logo_musiczine_nl

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

Manu Chao - Bau...
Zara Larsson 25...
JeromeBertrem

JeromeBertrem

Grandaddy & The Lost Machine Orchestra - Unieke orkestrale indie beleving

Grandaddy is met The Lost Machine Orchestra op tour om quasi integraal de doorbreekplaat ‘The Sophtware Slump’ te brengen in een unieke interpretatie. Door de cultstatus van de band was De Roma dan ook al snel uitverkocht. Door de herinterpretatie van de spacey indie rock-muziek beloofde het concert dus qua beleving uniek te zijn.

De Noord-Ierse singer-songwriter Malojian die al heeft samengewerkt met Grandaddy was mee als support act. Wat samengeperst tussen Grandaddy’s orkestopstelling bracht hij voorzichtig zijn eigen Ierse folk voor een tot dus dan beperkt publiek. Zijn tweede “Walking Away Singing A Love Song” was al veel interessanter dan zijn opener. Helaas waren zijn bindteksten quasi onverstaanbaar en naarmate zijn set vorderde was hij door het pratend publiek al helemaal niet meer te volgen. “Communion Girls” was een interessante referentie naar de Ierse Troubles maar daar ook verloren veel mensen de aandacht. Met een laatste poging probeerde Malojian op z’n Neil Youngs “Crease of Your Smile” en “Julie Ann” met mondharmonica te brengen, maar het mocht niet baten…

Zo eenvoudig het voorprogramma was, zo groots was dan de hoofdact. De twaalfkoppige band kwam op kousenvoeten de setting op en zette zeer rustig “Sarah 5646766” in. Even later nam ook Jason Lytle onder enthousiast gejoel zijn plaats in om het nummer af te sluiten. Het volle geluid van de blazers, strijkers en de percussie zorgde voor een beklijvende versie van het emotioneel beladen “He's Simple, He's Dumb, He's the Pilot”. Tijdens “Hewlett's Daughter”, een hoogtepunt, kreeg het ensemble ook het publiek mee als koor die gewillig de lyrics meezong.
Het onmisbare opzwepende “The Crystal Lake” kwam al vroeg aan bod en kreeg door de blazers net dat tikkeltje extra mee. Grandaddy slaagt er live moeiteloos in om een thematische symbiose te vormen tussen technologie en landschappen. Zo was het naturalisme in “Underneath the Weeping Willow” en het modernisme in “Broken Household Appliance National Forest” in een quasi perfecte balans. Als een zeer bescheiden dirigent hield Jason Lytle de touwtjes strak in handen waardoor de bedeesde orkestleden hem vaak aankeken.
Halfweg het concert was ‘Jed the humanoid’ in verschillende aaneensluitende poëtische en spacey nummers de ietwat noodlottige hoofdrolspeler. Met onder andere nog het onheilspellende “Miner at the Dial-a-View”, waar Lytle zichtbaar aan het genieten was, en de wrange ballad in “So You'll Aim Toward the Sky” kregen we zowat het meeste te horen van ‘The Sophtware Slump’.
Gelukkig werden we verder verwend met een opborrelende versie van “Lost on Yer Merry Way” en een pakkende “Saddest Vacant Lot in All the World”. “This Is the Part” leidde Lytle in met een persoonlijke anekdote over een echtscheiding en het zichzelf heruitvinden. Helaas miste hij daar net wat vlotheid om het publiek mee te krijgen.
In de uitgebreide encore slot hij en zijn kompanen rustig af met het nieuwe “Happy Little Kid”.
Eerlijk geven we toe dat de beleving van deze Grandaddy & The Lost Machine helemaal niet te vergelijken valt met het opgenomen materiaal. De subtiele elektronische DIY-toetsen werden vervangen door omvangrijke orkestgeluiden. Ook ontbraken enkele favorietjes die we heel graag live hadden gehoord. Toch genoot het publiek intens dat bij momenten ook gretig meezong en enthousiast het ensemble bedankte.

Setlist
Sarah 5646766 - He's Simple, He's Dumb, He's the Pilot - Hewlett's Daughter - The Crystal Lake - Chartsengrafs - Underneath the Weeping Willow - Broken Household Appliance National Forest - Jed the Humanoid / Jed's Other Poem (Beautiful Ground) / Jeddy 3's Poem / Jed the 4th - Miner at the Dial-a-View - So You'll Aim Toward the Sky - E. Knievel Interlude (The Perils of Keeping It Real) - Lost on Yer Merry Way - Saddest Vacant Lot in All the World - This Is the Part -
Encore
The Go in the Go-For-It - The Warming Sun - A Lost Machine - Happy Little Kid

Organisatie: De Roma, Antwerpen

The Beths - Knallende live verwennerij van het verre Nieuw-Zeeland

Helemaal gekomen van de andere kant van de wereld, hielden de vier Nieuw-Zeelanders van The Beths tijdens hun tour even een stop in de AB Club. De indie rock doorspekt met surf- en garagetoetsen klinkt op zowel “Future Me Hates Me” en hun laatste telg “Jump Rope Gazers” zeer origineel. De talrijke toeschouwers hadden er zin in en wij dus ook.

