missile F1-11”. Na een half uurtje is de speeltijd over en het publiek degelijk opgewarmd voor alle bands die verder op de dag nog op de affiche staan.

Mannen van de KV die zomaar in Waregem rondlopen, het zorgt doorgaans voor zenuwachtigheid bij lokale politiemensen en fans van Essevee. Wij hadden daarenboven verwacht dat die van The Definitivos met een rood/witte vlag het podium zouden betreden, maar die provocatie hielden ze toch maar voor een andere keer. Wat The Definitivos wél meebrachten : de vier originele bandleden en genoeg scherpte om de regenwolken te counteren. Werd al vroeg prijsgegeven : laatste single “18:38”, die enkele maanden geleden een beetje verrassend uit de lucht kwam vallen en die wat ons betreft een poco meer airplay had mogen krijgen.  Nog kruid dat vroeg wordt verschoten :  een aantal tracks van de vorig jaar verschenen compilatie ‘Courtrai moderne : definite Definitivos’ (“Robin in the forest”, “In this head”).  Laat dát meteen het grootste pijnpunt zijn van het viertal : de LP is er destijds nooit gekomen, waardoor de toen opgenomen tunes vele jaren te laat op een verzamelaar zijn gepropt.  Immers : de tijdsgeest was er, het talent evenzeer.  Maar we gaan niet morren, want met name de vier songs van de eerste twee singles zorgen nog steeds voor vreugdekreten en door kippenvel gestuurde koude golven : “Take over”, “Mister C” (vooraan in de set), de met messcherpe gitaren en strijdkreten versterkte wereldsingle “Courtrai tonight” en uiteraard “The modern dance”.  Over die laatste : zet die toch maar in het rijtje “Putain putain” of “Can’t live in a living room”.  Waarom naar Londen of Manchester reizen om het geboortehuis van een postpunkklassieker te bezoeken als je met de fiets tot aan de Groeningekouter kunt rijden? 
En dan was het voorbij, het verjaardagsfeestje van The Definitivos. Naar de nochtans zeer opwindende 12” ‘Sight seeing’ (1985) werd helaas niet teruggegrepen. Iets met een andere zanger, wellicht?  Maar goed, veertig kaarsjes graag voor deze onvervalste cultgroep. Of veertig pintjes, ik denk dat we hen daar bij nader inzien meer plezier mee doen. Het moet tenslotte wél rock’n roll blijven hé zeg. En wij, hoewel het geen zicht is, wij dansen de modern dance nog eens. 

Bij Tyske Ludder (D) is de zaal zowat 2/3 gevuld en zijn we getuige van een strakke EBM performance met een zeer kenmerkende Duitse sound (het thuisland van dit 3-tal).  De Belgische fans kunnen de cover van “Oh la la la” (TC Matic) wel smaken en juichen zanger Claus Albers toe wanneer deze plots fel benadrukt tegen fascisme en nazisme te zijn.  Zijn zware (graf)stem met grove korrel past perfect bij de donkere dreigende beats en dubbele live drums.  Het geheel is best genietbaar maar mist originaliteit om echt boven de middelmaat uit te steken.  Naar het einde van het concert wordt een nummer opgedragen aan de recent overleden acteur Rutger Hauer en pleit de frontman voor een ‘free weed’ beleid.

De publieke belangstelling voor Psyche (CAN) is behoorlijk maar had best nog wat beter gekund.  Deze pioniers van de synthpop en wave (sinds 1982 actief) brengen dan wel iets minder beats/minuut, ze compenseren dit makkelijk met meer kwaliteitsvolle old school dark electro.  De stem van frontman Darrin Huss is niet altijd even toonvast maar hij doet tenminste een poging om echt te zingen en de kwetsbaarheid van de nummers op die manier in de verf te zetten.  Het nummer “Angels lies sleeping” is daar een knap voorbeeld van.  Oude werk als het succesvolle “Misery” of “The Brain Collapses” wordt netjes afgewisseld met recentere nummers.  Het uiterst luchtige en dansbare “Unveiling the Secret” en het gekende “Goodbye Horses” krijgen de fans uiteindelijk in beweging vooraan het podium en vormen het hoogtepunt van een gesmaakt optreden.

Escape with Romeo (D) ontstond in 1989 in Keulen.  De band speelt rockmuziek met sterke electronische invloeden.  Zowaar zijn de eerste gitaarsolo’s te horen in de Waregemse Expohal.  Ze brengen een knappe maar eerder ‘brave’ set met tal van nummers die duidelijk kwaliteit laten horen maar die te weinig beklijven of blijven hangen.  Check ondermeer songs als “Here comes the night” en “If seeing is believing” om zelf te oordelen over deze band.  Enkel op het einde van het optreden kan de eerste single van Escape with Romeo, “Somebody” uit 1991, voor het nodige animo zorgen en het publiek met een goed gevoel richting ander podium of dranktoog sturen.  Allicht was het in Waregem één van de laatste kansen om deze band live aan het werk te zien aangezien ze onlangs via hun website hebben aangekondigd er na de optredens van zomer 2019 definitief mee op te houden

Leuk concept op W-Fest is dat er buiten de zaal, vlakbij de ingang en de food area, een soort van ‘dansvloer’ is voorzien waar DJ’s  constant hun ding mogen doen en waar zelfs kleinere bands de kans krijgen een ‘rooftop’ optreden te doen.  Heel wat dansliefhebbers strekken met plezier de benen (en armen) of genieten intens van de complexloze live performance van Dageist uit Rijsel.

