Op dag twee hadden we een even verzengende hitte, kon het jonge volkje zich uitleven op Green Day, Paramore en 30 Seconds To Mars, was er het topconcert van Editors, noteerden we getalenteerde bands in de Pyramid Marquee en openden twee komende Belgische groepen.
We kunnen het maar aan Triggerfinger en Customs vragen hoe het moet zijn om in kostuum op te treden onder hels warme temperaturen. Het muzikaal beestje werd alvast geïnjecteerd bij het kwartet, want ze speelden een uiterst gecharmeerd strak wavepoprockend concert. De band rond Kristof Uittebroek heeft elkaar gevonden na het ter ziele gegane Larsson. De vroegere ‘artist in residence’ van Leuven houden er een fijn debuut op na, ‘Enter the characters’, en hebben met “Rex “en “Justine” al aardige hits uit. Beelden van White Lies, The House of Love en Interpol springen ons voor de ogen als we hen bezig zagen. Ook de songs “Shut up Narcissus”, “We are ghosts” en “The matador” stonden hun mannetje en ze konden niet omheen een Joy Division nummer, “Transmission”.
En ook Balthazar beschikt over tonnen talent en enthousiasme. Het kwintet rond de componisten Devoldere – Deprez boden een uiterst gevarieerde, broeierige, dynamische en intens slepende set. Ondanks dat de subtiliteit van hun songs live wat meer met synths werd overgoten en een krachtiger en huppelende aanzet hadden, kunnen we niks anders zeggen dan dat ze live overweldigend waren, een goed geoliede machine en een fantastische samenzang. Alles zat goed in elkaar en de West-Vlamingen uit Kortrijk bewezen dat er ginder heel wat potentieel blijft leven na Ozark Henry, Goose, Hitch en Amenra. “Fifteen floors” en “Hunger at the door” waren al in ons geheugen gegrift, evenzeer waren we verbaasd van “Blues for Rosann” en het afsluitende “Blood like wine”.
Het NY-se Coheed & Cambria kun je niet direct onder de metal plaatsen, daarvoor zijn de invloeden te breed. Ze borduren op de ‘70’s hardrock van Thin Lizzy, voegen er de donkere Tool aan toe, kruiden het met de verrassende en spannende wendingen van The Mars Volta en zijn intussen niet vies van poppunk en postrock. Ondanks het feit dat de groep ons niet meteen raakte, kon je wel spreken van een melodieus harde maar fijnzinnige set, onder de nasale zang van Sanchez.
The Morning Benders uit Liverpool zitten in dezelfde lijn van Avi Buffalo en Grizzly Bear, en bands als Beach Boys, The Last Shadow Puppets, Band Of Horses en The Shins waren invloedrijk. Aanstekelijke, sfeervolle dromerige ‘summerfeeling’ indiepop, die af toe forser klonk als op Joy Division’s (opnieuw!) “Ceremony” en het afsluitende “Excuses”. De zang van frontman Chris Chu lag in de buurt van Alex Turner van Arctic Monkeys. In het oog te houden dus, dit jonge bandje, als was het niet ‘the cup of tea’ van velen.
Rise Against zijn mee op tour met Green Day en kregen op die manier een kansje op de Mainstage. De punkrockers wisselden hun hard melodieus, strak werk af met enkele intieme songs, waaronder “Swing life away”, die zanger Mcllrath in een glansrol plaatste qua stem en akoestische gitaar. Moeiteloos stapten ze dan terug naar hun gekende punkrock en porden rondedansjes aan in circle pits. Punkfeestje dus!
Het Amerikaanse The Gaslight Anthem uit New Jersey, onder zanger gitarist Brian Fallon, vormt een evenwichtige driehoek van de American ‘Bruce Springsteen’ stadionrock, de folky rock van The men they couldn’t hang en de punkrock van The Clash. De James Dean lookalikes, met een lijf vol tatoeages, speelden een straffe ‘straight from the heart’ set: vitaal goed onderbouwd, energiek en dynamisch … gestroomlijnd materiaal, aanstekelijke refreinen, ruige en snedige gitaarpartijen en opzwepende drums. De band kreeg letterlijk een ‘warm onthaal ‘ en speelde een prachtset , waaronder “The backseat”, die de laatste cd ‘The ’59 sound voorop plaatste.
Tieners houden van de Joepie-rock van Paramore en 30 Seconds To Mars … We waren alvast aangenaam verrast van de uit Tennessee afkomstige band Paramore rond de bevallige zangeres Hayley Williams. Als een jonge Axelle Red sprong ze wild om zich heen. Springerige, strakke en prikkelende gitaarrock, vol overgave gespeeld, maar te horen als dertien in een dozijn. De jeugd van tegenwoordig houdt van de ‘Twilight’ series en van een nieuwe Avril Lavigne … De jongeren om me heen waren alvast gefocust op songs als “Crush crush crush”, “That’s what you get” en “Misery business”. Teenage rock’n’roll dus!
Intussen was het ook duidelijk dat Nederland van Brazilië had gewonnen want talrijke Oranje shirts kleurden de wei …
Corinne Bailey Rae bracht zwoele, sfeervolle cocktail funky soulpop, gedragen door haar zacht pakkende fluisterstem. Na een paar jaar van hel & verdoemenis keert ze gelouterd terug op het front met nieuw werk en beschikt ze over een charismatische band. Lazy Sunday StuBru Music (“Paper dolls”/“Closer”) hoorden we, en het waren de herkenbare “Like a star” en het iets fors klinkende “Put your record on” die aanzetten tot heupwiegen. Ze genoot van de positieve respons, wat haar ertoe bracht om met Doris Day’s “Que sera sera” hartelijk afscheid te nemen …
Dezelfde jongeren van Paramore waren even interessevol gestart om 30 Seconds To Mars te zien, de groep rond de Amerikaanse acteur Jared Leto. Samen met z’n broer zijn zij de helden van de emorock voor onze jongsten. We moesten hard op de tanden bijten om deze American kitschrock en Performance te doorworstelen. Publiekspelletjes en flauwe grappen kruisten de songs. Een pompeuze sound en een omhoog gevallen godverheven Leto als blonde mohawk met witte zonnebril … Pfff, écht niet voor ons!