Het Noord-Ierse Cherym mocht opdraven om een al goed gevulde AB Club op te warmen. Hun powerpunk met een duidelijke boodschap van verdraagzaamheid tegenover allerlei minderheden kwam hard en oprecht binnen. "Pretty Boy" was opgedragen aan alle schone en lelijke jongens terwijl "Weird One" er één was tegen de haters en de pestkoppen. Het publiek bleef er niet stil bij en zong naar hartelust mee op "Kisses on My Card" of staken de armen in de lucht tijdens "Guess We are Friends". Deze support act die deed denken aan een kruising tussen Dreamwife en The Germs, was perfect voor wat later die avond ging volgen.

Gekleed in kaptruien met daarop Guitar Tech gedrukt, zorgden de quasi onherkenbaar The Beths voor hun eigen soundcheck. De grappige toon was daarmee al gezet nog voor ze knallend openden met "I'm Not Getting Excited". Het publiek was vervolgens bij "Great No One" helemaal losgekomen. Al vroeg in de setlist was daar al een eerste geweldige hoogtepunt met "Not Running" waar Elizabeth Stokes' stem opvallend goed was.
De mix tussen luid en stil, een handelsmerk van Pixies en Breeders, werd met verve door het viertal origineel uitgespeeld. In bijvoorbeeld "Out of Sight" contrasteerden de droevige lyrics met de knallende muziek. Live klinken The Beth's beduidend sneller, luider en intenser wat enorm gesmaakt werd door de concertgangers. Het rustige “Acrid” was met een opvallende swingende outro even welgekomen om wat op adem te komen na het hevige eerste openingskwartier.
Bij de introductie van de bandleden was daar weer die gortdroge humor van de Nieuw-Zeelanders. Het daaropvolgende “Idea/Intent” werd opgedragen aan zij die naar de kapper zijn gegaan en zij die niet zijn kunnen gaan. “Jump Rope Gazer” was ondanks het hoge soft poprock-gehalte toch een tweede hoogtepunt. “When You Know” en vooral het daaropvolgende “Mars, God of War” waren muzikaal en qua beleving wat minder maar dat werd flink goed gemaakt naar het einde toe.
Na alweer lollige bindteksten, deze keer over hun liefde voor vogels (vandaar het decorstuk dat bestond uit zes opgeblazen siervogels), werden we getrakteerd op een daverende “Whatever”. Doorheen de set viel het al meermaals op, maar tijdens die song hadden we dankzij de achtergrondzang een echte Beach Boys-gevoel. Tussenin schudde de tweede gitarist trouwens ook nog een strakke gitaarsolo los uit zijn korte mouwen. Het cynische “Little Death” klonk nog sterker dan op plaat en uiteraard was dat het geval voor hét hoogtepunt met “Future Me Hates Me”.
In de onmisbare encore ging een toeschouwers zelf aan het stagediven op de rake klappen van “Dying to Believe”.

Droge humor, steengoede songs, sterke livebeleving… The Beths bezorgden zonder enige moeite en met bakken overtuiging ons een onvergetelijke avond.

 Setlist
I'm Not Getting Excited - Great No One - Not Running - A Real Thing - Happy Unhappy - Out of Sight - Acrid - Idea/Intent - Jump Rope Gazers - Uptown Girl - When you Know - Mars, the God of War - Whatever - Little Death - Future Me Hates Me - Dying to Believe

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

 

 


M. Ward + Pauwel - Overweldigend vakmanschap met charmante eindnoot

Een cultheld voor sommige of een nobele onbekende voor andere, Matthew Stephen Ward houdt zich al meer dan 20 jaar bezig met indie folk. Als je hem niet kent van She & Him (met Zooey Deschanel) of van de folk supergroep Monsters of Folk (met onder andere Jim James en Conor Oberst), dan zijn er vast enkele van zijn songs op één of andere manier jou ter ore gekomen.

