logo_musiczine_nl

Wilde Westen, Kortrijk - events

Wilde Westen, Kortrijk - events Concerten 2024 18 + 19-12 DIRK. (allerlaatste show) 22-12 Spectra ensemble ism In Heaven @Kerk Sint-Denijs 2025 19-01 Scarbo ‘time unfolded’ 23-01 Jazz cats: Julien Tassin (double bill) (solo + Tassin/Hermia/Joris)…

Democrazy Gent - events

Democrazy Gent - events Concerten 2024 Eye on Palestine, Ha Concerts, Gent op 20 december…

Zoek artikels

Volg ons !

Facebook Instagram Myspace Myspace

best navigatie

concours_200_nl

Inloggen

Onze partners

Onze partners

Laatste concert - festival

while_she_sleep...
Zaho de Sagazan...
Festivalreviews

Roadburn 2011 – dag 3

Roadburn 2011 – dag 3

CANDLEMASS (Main Stage – 15:45-18:00)
De Zweedse grondleggers van de doom metal, Candlemass, speelden een uiterst lange maar sfeervolle set. De band, opgericht in Stockholm in ’84, rond bassist en songwriter Leif Edling, bracht voor de gelegenheid twee zangers mee: het eerste deel van het optreden werd verzorgd door Robert Lowe (ook Solitude Aeturnus) sinds 2006 de vaste frontman en het tweede gedeelte nam origineel zanger Johan Langquist voor zijn rekening.
De muziek wortelt in de traditie van Black Sabbath, waarbij de riffs logger worden gespeeld, miste zijn uitwerking niet op het enthousiaste publiek. Onderwerpen als duistere stemmingen, onheilspellende locaties en gebeurtenissen uit de donkere Scandinavische oertijden staan centraal. Met een zanger van formaat als Robert Lowe en een quasi perfecte geluidsmix kwamen mastodonten als “Marche funèbre”, “Mirror mirror”, de recente songs “If I ever die” en “Hammer of doom” (beide van ‘Death magic doom’) en de classics “At the gallows end” en “Samaritahn” (van ‘Nightfall’) bijzonder hard aan.
Dit was traditionele bombastische doom metal zoals we die graag hebben! Op aanvraag van de Roadburn-organisatie werd de blauwdruk ‘Epicus doomicus metallicus’ (’86) integraal ten gehore gebracht. Oorspronkelijk vocalist Johan Langquist zong de sterren van de hemel bij sublieme en tijdloze nummers als “Solitude”, “Demons gate”, “Crystal ball”, “Black Stone wielder” en “A sorcere’s pledge”. Hierbij gingen vele aanwezigen compleet uit de bol, dit was top!
Voor het derde en laatste deel kwam Robert Lowe terug het podium op om “The well of souls” en “Emperor of the void” (‘King of the grey islands’) te vertolken.
Als verrassing brachten beide frontmannen de fantastische en vorig jaar opgenomen Blue Oyster Cult-cover, “Don’t fear the reaper” en bij ”Darkness in paradise” (‘Ancient dreams’) nam ook het publiek de zang voor zijn rekening. Een moment dat velen zich nog zullen herinneren.
Dit was pure en onversneden klasse, zonder twijfel een hoogtepunt!

WHITE HILLS (Green Room – 17:30-18:45)
Het was een noodzaak om tijdig aanwezig te zijn in de Green Room om het uit New York opererende White Hills aan het werk te kunnen zien. Het spreekwoord ‘als haringen in een ton’ was namelijk van toepassing: zo gegeerd is White Hills bij het Roadburnpubliek. De core-bandleden Dave W. (gitaar) en sexy blonde vamp Ego Sensation (bas) laten zich op drums begeleiden door Lee Hinshaw. Onze landgenote Shazulla Nebula (a Belgian gypsy on the road) neemt het electronische gedeelte voor haar rekening: synths, effecten en Lenin’s favoriete instrument: de theremin.
White Hills brengt space-rock, doorspekt met electronische effecten en zijn duidelijk bastaardkinderen van Hawkwind. Ego Sensation kan je – in haar rode mini-outfit – uiterlijk het best vergelijken met Poison Ivy van The Cramps en Shazulla is een natural beauty met een evil-pony: haar handelsmerk. Deze twee mooie verschijningen waren zeker ook een reden waarom de Green Room té klein was. Maar in hoofdzaak was het natuurlijk de gesmaakte combinatie van de heavy spacerock en electro-effects van White Hills waar het publiek voor kwam. “Dead”, “Oceans” en “Head On Fire” verhitten de zaal en namen ons telkens hypnotiserend mee voor een trip doorheen het universum. Hoogtepunt van de set was een loeiharde versie van “Three Quarters” uit hun White Hills-album. Shazulla liet de theremin alle hoeken van de zaal zien, terwijl de andere 3 leden tekeer gingen als losgeslagen wilde dieren.
Dit werd een loodzware hallucinante trip (in de categorie Timothy Leary op een overdose LSD) die zijn uitwerking nog lang na het concert zou laten voelen. Een schitterende performance van een typische Roadburnband! We zouden er niet rouwig om zijn, mochten ze volgend jaar terug op de Roadburnaffiche staan!

WEEDEATER (Main Stage – 18:30-19:30)
Wie van moddervette grooves, bijtende riffs en bot bonkende drums hield, was op zijn plaats bij Weedeater. Dit trio uit North Carolina, Weedeater produceert als meer dan tien jaar sludge/stoner van het  smerigste soort, denk aan genre-genoten als Eyehategod, Acid Bath, Bongzilla, Rwake en Buzzov*en. Dixie Dave Collins krijste en brulde over de geneugten van marihuana, gitarist Dave Shepherd zorgde voor verpletterende en laaggestemde gitaren en drummer Keko mepte er hard op los.
Met moerassige en overrompelende tracks als “Weedmonkey”, “Mancoon”, “God luck and good speed”, “20 dollar peanut” en het Lynyrd Skynyrd rebellenverhaal “Gimme back my bullets” was er weinig ruimte voor subtiliteit en nuance, dit was een pletwals zonder weerga, een geluidsmuur van jewelste die een onvermijdelijk effect op onze nekspieren had.

EVOKEN (Green Room – 19:15-20:15)
De Amerikaanse funeral doom metal van Evoken uit New Jersey, USA, bracht ons naar de peilloze donkerte van het bestaan. Het vijftal dat beïnvloed is door de Australische cult band Disembowelment, het Amerikaanse Winter, het Duitse Worship en het Finse Thergothon en Skepticism riep de meest miserabele, doodse en suïcidale klanken op.
De extreem negatief klinkende en desolate en epische doom/death metal was mysterieus, occult en bovenal indrukwekkend. De diepe maar verstaanbare growls van zanger/gitarist John Paradiso en de duistere en sobere keyboardlijnen van Don Zaros bepaalden het totaalgeluid. Toch mag leadgitarist Chris Molian ook niet onvermeld blijven, hij produceerde de traagst mogelijke riffs die velen in een soort trance brachten. Bassist Dave Wagner en slagwerker Vince Verkay zorgden voor een stevige en solide ritmesectie.
Hier was geen licht aan het einde van de tunnel, een wereld van pijn en verdriet regeerden. In doom we trust!  

VOIVOD (Main Stage – 20:00-21:00)
Net zoals de dag voordien in het Midi Theatre was Voivod in topvorm. En hoewel de nummerkeuze grotendeels hetzelfde was (ditmaal geen ‘Kaleidos’ en ‘Killing technology’), was het terug volop genieten geblazen van deze onnavolgbare en volstrekt unieke Canadese thrash/prog rockers.
Het totaalgeluid was misschien ietsje minder in balans en rommelig, toch kwamen vele toeschouwers goed aan hun trekken. Waarschijnlijk ook door het feit door de wilde verhalen over hun fantastische en intense optreden van vrijdag. Het spelplezier droop af van het viertal dat zichtbaar de tijd van hun leven hadden op het grote podium. Bij “Ripping headaches” en hun themasong “Voivod” speelden er zich wilde taferelen af.
Bassist Blacky dook zelf eventjes het talrijk opgekomen publiek in. Toeschouwers die het aangebodene duidelijk wist te waarderen. De enorme backdrop met hun typische en kleurrijke illustraties kwamen in de ruime concertzaal nog beter tot hun recht. Echte kunstwerkjes, pareltjes zijn het, die beslist een groot stuk van het imago bepalen en bijdragen aan de mythe rond de groep. Er werd weer afgesloten met “Astronomy Domine” van Pink Floyd dat ook nu weer opgedragen werd aan hun overleden broeder Piggy die duidelijk nog niet vergeten is en voortleeft bij vele fans.
Muzikaal was hier weinig of niets op aan te merken, dit zijn oude rotten die hun vak kennen, de sterren van de hemel spelen en top zijn in wat ze doen. Dit verveelt nooit, see you next year!!

IMAAD WASIF (Bat Cave – 20:15-21:15)
De enkelingen die al na een 10-tal minuten van het optreden van Imaad Wasif de Bat Cave verlieten, hadden ongelijk. Je moet Imaad Wasif en Two Part Beast (zijn ritmesectie) wat tijd gunnen om op koerssnelheid te komen en de ietwat aarzelende, schichtige start door de vingers zien.
De afwisseling van bluesy folk, psychedelische rock en heavy stoner zorgde voor geen moment verveling en klonk als muziek in de oren. Imaad’s stem werd prachtig en verstaanbaar naar de voorgrond gemixt (wat zeldzaam was tijdens deze 4-daagse). Hierdoor kwamen integere songs zoals “Oceanic” en “Turn to you” nog meer tot hun recht. Het zomerse, van glamrock doorspekte “Redeemer” (denk aan T.Rex en vooral aan Marc Bolan) bracht een warme gloed in de zaal en de eerder bedeesde Wasif geraakte op dreef!
De tengere psych-rocker waagde zich zelfs aan een crowdsurf. Van schuchterheid of verlegenheid geen sprake meer! Krachtige versies van “Priestess” en “Razorlike” gaven het publiek enkele kopstoten van jewelste!
Hoogtepunt was ongetwijfeld het schitterende “Fangs” dat ingetogen startte maar daarna wah-wahgewijs uitmondde in een tsunami van loeiharde psychedelische stonerrock met een schreeuwerige Wasif. Terug een schitterend concert van Wasif en zijn beesten! De afwezigen hadden zeker ongelijk!

SHRINEBUILDER (Main Stage – 21:30-22:40)
Dat supergroepen niet altijd garant staan voor knappe optredens werd vanavond jammer genoeg nog eens bevestigd. Grootste spelbreker tijdens hun performance was de onevenwichtige totaalsound, een euvel dat hen tijdens het gehele optreden parten bleef spelen en maar moeilijk opgelost raakte.
We hoorden vooral het imposante en dito basgeluid van Al Cisneros (Om, Sleep) en de strakke en gevarieerde drumroffels van Dale Crover (The Melvins). Het gitaarspel en de vocalen van de tandem Scott Kelly (Neusosis) en Scott ‘Wino’ Weinrich (Saint Vitus, The Obsessed, the Hidden Hand, Spirit Caravan) kwamen weinig of niet door in de mix. Spijtig, want dit is essentieel om te kunnen genieten van deze stoner metal/doom of mantra’s/chants zoals we deze nummers ook durven te bestempelen.
De gehele gelijknamige Shrinebuilder-plaat passeerde de revue, met als sterkste momenten “Pyramid of the moon” en “Science of anger”. We ontwaarden ook de Creedence Clearwater Revival-cover “Effigy” en nieuwe nummers als “Nagas 1 & 2” en “We let the hell come” uit de mistige geluidsbrij.
De te hoge verwachtingen werden niet ingelost, een spijtige zaak en bijna onbegrijpelijk als je weet dat deze kerels een vaste geluidsman hebben. Dit was teleurstellend. Volgende keer beter?!

YAKUZA (Green Room – 22:15-23:15)
De avantgarde-metal van het uit Chicage afkomstige Yakuza was één van de minder bekende en a-typische acts op de affiche, maar daarom zeker niet minder interessant. De boeiende en inventieve cocktail van experimentele rock, free jazz, wereldmuziek, psychedelica, progressieve rock en (doom) metal was beklijvend en ongebruikelijk. De ongebruikelijke instrumenten als de tenor saxofoon en de klarinet, bespeeld door zanger/multi-instrumentalist, Bruce Lamont zorgden afwisselend voor een slepend en opzwepend geluid. Hierbij komen namen van jazzcats als Ken Vandermark, Hamid Drake en John Zorn in ons op, dit was beslist als compliment te bestempelen.
Het kwartet bracht vooral songs uit hun alombejubelde laatste studiowerk ‘Of seismic consequences’: we hoorden potige uitbarstingen als “Thinning the herd”, “Stones and bones”, “Be that as it may” en “Testing the waters”. Van voorganger en doorbraakplaat ‘Transmutations’ werd het prachtig opgebouwde en subtiele “Egocide” de Green Room ingeslingerd net als het overweldigende “Raus”.
Gitarist Matt McClelland, bassist Ivan Cruz en drummonster/percussionist Jim Staffel waren perfect op elkaar ingespeeld en zorgden voor een krachtige en atmosferische geluidsmuur. Het oudje “Chicago typewriter’ (uit ‘Way of the dead’) zorgde voor de finale genadeslag. We lagen knock-out in de touwen! Maar wat een verbluffend straf optreden was dit!