Onder de indruk waren we dan wel van de groovy, aanstekelijke en bezwerende popdeuntjes van Jack Johnson met z’n drie muzikanten. Eerlijk, puur en oprecht. Na de Hollywood kapsones van Leto bracht de zomers getinte singsongwriterpop van JJ een frisse bries en was maar al te graag meegenomen! Johnson deed denken aan de onvolprezen Bobby Sichran uit de vervlogen ‘90’s want dezelfde pop, blues, soul, en hiphop waren verweven. Golvende muziek en Happy tunes, daar zal het recentste ‘To the sea’ en z’n vroegere surfcarrière deels voor tussen zijn geweest. Mooi was het allemaal van “If I had eyes”, “Go on”, tot “Good people”, “Bubble” en de titelsong van de recente cd. De ongelofelijke respons bezorgde de man kippenvel … Op handen gedragen dus!
Het optreden van Editors was al op voorhand een gewonnen match. De band heeft België aan zijn voeten sedert de laatste passage op Werchter en de kolkende optredens dit jaar in Vorst en de Lotto Arena. Met nog maar 3 albums op hun palmares (drie pareltjes, dat wel), hier mooi over de setlist verdeeld, is de groep uitgegroeid tot een heuse topact met een hoop onverslijtbare prachtsongs. Editors bevestigde dit met grote onderscheiding en Werchter ging helemaal door de knieën op de tonen van “Papillon” (wat een prachtsong is dit toch). De volgende keer staan die gasten hier op het hoogste schavotje, neem dat van ons aan.
The Specials waren in hun glorieperiode al eens te gast … op TW ’80 weliswaar … Met Terry Hall, Neville Staples, maar zonder bezieler Jerry Dammers … British ska, rocksteady, dub, reggae en wavepunk, die de jaren ’80 ingingen met The Selector, Madness, Dexys midnight runners en Bad Manners. Verder kenden we hun projecten Special AKA en Fun Boy Tree. In navolging van Johnson waren er opnieuw zonnige, huppelende ritmes van een vitale band op leeftijd. Publiek als band ‘skankten’ erop los en het was uitermate leuk de tunes en deuntjes te horen van classics als “Gangsters”, “Rat race”, “Too much too young” en “Message to you Rudy”, opgehitst door een diepe bass, ’70’s Hammond toetsen, blazers, percussie en trommels. Opwindende nostalgie, die af en toe wat vaart minderde. Een uitgelaten “Enjoy yourself” besloot het leuke, ontspannende overtuigende concert. “Ghost town” leek diep opgeborgen in de playlist, maar dat bedierf de pret niet!
Waarop Sam zegt … Prachtige nostalgie kregen we met The Specials. Door de prachtige set van Editors hebben we hier helaas de eerste songs moeten missen, waaronder volgens onze betrouwbare bron een geweldig “Gangsters”. Onze beentjes gingen gewillig de lucht in op de tonen van onbreekbare ska klassiekers als “A message to You Rudy” en “Too much too Young”. The Specials waren fijne ska, dub en reggae en volle fun.
LCD Soundsystem in de Pyramid Marquee mocht het feestje compleet maken. ‘Hot Hotter Hottest’, met een pluk uit de drie cd’s. Nu net dat James Murphy’s LCD live op z’n scherpst zijn, leggen ze er het bijltje bij neer na deze worldtour. Hun muzikaal trancy bezwerende, dansbare en rockende punkfunk zal worden opgedoekt. Ze wisten sommige nummers mooi uit te spinnen … “Us vs Them” was de aanzet naar een venijnig, retestrakke “Daft punk is playing at my house”. Dan volgde een sfeervoller en rustiger middendeel met “All my friends” en “I can change”. Op “Tribulations”, “Losing my edge” en “Yeah yeah yeah” kon de bezwerende, repetitieve funkende trance niet meer op. Tot slot klonken ze ‘Scherp Scherper Scherpst’ met “NY, I love you but you’re bringing me down …” Band als publiek hebben zich rot geamuseerd … laat het misschien toch geen definitieve herinnering blijven …
‘Te veel is te veel’, wil er dat dringend eens iemand aan Billy Joe Armstrong van Greenday gaan vertellen. De set was zeer professioneel en nogal, euh.. Amerikaans. Een fan op het podium vragen, oké, maar dat tot drie keer toe is er over. Het publiek mee laten zingen mag ook al eens van ons , maar niet voortdurend, alstublief. Om maar te zeggen, Billy Joe is een puike entertainer, maar helaas ook een overdrijver. Greenday speelde twee en een half uur, en dat was minstens een uur te veel, maar als ze goed op dreef waren was het dan ook geweldig en krachtig. De hits gingen er in als peperkoek en er werd verdomd stevig en hard gespeeld, en dat maakte dan weer dat dit toch een potige set was.
Hoewel de muziek van deze band duidelijk op punkrock geïnspireerd is , was dit een concert dat in alle opzichten indruiste tegen de ongeschreven regels van de punk. Maar daar veegt Billy Joe volledig zijn gat aan, en dat is dan op zich ook weer punk.
Organisatie: Live Nation – Rock Werchter