Net op tijd konden we het slot van Pauwel meepikken. In een waar kampvuurmomentje speelde hij volledig unplugged een zachte folk ballad waar de zachte tremelo in zijn stem overtuigend binnenging. Één nummer was voldoende om alvast uit te kijken naar een volgende ontmoeting met deze beloftevolle artiest.

De Amerikaanse singer-songwriter koos voor een simpele opstelling met een vleugelpiano, een mondharmonica, een folk- en klassieke gitaar. Simpel, maar doeltreffend want na opwarmer “The Crooked Spine / Duet for Guitars #3”, kreeg hij met “Eyes on the Prize” zowat de hele zaal goedkeurend aan het wiegen. Met “One Hundred Million Years” erbij zorgde hij al voor een sterk begin van het concert.
Uiteraard konden ook de prachtige covers van allerlei artiesten ook vanavond niet ontbreken. Zo was er al vroeg in de set de jazz standard van Billie Holliday “I Get Along Without You Very Well” en het krachtige “Rave on!” van Sonny West. Met een handige bruggetje naar de afgelopen woelige coronaperiode, bracht hij op de piano Daniel Johnston “The Story of an Artist” tussen zijn eigen puike “Poor Boy, Minor Key” en “Vincent O'Brien”.
Als een echte vakman bracht hij zijn pareltjes op een eigen gestripte manier. Het was alsof hij ons door een stukje geschiedenis van de traditionele Amerikaanse folk, blues en country aan het rondleiden was. Het publiek was hem daar dan ook enorm dankbaar voor. Uitschieter “Chinese Translation” was een heerlijk rock'n'rollend nummer met een makkelijk mee te zingen refrein en een geweldige outro. Met “Fuel for Fire” wist hij een gevoelige snaar te raken. Bijna te hard, want naj een snijwonde door z’n snaren, kreeg hij van het publiek doekjes toegesmeten om het bloed te stelpen.
Ondanks de hier en daar vergeten of scheve noten en de technische moeilijkheden, bleef hij ons toch telkens charmeren. Alles wat die man deed, was goud waard. Zo zag het ernaar uit dat ondanks het begeven van zijn gitaarkabel tijdens “Poison Cup” Ward bleef gaan en zo kreeg hij nog extra dankbaarheid terug.
Door de dolenthousiaste menigte kwam M. Ward niet één, maar twee keer terug om zes extra bisnummers te brengen. Op z’n Bob Dylan’s (vertellende stijl) bracht hij diepkomer “Sad, Sad Song”. De volledige onherkenbare cover “Let’s Dance” van David Bowie was ook een pareltje die niet kon ontbreken.
Op een hoogtepunt eindigen, werd bij dit concert letterlijk geïnterpreteerd. Ward zocht voor het allerlaatste nummer meermaals in het publiek een pianist om wat piano te spelen. Uiteindelijk ging de moedige Margot from Bruges het podium op om, na een studieronde, vol enthousiasme en charme de bluesy melody van “Rollercoaster” te spelen.
Dit afsluitend plaatje was perfect, het gehele concert overweldigend, de artiest overtuigend en iedereen keerde dan ook voldaan met zaligheid de nacht in.

Setlist
The Crooked Spine / Duet for Guitars #3 - Eyes on the Prize - One Hundred Million Years - I Get Along Without You Very Well (Billie Holiday cover) - Chinese Translation - Fuel for Fire - Rave On! (Sonny West cover) - Poor Boy, Minor Key - The Story of an Artist (Daniel Johnston cover) - Vincent O'Brien - Unreal City - I'll Be Yr Bird - Lullaby + Exile - Poison Cup
Bis 1: Sad, Sad Song - The Sandman, the Brakeman and Me (Monsters of Folk song) - Outta My Head
Bis 2: Let's Dance (David Bowie cover) - Migration of Souls – Rollercoaste

Organisatie: Botanique, Brussel

Cate Le Bon - Kleurrijke, toegankelijke en indrukwekkende avant-garde van het moment

In de desolate Mojave-woestijn van Californië maakte Cate Le Bon tijdens de coronapandemie niet alleen als hobbyist praktische meubels, maar daar zag ook haar zesde en laatste indrukwekkende langspeler ‘Pompeii’ het levenslicht. Voor de wereldwijde concertwinterslaap hebben we Cate Le Bon met de LP ‘Reward’ aan het werk mogen zien op Sonic City 2019.
Hoe bracht ze het er deze keer van af na die winterslaap en met de nieuwe songs?

Tot onze spijt was support act Mega Bog niet van de partij voor de concertavond in de AB Club. De Amerikaanse Erin Birgy die experimentele avant-pop brengt, heeft reeds een rijke discografie waardoor ze een ideale opwarmer zou geweest zijn.