SWANS (Main Stage – 23:15-00:45)
Absolute headliner en publiekstrekker op de zaterdag was Swans. Voor wie Swans niet kent, een kleine introductie: Swans is een invloedrijke Amerikaanse noise/industrial/experimentele rockband, opgericht in ’82, in New York door singer/songwriter/multi-instrumentalist Michael Gira. Ze waren vooral befaamd om hun krankzinnig luide en intense optredens waarbij regelmatig aanwezigen brakend de zaal uitliepen. Hun sound was log, minimalistisch, beenhard en afgekloven. Naast Gira, waren vocaliste/songwriter Jarboe en gitarist Norman Westberg de enige vaste leden. Tussen ’82 en ’97 penden ze een aanzienlijke en uitgebreide discografie bijeen: elf studio-albums, zeven compilaties, elf EP’s en negen live-platen! Een gezond werkethos noemt men dat. Na de split in ’97 profileerde Gira zich vooral als solo-artiest en frontman van Angels of Light, een project met constant wisselende musici. Gedurende deze periode maakte hij eerder breekbare, akoestische en ingetogen muziek. Hij richtte tevens zijn eigen platenlabel op, Young God Records. Toch begon het weer te kriebelen en aldus werd vorig jaar Swans nieuw leven ingeblazen door Gira, ditmaal zonder Jarboe. Er volgde een felbejubeld comeback-album (hun eerste in 13 jaar!) met de veelzeggende en sombere titel ‘My father will guide me up to a rope to the sky’.
Een achttien maand durende wereldtournee is volop aan de gang. Ze begonnen hun set met een indringend uitgesponnen drone, aanzwellende loops en gehamer op staven waarbij langzaam aan één voor één de andere instrumenten bijkwamen. Zodra de bas en gitaar invielen herkenden we “No words/no thoughts”, tevens de opener van het laatste album. Een trage opbouw is typisch voor Swans en zou een hoofdkenmerk worden van de performance. Elke song kreeg de tijd om zich live te ontwikkelen tot ‘monsterversies’ van een kwartier tot zelfs twintig minuten, dit in tegenstelling tot de studio-versies die eerder kort en beknopt zijn. Door de lange improvisaties was het altijd merkbaar wanneer een track eindigde en een ander begon.
Uiteindelijk speelde Swans ruim twee uur, waarin ze slechts elf nummers ten gehore brachten. Van verveling was er echter geen sprake, kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit, zoveel was duidelijk!
Van de oorspronkelijke bezetting zijn alleen Gira en oudgediende Norman Westberg op post, aangevuld met de ‘nieuwe werkkrachten’ Chris Prevdica op bas, lapsteel-gitarist Christoph Hahn. Phil Puleo en Thor Harris (beide ex-Angels of Light) etaleerden hun kunsten niet alleen op drums maar stonden ook hun mannetje op keyboards, xylofoon en vibrafoon. Dit alles gaf een duidelijke meerwaarde aan het totaalgeluid, een streling voor oog en oor! Tijdens “Your property”, beukrock uit ’84, sloegen de decibels je om de oren. “Sex God Sex” uit meesterwerk ‘Children of God’ was minimalistisch en ondraaglijk intens, een aanslag op de trommelvliezen.
Het recente ‘Jim’ was een uitermate expressief, donker en cynisch eerbetoon aan de Australische industrial/noise-artiest Jim Thirwell, ook wel bekend onder de naam Foetus, een tijdsgenoot en vriend van Swans. De geslaagde medley “You know nothing/Beautiful child” was bitter en bijna gewelddadig. “I crawled”, een andere stokoude Swans-song was confronterend en brutaal. “My birth” en “Eden prison” dreven allebei op onontkoombare, uitgespaarde en tribale ritmes. We werden compleet murw geslagen.
We hoorden ook een nieuw instrumentaal nummer met de voorlopige werktitel “Avatar”. Een ander opvallend nieuwe song had de memorabele zinsnede “Lady Gaga, lady go go, lady get out!!”. Een weinig subtiele sneer naar de nieuwe pop prinses. Met het korte en bijna spirituele “Little mouth” trakteerden ze ons op een bisnummer en kwam er een einde aan een verbluffende en indrukwekkende show.
Gira was niet bepaald communicatief. Hij keek gefocust en schijnbaar boos naar zijn muzikanten, vooral bassist Chris Prevdica kreeg het zwaar te verduren. Hij zei amper een woord tegen het publiek (“Thanks boys and girls”), maar dankte hen wel voor de jarenlange trouw.
Een optreden van Swans anno 2011 is een twee uur durende uitputtingsslag gedirigeerd door de machtige bariton van Gira en waarbij alles draait om volume, repetitiviteit en intensiteit. Je voelt als het ware de muziek door je hele lijf, een soort van oerritueel. Swans behoort nog steeds tot de extreemste, luidste en radicaalste gezelschappen uit het hedendaagse muzieklandschap en dit werd vanavond nog eens goed in de verf gezet. Ze serveerden ons een indrukwekkend en niet te versmaden en vooral luide performance die nog lang zal nazinderen!! Welcome back Swans!! Schitterende afsluiter van de 3de dag Roadburn!!

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Roadburn, Nederland

Roadburn 2011 – dag 2 – Sunn O))) als curator

Roadburn 2011 – dag 2 – Sunn O))) als curator

Op dag 2 was SUNN O))) de curator en dit zou resulteren in een zéér afwisselende affiche met sommige a-typische performances naar Roadburn maatstaven. Roadburn, gekend als home of the riff.

KEIJI HAINO (Main Stage – 15:45-16:45)
Vrijdag startte met een bizarre performance van de Japanner Keiji Haino. Nadat hij tijdens de eerste 10 minuten van zijn set constant bezig was met zijn versterkers bij te regelen (perfectionisme heet dat) terwijl hij zijn gitaar martelde en ondertussen ook nog meerdere malen overschakelde van falset- naar basstem stonden héél veel mensen perplex naar elkaar te kijken met een gezicht van “WTF is going on on stage?!?”
De 60-jarige Japanner trok er zich geen reet van aan en schakelde na een groot kwartier over van gitaar naar zijn mengtafel met de allernieuwste elektronica om het publiek voor de tweede maal op het verkeerde been te zetten. Met drones en een elektronische theremin die hij door middel van bruuske en onverwachte bewegingen op hol liet slaan, spuwde Haino teringherrie, waar het publiek geen raad mee wist, de zaal in. Ondertussen krijste en brulde hij de meest bizarre geluiden in zijn vervormde mic. Experimentele noise zoals alleen inwoners van het land van de rijzende zon kunnen brengen (cfr. landgenoten Zeni Geva en Melt Banana).
Menig toeschouwer verliet na een 30-tal minuten totaal verward de zaal, niet wetende hoe om te gaan met deze performance. Wij lieten de ganse Japanse tsunami aan noise, experimentele rock, improvisatie, solo percussie, psychedelica, minimalistische drones en nog meer van dat soort fraais met de glimlach over ons heen gaan. Dit nog het meest door de imposante verschijning van de performer van dienst: zwarte lange cape, muisgrijs lang haar met een pony en een Karl Lagerfeld-zonnebril op zijn bleke snoet.
Een Japanse wijsheer met bizarre muzikale ideeën. Wij en de mannen van Sunn O))) vonden het schitterend! En U?

PLACE OF SKULLS (Midi Theater – 17:15-18:15)
Een band waar al van bij aanvang van de tweede dag véél gerucht rond gemaakt werd als een ‘must see’ was de eigen band van Pentagram’s gitarist Victor Griffin. Het was dan ook drummen aan het Midi Theater om nog een plaatsje te bemachtigen in een nokvolle zaal. En de hooggespannen verwachtingen werden ingelost! We kregen een uur les in “Hoe speel ik doommetal van de bovenste plank?”
Het publiek ging uit de bol en op het podium namen Griffin en co het roer stevig in handen en speelden alsof ze hun christelijk geloof moesten uitdragen als waren ze de apostelen in eigen persoon. Ja, inderdaad, Griffin bekeerde zich toen hij bij Pentagram vertrok tot het christendom en noemde zijn band als een Bijbelse referentie aan Golgotha (de berg waar Jezus enz.). Dat het dus eigenlijk om Christian doom ging, kon het publiek worst wezen. Het swingde als een tiet en dat was de hoofdzaak. Klasse optreden!

TRAP THEM (Green Room – 17:45-18:45)
Wie eens wat anders wou dan doom metal, sludge, black metal of psychedelica kon terecht in de Green Room bij de furieuze hardcore/grindcore/crustpunk van Trap Them. Ze combineerden het beste van Amerikaanse hardcore punk (denk aan Black Flag, Born Against en Tragedy) met Zweedse death metal/ crustpunk ( Dismember, Entombed en Disfear) en grindcore (Rotten Sound, Nasum, Pig Destroyer, Car Bomb). Hier was er weinig ruimte voor nuances, dit was pure ongebreidelde energie, full spead ahead met splinterbommen als “The facts”, “Damage prose”, “Fucking viva”, “Every walk a quarantaine” en “Digital days”. De getormenteerde oerschreeuw van frontman/brulboei Ryan Mc Kenney, de dissonante en verschroeiende ‘motorzaag’riffs van gitarist Brian Izzi in combinatie met de zware, zompige en logge baspartijen van Stephen La Cour en de opgefokte strakke d-beat drumroffels van Chris Maggio (ex-Coliseum) zorgden voor een confronterend, duister en rebels tafereel op het podium. De donkerste kanten van de ziel werden hier blootgelegd, exorsisme van de ziel als het ware. Beslist de moeite.

SABBATH ASSEMBLY (Midi Theater –18.45-19.45)
Sabbath Assembly speelde een interessante en relatief toegankelijke mix van psychedelische rock, acid rock, folk en progrock. De band rond de charismatische en bijzonder knappe verschijning Jessica Toth (zie ook Jex Thoth), had duidelijk zijn roots in de jaren zeventig met cultacts/proto-hardrock groepen als Coven, Black Widow, Captain Beyond, Curved Air, Pentagram en Blue Cheer. Ook meer recente gezelschappen als Witchcraft, Imaad Wassif, Burning Saviour en Ghost gelden als referenties.
Toch slaagden ze erin een eigen geluid neer te zetten met songs van hun debuutalbum ‘Restored to one’: “And the phoenix is reborn”, “Glory to the Gods is the highest”, “Judge of mankind”, “Hymn of consecration” en “We give our lives”. Centrale thema’s in hun nummers waren mythologie, religie en paganisme. De krachtige, emotionele strot van Jessica was een genot om te aanhoren, wat een stem en power! Maar ook de andere bandleden mogen niet onvermeld blijven: gitarist Andy zorgde voor trippy en spacy gitaarlijnen en bassist Dan en drummer Xtian vormden een solide en strakke ritmesectie. Organist/trombonespeler Steve zorgde voor de extra warme touch. Hier lustten we wel meer van!

WINTER (Main Stage – 19:00-20:00)
Het uit New York afkomstige Winter kwam speciaal op vraag van de mannen van Sunn O))) nog eens samen om hun kunsten aan het talrijk opgekomen publiek in de grote zaal te tonen. En dat ze het nog niet verleerd waren, bewees hun één uur durende heavy gebrom zoals alleen Winter dit kan brengen. Doom/deathmetal om duimen en vingers bij af te likken.
Al van bij opener “Oppression Freedom / Reprise” ging je lichaamsbeharing spontaan overeind staan. Een kolos van een instrumental! Direct erop volgden het uptempo “Servants of the Warsmen” en het loodzware “Goden”: twee klassiekers uit hun debuutalbum “Into Darkness” uit 1990. Zanger/bassist John Alman gromde als een roedel hitsige zwarte beren die juist niet bij een lekkere pot honing kunnen. Daarbij sloeg hij zijn vingers bijna aan diggelen aan de trillende bassnaren, waardoor een logge bulldozersound de zaal werd ingeblazen. Stephen Flam vlamde riffs uit zijn gitaar of was het een vlammenwerper? En Joe Gonclaves hanteerde zijn drumsticks op masochistische wijze, waardoor zijn drumkit (inclusief cimbalen) kreunde als een gammele boerenkar uit de 19de eeuw.
De cultband, die sinds 1994 niets meer uitbracht, won het publiek voor zich en liet het nooit meer los. Puike reünie was dit! Hopelijk hebben ze terug de smaak te pakken en pikken ze de draad die ze in 1994 lieten liggen terug weer op. Fingers crossed!
Een greep uit de setlist: Oppression Freedom / Reprise – Servants of the Warsmen – Goden – Eternal Frost – Into Darkness

EARTH (Midi Theater – 20.30-21.45)
Het gezellige en sfeervolle Midi Theater was afgeladen vol voor de godfathers van de drone doom, Earth. Deze band opgericht in ’89, in Seattle, door gitarist/bandleider Dylan Carlson is één van de pioniers van de drone doom, de experimentele variant van doom metal. Deze wordt gekenmerkt door (bijna) uitsluitend instrumentale, minimalistische, lange en repetitieve structuren. Het kwartet dat naast Carlson bestond uit drumster en tevens vrouw, Adrienne Davies en ‘nieuwe’ leden, Lori Goldstone op cello en bassiste Angelina Beldoz, brachten vooral songs uit hun recentste meesterwerk ‘Angels of light, demons of darkness 1’. We herkenden prachtige filmische en breekbare nummers als “Old glance”, “Father midnight” en afsluiter “Angels of light”. Van de vorige langspeler ‘The bees made honey in the lions skull’ herkenden we het fraai gearrangeerde en complexe titelnummer. Met “Ouroboros is broken” (uit ’91) en “Coda maestoso in F minor” (van ‘Pentastar’,’96) stonden ook enkele oude maar steengoede songs op de playlist. Dit was muziek om je ogen te sluiten en je te laten meedrijven op een kosmische trip. Spijtig genoeg werden we na een een klein uurtje terug op de aarde gekatapulteerd. Dit mocht voor velen beslist wat langer duren!