Een aantal groepen bracht in 1982 een plaat uit die meerdere decennia later bij liefhebbers van de allermooiste synthklanken nog steeds voor hartsprongetjes zorgt : Yazoo (“Upstairs at Eric’s”), Men without hats (“Rhythm of youth”) of Icehouse (“Primitive man”) scoorden ook effectief internationale hits. Rational Youth kon destijds wat dat betreft niet anders dan op de eigen kin kloppen, en dat voor een groep die met ‘Cold war night life’ in datzelfde jaar nochtans een synthpopmeesterwerk uitbracht.   ‘Cold war night life’ is op kousevoeten uitgegroeid tot een ware cultklassieker en blijkt een veelgezochte plaat.   We moeten er wel bij zeggen, we mogen immers best wel eens streng zijn, dat na het uiteenvallen van de originele band bezieler Tracy Howe nooit meer dat niveau heeft gehaald. 
Het is de verdienste van de organisatie van het W-Festival dat Rational Youth voor het eerst een Belgisch podium haalde, dit weekend.  Een prestatie waar Jurgen Van den Broeck nog stééds van droomt.   Zoals gezegd : latere releases van Rational Youth misten de punch van het debuut, maar Howe -  voor de gelegenheid bracht hij zijn zus mee! - vist er wel de lekkerste brokken uit, om u koud te serveren.  Opener “This side of the border” en “Western man” stammen bijvoorbeeld uit 2016, terwijl “Money and blood” dateert van 1999.  Onbekend, maar zelden onbemind want naarmate het enthousiasme van broer en zus steeg ging ook de applausmeter meer en meer in het rood.  “Holiday in Bangkok” en “In your eyes” (beide van de tweede EP, uit 1983) kregen nog meer herkenning en wanneer het al vermelde debuut wordt aangeboord hadden de opgetrommelde fans zin in een ovatie zo luid dat de dakstructuur van de Expohal even in gevaar was.  Zie de reacties tijdens en na “Dancing on the Berlin wall”, het oorstrelende “City of night”  en de absolute apotheose “Saturdays in Silesia”.  En weg waren ze, hevig genietend van het applaus dat hen te beurt viel. 
Exit Rational Youth, maar niet zonder aan te kondigen dat ‘Cold war night life’ nog deze zomer wordt heruitgebracht.  U moest al aan het mailen zijn naar uw platenboer om het kleinood eindelijk te bestellen.   Een synthpopmeesterwerk, we geven het u op een briefje.

Toen in 1978 nog eens hard werd geschud aan de boom genaamd punk viel daar alweer een volledig rariteitenkabinet uit. U denkt misschien aan The B-52’s, Devo, The Cramps of Toyah, maar laat het ons even hebben over Lene Lovich. Met haar cabarateske verschijning, een stem die alle hoogtes en laagtes streelt en zakken vol even catchy als dolle liedjes was ze een welgekomen gast om de hele new wave nog maar eens van richting te doen veranderen.  Dankzij debuut ‘Stateless’ (1978) - een tijdloos meesterwerk - sloeg de gekte pas echt toe, en haalde met name Stiff Records een kip met gouden eieren in huis.  Opvolger ‘Flex’(1979) en de samenwerking met Herman Brood en Nina Hagen wisten het succes voor beperkte tijd te verlengen maar tegen ‘No man’s land’ (1982) ging de aandacht van het grote publiek alweer naar gothrock, synthpop of bulderpunk met een mohawk.
En stond u met een vlag te zwaaien tijdens het concert van U2 op Rock Torhout?, vandaag zijn we veertig jaar verder en laat ons de organisatoren van W-Fest toch maar een kushandje toewerpen omdat we Lovich eindelijk nog eens op een Belgisch podium kunnen zien. Met haar 70 zomers op de teller ziet ze er dan misschien wel uit als het gekke besje dat in Midsomer Murders als eerste om het hoekje wordt gewurgd, van zodra de eerste tonen van “Savages”  door de geluidsinstallatie vliegen wanen we ons terug in 1978.  Of 1982 eerder, want “Savages” is zowat de enige keer dat ze naar later werk teruggrijpt. 
De leidraad is ‘Stateless’ en omdat die plaat een festival vol heerlijkheid is , zitten we gebeiteld voor 40 minuten pracht en praal. “Home”, “1 in a 1.000.000”, “Writing in a wall”, “Tonight” (met dat hemels stukje sax, dat ze nog altijd zelf speelt), “I think we’re alone now” (Tommy James & The Shondells), “Bird song” (van ‘Flex’) en “Lucky number” blijken de hoogtepunten van dienst.  Die laatste heeft na al die jaren nog steeds het effect van een knallende champagnekurk, het sein dus om de dansbenen helemáál los te gooien.  En helaas ook het moment om massaal de smartphone uit de broekzak te halen. Instagram en Facebook moeten immers bewijzen dat u erbij was.  Maar dat was het dan ook, Lene duikt de coulissen in en de mood elevator in de zaal blijft steken op een collectieve glimlach. Bedankt Lene, bedankt organisatie en bedankt hij of zij die destijds eens flink aan de boom heeft geschud.

Wie buiten een frisse neus wou halen en een korte wandeling maakte achter de grote zaal, kwam uit op het kleine podium met zittribune (OD Stage).  We gingen er een kijkje nemen naar Then Comes Silence uit  Zweden, een vrij jonge band die stevige gothic rock speelt in de lijn van de meer gekende voorbeelden als The 69 Eyes en ook duidelijk beïnvloed is door muziek grootheden als The Cult, The Sisters of Mercy, The Mission enz.

Van bij het begin was het geluid verre van optimaal en door vervelende technische problemen (snare drum liet het afweten) kwam het optreden nooit echt helemaal op gang.  De logge rock die drijft op de donkere stem van zanger Alex Svenson sloeg amper aan en de reactie van het publiek was ook al niet bijster overtuigend.  Jammer voor deze gemiste kans want de band heeft zeker potentieel en nummers als “The Dead Cry for No One” en “She Loves The Night” leveren daar moeiteloos het bewijs van.  Hopelijk snel een herkansing die wel kan overtuigen.

Van het optreden van Mesh konden we enkel het einde nog net meepikken.  De groep uit Engeland bestaat sinds 1991 en geniet niet zozeer bekendheid in eigen land maar eerder in Duitsland, waar hun synthpop vrij succesvol is.  Afgaande op de reacties van het publiek tijdens het slotnummer “Taken for granted” (2013) was dit een geslaagde doortocht in Waregem.  Het geluid van de band deed mij alvast aan Depeche Mode denken.