Op de tonen van een flashy 80s riedeltje en onder een mysterieuze waas, kwamen Cate Le Bon en haar vier backing muzikanten het podium op. Met een neon retro Vox-gitaar onder de armen begon ze met “Dirt on the Bed”, ook het openingsnummer op haar laatste plaat. Een riskante trage opener maar het fantasierijke gevoel en de muzikale dosering (nu eens saxofoon dan eens gitaar) bezorgden ons al meteen een vertrouwd gevoel. In “French Boys” hadden we een David Bowie-indruk tijdens diens Low-periode. De gelijkaardige duistere new wave bleef als een rode draad door Le Bon’ set lopen.
“Moderation” was een eerste uitschieter die live betrekkelijk funky klonk. Al vroeg op de avond bleek de avant-garde artieste goed bij stem maar dat viel nog meer op tijdens onder andere “Daylight Matters” en “Cry My Trouble Away”. Even dachten we Siouxsie Sioux aan het werk te zien tijdens het surreële “Mother's Mother's Magazines”, Devo tijdens het eclectische “Magnificent Gestures” of Talking Heads tijdens het eerder vermelde “Daylight Matters”.
Het publiek in de gezellige kleine club werd nummer na nummer uitbundiger, alsof er telkens een schepje indrukwekkendheid er bovenop werd gedaan. Zo was de sfeer uitgelaten naar het einde toe tijdens het toegankelijke “Harbour”, het zachte “The LIght” en het zeer herkenbare “Home to You”, het hoogtepunt van de avond. Tussenin trakteerde ze ons nog op een western passage met “Miami”. Na die vele positieve indrukken kon Le Bon nog eens op haar eigen abstracte wijze uitpakken met “Remembering Me” en “Wheel” waarmee ze haar reguliere set afronde.
UIteraard kon een bisronde niet ontbreken en verraste ze ons met het contrastrijke en wat wrange “Sad Nudes” en een zeer kleurrijke cover van Bill Nelson’s “Do You Dream In Colour”.

Ondanks de duidelijke invloeden en de niet altijd toegankelijke avant-garde muziek, heeft Cate Le Bon opnieuw een blijvende kleurrijke en fantasierijke indruk nagelaten.

Setlist Dirt on the Bed - French Boys - Moderation - Daylight Matters - Pompeii - Running Away - Cry Me Old Trouble - Mother's Mother's Magazines - Magnificent Gestures - Harbour - Miami - The Light - Home to You - Remembering Me - Wheel - Sad Nudes - Do You Dream in Color

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel

maandag 11 april 2022 10:14

Rhye - Maestro in sensualiteit

Rhye - Maestro in sensualiteit

Het was al even geleden dat de sensueelste R&B van Rhye nog eens kon weerklinken in een Belgische zaal. Na doorbreekplaat ‘Woman’ werkte Mike Milosh niet langer meer met producer Robin Hannibal. Toch heeft Milosh de afgelopen drie jaar niet stilgezeten en bracht ‘Blood, Spirit’ en ‘Home’ uit. Genoeg nieuw materiaal dus om romantische zieltjes live te beroeren en te winnen.

Een bijna volgeladen Koninklijk Circus wachtte vol ongeduld de komst van Rhye af, al had dat ook te maken met de mysterieuze muziek en het duistere podium. In alle stilte en wat ongemakkelijk kwamen de zeven artiesten van Rhye tevoorschijn. De spanning vervloog wanneer Milosh met zijn herkenbare androgyne falsetstem, vergelijkbaar met Sade, de eerste noten zong. Toch begon opener “Verse” zeer rustig en afwachtend. Gedurende “Please” maakte Rhye met een funky opbouw en een opzwepend eind een eerste sterke indruk. De kop was eraf en Milosh bedankte het publiek voor de eerste (en zeker niet de laatste) keer.
Hoewel de frontman grotendeels zelf de muziek maakt, liet hij live toch voldoende ruimte om elke muzikant zijn moment de gloire te beleven. Nadat de cellist met een duistere passage soleerde in “Major Minor Love”, mocht de drummer voor een eerste keer alles uit de kast halen in een indrukwekkende outro. “Count to Five” was dan opmerkelijk door de keyboardsolo en de strakke funky baslijn. Live was het alvast een totaal andere beleving dan wat we op de platen gewoon zijn. “Phoenix” was daar nog zo’n voorbeeld van waar zowel publiek als band wild van werden. Een autotune passage van de toetsenist in “Last Dance” had iets mee van Daft Punk maar die keuze bleek toch goed te pakken bij de toeschouwers.
Ondanks de muzikale uitbundigheid, was de typerende subtiele sensualiteit die Rhye niet verloren gegaan. Koppeltjes knuffelden nog intenser tijdens “Helpless” en “Last Dance”. Vervolgens imponeerde Milosh in hoogtepunt “Open” door zonder micro in een muisstille zaal de gekende zeemzoete lyrics fluisterend te zingen. Samenzang, vingergeknip en ongetwijfeld hoge endorphine-gehaltes bij het publiek waren het dankbare resultaat. “Hunger” ging nog voor een laatste keer de funky toer op.
Een bisronde zou de etherische beleving volledig teniet hebben gedaan en daarom koos Rhye om af te sluiten met “Song For You”. In dit rustig en beklijvend slot kreeg Milosh als een meesterlijke maestro de hele zaal aan het zingen.