CORROSION OF CONFORMITY (Main Stage – 20:30-21:40)
De grote zaal liep tegen 20h30 goed vol om Corrosion of Conformity na een hiaat van 4 jaar terug eens live aan het werk te kunnen zien. Enige domper op de feestvreugde was de afwezigheid van boegbeeld en entertainer pur sang: Pepper Keenan. De geruchten gaan dat hij zich enkel nog concentreert op zijn andere band Down, anderzijds zou een split tussen C.O.C. en Keenan afgedaan worden als een fabeltje. Ligt de waarheid in het midden? Time will tell. Het was dus met de ‘Animosity’ set-up dat C.O.C. aantrad (als trio dus). De overige drie leden hielden zich kranig overeind en brachten een gebalde set van meerdere klassiekers. Bassist Mike Dean nam de leadvocals voor zijn rekening en gitarist Woody Weatherman speelde gitaar voor twee. Drummer Reed Mullin ging tekeer als een hongerige beul, die juist voor lunchtijd, vlug nog wat drumvellen en cimbalen te geselen had.
 Een rake vuistslag in het gezicht van het publiek dat dit wel kon smaken. Voor het overgrote deel werd er dus geput uit het ‘Animosity’ album uit 1985. Er werden ook enkele nummers gespeeld die op het nieuwe, nog uit te komen album zullen verschijnen en dit loonde de moeite. Nu maar hopen dat Keenan de juiste beslissingen neemt, want met deze laatste is C.O.C. toch net iets beter dan in de vorm waar we ze op Roadburn leerden kennen.

 (Main Stage – 22:10-23:40)
De té kleine grote zaal (geen contradictio in terminis) werd rond 22h00 ondergedompeld in een witte mist, waardoor menig toeschouwer letterlijk niet meer zag waar hij stond. Een nevel van mist die zelfs door de gangen tot aan de foyer liep (een nog grotere hoeveelheid dan wat The Sisters of Mercy tijdens hun optredens gebruiken). Na 10 minuten was het dan zover: curator SUNN O))) begon aan zijn 90 minuten durende set op een totaal verduisterd podium aan en dat zou 013 geweten hebben.
Van bij de start werden de oorverdovende drones met een volume 12 en een oerkracht (waar zelfs de zwaarste storm ooit bij verbleekte als een albino op bleekwater) op het menselijk lichaam losgelaten. Dit resulteerde in het door gevoelige kijkers (in dit geval aanhoorders) vroegtijdig verlaten van de zaal. Sommigen deden dit zelfs al na minder dan 5 minuten! We werden door de curator tot het uiterste gedreven op het gebied van wat nog verdraagzaam is voor een ‘normaal’ mens. Beenderen, ingewanden, hoofd, romp, ledematen stonden te trillen als een riet in een orkaan. Hamer en aambeeld werkten overuren in het oor, waarvan de trommelvliezen elk moment konden scheuren. Met andere woorden: onze DNA-structuur werd in chaos omgedoopt, elke vezel in ons lichaam stond op ‘red-alert’-fase en elke cel vroeg zich af waar dit heen moest.
Wij – masochisten als we zijn – bleven de volle set, in totale fysieke en psychische onderwerping aan dit staaltje van muzikale bovennatuurlijke SUNN O)))-kastijding, zoals alleen zij deze kunnen brengen.
Toen de mist gedeeltelijk wegtrok op het podium, zagen we een oude bekende staan: de Japanse grijsaard Haino stond voorin middenin een heksenkring van monitoren. Naast hem herkenden we de Hongaar Atilla Csihar, gehuld in donkere monnikenpij met kap diep over het hoofd getrokken. In de achtergrond nog drie schimmen in dezelfde outfit als Atilla (waarvan met grote zekerheid de corebandleden Stephen O’Malley en Greg Anderson, als twee van de drie). Achter dit alles een muur van versterkers die doet denken aan de optredens van Slayer. Het podium zou nooit klaarder worden en daardoor is en blijft het raden naar de mysterieuze 3de schim die achter de Moog stond. Wat volgde was een theatrale vertoning met een afwisselend gekrijs in de hoge regionen door Haino en de zware hypnotiserende basstem van Atilla.
Deze vocale wisselwerking werd ondersteund door de zware en slome drones, soundscapes die ondersteund werden door de extreem gedowntunede gitaren die à volonté resonantie en feedback uitspuwden. Dit alles was voor de toeschouwer adembenemender dan voor een astmapatiënt in helse ademnood. Een beenbrekend en gitzwart optreden dat gekenmerkt werd door experimentele doommetal met een lak aan beats of ritme: een optreden dat zijn gelijke niet kent!
Na een zinderende 60 minuten kwam deze aanhoudende aardbeving en aanval op alle zintuigen en lichaamsdelen tot een apotheose toen het publiek zonder een aanmaning vanop het podium massaal dezelfde gebalde vuist de lucht in stak als één van de curatoren op het podium: wat leidde tot een prachtig schouwspel! Een magisch kippenvelmoment!
Het laatste half uur ging dan nog crescendo en grapjas Greg Anderson vond het – na het achteroverslaan van een fles wijn - nog nodig om de wandelstok van Haino af te nemen en er niet alleen zijn gitaar maar ook de rug van Stephen O’Malley mee te slaan.
Een set die na anderhalf uur oorverdovend eindigde in een Apocalyps, zoals we ze volgens de Maya’s eind 2012 mogen verwachten. Magistraal, fenomenaal, enz.! Woorden schieten tekort bij dit zinnenprikkelende totaalspektakel. Zelden een dergelijk intrigerend, indringend en intens concert meegemaakt! De grote zaal in 013 bleef nog lange tijd nazinderen op zijn grondvesten. SUNN O))) kwam, zag en overwon! Heersers!

VOIVOD (Midi Theater – 23:45-01:00)
De compleet onnavolgbare sci-fi thrash metal van Voivod verdiende zeker een plaatsje op de affiche van dit festival. Het kwartet, opgericht in Quebec, Canada in ’82, bestaande uit zanger Denis Belanger (Snake), gitarist Daniel Mongrain (Chewy), drummer Michel Langevin (Away) en bassist Jean-Yves Thériault (Blacky) zijn met hun inventieve, grillige en avontuurlijke cocktail van thrash metal, speed metal, seventies prog rock en punk altijd al een buitenbeentje geweest en vanavond zetten ze dit nog eens extra in de verf met een bijzonder strak, enthousiast en memorabele performance (die op zaterdag een vervolg kreeg op het hoofdpodium).
Centrale onderwerpen in hun nummers zijn sciencefiction, postapocalyptische literatuur, maatschappijkritiek en oorlog. Nadruk lag vooral op hun jaren tachtig-werk die voor vele fans nog altijd als hun muzikaal sterkste periode gelden. Zodoende hoorden we oerknallers als “Ripping headaches” (van ‘Rrroooaaarrr’), “Ravenous medicine” en “Tornado” (beiden van ‘Killing technology’) en “Tribal convictions”, “Brain scan” en “The experiment” (van ‘Dimension hatröss’). Van hun strafste plaat ‘Nothingface’ passeerden schitterende, vol met sonische verrassingen zittende tracks als “The unknown knows”, “Missing sequences”. Tussendoor hoorden we recenter werk als “Forlorn” (‘Phobos’) die voor de eerste keer live gebracht werd en “Global warning” (van ‘Infini’). Ook kregen we de live première van een gloednieuwe song “Kaleidos”, die ook teruggrijpt naar hun jaren tachtig geluid zonder achterhaald te klinken. Dit belooft voor de toekomst. Hun strijdlied “Voivod” werd opgedragen aan de originele gitarist Denis D’amour (Piggy) die in ’05 overleed aan darmkanker en sinds enkele jaren adequaat vervangen wordt door Dan Mongrain (ook Cryptopsy, Gorguts en Martyr). Met het puntige en onberekenbare “Nothingface” en de formidabele onovertroffen Pink Floyd-cover, “Astronomy Dominé” besloten ze hun waanzinnig sterke gig. Deze mannen zetten een prachtprestatie neer waar veel hedendaagse (metal)bands nog veel kunnen van leren. Bewonderenswaardig en van absolute wereldklasse. Iedereen die zichzelf een breeddenkende metal- of rockliefhebber noemt, moet deze band eens gezien hebben of tenminste ontdekken. Je zult niet teleurgesteld worden!!

CASPAR BRÖTZMANN MASSAKER (Green Room – 00:00-01:30)
Na het nog nazinderende optreden van Sunn O))) was het reppen naar de Green Room om het uit thuisbasis Berlijn afkomstige Caspar Brötzmann Massaker aan het werk te zien. Toen we een plaatsje konden bemachtigen net voor het podium zagen we dat we in goed gezelschap vertoefden. De curatoren van Sunn O))) hadden vliegensvlug hun monikkenkap over de haag gegooid en post gevat aan de zijkant van het podium. Juist naast ons stond niemand minder dan Michael Gira van Swans! Caspar Brötzman Massaker dat furore maakte in het undergroundcircuit in de jaren negentig en sinds 2010 terug ‘alive and kicking’ is!
We konden Caspar (zoon van jazzlegende Peter Brötzmann) en co vorig jaar al in België aan het werk zien en waren toen zo overdonderd door het machtsvertoon van dit powertrio van rasmuzikanten, dat we voor geen geld van de wereld dit optreden wilden missen. En we kregen waar voor ons geld. De nochtans niet zo frisse Caspar (een halfuurtje voor het optreden lag hij nog in zijn hotelkamer uit te zieken) pijnigde rechtshandig de snaren van zijn linkshandige Stratocastor op een manier die deed denken aan wat legende Jimi Hendrix linkshandig op zijn rechtshandige gitaar deed. En hij deed dit met zoveel verve dat Michael Gira als het ware in extase geraakte en meermaals druk gesticulerend met de handen en met de regelmaat van een klok een luide “Yeah” uitbrengend, toonde hoezeer hij wel genoot van deze Berlijnse gitaarvirtuoos. Caspar zalfde eerst de snaren in de intiemere gedeeltes om ze dan meedogenloos te slaan in de andere luide van feedback en distortion doorspekte stukken. Loeiharde stukken, die schering en inslag waren naarmate het optreden vorderde. Gira (inclusief Cubaanse sigaar en witte cowboyhoed) ging volledig uit de bol, de rest van het publiek opjuttend en de Sunn O)))-ers aan de side stage headbangden alsof hun leven ervan af hing.
Een mooi spektakel dat voor kippenvel zorgde en ook de rest van het publiek aanzette om zich volledig over te geven aan de fantastische klanken die meester-tovenaar Caspar uit alle delen van zijn gitaar wist te puren. Geen moment kon je vermoeden dat hij doodziek op het podium stond. Maar laten we ook zijn twee bloedsbroeders en vrienden
Eduardo Delgado Lopez op bass en Danny Arnold Lommen (ex-Gore) op drums niet uit het oog verliezen.
Deze ritmesectie is er namelijk één met een opzwepende groove waar je onmogelijk stil bij kunt blijven staan. Twee vakmuzikanten en rasartisten, die samen met Caspar een stabiel powertrio vormen. Van bij opener “The Tribe” tot en met e
en weergaloze, krachtige versie van “Massaker” werd het publiek naar hogere regionen gevoerd om bij het bisnummer (een sublieme versie van “Tempelhof”) volledig uit het dak te gaan (inclusief de mannen van Sunn O))) en Michael Gira). “Tempelhof”: het hoogtepunt uit deze broeierige set.
Een set die eigenlijk op zichzelf al het hoogtepunt van de avond was! Caspar en zijn kompanen toonden nog maar eens waar ze toe in staat zijn, zelfs al is één deel van deze heilige Drievuldigheid ziek!
Ze lieten na een bezweet publiek achter in een zaal waar de temperatuur het kookpunt overschreden had. Gira kon zijn glimlach na het optreden niet onderdrukken. Een glimlach van gelukzaligheid op een meestal norse Gira: alleen de sterksten kunnen dit bewerkstelligen! Caspar Brötzmann Massaker uit Berlijn waren ongetwijfeld met grote voorsprong de winnaars van de dag. Indien je nog nooit van dit powertrio gehoord heb, moet je eens in hun muziekcatalogus duiken. Luister naar ‘
The Tribe’ (1987) ▪ ‘Black Axis’ (1989) ▪ ‘Der Abend der schwarzen Folklore’ (1992) ▪ ‘Koksofen’ (1993) ▪ ‘Home’ (1995) en je weet wat we bedoelen! Heersers in het kwadraat! We kunnen niet wachten tot we ze in België terug aan het werk kunnen zien! Een mooie afsluiter van een over de ganse lijn zéér geslaagde 2de dag Roadburn.
Setlist: 1. the Tribe 2. Huntersong 3.Böhmen 4. Kerkersong 5. Massaker. anchor: Tempelhof