In tegenstelling tot Mesh is Blutengel (DE) wel zeer populair in eigen land.  Ze brengen dan ook typische en bombastische gothrock en dat doorspekt met electro, een genre dat bij onze oosterburen altijd al op heel wat bijval kon rekenen.  De publieke belangstelling is dan ook groot en wanneer frontman Chris Pohl en zijn gevolg het podium betreedt is de linkerzijde van de zaal aardig gevuld.  Zowel nummers in het Engels als in het Duits passeren de revue, het ene al meer bombastisch dan het andere maar allemaal uiterst genietbaar en met een zekere commerciële inslag.  Enig minpuntje is dat door het strakke uurschema de nummers in een rotvaart moeten afgehaspeld worden en er nauwelijks tijd is voor interactie met het publiek, laat staan het spelen van een bisnummer.  Hoogtepunten zijn ontegensprekelijk de nummers “Alles” en “U walk away” die een mooi visitekaartje van de band afgeven en de fans zonder veel moeite aan het bewegen en meebrullen krijgen.  Speciale vermelding ook voor de leuke stage act met witte lichtgevende en dansende ‘engel’.  Of was het een vlinder?

De zon was al een tijd onder, de kindjes lagen in bed; tijd dus om het ultieme balorkest van het hellevuur nog eens te gaan bezichtigen.  We hebben het uiteraard over  - (slaat een kruisteken) - het almachtige Killing Joke.  Tien minuten te laat waren ze, maar geen haan die het lef heeft om er naar te kraaien natuurlijk.  Na veertig jaar is een blik van Jaz Coleman nog steeds genoeg om een ijselijke rilling over je ruggengraat te jagen. 
En dan moet de show nog beginnen : eens de eerste tonen van éTomorrow’s worldé de geluidsinstallatie doen panikeren zit het publiek al in een wurggreep, die pas vijftig minuten later wordt gelost.  Killing Joke is vooral geen fun, wel een paar hits. “Wardance” en “Eighties” bijvoorbeeld, mokerslagen die de harde kern voor het podium met de glimlach trotseert.   Coleman en de zijnen beschikken over een ruime discografie om uit te kiezen en maken serieuze bokkesprongen : “Loose cannon” en “Seeing red” (beide 2003) worden afgewisseld met een b-kant uit 1980 (“Pssyche”) of een karatetrap van een song, uit hetzelfde jaar (“The Wait”).  Afronden doet Killing Joke dan weer met het bijna teutoonse “Pandemonium” (1994).  Game, set, match en een murw publiek dat verweesd de nacht opzoekt om af te druipen. 
De samenvatting van dit concert is exact dezelfde als de samenvatting van de carrière van deze wonderbaarlijke groep : compromissen?  Bitter weinig.  Knettergek?  Wie Coleman op een podium bezig ziet , denkt er wel eens aan om de jongens in witte jassen te bellen, en breng alstublieft een spuit met verdovingsmiddel mee. Hard?  Man, tegenover Killing Joke klinkt Manowar als het kleuterdansje tijdens het jaarlijkse grootoudersfeest. 
Was Killing Joke nu goed of slecht?  Killing Joke was Killing Joke : verbluffend, luid, bezwerend, geniaal, compleet zot, gemeen grijnzend  ( ja we hebben het over u, meneer Youth) en je kreeg een spontane behoefte om een collaboratievlag door iemands neusgaten te trekken. 

De festivaldag loopt stilaan naar zijn einde, doch niet zonder eerst nog eens stevig uit te pakken met een ware jukebox aan eighties hits.  The Human League (UK) heeft de eer om de Expohal om te toveren tot een echte jaren 80 fuif en doet dat met verve.  De band uit Sheffield werd opgericht in 1977 (!) en frontman Philip Oakey is één van de originele bandleden uit die tijd.  De zanger is inmiddels 64 jaar maar ziet er nog steeds piekfijn uit en zijn stem heeft nog niet veel ingeboet aan kracht en zuiverheid.  Al zijn de technieken bij live optredens in vergelijking met pakweg 40 jaar geleden ook enorm verbeterd natuurlijk… Er is weinig toelichting nodig bij de resem hits die The Human League in de loop der jaren heeft uitgebracht.  Het zijn stuk voor stuk electro- en synthpopklassiekers die, ondanks hun ouderdom, nog steeds heel overtuigend en aanstekelijk klinken.  Parels als ondermeer “Mirror Man”, “Love Action”, “The Lebanon” zetten de zaal in enkele tellen helemaal op zijn kop en het publiek zingt al dansend de hits uit hun jeugd luidkeels mee.
Het moet gezegd dat Philip Oakey nog steeds op voortreffelijke en sensuele manier wordt geflankeerd door Susan en Joanne en dat zowel de belichting als de aankleding van het podium zeer geslaagd zijn. Uiterst professioneel, clean en afgeborsteld, overeenkomstig de muziek.
Het feest gaat onverwijld door met successen als “Human”, “Fascination” en het up tempo “Tell me when”.  Wat een heerlijke nostalgische (terug)reis in de tijd is dit? 
En dan moet het beste eigenlijk nog komen!  Het afsluitende triootje bestaat uit “Don’t you want me”, het fenomenale en heerlijk avantgarde klinkende “Being Boiled” (uit 1978!) en tenslotte “Together in Electric Dreams”.  Dit laatste nummer is eigenlijk niet van The Human League maar het knappe resultaat van een samenwerking tussen Philip Oakey en synth/disco legende Giorgio Moroder.  Het zal de toeschouwer evenwel worst wezen! Het was de afsluiter van een schitterend concert!  Met de ‘W’ van ‘Waw’!