Setlist Verse - Please - Major Minor Love - The Fall - Last Dance - Helpless - Waste - Count to Five - Phoenix - Shed Some Blood - Open - Hunger - Song For You

Organisatie: Live Nation

Alex Cameron - Soms brilliante, soms lauwe potsierlijkheid

Voor potsierlijke, snedige, humoristische muzikale verhalen moet je bij Alex Cameron zijn. De Australische concept artiest / entertainer Alex Cameron bezingt in zijn eerste twee platen, ‘Jumping the Shark’ en ‘Forced Witness’, rare figuren met rake observaties. Na meer introversie en persoonlijkheid in ‘Miami Memory’, vond hij in ‘Oxy Music’ een middenweg tussen het imaginaire en het autobiografische. Benieuwd hoe hij met zijn band dit live zou overbrengen.

Om de Europese tour kleur te geven, was daar de Londense Rosie Alena met haar sprookjesachtige bezwerende support act. Ondanks de frivole verschijning en de krachtige, veelzijdige stem, kon zij met haar twee muzikanten helaas niet altijd boeien. Bij momenten klonk ze als een jonge Sharon Van Etten en had ze visueel iets van Joni Mitchell of Kate Bush. In “God’s Garden” deed ze een poging tot theatrale grandeur terwijl “The Light” dan wat kinderlijk aanvoelde. Tijdens het slotnummer “Adore Me” bleken de toeschouwers dan ook zijn aandacht te hebben verloren. Jammer…

We lieten het niet aan ons hart komen en keken dan ook uit naar de main act van vanavond. Niet alleen brengt Alex Cameron op plaat de nodige edge en humor, maar hij doet dat ook met een gladde en ongeremde podiumpresence. Als een echte dandy gekleed in leren broek, bloemenhemd en witte onderhemd nam hij nog voor de eerste noten vielen, zijn gekende pop pose aan. “Happy Ending” begon ondanks de hoge verwachtingen wat traag maar het einde was één en al charisma. Cameron was in het 80s popachtige “Country Figs” in zijn element en zocht vaak de concertgangers op met zijn indringende blik en androgyne (iets tussen David Bowie, Christopher Walken en Tilda Swinton in) verschijning.
Cameron bracht het vrolijk klinkende “Far From Born Again” vol kwinkslagen en zette ons vaak op het verkeerde been. “Candy May” en “Miami Memory” waren ingekleed als liefdesliedjes en waren kolfjes naar het publiek zijn hand. Een eerste hoogtepunt was het swingende “Sara Jo”, een nummer van het moment (zie: vaccinatie). Het makkelijk-mee-te-zingen refrein en de heerlijke saxofoonpassages van businesspartner Roy Molloy bleven als echte oorwormen nog lang plakken.
Helaas was de spanningsboog niet strak gespannen of zat er niet veel fut in Cameron en zijn bandleden. Zo klonken “Prescription Refill”, “Stranger’s Kiss” en “K-hole” eerder hol en lauw, alsof ze plots op automatische piloot aan het cruisen waren. De vermoeidheid mocht dan na hun Europese tour wat in de kleren zijn gekropen, toch kreeg de entertainer en de zijnen ons opnieuw aan het dansen met “Marlon Brando”. Opvallend ook was dat enkel bij dit nummer de drummer er volop van genoot in tegenstelling tot de rest van de set. Na een uitvoerige bedanking en wat complimentjes over hoe heerlijk we wel ruiken, kregen we als zoethoudertje nog “Politics of Love”.
Na slechts een uur bleven we wat achter met gemengde gevoelens en maar deels ingeloste verwachtingen. Toch konden we ons optrekken aan de enkele briljantje hoogtepuntjes die de fans en de geïnteresseerden wel wisten te overtuigen.