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Roadburn, Nederland

Roadburn 2011 – dag 1

Roadburn 2011 – dag 1

Vooraf - Roadburn 2011 – Home off the riff – inleiding & achtergrond

We hadden vorige week het voorrecht en de eer om 4 opeenvolgende dagen deel uit te maken van een select publiek op het befaamde Roadburnfestival in het Nederlandse Tilburg. Het toonaangevende en wereldbefaamde undergroundfestival met heden een maximum capaciteit van een kleine 3000 toeschouwers, verdeeld over het 013-gebouw en het Midi Theater een eindje verderop, was terug in no time uitverkocht.
Het alternatief festival biedt elk jaar het beste uit de psychedelische, stoner, doom, sludge en avant-garde genre aan en trekt dan ook een wereldwijd publiek aan dat kosten nog moeite spaart om die 4 dagen in april aanwezig te zijn in de studentenstad. Een festival dat sinds de start bewust klein gehouden werd door de drijvende kracht en rots in de branding: de altijd sympathieke artistiek directeur en promotor Walter Hoeijmakers, bijgestaan door spitsbroeder Jurgen van den Brand (financieel en strategisch directeur, verantwoordelijke voor de audio recordings en merchandise) en spitszuster Yvonne MacClean (verantwoordelijke marketing en promotie) en niet te vergeten tientallen vrijwilligers die zich elke dag uit de naad werkten om alles in goede banen te leiden en te houden.
Een door de jaren heen goed geoliede machine met een menselijk gezicht. Samen maken ze van dit festival een droom voor elke alternatieve muziekliefhebber en voor elke band die er komt spelen. Tijdens de vier dagen zie je dan ook niets anders dan blije en lachende gezichten bij zowel crew, bandleden als bezoekers die rustig met elkaar keuvelend de gezellige sfeer van dit festival in ere houden.
Een festival dat in zijn genre zijn gelijke niet kent en aldus op handen wordt gedragen in het wereldwijde alternatieve circuit. We ontmoetten er een bont allegaartje wereldburgers (van Japanners tot Canadezen, van Zuid-Amerikanen tot Noord-Europeanen, van Australiërs tot Noord-Amerikanen, van Zuid-Europeanen tot Oost-Europeanen) die verbroederden alsof ze elkaar al jaren kenden.

Roadburn dat kleinschalig startte in 1999 en in bvb. 2001 slechts een line-up had van 3 groepen, zijnde Masters of Reality, Terra Firma en Atomic Bitchwax. Het festival verhuisde ook enkele jaren (editie 2003 en 2004) naar de Effenaar in Eindhoven om vanaf 2005 de 013 in Tilburg als vaste thuis- en uitvalbasis te behouden.
Een 013 met een grote zaal om U tegen te zeggen (capaciteit van 2200 toeschouwers en een accoustiek om van te likkebaarden) en twee kleinere zalen (Kleine Zaal met een capaciteit van 350 toeschouwers en de Stage 01 met een capaciteit van 150 toeschouwers). Daar in 2009 de hype nog groter werd, zocht men naar een bijkomende locatie: zaal V39. Deze locatie werd vorig jaar en dit jaar vervangen door het mooie Midi Theater dat zich op een vijftal minuten wandelafstand van het 013-gebouw bevindt. Deze laatste zaal biedt nog eens onderdak aan een 400-tal toeschouwers. Dat het tegenwoordig over een zéér gegeerd festival gaat, bewijst de snelheid waarmee het de laatste 3 edities de uitverkocht-status verkreeg: in 2009 was het in 45’ uitverkocht, vorig jaar in 30’ en dit jaar in een recordtijd van maar liefst 17’.

De vorige editie bleek niet vrij van pech want juist in de periode dat het festival doorging, besliste een IJslandse vulkaan met de alternatief klinkende naam Eyjajallajokul om een beetje lava in de lucht en roet in het eten van Roadburn te komen strooien door met een gigantische stofwolk het Europese luchtruim volledig te laten ontruimen waardoor menige band noodgedwongen hun kat stuurde. Maar in deze barre omstandigheden ziet men hoe sterk dit festival wel in zijn schoenen staat (niet in het minst door de bands zelf, die niets liever willen dan deel uit te maken van dit unieke feest). Het waren dan ook bands die spontaan aan de organisatoren aanboden om een dubbele set te spelen om zo de leemtes op te vullen. Ook andere bands sprongen in de bres. Met andere woorden: het festival werd uit zijn lijden gered en organisator Walter werd uit de brand geholpen door niemand minder dan de bands zelf. Dit typeert het karakter van dit festival: iedereen helpt in noodtoestanden.
Uniek in de muziek’business’, maar zo herkenbaar in het alternatieve circuit. Crew, publiek en bands: één hechte clan die voor elkaar indien de nood het hoogst is de kastanjes uit het vuur haalt. Prachtig!

Hier nog een greep uit de legendarische undergroundbands die tussen 1999 en vorig jaar het podium van Roadburn bezetten: Fu Manchu, Monster Magnet, High on Fire, Hawkwind, Neurosis, Om, Black Cobra, Blue Cheer, Melvins, Big Business, Isis, Trouble, Enslaved, Down, The Young Gods, Zeni Geva, AmenRa, Saviours, Cathedral, Saint Vitus, Colour Haze, White Hills, Baroness, Motorpsycho, Orange Goblin, Yob, Brant Bjork & the Bros, Sons of Otis, Garcia plays Kyuss, Enslaved, Shining, Karma To Burn, Totimoshi, Fatso Jetson, Jarboe, … en zo kunnen we nog enkele minuten doorgaan.

Dat de wisselwerking tussen de organisatoren en bands uniek in de wereld is, bewijst ook de invoering van een curator sinds de editie van 2009. De definitie van deze curator is dat de band een groot deel van de line-up zelf mag invullen met bands naar eigen voorkeur om deze voor te stellen aan het open-minded festivalpubliek. In 2009 viel Neurosis deze eer te beurt, vorig jaar was Triptykon de gelukkige en voor deze editie was het de beurt aan niemand minder dan het aardverschuivende, de naald op de Schaal van Richter in het rood brengende Sunn O))) dat ons mocht verblijden met hun persoonlijk gesmaakte bands. In de editie 2011 jammergenoeg twee bands die cancelden: Yob en Buzzo-ven. Maar niet getreurd en genoeg qua inleiding en achtergrond: op naar de huidige editie met een beknopt verslag van de 4 dagen van musical mayhem.

Roadburn 2011 – dag 1

THE KILIMANJARO DARKJAZZ ENSEMBLE (Midi Theater – 15:45-17:00)
Al vanaf de start van de eerste dag werden we verrast door TKDE, een Europees septet van één voor één klassiek geschoolde rasmuzikanten. Een mengeling van klassieke instrumenten (piano – Charlotte Cegarra / cello – Nina Hitz / viool – Sadie Anderson), hedendaagse instrumenten (dubbele bas – Jason Köhnen / gitaar – Eelco Bosman / trombone – Hilary Jeffery) en hypermoderne digitale breakbeats (synthesiser, electronica – Gideon Kiers) creeërden een te smaken symbiose tussen analoge en digitale klanken. Deze muteerden in prachtige soundscapes die TKDE in het verleden al meerdere malen gebruikte als soundtrack bij silent movies (Nosferatu, etc.). Voeg daar nog eens de zoetgevooisde hemelse stem van zangeres Charlotte Cegarra (denk aan de stem van Beth Gibbons van Portishead) en je krijgt het éne na het andere pareltje in de oren gefluisterd. Geen bruut geweld, maar een rustige klassieke jazzy opbouw van nummers die op zijn luidst zijn wanneer de breakbeats en samples uit hun voegen barsten. Uitsmijter “Pearls for Swine” is een perfect voorbeeld van hun aanpak: een pareltje voor de zwijnen van Roadburn. TKDE was al het eerste buitenbeentje en het festival was nog maar net gestart.
Setlist: [1] Coas Calmo – [2] Lobby – [3] Avian Lung – [4] The Nothing Changes – [5] Mephistopheles – [6] Pearls for The Swine

YEAR OF NO LIGHT (Green Room – 16:15-17:15)
Het Franse postmetalgezelschap Year of no Light had de eer om de Green Room te openen met een knal.  Dat deden ze met een compleet instrumentale set waarbij vooral het materiaal uit hun laatste, goed ontvangen langspeler ‘Ausserwelt’ de hoofdmoot vormde.  De explosieve kracht van postrock werd op ingenieuze wijze gemengd met elektronica, ambient en noise zoals genregenoten als oa. Pelican, Red Sparowes, Isis en Cult of Luna dat ook doen.  Toch was er sprake van een eigen gezicht door de interessante spanningsbogen en onverwachte wendingen en invalshoeken.  We herkenden het sombere en meeslepende tweeluik “Perséphone”, het nihilistische en beenharde “Hiérophante” en afsluiter “Abesse”, die voorzien was van een flinke portie distortion en feedback. Dit was één langgerekte epische en intrigerende trip van drie kwartier waarbij we voor de eerste maal goed wakker geschud werden.  De perfecte teaser voor wat ons nog te wachten stond.

ACID KING (Main Stage – 17:20-18:20)
Het was tijd voor het Amerikaanse powertrio ACID KING (genoemd naar de nickname van de satanische moordenaar Ricky Kasso) om het hoofdpodium onveilig te maken met hun typische en loodzware stoner/doommetal. Met de snelheid van pandabeer na het eten van een overdosis bamboe (denk aan Crowbar), blies de uit San Francisco afkomstige band met windkracht 12 aan de lopende band songs in de oren van het talrijk opgekomen publiek. Daar het hoofdpodium van de 013 nogal wat oppervlakte in beslag neemt, besloot het drietal zichzelf en hun versterkers centraal te positioneren om hun gebalde songs nog wat meer kracht bij te zetten. Frontvrouw Lori S. ratelde de powerriffs aan elkaar, terwijl de ritmesectie Mark Lamb (bas) en Joey Osbourne (drums) als een bulldozer met hun logge ondersteunende sound de eerste rijen in het publiek platwalste. Hoogtepunt van de set was een magistrale versie van “Busse Woods” uit hun gelijknamige album uit 1999. Een uppercut in het gezicht. Over en (knock)out!
Een greep uit de setlist: Electric Machine – Silent Circle – Sunshine and Sorrow – 2 Wheel Nation – Busse Woods

NAAM (Bat Cave – 18:45-19:45)
In de Bat Cave trakteerde het uit Brooklyn NY afkomstige NAAM ons op een één uur durende psychedelische spacetrip. Met hun heavy psych-rock hypnotiseerden ze het publiek zodanig dat het dacht in een hallucinerende scène van cultfilm Easy Rider te zijn beland. Een muzikale mengeling van MC5, Stooges, Loop, Can en Hawkwind stuurde ons één uur de Bat Cave uit en het universum in. De zoemende, wat nasale stem van zanger Ryan Lugger (die via zijn gitaar repetitieve, diep indringende en gigantisch vervormde riffs op het publiek losliet) werd perfect ondersteund door de strakke drumslagen van Eli Pizotto en de waaiende heavy basdreunen van John Bundy. Er hing voortdurend electriciteit in de lucht met een highvoltage gehalte in een té kleine Bat Cave. Hoogtepunt was ongetwijfeld een sublieme versie van “Kingdom” uit hun gelijknamige debuutalbum. De sound zat ook perfect dankzij de gouden handen van de uit Berlijn afkomstige sound engineer Steffen Roedel (in het milieu beter bekend onder de nickname Banana en vaste sound engineer voor Brant Bjork & the Bros). NAAM leverde een puike prestatie die zowel metalheads als stonerfans kon bekoren. Gaaf zoals ze in Nederland zeggen.