Het machtige Nitzer Ebb kreeg de eer om de 3 de festivaldag af te sluiten en het licht uit te doen in de zaal.  De groep deed dat, zoals gewoonlijk, met veel energie en overgave!  Het was al dik na 01u00 als Douglas Mc Carthy en Bon Harris het podium betraden, geflankeerd door 2 extra groepsleden.  De heren mogen gerust bestempeld worden als belangrijke grondleggers van het Electronic Body Music (EBM) genre en doen al sinds 1982 heel consequent hun ding.  Hun kenmerkende beukende ritmes, repetitieve beats en bijhorend slagwerk herken je van heel ver.  Zeker wanneer frontman Mc Carthy zijn lyrics overtuigend afdreunt en bijna op militaire wijze teksten debiteert op het ritme van de typische Nitzer Ebb sound.  De laatste jaren brengt de groep amper nog nieuw werk uit en teren ze op hun succesplaten van eind jaren 80.  Vooral het album ‘That Total Age’ (1987) wordt beschouwd als een absoluut meesterwerk!
De set start met de beste nummers uit de albums ‘Belief’ (1989) en ‘Showtime’ (1990).  Fans reageren meteen enthousiast op opener “Bloodmoney”, dat naadloos overgaat in “For Fun” en “Captivate”. 
Douglas maakt er zoals altijd een sportieve avond van.  Hij holt op het podium werkelijk constant van links naar rechts en spuwt daarbij zijn woorden met veel kracht over het publiek.  Vocaal is er nauwelijks verschil te horen met pakweg 20 jaar geleden.  Nog altijd even furieus en intens!  Tijdens het opzwepende “Getting Closer” treedt Bon Harris even op de voorgrond om mister Mc Carthy zangkundig te ondersteunen en het publiek te groeten.  Veel interactie moet je als toeschouwer verder niet verwachten van deze heren, ze laten de muziek spreken.  Bindteksten of small talk zijn bijgevolg quasi onbestaande.  Maar het publiek krijgt waarvoor het gekomen was : strakke old school EBM.
De 2 de helft van de set wordt nog een versnelling hoger geschakeld en komt vooral het betere werk uit ‘That Total Age’ aan bod.  “Join in the Chant” en een coole versie van “Control I’m Here” luiden een super enthousiast slot in van een temperamentvol optreden.  “Down on your knees” een vrij recent nummer (2010) kan nog enigszins voor een betrekkelijk rustig moment zorgen maar dan breekt de electro hel los en volgt een zeer intensieve versie van “Let your body learn” en een heerlijk vette uitvoering van het Nitzer Ebb epos bij uitstek : “Murderous”. 
Publiek en band gaan voor een laatste maal wild tekeer voor en op het podium en brullen samen de slagzin ‘Where is the youth’ uit volle borst.  De jeugdjaren van de meeste fans zijn dan wel al even achter de rug,  dankzij een dergelijke live boost voelt iedereen zich toch terug heel even tiener of twintiger en keert de menigte daarna helemaal voldaan huiswaarts of richting camping.  Op naar de volgende festivaldag!  En wat Nitzer Ebb betreft!  Sterk optreden!  Rendez-vous op 20 november voor hun concert @ Casino te Sint-Niklaas!

dag 4 - zondag 18 augustus 2019 (Hans De Lee)
Op de laatste dag van deze muzikale 4-daagse is het alweer lekker druk!  Misschien iets minder bezoekers dan op zaterdag maar de echte liefhebbers van het genre zijn toch duidelijk allemaal weer op post.

Jammer van de vroege bands op de affiche maar de eerste act die we live kunnen meepikken is die van Peter Hook & The Light.  Peter Hook maakte in een ver verleden deel uit van 2 legendarische bands en dankt daar nu nog altijd zijn status en populariteit aan.  Vooreerst behoorde hij tot de oprichters van Joy Division en later (na de dood van zanger Ian Curtis) was hij ook actief bij het alom gekende New Order.  In 2009 stopte hij de samenwerking met New Order en ging hij onder eigen naam verder.  Meteen weet je welke muziek je mag verwachten van de man en zijn band The Light : alternatieve rock met veel new wave en post punk invloeden. 
De set bestaat, wat had je gedacht, uit een knappe mix van de grootste succesnummers van de 2 eerder genoemde bands en kan daarom telkens op heel wat publieke belangstelling rekenen.  Ook in Waregem was de zaal goed gevuld, ondanks het nog vrij vroege uur, en zat de sfeer meteen snor.  Hook die de zang voor zijn rekening neemt , begint meteen aan een rondje Joy Division met zo’n 6 nummers.  Opener “Day of the Lords” begint niet slecht maar het zijn vooral klassiekers als “Isolation”, “She’s lost control” en “Transmission” die op de meeste bijval kunnen rekenen en de glorietijden van Joy Division doen herleven.  Al is de stem van oorspronkelijk frontman Ian Curtis uniek en onnavolgbaar.
Halfweg de set wordt met de megahit “Blue Monday” de kaart van New Order getrokken en evolueert de sound naar iets meer electro georiënteerde pop/rock.  De geest van New Order blijft nog geruime tijd hangen met aangename versies van ondermeer “Regret”, “Temptation” en “Ceremony” maar het is toch kaskraker en donker epos “Love will tear us apart” van Joy Divison dat een fantastisch einde maakt aan een zeer verdienstelijk optreden.  De vele fans en muziekliefhebbers bewegen en zingen vol overgave mee met dit onsterfelijk nummer dat jaren later (1984) zou hernomen worden door Paul Young, die er op zijn beurt een gigantisch commercieel succes mee behaalde.

Whispering Sons stond 5 jaar geleden op de affiche van het eerste W-Fest (toen nog in Wortegem-Petegem).  Dat de groep sindsdien enorme stappen heeft gezet hoef ik niet te vertellen en dat deze zomer razend druk is voor hen, is snel duidelijk als je vluchtig hun tourdata bekijkt : Rock Werchter, Lokerse Feesten, W-Fest, Brussels Summer Festival, Crammerock…is slechts een greep van de concerten in eigen land en vanaf september tot november gaan de Sons gans Europe overtuigen van hun kwaliteiten. Van Zweden tot Polen. Van Denemarken tot Roemenië. Wedden dat het lukt.
Spilfiguur tegen wil en dank is zangeres Fenne Kuppens.  Hoe goed haar collega’s muzikanten ook zijn, met haar apart stemgeluid bepaald ze zowat op haar eentje de kenmerkende sound van Whispering Sons.  Op het podium zijn ook alle ogen gericht op haar.  Hoe mooi is de tegenstelling tussen enerzijds haar broze en tengere verschijning, gehuld in witte kleding en anderzijds haar krachtige, zware stem met een heel donker timbre.  Het geheel resulteert in een soort post punk die meermaals doet denken aan een mix van Joy Division, Editors, Sisters of Mercy,…
Fenne Kuppens straalt intussen al heel wat maturiteit uit op het podium.  De ene keer staart ze onbewogen in het publiek, de andere keer transformeert ze in een wild tekeer gaande deerne die vol overgave haar muziek furieus deelt met het aanwezige publiek.  De interactie met de fans is beperkt, de intensiteit van de muziek maakt echter veel goed.  Compromisloos en overtuigend! Van begin tot eind!  Het gros van de nummers komt logischer wijze uit de debuut CD, ‘Image’ van de band.  Absolute hoogtepunten zijn, zoals verwacht, “Alone” en “Hollow”.  Beide nummers zijn goed gekend bij een breed publiek en lokken dan ook de meeste reactie uit… Doch de set is heel evenwichtig opgebouwd en er vallen nauwelijks mindere momenten te bespeuren.  Deze band staat nog maar aan het begin van een mooie en veelbelovende carrière en zal zeker nog verder uitgroeien tot een belangrijk export product van Vlaanderen.  Hopelijk kan de 2 de CD in de toekomst de hoge verwachtingen inlossen.  Intussen is het genieten van het huidige succes!