Setlist: Happy Ending - Country Figs - Far From Born Again - Candy May - Miami Memory - Sara Jo Prescription Refill - Stranger’s Kiss - K-Hole - Marlon Brando - Politics of Love

Organisatie: Botanique, Brussel

Nilüfer Yanya - Goudeerlijk met een duister randje

Nilüfer Yanya is ondanks haar prille carrière toch een opvallende en boeiende artieste. Na haar indrukwekkende debuutplaat ‘Miss Universe’ (2019) ging ze verder met haar herkenbare vocals en soulful / R&B-geïnspireerde melodieën. Voor haar persoonlijk was de afgelopen coronaperiode productief want met ‘Inside Out’ (2021) en ‘Painless’ (2022) (en tussenin wat singles en EP’s) pakte ze opnieuw uit met haar kunnen. Gelukkig en eindelijk konden we haar eens terug live aan het werk zien.

Als bijpassende support act had de in-Parijs-geborene Londenaar Léa Sen de eer om het Orangerie-publiek warm te maken. Met een looppedaal bij de hand en een zachtblauwe gitaar om de schouder, bracht ze er goed van af. “Much to Lose” was overladen met een vleugje Tame Impala terwijl “I Feel Like I am Blue” vocaal imponeerde. Sen waagde zich op het slot aan nieuwe demo's die ze tijdens de tour met Nilüfer Yanya, die op zijn einde liep, heeft geschreven. Een trefzekere keuze die het publiek duidelijk heeft overtuigd.

In gekende stijl en opstelling, kwamen Nilüfer Yanya en haar drie bandleden toch iets vermoeid het podium op. Gelukkig werden alle twijfels met "Midnight sun" weggespeeld. Yanya en haar band straalden een natuurlijke rust uit tijdens de toch wel emotioneel beladen songs. "Belong to you" beukte heerlijk met een zalige saxofoonsolo en doodeerlijke lyrics.
Kenmerkend ook is het phasereffect op Yanya's gitaar wat bij momenten deed denken aan 90s grunge. Haar nieuw materiaal met de 2 eerstgenoemde songs, "Chase me", "Stabilise", "Another life" en "The dealer" groef live nog dieper in Yanya's soms duistere kant. Wat het publiek ook duidelijk waardeerde.
Bindteksten waren zoals gewoonlijk niet haar ding waardoor ze soms onwennig of onverstaanbaar iets prevelde. Helaas brak dat soms het tempo van het concert waardoor we al snel snakten naar het volgende nummer. Toch bleef ze imponeren met een heerlijke cover van PJ Harvey's "Rid of Me" en een prachtige gedestilleerde "Same Damn Luck".
De afgematte indruk hadden we opnieuw voor de bisronde. Toen Léa Sen de band opgewekt kwam vervoegen voor het laatste nummer, kon Yanya het concert toch nog sterk beëindigen.

Nilüfer Yanya had ondanks de vermoeidheid genoeg te bieden om er een goudeerlijke en boeiende concertavond van te maken.

Setlist: midnight sun - belong with you - chase me - The Unordained - L/R - Rid of Me (cover) - stabilise - Baby Luv - Same Damn Luck - anotherlife - Angels - Trouble - the dealer - In Your Head - Crash - Heavyweight Champion of the Year

Organisatie: Botanique, Brussel

donderdag 31 maart 2022 11:38

Lucy Dacus - Gevoelige en brute eerlijkheid

Lucy Dacus - Gevoelige en brute eerlijkheid

Van gevoelige snaar tot brute eerlijkheid. Lucy Dacus wist opnieuw het publiek in te pakken met haar beklijvende en rake pareltjes in een uitverkochte Rotonde. Ze is daarmee op weg naar het beste van haar prille carrière.

De eerste noten van vanavond werden verzorgd door de Britse Fenne Lily die al voor de tweede keer met Lucy Dacus op tour ging. Met twee albums, ‘On Hold’ (2018) en ‘BREACH’ (2020), had Lily al voldoende songs om ons een half uur te intrigeren. Het subtiele contrast van zacht naar hard in “Car Park” en “Birthday” werkte aanstekelijk. Het doodeerlijke “I Used to Hate My Body but Now I Just Hate You” raakte live nog harder onze gevoelige snaar dan op de plaat. Vergelijkingen met Dry the River of Marika Hackman en uiteraard Lucy Dacus waren niet ver te zoeken. Met twee beklijvende nieuwe nummers sloot de aimabele Fenne Lily de support-act krachtig af.