WOVENHAND (Main Stage – 20:10-21:25)
Wovenhand was op het eerste zicht misschien een ‘vreemde eend in de bijt’ tussen al het zware doom/sludge/stoner en blackmetal geweld, maar ze bewezen hun plek meer dan waard te zijn op Roadburn.  Frontman David Eugene Edwards (ex Sixteen Horsepower) werd live bijgestaan door een hardmeppende drummer en virtuoze keyboardspeler/organist. Ze gaven een stevig rockende set ten beste met gepassioneerde, venijnige en grandioze nummers  als “Elktooth”, “Tin finger”, “Sinking hands” en “Your Russia”. Hun show hield het midden tussen een bijna spirituele, religieuze ervaring en iets bezetens, hypnotiserend.  Het broeide constant, de spanning was voelbaar.  Edwards was een soort volksmenner die zijn publiek opjutte en uit was op reactie.  Daar slaagde hij ook in. De aanwezigen waren onder de indruk van het gebodene.  Enig minpunt was dat ze het na amper 40 minuten al voor bekeken hielden, terwijl ze een uur speeltijd toebedeeld kregen. Toch mogen we niet klagen, dit was een puike en (onverwachte) heavy performance van deze ‘broeders’.

BLOOD FARMERS (Green Room – 19:15-20:15)
Cultband Blood Farmers uit New York  deden tijdens hun korte Europese tournee ook Roadburn aan.  Dit trio bracht in ’95 een titelloos album uit op hét doom label van de jaren negentig, Hellhound met acts als The Obsessed, Iron Man, internal Void. De band is fan van twee genres: doom metal en horrorfilms (hun naam is ontleend aan een seventies horrorprent).  Dus combineren ze Black Sabbath, Pentagram en Saint Vitus met obscure samples en filmmateriaal. Ook live serveerden zanger/bassist Eli Brown, gitarist Dave Depraved (what’s in a name?!) en drummer Tad Leger ons uiterst genietbare midtempo doom/stonermetal met een vleugje horror en occultisme.  Songitels als “Orgy of the rats”, “Twisted brain”, “I drink your blood” en “The graveyard song” waren daar duidelijke bewijzen van.  Dit was doom waarbij we bijna happy van werden en die een glimlach op ons gezicht toverde.  Aangename ontdekking.

PENTAGRAM (Main Stage – 20:10-21:25)
Het was tijd voor de grondleggers van de doom: het in 1971(!) opgerichte PENTAGRAM! Terwijl hun tijdsgeestgenoten BLACK SABBATH wereldbekend werden, bleef deze ondergewaardeerde groep altijd een beetje in de schaduw hangen. Onterecht, PENTAGRAM was toen blijkbaar niet de juiste groep op de juiste plaats op het juiste moment… geluk is niet voor iedereen weggelegd in deze wrede wereld
L… misschien lag het wel aan de psychische problemen van de ondertussen 57-jarige zanger Bobby Liebling die hierdoor zwaar in de drugs dook, waardoor de release van hun eerste album op zich liet wachten tot 1985 (dat kan tellen natuurlijk!).
Een onbetrouwbare zanger geeft soms tegenvallende concerten als resultaat of zelfs concerten die moeten afgezegd worden wegens het niet komen opdagen van Liebling. Door de jaren heen met veel ups maar vooral veel downs staat Bobby nog altijd op de planken terwijl iedereen vroeg af laat dacht dat een overlijdensbericht het enige laatste bericht zou zijn dat we van Bobby Liebling zouden ter ore komen. Het was echter een geschenk uit de hemel dat juist op tijd nederdaalde om Bobby letterlijk uit de goot te komen halen: zijn meer dan 30 jaar jongere vrouw Hallie (geboren in 1986!) . Sindsdien gaat het toch iets beter met Bobby, die met vrouw als steun en toeverlaat tracht overeind te blijven. Dat Bobby slechts een schim is van wat hij ooit was, konden we al merken in de vooravond bij een korte meet & greet aan de backstage van het festival. Hij is een tenger oud mannetje geworden dat zich moeizaam rechthoudt in deze barre tijden.
En dat was ook te merken tijdens het toch meer dan schitterend optreden. Vanaf de eerste noten bij opener “Day of Reckoning” zit het snor: excellent geluid dankzij een voortreffelijke PA, gitarist Victor Griffin (die ook op vrijdag geprogrammeerd staat met zijn eigen band Place of Skulls) in topvorm. De ritmesectie van de dag (varieert met het tempo van de gemoedstoestanden van Bobby) mag er ook zijn. Wat volgt zijn schitterende versies van het oudere werk (“Relentless”, “Evil Seed”, etc.) die probleemloos worden afgewisseld met het nieuwste werk uit het recent uitgebrachte album ‘Last Rites’ (“Into The Ground”, “Call The Man” en “Nothing Left”).
Het was echter zielig om te zien hoe Bobby zich krampachtig op zijn hoge hakken moest vasthouden aan de meer charismatische gitarist. Griffin stal dan ook meer de show, terwijl de schuifelvoetende en niet goed bij stem zijnde Liebling bij menigeen op de lachspieren werkte. Jammer wat overmatig drugsgebruik bij een mens kan doen. (laten we maar geen vergelijking maken met de frontman van Black Sabbath, die er vandaag nog erger aan toe is). Gelukkig stoorde dit niet echt veel in het voor de rest voortreffelijke optreden van deze culthelden!
Doom on, Pentagram!
Setlist: [1] Day of Reckoning – [2] Forever My Queen – [3] The Ghoul – [4] Into The Ground – [5] The Deist – [6] Evil Seed – [7] Call The Man – [8] Relentless – [9] Nothing Left – [10] All Your Sins / Encores: [11] 20 Buck Spin – [12] Sign of The Wolf – [13] When The Screams Come

TODAY IS THE DAY (Green Room – 20:45-21:45)
Today is the Day uit Nashville, Tennessee geldt al jarenlang als één van de meest intense, muzikaal getalenteerste, invloedrijkste en meest vernieuwende acts binnen de metalcommunity en extreme muziek. Hun geëxperimenteer met geluid en stijl gaande van filmsamples, akoestische instrumenten tot synthesizers/electronica, metal, progressieve rock, grindcore, hardcore en deathmetal is als vrij uniek en excentriek te bestempelen. En ook live richtten zanger/brulboei/gitarist Steve Austin en zijn kompanen Ryan Jones (bas) en drummonster Curran Reynolds een waar slagveld aan. Wat een intensiteit, drive en passie. Hier werd flink tekeer gaan zonder het muzikale aspect uit het oog te verliezen, puur vakmanschap. Wie grensverleggende en eigenwijze muziek hoog in het vaandel draagt en weet te waarderen was hier op zijn plaats.
Spijtig genoeg was het na veertig minuutjes afgelopen, maar met dit soort agressieve en emotionele muziek kunnen we dat begrijpen. Toch kunnen we besluiten dat dit een memorabel en bijzonder straf optreden was en ongetwijfeld één van de absolute hoogtepunten van de eerste festivaldag en misschien van het hele festival. See you back next year!

GODFLESH (Main Stage – 21:55-23:25)
Afsluiter van de eerste avond waren industrial-pioniers Godflesh. Het duo bestaande uit zanger/gitarist en tevens drumprogrammeur Justin K. Broadrick en bassist G Christian Green werd opgericht in Birmingham in ’88 en worden gezien als één van de grondleggers van de industrial metal. Ze stonden voor een uniek mix van drumcomputers en slepende krachtige soms haast dissonante gitaarklanken.  Later in hun carrière maakten ze gebruik van ‘echte’ drummers, zoals Brian “Brain” Mantia (Primus, Guns ‘n’ Roses) en Ted Parsons (oa. Prong, Swans, Jesu) en werden er elektronische, drum ‘n’ bass en dubinvloeden in hun totaalgeluid gemixt. Na veertien jaar en zes platen gaven ze er in 2002 de brui aan.
Tot ze vorig jaar acte de présence gaven op Hellfest in Frankrijk en Supersonic in het Verenigd Koninkrijk.  Op verzoek van de Roadburn-organisatie werd een integrale versie van de industrial blauwdruk “Streetcleaner” (’89) aangevuld met de ‘Tiny Tears’-ep. Dus van het loodzware, krachtige en zwaarmoedige ‘Like rats’ tot het hypnotiserende en bezwerende ‘Junction’. De haast anarchistische en logge gitaarriffs van Justin in combinatie met de lome, korzelige baspartijen van Christian en de rammende, sobere drumbeats gaven ons een uppercut van jewelste. Het dodelijke gegrom en de teksten die bulken van onvrede en verontwaardiging mistten nu ook hun effect en velen onder ons waanden zich terug in ’89 toen ze voor het eerst deze splinterbom hoorden.  Ook de gitzwarte en apocalyptische backdropbeelden droegen bij tot de sfeer. Dit was een indrukwekkend en niet te versmaden oerritueel.

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: Roadburn, Nederland

Karma Hotel 2011: Muzikale zeebries van Pop en Dance

Voor de vierde keer konden we terecht in het Kursaal van Oostende voor een rijk gevulde en gevarieerde affiche van Karma Hotel. En geen stofwolk zoals vorig jaar kon de line-up door elkaar schudden …
Net als de voorbijgaande jaren is het aanbod erg gevarieerd, zo was er live muziek van zowel aanstormend talent als de al gevestigde waarden.
Ook stonden er heel wat DJ’s geprogrammeerd die heel wat verschillende muziekstijlen combineerden van electro, dubstep, drum&bass, pop, rock, reggae, hiphop, house, …
Kortom, hier viel veel te ontdekken…

De Bruggelingen Jason Dousselaere en Dijf Sanders die met “Miami” een supercatchy popsong uit hun mouw schudden, werden al vrij snel door StuBru opgepikt zodat Teddiedrum uitgroeide tot één van de hotste bands van het voorjaar. De heren die we nog kennen van The Violent Husbands gooien het nu over een totaal andere boeg. Waar ze vroeger meer een pop/rock groepje genoemd werden die het ook wel aandurfde om Nederlandstalige nummers te brengen, kiezen ze er nu voor dansbaarder materiaal te maken.
Een goed voorbeeld is hun single “Miami” dat zeer vrolijk en zomers klinkt. Hun set openden ze door een lange intro waarbij lustig met lasers gespeeld werd; ook viel hun drum met teddyberen onmiddellijk op. Gedurende heel hun optreden slaagden ze er in om met vrolijke popsongs de mensen te boeien en lieten ze zien dat ze heel wat in hun mars hadden. Teddiedrum houden we in het oog!

Voor de Aalsterse jongelui van Intergalactic Lovers gaat het tegenwoordig erg hard, nadat ze vorig jaar het Oost-Vlaams Rockconcours en De Beloften op hun naam schreven, namen ze ruim de tijd om een eerste album op te nemen. Uit dat album, ‘Greetings & Salutations’ stootte hun eerste single “Delay” meteen door naar de top van StuBru’s Afrekening. Voor hun optreden op Karma Hotel konden ze niet anders dan materiaal uit hun debuutalbum brengen. Ondanks het vroege uur en de niet altijd even goed gekende nieuwe nummers, konden ze toch al op aardig wat belangstelling rekenen.
De ietwat verlegen zangeres Lara Chedraoui boeide de menigte met haar warme, verleidelijke, scherpe stem waarbij het af en toe heerlijk wegdromen was. Een betoverende stem trouwens.
Hun erg sterk optreden sloten ze af met hun vorige single “Fade Away”, die net zoals hun huidige single “Delay” op het meeste gejuich kon rekenen.
Intergalactic Lovers is een steengoede band met erg goed op elkaar ingespeelde muzikanten; de zangeres staat nog iets of wat onwennig op het podium, maar ze heeft een meer dan fantastische stem, die haar ver zal brengen.

Niet veel bands met gitaren op Karma Hotel. Maar A Brand bracht het rockgehalte naar een hoger niveau. Netjes naast elkaar, in wit maatpak, met de drummer in het midden, stonden ze opgesteld. Melodieus strak, snedig, ruig en fris  gitaarwerk met elektronica en swingende drums zorgden voor spektakel. De leuke choreografie en danspasjes namen we er tijdens de gig graag bij. A Brand profileert zich meer en meer als een ‘best of’ met een handvol herkenbare songs. Hun grote hits zoals “ Time”, “Beauty booty killerqueen”, “Hammerhead”, “Riding your ghost” en het recente “The mud” ontbraken niet. Ze werden sterk onthaald; Handjes gingen in de lucht en refreinen werden moeiteloos meegezongen. Duidelijk was wel dat het nieuwe materiaal van ‘Future You’ minder aanstekelijk is en raakt, bijgevolg bleek het voor de volle zaal lichtjes onbekend. Handig was de vondst om een mix van “Yeah yeah yeah” en “Daft punk is playing in my house”  van LCD soundsystem tussenin te spelen.