Red Zebra is een ander paar mouwen!  Ook Belgisch maar daar houdt de gelijkenis met Whispering Sons dan ook op, behalve dan de deelname aan Humo’s Rock Rally!  Red Zebra haalde ooit de finale.  Whispering Sons won Rock Rally in 2016.
De rode zebra’s ontstonden eind jaren ’70 en speelden punk met een stevige scheut humor in.  Wanneer ze in 1980 de single “Can’t live in a livingroom” uitbrengen, gaat hun bekendheid plots fors omhoog en mogen ze het voorprogramma spelen van ondermeer The Cure, Killing Joke, The Undertones, enz. 
Na verloop van tijd houdt echter de band op te bestaan maar in 2017 komen ze terug samen, komen ze terug overeen en komen ze geregeld naar W-Fest.  Frontman Peter Slabbinck blijft na al die jaren zijn gevoel voor humor nog niet verloren te hebben.  Hij maakt oa. een kwinkslag over de Vlaamse leeuwenvlaggen historie (Pukkelpop) en over de overwegend zwarte klederdracht van het publiek op W-Fest.  Muzikaal tapt men uit een vrij simpel vaatje.  Rechttoe-rechtaan rock met punkinvloeden of is het punk met rockinvloeden?  “(Welcome to the) Polar Club” klinkt lekker old school, “Shadows of doubt” is iets minder pittig maar “I’m falling apart” en het ultieme “Cant’ live in a living room” brengen terug schwung in de set.  Hoeveel mensen uit het publiek denken bij dit laatste nummer niet nostalgisch terug aan de jeugdclub waar ze toen wild dansten op het zo herkenbare beginrifje?  Heerlijk om zien hoe sommigen bijna 40 jaar later het dansje nog eens over doen.  Naar het einde van de set wordt een nummer gezongen met de mond vol banaan ‘(”Man comes from Ape”) en staat ook nog een vermakelijk duet op het programma in ‘The Art of Conversation” waar Slabbinck het heeft over de Simon & Garfunkel van de wave.  Helemaal achteraan het optreden trakteert Red Zebra nog op “God is not a DJ” en “Innocent People” een gouwe ouwe waarin Slabbinck zijn stem me vaag doet denken aan het specifieke stemgeluid van Johnny Rotten alias John Lydon. 

Van Apoptygma Berzerk kende ik wel van naam maar het oeuvre van deze band uit Noorwegen was me tot op heden totaal onbekend.  Dus heel benieuwd of de Noren mij en het publiek zouden kunnen bekoren.  De belangstelling bleek niet zo immens groot maar de band gaf van bij de aanvang een stevig visitekaartje af en pakte uit met een indrukwekkende sound.  Er werd een ware geluidsmuur opgetrokken van goed verteerbare electro met duidelijke commerciële disco invloeden en verwijzingen naar Giorgio Moroder.  Zelf spreken ze van ‘future pop’.  De groep werd opgericht in 1989 en bracht dit jaar een 8 ste langspeler uit.  Enkel frontman en zanger Stephan Groth is er bij van in de beginperiode.  Nummers die mij het meest zijn bijgebleven zijn opener “Weight of the World”, het theatrale “Love never dies” en het heerlijk dreigende en in donkere sfeer badende “Kathy’s Song”.  Fans vertelden me dat het jammer was dat de band door de beperkt toegekende stagetime hun gebruikelijke covers grotendeels uit de set hadden gelaten.  De meest geliefde cover,  “Fade to Black” van Metallica, zal dus pas bij een volgend optreden kunnen beoordeeld worden.  Gelukkig was de poppy klinkende afsluiter “The End of the World” een voltreffer.

Totaal andere koek was het optreden van China Crisis.  Een beetje vreemde eend in de bijt toch wel in de line up van de laatste festivaldag te Waregem.  Met hun pure popmuziek had deze band uit Liverpool het aanvankelijk dan ook niet makkelijk om het publiek mee te krijgen in hun reis door de tijd.  Reeds 40 jaar gaat de band mee.  Het grootste successen behaalden ze in het begin van de jaren ’80 en hun laatste studio LP/CD verscheen in 1994.
Zoals gezegd reageerde het publiek aanvankelijk nauwelijks of zeer lauw op de nummers van de band.  Hoe verwoed zanger Gary Daly, soms met de nodige flauwe humor, ook probeerde een interactie op touw te zetten.  De sound was vrij jazzy en zeker wanneer geregeld de sax werd bovengehaald had je eerder het idee naar een gezapige big band te staan kijken met een afgeborstelde would be crooner als zanger.  Ondermeer “African and white” en “No more blue horizons” (uit 1982) klonken weinig overtuigend en iets teveel op veilig gespeeld om te kunnen overtuigen.  Met “Strenght of Character” gooit China Crisis het plots over een andere boeg en gaan ze de reggea tour op maar ook dat nummer klinkt iets te steriel en gepolijst om echt te kunnen begeesteren.  Gelukkig worden dan net op tijd enkele nummers bovengehaald die de groep indertijd in de hitlijsten bracht en die ook nu nog lekker in het gehoor liggen en bijgevolg eindelijk toch enige positieve reactie van de toeschouwers kunnen uitlokken.  Vooral “Black Man Ray”, “Wishfull Thinking” en in mindere mate “Working with Fire and Steel” redden de boel en trekken het publiek finaal over de streep.  Moeizaam concert met een verdienstelijk slot!