Lucy Dacus wist de laatste jaren met eigen muziek en zijproject Boygenius (met Julien Baker en Phoebe Bridgers) meer en meer muziekfans te overtuigen. Niet verwonderlijk dus dat ze veel mensen naar de Botanique wist te lokken. Op haar laatste plaat ‘Home Video’ (2021) blikt ze - meestal autodidactisch - terug op haar jeugd en hoe ze omgaat met haar gevoelens of geaardheid. In opener “Triple Dog Dare” en iets later in het swingende “Hot & Heavy” vatte Lucy Dacus dat alvast goed samen. Al vroeg in de set bracht ze één van haar indie-hitjes “Addictions” die zachtjes werd meegezongen door vele toeschouwers.
Zonder blozen en met enorme veel charme haalde ze haar beste Frans voor de bindteksten. Het is met diezelfde natuurlijke charme dat ze ons imponeerde met het kabbelende “VBS” (over bijbelkampen) en het sferische ingetogen “Cartwheel”. Haar cover van Edith Piaf’s “La Vie en Rose” paste perfect in het plaatje.
Wat opvalt is dat Lucy Dacus rijkere arrangementen gebruikte in haar meest recente muziek. De keuze voor autotune vocals in “Partner in Crime” voelde eerst ongewoon aan maar het geheel klopte uiteindelijk. Ondanks de zachtaardige verschijning kwam ze verrassend hard uit de hoek in “Thumbs”. In deze song over oprechte medeleven en diepe empathie kreeg ze het publiek muisstil en liet ze hier en daar traantjes rollen. Even later met “Please Stay” deed ze dit kunstje opnieuw over met een schepje er bovenop.
Tijdens het hartverwarmend kampvuurmomentje in “Going Going Gone” zongen we gezellig mee met de band die vooraan het podium opgesteld stond. Meezingen of beter gezegd meebrullen konden we later met “I Don’t Wanna Be Funny Anymore” en - uiteraard - het ijzersterke “Night Shift”.
In de ongeplande encore kregen we een uitgepuurde “Fool’s Gold” te horen en zagen we hoe Lucy Dacus er ongelooflijk van genoot.

Setlist: Triple Dog Dare - First Time - Addictions - Hot & Heavy - Christe - VBS - Cartwheel - La vie en rose (cover) ) - Yours & Mine - Partner in Crime - Brando - Thumbs - Going Going Gone - Please Stay - I Don’t Wanna Be Funny Anymore - Kissing Lessons - Night Shift - Fool’s Gold

Organisatie: Botanique, Brussel

The Weather Station - Overtuigende sprankelende indiepareltjes

Tamara Lindeman is al sinds het begin (2009) de drijvende kracht achter The Weather Station. Na een verloop van verschillende muzikanten is de groep eindelijk met de vijfde en voorlaatste plaat ‘Ignorance’ (2021) doorgebroken. Het is vooral met die plaat dat The Weather Station het publiek in de Botanique wist in te pakken.

De van Nieuwe-Zeelandse Ierse folkmuzikanten had het genoegen om met de main act van vanavond te touren. Weldoordachte keuze want de innemende pure folk van Aoife Nessa Frances riep kristalheldere beelden op van weidse velden en verlaten stranden. Ook straf dat ze op haar eentje de rijke arrangementen die ze op plaat brengt, live met overtuiging wist over te brengen. Een artieste dus om in de gaten te houden en die vast nog indrukwekkender zou klinken met live backing band.

Na de verpozende pauze kwam The Weather Station stilletjes het podium op. Opener “Wear” gaf thematisch aan waar het vaak over ging gaan: de verhouding van de nietige mens tot de overweldigende natuur, de gemengde gevoelens ten opzichte van de huidige klimaatsverandering en de disruptieve kracht van menselijke gedrag. Een hele boterham vol maar de band bracht die volle lading met enige rust en subtiliteit. In het ogenschijnlijk opgewekte “Loss” liet de klarinet een diepe indruk na. Lindeman was het publiek dan al dankbaar waarna ze met een verwijzing naar de verwarrende coronaperiode de perfecte aansluiting vond bij “Separated”.
Het was af en toe al duidelijk dat de frontvrouw last had van een vervelende hoest waardoor ze niet voluit kon zingen. “Way It Is, Way It Could Be” schuurde met rake country en folk-toetsen aan bij Big Thief of Laura Marling. Terwijl de band met het breekbare “Stars” uit laatste plaat ‘How Is It That I Should Look at the Stars’ even gas terug nam, leek haar stem het even te begeven. Zichtbaar belemmerd sloeg ze zich erdoor en kon ze nog het korte en krachtige “Notice You Turn Awaymet verve uitzingen.
Nog beter was “I Try to Tell You”, een opmerkelijke single over de impact van de mens op natuur en hoe die quasi naïef verkeerde keuzes maakt. De powerballad “Better Now” zou zo geschreven kunnen zijn door HAIM en gebracht worden door Fiona Apple.
Het concert leunde nog verder naar indie-rock met het strakke “Heart”, het eclectische “Robber” en het fijn aansluitende “Atlantic”. Als de band zijn visitekaartje nog niet had afgegeven, deed ze dat dan absoluut met “Parking Lot”. De zachtaardigheid van de vocals afgewisseld met de opzwepende drum en de rake gitaar- en pianomelodieën werd smalend door het publiek omarmd en goedgekeurd.
Gelukkig had Lindeman nog genoeg fut over om in de encore het liefelijke duet “To Talk About” te bezingen met de gitarist. The Weather Station stuurde ons de nacht in met het ogenschijnlijke folky “Thirty” dat volledig vervelde tot een country rocknummer.