Na het reggae feestje van Clinton Fearon  & Boogie Brown Band was het de beurt aan
Foreign Beggars
in de pittoreske Delvaux zaal. Met een DJ die dubstep draaide en de 2 MC’s zat de sfeer er al snel  in. De MC’s palmden hun publiek in door de opzwepende raps. Naast het eigen werk van o.m “Contact” werd de dubstep-hit van Chase and Status “Eastern Jam” en andere herkenbare tunes mooi in elkaar gemixt. Naar het einde toe klonken ze nog krachtiger en steviger en integreerden ze metaltunes en dubstep bassen om het publiek volledig in vervoering te brengen.

Dat The Subs de voorbije jaren uitgegroeid zijn tot één van de populairste Belgische live dance-acts werd vorig jaar nog maar eens duidelijk toen ze samen met de Partyharders de monsterhit “The Pope Of Dope” scoorden. Na het succes van debuutplaat ‘Subculture’ werkte het Gents trio aan een tweede plaat ‘Decontrol’ waarvan de eerste single “Face Of The Planet” meteen tot hotshot gebombardeerd werd op StuBru.
Na hun try-out in de Kreun en hun eerste grote concert in de AB, waren we uitermate benieuwd hoe ze hun nieuwe live show met nummers uit de recente plaat ten berde zouden brengen.
De Gentenaren kwamen op met een soort monnikscape over het hoofd. De kappen verdwenen echter zeer snel en dan merkten we op dat frontman Jeroen De Pessemier het driehoekige band logo in zwarte tape op zijn buik gekleefd had.
The Subs slaagden er wonderwel in om zeer goed te doseren en hun pompende beats steeds op te bouwen, dan stil te laten vallen om dan opnieuw alles uit de kast te halen. Op de eerste tonen van “Bang Bang Bang” klauterde Jeroen langs de lichtbrug naar boven om van daaruit het publiek aan te porren om luidkeels mee te brullen. De sfeer zat er toen volledig in en zette al enkele mensen aan tot het crowdsurfen. Tijdens “Fuck That Shit” dook frontman/entertainer Jeroen De Pessemier het publiek in om dan, op handen gedragen, het nummer af te werken. Met “The Pope Of Dope” als bisnummer kwam er een einde aan een meer dan vet feestje dat liet zien dat The Subs er terug klaar voor zijn!

Ook de 2MC’s en de DJ van
Buraka Som Sistema
gaven nog wat kleur aan het dance concept. Hun losgeslagen mix van reggae, dancehall, ragga, electro, drum’n’bass, house, trance, Brasil en Cariben klonk in de beperkte bezetting bijna even aanstekelijk, broeierig en opwindend als op Pukkelpop, twee jaar terug. In deze bezetting verzorgden ze ook nog een fijn Pias-nites feestje. Vanavond zetten ze het dansfeest verder na The Subs op de Mainstage. Het prachtig zangerig Portugees, de rapsalvo’s en het harde, pompende ritme, de beats en de onverwachtse wendingen werkten in op de dansspieren . Hun ‘kuduro’ stijl was geslaagd om het jonge volkje voor zich te winnen …

The Others
, een dj-duo mocht de échte dubstep liefhebber plezieren en gaf er zware basstunes op … de ideale overgang naar Netsky …

De nieuwe modetrend/hype van het afgelopen jaar is/was dubstep en drum&bass, met in de hoofdrol onze eigen Belgische Netsky. Deze jonge drum&bass producer en DJ bracht vorig jaar zijn eerste album uit waaruit single “Moving With You” regelrecht naar de top van menig hitparades stormde. Netsky joeg met zijn vette beats en groovie sound de temperatuur fors de hoogte in. Ook showde hij zijn draaikunsten en vermaakte hij de zaal met zijn unieke frisse sound, op een mengelmoes van drum&bass, dubstep en ‘liquid’ funk; hij zorgde ervoor dat heel de zaal loos kon gaan.

Netsky knipte het lint door om de afterparty nog meer gestalte te geven …

Neem gerust een kijkje naar de pics

Organisatie: VZW de Zwerver, Leffinge + Jong Oostende

Domino 2011 - José González - Domino met behulp van Zweedse strijkkunst netjes opgeborgen

Geschreven door

Domino 2011 - José González - Domino met behulp van Zweedse strijkkunst netjes opgeborgen
Domino 2011 - José González & The Göteborg String Theory

In februari van dit jaar bleven onze muziekgevoelige oren noodgedwongen verstoken van een gepland concert van het Zweedse Junip in De Kreun, Kortrijk. Deze groep bestaande uit het trio Tobias Winterkorn (keyboards), Elias Araya (drums) en José González (zang en gitaar) diende namelijk verstek te laten gaan voor haar Europese tour ingevolge oververmoeidheid bij González.

Gelukkig hebben de curatieve maatregelen hun uitwerking niet gemist en de reeks afgelastingen impliceerde geen afstel doch louter uitstel want intussen werd voor ons land Junip aan de affiche van het komende Brugse Cactusfestival toegevoegd en ook de AB liet zich niet onbetuigd want zij besloten om – de présence van de Japanse noisegod Merzbow in de Club eventjes buiten beschouwing gelaten - José González als afsluiter van de 15de en tevens allerlaatste editie van het Domino festival te laten fungeren. Als kers op de taart zou hij daarbij bijgestaan worden door het ensemble The Göteborg String Theory.

Om de avond passend in te leiden, werd het publiek afgelopen dinsdag getrakteerd op de vertoning van ‘The Extraordinary Life Of José González’, een mooie documentaire in een regie van Mikel Cee Karlsson en Frederik Egerstrand die gebruik makend van videodagboeken, animaties en studio-, thuis- en concertopnames een inkijk biedt in het leven, werk en denken van de mens/artiest González. Treffend was te zien hoe groot en confronterend het contrast is tussen de extase en drukte van optredens tegenover het veelal  eenzame bestaan van een muzikant die twijfelend en vol verwondering op zoek blijft gaan naar de nodige creativiteit.

Ook eenzaam en alleen maar dan op de planken van de AB, verscheen daarna Little Scream of het alter ego van de Canadese zangeres en liedjesschrijfster Laurel Sprengelmeyer. Met een zopas uitgebracht eerste album genaamd ‘The Golden Record’ op haar actief en een gitaar onder de arm bracht ze een korte set die slingerde tussen nerveuze en uitbundige rock (“Cannon”) en intieme luisterliedjes (het folkgetinte “The Heron And The Fox”). Daarbij bleek de muziek van Sprengelmeyer thuis te horen in het lijstje vrouwelijke artiesten als daar zijn Lisa Germano, Joan Wasser, Leslie Feist, St. Vincent en PJ Harvey.
Tijdens de opnames van de plaat kon Sprengelmeyer rekenen op de medewerking van leden van onder meer Thee Silver Mount Zion, Stars, Arcade Fire alsook van The National en in de AB misten we vooral tijdens de zachtere nummers deze omkadering. Tevens ging de vaart er geregeld uit doordat er ter plaatse heel wat gegoocheld en geknutseld (en soms ook gestunteld) werd bij het vinden van de juiste akkoorden, het toevoegen van vocale effecten en het in de maat ritmisch voetstampen.
Veel werd dan weer goedgemaakt door het ontwapende die uitging van de attitude van Sprengelmeyer én van het feit dat zij bleek te beschikken over heel wat zelfrelativerende humor. Zo stelde ze haar metgezel Casio SK1, een polyfonische synthesizer die één luttele sample in het geheugen kan opslaan en die in het jargon ook wel eens als de ‘arme man sampler’ door het leven gaat, voor als ‘the smallest band of the World’. Het al talrijk aanwezige publiek dat duidelijk het zachtgevooisde van de muziek van González doortrok in haar respons kon dit alles wel appreciëren en trakteerde (het optreden van) Little Scream op een uitbundig en ondersteunend applaus.

Een omgekeerde beweging qua podiumbezetting maakte José González. De in Zweden geboren zanger met Argentijnse ouders heeft van eenvoud en soberheid zijn handelsmerk gemaakt. Meer dan een akoestische gitaar, zachte vocalen en sporadisch wat geringe percussie heeft hij niet nodig om zijn nummers te laten schitteren. Getuige zijn albums ‘Veneer’ (2003) en ‘In Our Nature’ (2007), de aanwezigheid op talrijke compilaties, alsook het succes dat hij – mede door een Sony reclamefilmpje - boekte met een totaal uitgeklede akoestische versie van “Heartbeats”, oorspronkelijk uitgebracht door zijn landgenoten The Knife.

Momenteel laat González het solowerk even voor wat het is en doet enkele Europese zalen aan waarbij hij zich laat omringen en begeleiden door The Göteborg String Theory. Dit twintigkoppige ensemble wordt hoofdzakelijk gevormd door muzikanten uit de thuisbasis van González maar telt daarnaast ook nog Berlijners in de rangen.
Het concert in de AB ving met “Hints” wél aan zoals we van González gewoon zijn: solo uitgevoerd in zijn typische introverte houding, deels voorovergebogen over zijn akoestische gitaar. Bij “In Our Nature” kwamen er druppelsgewijs enkele groepsleden hem vervoegen om vervolgens vanaf “Far Away” volledig geruggensteund te worden door het voltallige ensemble.
Meteen vielen enkele kenmerken op die de rest van de avond het concert zouden typeren: lange filmische, opbouwende intro’s (wat zeker het zonet vermeldde “Far Away” een extra cachet gaf omdat dit nummer exclusief werd gemaakt voor het in 2010 uitgebrachte en fel bejubelde western videospel ‘Red Dead Redemption’) werden opgevolgd door subtiele instrumentale inkleuringen die allen vakkundig gedirigeerd werden door een enthousiaste Nackt (die ook samen met Ben Lauber and Nils Tegen instond voor de composities en arrangementen). En wat eigenlijk nog het belangrijkste was: bijna nimmer kwam de zang en het gitarenspel van González in de verdrukking maar versmolten deze mooi en passend als één geheel samen met de laagjes instrumentatie die er over gedrapeerd werden.
Hoe verder de set vorderde hoe meer het deels zittend publiek op het puntje van de stoelen ging plaatsnemen en hoe meer de eerste rijen rechtstaande aanwezigen mee opgezogen werden in de fraaie wisselwerkingen.
Bij ieder nummer vielen er diverse instrumenten te bespeuren die detaillistisch bepalend (xylofoon in combinatie met strijkers in “How Low” en dwarsfluit, klarinet en trompet tijdens de aan Jaga Jazzist en Tortoise aanverwante instrumentale intro tot “Broken Arrows”) of richtinggevend (een streepje electronica bij “Crosses”) waren, dan weer – in positieve zin weliswaar – hun weerbarstige aard boven haalden en het geheel een ietwat scherper randje meegaven (trompet bij “Down The Line”).
Hoogtepunten waren wat ons betreft terug te vinden tijdens uitvoeringen van “Abram” (met een fraaie mix van akoestische gitaar, percussie, cello, violen en bleeps) en “Cycling Trivialities” (waar de stemmen van de twee achtergrondzangeressen crescendo meegingen met de snaarinstrumenten).
De Kylie Minogue cover “Hand On Your Heart”  werd dan weer van een Stock, Aitken en Waterman luchtbelletje uit 1989 getransformeerd tot een sprankelend juweeltje, terwijl omgekeerd het bij Massive Attack uitgeleende “Teardrop” nu net door de toegevoegde extra’s aan impact diende in te boeten.
Als toegift kwam het solo uitgevoerde “Fold” aan bod om uiteindelijk af te sluiten met het onvermijdelijke “Heartbeats” waarbij The Göteborg String Theory voltallig maar qua klank spaarzaam González nog eens kwam vervoegen.
Veel bindteksten of interactieve momenten met het publiek vielen er niet aan te treffen maar dat hoefde ook niet. De muziek sprak voor zich en met heel wat symfonie tussen de oren en een euforie op het gelaat trokken de aanwezigen de deur van de AB en deze van het Dominofestival jaargang 15 achter zich dicht.

Jammer dat het meteen ook de allerlaatste editie ooit was. Eén troost: via deze keurig gestreken muzikale vertoning van José González en The Göteborg String Theory kan de formule in schoonheid definitief opgeborgen worden om later dit jaar plaats te maken voor andere projecten die – als we Kurt Overbergh, artistiek directeur van de AB, mogen citeren – “op hun beurt weer zullen uitgroeien tot iets moois en mogelijk even groots”. Musiczine houdt zich nu al klaar.

Setlist: Hints, In Our Nature, Far Away, How Low, Crosses, The Nest, Abram, Hand On Your Heart, Göteborg String Theory Instrumental, Broken Arrows, Cycling Trivialities, Teardrop, Down The Line
Fold, Heartbeats

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel (ikv Domino 2011)


Domino 2011 – Battles - Battles kan vertrek charismatische frontman live niet opvangen

Geschreven door

Domino 2011 – Battles - Battles kan vertrek charismatische frontman live niet opvangen
De zesde dag van het Domino festival koos volop voor het experiment en zette vanavond drie totaal verschillende artiesten op hetzelfde podium, waarbij de enige constante was dat alle drie een totaal uniek geluid ontwikkelen, dat met vrijwel geen enkele andere artiest te vergelijken valt.