Met New Model Army staat de meest rock gerichte band van de dag op het podium.  Kapitein Justin Sullivan, al lijkt hij meer weggelopen uit een zeeroversfilm, stuurt al sinds 1980 zijn punk en folkrock schip onophoudelijk door de muzikale wereldzeeën en bouwde op die manier een omvangrijke groep trouwe volgers/fans uit die bij elk concert opduiken.  Ook in Waregem zijn ze vooraan het podium te vinden en zingen ze moeiteloos elke song van begin tot einde mee.  “Stormclouds” opent erg krachtig de set en krijgt een extra dimensie door het gebruik van de grote tribal trommels of pauken.  De heer Sullivan (63 jaar) is nog steeds een charismatische verschijning die vurig en vol overgave zijn ding doet op compromisloze wijze. “Lights Go Out” is een ouder nummer dat rockt als de beesten en nogmaals het enorme contrast onderstreept met de muziek van voorgaande band China Crisis.  “The Charge” is nog zo’n nummer met meer power dan een ganse set van eerder genoemde band.  Power die duidelijk meer wordt gesmaakt door het talrijk aanwezige publiek.  Naar het einde van de set wordt “Here comes the war” bovengehaald, een klassieker die opnieuw met extra tribal drums als een soort oorlogssaus wordt overgoten.  Knap, stevig en sfeervol optreden.  Wel heel jammer dat een pak andere klassiekers en nummers waarvoor New Model Army het meest gekend is, deze keer in de kast bleven.  Wat had ik graag “Get me out” gehoord, of “Stupid Questions”, of “Purity”, of “I love the World”,…of eigenlijk allemaal!  Fans komen toch vooral om, naast nieuwe nummers, de grootste ‘hits’ en successen van hun favoriete bands te zien?  Ach, New Model Army was goed, strak en nog steeds heel energiek voor een band met 39 jaarlengstes.  De koppigheid nemen we er graag bij en doet ons denken aan Killing Joke, de band die op zaterdag een heel knappe en potige set neerzette maar al geruime tijd weigert om hun grootste succes “Love like blood” live te brengen.

Voor heel wat aanwezigen was het enorm uitkijken naar Jimmy Somerville.  Zelfs de diehard gothics en liefhebbers van de zwaardere eighties wave en electro sound moeten erkennen dat deze kerel een wereldster is die tal van aanstekelijke en tijdloze nummers in zijn repertoire heeft zitten.  Vooral de parels van wijlen Bronski Beat en The Communards kent iedereen.  Afwachten wat Dhr. Somerville er live zou van bakken en benieuwd hoe enthousiast deze intussen 58 jarige spring in het veld er zou invliegen.
Alle twijfels werden al na 1 seconde weggenomen toen Somerville en zijn 14-koppig orkest (oa. 4 strijkers, 3 blazers, 2 backings,…) opkwamen en 3You make me feel (mighty real)” inzetten.  Wat een binnenkomer was me dat!  Meteen de volle pond geven, publiek bij het nekvel grijpen en duidelijk maken dat er in Waregem een feestje op til was zonder voorga.  De frontman zag er nog steeds stralend uit, goedlachs en had er precies echt veel zin in.  Het publiek reageerde van meet af heel uitbundig en doopte de zaal om in een soort megafuif.  Somerville bewierookte ook de enorme diversiteit aan muziek en groepen die hij terugvond op de affiche van W-Fest en benadrukte dat hij dergelijke diversiteit sterk waardeerde.  “Tomorrow” en “There’s more to love than boy meets girl” klonken heel fris en luchtig. “Tell me why” zorgde alweer voor een heerlijke danspartij vooraan het podium al stond de kleine zanger zelf ook amper stil.  Heel leuk was de versie van “So cold the night” (The Communards) die gebracht werd met een oriëntaalse/oosterse sound die het nummer een nog  een zoetere smaak gaf. 
De stem van Somerville bleek nog altijd in topvorm te zijn en hij haalde nog steeds behoorlijk de typische hoge noten.  Misschien iets minder vlot als vroeger maar daar kraait geen haan naar.  Vanaf “Never can say goodbye” werd het pas echt een live discotheek in Expo Waregem.  Somerville drong zelfs bij de lichtmensen nadrukkelijk aan op een extra inspanning om het (disco) feest compleet te maken.  Met succes! 
Naar het einde toe werden de verwachte kleppers als “Smalltown Boy” (Bronski Beat), “You are my world” en het ultieme fuifnummer “Don’t leave me this way” (The Communards) met verve gebracht!  Het moet gezegd dat de liveband uitstekend werk leverde en de backing vocals eveneens een topprestatie neerzette.  Dankzij hun feilloze concert kon de kleine frontman met zijn grootse stem en persoonlijkheid schitteren en alle aandacht naar zich toe trekken. 
De apotheose van dit optreden kwam er met afsluiter “I feel love”.  Het wereldnummer dat gekend is dankzij Donna Summer en Giorgio Moroder zorgde een laatste keer voor een ultieme dansexplosie!  Somerville die ooit het nummer zong met Marc Almond van Soft Cell en er op het einde steevast ‘Johnny remember me’ aan toevoegde, deed nu solo dezelfde truc maar dan met “Highway to hell” van AC/DC.  Het gevolg was een schitterende mash-up die een luidkeels meebrul moment uitlokte tot achterin de grote zaal.  Kippenvel!  En einde van een zalig optreden en uiterst geslaagde throwback naar de beste synthpop uit de jaren ’80.

W-Fest mag terug kijken op een zeer geslaagde editie.  Zowel muzikaal als organisatorisch speelde men op een hoog niveau.  Hoedje af voor de realisatie van een dergelijke 4-daagse en met plezier uitkijken naar de editie van 2020.  De affiche ziet er alvast behoorlijk indrukwekkend uit.  Aandacht evenwel voor de vroegere datum!  Niet in augustus maar eind mei zal het volgende W-Fest opnieuw dé ontmoetingsplaats vormen voor liefhebbers van synthpop, electro, ebm, wave en alle mogelijke varianten daarop uit de jaren ’80 en ’90!