Ondanks de vervelende kriebelhoest van Lindeman kon The Weather Station ons eindelijk live bekoren met de muzikale creaties van de afgelopen jaren.

Setlist Wear - Loss - Separated - You and I (On the Other Side of the World) - Way It Is, Way It Could Be - Stars - Look - Tried to Tell You - Better Now - Heart - Robber - Atlantic - Parking Lot - Subdivisions - Encore: To Talk About – Thirty

Organisatie: Botanique, Brussel

La Femme - Kraut punkers verkeren in bloedvorm

Er was even radiostilte rond psych punk kraut band La Femme maar na vijf jaar hebben Sacha Got en Marlon Magnée hun derde langspeler ‘Paradigmes’ (2021) de wereld ingestuurd. Dezelfde herkenbare hypnotiserende en surrealistische deuntjes uit ‘Psycho Tropical Berlin’ (2014) en ‘Mystère’ (2016) weerklinken ook in hun laatste muzikale telg. Afgelopen zondag kregen ze (eindelijk!) de kans om die laatste plaat live uit de doeken te doen.

Een uitverkochte AB was hun aandeel want in eigen land, Frankrijk, zijn ze al een klein decennia een waar fenomeen. En wat bij onze zuiderburen gebeurt, slaat al eens makkelijk over tot bij ons. De broeierigheid van het publiek voelde wonderwel prettig aan.
Nog voor dat het duo met vijf backing muzikanten, waaronder twee zangeressen, het podium opkwamen, zorgde het publiek voor een opgewekte sfeer. Met opener “La femme” was de toon en de sfeer meteen gezet. De herkenbare kraut-elementen en het ijle maar toch zachtaardige Franse gezang gaf een vertrouwd gevoel. Ze lieten er geen gras over groeien want al meteen kwamen daar de nieuwe songs als het funky nostalgische “Nouvelle-Orléans” en het snedige quasi morbide “Le sang de mon prochain”. De hele beleving werd met indrukwekkende hologrammen ook visueel gesterkt. De roadtrip van “Cool Colorado” was een lekkere binnenkomer bij het publiek die het refrein heerlijk meezong.
Hypochonders moesten even de oren en de ogen sluiten bij “Mycose” dat luider, scherper en beukender dan anders klonk. Uit volle borst krielden de toeschouwers ook mee met “Nous étions deux”, wat de sfeer alleen maar ten goede kwam! La Femme vond het momentum en liet niet los tijdens “Foutre le bordel”. Magnée, intussen half uitgekleed, stond er zelf niet bij stil en nam regelmatig  de zware keyboard in de handen om daar losjes een solo uit te tokkelen. Het tempo bleef hoog met het van onder het stof gehaalde “Paris 2012”. Een theremin kan uiteraard voor een psych-kraut band niet ontbreken en die werd gretig gebruikt in het absurde opborrelende “Antitaxi”.

Even hadden we de tijd om tijdens “Le jardin” (met spaanstalige lyrics!), “Va” en “Tu t’en lasses” om op adem te komen. Dit was ook het moment waar het geheel wat minder boeide en de band haar concentratie verloor… Gelukkig hielden ze hun meest bekende single “Sur la planche” maar ook “It’s Time to Wake Up” en “Tatiana” achter de hand om ons finaal door elkaar te schudden. 

Setlist: La femme (intro) - Nouvelle-Orléans - cool colo - le sang - mycose - nous étions 2 - télé - foutre - Paris - anti - suive - Jardin - ou va le monde - Elle e t aime pas - plancher - wake up - vagues – tat

Organisatie: Backinthedayz (ism Ancienne Belgique, Brussel)

Pagina 3 van 6