Oneohtrix Point Never, aka Daniel Lopatin, is een laptop artiest, die naast video projecties, grossierde in drones, eclectische electronica and soundscapes, maar we zagen dit eerlijk gezegd al veel beter uitgevoerd door mannen zoals Pantha Du Prince of Four Tet.

Dan Deacon, een nerd met een veel te grote bril, speelt liever tussen de mensen dan op het podium, dus had hij zijn draaitafel maar op de vloer gezet, net voor het podium, zodat behalve de eerste twintig mensen, niemand meer zag dan de fluogroene schedel met discolampen die boven die tafel uitkwam. Dan Deacon speelde met het publiek, liet het aftellen van tien tot een, en wou dan meteen een feestje opstarten, wat gezien het vroege uur (acht uur ’s avonds), niet evident was. De man heeft een heel eigen soort dansgenre ontwikkeld, wat je nog het best kan omschrijven als volgt: geef Daniel Johnston de opdracht aan de slag te gaan  met “Go” van Moby, en programmeer enkel breakcore beats in de keyboards: we kregen kinderlijke, naieve stemmetjes, Oosterse gamelans en breakcore beats, qua attitude wel te vergelijken met Justice, maar dan zonder één enkel element van de vuile electro sound die we ondertussen meer dan beu gehoord zijn.
Dan Deacon liet de zaal een danswedstrijd houden, en tot onze grote verbazing, werd er rond halfnegen zowaar gecrowdsurfd in de AB Box. Het kwam echter niet tot een volledig dansfeestje, omdat de set er om negen uur al op zat, en we per slot van rekening ook nog maar maandagavond waren.

Nog voor de band op het podium kwam, wist je wie vanavond de hoofdact was: het iconische cymbaal stak zo een anderhalve meter boven het Tamadrumstel uit, en ook de batterij van keyboards en effectpedalen was zo van de hoes van ‘Mirrored’ naar het podium van de AB verplaatst.Toch waren er net een paar keyboards minder te zien: Tyondai Braxton, de zanger met de woeste haardos en de rare voornaam, besloot in 2010 Battles te verlaten om een solo-album uit te brengen.
Blijkbaar zit er een serieus haar in de boter, want Battles zou vanavond geen enkel nummer uit ‘Mirrored’ spelen, maar zijn volledige set opbouwen rond het nog in juni te verschijnen nieuwe album ‘Gloss Drop’.
Het wegvallen van de zanger, heeft Battles op die nog te verschijnen plaat opgevangen door gastzangers uit te nodigen, zoals Kazu Makino van Blonde Redhead, Matias Aguayo, de Chileense minimal artiest, of zelfs new wave veteraan Gary Numan. Die touren niet mee, dus werden die zangers op twee schermen achter de band geprojecteerd. Dit had natuurlijk als beperking dat de band in die nummers in het keurslijf van de videoprojecties moest spelen.
Nu heeft Battles nog meer dan genoeg instrumentale nummers waar het zich vol overtuiging in kan geven, maar dat was net het probleem vanavond: ok, John Stanier mepte er als vanouds op los, maar gitarist Dave Konopka  stond ofwel met zijn rug naar het publiek, of zat op de knieen bij zijn effectpedalen terwijl Ian Williams voortdurend aan knopjes draaide, waardoor je meer de indruk had dat je in een geluidslaboratorium naar drie gasten stond te kijken die rare geluidjes aan het zoeken waren, dan dat je naar een echte liveshow gekomen was.
Ook met de songs was er iets mis, moeilijke ritmes zaten er zeker in, maar je kon niet zeggen dat de nummers openbloeiden of dat ze subtiel evolueerden, op een of andere manier zaten er niet genoeg ideeen in de individuele nummers.
In het tweede deel van de set werd het beter, toen Ian Williams mee ging drummen, en het nummer naar het einde van de set, met Gary Numan op zang, was veruit het beste van de avond. Het applaus van het publiek was al bij al vrij lauw, en ook de bisronde kon niet echt overtuigen.

Misschien dat Battles zijn nieuwe nummers nog moet laten evolueren, maar toch lijkt het of de leemte die Tyondai Braxton liet, door Battles nog niet ingevuld is. Battles heeft blijkbaar besloten op hetzelfde pad verder te gaan zonder hem, maar dit lijkt een doodlopend straatje. Vers bloed en nieuwe ideeen lijken aangewezen: James Blake zou misschien een goeie match zijn …

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel (ikv Domino 2011)

Domino 2011 – Belle & Sebastian – lachen, dansen genieten

Geschreven door

Domino 2011 – Belle & Sebastian – lachen, dansen, genieten
Belle & Sebastian is een band die je niet al te vaak op een Belgisch podium aantreft. Zo was toch al weer bijna 5 jaar geleden was dat we ‘Glasgow’s finest’ in de AB aan het werk zagen. Niettemin bleek frontman Stuart Murdoch zich nog goed te herinneren dat het die bewuste avond mooi zomerweer was in Brussel. Muzikaal heeft Belle & Sebastian altijd al blijk gegeven van een bijzonder scherp observatievermogen van het alledaagse leven, en het zou ons dus ook niet verwonderen dat ze er stiekem ook een weerdagboekje op nahouden. Het was alleszins slechts één van de vele subtiele anekdotes waarmee ze erin slaagden om het publiek volledig in te pakken. 

Het nieuwe album ‘Write About Love’ mag dan niet echt vernieuwend klinken, tegelijk staat er weer geen enkel nummer op die afbraak doet aan hun schitterende oeuvre aan gevoelige, nostalgische popsongs die ze sinds 1996 verpakt in de mooiste platenhoezen op ons loslaten. 
Gevolg: een in een mum van tijd uitverkochte zaal dat barstte van de sfeer vóór, tijdens én na het concert, en dat voor een groep die nog steeds schandalig over het hoofd gezien op de meeste radiozenders, een occasionele nachtuitzending op Radio 1 niet te na gesproken. Ja, er bestaat dus nog muzikale gerechtigheid!
Van bij het begin deden de zangerige gitaar riedels op “I’m a Cuckoo” de lentekriebels direct opborrelen en tijdens het daar op volgende, aan T. Rex schatplichtige glam rock uitstapje “The Blues Are Still Blue” en “Sukie In The Graveyard” was stilstaan al even min een optie.
Tot groot jolijt van het publiek beloofde de spraakzame Stuart Murdoch niet enkel ‘nieuwe’ (“I Want The World To Stop”, “I Didn’t See It Coming”,…) maar ook ‘iets oudere’ en zelfs ‘oude’ songs te spelen, en het was uit die middencategorie dat het verborgen pareltje “Piazza, New York Catcher”  op het ‘Dear Catastrophy Waitress’ album uitgroeide tot een eerste hoogtepunt.
Bij ontstentenis van het juiste antwoord draaide het hengelen naar een eerste verzoeknummer noodgedwongen uit op een quizvraagje: “welk nummer wordt steevast iedere avond aangevraagd tijdens deze toer, behalve vanavond in Brussel?” Waarop vervolgens “This Is Just A Modern Rock Song” voorzichtig en ingetogen ingezet werd, om vervolgens uit te groeien naar een climax waarop alle muzikale registers (strijkerskwartet, trompet, orgel,…) wijd opengetrokken werden. Verwondering en ontroering alom in de zaal, en reken “Dogs On Wheels” daar ook maar bij.
Er mocht ook gelachen worden, was het niet met Stuart’s klungelachtige maar complexloze manier van dansen, dan wel tijdens het voortijdig afgebroken “Stairway To Heaven”, waarbij hij mijmerde dat dit best wel een aardig nummer is zolang het niet gespeeld wordt door Led Zeppelin.
Wanneer naar het einde toe enkele uitverkoren uit het publiek op “The Boy With The Arab Strap” hun danskunsten mochten komen demonstreren, de ene al wat uitbundiger en ‘in de maat’ dan de andere, was het hek helemaal van de dam. Dat uitgerekend de minst elegante danser achteraf bij de uitreiking van de dansmedailles op het meeste applaus kon rekenen was illustrerend: samen met The Smiths koesteren Belle and Sebastian en hun fans de anti held, die authenticiteit verkiest boven pose, saaie weekends meemaakt in plaats van opwindende en eigenlijk liever thee dan bier drinkt.
Alleen al voor het extatisch onthaalde “The State I Am In” uit de ‘Tigermilk’ debuut LP in de bisronde komen wij over 5 jaar graag terug (als ‘t God belieft), maar het mag deze keer ook iets eerder zijn.

Neem gerust een kijkje naar de pics – rubriek concerts Ancienne Belgique -

Organisatie: Ancienne Belgique, Brussel (ikv Domino 2011


Cool Soul Festival 2011 Een avondje rock’n’roll heet van de naald

Geschreven door

Cool Soul Festival 2011 - Een avondje rock’n’roll heet van de naald
Cool Soul Festival 2011 – The Bellrays, The Jim Jones Revue, The Legendary Tiger Man

Aangename kennismaking met de Portugese The Legendary Tiger Man, de one man band van Paulo Furtado, een zeer bedrijvige muzikant die de fijnste bluesakkoorden uit zijn gitaar haalt terwijl hij met zijn voeten het drumstel bedient. Zijn songs zijn gedrenkt in de blues en in de boogie en hebben steeds een aardige drive in zich. De covers die hij speelt zoals “These boots are made oro walking” of “Fever”, waarin hij bijgetreden wordt door de bevallige Portugese chanteuse Rita Redshoes, weet hij op een originele manier naar zijn hand te zetten. In het soulvolle “The saddest thing to say” krijgt hij dan nog eens vocale steun van Lisa Kekaula die eens te meer bewijst dat zij niet alleen hevig kan rocken, maar dat de soul haar ook met het bloed werd meegegeven.

Op naar het kleine podium, waar de twee half geschifte Texanen van Restavrant luide rammelblues uit hun gammele instrumenten halen. Het drumstel (nou ja…, drumstel) is samengesteld uit een olieton, een metalen plaat, een houten kist en twee Amerikaanse nummerplaten. De gitaren hangen met pleisters aaneen en hebben zo te zien al een paar orkanen doorstaan, maar er komt vettige en smerige bluesrock uit. Meer garage dan dit kan het echt niet zijn.

Terug in de grote zaal zorgen The Bellrays voor een ware orkaan. Luid, hard, wild en snel volgen de korte songs elkaar. De ongelooflijke strot van forse frontvrouw Lisa Kekaula jaagt de songs naar uitzinnige hoogtes. Die volle stem barst van de soul, dit wordt nog eens benadrukt in een middenstuk waar heel even wat gas wordt teruggenomen en waar Kekaula een knappe hoofdrol opeist. Nadien wordt de gas weer volop opengedraaid en barsten nieuwe songs als “Black Lightning” (ook de naam van die heerlijke nieuwe cd) , “Hell on earth” en “On top” volledig uit hun voegen. Wervelende show, superhete straight in your face rock.

In de club komt daarna Scott H. Biram in zijn eentje opdraven met een portie onversneden rauwe blues in de trant van T Model Ford. De man, die eruit ziet alsof hij rechtstreeks met zijn tractor naar de set is gekomen, gaat tamelijk fel tekeer op zijn gitaar en mag hierbij op redelijk wat appreciatie van het publiek rekenen. Origineel is het allemaal niet, spontaan des te meer.

Als spetterende finale krijgen we de meest vuile, gortige, smerige, luide en opgejaagde rock’n’roll die u dezer dagen op een podium kan aanschouwen, de geweldige razernij van The Jim Jones Revue.
Jim Jones is met het rock’n’roll virus geboren. Het is een hyperkinetisch rockbeest die raast, vlamt en roept en ondertussen met pure Jon Spencer attitude het publiek entertaint.
De bandleden zijn al even geschift en gedreven, vooral de pianist molesteert met ware vernielingsdrift zijn instrument. The Jim Jones Revue razen als een rock’n’roll sneltrein doorheen loeiende mokerslagen van songs als “Cement mixer”, “High horse”, “Elemental” en “Rock ‘n’ roll psychosis” (een song die volledig de lading dekt).
Een werkelijk gloeiende afsluiter van een geslaagd festivalletje met de nadruk op pure rock’n’roll, heet van de naald.


Enkel een eerder magere opkomst kan de pret wat drukken. Aan de bands zal het zeer zeker niet liggen.

Organisatie: Aéronef, Lille

Novarock 2011 - Festivalzomer stevig op gang getrokken

Met Novarock trok Kortrijk alweer de festivalzomer op gang. De tiende editie was het, maar een super jubileum werd het – door omstandigheden – niet echt. Niet uitverkocht (iets meer dan 4.000 man) en niet de groepen van hét moment, maar het publiek genoot en we vonden toch enkele (stevige) hoogtepunten en verrassingen. De aanzet voor een muzikale zomer.

Traditioneel programmeert het indoorfestival Novarock een line-up die streekgebonden is. Van de opwarmers We are Lions tot (bijna) afsluiter DJ Wim Opbrouck, zo’n 70 procent van de performers hadden er op hun kilometerteller tot aan de Kortrijk Xpo nog geen veertig kilometer op zitten.