Neem gerust een kijkje naar de pics

http://www.musiczine.net/nl/foto-s/festival/w-festival-2019.html

Organisatie: W-Festival

Review Wim - Ugly Papa's en Id!ots - Strak en met de nodige dosis zelfrelativering
Naar aanleiding van de dood van Johny Hallyday brengen beide bands een split-single uit waarop ze elk hun versie van het nummer "Ma Guitare" van wijlen Hallyday brengen. Om dit wat luister bij te zetten gaven ze elk een concert op vrijdagavond. Kenners weten dat zowel zanger Luc Dufourmont alsook bassist Dick Descamps deel uitmaken van beide bands.

Er was flink wat volk gekomen op deze grijze vrijdagavond om de bands aan het werk te zien. En het moet gezegd dat de Ugly Papa’s in vorm waren. Ze brachten een fijne set. Dokter De Kerpel (gitarist) had nu en dan een stoel nodig om te spelen. De saxofonist speelde de longen uit zijn lijf. De avant-garde muziek gaf het optreden iets surrealistisch. De bindteksten van Luc waren bij momenten hilarisch. Er werd afgesloten met “Ma Guitare” en de culthit “Facing The Crap”. In 2017 brachten ze nog via Mayway Records de lp ‘Atomium Plutonium’ (met onuitgegeven werk) uit. Waarschijnlijk was dit optreden het laatste wapenfeit van de band.

Daarna was het een half uurtje wachten op Id!ots. Op de tonen van Johny Hallyday kwamen ze het podium op. Zijn The Ugly Papa’s meer avant-garde dan zijn de Id!ots vooral punk/garagerock band. De record Store Day was hun vlucht naar enige bekendheid. Daarnaast zijn ze live ook een fenomeen. Twee jonge honden (gitarist Wouter Spaens en drummer Minco De Bruin) en twee ervaren muzikanten die al menig watertjes doorzwommen hebben, geven blijkbaar de ideale klik. Ze gingen strak van start. Luc Dufourmont loopt hier iets meer binnen de lijntjes maar hij weet het toch luchtig te houden. De band speelde met plezier en dat straalde af naar het publiek. Ook onderling werden grapjes heen en weer geslingerd. Maar bovenal het optreden was pure rock and roll.
We kregen nu en dan een nieuwe song waaronder het catchy “Discothèque”. Na een fijne set verlieten ze het podium. Enkelen riepen om “Run Run Run”. Ze kwamen terug op het podium om nog twee fijne tracks te spelen maar op “Run Run Run” was het tevergeefs wachten. Wat ook wel te verwachten was van een band als Id!ots.

Beide bands speelden strak en met de nodige zelfrelativering. Een aangename avond.

Review Lode - Ugly Papa’s en Id!ots - Perfect match
Ugly Papa’s - Tijdloze nostalgie
Naar aanleiding van de heruitgave van de bewerking van Johnny Hallydays ‘Ma Guitare’ kwamen de heren van Ugly Papas nog eens het beste van zichzelf geven. Rik De Bruyne (drum), Peppie Pepermans (sax), Dr. Dekerpel (gitaar), Dick Descamps (bas) en Luc himself  waren als vanouds in vorm en legden de lat meters hoog voor het aanstormend geweld van Idiots. Rik mept stoïcijns alles aan flarden  en geeft ons een drumles om u tegen te zeggen , Peppie is zowaar vergroeid met zijn sax en verkoopt ons kippenvelmomenten als zoete broodjes. Dr Dekerpel bedient zijn Telecaster als geen ander en is zoals zijn gitaar in een uitstekende stemming. Alles wordt strak geregisseerd door bassist Dick en tegelijkertijd in gezonde verwarring gebracht door onze eeuwige entertainer Luc. Niemand weet in welk vat met toverdrank hij is gevallen toen hij klein was.
Het resultaat is een tijdloze nostalgische mix van blootvoetse  Balkan en Latijns-Amerikaanse Zappa-eske polonaises als was het een bende straatmuzikanten die volledige metro- en andere stations naar hogere sferen brengt. “Satellites Are Spinning” is de max. Bovendien is Don Van Vliet gereïncarneerd in Mistero Dufo. 
Heren Ugly’s, laat dit alstublieft niet uw laatste optreden zijn.
Afrique/ Etna Vesuvius/Pornografia/Sattelites are Spinning/Chica Ferdy/Magic & Ecstacy/Ma Guitare/Facin' the Crap/Yellow Town

Id!ots - Bleeding Volcano
In Belgie komt topkwaliteit altijd boven drijven, en zo als gewoonlijk is dat in Kortrijk. Zo ook met het niet minder dan geniale ID!OTS, dat werd opgericht in 2012 op een varkensboerderij ergens te velde in Lichtervelde.
Id!ots slagen er maar niet in om een slecht optreden te geven.  Als Mistero Dufo en co het podium bestijgen , dan ontploft het boeltje. Niet meer en niet minder. Luc is al 35 jaar zijn heerlijk gestoorde zelf, zorgt voor stand up bindteksten en is fucking rock ’n roll. Als een ware volksmenner weet hij zijn publiek te bespelen.   De gortige en tijdloze oerrock die Id!ots er met een onuitputtelijke geestdrift door ramden, was nog maar eens gloeiend, razend en bijzonder explosief.
Rauwe lappen proto punk staan op het menu.  Wat een performer, wat een beest. Het wordt verdomme eens hoog tijd dat dit verdomde klotelandje en omstreken deze ‘ugly papa’ eindelijk eens erkent en naar waarde schat. Samen met eeuwig geniale en eeuwig gepassioneerde bassist Dick, alweer in bloedvorm en ooit door kenners terecht gecatapulteerd tot een van de betere bassisten in ons land, een jonge virtuoze gitaargod Wouter en nieuwkomer Minco, die er niet bepaald naast mept, vormt Mistero Dufo dus met ID!OTS de sterkste liveband die onze zakdoek, België genaamd, ooit gekend heeft. En dat is dus geenszins overdreven. Reken daarbij dat ze een lel van een single uit het Ugly Papa verleden hebben afgeleverd - het venijnig beklijvende “Ma Guitare” -  en deze in een heuse thuismatch kwamen voorstellen, en je weet het al: de vonken vlogen er zo wat letterlijk af.  Je hebt constant  het gevoel op een vulkaan te zitten die op het punt staat serieus uit te barsten .
En ja, de ene explosie na de andere volgt. Ernst wordt afgewisseld met puberale teksten. Je hoort meteen wat voor klassemuzikanten aan het werk zijn, en wat ze live allemaal kunnen. Met de vingers in de neus en zonder veel poeha.. Jon Spencer meets Captain Beefheart (Daar is hij weer) . Eat your heart out, Triggers! Watch out Mauro. Van opener “Discotheque” tot en met afsluiter “Norton” viel dit zootje ongeregeld dan ook op geen enkel zwak moment te betrappen. Het heerlijk vettige “Mosquito”, “60 Miles” en de octaver op “The Bill”, en dan nog eens het fantastisch gerecycleerde “Ma Guitare” … Het blijven mijn favorieten.
Alles wordt gedragen door een zeg maar retestrakke bas en drum, het gitaarwerk is perfect explosief en mocht het woord podiumbeest niet bestaan zou het Mistero Dufo heten.
Dit concert zal verdomd lang blijven nazinderen. Festival- en andere organisatoren aller landen, verenigt u en boek idiots.