Silent Disco Room
Vier zalen, waarvan je er twee een sidekick kon noemen en die ook beiden grappig waren. Of toch die bedoeling hadden. De Silent Disco Room, waar de meute koptelefoons op heeft en twee DJ’s tegen elkaar in meezweep-dance draaiden, gaf een olijke aanblik. En de jeugd bulderde het bij momenten uit. Weinig ‘Silent’ dus. Maar grappig om als buitenstaander naar te kijken. En te luisteren.

Dat was ook de bedoeling van de comedy stage met Youssef, Steven Mahieu en een flink stuk later David Galle. West-Vlaming Steven Mahieu, de inmiddels naar Gent uitgeweken comedian en winnaar van o.a. Humorologie, bracht zopas z'n eerste zaalshow 'Mahieustieus' uit en mocht in een halfuur tonen wat hij waard was.

Door wat herschikkingen in de zaal bleek de comedyruimte een pak groter geworden en was het niet evident om de intimiteit en sfeer van een echte comedyshow te benaderen. Maar Mahieu kweet zich behoorlijk van z'n taak en met stukken uit z'n eerste zaalshow in combinatie met actuele items kon hij het aanzwellende publiek bekoren en naarmate de set vorderde bleek duidelijk dat hij de ‘coming man’ is uit het comedymilieu.

Iets wat van z'n voorganger op de comedystage Youssef  niet kon gezegd worden, maar hij had een geldig excuus, want de Marokkaan gaf er na een 10-tal minuten de brui aan daar de soundcheck van de 'Discoveryzone' te storend was om z'n act duidelijk te brengen. Jammer.

Novarockrally
Het tweede podium kreeg de naam de Nova Discover Zone en dat zegt genoeg. Naar goeie gewoonte organiseert Novarock ook een concours voor beginnende (streek)groepen. Matador, King Sigh en Daytona dongen mee naar de titel die hen op de volgende editie– net zoals Adyssa vorig jaar – meteen een plaatsje in de line-up verzekeren.

Matador - met twee gitaristen en een knopjesman op een rij en de drummer achterin - bracht een tweetal echt goeie nummers, maar ze hadden wat problemen met de mix en de klank was niet je dat. En dat hebben ze net nodig voor hun dancepop met ballen.

King Sigh brengt instrumentale postrock. Geestig (met een leuke cover van de ‘Miami Vice’ - tune), maar nogal onregelmatig in hun set. De sound was goed, maar de nummers iets te repetitief.

Toen moest Daytona nog komen en al na de eerste gitaarsneren werd duidelijk dat de twee andere bands eraan waren voor de moeite. «Merci om niet naar Mintzkov te gaan en naar ons te komen luisteren», klonk het uit de frontman van het vijftal Kenneth Chambaere, Jasper Depoortere, Jelle Demeulemeester, Wannes Desramault en Jeroen Termote. De thuismatch werd een makkie. De Wevelgemnaars kaapten de eer van Novarockrally 2011 terecht weg.

Intussen waren er in de Main Hall al drie gigs gepasseerd. We are lions is een Kortrijkse groep, ontsproten uit Captain Compost. Stevig en catchy, zoals ze aangekondigd werden en ondanks het vroege uur (14u40) was er al behoorlijk wat volk opgedaagd. «Stukken meer dan de vijftig man die we vooraf gevreesd hadden. En dat was meegenomen», zo klonk het na hun eerste live sessie. Poprock met punkinvloeden, het beviel wel.

De Afrekening
Amatorski mocht hen opvolgen en dat was risky. Dat besefte ook zangeres-componiste Inne Eysermans. «Ik had dit niet zo groots verwacht en ook de klank viel niet echt mee. Ik weet dat festivals moeilijk liggen voor ons. We zullen toch voor iets anders zorgen de volgende keer». Moeilijker was het inderdaad voor het intimistische, bijna breekbare repertoire dat opgevoerd wordt met een reeks fijne instrumenten als daar zijn saxofoon, xylofoon en contrabas die ze onder elkaar zelfs afwisselden. Toch kreeg het fabelachtige geluid de babbelende jongeren bijwijlen stil, zeker als ze “Come home” en “The King” ten berde brachten.

Minder fabelachtig, minder mysterieus, maar gewoon rechttoe - rechtaan, dat is Mintzkov, heel (te?) herkenbaar. Ze snakken duidelijk naar (nog) grotere herkenning, want frontman Philip Bosschaerts kondigde hun nieuwe single aan met de smeekbede voor de jonge garde om die – net als “Opening Fire” (uit hun derde en laatste cd ‘Rising Sun, Setting Sun’) – in de Afrekening van Studio Brussel (omhoog) te stemmen. Na een halfuur trokken we naar Daytona in de hoop op meer variatie. Een goeie zet, zo bleek (zie hoger).

Adyssa mocht Daytona opvolgen. Over de winnaar van de Novarockrally van de vorige editie  schreven we een jaar geleden dit: ‘Een boeket van episch-symfonische rock, een vleugje Coldplay erin, maar in elk geval krachtig en met een zanger vol overgave. Présence en grappig. Een terechte winnaar, al was het close’.
Veel is er niet veranderd bij Adyssa. Niet hun werk (al brachten ze intussen hun eerste single «State of Flux» uit), maar gelukkig ook niet hun gedrevenheid op het podium. Al was het choreografietje halverwege een beetje erover, de sfeer zat er wel in. Mede door de luide bende groupies die alles op commando meezongen. Het werkte dus wel, maar bij momenten hadden we toch het gevoel dat het in een jaar tijd ‘net niet (beter)’ was geworden.

Intussen was De Jeugd van Tegenwoordig al vlotjes aan het lullen en het jonge publiek jumpte aardig op en neer. Gesmaakt feestje van het Nederlandse viertal, al ging de decibelmeter constant vet in het rood. Met een piek van 112. Zelfs de walls of sound van Drums are for parades en Steak nr 8 hielden het (gelukkig) beschaafder.

Maar voor het Gentse Drums are for Parades keken we uit naar de komst van ‘Buzze’ aka Serge Buyse van 't Hof Van Commerce, op de 'Discoveryzone' onder de noemer Buyse en met z'n verse debuutplaat 'Buyse' onder de arm. Het album in een productie van ...Flip Kowlier is wellicht een opwarmertje voor de nieuwe ’t Hof-plaat die in het najaar verschijnt. In deze bezetting met DJ Black Frank achter de decks en Riemeloare (ex-Nihilisten) als partners in crime kregen we meer de old skool hiphop te horen, al ontdekten we bijwijlen ook een light versie van het bovenvermeld Izegems trio. Dit was slechts het tweede optreden van de band en dat was te merken aan enkele schoonheidsfoutjes – de try-out in Ardooie de dag ervoor ten spijt - maar dit kon de pret niet drukken.
Met af en toe hilarische rhymes en een gedreven inzet kon het toegestroomde publiek dit zeker appreciëren en tracks zoals “ De busn van Borneo” en nieuwe single 'Oerepoeper' bleken absolute voltreffers.

Stevig en ruig
Inmiddels waren The Van Jets in de Main Hall hun set op gang getrokken. Strak in het pak en met een gedreven Johannes Verschaeve als orkestmeester is dit viertal de jongste jaren als een komeet naar de hoogte van de vaderlandse pop/rockscene geschoten.
Met keer op keer schitterende albums en een ijzersterke livereputatie palmden ze op hun kenmerkend manier moeiteloos de zaal in. De Jets - momenteel weer druk aan het werk aan nieuwe nummers - spelen slechts een handvol optredens dit jaar en deze doortocht mocht alvast gezien worden. Het werd een 'Greatest Hits' set met o.a. “The Future”, “What's going on”, “Down below “ en “Our love = strong” die luidkeels meegezongen werden, zelfs met een eigenzinnige versie van Bowies «Fashion».

Het Gentse Drums Are For Parades maakte de laatste maanden brokken met hun debuut 'Master'. Live maakten ze deel uit van de ‘Soulwasmass Tour’ en stonden ze vorige week nog in het voorprogramma van Slayer en Megadeth in Vorst.
Met hun vuile mix van noise/metal/punk en stonerrock grepen de baardmannen ook nu iedereen direct bij de keel en creëerden ze een geluidsmuur die niet meer zou geëvenaard worden die avond. We kregen een zeer explosieve en vette set onder leiding van de broers Reygaert met duivelse vertolkingen van “The Law”, “Another kind of bad” en “The Beast”. Menig circle- en moshpits ontstond en in een hels tempo werd hun debuut-cd door de speakers geblazen. Zonder veel tierlantijntjes maakten ze hun livereputatie waar en deelden ze een uppercut uit die nog lang bleef nazinderen. Met veel tegenlicht in de zaal, waar een pak pogo’ers op risico van eigen lijf en leden zelfs probeerden te crowdsurfen. «Nog geen bloed?», klonk het van op het podium, «dan doen we er nog wat bij». ‘Battle Music’ van het zuiverste soort.

Het pad was geëffend voor de jongste Humo’s Rockrally-winnaars ooit: Steak Number Eight, die even later dezelfde bühne bestegen. Hun debuut-cd verscheen een maand geleden en werd opgenomen in de States onder leiding van Matt Bayles (Isis, Pearl Jam).
De vier jonkies hadden wel zin in deze thuismatch en na een onheilspellende intro trokken ze direct hard van leer. Opener “Dickhead” zette de toon voor een uurtje sludge/doom/postrock met enerzijds beukende, loodzware riffs in combinatie met sfeervolle, meeslepende melodieuze stukken.
Ook “Pyromaniac” en “Stargazing” waren rauwe, logge meesterwerkjes waarin frontman Vanneste meermaals met z'n oerschreeuw uitpakte en waarin flarden Amen Ra en Mastodon nooit ver weg waren. De wervelstorm was niet te stoppen en kreeg een absoluut hoogtepunt met “The sea is dying”. Klasse!

Moe maar voldaan
Tussen de twee heavy’s in de Discovery Zone door had Arid een aardig volgelopen Main Hall voor de voeten. Jasper Steverlinck duwde direct enkele hits in de kelen van de toehoorders, te beginnen met “Broken Dancer”. Hij had er duidelijk zin in en maakte een meezingstonde van “Too late”. Het werd een pretentieloos concert dat menigeen plezierde.

Tom Van Laere en de zijnen werden als headliner uitgespeeld op de mainstage. Admiral Freebee - voor het eerst op Novarock - legde de nadruk op z'n laatste album ‘The honey and the knife’ waaruit o.a. “Look at what love has done” en “My hippie ain't hip” vertolkt werden.
Flip Kowlier tokkelde terug als een gek op z'n bas en de band zette met veel variatie een warme, emotievolle en bijwijlen stevig rockende performance neer. Een dik uur werd nieuw werk afgewisseld met krakers “Einstein Brain”, “Oh darkness” en “Lucky one”.
Lucky ones, dat waren de aanwezigen want die zagen een zeer strakke en geoliede machine met de immer geschifte Van Laere als uitmuntend entertainer.


Sound of Stereo en Mumbai Science sloten af in de Main Hall, terwijl streekman Wim Opbrouck als DJ met Jim Tonic ook een pak volk naar de Discovery Zone lokte. Het feest duurde - ondanks de invoering van het zomeruur – nog ettelijke uurtjes.

Het rookverbod – dat al bij al behoorlijk werd opgevolgd - mede dankzij attentvolle stewards – moest er wel steeds vaker aan geloven. Novarock liep moe maar voldaan naar zijn einde en dat moet de organisatoren een goed gevoel gegeven hebben. Eerder die avond hadden ze al negatieve geruchten in de pers omtrent de toekomst de kop in geslagen door meteen de volgende editie aan te kondigen op 17 maart 2012 !
We’ll be there ! Met identiteitskaart, want die had je nodig om binnen te geraken. Een initiatief om amokmakers buiten te houden. En ook dat was een succes.

Neem gerust een kijkje naar de pics onder de rubriek ‘festivals’

Organisatie: Novarock, Kortrijk

Pias Nites 2011 – Experience Music differently

Geschreven door

Pias Nites 2011 – Experience Music differently
Neem gerust een kijkje naar de pics van Trigger Thief , die er die avond bij was … onder de rubriek ‘festivals’

Pias Nites – vrijdag 25 maart 2011
Cassius, Buraka Som Sistema,  The Jim Jones Revue, Matt & Kim, Aeroplane, The Van Jets, Mustang, Crystal Fighters
Cassius was headliner
Matt & Kim , Crystal Fighters – sensaties
Buraka Som Sistema, Aeroplane, Mustang waren de injecties om de nacht door te komen

Pias Nites – zaterdag 26 maart 2011
Faithless + Junior Jack & Kidcreme, Kid Noize
Faithless – last concert in Belgium
Junior Jack & Kid Creme besloten de Pias Nites … Kid Noiz warmde op …

INFO http://www.piasnites.com

Pagina 92 van 116