Lone Wolf/The Office/Discotheque/Lipstick Glamgirl/60 miles/Overrated/Bricks to Dust/Mosquito/The Bill/My Guitare/Albania/Norton

Organisatie: Wilde Westen

dinsdag 04 december 2018 15:33

Skepta - Grime-legende met lichtspektakel

Uit ervaring wisten we al dat Skepta beschikt over tonnen ervaring en genoeg charisma om een zaal volledig over te pakken. Hij was afgelopen zomer nog een van de headliners op Les Ardentes en verkocht nu de volledige AB uit, wat toch een 2000-tal mensen naar het hoofdkwartier van de Vlaamse cultuur in Brussel lokte. In combinatie met Skepta’s spitskills en flow was het vooral de lasershow die met de aandacht ging lopen. Zelden werden dergelijke staaltjes lichtkunsten in België al gebruikt om een voorstelling tot een hoger niveau te tillen.

Het voorprogramma werd verzorgd door Lancey Foux, LD en Frisco. Alle 3 artiesten die onder Skepta’s hoede genomen zijn, omdat ook zij over een uitstekende attitude beschikken naast hun massale talent. Meteen viel het op dat Skepta geen gewone show in petto had, want de stage was gevuld met lichtgevende palen, die in het voorprogramma nog niet eens ten volle benut werden. Maar Frisco had daar niet eens nood aan, want hij stond op het punt de show te stelen van zijn BBK-broeder. Uiteindelijk bleek Skepta nog groter, en bleek Frisco simpelweg de ideale aanloop voor het spektakel dat nog komen zou.

Voor de mensen die nog nooit van Skepta gehoord hebben, zijn er 2 scenario’s mogelijk. Ofwel ben je absoluut geen fan van de grime-scene, ofwel heb je de afgelopen 10 jaar in een grot zonder wifiverbinding gewoond. Skepta is een god geworden in de Britse hiphopwereld, en de laatste jaren timmert hij ook aan zijn weg om het buitenland te veroveren. De monsterhit die hij afgelopen jaar samen met A$ap Rocky maakte hielp allicht ook aan dat stijgende succes.

En het was die monsterhit waarmee de Londense MC de avond meteen het label van ‘onvergetelijk’ opstempelde. “Praise The Lord (Da Shine)”, is met aangename fluittoon ideaal om aan te tonen dat Skepta gek en geniaal is. Hij beschikt echt wel over het niveau om met de grote rappers, bijvoorbeeld A$ap Rocky, te kunnen meedraaien. Dat bleek ook meteen uit het tweede nummer “That’s not me”, dat de toon zette voor een uur lang opzwepende, duistere grimevibes.
Na enkele nummers was de zaal getransformeerd in een dampende sauna, die op zijn beurt dan weer veranderde in een raveparty dankzij de vele moshpits en flitsende lichteffecten. Het viel op dat Skepta verbaasd was door het hoge activiteitsgehalte van zijn publiek. Er was geen levende ziel die het waagde om stil te staan, en dat zorgt toch ook voor een mooi totaalplaatje. Dit bleek ook toen de rapper zich van een andere kant liet zien met een stijlwissel. Van diepe grime rolden we in een rollercoaster van dansbare commerciële beats zoals bij “Energy (Stay Far Away)”.
Ook die metamorfose onderging de Londense MC perfect, om daarna weer te knallen met enkele heerlijke classics. “Man” en “No Security” verhitten de gemoederen nog wat extra, en bij “It ain’t safe” konden we de politiesirenes in de verte al horen. Afsluiten deed ‘The king of Grime’ in stijl met “Shutdown”, misschien wel zijn grootste track ooit, en “Pure Water”; een single die alles heeft om even groot te worden als de voorganger.

Brussel stond tijdens de protesten van de gele hesjes al in vuur en vlam, maar in de AB deed Skepta er duidelijk een schepje bovenop. Skepta’s show had alles om zijn fans een topavond te bezorgen, en iedereen leek daar ook mee voldaan. De rapper draait al jaren mee, en het is nog maar de vraag of hij al over zijn hoogtepunt heen is. Aan de show van zondag te zien ben je geneigd te denken dat hij zich net op het top van zijn kunnen bevindt.

Setlist: Praise the Lord (Da Shine) (A$AP Rocky) - That’s Not Me – Hypocrisy - Ace Hood Flow – Catfish – Lyrics - Energy (Stay Far Away) - Crime Riddim - Neighbourhood Watch (with LD) - It Ain’t Safe – Man - Let That Go (with Shorty) - What’s Going On (Shorty cover) (with Shorty) - Detox (with Frisco) - Grime Freestyle - No Security – Shutdown - Pure Water

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

Pagina 4 van 18